Raadsvoorstel. Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing Windpark De Rietvelden. Status

Transcriptie

1 Raadsvoorstel Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing Windpark De Rietvelden Reg.nr. : B&W verg. : 29 maart 2017 Commissie : ROB Cie_verg. : 18 april 2017 Raadsverg. : 9 mei ) Status Op grond van uw primaire bevoegdheden op het gebied van ruimtelijke ordening bieden wij u bijgevoegd voorstel aan om te besluiten dat een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 6.5 lid 1 Besluit omgevingsrecht niet is vereist voor het project Windpark De Rietvelden. Dit voorstel geschiedt in het kader van uw besluit van 16 december 2014 op het voorstel (reg. nr ) met betrekking tot het Optimaliseren van de uitgebreide afwijkingsprocedure (Waboafwijkingsprocedure). Voorts wordt voorgesteld ter stroomlijning van de besluitvormingsprocedure en de mogelijke rechtsgang daarna voor dit project toepassing te geven aan de coördinatiemogelijkheid als bedoeld in art Wro. 2) Samenvatting Bij de inspraakprocedure voor het Windpark De Rietvelden zijn tientallen inspraakreacties ingebracht, waarvan diverse zijn voorzien van vele handtekeningen en/of steunbetuigingen. (In totaal hebben zich ca mensen uitgesproken in een reactie). De inspraakreacties richten zich in hoofdzaak op de aspecten van woon-, werk- en leefklimaat (geluidsoverlast, slagschaduw, visuele hinder, gezondheidsaspecten en externe veiligheid), bescherming van landschappelijke en natuurwaarden en vergoeding/compensatie van de aantasting van genoemde belangen. Voorts wordt gevraagd om alternatieve mogelijkheden voor het winnen van duurzame energie, en/of het kiezen voor alternatieve locaties voor realisering van windparken te bezien. Inhoudelijk is vanuit de inspraakresultaten gekozen voor het doorvoeren van de navolgende maatregelen ter bescherming van het woon- en leefklimaat in de omgeving en bestaande en nog te ontwikkelen natuurwaarden: - terugdringen geluidsuitstraling windpark naar omgeving ter bescherming tegen hinder en slaapverstoring; (afzien van toepassing van maatwerkvoorschriften die ruimte geven voor extra geluidsbelasting); verdere specifieke actie op laagfrequent geluid is niet nodig (ingewonnen TNO-advies geeft op basis van uitgebreid onderzoeksmateriaal aan dat er buiten hinder en slaapverstoring geen aanwijzingen zijn voor een verband tussen windturbinegeluid en gerapporteerde gezondheidsklachten). - overlast van slagschaduw terugdringen tot voor omwonenden meest bescherming biedende norm die toegepast kan worden binnen de wettelijke bepalingen (max. 340 minuten per jaar); - terugdringen veiligheidsrisico s door sturing op optimaliseren van situering. - opleggen van mitigerende maatregelen (onder meer stilstandsvoorziening windmolens) ter voorkoming van onnodige sterfte van vleermuizen en beschermde soorten vogels. - uitsluiten tijdens broedseizoen (maart-augustus) van werkzaamheden aan windpark welke leiden tot verstoring en/of vernietiging van nesten van beschermde broedende vogels. 2

