Zwerfjongeren in Utrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zwerfjongeren in Utrecht"

Transcriptie

1 Zwerfjongeren in Utrecht Omvang en profiel van de zwerfjongerenpopulatie Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg Mariëlle Beijersbergen Carinda Jansen Judith Wolf 1

2 Colofon Onderzoek: Opdrachtgever: Financier: Eindverantwoordelijke: Projectleiding: Projectuitvoering: Zwerfjongeren in Utrecht Omvang en profiel van de zwerfjongerenpopulatie DMO Gemeente Utrecht DMO Gemeente Utrecht Prof. Dr. J. Wolf Dr. M. Beijersbergen Drs. C. Jansen & Dr. M. Beijersbergen Adviseur bij omvangschatting: Prof. Dr. P. van der Heijden 2008 UMC St Radboud Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het UMC St Radboud Nijmegen, het Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg. 2

3 Inhoudsopgave 1 Opzet en uitvoering van het onderzoek Achtergrond en doelen Onderzoeksvragen Definitie Onderzoeksactiviteiten Onderzoeksperiode en betrokkenheid van organisaties Leeswijzer Omvang van de populatie zwerfjongeren in Utrecht Schatting van feitelijk dakloze jongeren Telling van residentieel dakloze jongeren aantal zwerfjongeren in Utrecht Profiel en bestaansvoorwaarden Demografische kenmerken Woonsituatie; heden en verleden Lichamelijke & psychische gezondheid en middelengebruik Lichamelijke gezondheid Psychische gezondheid Middelengebruik Comorbiditeit Perspectief van professionals Sociale relaties Contact met familie & vrienden Ervaren steun van familie & vrienden Algemene waardering contacten Veiligheid Veiligheid Contacten met politie Kwaliteit van leven Objectieve kwaliteit van leven Subjectieve kwaliteit van leven Zorgbehoeften en ontvangen zorg Gewenste hulp Gekregen hulp Zorgconfiguraties Juistheid van de hulp Veranderingen in de situatie sinds aanvang hulp Zorggebruik ooit in het leven Actueel zorggebruik De keten nader beschouwd Woon- en toekomstwensen Woonwensen Begeleidingswensen Toekomstwensen Feitelijk versus residentieel dakloze jongeren Definitie Resultaten Resumé en Aanbevelingen Resumé Conclusies en aanbevelingen Literatuur & bronnen Bijlages

4 1 Opzet en uitvoering van het onderzoek 1.1 Achtergrond en doelen De Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Utrecht stelde begin 2007 het Advies Aanpak Zwerfjongeren op (Wal, 2007). Één van de adviezen was het uitvoeren van een schatting van de omvang van het aantal zwerfjongeren 1. Naast het ontbreken van inzicht in de omvang van de groep is er ook geen informatie beschikbaar over het profiel van deze groep jongeren in de Utrechtse opvang. Dergelijke informatie is van belang voor het nemen van gefundeerde beleidsbeslissingen. De Gemeente Utrecht heeft het Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg van het UMC St Radboud Nijmegen, gevraagd om onderzoek te doen naar omvang en profiel van de groep jongeren in de opvang, alsmede naar de afstemming tussen vraag en aanbod bij deze groep. Het Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg voert in opdracht van de Gemeente Utrecht reeds activiteiten uit in het kader van de lokale OGGZ monitor Utrecht. Het onderzoek naar jongeren in de opvang past binnen deze opdracht. 1.2 Onderzoeksvragen Het onderzoek moest antwoord geven op de volgende vragen: 1. Wat is in de gemeente Utrecht de omvang van de populatie zwerfjongeren? 2. Wat is het profiel van de door de Utrechtse opvang bereikte groep zwerfjongeren in termen van demografische kenmerken, kwaliteit van leven, gezondheid, middelengebruik, veiligheid, relaties, zorgbehoeften, zorggebruik en woon-/begeleidingswensen? 3. Wat is bij jongeren in de opvang aan zorg nodig en in hoeverre wordt hierin voorzien? 1.3 Definitie In dit onderzoek is uitgegaan van de definitie van het Ministerie van VWS (2004) voor zwerfjongeren: Jongeren tot 25 jaar met meervoudige problemen, die dakloos zijn of in de opvang verblijven (zonder de begeleiding van ouders). Wij onderscheiden feitelijk en residentieel dakloze jongeren; Feitelijk dakloze jongeren zijn jongeren tot vijfentwintig jaar die voor hun overnachting vooral zijn aangewezen op straat of op een kortdurend verblijf in laagdrempelige opvangvoorzieningen in de maatschappelijke opvang of tijdelijk verblijven bij familie, vrienden of kennissen. Residentieel dakloze jongeren zijn jongeren tot vijfentwintig jaar die als bewoner zijn ingeschreven bij instellingen voor jeugdhulpverlening of maatschappelijke opvang. Het gaat hierbij om (zicht)pensions, vormen van begeleid wonen en dergelijke. 1.4 Onderzoeksactiviteiten Voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen zijn de volgende onderzoeksactiviteiten uitgevoerd: a) Schatten en tellen van het aantal zwerfjongeren b) Interviews met zwerfjongeren (survey) c) Enquêtes over jongeren ingevuld door de medewerkers d) Rondetafelgesprek met professionals 1 Aangezien de term zwerfjongeren als stigmatiserend kan worden ervaren en veel dakloze jongeren zich hierin niet herkennen, gebruiken we in dit rapport bij voorkeur de term dakloze jongeren. 4

5 1.4.1 Schatten en tellen van het aantal bewoners en bezoekers De bepaling van de omvang 2 van de populatie zwerfjongeren in Utrecht is gebeurd door: Het met behulp van statistische modellen schatten van de groep feitelijk dakloze jongeren tot 25 jaar. Hiervoor maakten wij gebruik gemaakt van registraties van 4 laagdrempelige Utrechtse voorzieningen waar dakloze jongeren (en volwassenen) komen (zie bijlage 1). Een telling van de groep residentieel dakloze jongeren tot 25 jaar in 17 Utrechtse woonvoorzieningen voor volwassenen en jongeren (zie bijlage 1) Interviews met jongeren in de Utrechtse opvang In de interviewperiode, die liep van 7 januari tot 27 februari, zijn bij 12 voorzieningen in de gemeente Utrecht in totaal 124 jongeren benaderd voor deelname aan een interview. Om uiteenlopende redenen werden 34 jongeren niet geïnterviewd. De jongeren die voldeden aan de definitie van de doelgroep en aan een interview wilden meewerken, tekenden een toestemmingsverklaring. Voor minderjarige respondenten werd toestemming gevraagd aan een wettelijk vertegenwoordiger. De interviews werden afgenomen door 11 getrainde interviewers. De vragenlijst omvatte ook gestandaardiseerde meetinstrumenten, zoals voor het meten van depressiviteit. De interviews duurden gemiddeld anderhalf uur. Na afloop van een volledig interview ontvingen de jongeren 15 euro. Van de 90 uitgevoerde interviews met jongeren, kwamen er uiteindelijk 77 (62% van de 124 benaderde jongeren) in aanmerking voor analyse en rapportage. Bijlage 2 geeft een uitgebreide toelichting op de benadering en selectie van de zwerfjongeren in dit onderzoek. Daarnaast geeft deze bijlage inzicht in de vragenlijst Enquêtes over jongeren ingevuld door medewerkers Indien de jongere met wie een interview was gedaan hiervoor toestemming gaf, hebben we een enquête voorgelegd aan een medewerker die de jongere goed kent. Deze enquête bevatte vragen over: 1. De medewerker en diens contact met de jongere over wie de vragenlijst werd ingevuld; 2. De psychische gezondheid van de jongere 3 ; 3. De woon- en begeleidingswensen voor de jongere. Op deze manier konden we ook vanuit het perspectief van de medewerkers inzicht krijgen in de situatie van de jongere. Van alle geïnterviewde jongeren, gaven er 57 toestemming om een enquête aan een medewerker voor te leggen. In totaal retourneerden 32 medewerkers de enquêtes (56%). Aangezien twee enquêtes te laat binnenkwamen om nog mee te nemen in de analyses, zijn de resultaten gebaseerd op 30 enquêtes Rondetafelgesprek met professionals Om zicht te krijgen op het profiel van de jongeren, de hulpbehoefte van de jongeren, de door de jongeren ontvangen hulp, en de samenwerking tussen de opvanginstellingen, organiseerden wij een rondetafelgesprek met professionals. Dit anderhalf uur durende gesprek vond met zes professionals plaats in januari 2008 (zie bijlage 1). De informatie die naar voren kwam uit het gesprek is in dit rapport in verschillende hoofdstukken gebruikt. 2 De onderzoekers van het UMC Radboud hebben eerder vergelijkbare onderzoeken gedaan in Den Haag (Wolf e.a., 2002), Zeeland (Jansen e.a., 2007), Zwolle (Vocks e.a., 2007) en Zaanstreek (Vocks e.a., 2008). 3 De vragen die we hiervoor hebben gebruikt zijn afkomstig uit de gestandaardiseerde Strengths and Difficulties Questionnaire voor leraren (Goodman, 1997; 5

6 1.5 Onderzoeksperiode en betrokkenheid van organisaties De onderzoeksactiviteiten zijn uitgevoerd in de periode van november 2007 tot en met maart De looptijd van het onderzoek was vijf maanden. Bij het onderzoek werden instellingen voor de opvang van (zwerf-)jongeren, maatschappelijke opvanginstellingen en andere relevante partijen intensief betrokken. Ten behoeve van het onderzoek werd een begeleidingscommissie ingesteld. 1.6 Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft de resultaten van de omvangschatting. In hoofdstuk 3 tot en met 8 komt het profiel van de zwerfjongeren in de Utrechtse opvang aan de orde. Per thema worden de belangrijkste uitkomsten weergegeven. Hoofdstuk 9 beschrijft de woon- en begeleidingswensen en de toekomstperspectieven van de jongeren, vanuit de visie van de jongeren zelf en vanuit de optiek van de medewerkers. In hoofdstuk 10 worden de kenmerken van de feitelijk en residentieel dakloze jongeren met elkaar vergeleken. Het laatste hoofdstuk bevat een resumé van de resultaten en aanbevelingen. Het rapport kent ook een aantal bijlagen. Bijlage 1 laat zien welke organisaties aan dit onderzoek hebben meegewerkt. In bijlage 2 staat meer informatie over de uitvoering van de survey. De methode van de omvangschatting staat beschreven in bijlage 3. Tenslotte, zijn in bijlage 4 de gegevens waarover in dit rapport uitspraken worden gedaan in een tabellenboek opgenomen. 6

