Wat bepaalt het succes van een starter?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wat bepaalt het succes van een starter?"

Transcriptie

1 Wat bepaalt het succes van een starter? Analyse van succes- en faalfactoren van startende ondernemers drs. A. Bruins J. op de Coul mevrouw drs. H.W. Stigter drs. F.W. van Uxem Zoetermeer, juni 2000

2 ISBN: Prijs: ƒ 35,- Bestelnummer: A0004 EIM is een onderzoeksbureau met 170 professionals. EIM verschaft beleidsgerichte en praktijkgerichte informatie van sociaal-economische aard voor en over alle sectoren van het bedrijfsleven en voor beleidsinstanties. EIM is gevestigd in Zoetermeer. Behalve op Nederland richt EIM zich ook op de Europese economie en op andere continenten. Voor meer informatie over EIM en wat EIM voor u kan betekenen, kunt u contact met ons opnemen. Adres: Italiëlaan 33 Postadres: Postbus AA Zoetermeer Telefoon: Fax: Website: De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldiging en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van EIM. EIM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with EIM. Quoting of numbers and/or texts as an explanation or support in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of EIM. EIM does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.

3 Inhoud 1 Inleiding Aanleiding Doelstelling Onderzoeksverantwoording Gebruikte databron Onderzochte factoren Analyse Opzet rapportage Wat bepaalt overleven voor alle starters? Inleiding Algemene kenmerken in relatie tot de overlevingskans Startmotieven in relatie tot de overlevingskans Doelstellingen in relatie tot de overlevingskans Netwerkgedrag in relatie tot de overlevingskans Op welk moment spelen overlevingsfactoren een rol? Inleiding Startmotieven Doelstellingen Netwerkgedrag Wat bepaalt overleven voor typen starters? Inleiding Het geslacht van de ondernemer Leeftijd van de ondernemer Het verrichten van andere activiteiten naast het ondernemerschap Aantal werkzame uren in het bedrijf Sectorkeuze van de ondernemer Personeel in dienst bij de start van het bedrijf Gemiddelde maandomzet kort na de start van het bedrijf Concluderend...35 Bijlage Uitkomsten van de analyses van succes- en faalfactoren...39

4

5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Startende ondernemers ( starters ) leveren een belangrijke bijdrage aan de dynamiek van de economie. Starters zijn vaak actief op nieuwe markten, of zorgen met nieuwe producten of diensten voor nieuwe verhoudingen in bestaande markten. Zij vervullen ook een belangrijke rol bij het creëren van werkgelegenheid, niet alleen voor zichzelf, maar via groei van hun bedrijf ook voor werknemers. Echter, niet elke starter bereikt zo n groeifase van zijn/haar onderneming. Een aantal ondernemers blijkt niet in staat te overleven in die turbulente markt, bijvoorbeeld als gevolg van een te kleine afzetmarkt of onvoldoende financiële middelen. Een half jaar na de start bestaat nog ongeveer 93% van alle startende bedrijven; na drie en een half jaar is dit percentage teruggelopen naar ongeveer Doelstelling Zoals gezegd overleeft niet elke onderneming de eerste jaren na de start. De vraag die zich dan aandient, is in hoeverre deze uitvallende ondernemingen anders zijn dan die ondernemingen die na enkele jaren nog wel bestaan. Met andere woorden: kan bij de start van de onderneming, op basis van een aantal kenmerken, bepaald worden of de onderneming over enige jaren nog bestaat? De doelstelling van dit onderzoek kan derhalve als volgt worden geformuleerd: Het identificeren van succes- en faalfactoren van startende ondernemers. Succes wordt hierbij gedefinieerd als het feit dat de onderneming enkele jaren na de start nog bestaat ( blijvers ). Falen betekent daarentegen dat de onderneming de eerste levensfase niet heeft overleefd ( uitvallers ). Vooraf is een aantal factoren bepaald die in de literatuur vaak genoemd worden als mogelijke succes- en faalfactoren, te weten: de motivatie van de ondernemer om een eigen bedrijf te beginnen (zgn. push- en pullfactoren); aspiraties van de ondernemer (doelstellingen en groeistreven); netwerkgedrag. Teneinde de succes- en faalfactoren te onderscheiden is gebruikgemaakt van het EIM-starterscohort EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 5

6 1.3 Onderzoeksverantwoording Gebruikte databron Starterscohort 1994 In de zomer van 1994 is EIM begonnen met het volgen van een cohort van bijna starters, die in de eerste helft van dat jaar waren gestart met hun onderneming 1. Doel van dat cohortonderzoek is om kenmerken van starters in beeld te brengen en vervolgens inzicht te krijgen in verschillen in ontwikkeling van (groepen) starters. Tevens biedt het volgen van zo n cohort de mogelijkheid om te beoordelen welke belemmeringen ondernemers ervaren in de verschillende levensfasen van hun bedrijf. De starters uit 1994 zijn vervolgens elk jaar telefonisch benaderd met de vraag of zij nog actief waren als ondernemer. Zowel de nog actieve ondernemers als de gestopte ondernemers zijn vervolgens schriftelijk ondervraagd. In de zomer van 1998, ruim vier jaar na de start van de bedrijven, hebben nog 601 actieve ondernemers meegewerkt aan het onderzoek en was bekend van 357 ondernemers dat ze definitief gestopt waren met het bedrijf, waarmee ze in 1994 waren gestart Onderzochte factoren De factoren waarvan in het onderzoek is bepaald in hoeverre zij een succes- of een faalfactor zijn, staan hieronder beschreven naar hoofdcategorie. Persoons- en bedrijfskenmerken Bij de start van het bedrijf in 1994 zijn onder meer gegevens verzameld over een aantal kenmerken van de ondernemer en zijn/haar onderneming. 1. Opleidingsniveau; 29% van alle starters had een HBO- of WO-opleiding, 71% had middelbare of lagere (beroeps)opleiding. 2. Aantal jaren werkervaring in loondienst; 48% van alle starters had minder dan 10 jaar werkervaring, 52% had 10 jaar of meer werkervaring. 3. Leeftijd ondernemer; 49% van alle starters was jonger dan 35 jaar, 51% was 35 jaar of ouder. 4. Ervaring in de branche; 92% van alle starters had branche-ervaring, 8% had dit niet 5. Ervaring als zelfstandige; 8% van alle starters had ervaring als zelfstandige, 92% had dit niet. 1 2 Bij de definiëring van het begrip starter is ervan uitgegaan dat het gaat om een nieuwe ondernemer. Dit betekent dat ook opvolgers - en anderen die een bedrijf overnemen, via een buy-in of buy-out, e.d. - zijn opgenomen in het panel. Deelname van de ondernemers aan het onderzoek berustte op vrijwilligheid. Dit betekent dat in de periode niet alleen ondernemers zijn uitgevallen omdat ze gestopt waren met hun bedrijf, maar ook dat er ondernemers waren die onbereikbaar waren of niet meer wensten deel te nemen aan het onderzoek. 6 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