2 Omdat de in het Energietransitie-programma beschreven maatregelen vooralsnog slechts in pakweg 2/3e deel van het beoogde resultaat van een klimaatneutrale stad in 2050 kunnen voorzien, kan niet echt sprake zijn van alternatieven voor het windpark in toepassing van andere vormen van winning van duurzame energie en/of het inzetten van alternatieve locaties voor de winning van windenergie. Alle alternatieve mogelijkheden moeten juist óók ingezet worden om de doelstellingen van het klimaatbeleid binnen bereik te krijgen. Verder wordt in samenwerking met Raedthuys Pure Energie en de overige initiatiefnemers, de Energiecoöperatie 073 en de Bossche Windmolen West (BWW) gewerkt aan een (financieel) participatiemodel dat voorziet in het meer in evenwicht brengen voor de omgeving van het windpark van de lasten van de windmolens (aantasting woon- en leefklimaat) en de lusten daarvan. De Bossche Windmolen West gaat daartoe winddelen verkopen waarmee omwonenden van het windpark meedelen in de opbrengst van een van de molens. Voorts wordt met initiatiefnemers een gebiedsfonds opgezet waarmee een deel van de (financiële) opbrengst van de energiewinning in overleg met de omgeving teruggegeven kan worden aan de gebieden binnen de invloedssfeer van het windpark. Tenslotte wordt waar mogelijk al deels invulling gegeven aan een aantal in het kader van het energietransitie-programma door uw raad aangenomen moties. 3) Voorstel: Om te besluiten: 1. geen bezwaar te hebben tegen het project Windpark De Rietvelden waardoor een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 6.5 lid 1 Besluit omgevingsrecht niet is vereist; 2. het project op grond van artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening aan te wijzen als project waarvan het gemeentelijk ruimtelijk beleid het wenselijk maakt de voorbereiding en bekendmaking van de besluitvorming omtrent verlening van omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 3, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht te coördineren met de voorbereiding en bekendmaking van overige besluitvorming met betrekking tot specifieke vergunningen verband houdend met de realisering, het gebruik en de ontsluiting van het Windpark De Rietvelden. Steller : Damen Tel. : m.damen@s-hertogenbosch.nl 3

3 4) Aanleiding/besluitengeschiedenis Op basis van het door de gemeenteraad op 9 september 2008 (vastgestelde Energie- en Klimaatprogramma (reg.nr ) en de besluitvorming van de raad van 9 september 2014 op het raadsvoorstel Windturbines Rietvelden/Treurenburg (reg. nr ) is eind vorig jaar het initiatief voor de ontwikkeling van het Windpark De Rietvelden vrijgegeven voor inspraak. Het windparkinitiatief van Raedthuys Pure Energie, enkele bedrijven en een particuliere grondeigenaar voorziet in de realisering van een viertal windturbines met een maximale ashoogte van 125 meter en een maximale rotordiameter van 122 meter in de omgeving van de rijksweg A59 op het bedrijventerrein de Rietvelden (3 turbines) en het agrarisch gebied nabij de Treurenburg (1 turbine). Beoogde nieuwe windmolens windpark (rood) en bestaande windmolen Treurenburg (blauw) Tijdens de inspraakprocedure van 14 november tot eind december 2016 zijn tientallen inspraakreacties ingebracht, waarvan diverse zijn voorzien van vele handtekeningen en/of steunbetuigingen. (In totaal hebben zich ca mensen uitgesproken in een reactie). Voorts zijn in het kader van het raadsvoorstel Energietransitie-programma (31 januari reg.nr ) nog reacties van externen ingekomen en moties door de raad aangenomen die betrekking hebben op de plannen voor het Windpark De Rietvelden. Ook deze reacties en moties zijn meegenomen in onderhavig bestuurlijk voorstel. Tenslotte is de beoogde ontwikkeling besproken met reguliere vooroverleginstanties als Waterschap, Provincie en Rijkswaterstaat.

