1 De bloedstolling 1.1 Verschillende factoren zijn nodig bij bloedstolling. bloedstolling of coagulatie fibrineklonter stollingsfactoren
|
|
- Bram Cools
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 1 De bloedstolling 1.1 Verschillende factoren zijn nodig bij bloedstolling. Na beschadiging van een bloedvat treedt een complexe reeks van reacties op die erop gericht is de oorspronkelijke toestand te herstellen en bescherming te bieden tegen eventuele infecties. Hierbij is bloedstolling of coagulatie een van de snelste antwoorden. Bloedstolling gebeurt enerzijds door vasthechting van thrombocyten ter hoogte van de beschadiging en het vormen van een fibrineklonter. Dit laatste is het gevolg van recrutering en activering van stollingsfactoren (tabel 4.1). Een aantal van deze zijn eiwitten die in het bloed circuleren (ze behoren tot de eiwitten uit het bloedplasma of bevinden zich op de bloedplaatjes). Deze zullen een rol spelen in de intrinsieke stollingsweg. Andere stollingsfactoren zijn eiwitten die niet circuleren en, in lage hoeveelheden, ergens lokaal op cellen in de bloedvatwand aanwezig zijn. Deze behoren tot het extrinsieke systeem. Ook Ca 2+ -ionen en fosfolipiden spelen een rol in de bloedstolling. De twee systemen convergeren tot een gemeenschappelijke stollingsweg. Factoren II, VII, IX, X, XI en XII zijn inactieve pro-proteasen die tijdens de stolling zullen omgezet worden tot actieve proteasen in een soort waterval van opeenvolgende activaties. Factoren III, V, VI, VIII, Ca 2+ en fosfolipiden helpen mee, of versnellen, verschillende stappen van deze cascade. Het extrinsieke systeem start eerst maar wordt dan overgenomen en geamplificeerd door het intrinsieke systeem. Het doel van deze stolling is het vormen van een fibrineklonter die het bloeden stelpt. Het stollingsproces moet nadien beëindigd worden en de gevormde fibrineklonter verwijderd. Uiteraard mag het stollingsproces niet spontaan gebeuren, mag het enkel lokaal gebeuren en moet het efficiënt zijn. Table 4.1: de stollingsfactoren Factor naam stollingsfactor Functie I Fibrinogeen gemeenschappelijk vormt bloedklonter II Prothrombine gemeenschappelijk zet factor I om tot fibrine III Weefselthromboplastine extrinsiek activeert VII IV Ca 2+ V Proaccelerin gemeenschappelijk stimuleert omzetting factor II VI Acceleratorglobulin stimuleert omzetting factor II VII Proconvertin extrinsiek activeert factor X 1
2 VIII Antihemofilie factor A entrinsiek activeert X IX Christmas factor 52 entrinsiek activeert X X Stuart factor gemeenschappelijk activeert II XI Plasma thromboplastin antecedant 53 intrinsiek activeert IX XII Hageman intrinsiek activeert XI XIII Transglutaminase gemeenschappelijk verbindt fibrine moleculen Prekallikreïne intrinsiek activeert XII Kininogeen intrinsiek activeert XII Veel van deze stollingsfactoren zijn dus proteasen met zeer hoge specificiteit. Ze hydrolyseren dus enkel zeer specifieke peptidebindingen in een heel beperkte keuze aan substraten. Door deze hydrolyse wordt het substraat geactiveerd. Indien het substraat een inactief proprotease is ontstaat hieruit een nieuw actief protease (analoog als activatie van trypsine). De concentraties van deze factoren in het bloed (tabel 4.2) is zo gereguleerd dat er een versterkende kettingreactie ontstaat. Immers, de initiële enzymatische factoren zijn in geringe hoeveelheid aanwezig zijn, maar eenzelfde enzymmolecule kan meerdere katalyserondes uitvoeren op zijn substraten, indien die in hogere concentraties aanwezig zijn. Dus per molecule initiële factor worden meerdere proprotease-moleculen naar de actieve vorm geconverteerd. Deze gaan op hun beurt, via meerdere katalyserondes, hun substraten activeren (die in nog hogere concentratie aanwezig zijn). Table 4.2: de concentratie van enkele bloedstollingsfactoren. Protease of substraat concentratie in bloed Factor VIII 0.05 µg/ml Factor VII 0,47 µg/ml Factor IX 4 µg/ml Factor X 6,4 µg/ml Prothhrombine µg/ml Fibrinogeen 3 mg/ml 52 Ook Plasma-Thromboplastin-Component, of antihemofilie factor B. 53 Ook antihemofilie factor C. 2
3 1.2 De extrensieke stollingsweg en vorming van een bloedklonter. Na verwonding wordt ter hoogte van de beschadigde bloedvatwand (het endotheel) collageen van de subendothele matrix beschikbaar. Hierop gaan zich bloedplaatjes vasthechten en deze zorgen voor initiële stelping van het bloed. Daarnaast wordt, als onderdeel van het extrinsiek systeem, weefselthromboplastin vrijgesteld (factor III). Dit activeert samen met Caionen de inactieve vorm van Factor VII tot zijn proteolytisch actieve vorm (VIIa, met a wordt hier, en in hetgeen volgt, de geactiveerde vorm bedoeld) (Figuur 4.1). Dit zet op zijn beurt, samen met de factor III, Ca 2+ en fosfolipiden, de inactieve vorm van factor X om tot zijn actieve vorm (Xa). Dit is de start van de gemeenschappelijke stollingsweg. Factor Xa converteert, met Ca 2+ en fosfolipiden, prothrombine (II) tot thrombine en dit zet op zijn beurt fibrinogeen (I) om tot fibrine, maar ook factor XIII tot XIIIa. Daarnaast activeert thrombine ook de helperfactoren VIII en V Factor VIIIa bevindt zich in complex met factor IXa, Ca 2+ en fosfolipiden en factor Va met XA, Ca 2+ en fosfolipiden. Ze versnellen respectievelijk de omzetting van X naar Xa en van prothrombine naar thrombine 54. Vermits thrombine en factor Xa ook factor VII omzetten tot een actieve vorm krijgt men een zelfversterkend systeem. Fibrinogeen is een heterohexameer plasmaglycoproreïne opgebouwd uit twee trimeren met elk een,, polypeptideketen, waarbij de eerste twee als inactieve precursoren: A en B, gevormd worden en waarbij thrombine het A en B peptide afsplitst en een configuratie vormt. Door het verwijderen van de A en B-peptiden kunnen dergelijk individuele fibrinemoleculen 55 zich naast elkaar schikken (zie legende Figuur 4.2). Dit polymeer wordt sterker gemaakt via enzymatische reacties, waarbij naburige fibrinemoleculen covalent aan elkaar gekoppeld worden door de geactiveerde factor XIIIa (Fig 4.2). Namelijk een lysinezijketen van een keten zal gekoppeld worden op een glutaminezijketen van een polypeptideketen in een naburig hexameer (en vice versa). Dit geeft aanleiding tot een aaneenschakeling tot grote fibrine-ketens die covalent met elkaar verbonden zijn en dit vormt uiteindelijk de fibrineklonter De intrinsieke stollingsweg versterkt bloedklontervorming In het bloed circuleert een complex van kininogeen, factor XI en prekallikreïne. Door contact met een abnormaal oppervlak (met name dit gevormd bij verwonding) activeert dit 54 De activering van Xa wordt maal versneld, deze van thrombine maal. 55 In de literatuur wordt dit als het fibrinemonomeer beschouwd alhoewel het uit zes individuele polypeptideketens bestaat. Net zoals bij hemoglobine is hier de multimere vorm permanent (zie en ) en enkel deze is functioneel. 3
4 complex factor XII en vervolgens factor XI. Factor XIa activeert op een Ca 2+ afhankelijke manier factor IX tot IXa dat op zijn beurt factor X activeert dat deel is van de gemeenschappelijke bloedstollingsweg (zie hoger). Op verschillende niveau s is er communicatie tussen de extrinsieke en intrinsieke bloedstollingsweg. Zo activeert factor XIIA ook factor VII en factor VIIa katalyseert de omzetting van IX tot IXa. 4
5 XII Verwonding HMW-kininogeen Prekallikrein XI Thrombin Factor Xa Factor XIIa XIIa XI Ca 2+ XIa Ca 2+ VIIa PL + weefselfactor VII Ca 2+ IX IXa X Ca 2+ VIIIa PL Ca 2+ Xa Va PL X Prothrombin Thrombin Fibrinogen Fibrin XIII XIIIa Fibrin XL Figuur 4.1: protease activering tijdens de bloedstolling. Linksboven is de intrinsieke bloedstollingsweg weergegeven, rechtsboven de extrinsieke, en onderaan de gemeenschappelijke. De meeste eiwitten in dit systeem zijn proteasen. In normale situaties bestaan ze als inactieve precursoren. Bij verwonding komt er een waterval van reacties op gang waarbij een eerste protease een tweede als substraat heeft. Na proteolytische splitsing wordt dit tweede protease actief dat een volgende substraat, opnieuw een inactief protease, activeert, enz. De verschillende factoren worden met Romeinse cijfers aangeduid, a duidt op 5
6 de geactiveerde vorm. Soms zijn bijkomende factoren nodig zoals Ca 2+ -ionen en fosfolipiden (PL), factoren VIIIa en Va. Factor XIII is een transglutaminase dat in zijn geactiveerde vorm, lysine met glutamine residuen in verschillende fibrine moleculen verbindt (zie figuur 4.2). Hierdoor onstaat een netwerk van covalent verbonden fibrine moleculen (XL). Thrombine, Factor Xa en XIIa doen secundaire activatie (grijze gestippelde pijl) van de weefselfactor (= factor III) K406 Q398 A B Q398 K406 B A A B thrombine K406 Q398 Q398 K406 XIIIa Figuur 4.2: opbouw van fibrine en vorming van de fibrineklonter. De fibrinemolecule bestaat uit drie paren van drie verschillende polypeptiden. De -ketens van naburige fibrinemoleculen worden covalent aan elkaar gebonden via een transaminatie door de geactiveerde factor XIII (XIIIa) reactie tusssen Lys 406 en Gln 398, hierdoor ontstaat een lineaire keten. Door electrostatische complementariteit gaan de fibrinemoleculen zich ook naast elkaar schikken. Deze electrostatische complementariteit komt er pas na het verwijderen van de A en B peptiden door thrombine. 6
7 1.4 Bloedstolling blijft lokaal door de domeinorganisatie van de factoren De meeste eiwitfactoren in de bloedstolling hebben een modulaire opbouw. Naast een katalytische eenheid bevatten ze regulatorische modules (bvb. Kringle domeinen, of groeifactorverwante domeinen) en een lokalisatiedomein of Gla-domein. Dit is het N-terminale gedeelte van sommige bloedstollingsfactoren (Figuur 4.3) en bevat 9 tot 12 glutaminezuurresidues die bijkomend post-translationeel (zie ) gemodificeerd zijn. Ze dragen op het -koolstofatoom een extra carboxylaatgroep. Hierdoor worden de Gla-domeinen Ca 2+ -chelatoren. De bloedplaatjes die zich vasthechten op de subendotheliale componenten veranderen van vorm en recruteren dan via de fosfolipiden in hun membraan (en in aanwezigheid van Ca 2+ ) de Gladomeinen van de factoren. Dit heeft als voordeel dat de activeringsreactie gelokaliseerd wordt op de membraan van de geactiveerde bloedplaatjes (dus enkel waar bloedstolling nodig is) en dat het substraat (bvb. proprotease Factor X) in de nabijheid van het activerend protease (bvb. Factor IXa) wordt gebracht (verhoging van lokale concentratie). Een peptidesequentie voorafgaand aan het katalytisch domein is het eigenlijke substraat voor het activerend protease. Vermits, met uitzondering van thrombine, de Gla-domeinen van de factoren via een zwavelbrug verbonden zijn met het katalytisch domein diffundeert dit laatste niet weg (m.a.w. de activatie blijft lokaal). Thrombine heeft geen zwavelbrug tussen het Gla- en het katalytisch domein. Het geactiveerde thrombine kan dus in de onmiddellijke omgeving wegdiffunderen en fibrine vormen. O O O O N H HN O -carboxylglutaminezuur 7
