Mortaliteit en morbiditeit van aterme pasgeborenen op de neonatale intensivecareunit in de regio Utrecht
|
|
- Maurits Janssens
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Onderzoek Mortaliteit en morbiditeit van aterme pasgeborenen op de neonatale intensivecareunit in de regio Utrecht Annemieke C.C. Evers, Jeanette van Leeuwen, Anneke Kwee, Hens A.A. Brouwers, Corine Koopman-Esseboom, Peter G.J. Nikkels, Annette Duyn, Hein W. Bruinse ONDERZOEK Doel Opzet Methode Resultaten Conclusie Inzicht verkrijgen in de mortaliteit en morbiditeit van aterme neonaten zonder congenitale afwijkingen, opgenomen op een neonatale intensivecareunit (NICU). Retrospectieve analyse. In dit onderzoek werden alle aterme neonaten geëvalueerd die in de periode geboren werden, zonder congenitale aandoeningen, en opgenomen werden op de NICU van het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) te Utrecht. Informatie over de partus, NICU-opname en follow-up tot de leeftijd van 18 maanden, werd verkregen uit de status. In d e s t u d iep er io d e wer d en 597 ater m e ne o naten o p g eno m en o p d e NICU; d i t k w am ne er o p 3 à 4 o p g eno m en ne o naten per 1000 aterme pasgeborenen in de regio Utrecht. Van de pasgeborenen werd 47% opgenomen wegens asfyxie, 17% wegens respiratoire problemen en 12% wegens een infectie. In 79% vond de geboorte onder 2e lijnszorg plaats; in 29% was de bevalling begonnen onder eerstelijnszorg als laagrisicobevalling. 21% van de neonaten werd op de NICU opgenomen na een geboorte onder eerstelijnszorg. Bijna 15% van de neonaten overleed op de NICU, in 89% van de gevallen als gevolg van asfyxie. Van de kinderen met asfyxie die overleefden, had 15% op de leeftijd van 18 maanden een handicap. Post-par tum opname van een, in aanleg gezonde, aterme neonaat op de NICU is een ernstige perinatale uitkomst, en verdient verder onderzoek. Verschillende factoren die hierbij een rol spelen moeten nader geanalyseerd worden, bijvoorbeeld door middel van perinatale audits. Universitair Medisch Centrum Utrecht, locatie Wilhelmina Kinderziekenhuis, divisie Vrouw en Baby, Utrecht. drs. A.C.C. Evers, artsonderzoeker; dr. A. Kwee en prof.dr. H.W. Bruinse, gynaecologen; dr. H.A.A. Brouwers en dr. C. Koopman-Esseboom, neonatologen; dr. P.G.J. Nikkels, patholoog. TweeSteden Ziekenhuis, afd. gynaecologie, Tilburg. Drs. J. van Leeuwen, ANIOS gynaecologie. Slotervaartziekenhuis, afd. gynaecologie, Amsterdam. Drs. A. Duyn, gynaecoloog. Contactpersoon: drs. A.C.C. Evers, (A.Evers@umcutrecht.nl). De kwaliteit van verloskundige zorg wordt voornamelijk gerelateerd aan de perinatale sterfte. Uit internationale overzichten van perinatale sterfte in 1999 en 2004 (Peristat I en II) weten we dat de daling van de perinatale sterftecijfers in Nederland achterblijft ten opzichte van de ons omringende landen. 1-6 Bij de evaluatie van perinatale zorg in Nederland heeft de morbiditeit van kinderen echter nog geen plaats, terwijl men mag aannemen dat naast elk geval van perinatale sterfte een veelvoud aan casussen met ernstige perinatale morbiditeit staat. Post partum opname van een, in aanleg gezonde, aterme neonaat op de neonatale intensivecareunit (NICU) beschouwen wij als een uiting van ernstige perinatale morbiditeit. Over deze groep kinderen is in de literatuur vrijwel niets bekend. Het doel van dit onderzoek was om inzicht te krijgen in de mortaliteit en morbiditeit van in aanleg gezonde aterme neonaten, die op een NICU worden opgenomen. Patiënten en Methode In dit retrospectieve onderzoek includeerden wij alle kinderen die in de periode na een zwangerschapsduur van 37 weken zonder ernstige congenitale NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A118 1
2 ONDERZOEK Uitleg Wet lung -syndroom Beeld van respiratoire distress onmiddellijk na de geboorte, ten gevolge van onvoldoende resorptie van amnionvocht uit de longblaasjes. Meconiumaspiratiesyndroom Beeld van respiratoire distress postpartum op basis van aspiratie van meconium. De aspiratie van meconium leidt tot zowel atelectasevorming, als een chemische pneumonie in de eerste levensdag. afwijkingen geboren werden, en die opgenomen werden op de NICU van het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ). De NICU van het WKZ is 1 van de 10 NICU s in Nederland. De opgenomen kinderen komen grotendeels (85%) uit de eigen regio. Voor het identificeren van de neonaten werd gebruik gemaakt van de Landelijke Neonatale Registratie. Gegevens van iedere casus werden verkregen uit de status, met een focus op karakteristieken van de partus en ontslagdiagnose van de NICU. We maakten een indeling in 3 groepen. De eerste groep bestond uit neonaten die geboren werden onder verantwoordelijkheid van de 1e lijn. De tweede groep bestond uit neonaten, waarvan de baring werd gestart in de 1e lijn, maar waarbij de aanstaande moeder durante partu werd verwezen naar de 2e lijn. De derde groep bestond uit vrouwen die antenataal een indicatie hadden om in de 2e lijn te bevallen. Zowel een primaire medische indicatie als een antepartum overname vanuit de 1e lijn, rekenden we tot deze categorie. De NICU van het WKZ verzorgt ongeveer 12,5% van het aantal neonaten met NICU-behoefte in Nederland. We namen aan dat de verdeling van aterme partus in onze regio niet anders is, dan in Nederland als geheel. Met behulp van gegevens van de Perinatale Registratie Nederland en het Centraal Bureau voor de Statistiek achterhaalden we hoeveel aterme neonaten er in de gehele periode in Nederland geboren werden. Hiermee berekenden we het aantal aterme neonaten geboren in de regio Utrecht in Bij het berekenen van de incidentie van het aantal NICU opnames per 1000 aterme geboren neonaten werd rekening gehouden met het gegeven dat ongeveer 15% van de in het WKZ opgenomen neonaten afkomstig was uit een andere regio. Neonatale opnamediagnoses en uitkomst. De ontslagdiagnoses van de neonaten werden ingedeeld in 8 groepen. De groep asfyxie bevatte de casussen waarbij perinatale hypoxische-ischemie optrad, met of zonder duidelijke oorzaak. Respiratoire problemen bevatte de diagnoses wet lung -syndroom, respiratoire insufficiëntie, pneumothorax en persisterende pulmonale hypertensie. Alle infectieuze problemen vielen onder