7 6. Ervaring met leidinggeven; 80% van alle starters beschikte over leidinggevende ervaring, 20% beschikte hier niet over. 7. Omvang startkapitaal; 44% van alle starters had een startkapitaal van minder dan ƒ ,-, 56% had een startkapitaal van ƒ ,- of meer. 8. Personeel in dienst; 86% van alle starters had geen personeel in dienst bij de start, 14% van de starters had dat wel. 9. Gemiddelde maandomzet; 55% van alle starters had een gemiddelde maandomzet van minder dan ƒ 5.000,-, 45% had een gemiddelde maandomzet van ƒ 5.000,- of meer. 10. Rechtsvorm; 75% van alle starters had een eenmanszaak, 25% had een BV, NV of VoF. 11. Sector; 46% van alle starters was actief in de dienstverlening, 54% was actief in de industrie, bouw, handel of horeca. Startmotieven Bij de start van het bedrijf in 1994 is aan de ondernemers gevraagd welke factoren een rol speelden bij hun besluit om een eigen bedrijf te starten. 1. Werkloosheid / geen baan kunnen vinden; 32% van alle starters noemde dit als een startmotief; voor 8% vormde dit het belangrijkste motief om een eigen bedrijf te beginnen. 2. Ontevredenheid over baan in loondienst; 52% van alle starters noemde dit als een startmotief; voor 8% vormde dit het belangrijkste motief om een eigen bedrijf te beginnen. 3. Dreigende werkloosheid; 26% van alle starters noemde dit als een startmotief; voor 5% vormde dit het belangrijkste motief om een eigen bedrijf te beginnen. 4. Vertrekkans bij de oude baas met vertrekpremie / met meenemen van klanten; 10% van alle starters noemde dit als een startmotief; voor 2% vormde dit het belangrijkste motief om een eigen bedrijf te beginnen. 5. Beschikbaarheid van eigen financiële middelen; 45% van alle starters noemde dit als een startmotief; voor 1% vormde dit het belangrijkste motief om een eigen bedrijf te beginnen. 6. Bij herintreding zou het looninkomen te laag zijn; 11% van alle starters noemde dit als een startmotief; voor 0% vormde dit het belangrijkste motief om een eigen bedrijf te beginnen. 7. Persoon is vanzelf in het ondernemerschap gegroeid; 58% van alle starters noemde dit als een startmotief; voor 5% vormde dit het belangrijkste motief om een eigen bedrijf te beginnen. 8. Persoon heeft een gat in de markt ontdekt; 46% van alle starters noemde dit als een startmotief; voor 4% vormde dit het belangrijkste motief om een eigen bedrijf te beginnen. 9. Mogelijkheid om meer geld te verdienen als zelfstandig ondernemer dan met een baan in loondienst; 60% van alle starters noemde dit als een EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 7

8 startmotief; voor 6% vormde dit het belangrijkste motief om een eigen bedrijf te beginnen. 10. Betere mogelijkheden om zorg voor het gezin en werk te combineren; 43% van alle starters noemde dit als een startmotief; voor 7% vormde dit het belangrijkste motief om een eigen bedrijf te beginnen. 11. Wens om eigen baas te zijn; 88% van alle starters noemde dit als een startmotief; voor 28% vormde dit het belangrijkste motief om een eigen bedrijf te beginnen. 12. Mogelijkheid om specifieke werkzaamheden te verrichten; 67% van alle starters noemde dit als een startmotief; voor 5% vormde dit het belangrijkste motief om een eigen bedrijf te beginnen. 13. Persoon vindt het een uitdaging om zelfstandig ondernemer te worden; 89% van alle starters noemde dit als een startmotief; voor 15% vormde dit het belangrijkste motief om een eigen bedrijf te beginnen. 14. Ondernemerschap is uit nood geboren door privé-omstandigheden; 23% van alle starters noemde dit als een startmotief; voor 5% vormde dit het belangrijkste motief om een eigen bedrijf te beginnen. 15. Mogelijkheid om een technologisch nieuw product of proces toe te passen; 15% van alle starters noemde dit als een startmotief; voor 1% vormde dit het belangrijkste motief om een eigen bedrijf te beginnen. 16. Zelfstandige ondernemers in de familie of kennissenkring hebben de persoon geïnspireerd tot het zelfstandig ondernemerschap; 41% van alle starters noemde dit als een startmotief; onbekend is voor hoeveel starters dit het belangrijkste motief is geweest om een eigen bedrijf te beginnen. 17. Lengte van de voorbereidingstijd tot de daadwerkelijke start; 33% van de starters is korter dan 3 maanden bezig geweest, 29% tussen 3 en 6 maanden; 21% tussen 6 en 12 maanden en 17% een jaar of langer 1. Doelstellingen Bij de start van het bedrijf in 1994 is aan de ondernemers gevraagd welke bedrijfs- en persoonlijke doelstellingen zij nastreven op middellange termijn (2 3 jaar) en welke concrete activiteiten ze willen ontplooien in het eerste jaar om hun commerciële doelstellingen te bereiken. Bedrijfs- en persoonlijke doelstellingen 1. Verbeteren van het eigen vakmanschap; 92% van alle starters streefde dit na. 2. Plezier houden in het eigen werk; 99% van alle starters streefde dit na. 3. Bewerken van nieuwe markten; 85% van alle starters streefde dit na. 4. Uitbreiden van het personeelsbestand; 51% van alle starters streefde dit na. 1 De lengte van de voorbereidingstijd kan niet worden aangemerkt als een startmotief, maar is wel als zodanig opgenomen in de analyse. 8 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

9 5. Inkrimpen van het personeelsbestand; 4% van alle starters streefde dit na. 6. Uitbreiden van het bedrijfspand; 43% van alle starters streefde dit na. 7. Verhuizen naar een ander bedrijfspand; 49% van alle starters streefde dit na. 8. Eigen baas blijven; 97% van alle starters streefde dit na. 9. Kwaliteit van de producten / diensten verhogen; 84% van alle starters streefde dit na. 10. Productiviteit verhogen; 80% van alle starters streefde dit na. 11. Afbouwen van het bedrijf; 5% van alle starters streefde dit na. 12. Openen van (een) nieuwe vestiging(en); 23% van alle starters streefde dit na. Commerciële doelstellingen 13. Persoonlijke benadering van bestaande of nieuwe klanten; 76% van alle starters wilde deze activiteit het eerste jaar ontplooien. 14. Mailings verzorgen onder bestaande of potentiële klanten; 46% van alle starters wilde deze activiteit het eerste jaar ontplooien. 15. Het houden van prijsacties of prijzenfestivals; 10% van alle starters wilde deze activiteit het eerste jaar ontplooien. 16. Aanpassing van het assortiment of de producten / diensten; 31% van alle starters wilde deze activiteit het eerste jaar ontplooien. 17. Reclameacties via dagbladen, radio of tv; 19% van alle starters wilde deze activiteit het eerste jaar ontplooien. 18. Reclameacties via huis-aan-huisbladen, folders in brievenbussen, via de Gouden Gids, e.d.; 32% van alle starters wilde deze activiteit het eerste jaar ontplooien. 19. Samenwerking zoeken met andere bedrijven; 20% van alle starters wilde deze activiteit het eerste jaar ontplooien. 20. Sponsoring; 9% van alle starters wilde deze activiteit het eerste jaar ontplooien. 21. Exportmogelijkheden verkennen; 11% van alle starters wilde deze activiteit het eerste jaar ontplooien. 22. Het streven naar omzetvergroting; 92% van alle starters streefde hiernaar. 23. Het streven naar omzetvergroting door nieuwe klanten of afnemersgroepen te benaderen; 62% van alle starters kiest voor deze marktstrategie. 24. Het streven naar omzetvergroting door nieuwe producten te ontwikkelen; 3% van alle starters kiest voor deze marktstrategie. 25. Het hebben van investeringsplannen voor het eerste jaar; 55% van alle starters had plannen hiertoe. EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 9