4 5) Inhoud Inspraak De inspraakreacties richten zich in hoofdzaak op de aspecten van woon-, werk- en leefklimaat (geluidsoverlast, slagschaduw, visuele hinder, gezondheidsaspecten/externe veiligheid), bescherming van landschappelijke en natuurwaarden en vergoeding/compensatie van de aantasting van genoemde belangen. In vele reacties wordt daarbij aangestuurd op het nader bezien van alternatieve mogelijkheden voor het winnen van duurzame energie, en/of het kiezen voor alternatieve locaties voor realisering van windparken. In het eindverslag inspraak Windpark De Rietvelden (als bijlage bijgevoegd) zijn de reacties op inhoud geclusterd en gedetailleerd van commentaar voorzien. Onderstaand worden de hoofditems kort toegelicht en wordt aangegeven waar de reacties aanleiding geven tot bijstelling van de uitgangspunten voor de ontwikkeling. - Woon- en leefklimaat Overeenkomstig de in het milieurecht verankerde uitgangspunten ten aanzien van het - waar mogelijk - toepassen van de best beschikbare technieken ter voorkoming van hinder, is aanvullend onderzoek gedaan naar de mogelijkheden tot het terugdringen van de geluidsuitstraling van het windpark naar de (woon)omgeving. Gebleken is dat (ook) binnen de bestaande uitgangspunten ten aanzien van situering en vormgeving van de windmolens de geluidsbelasting van de (woon)omgeving is terug te brengen naar het niveau van de algemene geluidsnormen voor windparken als vastgelegd in de milieuwetgeving van het Activiteitenbesluit. Vanuit het belang van een zo goed mogelijk woon- en leefklimaat in de omgeving is daarom besloten niet langer ruimte te geven voor toepassing van maatwerkvoorschriften die hogere geluidsbelastingen dan de primaire wettelijke normen toelaten. Het belang van de bewoners in de omgeving heeft dus zwaarder gewogen dan het belang van optimalisering van de energieopbrengst. Voorts is met het oog op het woonklimaat van omwonenden van het windpark en het bieden van transparantie en rechtszekerheid besloten de normstelling ten aanzien van toelaatbare slagschaduw op woningen en andere gevoelige objecten vast te leggen op een absoluut maximum van 5 uur en 40 minuten per jaar. Dit is voor omwonenden de meest bescherming biedende norm die toegepast kan worden binnen de wettelijke bepalingen. In de ruimtelijke onderbouwing voor het project zijn beide zaken - die voorzien in het terugdringen van de als meest storend beschouwde vormen van overlast van windmolens - vastgelegd als randvoorwaarden waaraan de aanvraag omgevingsvergunning voor het windpark zal worden getoetst. Maar uiteraard zal ook het daadwerkelijk functioneren van het windpark na ingebruikname aan deze normen worden getoetst en zal worden toegezien op naleving van de gestelde randvoorwaarden. Ten aanzien van het aspect visuele hinder zijn geen nieuwe randvoorwaarden overwogen. Een en ander houdt verband met het subjectieve karakter van de beleving van de molens, de mogelijkheden om de ervaren overlast buiten te sluiten, en het gegeven dat slechts een zeer beperkt aantal reguliere woningen op geringe afstand in de eerste lijn van bebouwing rond het windpark liggen en ook daadwerkelijk ruim zicht op het windpark zullen hebben. Voor deze verspreid liggende woningen op relatieve korte afstand van het windpark geldt dat de ambitie van het gemeentelijk klimaatbeleid en de optimalisering van de productie van duurzame energie meer gewicht wordt toegekend in de afweging dan het belang van uitzicht van de bewoners van bedoelde woningen. Voor de woningen in de kom van Engelen speelt dat deze allemaal op zodanige afstand (vanaf ca. 700 meter) van de molens liggen dat van visuele hinder nauwelijks sprake kan zijn. 5