de groep infectie. Onder meconium viel het meconiumaspiratiesyndroom, zonder asfyxie. Bloeding of infarct stond voor cerebrale bloedingen of bewezen infarcten. De 3 laatste groepen waren: metabole aandoeningen (vooral hypoglykemiën), convulsies e.c.i. (zonder asfyxie) en een restgroep van aandoeningen, zoals fracturen en decompensatio cordis. Follow-up In het WKZ worden alle kinderen met ernstige neonatale morbiditeit vervolgd op de follow-up-polikliniek van de afdeling neonatologie ter evaluatie van de motorische, cognitieve en gedragsmatige ontwikkeling. Dit vindt plaats op de leeftijd van 3, 9 en 18 maanden. Op de leeftijd van 18 maanden werd een test met de Griffith s ontwikkelingsschalen afgenomen; een gevalideerd instrument om de mentale en motorische ontwikkeling te meten bij kinderen van 0 tot 8 jaar. Een ontwikkelingsscore < 85 werd als afwijkend beschouwd. Tevens werd er dan een neurologisch ontwikkelingsonderzoek verricht. Gegevens van deze follow-up leidden tot een indeling in 3 categorieën: een groep met een normale ontwikkeling, een groep met milde, en een groep met ernstige afwijkingen. Statistiek De data werden geanalyseerd met behulp van het Statistical Package for the Social Sciences versie 15.0 (SPSS Inc., Chicago, VS). Uitkomsten werden beschreven in aantal (n) of percentages (%) en, afhankelijk van de verdeling, gemiddelde met standaard deviatie (SD) of mediaan met 1e en 3e kwartiel. Verschillen in prevalenties van categoriale variabelen werden onderzocht middels een χ 2 -toets. Verschillen in continue variabelen werden onderzocht met behulp van de mann-whitney-u-toets. Een p-waarde van < 0,05 werd als significant beschouwd. Resultaten In totaal werden er 597 aterme neonaten op de NICU van het WKZ opgenomen in de periode Dit was 17,1% van de in totaal 3490 NICU-opnames in deze periode in het WKZ. Binnen de onderzoeksperiode van 7 jaar werden ongeveer aterme neonaten geboren in de regio Utrecht. Dit betekent dat ongeveer 3 à 4 pasgeborenen per 1000 aterme neonaten op de NICU opgenomen werd. Van de 597 kinderen werden er 116 (19,4%) geboren in de 1e lijn, 126 (21,1%) in de 2e lijn na een durante partu overname vanuit de 1e lijn, en 315 (52,8%) kinderen in de 2e lijn, vanwege een antenatale medische indicatie. Van 40 kinderen (6,7%) was de plaats van baring onbekend. Bij het berekenen van de percentages lieten wij deze groep buiten beschouwing, waarbij wij er van uit gingen dat de 2 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A118
3 plaatsen van geboorte van deze 40 kinderen gelijkmatig verdeeld waren over de 3 groepen. Maternale en neonatale karakteristieken In tabel 1 zijn maternale en neonatale karakteristieken weergegeven van de 597 voldragen pasgeborenen die op de NICU opgenomen werden. Er waren meer nulliparae (n = 332; 55,6%), dan multiparae (n = 239; 40,0%). Van de pasgeborenen werd 50% geboren na een zwangerschapsduur van tussen de 40 en 42 weken, en 7,5% na 42 weken. Asfyxie was de reden van opname bij 283 (47,4%) pasgeborenen, 99 (16,6%) pasgeborenen werden opgenomen wegens respiratoire problemen, en 72 (12,1%) wegens een infectie. Daarnaast werden 36 (6%) pasgeborenen opgenomen wegens het meconiumaspiratiesyndroom; 35 (5,9%) wegens een bloeding of infarct; 29 (4,9%) wegens convulsies e.c.i., en 17 (2,8%) met metabole problemen. De resterende 26 (4,4%) neonaten werden met een overige reden opgenomen. Het percentage jongens was hoger dan het percentage meisjes (56,8 respectievelijk 43,2%). Van de 116 pasgeborenen uit de 1e lijn, werden er 98 thuis geboren en 18 tijdens een poliklinische bevalling in het ziekenhuis. Tabel 2 toont maternale en neonatale karakteristieken per ziektebeeld. Van de pasgeborenen die werden opgenomen wegens ernstige asfyxie, was 64% geboren na 40 weken zwangerschapsduur. Van de pasgeborenen met respiratoire problemen was 65% vóór de 40e week geboren. Mortaliteit In totaal overleden 88 (14,7%) neonaten. In tabel 3 zijn hun karakteristieken weergegeven. 64% van de pasgeborenen die overleden, was na een zwangerschapsduur van 40 weken geboren. De meeste kinderen overleden als gevolg van asfyxie (88,6%). Omdat asfyxie bij aterme geboren kinderen de hoofdoorzaak was van zowel ONDERZOEK TABEL 1 Studie naar de mortaliteit en morbiditeit van in aanleg gezonde aterme neonaten, die in de periode op de neonatale intensivecareunit (NICU) van het Wilhelmina Kinderziekenhuis werden opgenomen. Maternale en neonatale karakteristieken, naar plaats van bevalling totale groep plaats van bevalling 1e lijn overname 2e lijn onbekend durante partu van 1e naar 2e lijn (n = 597) (n = 116) (n = 126) (n = 315) (n = 40) maternale kenmerken pariteit, n (%) nullipara 332 (55,6)* 50 (43,1) 87 (69) 170 (54) 25 (62,5) multipara 239 (40) 60 (51,7) 36 (28,6) 135 (42,9) 8 (20) onbekend 26 (4,4) 6 (5,2) 3 (2,4) 10 (3,2) 7 (17,5) amenorroeduur in weken, n (%) (42,4) 42 (36,2) 36 (28,6) 157 (49,8) 18 (45) (50,1) 72 (62,1) 89 (70,6) 116 (36,8) 22 (55) > (7,5) 2 (1,7) 1 (0,8) 42 (13,3) 0 neonatale kenmerken geslacht, n (%) jongen 339 (56,8) 64 (55,2) 77 (61,1) 178 (56,5) 20 (50,0) meisje 258 (43,2) 52 (44,8) 49 (38,9) 137 (43,5) 20 (50,0) geboortegewicht in g, gemiddelde (SD) 3435 (600) 3490 (526) 3521 (497) 3369 (643) 3529 (695) ontslagdiagnose kind, n (%) asfyxie 283 (47,4) 46 (39,6) 74 (58,7) 149 (47,3) 14 (35,0) respiratoire problemen 99 (16,6) 24 (20,7) 9 (7,1) 57 (18,1) 9 (22,5) infectie 72 (12,1) 25 (21,6)* 10 (7,9) 34 (10,8) 3 (7,5) overig 143 (24) 21 (18,1) 33 (26,2) 75 (23,8) 14 (35) opnameduur NICU in dagen, mediaan (kwartielen) 4 (2-7) 4 (2-7) 4 (2-8) 4 (2-6) 5 (3-7) sterfte, n (%) 88 (14,7) 17 (14,7) 21 (16,7) 50 (15,9) 0 * Significant verschil in pariteit, 95%-BI: 0,1-0,2. Significant verschil in geslacht, 95%-BI: 0,09-0,19. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A118 3