10 26. Het opstellen van een schriftelijk ondernemingsplan voor de start van het bedrijf; 35% van alle starters heeft zo n plan opgesteld De omvang van het startkapitaal; 44% van alle starters had een startkapitaal van minder dan ƒ ,-, 37% had een startkapitaal tussen ƒ ,- en ƒ ,- en 19% had een startkapitaal van ƒ ,- of meer 2. Netwerkgedrag Bij de start van het bedrijf in 1994 is op verschillende manieren aan de ondernemers gevraagd hoe zij zichzelf op de hoogte houden van relevante ontwikkelingen binnen hun branche op technologisch en commercieel gebied. 1. Bijhouden van vakliteratuur; 88% van alle starters deed dit regelmatig of soms. 2. Het bezoeken van vakbeurzen; 73% van alle starters deed dit regelmatig of soms. 3. Verkrijgen van voorlichting van brancheorganisaties; 50% van alle starters deed dit regelmatig of soms. 4. Overleg met collega s / ondernemers; 82% van alle starters deed dit regelmatig of soms. 5. Verkrijgen van informatie van leveranciers / fabrikanten; 77% van alle starters deed dit regelmatig of soms. 6. Verkrijgen van informatie van klanten / afnemers; 84% van alle starters deed dit regelmatig of soms. 7. Verkrijgen van informatie van de bank; 22% van alle starters deed dit regelmatig of soms. 8. Verkrijgen van informatie van een commercieel samenwerkingsverband; 20% van alle starters deed dit regelmatig of soms. 9. Deelname aan cursussen; 44% van alle starters deed dit regelmatig of soms. 10. Laten adviseren door deskundigen; 55% van alle starters deed dit regelmatig of soms. 11. Contact met mede-ondernemers in netwerken, zoals bij een sportvereniging, een plaatselijke ondernemersvereniging, Rotaryclub, e.d. ; 44% van alle starters deed dit regelmatig of soms. 12. Ondernemer is aangesloten bij een ondernemers-, branche- of beroepsorganisatie; 25% van alle starters was hierbij aangesloten. 13. Ondernemer is van mening dat hij/zij erin slaagt op de hoogte te blijven van de relevante ontwikkelingen in de branche; 86% slaagde hierin in (ruim) voldoende mate. 1 2 Het opstellen van een schriftelijk ondernemingsplan kan niet worden aangemerkt als een doelstelling, maar is wel als zodanig opgenomen in de analyse. De omvang van het startkapitaal kan niet worden aangemerkt als een doelstelling, maar is wel als zodanig opgenomen in de analyse. 10 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

11 14. Ondernemer bezit naar zijn/haar mening de kwaliteit om te participeren in relevante netwerken; 79% van alle starters vindt zichzelf hier (zeer) sterk Analyse Voor de analyse van de startmotieven, de doelstellingen bij de start en het netwerkgedrag in verband met succes is de succesmaatstaf overlevingskans van het bedrijf gebruikt. Tot 1998 is van 357 ondernemers bekend dat zij definitief gestopt zijn met het bedrijf waarmee zij in 1994 waren gestart. Deze 357 stoppers zijn in een logistische regressieanalyse tegen 601 blijvers afgezet. Daarbij is aan bedrijven die overleefden de waarde 1 toegekend en aan stoppers de waarde 0. Voor iedere variabele wordt in de output van de logistische regressie de B- waarde gegeven. De B-waarde geeft aan hoeveel de overlevingskans toeneemt, bij een toename van één eenheid van een variabele op een ordinale of intervalschaal. Variabelen met positieve B-waarden hebben dus een positieve invloed op overleven en variabelen met een negatieve B-waarde hebben een negatieve invloed op overleven. Het significantieniveau geeft de kans aan dat het gevonden resultaat onjuist is. Een niveau van 1% of kleiner wordt als zeer significant beschouwd. Een niveau van 1% of meer, maar kleiner dan 5%, wordt als significant beschouwd. Voor resultaten tot een significantieniveau van 10% zijn ook de B-waarden van de gestandaardiseerde scores in de tabellen weergegeven in de vorm van plussen en minnen. De oorspronkelijke scores hiervan zijn gemeten in afwijking van hun gemiddelden. Het voordeel van deze gestandaardiseerde B- waarden is dat hiermee de variabelen onderling kunnen worden vergeleken. Een variabele met bijvoorbeeld een gestandaardiseerde B-waarde van,30 legt tweemaal zoveel gewicht in de schaal als een variabele met een gestandaardiseerde B-waarde van,15 of van -, Opzet rapportage Hoofdstuk 2 laat zien welke factoren, zoals genoemd in tabel 1, een positieve invloed hebben op de overlevingskans van een starter (succesfactoren) en welke factoren een negatieve invloed hebben op de overlevingskans van een startende ondernemer (faalfactoren). Deze uitkomsten gelden voor de gehele groep onderzochte starters uit De uitkomsten uit hoofdstuk 2 staan in hoofdstuk 3 uitgesplitst naar jaren. Op deze wijze ontstaat een beeld welke succes- of faalfactor op welk moment in de eerste vier jaren na de start van het bedrijf een rol speelt. In hoofdstuk 4 zijn de succes- en faalfactoren gerelateerd aan bepaalde kenmerken van de ondernemer en zijn/haar onderneming. Dit leidt bijvoorbeeld EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 11

12 tot een conclusie dat een bepaalde doelstelling wel voor alle starters en voor mannelijke starters als een succesfactor kan worden aangemerkt, maar niet voor vrouwelijke starters. Deze rapportage wordt afgesloten met hoofdstuk 5 waarin de belangrijkste uitkomsten op een rij worden gezet en waarin een korte uiteenzetting wordt gegeven van de overlevingskansen van ondernemers die momenteel een eigen bedrijf starten. 12 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

13 2 Wat bepaalt overleven voor alle starters? 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de verschillende succes- en faalfactoren van startende ondernemers uit De vraag die hierbij centraal staat, is in hoeverre factoren als startmotieven, doelstellingen en het netwerkgedrag, van invloed zijn geweest op het feit dat de onderneming vier jaar na de start nog bestaat. Als een bepaalde factor een positieve invloed heeft gehad op het voortbestaan van de onderneming, wordt deze factor aangemerkt als een succesfactor. Als daarentegen een bepaalde factor een negatieve samenhang vertoont met het voortbestaan van de onderneming, spreken we van een faalfactor. Een overzicht van de statistische scores die de analyses van de succes- en faalfactoren hebben opgeleverd, is opgenomen in de bijlage. Daarin valt ook af te lezen welke factoren geen samenhang vertonen met de overlevingskans; deze factoren zijn niet opgenomen in dit hoofdstuk. Alvorens de uitkomsten van de invloed van de verschillende factoren op de kans op overleven of uitvallen te presenteren, besteedt paragraaf 2.2 aandacht aan de invloed van een aantal algemene kenmerken op de overlevingskans van de startende ondernemers uit Algemene kenmerken in relatie tot de overlevingskans In tabel 1 staat weergegeven in hoeverre bepaalde persoonskenmerken en bedrijfskenmerken van de starters uit 1994 van invloed zijn geweest op de overlevingskans vier jaar na de start. Persoonskenmerken beïnvloeden nauwelijks de overlevingskans De tabel laat zien dat de persoonskenmerken nauwelijks invloed hebben. Blijkbaar is een hoog opleidingsniveau of een lange staat van dienst in het bedrijfsleven geen garantie voor succes als ondernemer. Alleen brancheervaring blijkt in dit kader een factor die van invloed is op de kans op overleving. Daarnaast blijken ondernemers die bij de start jonger dan 30 jaar waren, een kleinere overlevingskans te hebben dan oudere starters. Omvang startkapitaal is een bepalende factor voor de kans op overleven Bedrijfskenmerken zijn daarentegen vaker van invloed op de kans op overleven. Met name de omvang van het startkapitaal, de hoogte van de maandomzet en de BV als rechtsvorm vergroten de kans op succes. Relatief veel bedrijven in de detailhandel en de horeca blijken, in vergelijking met de industrie, een grote kans te hebben de eerste levensfase niet te overleven. EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 13