5 - Gezondheid en veiligheid Voor wat betreft gezondheidsaspecten in relatie tot geluidsuitstraling heeft de Nederlandse wetgever geen specifieke geluidsnormen gesteld voor laagfrequent geluid van windmolens; de algemene geluidsnormering voor windparken zoals opgenomen in het Activiteitenbesluit geeft blijkens onderzoeken van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de opvattingen van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (ook) voldoende bescherming tegen mogelijke gevolgen van laagfrequent geluid op de gezondheid van mensen. De Raad van State heeft de opvattingen van de rijksoverheid structureel bevestigd in haar uitspraken. Naar aanleiding van de ingebrachte inspraakreacties is TNO gevraagd op basis van uitgebreid bestaand (internationaal) onderzoek een advies uit te brengen omtrent de mogelijke effecten van (laagfrequent) geluid van windmolens als in het windparkinitiatief beoogd, op de gezondheid van omwonenden. TNO concludeert daarbij dat er - buiten hinder en slaapverstoring - geen aanwijzingen zijn voor een verband tussen windturbinegeluid en gerapporteerde gezondheidsklachten. Het windpark voldoet verder aan de wettelijke normstelling ten aanzien van externe veiligheid voor de bestaande bebouwing in de omgeving, en laat ook voldoende ruimte voor een veilige invulling van de onbebouwde terreinen in de omgeving. Op dit onderdeel heeft een verdere optimalisatie van de situering van de windmolens plaatsgevonden. Binnen de vooraf gestelde randvoorwaarden voor de ontwikkeling van het windpark is voorts ruimte gelaten voor initiatiefnemers om nog verder te sleutelen aan optimalisering van de veiligheid in het verblijfs- en werkklimaat in de directe omgeving. - Bestaande natuurwaarden en verdere natuurontwikkeling in Diezemonding Mede naar aanleiding van de ingekomen inspraakreacties is nader onderzoek gedaan naar de inpasbaarheid van met name de aan de Gemaalweg geprojecteerde windmolen in het natuurontwikkelingsgebied Diezemonding en de invloed daarvan op beschermde soorten. Voor wat betreft het aspect bestaande natuurwaarden bevestigt het onderzoeksrapport de conclusies van eerder onderzoek dat de natuurwetgeving de realisering van het windpark niet in de weg staat. De gestelde doelen voor de Natura 2000-gebieden blijven overeind en de instandhoudingsdoelstellingen voor beschermde soorten vleermuizen en vogels komen niet in het geding. Wel zal voor het windparkinitiatief ontheffing verkregen dienen te worden van de verbodsbepalingen van de natuurwetgeving inzake het (niet opzettelijk) doden van vleermuizen en vogels door windmolens. Met mitigerende maatregelen - onder meer met toepassing van stilstandsvoorzieningen aan windmolens - kan de invloed van het windpark op het sterftecijfer van de beschermde soorten zeer drastisch teruggeschroefd worden zonder dat een en ander in betekenende mate ten koste gaat van de energieopbrengst van het windpark (invloed per molen minder dan 1%). Verder wordt onder meer uitgesloten dat tijdens het broedseizoen (maart-augustus) werkzaamheden worden verricht aan het windpark welke kunnen leiden tot verstoring en/of vernietiging van nesten van broedende vogels. Ook deze mitigerende maatregelen ten behoeve van de instandhouding van beschermde soorten hebben een plaats gekregen binnen de ruimtelijke onderbouwing van het windparkproject en vormen daarmee een kader voor de uiteindelijke aanvraag omgevingsvergunning. De benodigde ontheffingsprocedure van de verbodsbepalingen van de natuurwetgeving kan meelopen met de geplande procedure voor de omgevingsvergunning en is niet van invloed op de voortgang van het vergunningsproces. 6

6 Concluderend vormt de voorgenomen plaatsing van een windmolen aan de Gemaalweg geen belemmering voor de brede natuurontwikkeling in het gebied de Diezemonding. De windmolen heeft hoogstens enige invloed op de inrichtingsmogelijkheden van het te ontwikkelen natuurgebied aan de Dieskant en de aantrekkelijkheid van dat gebied voor recreatie. Verder zal het open gebied van de Henriëttewaard in het geheel geen invloed ondervinden van de windmolen aan de Gemaalweg. De totale gebiedsontwikkeling in de Diezemonding sluit daarmee goed aan op de meervoudige gemeentelijke ambitie van het nastreven van de doelstellingen van het klimaatbeleid en het tegelijk verder vormgeven van de natuurontwikkeling in het gebied. Ter illustratie is de opzet van de ontwikkeling van het Landschapspark Diezemonding als bijlage toegevoegd. - Alternatieven in winning duurzame energie en alternatieve locaties voor windparken In het recent aan de gemeenteraad voorgelegde Energietransitie-programma zijn de opgaven ten aanzien van energiebesparing en opwekking van duurzame energie benoemd die moeten leiden tot de ambitie van de gemeente; een klimaatneutrale stad in De bijbehorende maatregelen voorzien vooralsnog slechts in pakweg 2/3e deel van het beoogde resultaat. Om die redenen is de insteek ten aanzien van het