4 ONDERZOEK TABEL 2 Maternale en neonatale karakteristieken van in aanleg gezonde aterme pasgeborenen, opgenomen op de neonatale intensivecareunit, naar ziektebeeld bij opname asfyxie infectie respiratoire problemen (n = 283) (n = 72) (n = 99) maternale kenmerken leeftijd moeder in jaren, gemiddelde (SD) 30,6 (5,4) 31,0 (4,2) 32,1 (5,1) plaats van bevalling, n (%) 1e lijn 46 (16,3) 25 (34,7) 24 (24,2) thuis 42 (14,8) 20 (27,8) 18 (18,2) poliklinisch 4 (1,4) 5 (6,9) 6 (6,1) overname durante partu van 1e naar 74 (26,1) 10 (13,9) 9 (9,1) 2e lijn 2e lijn 149 (52,7) 34 (47,2) 57 (57,6) onbekend 14 (4,9) 3 (4,2) 9 (9,1) amenorroeduur in weken, n (%) (36,0) 26 (36,1) 64 (64,6) (56,9) 37 (51,4) 33 (33,3) > (7,1) 9 (12,5) 2 (2,0) modus partus, n (%) spontaan 89 (31,4) 48 (66,7) 51 (51,5) sectio 113 (39,9) 14 (19,4) 31 (31,4) vacuüm- of forcipale extractie 70 (24,7) 8 (11,1) 14 (14,1) vaginale stuit 11 (3,9) 2 (2,8) 3 (3,0) neonatale kenmerken geslacht, n (%) jongen 173 (61,1)* 36 (50,0) 59 (59,6) meisje 110 (38,9) 36 (50,0) 40 (40,4) geboortegewicht in g, gemiddelde (SD) 3384 (581) 3564 (573) 3454 (618) duur beademing in dagen, mediaan 2 (0-3) 2,5 (0-5) 1 (0-3) (kwartielen) opnameduur NICU in dagen, mediaan 4 (2-7) 5 (3-8) 4 (2-6) (kwartielen) sterfte, n (%) 78 (27,6) 5 (6,9) 0 (0) * Significant verschil in geslacht, 95%-BI: 0,1-0,3. opname op de NICU als sterfte, hebben we gekeken naar de oorzaken van asfyxie. Tabel 4 laat zien dat slechts aan 25% van de gevallen van asfyxie een obstetrische calamiteit, zoals solutio placentae, uterusruptuur, nevelstrengprolaps of dergelijke, ten grondslag lag. Het sterftepercentage in deze groep was 24,9%. Follow-up De follow-up gegevens van de kinderen met perinatale asfyxie staan vermeld in tabel 5. Aangezien van de in totaal 283 pasgeboren met ernstige asfyxie er 78 overleden, bleven er 205 kinderen over voor follow-up. Bij 31 (15%) kinderen was geen follow-up verricht, of alleen uitgevoerd tot de leeftijd van 9 maanden. Verder bleek bij 4 kinderen op latere leeftijd toch een onderliggende aandoening een rol te spelen, zoals een chromosomale afwijking, metabole stoornissen of spierziekte. Deze 4 kinderen werden geëxcludeerd van de resultaten van de follow-up. Van de resterende 170 kinderen hadden 144 (84,7%) een normale Griffith s score op de leeftijd van 18 maanden, 26 (15,3%) kinderen hadden een ontwikkelingsindex van minder dan 85. Van deze kinderen hadden er 19 een ernstige motorische afwijking, wat neerkwam op 11,2% van alle kinderen van wie de follow-up bekend was (n = 170; zie tabel 5). Bij het samennemen van de kans op mortaliteit en morbiditeit na perinatale asfyxie in onze studiegroep, bedroeg deze voor de 3 groepen partus in de 1e lijn, durante partu overname en partus in de 2e lijn ongeveer hetzelfde, namelijk: 38,6% (17/44), 45,9% (28/61) en 43,5% (57/131). Beschouwing Uit dit onderzoek blijkt dat circa 3 à 4 neonaten per 1000 aterme pasgeborenen zonder ernstige congenitale afwijkingen werden opgenomen op de neonatale intensivecare. Van deze neonaten werd 79% (441/557) onder begeleiding TABEL 3 Karakteristieken van in aanleg gezonde aterme pasgeborenen, die overleden op de neonatale intensivecareunit overleden neonaten (n = 88) maternale kenmerken plaats bevalling, n (%) 1e lijn 17 (19,3) thuis 16 (18,2) poliklinisch 1 (1,1) overname durante partu van 1e naar 2e lijn 21 (23,9) 2e lijn 50 (56,8) amenorroeduur in weken, n (%) (36,4) (57,9) > 42 5 (5,7) modus partus, n (%) spontaan 21 (23,9) sectio 40 (45,5) vacuüm- of forcipale extractie 22 (25,0) vaginale stuit 5 (5,7) neonatale kenmerken geslacht, n (%) jongen 57 (64,8) meisje 31 (35,2) ontslagdiagnose kind, n (%) asfyxie 78 (88,6) infectie 5 (5,7) bloeding of infarct 3 (3,4) convulsies e.c.i. 1 (1,1) overig 1 (1,1) 4 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A118
5 TABEL 4 Oorzaken van asfyxie bij in aanleg gezonde aterme pasgeborenen, die werden opgenomen op de neonatale intensivecareunit asfyxie sterfte ten gevolge van asfyxie (n = 283) (n = 78) oorzaken, n (%) geen aanwijsbare oorzaak 221 (78,1) 55 (24,9) solutio placentae 18 (6,4) 8 (44,4) uitgezakte navelstreng 16 (5,7) 3 (18,8) uterusruptuur 13 (4,6) 10 (76,9) complicatie stuit 8 (2,8) 2 (25,0) schouderdystocie 7 (2,5) 0 (0) van 2e lijns zorg geboren, waarvan de bevalling in 29% (126/441) was begonnen onder 1e lijns zorg als laagrisicobevalling. 21% (116/554) van de neonaten werd na de geboorte op de NICU opgenomen vanuit de 1e lijn. Dit betekent dat bij 43% (242/557) van de zwangere vrouwen bij aanvang van de bevalling het risico op complicaties als laag geschat werd. Mortaliteit en morbiditeit De sterfte in deze groep neonaten is aanzienlijk (15%; 88/597), waarbij de hoogste sterfte optreed in de groep neonaten opgenomen wegens asfyxie (28%; 78/283). Van de neonaten opgenomen wegens infectie overleed 7% (5/72). Er overleden geen neonaten aan primaire respiratoire problemen. De follow-up van de opgenomen neonaten was voornamelijk beperkt tot overlevende kinderen opgenomen vanwege asfyxie. Hieruit bleek dat maar liefst 15% een motorische- en/of mentale handicap had op de leeftijd van 18 maanden. Doordat de follow-up gegevens van 15% (31) van de neonaten ontbrak, kan hier selectiebias zijn opgetreden. Echter, als we er vanuit gaan dat deze 31 neonaten zich allemaal normaal hebben ontwikkeld, komen we nog op een morbiditeit van 13% (26/201). Andere studies Een recente studie naar perinatale mortaliteit en morbiditeit in Nederland onder bijna zwangeren met een laag risico op complicaties bij aanvang van de partus, is een van de weinige die perinatale morbiditeit beschrijft onder in aanleg gezonde aterme pasgeborenen. 8 Risicofactoren voor een NICU-opname in deze laagrisicogroep waren primipariteit, amenorroeduur van 37 en 41 weken, maternale leeftijd boven de 35 jaar, niet-nederlandse etniciteit en laag socio-economische klasse. Deze studie liet zien dat 2 op de 1000 aterme kinderen opgenomen werd op een NICU. 8 In onze studie kwamen we op een incidentie van 3 à 4 NICU-opnames per 1000 aterme neonaten. Echter in onze studie zijn zowel zwangere vrouwen met een laag- als hoogrisicobevalling vertegenwoordigd. Beperkingen Deze studie heeft een aantal beperkingen. Door het retrospective karakter van het onderzoek kunnen ontbre- ONDERZOEK TABEL 5 Aterme neonaten die met asfyxie opgenomen werden op de neonatale intensivecareunit; follow-up gegevens na 18 maanden totale groep plaats van bevalling 1e lijn overname 2e lijn onbekend durante partu van 1e naar 2e lijn (n = 283) (n = 46) (n = 74) (n = 149) (n = 14) mortaliteit, n (%) 78 (27,6) 15 (32,6) 18 (24,3) 45 (30,2) 0 (0) exclusie wegens onderliggende aandoening 4 (1,4) 0 (0) 3 (4,1) 1 (0,7) 0 (0) follow-up, n (% van de overlevenden) 170 (84,6) 29 (93,5) 43 (81,1) 86 (83,5) 12 (85,7) morbiditeit, n (% van de follow-up)* 26 (15,3) 2 (6,9) 10 (23,3) 12 (14,0) 2 (16,7) motorische beperking, n licht ernstig mentale beperking, n licht ernstig * Een Griffith s ontwikkelings score < 85 werd als afwijkend beschouwd. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A118 5