8 Factor XII II I Factor XI R 1 R 2 R 3 R 4 Prekallikreine R 1 R 2 R 3 R 4 S S Factor VII AP S S Factor IX AP S S Factor X AP S S Thrombine AP katalytisch domein II type II lusstructuur groeifactor domein kringle domein Gla-domein I R AP type I lusstructuur repeterende structuur activeringspeptide Figuur 4.3: domein structuur van sommige bloedstollingsfactoren. Het katalytisch domein heeft hier telkens protease-activiteit, de overige domeinen zijn regulatorische domeinen of localisatie gebieden (bvb. Gla). In sommige gevallen is het Gla-domein verbonden met het katalytisch domein via een disulfidebrug. Het activeringspeptide (AP) bevindt zich N-terminaal van het katalytisch domein en wordt telkens specifiek herkend door een welbepaalde stollingsfactor. Door de hydrolyse van de peptidebinding tussen AP en het katalytisch domein wordt dit laatste omgezet tot zijn actieve vorm. 8
9 4.1.5 Negatieve feedback 56 regulatie van het stollingsproces. Het spreekt vanzelf dat het losgelaten actieve trombine niet overal mag actief zijn en wanneer voldoende stolling heeft plaatsgegrepen dat het ook uitgeschakeld moet worden. Ter hoogte van de niet beschadigde endotheelwand vormt thrombine een complex met thrombomoduline een transmembraan eiwit (zie 2.6.2) van endotheelcellen. Hierdoor wordt thrombine geinactiveerd, m.a.w. fibrinogeen wordt dan niet meer omgezet tot fibrine. Het thrombomoduline-thrombine complex is een activator van een ander proprotease, het C-eiwit. De geactiveerde vorm breekt de versterkingsfactoren Va en VIIIa af. De bloedstollingsremmende werking van het C-eiwit wordt geholpen door het S-eiwit. Daarnaast zal in het bloed antithrombine, een specifieke inhibitor, thrombine binden. De binding wordt versterkt door heparine, een lineir polysaccharide van N-acetylglucosamine en glucuronzuur. Intermezzo: ziekten geassocieerd met bloedstolling De posttranslationele modificatie tot -carboxylglutaminezuur gebeurt via een complex van eiwitten in het membraan met als substraten: een glutaminezuurzijketen (in het eiwit), koolstofdioxide en zuurstofgas, coenzymen zijn NADH en vitamine K. Bij vitamine-k tekort (wat zelden voorkomt) kunnen er zich storingen in de bloedstolling voordoen en patiënten vertonen lichte inwendige bloedingen. Er bestaan ook overerfbare stollingsziektes (ongeveer 1/ personen). Een mutatie in de genen die coderen voor factor VIII (ongeveer 85%) of IX leiden tot minder of niet actieve varianten van deze factoren, waardoor bloedingen langer aanhouden. De ersnt van de ziekte hangt af van de graad van functionaliteit van het geproduceerde eiwit. Beide genen bevinden zich op het X-chromosoom en de ziektes, respectievelijk hemofilie A en B, zijn geslachtsgebonden. Heterozygote vrouwen hebben minimaal 50% functioneel eiwit en vertonen meestal geen symptomen. Indien bij mannen het mutant gen volledig defectief is of ontbreekt is hun capaciteit tot bloedstolling sterk verminderd. Muaties in factor C (of S) die leiden tot inactiviteit of die leiden tot een verstoorde intearctie met factor Va leiden tot overstolbaarheid Afbraak van de bloedklonter, fibrinolyse Fibrineklonters moeten na bloedvatheling terug verwijderd worden. Dit gebeurt door plasmine. Opnieuw wordt dit aangemaakt als een inactieve precursorvorm: plasminogeen. De 56 Voor definitie van negatieve feedback zie
10 activatie gebeurt door de tissue plasminogen activator (TPA) 57. Een eiwit dat enkel op fibrine bindt (en niet op fibrinogeen) en daardoor actief wordt. Dus hier gelden dezelfde principes, versterking van signalen en enkel lokale activiteit. Plasmine degradeert fibrine tot fibrine degradatieproducten. Plasmine zelf wordt negatief beïnvloed door inhibitoren, of vernietigd door afbraak. Met dank aan Prof. Dr. C. Ampe, vakgroep Biochemie 57 Ook een ander protease: urokinase upa activeert plasminogeen. 10
11 ADHESION to endothelium vwf GP Ib/IX collagen GP IV GP Ia PKC P47 epinephrine R DAG ADP R thrombin R PIP 2 PLC PAF R thromboxane R IP 3 P47-PO 4 AGGREGATION Thromboxane A 2 TS PGG 2, PGH 2 CO Arachidonate PLA2 Phospholipid platelet fibrinogen GP IIb/IIIa SECRETION vwf Ca ++ VIIIa IXa MLCK MLC MLC-PO 4 Va Ca ++ Xa Ca ++ X IIa II COAGULATION
12 Stolling: 2 e kan geneeskunde: Figuren Extrinsieke stollingsroute: rood Intrinsieke stollingsroute: blauw Gemeenschappelijk route: zwart
13 Vorming van de fibrineklonter
14 Cross-linking tussen fibrine monomeren
15 Inhibitie extrinsieke route door TF pathway inhibitor (TFPI) = anticonvertine
16 Fibrinolyse Structuur Gla proteinen
17 Gla peptiden worden verwijderd via de lever. Deze peptiden stimuleren de novo synthese van eiwitten die gla-gemodificeerd moeten worden.