7 2 Omvang van de populatie zwerfjongeren in Utrecht Om zicht te krijgen op de totale groep zwerfjongeren in Utrecht selecteerden we 23 voorzieningen (zie bijlage 1). Tot de selectie horen voorzieningen die zich richten op specifiek de opvang en begeleiding van zwerfjongeren (9) én voorzieningen in de maatschappelijke opvang (14). In de laatste week van januari en de eerste week van februari 2008 hielden medewerkers van deze 23 voorzieningen registraties bij van bezoekers en bewoners tot 25 jaar. Uiteindelijk schatten wij op grond van 21 registraties 4 het aantal feitelijk dakloze jongeren en telden wij het aantal residentieel dakloze jongeren. De combinatie van deze twee uitkomsten (schatting en telling) levert zicht op het totale aantal zwerfjongeren in Utrecht. Bijlage 3 geeft een uitgebreide toelichting op de gedane omvangschatting en de uitgevoerde analyses en de aannames hierbij. 2.1 Schatting van feitelijk dakloze jongeren In totaal zijn in de meetperiode van twee weken bij vier laagdrempelige voorzieningen 34 feitelijk dakloze jongeren geregistreerd: 23 jongens en 11 meiden. De gemiddelde leeftijd is 22 jaar, variërend van 19 tot 25 jaar. Feitelijk dakloze meiden zijn gemiddeld drie jaar jonger dan jongens (20 versus 23 jaar). Bijna de helft (47%) werd geregistreerd bij laagdrempelige opvangvoorzieningen in de maatschappelijke opvang. Op basis van de geregistreerde feitelijk dakloze jongeren schatten wij het totaal aantal feitelijk dakloze jongeren in de meetperiode op gemiddeld 93 met een ondergrens van 34 en een bovengrens van 157 jongeren. Door de grote marges en de aanname van de schattingsmethode dient deze schatting met grote voorzichtigheid te worden gehanteerd (zie ook bijlage 3). De professionals in het Utrechtse veld schatten het aantal feitelijk dakloze jongeren binnen de marges van de schatting of iets hoger in: Óók jongeren die nog niet in contact zijn met de hulpverlening, maar wel rondzwerven? Daar vraag je me wat, ik denk zeker wel zo n 150. (Schatting professional) Dat zijn er best heel veel (stilte) Tweehonderd. (stilte) Als het er niet meer zijn. (Schatting professional) Één professional geeft in een telefonisch gesprek aan dat er zowel een risico is van onderschatting als van overschatting van de groep feitelijk dakloze jongeren. Het risico op onderschatting ligt erin dat een deel van de groep niet in beeld is bij de hulpverlening. Anderzijds is er een kans op overschatting vanwege de door de professionals beleefde zorgzwaarte van de groep. 4 Net als bij de survey hebben we de gegevens van het KTC van de Rading en van de afdeling tienermoeders van Vieja uiteindelijk niet meegenomen in de telling (zie bijlage 2). 7

8 Tijdens het rondetafelgesprek is expliciet gevraagd naar de zwerfjongeren die niet in beeld zijn bij de voorzieningen. Een professional zegt hierover: Ze kunnen net iets te vaak bij vriendjes en vriendinnetjes terecht. Die willen niet tussen de daklozen, zo n beeld hebben ze daarvan. Maar die hebben al wel een hele grote problematiek (professional, rondetafelgesprek). 2.2 Telling van residentieel dakloze jongeren In de meetperiode begin 2008 telden wij bij 17 opvangvoorzieningen in Utrecht in totaal 143 residentieel dakloze jongeren: 89 jongens en 54 meiden. Deze jongeren zijn gemiddeld 21 jaar oud. Dertig van hen (21%) werden geregistreerd bij woonvoorzieningen van de maatschappelijke opvang. 2.3 aantal zwerfjongeren in Utrecht Als we de cijfers van de schatting van de feitelijk dakloze jongeren en de telling van de residentieel dakloze jongeren bij elkaar optellen kunnen we stellen dat de groep zwerfjongeren in Utrecht in de laatste week van januari en de eerste week van februari 2008 geschat wordt op 236 jongens en meiden, met een ondergrens van 177 en een bovengrens van 300 jongeren 5. Dit betekent dat gemeente Utrecht vier zwerfjongeren per duizend jonge inwoners van 15 tot 25 jaar kent ( Dit aantal per duizend is hoger dan het aantal dat de Algemene Rekenkamer vond voor heel Nederland (2008) 6. Deze bevinding sluit aan bij eerder onderzoek dat aantoonde dat zwerfjongeren niet in gelijke mate verspreid zijn over het land, maar zich vooral in de Randstad concentreren (Korf e.a., 1999). Recent, begin 2008, bracht de Algemene Rekenkamer (weer) een rapport uit over de opvang van zwerfjongeren in centrumgemeenten (Algemene Rekenkamer, 2008). De door de Rekenkamer gerapporteerde schattingen van de populatie zwerfjongeren in de centrumgemeenten zijn gebaseerd op inschattingen door de gemeenten zelf. De gemeente Utrecht kwam in 2007 uit op een minimaal aantal zwerfjongeren van 120 en een maximum aantal van 200. De in onderhavig onderzoek gevonden schatting van 236 is hoger dan het op basis van sleutelfiguren bij de gemeente in 2007 ingeschatte maximum van 200 zwerfjongeren. 5 Naast feitelijk en residentieel dakloze jongeren registreerden de organisaties ook jongeren die gehuisvest zijn, maar nog niet geheel zelfstandig wonen. Zij krijgen een vorm van begeleiding door medewerkers van één van de geselecteerde voorzieningen. Het gaat om 18 meiden en 18 jongens. De meiden zijn gemiddeld 22 jaar, de jongens een jaar ouder. Aangezien (marginaal) gehuisveste jongeren buiten de scoop van dit onderzoek vallen, is niet getracht de totale omvang van deze groep te registreren. Het nu gevonden aantal van 36 geeft dus geen totaalbeeld van deze groep in Utrecht. 6 Gebaseerd op het gemiddeld aantal zwerfjongeren in 2007 (Algemene Rekenkamer, 2008) en het totaal aantaljongeren tussen de 15 en de 25 in Nederland op 1 januari 2007 ( 8

9 3 Profiel en bestaansvoorwaarden 3.1 Demografische kenmerken Geslacht & leeftijd De groep geïnterviewde zwerfjongeren (N = 77) bestaat uit 24 meiden (31%) en 53 jongens (69%). Zij zijn gemiddeld 21 jaar oud (range jaar) Gemeente van herkomst Meer dan de helft van de meiden en jongens (57%) woonde al in gemeente Utrecht, voordat zij hulp of opvang kregen van een Utrechtse voorziening Geboorteland & nationaliteit 71% van de jongeren is in Nederland geboren. 54% van de jongeren heeft 1 of 2 ouders die niet in Nederland geboren zijn. Dit betekent dat volgens de CBS definitie iets meer dan de helft van de jongeren allochtoon is. Als de jongeren wordt gevraagd naar hun nationaliteit zegt 77% de Nederlandse nationaliteit te hebben (bezit een Nederlands paspoort). 12% van de meiden en jongens heeft de Marokkaanse nationaliteit. Andere jongeren hebben de Surinaamse, Armeense, of Belgische nationaliteit, of een andere Afrikaanse nationaliteit. Van hen heeft één jongere geen verblijfsvergunning Burgerlijke staat en kinderen Geen van de jongeren is getrouwd (geweest). 10% van de jongeren heeft kinderen Opleiding Op de vraag wat de hoogst voltooide opleiding is, antwoordde 51% van de jongeren geen of lager onderwijs. 39% voltooide een vorm van middelbaar onderwijs, vooral MAVO of VMBO en 10% rondde hoger middelbaar onderwijs af Inkomsten & schulden De meeste jongeren hadden in het jaar voorafgaand aan het interview twee bronnen van inkomsten (1,9). Een uitkering was voor 55% van hen een bron van inkomen, al dan niet naast inkomen uit andere bronnen. 48% ontving in het jaar voorafgaand aan het interview inkomen uit werk met een arbeidsovereenkomst. 26% verdiende geld door arbeid zonder contract. En nog eens 26% van de jongeren voorzag zich van inkomen door illegale activiteiten, zoals diefstal. Een groot deel (77%) geeft aan dat zij schulden hebben. Het gemiddelde schuldbedrag is bijna 6000 euro, variërend van 150 tot euro Daginvulling 18% van de jongeren heeft, op het moment van het interview, werk met een contract, 9% volgt een opleiding, 5% verricht vrijwilligerswerk en één jongere (1%) verblijft dagelijks in een dagactiviteitencentrum. 12% van de jongeren geeft aan een andere dagbesteding te hebben, zoals dagbehandeling of het verzorgen van zijn/haar kind. De meerderheid van de jongeren (58%) heeft echter geen vaste daginvulling ten tijde van het interview. 9

10 3.2 Woonsituatie; heden en verleden Geschiedenis van dakloosheid De jongeren verlieten gemiddeld rond hun 16 e jaar de oorspronkelijke woonsituatie (range 4-23, mediaan 7 = 17). Dit komt overeen met de bevindingen van Korf e.a. (2004) naar zwerfjongeren in Flevoland. De belangrijkste redenen voor dit vertrek waren: Er was veel ruzie 44% Contact met (stief)vader was niet goed 30% Problemen met justitie/politie 30% Contact met (stief)moeder was niet goed 27% Lichamelijk, geestelijke en/of seksuele mishandeling 25% Redenen voor het vertrek uit de oorspronkelijke woonsituatie liggen dus geregeld in de relatie/omgang tussen ouders en jongeren. Jongeren geven echter ook aan dat het vertrek te maken heeft met problemen op school (21%) of bijvoorbeeld met hun eigen verslaving aan drugs (14%). Veel jongeren kwamen in eerste instantie in een opvang- of woonvoorziening voor jeugd, zoals een jongerencrisisopvang of een internaat. Na het vertrek uit de oorspronkelijke woonsituatie hebben de jongeren gemiddeld vijf opvangsituaties gekend, variërend van één tot dertien. Sinds hun vertrek uit de oorspronkelijke woonsituatie, heeft 64% tijdelijk bij familie, vrienden of kennissen overnacht. 34% van de jongeren is voor korte of langere tijd aangewezen geweest op slapen op straat of in de openbare ruimte en 17% deed ooit een beroep op de nachtopvang Actuele woon-/verblijfsituatie De meeste jongeren hebben in de maand voorafgaand aan het interview op meer dan één locatie geslapen. Zij vonden in die periode vooral tijdelijk onderdak bij familie en vrienden (49%) en/of verbleven in een woonvoorziening voor jongeren (49%). Een kleinere groep (14%) was (een deel) van de maand voorafgaand aan het interview gehuisvest. 10% was gedurende minstens één nacht aangewezen op slapen in de nachtopvang (zoals Centrum Vaartserijn, het Catharijnehuis of de Sleepinn). Vijf jongeren (6%) brachten één of meer nachten door op straat. Zij merkten gedurende de interviews overigens op dat zij niet feitelijk op straat slapen: Nee, ik slaap niet op straat. Ik loop er gewoon de hele nacht rond. (vrouw, 20) De jongeren krijgen gemiddeld al ruim een jaar (13,2 maanden) opvang of begeleiding van de voorziening waar we hen interviewden. 7 De mediaan is het middelste getal in een verdeling. 10