6 ONDERZOEK Leerpunten Bij de evaluatie van perinatale zorg in Nederland moet niet alleen naar de perinatale sterfte, maar ook naar de perinatale morbiditeit gekeken worden. In de studieperiode werden 597 (3 à 4 per 1000) in aanleg gezonde aterme pasgeborenen opgenomen op de neonatele intensivecareunit van het Wilhelmina Kinderziekenhuis te Utrecht. Bijna 15% van deze neonaten overleed op de NICU. Asfyxie was de voornaamste oorzaak van opname en overlijden. Van de kinderen met asfyxie die overleefden, had 15% op de leeftijd van 18 maanden een handicap. kende gegevens een vertekenende rol spelen. In 6,7% van de NICU-opnames was de plaats van baring onbekend. Daarnaast hadden we weinig gegevens over het beloop van de partus en met name de reden van verwijzing. nader geanalyseerd en geëvalueerd moeten worden. Factoren die mogelijk een rol spelen zijn patient delay, variatie in interpretatie van foetale bewaking, delay in herkennen van het ziektebeeld of handelen hierop, aanwezigheid van gynaecoloog, anesthesist, kinderarts, en lange aanrijdtijd naar het ziekenhuis. Om meer inzicht te krijgen in het zorgproces voorafgaande aan een NICU-opname of sterfte van een voldragen neonaat zijn wij in 2007 een prospectief onderzoek gestart, genaamd Admission of term neonates to neonatal intensive care or intrauterine death. Hierin wordt op gestructureerde wijze, middels perinatale audits, de kwaliteit van de perinatale zorg voorafgaand aan een NICUopname of overlijden geëvalueerd. Mogelijke substandaard factoren worden aangemerkt en teruggekoppeld naar hulpverleners in de regio. Het doel van de audit is tekortkomingen in de zorg te onderkennen, waarop aanpassingen doorgevoerd kunnen worden en de kwaliteit van de perinatale zorg verbeterd zou kunnen worden. Perinatale audits Gemiddeld zijn er in Nederland 460 gevallen van aterme perinatale sterfte per jaar. 9 Naast deze perinatale sterfte komt nog een veelvoud aan neonatale morbiditeit onder in aanleg gezonde pasgeboren voor. De hoge bijdrage van de aterme geboren kinderen aan de perinatale sterfte en ernstige morbiditeit van in aanleg gezonde neonaten verdient nader onderzoek. Asfyxie was de meest voorkomende oorzaak van een aterme NICU-opname in onze studie. In 75% van de casussen met asfyxie lag er geen obstetrische calamiteit aan te grondslag. Deze casussen kwamen zowel in de 1e als in de 2e lijn voor. Juist deze casussen van onverwachte asfyxie verdienen nadere bestudering. Wij menen dat de verschillende factoren die hierbij een rol spelen Conclusie Post-partum opname van een, in aanleg gezonde, aterme neonaat op de NICU is een ernstige perinatale uitkomst, en verdient verder onderzoek. Verschillende factoren die hierbij een rol spelen moeten nader geanalyseerd worden, bijvoorbeeld door middel van perinatale audits. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Aanvaard op 12 augustus 2009 Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A118 > Meer op Literatuur 1 Wildman K, Blondel B, Nijhuis J, Defoort P, Bakoula C. European indicators of health care during pregnancy, delivery and the postpartum period. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol 2003;111:S53-S65. 2 Buitendijk S, Zeitlin J, Cuttini M, Langhoff-Roos J, Bottu J. Indicators of fetal and infant health outcomes. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol. 2003;111 Suppl 1:S66-S77. 3 Buitendijk SE, Nijhuis JG. Hoge perinatale sterfte in Nederland in vergelijking tot de rest van Europa. Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148: Achterberg P.W. Met de besten vergelijkbaar? Internationale verschillen in sterfte rond de geboorte. RIVM Rapport. 2005; bibliotheek/rapporten/ pdf 5 Richardus JH, Graafmans WC, Verloove-Vanhorick SP, Mackenbach JP. Differences in perinatal mortality and suboptimal care between 10 European regions: results of an international audit. BJOG. 2003;110: Mohangoo AD, Buitendijk SE, Hukkelhoven CWPM, Ravelli ACJ, Rijninks-van Driel GC, Tamminga P, Nijhuis JG. Hoge perinatale sterfte in Nederland vergeleken met andere Europese landen: de Peristat-IIstudie. Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152: Huntley M. The Griffiths Mental Developmental Scales. Oxford: The Test Agency Ltd.; Jonge de A, Goes van der BY, Ravelli ACJ, Amelink-Verburg MP, Mol BW, Nijhuis JG et al. Perinatal mortality and morbidity in a nationwide cohort of low-risk planned home and hospital births. BJOG 2009; 116: Ravelli ACJ., Eskes M, Tromp M, van Huis AM, Steegers EAP, Tamminga P, Bonsel GJ. Perinatale sterfte in Nederland gedurende ; risicofactoren en risicoselectie Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152: NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A118
2. De incidentie van zwangerschap beëindiging voor hypertensieve aandoeningen op de grens van foetale levensvatbaarheid in Nederland.
Tijdens de zwangerschap kan de gezondheid van de moeder ernstig bedreigd worden door verschillende aandoeningen. Deze aandoeningen kunnen veroorzaakt worden door de zwangerschap zelf, zoals bijvoorbeeld
Nadere informatiemw.dr. J. Dijs-Elsinga (PRN), mw. C. de Vries (PRN) mw.dr. E. de Miranda (KNOV), mw.dr. A.C.J. Ravelli (AMC), dhr. P.
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.
Nadere informatieAfname van foetale en neonatale sterfte in Nederland
public health Afname van foetale en neonatale sterfte in Nederland Vergelijking met andere Euro-Peristat-landen in 2004 en 2010 Ashna D. Mohangoo, Chantal W.P.M. Hukkelhoven, Peter W. Achterberg, Patty
Nadere informatieVoorbeeld Perinatale Audit 1
Voorbeeld Perinatale Audit 1 Doel Doel van de audits is om de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren door reflectie op het eigen handelen. Het uiteindelijke doel is een daling van de perinatale sterfte.