14 tabel 1 de invloed van persoonskenmerken en bedrijfskenmerken van de starters uit 1994 op de overlevingskans vier jaar na de start kenmerken bij de start in 1994 invloed op overlevingskans vier jaar na de start* persoonskenmerken opleidingsniveau nee aantal jaren werkervaring in loondienst nee leeftijd - - ervaring in de branche ++ ervaring als zelfstandige ervaring met leidinggeven bedrijfskenmerken omvang startkapitaal +++ personeel in dienst gemiddelde maandomzet ++ vennootschap onder firma ** besloten vennootschap ** +++ overname sector*** groothandel - detailhandel - - horeca/reparatie/vervoer - - zakelijke dienstverlening persoonlijke dienstverlening * Weergegeven zijn resultaten die een zwakke samenhang vertonen (een + of - ) en die een sterke samenhang vertonen (een +++, ++ of - - ); nee betekent dat er geen samenhang is. ** Referentiegroepen voor de VOF en de BV zijn de eenmanszaken. *** Referentiegroep voor de sectoren zijn de bedrijven in de industrie. Bron: EIM, nee nee nee nee nee nee nee 2.3 Startmotieven in relatie tot de overlevingskans Onder startmotieven zijn push- en pullfactoren voor het starten van een onderneming bij elkaar genomen. Hieraan toegevoegd is de duur van de voorbereiding op de start van het bedrijf. Binnen deze invalshoek zijn zowel factoren gevonden die positief samenhangen met overleven als factoren die negatief samenhangen met overleven (zie tabel 2). Factoren die geen samenhang vertonen, zijn niet opgenomen in deze tabel. 14 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

15 tabel 2 succes- en faalfactoren ten aanzien van startmotieven voor alle starters* vertrekkans bij oude baas met premie/klanten ++ lengte voorbereidingstijd ++ gat in de markt ontdekt - - uit nood geboren door privé-omstandigheden - * Weergegeven zijn resultaten die een zwakke samenhang vertonen (een + of - ) en die een sterke samenhang vertonen (een +++, ++ of - - ). Bron: EIM, Veel startmotieven zijn niet van invloed op de overlevingskans Van alle 17 onderzochte startmotieven (incl. de duur van de voorbereiding) blijken vier motieven van invloed te zijn op de overlevingskans. De voorbereidingstijd vormt een indicatie van de mate waarin de startende ondernemer zich prepareert op het ondernemerschap. Ondanks dat de voorbereiding om diverse redenen kan worden vertraagd, blijkt de duur van de voorbereiding toch een positieve invloed te hebben op de kans om als ondernemer na vier jaar nog steeds actief te zijn. Ook de kans om bij de oude werkgever te vertrekken met een premie of met meename van klanten, vergroot de kans op overleven. Starters die denken het gat in de markt te hebben gevonden en om die reden beginnen met een eigen bedrijf, komen in de praktijk echter vaak tot de conclusie dat hun idee moeilijk uitvoerbaar is of dat er nauwelijks een afzetmarkt voor hun product of dienst bestaat. Relatief veel van deze starters blijken enkele jaren na de start niet meer te bestaan. Starten omdat het moet leidt doorgaans ook niet tot succes. 2.4 Doelstellingen in relatie tot de overlevingskans De term doelstellingen omvat naast bedrijfs- en persoonlijke doelstellingen ook activiteiten die samenhangen met het bereiken van commerciële doelen, zoals reclame en samenwerking met andere bedrijven. Hieraan toegevoegd is de factor omvang van het startkapitaal, aangezien deze factor een indicatie is voor het streven naar een groot bedrijf (zie tabel 3). Factoren die geen samenhang vertonen, zijn niet opgenomen in deze tabel. EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 15

16 tabel 3 succes- en faalfactoren ten aanzien van doelstellingen voor alle starters* bedrijfs- en persoonlijke doelen uitbreiding pand ++ eigen baas blijven ++ nieuwe vestiging(en) openen - - commerciële doelen samenwerking zoeken met andere bedrijven ++ investeringsplannen voor het eerste jaar ++ mailings onder bestaande of potentiële klanten + exportmogelijkheden verkennen - - omvang startkapitaal +++ * Weergegeven zijn resultaten die een zwakke samenhang vertonen (een + of - ) en die een sterke samenhang vertonen (een +++, ++ of - - ). Bron: EIM, Streven naar groei verhoogt de kans op overleven Acht van de 27 doelstellingen die zijn onderzocht blijken van invloed te zijn op de overlevingskans van de starters uit In dit geval geldt dat het met name de bedrijfsdoelstellingen zijn die een rol spelen bij het overleven van de starters. Het streven naar groei van het bedrijf geldt hier duidelijk als ingrediënt voor succes. Dit komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in een succesfactor als de hoogte van het startkapitaal en de wens om te gaan investeren kort na de start. Een ongebreideld groeistreven kort na de start, bijvoorbeeld door dan al te zoeken naar exportmogelijkheden, brengt het voortbestaan van de onderneming echter in gevaar. 2.5 Netwerkgedrag in relatie tot de overlevingskans Onder netwerkgedrag verstaan we niet alleen de externe contacten van de ondernemer, maar ook externe bronnen van technologische kennis en commerciële informatie. Binnen deze invalshoek zijn uitsluitend factoren gevonden die positief samenhangen met overleven (zie tabel 4). Factoren die geen samenhang vertonen, zijn niet opgenomen in deze tabel. tabel 4 succes- en faalfactoren ten aanzien van netwerkgedrag van alle starters* deelname aan cursussen ++ aangesloten bij ondernemers-, branche- of beroepsorganisatie ++ vakliteratuur bijhouden ++ informatie van commercieel samenwerkingsverband + * Weergegeven zijn resultaten die een zwakke samenhang vertonen (een + of - ) en die een sterke samenhang vertonen (een +++, ++ of - - ). Bron: EIM, EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