Waarom is bloedstolling complex?
Bloedstolling Waarom is bloedstolling complex? Moet snel optreden wanneer nodig Magniet optreden wanneer niet noodzakelijk Moet lokaal optreden Daarom : vele regulatie niveau s Stolling op 2 niveau s:
Nadere informatieChapter 10 C H A P T E R. Nederlandse Samenvatting
Chapter 10 C H P R ederlandse Samenvatting 10 175 S M V I G Haemostase Hartinfarct en beroerte zijn het gevolg van trombi (bloed stolsels) die belangrijke vaten afsluiten en daardoor weefsel beschadiging
Nadere informatieTissue factor pathway inhibitor (TFPI) is een protease remmer die is opgebouwd
Samenvatting Appendix 234 238 Samenvatting Tissue factor pathway inhibitor (TFPI) is een protease remmer die is opgebouwd uit een negatief geladen N-terminus gevolgd door drie Kunitz domeinen (K1, K2 en
Nadere informatieHypercoagulopathie. Peter Verhamme Vasculaire Geneeskunde & Hemostase UZ Leuven
Hypercoagulopathie Peter Verhamme Vasculaire Geneeskunde & Hemostase UZ Leuven 1 Hypercoagulopathie Arteriele / Veneuze / Microvasculaire Trombose Aangeboren vs. Verworven Cutane Manifestaties van hypercoagulopathie
Nadere informatieDe Thrombine Generatie Test: Theorie en Praktijk
De Thrombine Generatie Test: Theorie en Praktijk J. Rosing Cardiovascular Research Institute Maastricht The Netherlands Dia 1 Vroeger was de stolling erg eenvoudig Morawitz 1905: Thrombokinase Prothrombine
Nadere informatieReminder aan de beheersing van de pre-analyse voor kwalitatieve resultaten
Reminder aan de beheersing van de pre-analyse voor kwalitatieve resultaten Marc Jacquemin KULeuven HMWK / PK XII XIIa Preanalytische fouten niet-fysiologisch oppervlak XI XIa VIIa / WF VIII IX VIIIa IXa
Nadere informatieHEMOSTASE fysiologie en pathologie
HEMOSTASE fysiologie en pathologie Prof. Dr. Cees Th. Smit Sibinga, FRCP Edin, FRCPath ID Consulting for International Development of Transfusion Medicine (IDTM) University of Groningen, NL ID Consulting
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 127 Inleiding 128 Het antifosfolipiden syndroom Normaal gesproken worden lichaamsvreemde stoffen, zoals bacteriën en virussen, in het lichaam door het afweersysteem opgeruimd.
Nadere informatieHoofdstuk 8 Samenvatting in het Nederlands
Hoofdstuk 8 Samenvatting in het Nederlands 135 Inleiding Het stoppen van een bloeding bestaat uit twee processen: bloedstelping en bloedstolling. Tijdens de bloedstelping worden bloedplaatjes aan de beschadigde
Nadere informatieSamenvatting in het Nederlands
136 Samenvatting in het Nederlands In mens en dier verzorgen bloed en bloedvaten de noodzakelijk aanvoer van zuurstof en voedsel naar de verschillende organen. Bij een verwonding worden bloedvaten beschadigd.
Nadere informatieHet werkingsmechanisme van recombinant factor VIIa (NovoSeven)
Het werkingsmechanisme van recombinant factor VIIa (NovoSeven) Ton Lisman Chirurgisch Onderzoekslaboratorium, UMC Groningen Behandeling van hemofilie A/B Suppletie FVIII/FIX Remmende antistoffen? Bypassing
Nadere informatieVerworven stollingsinhibitoren. Marc Jacquemin
Verworven stollingsinhibitoren Marc Jacquemin 1 AUTO-immune respons tegen eigen eiwitten Verworven stollingsinhibitor Lupus anticoagulans Copyright Excorim 2 AB Coagulation in a blood vessel: fibrin stabilises
Nadere informatieCasus Siemens Gebruikersdag Antwerpen, 22 september 2016
Casus Siemens Gebruikersdag Antwerpen, 22 september 2016 Dr. Henk Louagie, dienst klinische biologie Dr. Marjan Petrick, dienst haematologie AZ Sint-Lucas Gent Groenebriel 1 B-9000 Gent Tel +32 9 224 64
Nadere informatieSTOLLING & ROTEM EEN PRAKTISCHE GIDS DR. STAN OUTTIER DIENST ANESTHESIE UZ LEUVEN CONFUSED?