Nadere informatiePerinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland
Perinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland Anita CJ Ravelli, AMC afdeling Klinische Informatiekunde Mede namens: Martine Eskes, Jan Jaap HM Erwich, Hens AA Brouwers, Erna Kerkhof, Joris
Nadere informatie24 weken zwanger en dan? Kansen, onmogelijkheden, resultaten en toekomst
24 weken zwanger en dan? Kansen, onmogelijkheden, resultaten en toekomst Dr. J.J. Duvekot, gynaecoloog/perinatoloog Moeder en Kind Centrum subafdeling verloskunde en prenatale geneeskunde Erasmus MC, Rotterdam
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2010
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2009
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Stichting Perinatale Registratie Nederland Redactie dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J. Dijs-Elsinga (PRN), mw. A.M.
Nadere informatiemw.dr. J. Dijs-Elsinga (PRN), mw. C. de Vries (PRN) mw.dr. E. de Miranda (KNOV), mw.dr. A.C.J. Ravelli (AMC), dhr. P.
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.
Nadere informatieOpzet. Methode. Inleiding. Resultaten. Conclusie. Martine Eskes, Adja Waelput, Sicco Scherjon, Klasien Bergman en Anita Ravelli
Martine Eskes, Adja Waelput, Sicco Scherjon, Klasien Bergman en Anita Ravelli Een kwart van de aterme perinatale sterfte betreft SGA (
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2013
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.
Nadere informatieFactsheet Zwangerschap en Geboorte 2016 gegevens onder embargo tot donderdag 25 januari, 08.00u
Factsheet Zwangerschap en Geboorte 2016 gegevens onder embargo tot donderdag 25 januari, 08.00u Een globaal overzicht uit de perinatale registratie In Nederland worden gegevens over de perinatale zorg
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting De organisatie van de geboortezorg in Nederland is gebaseerd op het principe dat zwangerschap, bevalling en kraambed fysiologische processen zijn. Het verschil met veel andere landen is de
Nadere informatieFoetale sterfte. Hoofdstuk 4 PERISTAT II
l Tweelingen Percentage naar wijze van bevalling Vaginaal Keizersnede Spontaan Instrumenteel Totaal Gepland Spoed Totaal 42,0 6,4 48,4 -- -- 51,6 40,7 6,3 47,0 33,1 19,9 53,0 35,2 7,0 42,2 36,8 21,1 57,8
Nadere informatieCHAPTER 12. Samenvatting
CHAPTER 12 Samenvatting Samenvatting 177 In hoofdstuk 1 wordt een toegenomen overleving gerapporteerd van zeer vroeggeboren kinderen, gerelateerd aan enkele nieuwe interventies in de perinatologie. Uitkomsten
Nadere informatieJaarverslag Versie Team VSV Kracht 2016
Jaarverslag Versie Team VSV Kracht 2016 Auteurs: Selma Mourad, Brigitte Tebbe Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2016 van de Versie Werkgroep VSV Kracht. Onze dank gaat ook dit jaar weer uit naar alle
Nadere informatieVSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties
VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties Doel Het doel van dit protocol is preventie, herkenning, optimalisering van diagnostiek en behandeling van early-onset
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2016
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Perined Tabellen, figuren en bijlagen mw. drs. A.M. Arns-Schiere, mw. dr. A.E. van Dijk, mw. dr. J. Dijs-Elsinga, mw. drs. A. Henseler, mw. dr. C.W.P.M. Hukkelhoven,
Nadere informatieHet Euro-Peristat-project
Hoofdstuk 1 Het Euro-Peristat-project Frank Muller, Nijmegen Ashna Mohangoo, Simone Buitendijk, Anita Ravelli, Chantal Hukkelhoven, Greta Rijninks-van Driel, Pieter Tamminga en Jan Nijhuis Op 11 december
Nadere informatieRegistratieformulier voor de gegevens rondom de zwangerschap en bevalling
Registratieformulier voor de gegevens rondom de zwangerschap en bevalling Beste collega, Hierbij treft u het registratieformulier aan voor de gegevens rondom de zwangerschap en bevalling van uw patiënte.
Nadere informatieProvinciale verschillen in perinatale sterfte en reistijd tot ziekenhuis
Onderzoek Provinciale verschillen in perinatale sterfte en reistijd tot ziekenhuis Anita C.J. Ravelli, Greta C. Rijninks-van Driel, Jan Jaap H.M. Erwich, Ben Willem J. Mol, Hens A.A. Brouwers, Ameen Abu
Nadere informatieNederlandse perinatale sterfte daalt
Concept persbericht 23052013 EMBARGO TOT MAANDAG 27 MEI 2013 00.01 UUR De internationale positie verbetert: Nederlandse perinatale sterfte daalt MAASTRICHT, 26 mei 2013 De perinatale sterfte (sterfte rond
Nadere informatieHoge perinatale sterfte in Nederland vergeleken met andere Europese landen: de Peristat-II-studie
oorspronkelijke stukken Hoge perinatale sterfte in Nederland vergeleken met andere Europese landen: de Peristat-II-studie A.D.Mohangoo, S.E.Buitendijk, C.W.P.M.Hukkelhoven, A.C.J.Ravelli, G.C.Rijninks-van
Nadere informatieProtocol Obesitas. 1.0 Definitie obesitas
Protocol Obesitas 1.0 Definitie obesitas Obesitas is een abnormale gezondheidstoestand waarbij er een overschot aan vetweefsel is. De meest gebruikte definitie is gebaseerd op de Quetelet-index of Body
Nadere informatieNeonatale uitkomsten. Hoofdstuk 5 PERISTAT II
causaliteit. Ook is de mogelijkheid om hypothesen te genereren beperkt, omdat de sterfte niet wordt afgezet tegen risicofactoren als leeftijd, pariteit en etniciteit. Nederland zit aan de hoge kant van
Nadere informatieInleiden bij 41 of 42 weken?
INDuction versus EXpectant management INDEX Inleiden bij 41 of 42 weken? Een overzicht van de evidence Judit Keulen MSc Esteriek de Miranda PhD Doel & vraagstelling INDEX Heranalyse van perinatale en maternale
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2013
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.
