Protocol sancties en ordemaatregelen studenten

Transcriptie

1 Protocol sancties en ordemaatregelen studenten Colofon ons kenmerk Datum Juli 2014 Auteur mw. mr. M.V.B. van Overbeek Versie NL status Definitief

2 pagina 2 van 7 Inhoudsopgave Maatregelen conform het Studentenstatuut en conform de Klachtenregeling Ongewenst Gedrag van Avans Hogeschool. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 7.57h van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Whw) is het College van Bestuur bevoegd tot het geven van voorschriften en het nemen van maatregelen met betrekking tot de goede gang van zaken in de gebouwen en terreinen van Avans Hogeschool. In dit protocol zijn de interne gedragsregels voor het bevoegd gezag geformuleerd over hoe om te gaan met voorschriften en ordemaatregelen. Indien en voor zover dit protocol in strijd zou zijn met de vigerende wettelijke (Whw) en/of statutaire bepalingen prevaleren altijd laatstgenoemde. Achtereenvolgens worden aan de orde gesteld: 1 Sanctiemaatregelen Waarschuwing Berisping Overplaatsing Taakstraf Schorsing Weigering/intrekking inschrijving 5 2 Ordemaatregel Schorsing 6 3 Maatregelen conform de Klachtenregeling 7 Ongewenst Gedrag 4 Slotbepalingen 7

3 pagina 3 van 7 1 Sanctiemaatregelen (Artikel 7.57h Whw en artikel 8.5 Studentenstatuut 2013/2014). Een sanctie is een strafmaatregel, gebaseerd op een beoordeling van een feitelijke situatie. De beoordeling is schriftelijk gevormd naar aanleiding van een overtreding van de huisregels en voorschriften 1 c.q. het handelen in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Een sanctiemaatregel wordt opgelegd door de academiedirecteur 2 en de sanctie wordt uitgesproken nadat betrokkene in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord 3, dan wel op basis van een advies van de klachtencommissie in het kader van de Klachtenregeling Ongewenst Gedrag van Avans Hogeschool. 1.1 Waarschuwing Verschijningsvormen: a. Mondelinge waarschuwing (informeel karakter) 4, b. Schriftelijke waarschuwing (formeel karakter). Voor het opleggen van een waarschuwing geldt dat de omstandigheden en het betreffende ongewenste gedrag van de betrokkene moeten worden omschreven, gevolgd door de conclusie dat een waarschuwing wordt opgelegd. Aldus: "Naar aanleiding van het bovenstaande heb ik besloten U een waarschuwing te geven." Indien een waarschuwing wordt voorzien van een verwijzing naar een eventuele sanctie bij herhaling, krijgt de waarschuwing formeel bezien het karakter van een berisping en is paragraaf 1.2.van toepassing. 1.2 Schriftelijke berisping Een berisping heeft een zwaarder karakter dan een waarschuwing (zie 1.1). Een berisping geeft tevens aan dat een zwaardere sanctie zal worden opgelegd ingeval een student zich wederom schuldig maakt aan het (betreffende) ongewenste gedrag. Veelal leidt het vervallen in (hetzelfde) ongewenste gedrag na een schriftelijke berisping tot schorsing dan wel verwijdering. Uiteraard is het afhankelijk van de omstandigheden en de ernst van het geval. Betrokkene kan tegen een sanctie als bedoeld onder 1.1 sub b, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5 en 1.6 bezwaar maken. Het bezwaarschrift moet worden ingediend bij de Geschillenadviescommissie van het College van Bestuur (conform artikel 7.63a en 7.63b van de Whw, die nader zijn 1 Zie Hoofdstuk 8 van het Studentenstatuut, het bepaalde in de Algemene Huisregels en in de Onderwijs- en Examenregelingen van de opleidingen. 2 Het sanctiebeleid van en door examencommissies valt buiten de reikwijdte van dit Protocol aangezien dit is geregeld in de OER en van de opleidingen. 3 Uitgangspunt is dat een maatregel pas kan worden uitgesproken als hoor en wederhoor heeft plaatsgevonden. Het horen geschiedt door de academiedirecteur. 4 Geen formele procedure is nodig. De academiedirecteur kan een mondelinge waarschuwing geven aan een student. De rechtskracht van een dergelijke waarschuwing is in een (juridische) procedure nihil.