11 4 Lichamelijke & psychische gezondheid en middelengebruik 4.1 Lichamelijke gezondheid De jongeren vinden hun lichamelijke gezondheid over het algemeen redelijk. Gemiddeld rapporteren zij twee lichamelijke klachten. Het gaat dan vooral om klachten van het zenuwstelsel en zintuigen (bijvoorbeeld hoofdpijn) (45%), klachten van spieren/skelet/bindweefsel (waaronder rugpijn) (39%) en klachten van maag en darmstelsel (bijvoorbeeld buikpijn) (29%). 42% van de jongeren heeft in de afgelopen 30 dagen problemen met het gebit gehad. Van de gehele groep jongeren heeft 32% in de afgelopen 2 jaar geen hulp van de tandarts gekregen. Wat betreft verzekeringen, zegt 12% van de jongeren niet verzekerd te zijn voor ziekte- en/of tandartskosten. Tenslotte, vonden we dat in de 30 dagen voorafgaand aan het interview vier op de tien jongeren pijnstillers slikte, zoals paracetamol. 4.2 Psychische gezondheid De jongeren ervaren hun psychische gezondheid over het algemeen als niet slecht, niet goed. 65% van de jongeren had in de week voorafgaand aan het interview depressieve symptomen die wijzen op de aanwezigheid van depressie (zie bijlage 4). Als aan jongeren vragen worden gesteld over de dood en zelfmoord, blijkt dat 35% van de jongeren de afgelopen twee weken veel over de dood heeft nagedacht. 22% had het gevoel dood te willen zijn en 20% heeft in deze periode aan zelfmoord gedacht. In het afgelopen half jaar zeggen zes jongeren (8%) een zelfmoordpoging te hebben gedaan. Gedurende hun leven heeft bijna een kwart van de groep jongeren een zelfmoordpoging ondernomen. Op een 10-puntsschaal (0 = niet waar tot 10 = zeker waar) scoren de jongeren door middel van zelfrapportage: een 4,7 voor hyperactiviteit/aandachtstekortproblemen (bijvoorbeeld rusteloos, overactief, gemakkelijk afgeleid) een 4,0 voor emotionele problemen (bijvoorbeeld vaak ongelukkig, voor heel veel bang) een 3,1 voor gedragsproblemen (bijvoorbeeld vecht vaak, liegt vaak en pikt dingen) Op deze schalen geven medewerkers (N = 30) de jongeren significant hogere scores (respectievelijk 5,7; 5,1; 3,7) dan de jongeren zelf (n = 30, respectievelijk 4,3; 3,5; 2,7). Er is een verband tussen door de jongeren gerapporteerde gedragsproblemen en al dan niet gearresteerd zijn het afgelopen jaar: jongeren die gearresteerd zijn rapporteren meer gedragsproblemen (3,8) dan jongeren die niet gearresteerd zijn (2,2). Van de jongeren gebruikte 17% slaapmiddelen in de 30 dagen voorafgaand aan het interview. 13% slikte kalmeringsmiddelen en 10% gebruikte antipsychotica. Een klein deel (6%) gaf aan antidepressiva te gebruiken. 4.3 Middelengebruik 70% van de jongeren drinkt nooit tot hooguit 4 keer per maand alcohol. Van de jongeren die in de afgelopen zes maanden alcohol hebben gedronken, zegt 10% (6 jongeren) dat het zeker waar is dat ze problemen hebben ondervonden door hun alcoholgebruik; 16% (9 jongeren) geeft aan dat het zeker waar is dat hun omgeving zorgen heeft geuit over hun alcoholgebruik. 53% van de jongeren gebruikt (bijna) dagelijks cannabis. Een klein deel (8%) gebruikt amfetamines (bijna) dagelijks. 7% van de jongeren gebruikt andere drugs (bijna) dagelijks, zoals cocaïne. 39% van de jongeren zegt het afgelopen half jaar geen drugs te hebben gebruikt. Als de jongeren, die de afgelopen zes maanden drugs gebruikten, wordt gevraagd of ze problemen hebben gehad door hun drugsgebruik zegt 18% dat dit een beetje waar is en 36% dat dit zeker waar is. Het percentage jongeren dat (bijna) dagelijks cannabis gebruikt ligt in dit onderzoek hoger dan in eerder onderzoek. Jansen e.a. (2007) vond dat 30% van de zwerfjongeren in Zeeland (bijna) dagelijks cannabis gebruikten en Korf e.a. (2004) vonden een percentage van 35% bij zwerfjongeren in Flevoland. 11

12 4.4 Comorbiditeit Wanneer lichamelijke problemen, depressie en drugsgebruik gecombineerd voorkomen, spreken we van comorbiditeit. 41% van de jongeren heeft twee van deze problemen, het gaat dan overwegend om de combinatie lichamelijke klachten en depressie. 30% van de jongeren heeft problemen op alle drie de gebieden. 4.5 Perspectief van professionals Als de professionals tijdens het rondetafelgesprek wordt gevraagd naar de psychische problematiek van jongeren dan gaat het volgens hen om een flinke groep die problemen heeft. Ook in een telefonisch interview geeft een professional aan dat het aantal zwerfjongeren met psychiatrische problemen groot is, mogelijk 70%. Daarnaast heerst bij de professionals van het rondetafelgesprek de indruk dat er veel zwakbegaafde zwerfjongeren zijn. Tijdens een telefonisch interview schatte een professional dit aantal op 10-20%. Tenslotte, wordt het blowen van de jongeren als een probleem gezien. Professionals zeggen tijdens het rondetafelgesprek: Als onder psychiatrie ook druggebruik wordt verstaan, dan heeft 100% een psychiatrisch probleem. Ze blowen allemaal (professionals, rondetafelgesprek) 12

13 5 Sociale relaties 5.1 Contact met familie & vrienden De zwerfjongeren hebben gemiddeld meer contact met hun vrienden dan met hun familie. Iets meer dan de helft (58%) van de jongeren praatte het afgelopen jaar minstens één keer per week met een familielid aan de telefoon, terwijl 76% van de jongeren minstens één keer per week telefonisch contact had met een vriend of kennis. Wat betreft ontmoetingen in het afgelopen jaar, blijkt dat 69% van de jongeren minstens één keer per maand een familielid ontmoette, terwijl 86% minimaal één keer per maand een vriend of kennis bezocht. Over het algemeen hebben de jongeren dus zowel met familie als vrienden/kennissen geregeld contact. Echter, 19% van de jongeren ontmoette het afgelopen jaar geen familielid. 5.2 Ervaren steun van familie & vrienden De geïnterviewde jongeren ervaren meer steun van vrienden dan van familie. Op een schaal van 1 (nooit) tot 5 (altijd) scoren de jongeren gemiddeld respectievelijk 3,5 en 3,1. Vrienden staan bijvoorbeeld, vaker dan familie, klaar om een leuke tijd mee te hebben (respectievelijk 3,8 en 3,0). Daarnaast staan vrienden ook vaker klaar voor de jongere als hij of zij over zichzelf of zijn/haar problemen praat (3,9 en familie 3,3). Score 3 staat hierbij voor soms en 4 voor vaak. 5.3 Algemene waardering contacten De jongeren vinden de manier waarop zij en hun families met elkaar omgaan niet goed, niet slecht. Hierbij werd volgens de interviewers herhaaldelijk aangetekend dat het antwoord enkele familieleden betrof; het contact met één van de ouders is volgens de jongeren vaak ronduit slecht. Sociale contacten worden door de jongeren doorgaans als redelijk gewaardeerd. 13

14 6 Veiligheid 6.1 Veiligheid De jongeren ervaren hun eigen veiligheid over het algemeen als redelijk. Echter, in het jaar voorafgaand aan het interview was 29% slachtoffer van enig misdrijf. Bij 12% van de jongeren gaat het om een gewelddadig misdrijf, zoals verkrachting of een overval. Dit komt exact overeen met de groep Nederlandse jongeren tussen de 15 en de 24 jaar die in 2004 slachtoffer van een geweldsdelict waren ( Een grotere groep (21%) was het slachtoffer van een niet-gewelddadig misdrijf, zoals diefstal. 6.2 Contacten met politie 56% van de geïnterviewde jongeren is in het jaar voorafgaand aan het interview opgepakt of gearresteerd in verband met een (mogelijke) overtreding. Jongeren die in het afgelopen jaar waren gearresteerd of opgepakt, rapporteren dat dit gemiddeld vier keer gebeurde (variërend van 1 tot 70 maal, SD = 10,4). 14

15 7 Kwaliteit van leven 7.1 Objectieve kwaliteit van leven Aspecten van de zogenoemde objectieve kwaliteit van leven zijn eerder in dit rapport aan de orde geweest. Samenvattend: Jongeren ontmoetten regelmatig een familielid, vriend of kennis. 42% van de jongeren heeft ten tijde van het interview een vaste daginvulling en 18% van de geïnterviewde jongeren heeft op het moment van het interview werk. 56% van de jongeren is in het laatste jaar gearresteerd, terwijl 29% zelf slachtoffer was van een misdrijf. 7.2 Subjectieve kwaliteit van leven Met een 7-puntsschaal (lopend van 1 = vreselijk tot 7 = prima) meten we de door de jongeren ervaren, dus subjectieve kwaliteit van leven. Jongeren ervaren hun algemene kwaliteit van leven gemiddeld als niet slecht, niet goed. Ze zijn het meest tevreden over hun veiligheid (5.3) en hun sociale relaties (5.1) (5 = redelijk tevreden ). Voor de woonsituatie, daginvulling, psychische en lichamelijke gezondheid en relatie met familie geven de jongeren gemiddelde scores die uiteenlopen van 4.2 tot 4.8, (4 betekent niet slecht, niet goed ). Het minst tevreden zijn de jongeren over hun financiële situatie, deze noemen ze matig. Tabel 7.1 Subjectieve kwaliteit van leven indicatoren (N = 77) Gem. Algemene levenskwaliteit Woonsituatie Financiën Daginvulling Lichamelijke gezondheid Psychische gezondheid Familie Sociale relaties Veiligheid (SD) Meer dan de helft van de jongeren (56%) ervaart een lage algemene kwaliteit van leven 9. In het oog springt de ontevredenheid van 74% van de jongeren over hun financiële situatie. Op vier gebieden ervaart ongeveer de helft van de groep een lage kwaliteit van leven; huisvesting (49%) en psychische gezondheid (48%), dagbesteding (47%) en contact met familie (46%). Op het gebied van lichamelijke gezondheid, sociale contacten en veiligheid ervaart minder dan een derde van de jongeren een lage levenskwaliteit. 8 Nota bene, dit is met behulp van twee vragen naar algemene kwaliteit van leven gemeten. 9 Er wordt gesproken van een lage kwaliteit van leven bij een score van 4 of lager. 15