Nadere informatieKennispoort conferentie 2016
Kennispoort conferentie 206 Het effect van de geplande plaats van bevalling op obstetrische interventies en maternale uitkomsten bij laagrisico vrouwen Belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling
Nadere informatieNederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie RICHTLIJN. Verwijzing naar een perinatologich centrum Samenwerking tweede en derde lijn
NVOG Nederlandse Vereniging voor RICHTLIJN Verwijzing naar een perinatologich centrum Samenwerking tweede en derde lijn No 23 juni 1999 1 OMSCHRIJVING VAN HET PROBLEEM Er zijn geen formele landelijke afspraken
Nadere informatieIntroductie. Methoden. Jeanette Mesman, Ank de Jonge, Judith Manniën, Joost Zwart, Jeroen van Dillen en Jos van Roosmalen
Jeanette Mesman, Ank de Jonge, Judith Manniën, Joost Zwart, Jeroen van Dillen en Jos van Roosmalen Introductie De relatieve veiligheid van geplande thuisbevallingen is een onderwerp van voortdurende discussie
Nadere informatieInduction of Labor versus Expectant management in women with Preterm Prelabor Rupture of Membranes between 34 and 37 weeks
Induction of Labor versus Expectant management in women with Preterm Prelabor Rupture of Membranes between 34 and 37 weeks David van der Ham namens de PPROMEXIL projectgroep ISRCTN 29313500 ZonMW projectnummer:
Nadere informatieGyPsy screening. Detectie en zorgtoeleiding van zwangeren met psychopathologie en psychosociale problematiek
GyPsy screening Detectie en zorgtoeleiding van zwangeren met psychopathologie en psychosociale problematiek Chantal Quispel Promovenda Verloskunde & Gynaecologie en Psychiatrie Conferentie Kennispoort
Nadere informatiepagina 1 van 5 Let op: Deze geprinte versie is 24 uur geldig. Parallelle acties verloskundige zorg regio Rivierenland Algemeen Inleidende gegevens Doel: Type: Handelingsclassificatie: Anatomische classificatie:
Nadere informatieTiming van electieve keizersneden à terme
Timing van electieve keizersneden à terme Trends in Nederland Freke A. Wilmink, Chantal W.P.M. Hukkelhoven, Joris A.M. van der Post, Eric A.P. Steegers, Ben Willem J. Mol en Dimitri N.M. Papatsonis Doel
Nadere informatiePerinatale Zorg in Nederland. Perinatal Care in the Netherlands. Perinatale Zorg. in Nederland
Informatie Informatie uit de Perinatale Registratie kan schriftelijk worden aangevraagd bij de Stichting Perinatale Registratie Nederland. Een formulier voor een gegevensaanvraag, met vermelding van de
Nadere informatiePerinatale sterfte en morbiditeit bij geplande thuisbevallingen en poliklinische bevallingen*
Onderzoek Perinatale sterfte en morbiditeit bij geplande thuisbevallingen en poliklinische bevallingen* Ank de Jonge, Birgit Y. van der Goes, Anita C.J. Ravelli, Marianne P. Amelink-Verburg, Ben Willem
Nadere informatieInternationale positie van Nederlandse geboortezorg is verbeterd
Voor dit bericht geldt een embargo tot maandag 26 november 2018, 09.05 uur Utrecht, 26-11-2018 EURO-PERISTAT 2018 over cijfers uit 2015 Internationale positie van Nederlandse geboortezorg is verbeterd
Nadere informatiePerinatale Zorg in in Nederland. 2007 Perinatal Care in in the the Netherlands
Perinatale Zorg in in Nederland Perinatal Care in in the the Netherlands Perinatale Zorg in Nederland 1 Inhoud Proloog 3 Samenvatting 5 Introductie 16 Leeswijzer 18 Hoofdstuk 1 Vrouwen bevallen in 21 Hoofdstuk
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2014
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Perined mw.dr. J. Dijs-Elsinga (Perined), dhr.dr. F. Groenendaal (NVK), mw. A.M. van Huis (KNOV), mw.dr. E. de Miranda
Nadere informatieVrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte
Samenvatting Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte in vergelijking met vrouwen die zwanger zijn van een eenling. Ongeveer 5-9% van de eenlingen wordt te vroeg
Nadere informatiePerined voor VSV s en hun bestuurders. still a continuing story
Perined voor VSV s en hun bestuurders still a continuing story meten enbespreken ondersteuning met informatie ondersteuning bijinformatie-uitwisseling ondersteuning bijgegevensverwerking Privacy?! Perined
Nadere informatiePerinatale Zorg in Nederland
Perinatale Zorg in Nederland 2002 Inhoud Proloog 5 Introductie 6 Leeswijzer 7 Hoofdstuk 1 Vrouwen bevallen in 2002 9 Tabel 1.1 Bevallen vrouwen naar eenling/meerling en pariteit in 2002 11 Tabel 1.2 Bevallen
Nadere informatiepagina 1 van 5 Let op: Deze geprinte versie is 24 uur geldig. Meconiumhoudend vruchtwater Algemeen Inleidende gegevens Doel: Type: Handelingsclassificatie: Anatomische classificatie: Indicatie: Contra
Nadere informatiePerinatale sterfte en morbiditeit bij geplande thuisbevallingen en poliklinische bevallingen
Perinatale sterfte en morbiditeit bij geplande thuisbevallingen en poliklinische bevallingen Ank de Jonge, Birgit Y. van der Goes, Anita C.J. Ravelli, Marianne P. Amelink-Verburg, Ben Willem Mol, Jan G.
Nadere informatieAngst voor de pijn. Prof. dr. Arie Franx. Pre-eclampsia and cardiovascular disease. Kennispoort Verloskunde, 3 februari 2012
Angst voor de pijn Pre-eclampsia and cardiovascular disease Kennispoort Verloskunde, 3 februari 2012 Prof. dr. Arie Franx Overdracht van 1 e naar 2 e lijn voor sedatie/pijnbestrijding Nederland 2001-2010,
Nadere informatieVoorspellen van sterfte bij zeer premature kinderen*
Onderzoek Voorspellen van sterfte bij zeer premature kinderen* Ewoud Schuit, Chantal W.P.M. Hukkelhoven, Bradley N. Manktelow, Dimitri N.M. Papatsonis, Martin J.K. de Kleine, Elizabeth S. Draper, Ewout
Nadere informatiePerinatale sterfteverschillen in Amsterdam
Onderzoek Perinatale sterfteverschillen in Amsterdam Anita C.J. Ravelli, Eric A.P. Steegers, Greta C. Rijninks-van Driel, Ameen Abu-Hanna, Martine Eskes, Arnoud P. Verhoeff, Simone E. Buitendijk, Karien
Nadere informatieEvaluatie van vijf jaar stuitbevallingen in het OLVG Amsterdam: een retrospectieve cohortstudie
Evaluatie van vijf jaar stuitbevallingen in het OLVG Amsterdam: een retrospectieve cohortstudie Marina R. Schoonhoven*, Catherine M.W. de Sonnaville*, Tjitske R. Zaat, Billy van Gils, Leonie E. van Rheenen-Flach,
Nadere informatieIngezonden poster Truus Vanlier-prijs 2013
Patiëntveiligheid of Centraal veneuze catheter Petri Mansvelt-van der Werf, mede namens Inge Arnts UMC St. Radboud Neonatologie Q1a Preventie catheter-gerelateerde sepsis bij de perifeer ingebrachte centraal
Nadere informatie3792_Jrvslg_bwwerk :22 Pagina 1. Perinatale Zorg in Nederland
3792_Jrvslg_bwwerk 24-11-2006 11:22 Pagina 1 Perinatale Zorg in Nederland 3792_Jrvslg_bwwerk 24-11-2006 11:22 Pagina 2 Inhoud Proloog 3 Samenvatting 4 Introductie 10 Leeswijzer 14 Colofon 15 Hoofdstuk
Nadere informatieKarakteristieken van zwangere vrouwen en de zwangerschap in Europees perspectief
Hoofdstuk 2 Karakteristieken van zwangere vrouwen en de zwangerschap in Europees perspectief Chantal Hukkelhoven, Ashna Mohangoo, Jan Nijhuis, Anita Ravelli, Greta Rij-ninks-van Driel, Pieter Tamminga
Nadere informatieMinder babysterfte bij gynaecoloog
Utrechtse onderzoeksmethodiek tegen het licht gehouden Minder babysterfte bij gynaecoloog Heleen Croonen Het onderzoek naar babysterfte van het UMC Utrecht deed veel stof opwaaien. Is het slecht uitgevoerd
Nadere informatieOBDUCTIEAANVRAAG VOOR MINDERJARIGEN (kind/baby/foetus)
Locatie 0 Noordwest locatie Alkmaar en Den Helder Tel. 088 024 99 02/Fax 072 548 2071 WFG/ZMC/WLZ Tel. 088 024 99 03 Huisarts ALGEMENE INFORMATIE OBDUCTIEAANVRAAG VOOR MINDERJARIGEN (kind/baby/foetus)
Nadere informatieDeterminanten van hoge Nederlandse perinatale sterfte onderzocht in een complete regionale cohort,
Oorspronkelijke stukken Determinanten van hoge Nederlandse perinatale sterfte onderzocht in een complete regionale cohort, 1990-1994 j.m.j.bais, m.eskes en g.j.bonsel Recent is een artikel verschenen waarin
Nadere informatieOBDUCTIEAANVRAAG VOOR MINDERJARIGEN (kind/baby/foetus)
Locatie 0 Noordwest locatie Alkmaar en Den Helder Tel. 088 024 9902 / Fax 072 548 2071 Email: info@symbiant.nl WFG/ZMC/WLZ Tel. 088 024 9904 / Fax 088 024 9905 Email: info@symbiant.nl ALGEMENE Huisarts
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2015
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Perined Tabellen, figuren en bijlagen mw.dr. A.E. van Dijk, mw.dr. J. Dijs-Elsinga, mevr.dr. E. de Miranda, Bestuur Perined: dhr. drs. J.H. Blaauw, dhr. dr.