4 pagina 4 van 7 uitgewerkt in de Bezwarenprocedure voor studenten van Avans Hogeschool). 5 De termijn voor het indienen van het bezwaarschrift bedraagt 6 weken. 1.3 Overplaatsing of toekenning van een ander lesrooster (eventueel onvrijwillig) Een overplaatsing of toekenning van een ander lesrooster kan worden overwogen als de student niet goed functioneert in zijn verhouding met docenten en/of medestudenten. Het gedrag is echter niet dermate verwijtbaar dat dit een schorsing rechtvaardigt. Mogelijk kan in een dergelijke situatie een overplaatsing of ander lesrooster uitkomst bieden. 1.4 Taakstraf In artikel 8.5, vierde lid, van het Studentenstatuut is de taakstraf opgenomen als sanctiemaatregel. De taakstaf kan als alternatief worden aangeboden aan studenten die worden geconfronteerd met een schorsing van ten hoogste 1 maand. Het voordeel van de taakstraf is dat de student zijn studie niet hoeft te onderbreken. De taakstraf wordt opgelegd door de academiedirecteur en kan behelzen een extra opdracht met een bepaalde studie/werklast die buiten het reguliere opleidingsprogramma valt (en waarvoor vanzelfsprekend geen studiepunten worden toegekend) Schorsing Schorsing als sanctie gebeurt in het geval een berisping als straf te licht wordt bevonden, er een reden is om de student tijdelijk van de opleiding te weren en een overplaatsing niet mogelijk of onwenselijk is. De schorsing kan worden opgelegd als sanctie of als ordemaatregel. Aan de student wordt voor een nader bepaalde periode de toegang tot de gebouwen en terreinen van Avans Hogeschool ontzegd, hetgeen impliceert dat aan hem/haar het recht wordt ontzegd om aan het onderwijs deel te nemen, van de onderwijsvoorzieningen in Avans Hogeschool gebruik te maken, aan stageactiviteiten deel te nemen dan wel tentamens/examens af te leggen. Bovendien wordt het account van betrokkene geblokkeerd. Betrokkene heeft gedurende de termijn van schorsing geen recht op restitutie van het collegegeld. Procedure: - Een sanctiemaatregel (als onder 1.1 sub b, 1.2, 1.3, 1.4 en 1.5) wordt opgelegd door de academiedirecteur. - De academiedirecteur is ook formeel verantwoordelijk voor de correcte toepassing van de procedure. - Betrokkene wordt in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord. 7 - De conceptmaatregel wordt door de academiedirecteur voorgelegd aan de studentendecaan en de juridisch adviseur, zij fungeren als adviseur. 5 Zie hiervoor de Bezwarenprocedure voor studenten van Avans Hogeschool. 6 In plaats van een schorsing van een maand kan een taakstraf van (maximaal) 160 uur worden opgelegd. De taakstraf wordt door de academiedirecteur voorgesteld als alternatief voor de schorsing (met andere woorden: weigert de student de taakstraf, dan wordt de beoogde schorsing opgelegd). 7 Tenzij onverwijlde spoed dit onmogelijk maakt.

5 pagina 5 van 7 - Een sanctie wordt formeel opgelegd, nadat de juridisch adviseur positief advies heeft uitgebracht. Het opleggen van de sanctiemaatregel wordt aldus vooraf getoetst. - Een kopie van de brief wordt gestuurd aan de directeur van DMCS en aan de centrale studentenadministratie. Deze wordt opgenomen in het centrale studentdossier. - Bij het opleggen van een sanctie wordt altijd de bezwaar- en beroepsmogelijkheid van de student opgenomen. Deze kan schriftelijk en gemotiveerd bezwaar maken. Het bezwaarschrift moet worden ingediend bij de Geschillenadviescommissie van het College van Bestuur (conform artikel 7.63a en 7.63b van de Whw) Weigering dan wel intrekking van de inschrijving In zwaarwegende gevallen ter beoordeling aan het College van Bestuur kan, bij of krachtens titel 3 van hoofdstuk 7 van de Whw, aan betrokkene de verdere inschrijving worden geweigerd dan wel ingetrokken. Het betreft de beslissingen van of namens het College van Bestuur ter zake van: - beëindiging wegens ernstige fraude op voorstel van de examencommissie (7.12b lid 2 Whw), - het niet respecteren van de grondslag en doelstellingen van de instelling, hierin geadviseerd door de academiedirecteur (artikel 7.37 lid 5 en 6 Whw), - het overtreden van de huisregels en ordemaatregelen van de instelling, hierin geadviseerd door de academiedirecteur (artikel 7.57h Whw), - beëindiging van de inschrijving, artikel 7.42a Whw op grond van gedragingen of uitlatingen student in relatie met toekomstige beroepsuitoefening, hierin geadviseerd door de examencommissie of de studentendecaan (Iudicium abeundi), - beëindiging van de inschrijving, artikel 7.42 lid 2 Whw (met een extra wachtmaand) indien student niet voldoet aan zijn betalingsverplichtingen. Procedure: - Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de correcte toepassing van de procedure, hierin geadviseerd afhankelijk van de reden van beëindiging- door de academiedirecteur, de studentendecaan en/of de examencommissie van de desbetreffende academie c.q. opleiding waar de student is ingeschreven. - Bij een voorgenomen weigering dan wel intrekking van de inschrijvingsrechten dient altijd vooraf de juridisch adviseur te worden ingeschakeld, vanwege de ernst van de situatie en de juridische implicaties, die eraan ten grondslag liggen en die kunnen ontstaan. - De betrokken student wordt in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord. - De maatregel tot weigering/intrekking van de verdere inschrijving wordt formeel opgelegd door het College van Bestuur, nadat de juridisch adviseur positief heeft geadviseerd. Het opleggen van de sanctiemaatregel wordt aldus vooraf getoetst. - Een kopie van de brief wordt gestuurd aan de betreffende academiedirecteur en aan de directeur van DMCS en aan de centrale studentenadministratie. Deze wordt opgenomen in het centrale studentdossier. - Bij het opleggen van deze maatregel wordt de bezwaarmogelijkheid van de student opgenomen. Deze kan schriftelijk en gemotiveerd bezwaar maken. Het bezwaarschrift 8 Zie hiervoor de Bezwarenprocedure voor studenten van Avans Hogeschool