16 8 Zorgbehoeften en ontvangen zorg De zorgbehoeften van de jongeren en de door hen ontvangen zorg is op de volgende 18 leefgebieden geïnventariseerd: 1. Huisvesting 2. Financiën 3. Het vinden van werk 4. Dagbesteding 5. Basisvaardigheden 6. Huishoudelijke taken 7. Vervoer 8. Relatie met familie 9. Sociale relaties 10. Bescherming van de eigen veiligheid 11. Bescherming van anderen tegen eigen dreigend of lastig gedrag 12. Lichamelijke gezondheid 13. Geestelijke gezondheid 14. Alcohol 15. Drugs 16. Verzorging 17. Het gebit 18. Voeding De eerste zeven levensgebieden zijn bestaansvoorwaarden. Gebied acht en negen betreffen relaties. De gebieden tien en elf vallen onder veiligheid. Gezondheid hebben we onderzocht via de gebieden twaalf tot en met vijftien. De laatste drie gebieden betreffen zelfverzorging. 8.1 Gewenste hulp Perspectief jongeren De leefgebieden waar de meeste jongeren vooral hulp bij willen zijn: Huisvesting (86%) Financiën (80%) Gebitsproblemen (61%) Psychische gezondheid (45%) Vinden van (betaald) werk (42%) De jongeren prioriteren hun hulpbehoeften kortom bij bestaansvoorwaarden en gezondheid Perspectief professionals Tijdens het rondetafelgesprek is door de afgevaardigde professionals een top vijf van hulpvragen samengesteld voor de zwerfjongeren. In volgorde van belangrijkheid noemden zij behoefte aan hulp bij: Financiën Vinden en behouden van huisvesting Omgang met anderen, leggen en onderhouden contacten Zinvolle dagbesteding (Gecontroleerd) middelengebruik 16

17 De inschatting van de professionals komt op twee punten overeen met de geformuleerde hulpbehoeften van de jongeren. Professionals achten het belang van hulp bij het vinden of behouden van een vorm van dagbesteding en bij (gecontroleerd) middelengebruik groter dan de jongeren. Gezien de grootte van de groep jongeren die geen dagbesteding heeft ten tijde van het interview (58%) en de hoeveelheid jongeren die (bijna) dagelijks middelen gebruikt (56%) lijkt deze inschatting juist. 8.2 Gekregen hulp De jongeren zeggen vooral hulp te krijgen bij hun: Financiën (78%) Huisvesting (60%) Gebitsproblemen (39%) Psychische gezondheid (35%) Dit zijn ook de leefgebieden waarop de jongeren de meeste hulpbehoeften formuleren. 8.3 Zorgconfiguraties Door gegevens rondom gewenste en gekregen hulp te combineren, kunnen zorgconfiguraties worden samengesteld. Deze zijn weergegeven in figuur 8.1. Wanneer jongeren hulp wensten en deze ook ontvingen is er sprake van een match in hulpvraag en aanbod. Jongeren hebben te maken met ongevraagde bemoeienis als zij geen hulp wensten maar dit toch kregen. Jongeren die geen hulp kregen maar dit wel wensten hebben een onvervulde hulpbehoefte. Tenslotte kunnen jongeren geen hulp wensen en dit ook niet krijgen. Het is mogelijk dat jongeren op bepaalde gebieden heel eensgezind zijn; ze willen bijvoorbeeld geen hulp en krijgen dit ook niet. Het kan echter ook zo zijn dat een flink aantal jongeren met betrekking tot een leefgebied hulp zegt te wensen en te ontvangen terwijl een andere groep met betrekking tot hetzelfde gebied een onvervulde hulpbehoefte heeft Hulp gewenst én ontvangen Jongeren ontvingen op gemiddeld drie leefgebieden hulp als zij dit wensten. Deze positieve match is, zoals hiervoor al beschreven, waar te nemen op de gebieden van financiën (66%), huisvesting (55%), en in mindere mate geldt dit voor psychische gezondheid (32%) en gebitsproblemen (29%) Ongevraagde bemoeienis 40% van de jongeren heeft naar eigen zeggen met ongevraagde bemoeienis van hulpverleners te maken. Het gaat dan over het algemeen om ongevraagde bemoeienis op één leefgebied. Het betreft vooral de leefgebieden financiën (11%), het vinden van werk (7%), dagbesteding (7%), het huishouden (7%), familierelaties (7%) of bij verzorging van het gebit (10%) Onvervulde hulpbehoeften De meerderheid van de Utrechtse jongeren (74%) rapporteert op één of meer leefgebieden onvervulde hulpbehoeften (gemiddeld 2 leefgebieden). Jongeren wensen, maar krijgen geen hulp bij huisvesting (30%), de lichamelijke gezondheid (20%), gebitsproblemen (33%), voeding (18%) en bij het vinden van werk (22%) en een vorm van dagbesteding (17%). 17

18 Figuur 8.1 Zorgconfiguraties Voeding Gebit Zelfverzorging Drugsgebruik Alcoholgebruik Psychische gezondheid Lichamelijke gezondheid Bescherming anderen Bescherming eigen veiligheid Sociale relaties Familierelaties Vervoer Huishouden Basisvaardigheden Dagbesteding Werk Financiën Huisvesting 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% hulp gewenst en wel gekregen hulp gewenst en niet gekregen hulp niet gewenst en wel gekregen hulp niet gewenst en niet gekregen 18

19 8.3.4 Geen hulp gewenst én niet ontvangen Jongeren willen op gemiddeld 12 van de 18 leefgebieden geen hulp en krijgen dit ook niet. Dit gegeven lijkt eerder te wijzen op een niet verwoorde hulpvraag door jongeren dan op een goede match tussen vraag en aanbod. Jongeren verwoorden of ervaren geen hulpbehoefte bij bijvoorbeeld sociale contacten terwijl volgens de professionals op dit punt juist ondersteuning nodig is (paragraaf 8.1.2). Ook voor hulp bij (problematisch) middelengebruik geldt dat jongeren geen hulp wensen en dit ook niet krijgen. Toch is gedurende het rondetafelgesprek de noodzaak van hulp bij middelengebruik onderstreept. Ook is de geformuleerde behoefte aan hulp bij familierelaties laag, terwijl jongeren daar niet altijd even tevreden over zijn. En terwijl een aanzienlijk deel van de jongeren (29%) in het jaar voorafgaand het interview slachtoffer van een misdrijf was, zegt slechts 10% van de jongeren behoefte te hebben aan hulp bij de bescherming van de eigen veiligheid. 8.4 Juistheid van de hulp Aan de jongeren die hulp hebben ontvangen, is gevraagd of dit de juiste hulp was. We rapporteren hier alleen over juistheid van de hulp op een leefgebied indien tenminste tien jongeren hulp hebben ontvangen op dat leefgebied. Uit grafiek 8.2 blijkt dat de meeste jongeren vinden dat de hulp die zij hebben gekregen juist is. Huisvesting (N=44) Houshouding (N=13) Financien (N=57) Dagbesteding (N=22) Vinden van werk (N=18) Lichamelijk (N=15) Juist Niet juist Psychisch (N=27) Gebit (N=25) Percentage (%) 8.5 Veranderingen in de situatie sinds aanvang hulp Het grootste deel van de jongeren vindt hun situatie sinds zij in de opvang verblijven of hulp krijgen, op vrijwel alle fronten (huishouding en zelfverzorging, veiligheid, contacten met familie, sociale contacten, lichamelijke en emotionele & psychische situatie) hetzelfde gebleven. Drie leefgebieden springen eruit, omdat een groot deel van de jongeren die vindt verbeterd, maar er toch ook een substantieel deel is die hierop een verslechtering waarneemt: Huisvesting: verbetering 58% en verslechtering 16%; Dagbesteding: verbetering 42% en verslechtering 16%; Financiën: verbetering 40% en verslechtering 19%. 19

20 8.6 Zorggebruik ooit in het leven Bijna de helft van de jongeren (47%) maakte ooit gebruik van de ambulante geestelijke gezondheidszorg. 19% van de jongeren werd ooit opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Met het algemeen maatschappelijk werk heeft een meerderheid (64%) van de jongeren ooit contact gehad. Van de verslavingszorg heeft maar een kleine groep gebruik gemaakt; 9% van de jongeren kwam ooit in contact met de ambulante verslavingszorg en 8% van de jongeren is ooit in het leven opgenomen in een intramurale voorziening binnen de verslavingszorg. Van algemene medische zorg, zoals een algemeen ziekenhuis (83%) en huisarts (96%), maakten de meeste jongeren ooit gebruik. Meer dan de helft van de jongeren kwam ooit in contact met de jeugdhulpverlening (62%), en een niet onaanzienlijk deel heeft te maken gehad met de Raad voor de Kinderbescherming (39%). 21% van de jongeren kwam ooit bij een kredietbank (of een vergelijkbare voorziening). Rechtshulp is een hulpvorm waar 37% van de jongeren ooit gebruik van maakte. 8.7 Actueel zorggebruik De zorgcontacten van de jongeren zijn ook geïnventariseerd over de zes maanden die aan het interview voorafgingen. 18% van de jongeren is in het afgelopen half jaar in contact geweest met jeugdhulpverlening. Vier jongeren (5%) hadden te maken met de Kinderbescherming. Het is logisch dat de laatste groep klein is, aangezien de meeste jongeren ouder zijn dan 18 jaar. 33% van de jongeren maakte gebruik van de ambulante geestelijke gezondheidszorg. Wij vermoeden dat dit vooral gaat om contact met het mobiel diagnostisch team van het UMC Utrecht. Dit team diagnosticeert zwerfjongeren en biedt vaak ook behandeling. 51% van de jongeren had het afgelopen half jaar contact met het algemeen maatschappelijk werk. Bijna de helft (47%) van de jongeren is in het afgelopen half jaar bij de huisarts geweest. 34% van de jongeren bezocht in deze periode het ziekenhuis. Andere regelmatig door jongeren genoemde contacten met zorg zijn (begeleid) zelfstandig wonen/ambulante woonbegeleiding (28%) en rechtshulp (23%). 8.8 De keten nader beschouwd Op verschillende momenten in de onderzoeksperiode stonden wij met professionals stil bij de samenwerking in de Utrechtse keten. In de vooronderzoeken vroegen wij managers in een telefonisch gesprek naar de verwijsrelaties tussen organisaties en naar hun visie op het bestaande aanbod voor (zwerf-) jongeren. Tijdens het rondetafelgesprek werden met behulp van een eenvoudig instrument de samenwerkingsrelaties in kaart gebracht. We hebben hierbij getracht zicht te krijgen op de relaties in het gehele Utrechtse veld, waaronder bijvoorbeeld relaties met woningbouwcorporaties, onderwijsvoorzieningen, de geestelijke gezondheidszorg, politie & justitie, schuldhulpverlening en gezondheidszorg. Hierna beschrijven we de relaties waarover eensgezindheid bestond onder de professionals Bestaande relaties Uit het rondetafelgesprek komt het beeld naar voren dat de organisaties die participeerden in het onderhavige onderzoek sterke onderlinge samenwerkingsrelaties kennen. De relaties met andere organisaties worden over het algemeen als goed gekenmerkt 10. Een sterke en gewaardeerde relatie is die met het mobiel diagnostisch team van het UMC Utrecht. 10 Dit is een ervaringsgegeven en als zodanig belangrijk. Hierbij moet aangetekend worden dat niet is onderzocht hoe er feitelijk wordt samengewerkt. Daarnaast was de groep geraadpleegde professionals klein. 20