Nadere informatieIN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte
IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte DEFINITIE: Vroeggeboorte: bevalling bij amenorroeduur < 37 weken Bij een zwangerschapsduur van meer dan 35 weken wordt het risico van belangrijke
Nadere informatiePerinatale Zorg in Nederland
Perinatale Zorg in Nederland 2001 Inhoud Proloog 3 Introductie 4 Hoofdstuk 1 Vrouwen bevallen in 2001 7 Hoofdstuk 2 Geboren kinderen 21 Hoofdstuk 3 Perinatale sterfte 33 Hoofdstuk 4 Foetale sterfte 37
Nadere informatieRegionaal Protocol Preventie van perinatale GBS ziekte bij à terme zwangerschap
Regionaal Protocol Preventie van perinatale GBS ziekte bij à terme zwangerschap Achtergrond Streptococcus agalactiae, ook wel groep-b-streptococcus (GBS) genoemd, is een groep bacteriën die vaak in het
Nadere informatieSamenvatting. Introductie. Suze Jans, Hilde Perdok, Ben Willem Mol, Ank de Jonge
Suze Jans, Hilde Perdok, Ben Willem Mol, Ank de Jonge Introductie Samenwerking tussen de eerste- en tweedelijns verloskundige zorgverleners tijdens zwangerschap en bevalling krijgt veel aandacht zowel
Nadere informatieKetenprotocol. Kraamconsulten kinderartsen. Auteurs: E.D. Stam
Ketenprotocol Kraamconsulten kinderartsen Auteurs: E.D. Stam Datum: 19 januari 2017 Algemeen Het Verloskundig Samenwerkings Verband Zoetermeer (VSV Zoetermeer ) is in 2012 formeel opgericht ter verbetering
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/66033 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Klapwijk-Hermus, M.A.A. Title: Birth Centre Care in the Netherlands: added value?!
Nadere informatieNeonatale screening op aangeboren hartafwijkingen d.m.v. saturatiemeting
Neonatale screening op aangeboren hartafwijkingen d.m.v. saturatiemeting Ilona Narayen Arts-onderzoeker neonatologie LUMC AMSTERDAM SYMPOSIUM 2016 Casus A term meisje, 4 dagen oud SEO: gb Levenloos aangetroffen
Nadere informatieInvasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS
Invasieve beademing bij longfibrose Liselotte Boerman, ANIOS Casus Man, 82 jaar, Opname ivm respiratoire insufficiëntie, DD: 1. Acute exacerbatie Idiopathische Pulmonale Fibrose (IPF) 2. overvulling cardiaal
Nadere informatiePerinatale Zorg in Nederland. Perinatal Care in the Netherlands
Informatie Informatie uit de Perinatale Registratie kan schriftelijk worden aangevraagd bij de Stichting Perinatale Registratie Nederland. Een formulier voor een gegevensaanvraag, met vermelding van de
Nadere informatieZuurstof of niet bij reanimatie pasgeborene?
Zuurstof of niet bij reanimatie pasgeborene? 6e Nationale Reanimatie Congres Frank van den Dungen Kinderarts-neonatoloog Afd. IC Neonatologie VU medisch centrum NVK werkgroep Reanimatie Pasgeborenen INHOUD
Nadere informatiePerinatale audit op koers
A terme sterfte 2010-2012: Perinatale audit op koers Samenvatting Colofon A terme sterfte 2010-2012: Perinatale audit op koers Redactiecommissie Dr. H.P. (Herman) Oosterbaan, gynaecoloog-perinatoloog
Nadere informatieVSV Zoetermeer. Ketenprotocol. Diabetes gravidarum. Auteurs: Esther van Uffelen Ingrid Mourits. Versie 1.0
Ketenprotocol Auteurs: Esther van Uffelen Ingrid Mourits 1 Inleiding Het Verloskundig Samenwerkings Verband Zoetermeer (VSV Zoetermeer ) is in 2012 opgericht ter verbetering van de verloskundige zorg in
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository)
UvA-DARE (Digital Academic Repository) The role of primary care midwives in the Netherlands. Evaluation of midwifery care in the Dutch maternity care system: a descriptive study Verburg, M.P. Link to publication
Nadere informatiePROTOCOL DREIGENDE PARTUS
PROTOCOL DREIGENDE PARTUS PREMATURUS Definitie We spreken van een dreigende partus prematurus wanneer er sprake is van gebroken vliezen en/of contracties bij een amenorroeduur tussen de 24 en 36+6 weken.
Nadere informatieSerotiniteit. Versie November 17. Wens 41 weken inleiden. AD* (weken) Actie Beleid Informatie. Folder serotiniteit mee geven
Wens 41 weken inleiden AD* (weken) Actie Beleid Informatie 39 - Counselen volgens gezamenlijke voorlichting Folder serotiniteit mee geven - Folder mee geven 40 - Strippen overwegen - Consult serotiniteit
Nadere informatieManagement of preterm delivery in women with abnormal fetal presentation
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Management of preterm delivery in women with abnormal fetal presentation Bergenhenegouwen, L.A. Link to publication Citation for published version (APA): Bergenhenegouwen,
Nadere informatieIn deze brief beschrijft de NVOG haar visie op noodzakelijke veranderingen binnen de geboortezorg in Nederland:
Utrecht, 13 juni 2016 Geachte Kamerleden, In deze brief beschrijft de NVOG haar visie op noodzakelijke veranderingen binnen de geboortezorg in Nederland: Gezamenlijk verantwoordelijk voor moeder en kind
Nadere informatiePerinatale audit: De voortgang
A terme sterfte 2011 Perinatale audit: De voortgang Samenvatting Colofon Redactiecommissie Dr. H.P. (Herman) Oosterbaan, gynaecoloog/perinatoloog ( s Hertogenbosch), voorzitter Drs. H.B. (Hans) Burggraaff,
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository) Risk factors and prognostic models for preterm birth. Schaaf, J.M. Link to publication
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Risk factors and prognostic models for preterm birth Schaaf, J.M. Link to publication Citation for published version (APA): Schaaf, J. M. (2013). Risk factors and
Nadere informatieAddendum. Nederlandse Samenvatting
Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.
Nadere informatieDisclosure belangen spreker
POP POLI Geen (potentiële) belangenverstrengeling Disclosure belangen spreker Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder
Nadere informatieDisclosure belangen. (potentiële) belangenverstrengeling. Geen. Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven.