STOLLING & ROTEM EEN PRAKTISCHE GIDS DR. STAN OUTTIER DIENST ANESTHESIE UZ LEUEN CONFUSED? 1 STOLLINGSFASEN ASCULAR INJURY WEEFSELSCHADE asoconstriction Exposure of subendothelial Collagen Release of Tissue
Nadere informatieVerworven stollingsinhibitoren. Marc Jacquemin
Verworven stollingsinhibitoren Marc Jacquemin 1 ALLO-immune respons tegen toegediende stollingsfactoren hemofilie A behandeld met FVIII antistoffen tegen FVIII 2 GEEN mutatie in de genen van stollingsfactoren
Nadere informatieHaemostase. Samenvatting
181 Haemostase Haemostase is het proces wat ervoor zorgt dat een beschadiging in een bloedvat snel en effectief wordt hersteld om overtollig bloedverlies te voorkomen. Het haemostatische proces is in normale
Nadere informatieInleiding op de fysiologie en pathologie van de bloedstolling
Inleiding op de fysiologie en pathologie van de bloedstolling Dr. Anna Vantilborgh Hematologie - UZ Gent 2010 Universitair Ziekenhuis Gent 2 2 3 4 4 5 5 6 6 7 8 8 1) INITIATION HEMOSTASIS Endothelial cells
Nadere informatiehoofdstuk 1 Hoofdstuk 2
Samenvatting In dit proefschrift wordt het gebruik van de trombinegeneratie test beschreven voor het controleren van therapie met antistollingsmiddelen (anticoagulantia). De trombinegeneratie (TG) test
Nadere informatieChapter 7. Nederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Inleiding: De bloedstolling en de rol van bloedplaatjes Bij mensen circuleert het bloed in een gesloten systeem van bloedvaten om zo de weefsels en organen te voorzien van voedingsstoffen
Nadere informatieSignaaltransductie versie
Signaaltransductie versie 2015-2016 Vragen bij COO over hoofdstuk 16 van Alberts Essential Cell Biology, 4e druk De vragen die voorkomen in het COO-programma zijn op dit formulier weergegeven. Het is de
Nadere informatieMicropartikels en stolling
Micropartikels en stolling Anita Böing Presentatie Introductie; wat zijn micropartikels Micropartikels en stolling Micropartikels en ITP Andere functies van micropartikels Conclusie micropartikels activatie,
Nadere informatieNederlandse samenvatting
CHAPTER 9 Nederlandse samenvatting Inleiding In een volwassen mens circuleert 5 à 6 liter bloed door de bloedvaten. Het bloed transporteert onder andere bloedcellen (rode bloedcellen, witte bloedcellen
Nadere informatie1 (~20 minuten; 20 punten)
TENTAMEN Moleculaire Cel Biologie (8A840) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld & Dr. M. Merkx 27-01-2012 14:00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
134 Samenvatting Het klinische probleem en de vraagstellingen In 1865 beschreef de Franse arts Armand Trousseau (1801-1867) voor het eerst de relatie tussen trombose en kanker. Het viel hem op dat trombosebenen
Nadere informatiea. Geef de 1-lettercode van de aminozuren in het peptide in de corresponderende volgorde. (4P)
HERTENTAMEN Eindtoets BIOCHEMIE (8RA00) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 16-08-2013 09:00 12:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen! 1 Peptiden en eiwitten
Nadere informatieNederlandse samenvatting. Inleiding
Nederlandse samenvatting 157 Inleiding Het immuunsysteem (afweersysteem) is een systeem in het lichaam dat werkt om infecties en ziekten af te weren. Het Latijnse woord immunis betekent vrijgesteld, een
Nadere informatieVan bloedplaatjes tot fibrine:
Van bloedplaatjes tot fibrine: Hoe meten we stolling? N. Jacobs - Klinisch bioloog AZ KLINA 16/11/2011 1 Hemostase Gecontroleerd stelpen van een bloeding 16/11/2011 2 Hemostase Primaire hemostase Stabiele
Nadere informatie- 1 - Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, uur
Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, 9.00-12.00 uur - Begin met het invullen van je naam en registratienummer. - Alle antwoorden moeten op het vragenformulier
Nadere informatieIntermezzo, De expressie van een eiwit.
Samenvatting Bacteriën leven in een omgeving die voortdurend en snel verandert. Om adequaat te kunnen reageren op deze veranderingen beschikken bacteriën over tal van sensor systemen die de omgeving in
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 190 Nederlandse samenvatting In de samenleving is het tekort aan donororganen een algemeen bekend feit. Daarnaast zijn er diverse risico s verbonden aan orgaan- en weefseltransplantaties,
Nadere informatieSignaaltransductie en celcyclus (COO 6)
Signaaltransductie en celcyclus (COO 6) oefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 12 van Unit 1 van Campbell, 10 e druk versie 2014-2015 Communicatie 1. Hier zie je drie manieren waarop een
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting De rol van proteïne kinase A in de vorming van galkanaaltjes door levercellen Een mens is opgebouwd uit cellen. Iedere cel is omgeven door een membraan die de inhoud van de cel
Nadere informatieProgramma. Plasmafiltra/e. Indica/es Plasmaferese. Ziektebeelden. Samenstelling bloed. Func/e plasma- eiwizen 15-04- 15. Bloed
Programma Plasmafiltra/e Theorie ontmoet prak/jk Indica'es plasmafiltra'e een dialyse aangelegenheid? Indica/es Plasmaferese Voorkomen van een an/geen- an/lichaam reac/e LUMC: m.n. bij humorale rejec/e
Nadere informatieAntistolling in het pijncentrum
Antistolling in het pijncentrum Dr. Veerle Dirckx mariaziekenhuis.be Mensen zorgen voor mensen Overzicht Ter opfrissing de stollingscascade Wat is er allemaal op de markt? Wat werkt waarop in? Hoelang
Nadere informatieSAMENVATTING EN ALGEMENE DISCUSSIE
SAMENVATTING EN ALGEMENE DISCUSSIE In dit proefschrift is de activiteit van het Escherichia coli UvrA eiwit bestudeerd met zgn. single-molecule microscopie technieken, waarmee individuele eiwit-complexen
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
149 150 Nederlandse Samenvatting Het immuunsysteem beschermt ons lichaam tegen de invasie van lichaamsvreemde eiwiten en schadelijke indringers, zoals bijvoorbeeld bacteriën. Celen die de bacteriën opruimen
Nadere informatieV&VN Oncologiedagen 2014. Bloeding en Stolling in de oncologie. dr. Marten R. Nijziel internist-hematoloog Maxima Medisch Centrum Eindhoven/Veldhoven
V&VN Oncologiedagen 2014 Bloeding en Stolling in de oncologie dr. Marten R. Nijziel internist-hematoloog Maxima Medisch Centrum Eindhoven/Veldhoven Ede, 18 november 2014 waarom is stolling en kanker bloeden
Nadere informatieHet menselijk lichaam is opgebouwd uit zeer veel cellen. Deze cellen bestaan uit verschillende kamertjes (organellen), die in het celvocht (cytoplasma
Het menselijk lichaam is opgebouwd uit zeer veel cellen. Deze cellen bestaan uit verschillende kamertjes (organellen), die in het celvocht (cytoplasma) liggen dat omgeven wordt door een muur (de celmembraan).