17 Vakinhoudelijk op de hoogte blijven vormt een belangrijke factor voor succes Van alle 14 onderzochte factoren die betrekking hebben op het netwerkgedrag van de startende ondernemers, blijken vier factoren van invloed te zijn op de overlevingskans. Vakinhoudelijk bijblijven is belangrijk voor het voortbestaan van de onderneming. Ondernemers kunnen dit zelf doen door vakliteratuur bij te houden en cursussen te volgen. Daarnaast spelen de informatievoorziening van een commercieel samenwerkingsverband en het lidmaatschap van een branche- of beroepsorganisatie ook een rol van betekenis. EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 17

18 18 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

19 3 Op welk moment spelen overlevingsfactoren een rol? 3.1 Inleiding In het voorgaande hoofdstuk zijn de succes- en faalfactoren van startende ondernemers uit 1994 besproken. Omdat na de start van het bedrijf elk jaar een vervolgonderzoek onder deze groep starters is uitgevoerd, is het mogelijk na te gaan of er verschillen zijn in succes- en faalfactoren al naar gelang de tijd dat de bedrijven hebben bestaan. In dit hoofdstuk gaan we in op factoren die het overleven of uitvallen van een bedrijf in de eerste anderhalf jaar na de start bepalen en op factoren die in een latere fase (1½ tot 4½ jaar na de start) van invloed zijn op het succes van de onderneming. 3.2 Startmotieven Positieve startmotieven vergroten succes in eerste jaar De kans dat het bedrijf van een startende ondernemer 1½ jaar na de start nog bestaat, wordt, wat de startmotieven betreft, niet alleen bepaald door de vertrekkans bij de oude werkgever en de lengte van de voorbereidingstijd (zoals ook geldt voor alle starters). Ook de beschikbaarheid van eigen geld om de onderneming te financieren en in mindere mate het motief dat de starter vanzelf in het ondernemerschap is gerold vormen belangrijke factoren die van invloed zijn op het succes in de eerste jaar na de start (zie tabel 5, derde kolom). tabel 5 succes- en faalfactoren in de eerste jaren na de start* alle starters ½ - 1 jaar 1 1½ jaar 1½ - 2½ jaar 2½ - 3½ jaar dreigende werkloosheid - vertrekkans met premie/klanten eigen financiële middelen ++ gat in de markt ontdekt meer geld kunnen verdienen - - wens om eigen baas zijn ++ uitdaging + uit nood geboren door privé-omst toepassing nieuw product/proces ++ vanzelf ingegroeid + ++ lengte voorbereidingstijd ½ -4½ jaar * Weergegeven zijn resultaten die een zwakke samenhang vertonen (een + of - ) en die een sterke samenhang vertonen (een +++, ++ of - - ); lege cellen betekenen dat er geen samenhang is. Bron: EIM, EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 19

20 Hoge verwachtingen bij de start breken ondernemer veelal na zo n 2 jaar op Tabel 5 laat verder zien dat het noodgedwongen starten van een eigen bedrijf veelal geen voorbode is van succes; personen die om deze reden ondernemer worden, lopen een grote kans binnen anderhalf jaar na de start met hun bedrijf te moeten stoppen. Ondernemers die van mening zijn dat ze het gat in de markt hebben gevonden, of die verwachten meer geld te kunnen verdienen met een eigen bedrijf, lopen een gerede kans twee tot drie jaar na de start tot de conclusie te moeten komen dat de verwachtingen toch wat te hooggespannen waren. 3.3 Doelstellingen Streven naar zelfstandigheid vergroot de overlevingskans in de eerste jaren In hoofdstuk 2 kwam reeds naar voren dat het doel om eigen baas te blijven voor alle starters een belangrijke succesfactor is. Uit tabel 6 blijkt dat dit streven naar zelfstandigheid met name voor bedrijven in de eerste 1½ jaar van hun bestaan belangrijk is; ondernemers die dit doel nastreven hebben in die eerste fase een grotere kans om te overleven. tabel 6 succes- en faalfactoren in de eerste jaren na de start* alle starters ½ - 1 jaar 1 1½ jaar 1½ - 2½ jaar 2½ - 3½ jaar 3½ -4½ jaar bedrijf- en persoonlijke doelen uitbreiding personeelsbestand - - uitbreiding pand eigen baas blijven productiviteit verhogen ++ bedrijf afbouwen - nieuwe vestiging(en) openen commerciële doelen persoonlijke benadering klant + mailings naar (potentiële) klanten + ++ reclame via dagbladen/radio/tv - samenwerking met bedrijven exportmogelijkheden verkennen nieuwe klanten benaderen + + nieuwe producten ontwikkelen - ondernemingsplan vóór de start ++ omvang startkapitaal investeringsplannen voor 1 e jaar streven naar omzetvergroting - - * Weergegeven zijn resultaten die een zwakke samenhang vertonen (een + of - ) en die een sterke samenhang vertonen (een +++, ++ of - - ); lege cellen betekenen dat er geen samenhang is. Bron: EIM, EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

21 Streven naar groei kan in de eerste jaren negatief uitpakken Het zoeken naar nieuwe klanten is wel een succesfactor voor een startende ondernemer, maar dit geldt pas als de ondernemer inmiddels enige jaren actief is. Doelen als uitbreiding van het personeelsbestand, het openen van een nieuwe vestiging, het verkennen van exportmogelijkheden en het streven naar omzetvergroting maken het bedrijf in de eerste anderhalf jaar na de start juist kwetsbaar en vergroten de kans op uitval in die periode. 3.4 Netwerkgedrag Eerst informatie vergaren, daarna informatie uitwisselen Het vergaren van informatie via vakliteratuur blijkt met name in het eerste jaar zijn vruchten af te werpen. Deelname aan cursussen en informatievergaring via klanten vergroten in de periode daarna de kans op voortbestaan. Dit blijkt uit tabel 7. Het uitwisselen van informatie en het elkaar op de hoogte houden van de ontwikkelingen door middel van contact met mede-ondernemers en aansluiting zoeken bij een branche- of ondernemersvereniging blijken pas in latere jaren factoren die de kans op succes vergroten. In de eerste anderhalf jaar spelen deze factoren geen rol van betekenis als het gaat om overleven. Starters die in het begin echter de indruk hebben dat ze participeren in relevante netwerken zouden enkele jaren later tot de conclusie kunnen komen dat het netwerk minder geschikt is, hetgeen de overlevingskans duidelijk verkleint. tabel 7 succes- en faalfactoren in de eerste jaren na de start* alle starters ½ - 1 jaar 1 1½ jaar 1½ - 2½ jaar 2½ - 3½ jaar 3½ -4½ jaar vakliteratuur bijhouden informatie van klanten + informatie van com. sam. verband + deelname aan cursussen contact met ondern. in netwerken + aangesloten bij brancheorg participatie in relevant netwerk - - * Weergegeven zijn resultaten die een zwakke samenhang vertonen (een + of - ) en die een sterke samenhang vertonen (een +++, ++ of - - ); lege cellen betekenen dat er geen samenhang is. Bron: EIM, EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 21