21 8.8.2 Visie op bestaand aanbod in Utrecht Over het algemeen zijn professionals tevreden over de aard, capaciteit en het functioneren van de bestaande Utrechtse voorzieningen voor opvang en hulp aan jongeren. Over één element zijn zij beduidend minder te spreken en dat is de uitstroom van jongeren uit de crisisopvang, die volgens hen stagneert 11. De verblijfsduur in de crisisopvang kan oplopen tot een jaar en dit leidt er soms toe dat jongeren aangewezen zijn op een andere oplossing, bijvoorbeeld een crisisplaats buiten Utrecht. Professionals achten het onwenselijk dat jongeren in de laagdrempelige opvang van de maatschappelijke opvang verblijven. Jongeren worden bij voorkeur direct verwezen naar passende voorzieningen binnen het jeugdcircuit. Deelnemers aan het rondetafelgesprek benadrukten het belang van snelle schuldhulpverlening. Zij stellen unaniem vast dat samenwerking met Stadsgeldbeheer en de Kredietbank weliswaar onderdeel is van het dagelijks werk, maar dat jongeren moeten rekenen op wachttijden hier. Volgens de professionals werkt een wachttijd averechts in de begeleiding van de jongeren: Soms duurt het wel twee of drie jaar voordat ze écht aan de schuld beginnen, terwijl zo n jongere denkt ik ben na drie jaar klaar. Maar dan begint het pas. (Professional, rondetafelgesprek) Het belang van samenwerken met een organisatie als MEE, om cognitief beperkte jongeren te begeleiden, wordt door alle deelnemers aan het rondetafelgesprek herkend. Tijdens het rondetafelgesprek kwam de volgende top 5 tot stand naar aanleiding van de vraag: Welk aanbod is volgens u nodig voor de jongeren waar u mee te maken heeft : 1. Straathoekwerk & ambulante hulp 2. Hulp bij financiën 3. Gespecialiseerde hulp bij psychische en verslavingsproblemen 4. Woonbegeleiding 5. Hulp bij dagbesteding 11 Dit werd aangegeven tijdens het rondetafelgesprek en tijdens een telefonisch interview. 21

22 9 Woon- en toekomstwensen 9.1 Woonwensen Het overgrote deel (88%) van de jongeren zou, voor een wat langere tijd, het liefst in een eigen woning of appartement wonen. De andere jongeren geven de voorkeur aan wonen op een eigen kamer in een voorziening (4%), in een appartement in een voorziening (5%), in een villa (1%) of in een woonwagen (1%). Geen van de jongere wil voor een wat langere tijd op kamers wonen. 53% van de jongeren denkt dat het nog meer dan een jaar zal duren voor ze op de door hen gewenste manier kunnen wonen. De meerderheid van de jongeren woont liever niet alleen (57%), maar met een partner 12 (30%), met partner én kinderen (11%), met kinderen (3%) of met andere mensen (14%). De helft van de jongeren vindt het belangrijk dat ze in de buurt van familie of bekenden wonen. Zaken die de jongeren bij het wonen het belangrijkste vinden zijn 13 : Gelegenheid voor persoonlijke verzorging (4.8) Een eigen sleutel van de woonruimte (4.8) Veiligheid in de woonruimte (4.7) Een eigen keuken (4.5) Rust (4.5) Het minst belangrijk bij het wonen is volgens de jongeren 10 : Mogelijkheid om drugs te kunnen gebruiken (1.7) Mogelijkheid om alcohol te kunnen gebruiken (1.7) Mogelijkheid tot deelname aan activiteiten met anderen (2.5) Gezamenlijke huiskamer (2.5) 9.2 Begeleidingswensen 34% van de jongeren wil helemaal geen begeleiding bij het wonen. Van de jongeren die begeleiding wenselijk vinden, wil 47% dit op afroep (als de jongere er zelf om vraagt), ongeveer net zoveel jongeren (53%) geeft de voorkeur aan begeleiding op afspraak. De meerderheid (71%) wil de begeleiding één of meerdere keren per week. 41% van de jongeren denkt nog langer dan één jaar begeleiding nodig te hebben, 37% denkt dit korter dan een jaar nodig te hebben en 22% weet het niet. Om inzicht te krijgen in wat jongeren belangrijk vinden aan hun begeleiding, maakten zij op ons verzoek de volgende zin af Belangrijk aan mijn begeleiding is dat: De meest genoemde antwoorden zijn de volgende: Er goed wordt geluisterd Ik serieus genomen word Er veiligheid en vertrouwen is (bijvoorbeeld eerlijkheid en het nakomen van beloften) Hulpverleners beschikbaar zijn, voor mij klaarstaan Ik hulp krijg bij bestaansvoorwaarden (huisvesting en financiën) 12 Niet alle jongeren die in de toekomst met een partner en/of kinderen willen wonen, hebben op dit moment daadwerkelijk een partner en/of kinderen. Zij formuleren hier ook op het gebied van relatievorming een wens. 13 Dit is gemeten met een 5-puntsschaal, waarbij 1= helemaal niet belangrijk tot 5 = erg belangrijk. 22

23 9.2.1 Perspectief medewerkers 57% van de medewerkers (N = 30) zegt dat de jongere over wie zij een enquête hebben ingevuld het beste zou kunnen wonen in een voorziening, met een eigen kamer. 27% is van mening dat de best passende woonruimte een eigen woning of appartement is. Een appartement in een voorziening wordt door 10% van de medewerkers genoemd als best passende woonruimte. In 36% van de gevallen kwam de door de jongeren gewenste woonruimte en door de medewerker als beste geachte woonruimte overeen % van de jongeren woont al op de manier die de medewerker voor de jongere het meest passend acht. Een evenzo groot gedeelte van de medewerkers denkt dat dit binnen een jaar het geval zal zijn. Andere medewerkers verwachten dat dit nog één tot twee jaar zal duren (13%) of vinden dit moeilijk te bepalen (7%). Van de medewerkers die het wonen in een voorziening het meest passend vinden, zegt 95% dat de jongere hierbij toezicht nodig heeft. 31% van de medewerkers is van mening dat er 24 uur per dag toezicht moet zijn. Wat betreft de begeleiding van de jongeren geeft 83% van de medewerkers aan dat er begeleiding op afspraak dient te zijn (versus 50% van de jongeren over wie een medewerker een enquête heeft ingevuld). Bijna allemaal (94%) zeggen ze dat de jongere één keer per week of vaker begeleiding nodig heeft (versus 71% van de jongeren die begeleiding wenst). Deze begeleiding zal volgens bijna 63% van de medewerkers langer dan een jaar nodig zijn (versus 41% van de jongeren die begeleiding wenst). Geen enkele medewerker is van mening dat de jongere zonder begeleiding kan (versus 23% van de jongeren). Medewerkers lijken begeleiding dus vaker en voor een langere periode noodzakelijk te vinden dan de jongeren zelf. 9.3 Toekomstwensen Op de vraag Belangrijk voor mijn toekomst is dat: antwoordden de meeste jongeren als volgt: Ik mijn schulden aflos / een stabiele financiële situatie heb; Ik een partner heb en/of een gezin kan opbouwen; Ik werk heb Ik (zelfstandige) woonruimte heb; Ik een opleiding kan volgen/afronden. 14 Bij deze berekening zijn de categorieën eigen woning en eigen appartement samengenomen. 23

24 10 Feitelijk versus residentieel dakloze jongeren 10.1 Definitie Onderzoek naar feitelijk en residentieel dakloze jongeren kan meer inzicht geven in de specifieke kenmerken van de groepen. Waarin verschillen zij van elkaar en waarin juist niet? Om deze reden hebben we de 77 jongeren waarover we in dit rapport uitspraken doen, opgedeeld in feitelijk en residentieel dakloze jongeren aan de hand van de volgende voorwaarden: Feitelijk dakloze jongeren (30 jongeren): Jongeren die gedurende de afgelopen 30 dagen minimaal één nacht op straat doorbrachten, minimaal één nacht in de nachtopvang verbleven of meer dan acht nachten bij familie, vrienden of kennissen sliepen (waarbij dit verblijf als tijdelijk is aangemerkt). Residentieel dakloze jongeren (37 jongeren): Jongeren die in een woonvoorziening verbleven én gedurende de afgelopen 30 dagen niet op straat sliepen, niet in de nachtopvang verbleven en acht nachten of minder bij familie en vrienden doorbrachten Resultaten De resultaten laten zien dat deze twee groepen op een klein aantal punten significant van elkaar verschilt 15. Er is bijvoorbeeld geen verschil in het hebben van vaste dagbesteding, het hebben van schulden, het hebben van een depressie en het al dan niet gebruiken van drugs. De residentieel dakloze jongeren zijn wel vaker van het mannelijk geslacht dan in de groep feitelijk dakloze jongeren (overigens zijn jongens in beide groepen ruim in de meerderheid). Feitelijk en residentieel dakloze jongeren verschillen niet significant van elkaar in de door hen ervaren algemene kwaliteit van leven, of in de ervaren kwaliteit van huishouding en zelfverzorging, huisvesting 16, financiën, psychische gezondheid, lichamelijke gezondheid, sociale contacten en veiligheid. Feitelijk dakloze jongeren geven de relatie met hun familie wel een lager cijfer dan de residentieel dakloze jongeren (respectievelijk 3,6 en 4,7). Feitelijk dakloze jongeren hebben in de dertig dagen voorafgaand aan het interview meer lichamelijke klachten dan residentieel dakloze jongeren (2,6 versus 1,8 klachten). Een groter deel van deze groep jongeren gebruikte ook pijnstillers. Opvallend is dan, dat er meer residentieel dakloze jongeren dan feitelijk dakloze jongeren in de zes maanden voorafgaand aan het interview naar de huisarts gingen. Wat betreft psychische gezondheid, rapporteren feitelijk dakloze jongeren meer hyperactiviteit/aandachtstekortproblemen dan residentieel dakloze jongere (5,1 versus 3,9 op een 10- puntsschaal). Meer residentieel dakloze jongeren krijgen hulp bij het vinden van werk en bij financiën. Sinds de jongeren begeleiding krijgen/ in de opvang wonen, vinden meer feitelijk dan residentieel dakloze jongeren hun emotionele en psychische gezondheid verslechterd, terwijl residentieel dakloze jongeren hun emotionele en psychische gezondheid situatie vaker verbeterd vinden. Tenslotte vinden meer feitelijk dan residentieel dakloze jongeren hun woonsituatie en financiële situatie hetzelfde gebleven. De residentieel dakloze jongeren geven vaker aan dat hun woonsituatie en financiële situatie is verbeterd. 15 Hierbij is α =.10 gehanteerd. 16 p =.13. Door de relatief kleine grootte van de twee groepen is een groter verschil in gemiddeldes nodig voordat er sprake is van een significant verschil. 24