Windpark de Rietvelden dat er op voorhand niet echt sprake kan zijn van alternatieven voor het windpark in toepassing van andere vormen van winning van duurzame energie en/of het inzetten van alternatieve locaties voor de winning van windenergie. Alle alternatieve mogelijkheden moeten juist óók ingezet worden om de doelstellingen van het klimaatbeleid binnen bereik te krijgen. - Vergoeding/compensatie schade aan woon-, werk- en leefklimaat Het windparkproject kan - als de rechtsgang na het vergunningstraject is afgerond - een grondslag vormen voor planschadeclaims. Aan de achterkant van het proces kan dan de schade boven de toepasselijke drempel voor vergoeding in aanmerking komen. Aan de voorzijde van het proces kan evenwel al eerder actief omgegaan worden met compenserende financiële maatregelen die meer evenwicht brengen tussen de lusten en lasten rondom het windpark (zie navolgende paragraaf). Financiële participatie, gebiedsfonds,communicatie, draagvlakverbreding, moties In samenwerking met Raedthuys Pure Energie en de overige initiatiefnemers, de Energiecoöperatie 073 en de Bossche Windmolen West (BWW) is gewerkt aan een (financieel) participatiemodel dat voorziet in het meer in evenwicht brengen voor bewoners in de omgeving van het windpark van de lasten van de windmolens (aantasting woon- en leefklimaat) en de lusten daarvan (zie bijlage Plan van Aanpak Communicatie en Participatie Windpark De Rietvelden ). De Bossche Windmolen West gaat daartoe winddelen verkopen waarmee omwonenden van het windpark meedelen in de opbrengst van een van de molens. Voorts wordt met initiatiefnemers een gebiedsfonds opgezet waarmee een deel van de (financiële) opbrengst van de energiewinning in overleg met de omgeving teruggegeven kan worden aan de gebieden binnen de invloedssfeer van het windpark. Hoe meer de lusten en lasten van het windpark in evenwicht zijn voor omwonenden, hoe groter het maatschappelijk draagvlak van het windpark (of de acceptatie van de realisering daarvan) kan worden. Daarnaast zullen de Energiecoöperatie en de BWW zich inspannen voor het bevorderen van het produceren van duurzame energie en het verbreden van kennis ten aanzien van zaken als duurzaamheid en wereldwijd klimaatbeleid. 7

7 Op basis van de in het Plan van Aanpak Communicatie en Participatie Windpark De Rietvelden gemaakte afspraken (zie bijlage) hebben de wethouders Duurzaamheid en Ruimtelijke Ordening - net als de initiatiefnemers en de Bossche Windmolen West - gesprekken gevoerd met (vertegenwoordigers van) insprekers op het windparkproject (zowel voor- als tegenstanders). Maar ook met andere belanghebbenden en belangstellenden uit de omgeving. Dat zullen we ook in de komende periode blijven doen. Doelstelling daarbij is de omgeving te betrekken bij het verder vormgeven van het (financieel) participatiemodel en de invulling van het beoogde gebiedsfonds. Op deze wijze wordt gewerkt aan verbreding van het draagvlak voor het windparkproject. Bovenomschreven samenwerking van de gemeente met bedrijven en de uit bewoners van de stad samengestelde Bossche Windmolen West sluit aan op de eerder op 31 januari jl. door uw raad aanvaarde motie nr. 8 op het Energietransitie programma inzake het realiseren van het juiste niveau van draagvlak bij de bewoners in de omgeving van het windpark. De op hetzelfde agendapunt aanvaarde motie nr. 1 met betrekking tot het in beeld brengen van het draagvlak in de omringende wijken m.b.t. het windparkproject zal feitelijk pas ingevuld kunnen worden na afloop van de termijn dat zienswijzen ingebracht kunnen worden op het voornemen omgevingsvergunning te verlenen voor het windparkproject. Pas dan zal duidelijk zijn in hoeverre de maatregelen gericht op het terugdringen van geluidhinder, slagschaduw, veiligheidsrisico s en bedreiging van natuurwaarden - in samenhang met het aanbieden van mogelijkheden meer evenwicht te krijgen in verdeling van de lusten en lasten naar de omwonenden - daadwerkelijk invloed hebben op het maatschappelijk draagvlak in de woonomgeving van het windpark. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat er binnen de Bossche bevolking op zich breed draagvlak is voor zaken als duurzaamheid en klimaatbeleid. Maar het mag duidelijk zijn dat plaatselijk het draagvlak voor windmolens in de achtertuin sterk kan afwijken van het algemene beeld. Het naar aanleiding van eerdergenoemde motie nr. 1 door TNO uitgebrachte adviesrapport inzake de mogelijke invloed van (laagfrequent) geluid van windmolens op de gezondheid van omwonenden is als bijlage toegevoegd. Evenals een kaartbeeld met een globale indicatie van de mogelijkheden en belemmeringen voor windmolens in s-hertogenbosch, welke vooruit loopt op de brede verkenning van potentiële windparklocaties binnen de gemeente, die gedurende dit jaar zal worden uitgevoerd. Vervolgprocedure De volgende stap op weg naar realisering van een windpark op en nabij het bedrijventerrein de Rietvelden ligt in het in procedure brengen van de in te dienen aanvraag omgevingsvergunning voor de realisering van het windpark. Het betreft daarbij de toepassing van de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in art. 2.12, lid 1a sub 3 Wabo, waarbij de aanvraag omgevingsvergunning met de ruimtelijke onderbouwing en de ontwerpvergunning Wabo gedurende 6 weken ter inzage gelegd wordt met de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen tegen de voorgenomen besluitvorming. Voorafgaand aan het daadwerkelijk kunnen verlenen van omgevingsvergunning met de Waboafwijkingsprocedure is medewerking van uw raad benodigd in de vorm van een besluit van uw raad overeenkomstig het raadsbesluit van 16 december 2014 dat u geen bezwaar heeft tegen het voorliggende project, waardoor een verklaring van geen bedenkingen niet meer vereist is. Onderhavig voorstel voorziet in deze besluitvorming. Voor het windmolenproject kan voorts gekozen worden voor toepassing van een gecoördineerde procedure als bedoeld in art Wro in samenhang met de voorbereiding en bekendmaking van 8

8 overige besluitvorming met betrekking tot specifieke vergunningen verband houdend met de realisering, het gebruik en de ontsluiting van het Windpark De Rietvelden. Daarmee wordt de gemeentelijke besluitvorming en een eventuele rechtsgang daarna gestroomlijnd. Omdat de in maart 2015 vastgestelde Coördinatieverordening daar niet specifiek in voorziet is voor dit project een afzonderlijk besluit van uw raad nodig (opgenomen onder besluitpunt 2 van het dictum van het ter vaststelling voorgelegde raadsvoorstel). 6) Financiële paragraaf Met de initiatiefnemers van het windmolenproject zijn afspraken gemaakt omtrent de aspecten kostenverhaal en verrekening van eventuele planschade, een en ander voorafgaand aan het opstarten van de beoogde vervolgprocedure vast te leggen in een anterieure overeenkomst als bedoeld in artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening. De financiële haalbaarheid van het project voor de gemeente is daarmee genoegzaam verzekerd. Burgemeester en wethouders van s-hertogenbosch, De secretaris, De burgemeester, mr. drs. I.A.M. Woestenberg mr. dr. A.G.J.M. Rombouts Bijlagen: 1. Ruimtelijke onderbouwing Windpark De Rietvelden 2. Eindverslag inspraak initiatief Windpark De Rietvelden 3. TNO-rapport 2017 R10365 Notitie windturbinegeluid en gezondheid 4. Notitie Landschapspark Diezemonding 5. Kaartbeeld Globale indicatie van mogelijkheden en belemmeringen voor windmolens 6. Plan van Aanpak Communicatie en Participatie Windpark De Rietvelden 9

9 De gemeenteraad van 's-hertogenbosch in zijn openbare vergadering van 9 mei 2017; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 maart 2017, reg,nr ; gelet op de Gemeentewet en de Wet ruimtelijke ordening; Besluit: 1. geen bezwaar te hebben tegen het project Windpark De Rietvelden waardoor een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 6.5 lid 1 Besluit omgevingsrecht niet is vereist; 2. het project op grond van artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening aan te wijzen als project waarvan het gemeentelijk ruimtelijk beleid het wenselijk maakt de voorbereiding en bekendmaking van de besluitvorming omtrent verlening van omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 3, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht te coördineren met de voorbereiding en bekendmaking van overige besluitvorming met betrekking tot specifieke vergunningen verband houdend met de realisering, het gebruik en de ontsluiting van het Windpark De Rietvelden. 's-hertogenbosch, De gemeenteraad voornoemd, De griffier, De voorzitter, drs. W.G. Amesz mr. dr. A.G.J.M. Rombouts 10