22 22 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

23 4 Wat bepaalt overleven voor typen starters? 4.1 Inleiding In hoofdstuk 2 zijn de succes- en faalfactoren die betrekking hebben op startmotieven, doelstellingen en netwerkgedrag voor alle startende bedrijven uit 1994 beschreven. In dit hoofdstuk gaan we een stap verder, door de totale populatie starters uit 1994 naar verschillende typologieën op te delen. Deze typologieën houden verband met de kenmerken van de ondernemer en met de kenmerken van de onderneming. Typologieën op basis van kenmerken van de ondernemer 1. geslacht van de ondernemer man vrouw 2. leeftijd van de ondernemer jonger dan 35 jaar 35 jaar of ouder 3. uitvoering andere activiteiten naast het ondernemerschap minder dan 10 uur per week andere activiteiten 10 uur of meer per week andere activiteiten 4. werktijd in het bedrijf parttime (minder dan 20 uur per week werkzaam in het bedrijf) fulltime (20 uur of meer per week werkzaam in het bedrijf) Typologieën op basis van kenmerken van de onderneming 1. sector dienstverlenend (financiële, zakelijke en persoonlijke dienstverlening) niet-dienstverlenend (andere sectoren) 2. werknemers in dienst bij de start wel werknemers in dienst geen werknemers in dienst 3. maandomzet in juni 1994 (eerste maanden na de start) minder dan ƒ 5.000,- ƒ 5.000,- of meer Op basis van deze typologieën wordt in dit hoofdstuk bekeken in hoeverre de succes- en faalfactoren die voor alle starters gelden, ook van toepassing zijn op deze verschillende typologieën. In de volgende paragrafen worden alleen de succes- en faalfactoren genoemd die voor deze typologieën van toepassing zijn. Het kan zijn dat hierbij factoren worden genoemd die voor alle starters als geheel niet aan de orde zijn. EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 23

24 4.2 Het geslacht van de ondernemer Tabel 8 geeft de verschillende succes- en faalfactoren weer voor mannelijke en vrouwelijke starters, verdeeld naar factoren die betrekking hebben op de startmotieven, de doelstellingen en het netwerkgedrag. tabel 8 succes- en faalfactoren in relatie tot het geslacht van de ondernemer* startmotieven mannen vrouwen alle starters dreigende werkloosheid ++ vertrekkans bij oude baas met premie/klanten + ++ beschikbaarheid eigen financiële middelen + loon bij herintreding te laag - gat in de markt ontdekt wens om eigen baas te zijn + geïnspireerd door familie of kennissen ++ lengte voorbereidingstijd doelstellingen uitbreiding pand nieuwe vestiging(en) openen mailings bij (potentiële) klanten + + prijsacties/prijzenfestivals - reclame via huis-aan-huisbladen / Gouden Gids + samenwerking met andere bedrijven exportmogelijkheden verkennen omvang startkapitaal investeringsplannen voor het eerste jaar netwerkgedrag vakliteratuur bijhouden + ++ informatie van commercieel samenwerkingsverband ++ + aangesloten bij branche- of beroepsorganisatie + ++ participeren in relevante netwerken - - * Weergegeven zijn resultaten die een zwakke samenhang vertonen (een + of - ) en die een sterke samenhang vertonen (een +++, ++ of - - ); lege cellen betekenen dat er geen samenhang is. Bron: EIM, Stimulerende rol van familie is van invloed op succes vrouwelijke ondernemer Tabel 8 laat zien dat de succes- en faalfactoren voor mannelijke en vrouwelijke ondernemers beduidend van elkaar verschillen. Dit blijkt met name bij de doelstellingen en het netwerkgedrag. Vrouwelijke ondernemers die starten vanuit een dreigende werkloosheidssituatie blijken relatief vaak enige jaren na de start nog steeds actief te zijn met hun bedrijf, ondanks dit negatieve startmotief. Daarnaast blijkt het voor de overlevingskans van bedrijven van 24 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

25 vrouwelijke ondernemers belangrijk te zijn gestimuleerd te worden vanuit hun omgeving om ondernemer te worden. Succes van bepaalde doelstellingen loopt erg uiteen tussen mannen en vrouwen Het streven naar groei, bijvoorbeeld tot uitdrukking komend in plannen om het pand uit te breiden en op korte termijn te investeren, lijkt bij mannen vruchten af te werpen; deze factoren zijn belangrijk om de eerste jaren na de start te overleven. Voor vrouwelijke ondernemers daarentegen zijn deze factoren geen ingrediënten voor succes; voor hen is het belangrijker om hun product of dienst onder de aandacht te brengen van de klanten, bijvoorbeeld via mailings of reclame in huis-aan-huisbladen. Netwerkfactoren verhogen de overlevingskans van mannelijke ondernemers slechts in geringe mate Ook het bijhouden van vakliteratuur en het vergaren van informatie kunnen beschouwd worden als succesfactoren voor vrouwelijke ondernemers, terwijl dergelijk netwerkgedrag bij mannen nauwelijks van invloed is op de overlevingskans. Zij hebben meer baat bij aansluiting bij een ondernemers-, branche- of beroepsorganisatie. 4.3 Leeftijd van de ondernemer Tabel 9 geeft de verschillende succes- en faalfactoren weer voor jongere en oudere startende ondernemers, verdeeld naar factoren die betrekking hebben op de startmotieven, de doelstellingen en het netwerkgedrag. Geen enkel startmotief van jonge ondernemers is bepalend voor succes De gemiddelde leeftijd van een startende ondernemer in Nederland ligt ongeveer rond de 36 jaar. Uit tabel 9 blijkt dat de succesfactoren om te overleven voor starters beneden en boven die leeftijd sterk uiteenlopen. Bij jonge ondernemers speelt geen enkel startmotief een rol bij de kans om enige jaren na de start nog steeds als ondernemer actief te zijn. De kans op succes bij oudere ondernemers houdt sterk verband met een natuurlijk proces door middel waarvan ze in het ondernemerschap terechtkomen, waardoor de lengte van de voorbereidingstijd geen invloed heeft op de overlevingskans; pull- of pushfactoren lijken eerder de kans op falen te vergroten. Reclame maken via huis-aan-huisbladen pakt voor jonge ondernemers niet goed uit Tabel 9 laat zien dat de overlevingskans van jongere ondernemers duidelijk wordt verkleind als ze zich te veel richten op groei, bijvoorbeeld door een nieuwe vestiging te willen openen, exportmogelijkheden te verkennen en EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 25

26 door reclame te maken via huis-aan-huisbladen en de Gouden Gids. Mailings bij (potentiële) klanten blijken daarentegen juist wel te werken. Een persoonlijke benadering van bestaande of nieuwe klanten vergroot de kans op succes bij oudere ondernemers. Het lijkt erop of zij hun senioriteit en ervaring in moeten zetten om klanten te trekken. Het streven naar groei van het bedrijf, bijvoorbeeld door op korte termijn te gaan investeren, maakt de kans op succes voor de oudere ondernemers wel groter. tabel 9 succes- en faalfactoren in relatie tot de leeftijd van de starter* jonger dan 35 jaar 35 jaar of ouder alle starters startmotieven vertrekkans bij oude baas met premie/klanten + ++ looninkomen bij herintreding te laag - gat in de markt ontdekt uit nood geboren door privé-omstandigheden vanzelf ingegroeid ++ lengte voorbereidingstijd doelstellingen uitbreiding pand wens om eigen baas te zijn + ++ nieuwe vestiging(en) openen persoonlijke benadering (potentiële) klanten ++ mailings onder (potentiële) klanten ++ + prijsacties/prijzenfestivals - reclame via huis-aan-huisbladen / Gouden Gids - - samenwerking met andere bedrijven exportmogelijkheden verkennen omvang startkapitaal investeringsplannen voor het eerste jaar netwerkgedrag vakliteratuur bijhouden informatie via een commercieel samenwerkingsverband ++ + deelname aan cursussen aangesloten bij branche- of beroepsorganisatie + ++ * Weergegeven zijn resultaten die een zwakke samenhang vertonen (een + of - ) en die een sterke samenhang vertonen (een +++, ++ of - - ); lege cellen betekenen dat er geen samenhang is. Bron: EIM, Voor oudere ondernemers is bijblijven belangrijk Ondernemers die na hun 35ste starten met hun bedrijf, en die middels literatuur en bijscholing proberen bij te blijven op hun vakgebied lijken goede vooruitzichten te hebben om te overleven. Deze factoren kunnen ook voor al- 26 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