Disclosure belangen (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Bedrijfsnamen Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding
Nadere informatiePerinatale Zorg in Nederland. Perinatal Care in the Netherlands. Perinatale Zorg in Nederland
Informatie Informatie uit de Perinatale Registratie kan schriftelijk worden aangevraagd bij de Stichting Perinatale Registratie Nederland. Een formulier voor een gegevensaanvraag, met vermelding van de
Nadere informatieDutch summary. Nederlandse samenvatting
Dutch summary Nederlandse samenvatting 127 Kinderen die te vroeg geboren worden, dat wil zeggen bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken, worden prematuren genoemd. Na de bevalling worden ernstig
Nadere informatieJe ziet ze niet, maar ze kunnen er wel zijn: Hersenbloedingen bij de premature neonaat. Karianne Kraft Kinderarts-neonatoloog UMCG maart 2019
Je ziet ze niet, maar ze kunnen er wel zijn: Hersenbloedingen bij de premature neonaat Karianne Kraft Kinderarts-neonatoloog UMCG maart 2019 Inhoud Hersenbloedingen: Wie? epidemiologie & risicofactoren
Nadere informatieStop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap.
Stop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap. Promovendi: Drs. Nina Molenaar, arts, Erasmus MC Marlies Brouwer, MSc, psycholoog, UU Projectleaders:
Nadere informatieNOTA KWALIFICATIES GEAUTORISEERD OBSTETRISCHE PROF. ACUTE VERLOSK. ZORG. Versie 1.0
NOTA KWALIFICATIES GEAUTORISEERD OBSTETRISCHE PROF. ACUTE VERLOSK. ZORG Versie 1.0 Datum Goedkeuring 07-03-2012 Methodiek Consensus based Discipline Verantwoording Monodisciplinair NVOG Inleiding De obstetrische
Nadere informatieSamenvatting en Discussie
101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een
Nadere informatienazorg-poli neonatale intensive care unit
nazorg-poli neonatale intensive care unit inleiding Door vroeggeboorte en/of problemen voorafgaand aan, of rondom de bevalling, verbleef uw kind op de Neonatale Intensive Care Unit (NICU) van ons ziekenhuis.
Nadere informatieDe aanpak van perinatale sterfte in Nederland
Perspectief De aanpak van perinatale sterfte in Nederland Uitkomsten van een systematisch expert-onderzoek Jashvant Poeran, Eric A.P. Steegers en Gouke J. Bonsel In 2009 kondigde de toenmalige minister
Nadere informatieTrends in de jaren
200501 - december 14-12-2005 14:14 Pagina 20 Kwaliteit van leven Sabine Anthony, Marianne P. Amelink-Verburg, Pien M. Offerhaus, Karin M. van der Pal-de Bruin Inleiding Het hoge percentage thuisbevallingen
Nadere informatieKeuzehulp Bevallen na een eerdere keizersnede: vaginale bevalling of een geplande keizersnede? Poli Gynaecologie
00 Keuzehulp Bevallen na een eerdere keizersnede: vaginale bevalling of een geplande keizersnede? Poli Gynaecologie 1 Inleiding Deze keuzehulp is bedoeld voor vrouwen die zwanger zijn en in een eerdere
Nadere informatieNederlandstalige samenvatting
9 Nederlandstalige samenvatting 120 Hoofdstuk 9 SAMENVATTING De meest gunstige positie bij de vaginale geboorte van een baby is de achterhoofdsligging, waarbij het foetale hoofd met de kleinste diameter
Nadere informatieSamenvatting. Keuze voor à terme sterfte. Hoe werkt perinatale audit in de praktijk?
Samenvatting In 2003 blijkt uit de eerste Peristatstudie dat de perinatale sterfte in 1998 2000 in Nederland het hoogst is binnen de toenmalige Europese Unie. In 2004 is de sterfte in Nederland gedaald
Nadere informatieGrondige discussie nodig over number needed to treat Risico s sectio bij stuitligging onderschat
Grondige discussie nodig over number needed to treat Risico s sectio bij stuitligging onderschat 1632 Medisch Contact 1 juli 2011 66 nr. 26 dr. Arno Verhoeven, vrouwenarts niet praktiserend dr. Tjeerd
Nadere informatieCRL voor datering zwangerschap: wat hebben we veranderd voor zwangeren?
CRL voor datering zwangerschap: wat hebben we veranderd voor zwangeren? Zoë Brugman, 1 e lijns verloskundige Dr. Astrid Merkx, verloskundige, AVM Bert Zeegers, arts, AVM Kennispoort Verloskunde 19-01-2018
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28766 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Steggerda, Sylke Jeanne Title: The neonatal cerebellum Issue Date: 2014-09-24 Chapter
Nadere informatiePerinatale Zorg in Nederland Perinatal Care in the Netherlands
Perinatale Zorg in Nederland Perinatal Care in the Netherlands Perinatale Zorg in Nederland 1 Inhoud Proloog 3 Samenvatting 5 Introductie 16 Leeswijzer 18 Hoofdstuk 1 Vrouwen bevallen in 21 Hoofdstuk 2
Nadere informatieMinder neonatale morbiditeit na electieve sectio caesarea vanaf een amenorroeduur van 39 weken
Onderzoek Minder neonatale morbiditeit na electieve sectio caesarea vanaf een amenorroeduur van 39 weken Helen L. Tanger, Anemone van den Berg, Antoinette C. Bolte en Ruurd M. van Elburg Gerelateerd artikel:
Nadere informatieAngst voor de bevalling in een eerstelijns onderzoeksgroep. Kennispoort 2012, Anne-Marie Sluijs Klinisch verloskundige LUMC/psycholoog
Angst voor de bevalling in een eerstelijns onderzoeksgroep Kennispoort 2012, Anne-Marie Sluijs Klinisch verloskundige LUMC/psycholoog Indeling Angst voor de bevalling in Nederland Onderzoeksvragen Resultaten
Nadere informatieSamenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2
Samenvatting 125 Samenvatting Hoofdstuk 1 Gedurende de laatste 20 jaar is binnen de IVF de aandacht voornamelijk uitgegaan naar de verbetering van zwangerschapsresultaten. Hierdoor is er te weinig aandacht
Nadere informatieEens een sectio, altijd een sectio? INDIVIDUELE AFWEGINGEN VOOR DE WIJZE VAN BEVALLEN NA EEN EERDERE SECTIO CAESAREA
STAND VAN ZAKEN Eens een sectio, altijd een sectio? INDIVIDUELE AFWEGINGEN VOOR DE WIJZE VAN BEVALLEN NA EEN EERDERE SECTIO CAESAREA Hannah M.C. Kramer, Anneke Kwee, Henk A. Bremer Door het toenemende
Nadere informatie1 ½ lijns geboortezorg;
1 ½ lijns geboortezorg; Evidentie in het Geboortecentrum Sophia Health and logistics congres 13 oktober 2011 Hanneke de Graaf Directeur Geboortecentrum Sophia en Onderzoeker Geboortezorg Erasmus MC 1 Wat
Nadere informatieCalamiteiten bij zwangere vrouwen in Nederland*
Calamiteiten bij zwangere vrouwen in Nederland* Een analyse van risicofactoren Lucie M. Martijn, Annelies J.E. Jacobs, Marianne P. Amelink-Verburg, Renske H.R. Wentzel, Simone E. Buitendijk en Michel Wensing
Nadere informatie