Nadere informatieHemostase anno Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2008; 33: R. NIEUWLAND, A.K. STROOBANTS en A. STURK
Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2008; 33: 223-228 Hemostase anno 2008 R. NIEUWLAND, A.K. STROOBANTS en A. STURK Hemostase is een fascinerend proces waarin bloedplaatjes, de vaatwand en eiwitten, waaronder
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
9 Beta2-glycoproteïne I ( ), ook wel bekend als apolipoproteine H (apoh), is een membraanadhesie eiwit dat in plasma circuleert (100-300 μg/ml) in een vrije- en een gebonden vorm. De molecuulmassa van
Nadere informatie1. Injectie van cytochroom c in het cytosol van een cel
1. Injectie van cytochroom c in het cytosol van een cel a. Zal elektrontransport stimuleren en apoptose niet beinvloeden b. Zal elektrontransport remmen en apoptose remmen c. Zal elektrontransport stimuleren
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting Hematopoiesis Een volwassen mens heeft ongeveer vijf liter bloed waarin zich miljarden cellen bevinden. Deze cellen zijn onder te verdelen op basis van
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting In dit proefschrift wordt de ontwikkeling van twee nieuwe testen beschreven die kunnen helpen bij de detectie van verhoogde bloedings- of tromboseneigingen. In hoofdstuk 1 wordt
Nadere informatie(Patho)fysiologie van hemostase en trombose. Dr. Albert Huisman, klinisch chemicus UMC Utrecht
(Patho)fysiologie van hemostase en trombose Dr. Albert Huisman, klinisch chemicus UMC Utrecht Contact: Dr Albert Huisman, klinisch chemicus Laboratorium Klinische Chemie en Haematologie UMC Utrecht a.huisman@umcutrecht.nl
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Om een meercellig organisme goed te kunnen laten functioneren is het essentieel dat cellen met elkaar communiceren. Intercellulaire communicatie kan plaatsvinden via de uitscheiding van hormonen en groeifactoren
Nadere informatiebeleid bij pre-operatieve stollingsstoornissen
beleid bij pre-operatieve stollingsstoornissen Prof. Dr. Cees Th. Smit Sibinga, FRCP Edin, FRCPath ID Consulting for International Development of Transfusion Medicine (IDTM) University of Groningen, NL
Nadere informatieVermeld op ieder antwoordvel je naam en studentnummer
ertentamen MC 15-08-2013 9:00 uur 12:00 uur Vermeld op ieder antwoordvel je naam en studentnummer pgave 1 D-Apiose is een typische suiker, die alleen in planten voorkomt. et wordt gesynthetiseerd vanuit
Nadere informatieTENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld :00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal (aangegeven tijd is indicatie)
TENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 25-01-2010 14:00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal (aangegeven tijd is indicatie) 1 (~30 minuten; 20 punten) Onderstaand is een stukje
Nadere informatieModule 2. Wondgenezing
Module 2 Wondgenezing 1 Mechanismen van wondgenezing Definitie van een wond Een wond is per definitie een pathologische toestand waarbij weefsels van elkaar zijn gescheiden en/of vernietigd, en die samengaat
Nadere informatieWorkshop 27 april ROTEM voor perioperative monitoring van de stolling
Workshop 27 april 2010 ROTEM voor perioperative monitoring van de stolling Dr. Christa Boer Research Manager Perioperative Care Afdeling Anesthesiologie Thromboelastometrie Diagnostiek Educatie Onderzoek
Nadere informatie4. deleted. 1. ATP kan een reactie aandrijven omdat
1. ATP kan een reactie aandrijven omdat a. bij de hydrolyse van ATP warmte vrijkomt b. de hydrolyse van ATP de entropie doet toenemen c. ATP sterk bindt aan het substraat van enzymen d. ATP thermodynamisch
Nadere informatiePracticum Laboratoriumgeneeskunde. Dr. Pieter Vermeersch Prof. Norbert Blanckaert
Practicum Laboratoriumgeneeskunde Dr. Pieter Vermeersch Prof. Norbert Blanckaert Practicum laboratoriumgeneeskunde 1. Pre-analytische fase 2. Basisprincipes celtelling 3. Labobezoek OUTCOME EFFECT MEDISCHE
Nadere informatiePlaats van de collageen binding analyse in de VWD diagnostiek?
Plaats van de collageen binding analyse in de VWD diagnostiek? Van Aelst Sophie Prof. Dr. M. Jacquemin 08/03/2016 INLEIDING Ziekte van Von Willebrand (VWD) Meest voorkomende erfelijke bloedingsziekte Prevalentie
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32849 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Kocatürk, Begüm Title: Tissue factor isoforms in cancer and blood coagulation Issue
Nadere informatieBloedstolling. Disclaimer. Laboparameters Geneesmiddelen. Ziekenhuisapotheker, geen klinisch bioloog. Hemostase = complex; focus op stolling
Bloedstolling Laboparameters Geneesmiddelen Lorenz Van der Linden (UZLeuven) PUO, VZA, 09/10/2012 Disclaimer Ziekenhuisapotheker, geen klinisch bioloog Hemostase = complex; focus op stolling PT, aptt/act
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het immuunsysteem Ons immuunsysteem beschermt ons tegen allerlei ziekteverwekkers, zoals bacteriën, parasieten en virussen, die ons lichaam binnen dringen.
Nadere informatieCOO-module Signaaltransductie
COO-module Signaaltransductie Niveau 2, november 2005 Inleiding 1. Hier zie je drie manieren waarop chemische signalen worden doorgegeven tussen cellen. A. Plaats de juiste namen bij de afbeeldingen. B.
Nadere informatieDiagnostische toets Van HIV tot AIDS?
Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Moleculen 1. Basenparing In het DNA vindt basenparing plaats. Welke verbinding brengt een basenpaar tot stand? A. Peptidebinding B. Covalente binding C. Zwavelbrug
Nadere informatieTentamen Biochemie, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST,
Tentamen Biochemie, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST, 26-09-2014 1. Tijdens fotosynthese ontstaat O 2. Uit welke grondstof(fen) wordt dit O 2 gevormd? De reactie vereist energie. Hoeveel moleculen ATP worden
Nadere informatieNieuwe behandeltargets en behandelconcepten in stolling
Nieuwe behandeltargets en behandelconcepten in stolling Moderator Prof. dr R.E.G. Schutgens Spreker Prof. dr H.C.J. Eikenboom Belangenverklaring In overeenstemming met de regels van de Inspectie van de
Nadere informatieWerkstuk Biologie Bloed
Werkstuk Biologie Bloed Werkstuk door een scholier 1195 woorden 14 juni 2004 6,2 321 keer beoordeeld Vak Biologie De inleiding Waarom doen wij ons werkstuk over bloed? Wij doen ons werkstuk over bloed,
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/107517
Nadere informatieUniversity of Groningen. Hemostasis and anticoagulant therapy in liver diseases Potze, Wilma
University of Groningen Hemostasis and anticoagulant therapy in liver diseases Potze, Wilma IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from
Nadere informatieREADER. Cursus Sepsis : herkennen en behandelen in de pre-hospitale setting
READER Cursus Sepsis : herkennen en behandelen in de pre-hospitale setting ACHTERGRONDINFORMATIE: PATHOFYSIOLOGIE Pro- inflammatoire en anti-inflammatoire respons Sepsis is de systemische respons van de
Nadere informatieHeparine geinduceerde trombocytopenie Leendert Porcelijn Sanquin Diagnostiek Amsterdam
Heparine geinduceerde trombocytopenie Leendert Porcelijn Sanquin Diagnostiek Amsterdam 14 maart 2012 1 Kort over heparine HIT(T) Kan de diagnose HIT worden gesteld op basis van kliniek? Dat is vaak lastig
Nadere informatieDoel van deze studie
141 Achtergrond Cholesterol is nodig voor de opbouw en instandhouding van de wand van de cel, het celmembraan, en voor de produktie van hormonen. In het bloed wordt cholesterol vervoerd in kleine bolletjes,
Nadere informatiehoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3
In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp van dit proefschrift geïntroduceerd. De extrinsieke en intrinsieke bloedstolling en de verschillende functies van geactiveerd proteïne C (APC) en heparine worden beschreven.
Nadere informatieNederlandse samenvatting Haemostase
Nederlandse samenvatting Haemostase Alle organen en weefsels van hogere organismen worden voorzien van voedingsstoffen en zuurstof door middel van het bloedvatstelsel. Het bloedvatstelsel is een uitgebreid
Nadere informatieVoortschrijdend inzicht in de werking van de bloedstolling in vivo
STAND VAN ZAKEN Voortschrijdend inzicht in de werking van de bloedstolling in vivo Ester C. Löwenberg, Arne W.J.H. Dielis, Joost C.M. Meijers, Hugo ten Cate en Marcel Levi Nieuwe kennis over de bloedstolling
Nadere informatieHoe coupeer je anticoagulantia?
Hoe coupeer je anticoagulantia? COIG klinische farmacologie 18-6-2019 Jenneke Leentjens, internist-vasculair geneeskundige klinisch farmacoloog DISCLOSURE BELANGEN (potentiële) belangenverstrengeling Voor
Nadere informatieEen verlengde geactiveerde partiële tromboplastinetijd (APTT) NIET ALTIJD EEN VERHOOGDE BLOEDINGSNEIGING
CASUÏSTIEK Een verlengde geactiveerde partiële tromboplastinetijd (APTT) NIET ALTIJD EEN VERHOOGDE BLOEDINGSNEIGING Anke J.M. van der Pas, Frank W.G. Leebeek, David J. Perry, Ad Castel en Joost W.J. van
Nadere informatieSAMENVATTING IN HET NEDERLANDS
SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS Een organisme bestaat uit verschillende weefsels, die opgebouwd zijn uit cellen. Cellen zijn dus de bouwblokken van elk levend organisme. De ontwikkeling van slechts een
Nadere informatieDNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008
DNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008 DNA 1. Hieronder zie je de schematische weergave van een dubbelstrengs DNA-keten. Een
Nadere informatieAcademiejaar
Academiejaar 2012 2013 Kan de inflammatoire reactie die optreedt door contact met lichaamsvreemd materiaal beheerst worden door het gebruik van hemocompatibele oppervlaktebehandelingen? Louis DE BOTH Promotor:
Nadere informatie1 (~20 minuten; 15 punten)
HERTENTAMEN Moleculaire Cel Biologie (8A840) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld & Dr. M. Merkx 20-04-2012 14:00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik
Nadere informatieBiotransformatie en toxiciteit van
Biotransformatie en toxiciteit van paracetamol 062 1 Biotransformatie en toxiciteit van paracetamol Inleiding Paracetamol is het farmacologisch actieve bestanddeel van een groot aantal vrij en op recept
Nadere informatievwo hormoonstelsel 2010
vwo hormoonstelsel 2010 Integratie In onderstaande afbeelding is schematisch de regulatie van een aantal animale en vegetatieve functies bij de mens weergegeven. Al deze functies spelen een rol bij het
Nadere informatieDNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life
DNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life De vragen die voorkomen in het COO-programma DNA & eiwitsynthese zijn op dit formulier weergegeven. Het is de bedoeling dat je,
Nadere informatieVraag screenend laboratorium hemostase onderzoek. 2. pas maar op dat die bloedneus niet gaat groeien. 3. Griekenland, 32 C en een Hermes schotel