27 le starters als succesfactoren worden aangemerkt. Voor jonge starters zijn deze factoren echter geen voorwaarde voor succes. 4.4 Het verrichten van andere activiteiten naast het ondernemerschap Tabel 10 geeft de verschillende succes- en faalfactoren weer voor startende ondernemers die veel of weinig andere activiteiten verrichten naast het ondernemerschap. De mate waarin zij zich met andere activiteiten bezighouden, is uitgedrukt in het aantal uur dat per week aan die activiteiten wordt besteed. Weinig activiteiten betekent in dit verband een tijdsbesteding van minder dan tien uur per week; veel activiteiten betekent een tijdsbesteding van tien uur of meer per week. tabel 10 succes- en faalfactoren in relatie tot het verrichten van andere activiteiten naast het ondernemerschap* minder dan 10 uur p.w. 10 uur of meer p.w. alle starters startmotieven werkloosheid - mogelijkheid om meer geld te verdienen - uit nood geboren door privé-omstandigheden - - lengte voorbereidingstijd doelstellingen uitbreiding personeelsbestand - uitbreiding pand wens om eigen baas te zijn bedrijf afbouwen - nieuwe vestiging(en) openen persoonlijke benadering (potentiële) klanten + mailings onder (potentiële) klanten + + samenwerking met andere bedrijven exportmogelijkheden verkennen omvang startkapitaal investeringsplannen voor het eerste jaar ondernemingsplan vòòr de start + netwerkgedrag vakliteratuur bijhouden informatie van leverancier/fabrikant - deelname aan cursussen aangesloten bij branche- of beroepsorganisatie + ++ * Weergegeven zijn resultaten die een zwakke samenhang vertonen (een + of - ) en die een sterke samenhang vertonen (een +++, ++ of - - ); lege cellen betekenen dat er geen samenhang is. Bron: EIM, EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 27

28 Ondernemersplan en samenwerking vergroten de kans op overleven voor starters met een bijbaan Ondernemers die relatief veel tijd steken in andere activiteiten naast het ondernemerschap, hebben vaak een baan in loondienst of dragen zorg voor het gezin. De overlevingskans van deze bedrijven wordt vergroot als men niet alles zelf probeert te doen, maar samenwerkt met andere bedrijven. Daarnaast is het van belang dat zij zich goed voorbereiden op de start van hun bedrijf door middel van een ondernemingsplan. Deelname aan cursussen vergroot de kans op overleven voor deze starters niet. Op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het vakgebied is daarentegen wel een pre. 4.5 Aantal werkzame uren in het bedrijf Tabel 11 geeft de verschillende succes- en faalfactoren weer voor startende ondernemers die parttime of fulltime werken in hun bedrijf. We spreken hier van parttime ondernemerschap als de ondernemer minder dan 20 uur per week in zijn/haar bedrijf actief is. Een fulltime ondernemer werkt volgens de gehanteerde definitie 20 uur of meer per week in het bedrijf. tabel 11 succes- en faalfactoren in relatie tot de tijdsbesteding van de starter in het bedrijf* startmotieven parttime fulltime alle starters gat in de markt ontdekt mogelijkheid om meer geld te verdienen - lengte voorbereidingstijd doelstellingen uitbreiding pand wens om eigen baas te zijn bedrijf afbouwen - nieuwe vestiging(en) openen prijsacties/prijzenfestivals - samenwerking met andere bedrijven exportmogelijkheden verkennen sponsoring - marktstrategie: nieuwe klanten benaderen ++ + omvang startkapitaal netwerkgedrag vakliteratuur bijhouden deelname aan cursussen * Weergegeven zijn resultaten die een zwakke samenhang vertonen (een + of - ) en die een sterke samenhang vertonen (een +++, ++ of - - ); lege cellen betekenen dat er geen samenhang is. Bron: EIM, EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

29 Investeren in jezelf en in nieuwe klanten vergroot de kans op succes bij parttime werkende ondernemers Voor parttime ondernemers is het waarschijnlijk moeilijk ambitieuze startmotieven te vertalen naar concrete resultaten. Denken dat je het gat in de markt hebt gevonden blijkt zeker geen garantie voor succes. Dit blijkt uit tabel 11. Ten aanzien van de doelstellingen geldt dat samenwerken met anderen en het vinden van nieuwe klanten, naast de wens tot uitbreiding van het pand, de belangrijkste factoren zijn die een duidelijk positieve invloed hebben op de kans om enkele jaren na de start als parttime ondernemer nog te bestaan. Op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het vakgebied is voor parttime werkende ondernemers erg belangrijk voor het voortbestaan van de onderneming. Voor ondernemers die fulltime actief zijn in hun bedrijf, is die noodzaak niet aanwezig. 4.6 Sectorkeuze van de ondernemer Tabel 12 geeft de verschillende succes- en faalfactoren weer voor de sector waarin de startende ondernemer zijn/haar bedrijf begint. Hierbij is onderscheid gemaakt naar dienstverlenende sectoren en niet-dienstverlenende sectoren. Pullfactoren dragen bij aan overlevingskans ondernemers in nietdienstverlenende sectoren Ondernemers in niet-dienstverlenende sectoren, zoals de industrie en de handel, vergroten hun kans op overleven als ze starten met het motief om eigen baas te willen zijn, in plaats van in loondienst te werken. Ook een vertrekkans bij de oude werkgever speelt in het voordeel van starters in deze sectoren. Klantgerichtheid is succesfactor in de niet-dienstensector Een klantgerichte benadering maakt de kans op overleven voor starters in niet-dienstverlenende sectoren ook groter, bijvoorbeeld door mailings aan potentiële klanten en mogelijke aanpassing van het productassortiment. In de zakelijke en persoonlijke dienstverlening kunnen deze factoren niet als succesfactor worden aangemerkt. Samenwerking met beroepsgenoten in bijvoorbeeld maatschappen, denk hierbij aan de vele vrije beroepen in de zakelijke dienstverlening, vormt wel een belangrijke factor voor succes. Netwerken gebeurt waarschijnlijk via deze samenwerking; een formele aansluiting bij een beroepsorganisatie draagt in de dienstverlening niet bij tot succes. Vakkennis bijhouden levert echter wel een positieve bijdrage aan de kans op overleven. EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 29