ONDERZOEK NAAR DAKLOZE JONGEREN IN DE CENTRUMREGIO ZWOLLE

ONDERZOEK NAAR DAKLOZE JONGEREN IN DE CENTRUMREGIO ZWOLLE ONDERZOEK NAAR DAKLOZE JONGEREN IN DE CENTRUMREGIO ZWOLLE Judith Wolf, Astrid Altena, Milou Christians, Mariëlle Beijersbergen Maart 2010 COLOFON Colofon Project Onderzoek naar dakloze jongeren in de centrumregio

Nadere informatie

Profiel van daklozen in de vier grote. steden. Omz, UMC St Radboud Nijmegen. IVO, Rotterdam. Jorien van der Laan Sandra Boersma Judith Wolf

Profiel van daklozen in de vier grote. steden. Omz, UMC St Radboud Nijmegen. IVO, Rotterdam. Jorien van der Laan Sandra Boersma Judith Wolf Profiel van daklozen in de vier grote Omz, UMC St Radboud Nijmegen steden Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) IVO, Rotterdam Jorien van der

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DAKLOZE JONGEREN IN DE CENTRUMREGIO ZWOLLE

ONDERZOEK NAAR DAKLOZE JONGEREN IN DE CENTRUMREGIO ZWOLLE ONDERZOEK NAAR DAKLOZE JONGEREN IN DE CENTRUMREGIO ZWOLLE Judith Wolf, Astrid Altena, Milou Christians, Mariëlle Beijersbergen Maart 2010 COLOFON Colofon Project Onderzoek naar dakloze jongeren in de centrumregio

Nadere informatie

Bewoners van voorzieningen voor lang verblijf in Utrecht Onderzoek naar functioneren en woonwensen

Bewoners van voorzieningen voor lang verblijf in Utrecht Onderzoek naar functioneren en woonwensen Hoofdstuk uit: Bewoners van voorzieningen voor lang verblijf in Utrecht Onderzoek naar functioneren en woonwensen Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg UMC St Radboud Nijmegen Februari 2010 Astrid Altena

Nadere informatie

Onderzoek naar meiden en moeders in de residentiële opvang

Onderzoek naar meiden en moeders in de residentiële opvang Onderzoek naar meiden en in de residentiële opvang Houvast: De ontwikkeling van een bij dakloze jongeren passende interventie Astrid Altena Irene Jonker Judith Wolf Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg

Nadere informatie

Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg gedreven door kennis, bewogen door mensen UMC St Radboud Nijmegen

Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg gedreven door kennis, bewogen door mensen UMC St Radboud Nijmegen Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg gedreven door kennis, bewogen door mensen T 024 361 43 65 E werkplaatsoxo@elg.umcn.nl I www.werkplaatsoxo.nl ISBN 978-94-90626-10-5 Stabiel worden, stabiel zijn,

Nadere informatie

Profiel van sociaal kwetsbare mensen in Leiden, Katwijk en Alphen aan de Rijn

Profiel van sociaal kwetsbare mensen in Leiden, Katwijk en Alphen aan de Rijn Profiel van sociaal kwetsbare mensen in Leiden, en Alphen aan de Rijn Beschrijving van gezondheid, welzijn, sociale steun, kwaliteit van leven en woonwensen. Connie Mensink Judith Vocks Judith Wolf Onderzoekscentrum

Nadere informatie

Dakloos in Zwolle Onderzoek naar omvang en profiel van de daklozenpopulatie

Dakloos in Zwolle Onderzoek naar omvang en profiel van de daklozenpopulatie Dakloos in Zwolle Onderzoek naar omvang en profiel van de daklozenpopulatie Judith Vocks Vivian Meertens Judith Wolf Colofon Onderzoek: Opdrachtgever: Financier: Projectleiding: Projectuitvoering: Adviseur:

Nadere informatie

Daklozenprofielen in Amsterdam en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Resultaten uit de tweede meting van Coda-G4

Daklozenprofielen in Amsterdam en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Resultaten uit de tweede meting van Coda-G4 Daklozenprofielen in Amsterdam en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Sara Al Shamma Jorien van der Laan Barbara van Straaten Sandra Boersma Carola Schrijvers Dike van de Mheen

Nadere informatie

Dakloze mensen in Den Haag: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Den Haag

Dakloze mensen in Den Haag: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Den Haag Dakloze mensen in Den Haag: veranderingen in 2,5 jaar Sara Al Shamma Barbara van Straaten Sandra Boersma Gerda Rodenburg Jorien van der Laan Dike van de Mheen Judith Wolf September 2015 Colofon Dakloze

Nadere informatie

Dakloze mensen in de vier grote steden: veranderingen in 2,5 jaar

Dakloze mensen in de vier grote steden: veranderingen in 2,5 jaar Dakloze mensen in de vier grote steden: veranderingen in 2,5 jaar Eindrapportage Coda-G4 Sara Al Shamma, Barbara van Straaten, Sandra Boersma, Gerda Rodenburg, Jorien van der Laan, Dike van de Mheen, Judith

Nadere informatie

Dakloze mensen in Amsterdam: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Amsterdam

Dakloze mensen in Amsterdam: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Amsterdam Dakloze mensen in Amsterdam: veranderingen in 2,5 jaar Sara Al Shamma Barbara van Straaten Sandra Boersma Gerda Rodenburg Jorien van der Laan Dike van de Mheen Judith Wolf September 2015 Colofon Dakloze

Nadere informatie

Voorkomen van huurachterstand & huisuitzettingen

Voorkomen van huurachterstand & huisuitzettingen Voorkomen van huurachterstand & huisuitzettingen Onderzoeksteam: Marieke Holl, Dorieke Wewerinke, Sara Al Shamma, Linda van den Dries en Judith Wolf 29 oktober 2013 Studie naar huisuitzetting (Omz ZonMw)

Nadere informatie

Dakloze mensen in Rotterdam: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Rotterdam

Dakloze mensen in Rotterdam: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Rotterdam Dakloze mensen in Rotterdam: veranderingen in 2,5 jaar Sara Al Shamma Barbara van Straaten Sandra Boersma Gerda Rodenburg Jorien van der Laan Dike van de Mheen Judith Wolf September 2015 Colofon Dakloze

Nadere informatie

Dakloze mensen in Utrecht: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Utrecht

Dakloze mensen in Utrecht: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Utrecht Dakloze mensen in Utrecht: veranderingen in 2,5 jaar Sara Al Shamma Barbara van Straaten Sandra Boersma Gerda Rodenburg Jorien van der Laan Dike van de Mheen Judith Wolf September 2015 Colofon Dakloze

Nadere informatie

Gooische daklozen. S. Biesma. R. van der Stoep. R. Nijkamp. B. Bieleman. Aard en omvang daklozen Gooi en Vechtstreek

Gooische daklozen. S. Biesma. R. van der Stoep. R. Nijkamp. B. Bieleman. Aard en omvang daklozen Gooi en Vechtstreek Gooische daklozen Aard en omvang daklozen Gooi en Vechtstreek S. Biesma R. van der Stoep R. Nijkamp B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID Jeugd 2010 4 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

Tabel 1: Plek waar de dak- en thuislozen onderdak vinden Onderdak Breda N=40 (%) Bergen op Zoom Totaal (N=81)

Tabel 1: Plek waar de dak- en thuislozen onderdak vinden Onderdak Breda N=40 (%) Bergen op Zoom Totaal (N=81) Vanaf juli 2015 biedt de GGD in West-Brabant sociaal-medische verpleegkundigenzorg aan dak- en thuislozen aan vanuit de twee centrumgemeenten Breda en Bergen op Zoom. In acht maanden tijd, van juli 2015

Nadere informatie

4. SLOTBESCHOUWING. 4.1 Omvang

4. SLOTBESCHOUWING. 4.1 Omvang Doel gr oepenanal yse dak-ent hui sl ozenen har ddr ugsver sl aaf den st edendr i ehoek 4. SLOTBESCHOUWING Vanaf 1999 heeft onderzoeksbureau INTRAVAL doelgroepenanalyses uitgevoerd in Apeldoorn (1999/2000),

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting

Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting Benadering van deelnemers Deelnemers aan de cohortstudie werden bij het tweede interview benaderd volgens een zogenaamd benaderingsprotocol,

Nadere informatie

Impuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg

Impuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg Instroom en uitstroom van Housing First klanten bij acht praktijken 27 in maart Nederland 2014 Sara Al Shamma, Linda van den Dries & Judith Wolf Onze dank gaat uit naar iedereen die heeft bijgedragen aan

Nadere informatie

Wat werkt? Houvast Ontwikkeling van een bij dakloze jongeren passende interventie Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg Prof. dr.

Wat werkt? Houvast Ontwikkeling van een bij dakloze jongeren passende interventie Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg Prof. dr. Wat werkt? Houvast Ontwikkeling van een bij dakloze jongeren passende interventie Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg Prof. dr. Judith Wolf Jongeren aan het woord Dit is juist volk dat het overleefd

Nadere informatie

Daklozenenquête Rotterdam

Daklozenenquête Rotterdam Daklozenenquête Rotterdam 2016-2017 INHOUD Inleiding... 2 Het beeld van alle daklozen... 3 Voorgeschiedenis... 4 Verblijfplaats s avond en overdag... 4 Demografische kenmerken... 5 Problematiek en gezondheid...