Vraag 1 Een corpulente minister van financiën stapt met een koffertje op het vliegtuig naar Griekenland en is geheel toevallig bij terugkomst enige kilo s bagage kwijt. Tevens heeft hij bij terugkomst
Nadere informatie(~30 minuten; 20 punten)
TENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 04-11-2011 09:00 12:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen! Additioneel 1 STar vraag (alleen
Nadere informatiehematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078)
ITP Uw hoofdbehandelaar is: hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen 08.30 17.00 uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078) 654 64 64. 1 Inleiding U heeft van de specialist
Nadere informatieSamenvatting van het proefschrift Hypercoagulability in cancer: new aspects of Trousseau s syndrome. Proefschriften
Proefschriften Activatie van de stolling bij kankerpatiënten: nieuwe mechanismen en de waarde van stollingsparameters in het voorspellen van metastasering, veneuze tromboembolieën en overleving Samenvatting
Nadere informatieVoorkom bloedingen. de achtergrond van antistollingsmiddelen, interacties en risicofactoren. Eindhoven, 19 juni 2014
Voorkom bloedingen de achtergrond van antistollingsmiddelen, interacties en risicofactoren Eindhoven, 19 juni 2014 dr. M.R. Nijziel, internist-hematoloog Indeling stollingssysteem oude antistollingsmiddelen
Nadere informatieNaam: Student nummer:
Vraag 1. a. Vergelijk de elektronen transportketen van de ademhaling met de elektronentransport keten van de licht reactie (eventueel met tekening). Geef aan waar ze plaats vinden, wie de elektronen donors
Nadere informatieMoleculaire mechanismen. De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen
Moleculaire mechanismen De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen The Hallmarks of Cancer Hanahan and Weinberg, Cell 2000 Niet afhankelijk van groei signalen Apoptose ontwijken
Nadere informatieSAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN
SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Samenvatting voor niet-ingewijden Wanneer een persoon zich verwondt en een bloeding optreedt zal normaal gesproken snel de bloedstolling beginnen en zich een korstje
Nadere informatieSectie Stolling SKML. Jaaroverzicht 2015
Sectie Stolling SKML Jaaroverzicht 2015 Inleiding Het doel van de externe kwaliteitsbewaking door de Sectie Stolling van de SKML is om de tussen-lab variatie voor de meest gangbare stollingsbepalingen
Nadere informatieAANDOENINGEN van het BLOED. H.H. TAN, arts 2015
AANDOENINGEN van het BLOED H.H. TAN, arts 2015 BLOED 2 RODE BLOEDCELLEN (ERYTROCYTEN ; 4,5-5,5 x 10 12 /ltr, 4-5 x 10 12 /ltr) * Vervoeren O 2 naar het weefsel * Voeren CO 2 af * Levensduur: 120 dagen
Nadere informatieSamenvatting. Figuur 1. Een T cel gemedieerde immuun response. APC: antigen presenterende cel; Ag: antigen; TCR: T cel receptor.
Samenvatting Het immuunsysteem Het menselijke lichaam bevat een uniek systeem, het immuunsysteem, wat ons beschermt tegen ongewenste en schadelijk indringers (ook wel lichaamsvreemde substanties of pathogenen
Nadere informatieParagraaf 6.1 en 6.2. 2. Osmotische waarde, ph weefselvloeistof, glucosegehalte
Paragraaf 6.1 en 6.2 1. Neem de volgende begrippen over in je schrift en geef een omschrijving Homeostase In stand houden van het interne milieu opperhuid Bovenste laag van de huid chitine Koolhydraat
Nadere informatieMini symposium. VHL 18 juni 2013 An Stroobants
Mini symposium VHL 18 juni 2013 An Stroobants Programma Introductie: An Stroobants Evaluatie van screeningstests Rol van PT en in screening op NOAC gebruik: Harry de Wit Evaluatie van specifieke tests
Nadere informatieBedside teaching Catharina
Bedside teaching Catharina Stolling en antistolling 2018 dr. Marten R. Nijziel internist-hematoloog Catharina ziekenhuis Wat gaan we doen? stolling: hemostase state-of-the-art 2018 antistolling: DOAC in
Nadere informatieVragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011
Celstofwisseling I Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011 Inleiding 1-12 Deze module gaat over de omzetting van voedsel in energie
Nadere informatieStudiehandleiding Biochemie I
Studiehandleiding Biochemie I 2006-2007 1 Proeftentamen Biochemie I 1. Vul de juiste term uit de lijst op de open plaatsen in onderstaande tekst in. Elke term mag maar éénmaal worden gebruikt maar niet
Nadere informatieSectie Stolling SKML. Jaaroverzicht 2014
Sectie Stolling SKML Jaaroverzicht 2014 Inleiding Het doel van de externe kwaliteitsbewaking door de Sectie Stolling van de SKML is om de tussen-lab variatie voor de meest gangbare stollingsbepalingen
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Chapter 8 Nederlandse Samenvatting β2-glycoprotein I (β2-gpi) is een eiwit dat circuleert in plasma (100-300 µg/ml) in een ongebonden vorm en in een lipoproteïne gebonden vorm. β2-gpi bestaat uit 5 zogenaamde
Nadere informatieNederlandse samenvatting.
. 10 Nederlands samenvatting Uit cijfers van de Hartstichting blijkt dat bijna 1 op de 3 Nederlanders sterft aan een hart- of vaatziekte (HVZ). Daarmee is het een van de voornaamste doodsoorzaken in Nederland.
Nadere informatieFEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID 3 FEBRUARI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 3, 1, A en C, en 24, 1, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot
Nadere informatieDe GPS behandeling. Figuur: Container waarin het bloed wordt gecentrifugeerd en de bloedplaatjes worden gescheiden van het bloedplasma.
De GPS behandeling De GPS behandeling Gel van bloedplaatjes: snelle en natuurlijke genezing Een wond geneest meestal op natuurlijke wijze. Wanneer dit niet gebeurt, is er een behandeling met bloedplaatjesgel
Nadere informatie