6 pagina 6 van 7 2 Ordemaatregel moet worden ingediend bij de Geschillenadviescommissie van het College van Bestuur (conform artikel 7.63a en 7.63b van de Whw). 9 Een ordemaatregel is geen straf c.q. sanctie. De maatregel dient een groter belang, namelijk het creëren van rust en afstand en/of in afwachting van het feitenonderzoek, bescherming door het bevoegd gezag van de student. Veelal zal het een maatregel zijn van openbare orde. Een ordemaatregel schorst niet de werking van de Klachtenregeling Ongewenst Gedrag van Avans Hogeschool. 2.1 Schorsing als ordemaatregel De schorsing als bedoeld in artikel 7.57h Whw kan worden toegepast als ordemaatregel. Procedure A: de ordemaatregel - De academiedirecteur is verantwoordelijk voor de correcte toepassing van de procedure; deze vraagt advies aan studentendecaan en/of vertrouwenspersoon. - Het schorsingsbesluit wordt voorgelegd aan de juridisch adviseur voor advies. - De schorsing wordt opgelegd door de academiedirecteur met inachtneming van het ingewonnen advies. - Het opleggen van de ordemaatregel wordt aldus vooraf getoetst. - Een kopie van de brief wordt gestuurd aan de directeur van DMCS en opgenomen in het centrale studentdossier. Procedure B: voorlopige voorziening in noodgevallen - De academiedirecteur is verantwoordelijk voor de correcte toepassing van de procedure; deze vraagt advies aan studentendecaan en/of vertrouwenspersoon. - In dringende gevallen neemt de academiedirecteur direct contact op met een van de juridisch adviseurs. - De schorsing wordt in dit geval direct door de academiedirecteur opgelegd. In dergelijke gevallen kan de schriftelijke motivering van de maatregel een dag later worden opgesteld door de academiedirecteur (eventueel met ondersteuning van de juridisch adviseur). - Een kopie van de schriftelijke beslissing ter zake de schorsing wordt gestuurd aan de directeur van DMCS en aan de centrale studentenadministratie. Deze wordt opgenomen in het centrale studentdossier. Bij het opleggen van een schorsing als ordemaatregel wordt de bezwaar- en beroepsmogelijkheid van de student opgenomen. Deze kan schriftelijk en gemotiveerd bezwaar maken. Het bezwaarschrift moet worden ingediend bij de Geschillenadviescommissie van het College van Bestuur (conform artikel 7.63a en 7.63b van de Whw) Zie hiervoor de Bezwarenprocedure voor studenten van Avans Hogeschool. 10 Zie hiervoor de Bezwarenprocedure voor studenten van Avans Hogeschool.

7 pagina 7 van 7 3 Maatregelen conform de Klachtenregeling Ongewenst Gedrag (artikel 37 Klachtenregeling Ongewenst Gedrag) Zodra bekend is dat een klacht is ingediend bij de Klachtencommissie Ongewenst Gedrag, dienen het College van Bestuur en de betrokken academiedirecteur te worden ingelicht, en tevens Studentenzaken (DMCS) respectievelijk DP&O. De Klachtencommissie komt binnen 3 maanden tot een uitspraak. De uitspraak gaat vergezeld van een advies aan het College van Bestuur. Procedure: - In geval van ongewenst gedrag geldt de Klachtenregeling Ongewenst Gedrag en de daarbij behorende procedures. - De Klachtenregeling laat onverlet de bevoegdheid van het College van Bestuur om een ordemaatregel op te leggen. - De Klachtencommissie komt binnen 3 maanden tot een uitspraak. - De uitspraak gaat vergezeld van een advies aan het College van Bestuur. Dit advies kan maatregelen bevatten op het rechtspositionele, justitiële en/of schoolorganisatorische vlak. Het advies van de Klachtencommissie is niet bindend. - Het College van Bestuur neemt binnen de in artikel 38 van de Klachtenregeling genoemde termijn een beslissing over de op te leggen maatregel en communiceert dit met de betrokkenen. - Het advies van de Klachtencommissie tot het opleggen van een maatregel kan door het College van Bestuur desgewenst ter advisering worden voorgelegd aan de juridisch adviseur. - Een kopie van de beslissing wordt gestuurd aan de directeur van DMCS en aan de centrale studentenadministratie en voor zover van toepassing aan DP&O-. Een kopie van de brief wordt opgenomen in het centrale studentdossier en (eventueel) PSAdossier. 4 Slotbepalingen Dit Protocol is door het College van Bestuur vastgesteld en wordt jaarlijks geëvalueerd. De regeling kan worden aangehaald als.