Nadere informatie

Tabel 1: Type verblijf van dak- en thuislozen uitgesplitst naar centrumgemeente Onderdak Breda N=76 (%) Bergen op Zoom Totaal (N=102)

Tabel 1: Type verblijf van dak- en thuislozen uitgesplitst naar centrumgemeente Onderdak Breda N=76 (%) Bergen op Zoom Totaal (N=102) Inleiding Vanaf juli 2015 heeft de GGD laagdrempelige spreekuren voor dak- en thuislozen in Bergen op Zoom en Breda en bezoekt zij dak- en thuislozen op vindplaatsen in de regio West-Brabant. De GGD verpleegkundige

Nadere informatie

Wensen en problemen van mantelzorgers van mensen met dementie: prioriteiten voor de regio Midden-Brabant

Wensen en problemen van mantelzorgers van mensen met dementie: prioriteiten voor de regio Midden-Brabant Wensen en problemen van mantelzorgers van mensen met dementie: prioriteiten voor de regio Midden-Brabant Rapportage LDP-monitor 07-01-2009 Henk van den Hoven en Marlies Smulders, Alzheimer Nederland, afdeling

Nadere informatie

Daklozenprofielen in Den Haag en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Resultaten uit de tweede meting van Coda-G4

Daklozenprofielen in Den Haag en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Resultaten uit de tweede meting van Coda-G4 Daklozenprofielen in Den Haag en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Sara Al Shamma Jorien van der Laan Barbara van Straaten Sandra Boersma Carola Schrijvers Dike van de Mheen

Nadere informatie

Koudweeronderzoek 2014-2015. Rapportage Utrecht

Koudweeronderzoek 2014-2015. Rapportage Utrecht Koudweeronderzoek 2014-2015 Rapportage Utrecht Analyse registratiegegevens en interviews in de Utrechtse nachtopvang in de winterperiode 2014-2015 Inhoud Samenvatting en conclusie... 1 Inleiding... 2 1.

Nadere informatie

Zwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie

Zwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie Zwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie Zwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie Deze brochure is bedoeld voor iedereen die beroeps- en beleidsmatig met zwerfjongeren werkt. Zwerfjongeren

Nadere informatie

WAAR KAN IK HULP VINDEN? Informatie over geestelijke gezondheidsproblemen

WAAR KAN IK HULP VINDEN? Informatie over geestelijke gezondheidsproblemen WAAR KAN IK HULP VINDEN? Informatie over geestelijke gezondheidsproblemen Tekst: Aziza Sbiti & Cha-Hsuan Liu Colofon: Deze brochure is totstandgekomen met hulp van het Inspraak Orgaan Chinezen. De inhoud

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Samenvatting Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Voor de tweede keer heeft het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) de situatie van (ex-)gedetineerden op de gebieden identiteitsbewijs,

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg

Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg Waarom dit onderzoek? Als we praten over zingeving merk je al gauw dat verschillende mensen er verschillende dingen onder verstaan. Het gaat bijvoorbeeld over praktische zaken zoals lid zijn van een voetbalvereniging.

Nadere informatie

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Samenvatting Jong; dus gezond!? Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

Daklozenprofielen in Utrecht en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Resultaten uit de tweede meting van Coda-G4

Daklozenprofielen in Utrecht en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Resultaten uit de tweede meting van Coda-G4 Daklozenprofielen in Utrecht en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Sara Al Shamma Jorien van der Laan Barbara van Straaten Sandra Boersma Carola Schrijvers Dike van de Mheen Judith

Nadere informatie

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Vragenlijst Behoefte als kompas, de oudere aan het roer Deze vragenlijst bestaat vragen naar uw algemene situatie, lichamelijke en geestelijke gezondheid, omgang met gezondheid

Nadere informatie

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003 RIS128575b_10-JUN-2005 ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003 Beknopt verslag ten behoeve van de deelnemende scholen April 2005 Dienst OCW / GGD Den Haag Epidemiologie en

Nadere informatie

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks Annemieke Benschop & Dirk J Korf Flevomonitor 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld 26 Bonger Reeks FLEVOMONITOR 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf Dit onderzoek

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële positie van de Leidenaar. De resultaten

Nadere informatie

IrisZorg. verslavingszorg. en maatschappelijke opvang. dicht bij mensen, ver in zorg

IrisZorg. verslavingszorg. en maatschappelijke opvang. dicht bij mensen, ver in zorg IrisZorg verslavingszorg en maatschappelijke opvang dicht bij mensen, ver in zorg > IrisZorg: dicht bij mensen, ver in zorg Bij IrisZorg kan iedereen rekenen op de deskundigheid en betrokkenheid van onze

Nadere informatie

JE ZIET HET ZE NIET AAN Zwerfjongeren in Flevoland. Dirk J. Korf Patrick van Ginkel Marije Wouters

JE ZIET HET ZE NIET AAN Zwerfjongeren in Flevoland. Dirk J. Korf Patrick van Ginkel Marije Wouters JE ZIET HET ZE NIET AAN Zwerfjongeren in Flevoland Dirk J. Korf Patrick van Ginkel Marije Wouters Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de Gemeente Almere,

Nadere informatie

BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT

BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT Bijlage 4 BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT Voor een deel van de verantwoording voor het eerste halfjaar van 2016 is gebruik gemaakt van de ZelfRedzaamheid Matrix. Hieronder

Nadere informatie

PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID

PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID IJsselland PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID Jongerenmonitor 20 92% normaal risico op psychosociale problemen.3 jongeren School Klas 2 13-1 jaar Klas - jaar 86% goede ervaren gezondheid %* is op school gepest *van

Nadere informatie

Advies en informatie direct vanaf beginfase belangrijk voor mantelzorgers van mensen met dementie

Advies en informatie direct vanaf beginfase belangrijk voor mantelzorgers van mensen met dementie Deze factsheet maakt onderdeel uit van een reeks van twee factsheets. Factsheet 1 beschrijft de problemen en wensen van mantelzorgers van mensen met dementie. Factsheet 2 beschrijft de motieven en belasting

Nadere informatie

Monitor dak- en thuislozen en verslaafden Apeldoorn 2006

Monitor dak- en thuislozen en verslaafden Apeldoorn 2006 Monitor dak- en thuislozen en verslaafden Apeldoorn 2006 METINGEN 2000, 2004 EN 2005 B. Bieleman A. Kruize H. Naayer COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl

Nadere informatie

METINGEN 2014 EN Monitor opvang Enschede. A. Kruize. B. Bieleman

METINGEN 2014 EN Monitor opvang Enschede. A. Kruize. B. Bieleman METINGEN 2014 EN 2015 Monitor opvang Enschede A. Kruize B. Bieleman 1. Inleiding Op 1 januari 2015 is de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 ingegaan. In deze wet wordt gesproken over twee ondersteuningsvormen

Nadere informatie

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Compensatie eigen risico is nog onbekend Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (M. Reitsma-van Rooijen, J. de Jong. Compensatie eigen risico is nog onbekend Utrecht: NIVEL, 2009) worden gebruikt. U

Nadere informatie

Instrument voor risicoscreening in de vrouwenopvang

Instrument voor risicoscreening in de vrouwenopvang Instrument voor risicoscreening in de vrouwenopvang Datum afname Naam intaker Naam cliënt Uitslag risicoscreening Groen A. Achtergrondinformatie 1. Wie weet er (vermoedelijk) dat u bij de vrouwenopvang

Nadere informatie

Geestelijke Gezondheid (19 64 jaar)

Geestelijke Gezondheid (19 64 jaar) 3a Geestelijke Gezondheid (19 64 jaar) Deze factsheet beschrijft de resultaten van de gezondheidspeiling najaar 2005 van volwassenen tot 65 jaar in Zuid-Holland Noord met betrekking tot de geestelijke

Nadere informatie

Yes We Can Fellow onderzoek

Yes We Can Fellow onderzoek Yes We Can Fellow onderzoek Resultaten 2017 1 Inhoud Inleiding... 3 Respons... 3 Eigenschappen responsegroep... 3 Enkelvoudige of meervoudige problematiek... 4 Zorg voorafgaand aan opname... 4 Situatie

Nadere informatie

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009 EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP - eindrapport - dr. Marga de Weerd Amsterdam, november 2009 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam Tel.: +31 (0)20-5315315

Nadere informatie

Rapportage cliëntervaringsonderzoek CQI Kraamzorg. Kraamzorg JoNa BV

Rapportage cliëntervaringsonderzoek CQI Kraamzorg. Kraamzorg JoNa BV Rapportage cliëntervaringsonderzoek CQI Kraamzorg Kraamzorg JoNa BV Uitgevoerd door Kraamzorg Prestatie Monitor (Qualizorg B.V.) Periode: Van 01 01 2013 t/m 31 12 2013 Geaccrediteerd door : Inleiding In

Nadere informatie

Instrument voor risicoscreening in de vrouwenopvang

Instrument voor risicoscreening in de vrouwenopvang Instrument voor risicoscreening in de vrouwenopvang Datum afname Naam intaker Naam cliënt Uitslag risicoscreening A. Achtergrondinformatie 1. Wie weet er (vermoedelijk) dat u bij de vrouwenopvang aanklopt?

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen

Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen Patiënt redelijk tevreden, maar snelheid en betrokkenheid bij behandeling kan beter Index 1. Inleiding 2. Onderzoeksmethode

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Gemeente Winterswijk Wmo klanttevredenheidsonderzoek

Gemeente Winterswijk Wmo klanttevredenheidsonderzoek Gemeente Winterswijk Wmo klanttevredenheidsonderzoek 25 november 2015 GOM PAN ADVIES VOOR WONINGMARKT EN LEEFOMGEVING GOM PAN EN ADVIES VOOR WONINGMARKT EN LEEFOMGEVING DATUM 25 november 2015 TITEL Wmo

Nadere informatie

De zorgvignetten EPA nader onderzocht Met data uit meerdere patiëntgebonden regionale registratiebronnen

De zorgvignetten EPA nader onderzocht Met data uit meerdere patiëntgebonden regionale registratiebronnen De zorgvignetten EPA nader onderzocht Met data uit meerdere patiëntgebonden regionale registratiebronnen Wilma Swildens (Altrecht) Jan Theunissen (GGZinGeest/Vumc) Gerard de Valk (Altrecht) De zorgvignetten

Nadere informatie

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken Rapportage Juli 2013 Meer informatie: info@wijzeringeldzaken.nl Samenvatting (1/3) 1. Veel 17-jarigen maken de indruk verstandig om te gaan

Nadere informatie

Jongeren en alcohol. Ouders aan het woord. Resultaten Bewonerspanel septemberpeiling 2014. Utrecht.nl/volksgezondheid

Jongeren en alcohol. Ouders aan het woord. Resultaten Bewonerspanel septemberpeiling 2014. Utrecht.nl/volksgezondheid Jongeren en alcohol Ouders aan het woord Resultaten Bewonerspanel septemberpeiling 2014 Utrecht.nl/volksgezondheid 2 Inleiding Sinds 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens voor het in bezit hebben van alcohol

Nadere informatie

U dient dit formulier tijdens het gepland gesprek mee te nemen. Dit formulier is onderdeel van het gesprek.

U dient dit formulier tijdens het gepland gesprek mee te nemen. Dit formulier is onderdeel van het gesprek. Geachte heer/ mevrouw, Hoe gaat het met u? Om duidelijk te krijgen hoe het op dit moment met u gaat, willen wij u vragen onderstaande vragen te beantwoorden. U mag bij elk onderwerp (het zijn er 11) in

Nadere informatie

Academische werkplaats Opvang x Oggz Speerpunt Sociale uitsluiting & dakloosheid

Academische werkplaats Opvang x Oggz Speerpunt Sociale uitsluiting & dakloosheid Een raadpleging onder cliënten en werkers Marielle Beijersbergen, Milou Christians, Connie Mensink en Judith Wolf. Achtergrond en doelstelling Eind 2007 is in de Academische werkplaats Opvang x Oggz,,

Nadere informatie

Vragenlijst multiproblematiek I

Vragenlijst multiproblematiek I Bijlage B Vragenlijst multiproblematiek I 1 Achtergrondkenmerken V1. Wat is je geboortedatum? V2. Ben je een jongen of een meisje? V3. Wat zijn de vier cijfers van je postcode? V4. In welk land ben je

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Profiel van daklozen in Den Haag Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Den Haag (Coda-G4)

Profiel van daklozen in Den Haag Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Den Haag (Coda-G4) Profiel van daklozen in Den Haag Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Den Haag (Coda-G4) Barbara van Straaten Jorien van der Laan Carola Schrijvers Sandra Boersma Marjolein

Nadere informatie

Mijn hersenletsel. Toelichting: Toelichting: Toelichting: Toelichting: Toelichting: Toelichting: Toelichting: Toelichting: Toelichting:

Mijn hersenletsel. Toelichting: Toelichting: Toelichting: Toelichting: Toelichting: Toelichting: Toelichting: Toelichting: Toelichting: Mijn hersenletsel Ik heb moeite met het vasthouden of verdelen van mijn aandacht. Ik ben snel afgeleid. Ik heb moeite om alles bij te houden/de wereld gaat zo snel. Ik heb moeite met flexibiliteit en veranderingen.

Nadere informatie

Onderzoek naar de impact van ambulantisering Sara Al Shamma Judith Wolf

Onderzoek naar de impact van ambulantisering Sara Al Shamma Judith Wolf Eigen woonruimte voor klanten van De Veste Onderzoek naar de impact van ambulantisering Sara Al Shamma Judith Wolf Linda van den Dries, Dorieke Wewerinke en Judith Wolf Eigen woonruimte voor klanten van

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Jongeren en ouders met Jeugdhulp Zwolle

Cliëntervaringsonderzoek Jongeren en ouders met Jeugdhulp Zwolle Cliëntervaringsonderzoek Jongeren en ouders met Jeugdhulp Zwolle Zwolle 2017 betrokken Status: definitief Versie 21 november 2017 Voor nadere informatie: Madelinde Tuk, senior Adviseur en Onderzoeker m.tuk@zwolle.nl

Nadere informatie

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanten van Careyn over het consultatiebureau Inhoud: 1. Conclusies 2. Algemene dienstverlening 3. Het inloopspreekuur 4. Telefonische dienstverlening 5. Persoonlijk

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie Samenvatting Hfst 5. Trendvragen financiële situatie Na twee jaar van stijgende inkomens zien Leidenaren dit jaar hun inkomenspositie verslechteren. Het zijn

Nadere informatie

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder!

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder! 24 uurshulp Met Cardea kun je verder! Met Cardea kun je verder! 24 UURSHULP De meeste kinderen en jongeren wonen thuis bij hun ouders totdat ze op zichzelf gaan wonen. Toch kunnen er omstandigheden zijn,

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

Samenvatting Jeugdinterventieprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Lotte Loef

Samenvatting Jeugdinterventieprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Lotte Loef Samenvatting Jeugdprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Lotte Loef Samenvatting Jeugdprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Amsterdam, 4 augustus 2011 Lotte Loef DSP groep BV Van Diemenstraat 374 1013 CR

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

Omvang van de daklozenpopulatie in Zeeland

Omvang van de daklozenpopulatie in Zeeland Omvang van de daklozenpopulatie in Zeeland Resultaten van een omvangschatting in 2006 Auteur Drs. C. Jansen Prof. Dr. J. Wolf Prof. dr. P.G.M van der Heijden Datum UMC St Radboud, April 2007 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Impuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg

Impuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg Het functioneren van Housing First klanten gevolgd in de tijd Sara Al Shamma, Linda van den Dries & Judith Wolf 27 maart 2014 Onze dank gaat uit naar iedereen die heeft bijgedragen aan de uitvoering van

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016 Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch Nulmeting 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Juli 2016 Samenvatting De gemeente s-hertogenbosch vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met Wmoondersteuning

Nadere informatie

Peiling vermoedens kindermishandeling Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Ministerie van Justitie en Veiligheid

Peiling vermoedens kindermishandeling Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Ministerie van Justitie en Veiligheid Peiling vermoedens kindermishandeling Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Ministerie van Justitie en Veiligheid januari 2019 Contact: Maaike Jongsma T: 050-3171777 E: maaikejongsma@kienonderzoek.nl

Nadere informatie

5. CONCLUSIES ONDERZOEK

5. CONCLUSIES ONDERZOEK 5. CONCLUSIES ONDERZOEK In dit hoofdstuk worden de conclusies van het onderzoek gepresenteerd. Achtereenvolgens worden de definitie van het begrip risicojongeren, de profielen en de registraties besproken.

Nadere informatie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting

Nadere informatie

AARD, OMVANG EN MOBILITEIT VAN PROBLEMATISCHE HARDDRUGSGEBRUIKERS IN ROTTERDAM. Harddrugsgebruikers geregistreerd. S. Biesma. J. Snippe. B.

AARD, OMVANG EN MOBILITEIT VAN PROBLEMATISCHE HARDDRUGSGEBRUIKERS IN ROTTERDAM. Harddrugsgebruikers geregistreerd. S. Biesma. J. Snippe. B. AARD, OMVANG EN MOBILITEIT VAN PROBLEMATISCHE HARDDRUGSGEBRUIKERS IN ROTTERDAM Harddrugsgebruikers geregistreerd S. Biesma J. Snippe B. Bieleman SAMENVATTING In opdracht van de gemeente Rotterdam is de

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Ten Boer Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Inhoud... 1 2.8 Effect van de ondersteuning... 11 3. Conclusie... 13

Nadere informatie

Profiel van daklozen in Amsterdam Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Amsterdam (Coda-G4)

Profiel van daklozen in Amsterdam Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Amsterdam (Coda-G4) Profiel van daklozen in Amsterdam Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Amsterdam (Coda-G4) Barbara van Straaten Jorien van der Laan Carola Schrijvers Sandra Boersma Marjolein

Nadere informatie

DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD. Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad

DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD. Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad -

Nadere informatie

J O N G E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

J O N G E R E N O N D E R Z O E K : J A A R PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID 3 J O N G E R E N O N D E R Z O E K : 12-18 J A A R Jongerenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

Wat is er in uw situatie veranderd dat u juist nu naar het loket komt?

Wat is er in uw situatie veranderd dat u juist nu naar het loket komt? 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 9. Startvraag A B C D E F G H Start van het proces: Klant komt in het loket Startvraag Waar kan ik u mee helpen? Antwoord van de klant De klant vertelt zijn verhaal in zijn eigen

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Enige tijd geleden heeft onze school BS De Petteflet deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

ALGEMENE GEGEVENS. Datum aanmelding: Dit gezinsplan is opgesteld samen met:

ALGEMENE GEGEVENS. Datum aanmelding: Dit gezinsplan is opgesteld samen met: VAN : DATUM: ALGEMENE GEGEVENS 1 Datum aanmelding: Dit gezinsplan is opgesteld samen met: 1. Samenstelling van mijn gezin (evt. genogram of sociogram invullen als bijlage) Naam Relatie tot het kind m/v

Nadere informatie

OGGZ monitor, ZRM, en hoeveel daklozen zijn er nu? Marcel Buster, GGD Amsterdam

OGGZ monitor, ZRM, en hoeveel daklozen zijn er nu? Marcel Buster, GGD Amsterdam OGGZ monitor, ZRM, en hoeveel daklozen zijn er nu? Marcel Buster, GGD Amsterdam G4-USER OGGZ monitor matrix Inhoud Zelfredzaamheid-Matrix Hoeveel daklozen zijn er? 4/15/2015 2 G4-USER Urban Social Exclusion

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

Ambulant werken met kwetsbare mensen

Ambulant werken met kwetsbare mensen Ambulant werken met kwetsbare mensen UMC St Radboud Judith Wolf & Dorieke Wewerinke Van asiel & beschermen naar herstel & participeren Zelfstandig wonen Transmuraal wonen Nachtopvang Inloop Flexibele ondersteuning

Nadere informatie

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?

Nadere informatie

Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken

Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken Samenvatting Burgerzaken is op werkdagen dagelijks open van 8.30 tot 16.00 uur, donderdag doorlopend van 8.30 tot 20.00 uur en op zaterdagochtend. Voor de bezoekuren in

Nadere informatie

Bezoekers van de Kommarin te Assen Wie zijn het, van welke diensten maken ze gebruik en wat is hun mening over de dienstverlening?

Bezoekers van de Kommarin te Assen Wie zijn het, van welke diensten maken ze gebruik en wat is hun mening over de dienstverlening? Bezoekers van de Kommarin te Assen Wie zijn het, van welke diensten maken ze gebruik en wat is hun mening over de dienstverlening? Connie Mensink Judith Vocks Judith Wolf UMC St Radboud Onderzoekscentrum

Nadere informatie

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016 Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen

Nadere informatie

HET BURGERPANEL OVER DE SOCIALE AGENDA

HET BURGERPANEL OVER DE SOCIALE AGENDA HET BURGERPANEL OVER DE SOCIALE AGENDA Gemeente Leiderdorp Januari 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/10 Datum Januari

Nadere informatie

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Inspectie Jeugdzorg Utrecht, april 2013 Samenvatting Eind december 2012 heeft de Inspectie Jeugdzorg via een digitale vragenlijst een inventariserend onderzoek

Nadere informatie