30 tabel 12 succes- en faalfactoren in relatie tot de sectorkeuze van de starter* diensten nietdiensten alle starters startmotieven werkloosheid - - vertrekkans bij oude baas met premie/klanten gat in de markt ontdekt mogelijkheid om meer geld te verdienen - wens om eigen baas te zijn ++ uit nood geboren door privé-omstandigheden lengte voorbereidingstijd doelstellingen uitbreiding personeelsbestand - - uitbreiding pand nieuwe vestiging(en) openen mailings onder (potentiële) klanten + + aanpassing assortiment producten/diensten - + samenwerking met andere bedrijven exportmogelijkheden verkennen omvang startkapitaal investeringsplannen voor het eerste jaar streven naar omzetvergroting - netwerkgedrag vakliteratuur bijhouden informatie van leverancier/fabrikant - - deelname aan cursussen + ++ contact met mede-ondernemers in netwerken + aangesloten bij branche- of beroepsorganisatie * Weergegeven zijn resultaten die een zwakke samenhang vertonen (een + of - ) en die een sterke samenhang vertonen (een +++, ++ of - - ); lege cellen betekenen dat er geen samenhang is. Bron: EIM, Personeel in dienst bij de start van het bedrijf Tabel 13 geeft de verschillende succes- en faalfactoren weer voor startende ondernemers met en zonder personeelsleden in dienst bij de start van het bedrijf. Het overgrote deel van de bedrijven in Nederland heeft bij de start van het bedrijf (nog) geen personeel in dienst. Het is om die reden zeer verklaarbaar dat de succes- en faalfactoren van de starters zonder werknemers en die van alle starters vrijwel identiek zijn (zie tabel 13). 30 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

De oudere starter in Nederland Quick Service

De oudere starter in Nederland Quick Service De oudere starter in Nederland Quick Service Heleen Stigter Zoetermeer, januari 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie

Nadere informatie

MKB-index april 2017

MKB-index april 2017 MKB-index april 2017 Zoetermeer, 4 mei 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en

Nadere informatie

M200916. Parttime van start. drs. A. Bruins

M200916. Parttime van start. drs. A. Bruins M200916 Parttime van start drs. A. Bruins Zoetermeer, 24 september 2009 Parttime van start Van de startende ondernemers werkt een kleine meerderheid na de start fulltime in het bedrijf. Een op de vier

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Universiteit van Amsterdam, INTT De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, oktober 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

BNA Conjunctuurmeting

BNA Conjunctuurmeting BNA Conjunctuurmeting September 2011 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Peter Brouwer Zoetermeer, april 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

De stand van Mediation in Nederland

De stand van Mediation in Nederland De stand van Mediation in Nederland drs. R.J.M. Vogels Zoetermeer, 17 november 2011 In opdracht van het Nederlands Mediation Instituut (NMI). De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Accessio Inburgering Zoetermeer, woensdag 5 augustus 2015 In opdracht van Accessio Inburgering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Naar Werk Meetjaar 2017/2018 Zoetermeer, 4-5-2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Zoetermeer, vrijdag 13 november 2015 In opdracht van Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D. M200802 Vrouwen aan de start Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2008 2 Vrouwen aan de start Vrouwen vinden het starten

Nadere informatie

Cliëntenaudit Bureau ABC

Cliëntenaudit Bureau ABC Cliëntenaudit Bureau ABC 2014 Zoetermeer 17 april 2015 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB Tevredenheidsonderzoek 2015 Fox AOB Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Fox AOB De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Kengetallen ondernemerschap

Kengetallen ondernemerschap Kengetallen ondernemerschap Tabellenboek drs. N.G.L. Timmermans R. in 't Hout K. Bakker drs. W. H.J. Verhoeven Zoetermeer, 14 augustus 2009 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Tevredenheidsonderzoek 2012 Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Zoetermeer, maandag 4 februari 2013 In opdracht van Jobcoach organisatie Trace Daelzicht De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Zoetermeer, 28 februari 2018

Zoetermeer, 28 februari 2018 Cliëntenaudit BWRI Zoetermeer, 28 februari 2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Bouwers en hun gemeente

Bouwers en hun gemeente Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 1 2 Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 drs. Pim van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok De verantwoordelijkheid voor de

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013 A&P Partners Zoetermeer, zaterdag 3 augustus 2013 In opdracht van A&P Partners De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Hogeschool van Amsterdam Zoetermeer, woensdag 9 november 2016 In opdracht van Hogeschool van Amsterdam De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 De Nieuwe Werkgever Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van De Nieuwe Werkgever De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage drs. C.M. Wiggers Zoetermeer, augustus 2003 Nummer: M200304 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport In opdracht van ROC Drenthe College Zoetermeer, donderdag 22 maart 2018 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 drs. K.L. Bangma drs. A. Bruins drs. D. Snel drs. N. Timmermans Zoetermeer, 5 juli 2013 Rapportnummer : A201337 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC De Leijgraaf Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC De Leijgraaf De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Werkfit maken Meetjaar 207/208 Zoetermeer, 4-5-208 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting Aanscherpingen glijdende schaal Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen Samenvatting WODC, Ministerie van Veiligheid en Justitie 2014 Drs. Zosja Berdowski; Ir. Alexandra Vennekens

Nadere informatie

Een eigen bedrijf is leuk!

Een eigen bedrijf is leuk! M200815 Een eigen bedrijf is leuk! Ervaringen van starters uit de jaren 1998-2000 drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, december 2008 2 Een eigen bedrijf is leuk! Een eigen bedrijf geeft ondernemers

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) prognose 2006 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2007 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV Tevredenheidsonderzoek 2015 AM Werk Reïntegratie BV Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van AM Werk Reïntegratie BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company Tevredenheidsonderzoek 2014 Jobcoach Company Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Jobcoach Company De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) Prognose 2005 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2006 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau Tevredenheidsonderzoek 2010 / 2011 Olympia uitzendbureau Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2011 In opdracht van Olympia uitzendbureau De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Landstede Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Landstede De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Pappenheim Re-integratie en Outplacement Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Pappenheim Re-integratie en Outplacement De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Stap.nu Reïntegratie & Counseling

Tevredenheidsonderzoek 2015. Stap.nu Reïntegratie & Counseling Tevredenheidsonderzoek 2015 Stap.nu Reïntegratie & Counseling Zoetermeer, zaterdag 27 februari 2016 In opdracht van Stap.nu Reïntegratie & Counseling De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015 Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar René Vogels Zoetermeer, 10 april De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen,

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V.

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Nieuwland Opleidingen B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Nieuwland Opleidingen B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan Tevredenheidsonderzoek 2010 Dienst inburgeren ROC Mondriaan Zoetermeer, vrijdag 4 februari 2011 In opdracht van ROC Mondriaan De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv Tevredenheidsonderzoek 2015 totaal inburgering bv Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van totaal inburgering bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen Tevredenheidsonderzoek 2010 Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen Zoetermeer, vrijdag 4 februari 2011 In opdracht van ROC Midden Nederland Participatieopleidingen De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Minirapportage ir. C.C. van de Graaff drs. W.H.J. Verhoeven drs. P. Vroonhof K. Bakker Zoetermeer, 18 september 2002 Dit onderzoek is uitgevoerd

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC A12 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van BABEL De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen Tevredenheidsonderzoek 2015 Twintaal Trainingen Zoetermeer, woensdag 17 februari 2016 In opdracht van Twintaal Trainingen De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Zoetermeer, donderdag 13 augustus 2015 In opdracht van Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / TAMA TalentCentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / TAMA TalentCentrum Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 TAMA TalentCentrum Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van TAMA TalentCentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Tevredenheidsonderzoek 2013 ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Zoetermeer, dinsdag 4 februari 2014 In opdracht van ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV.

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV. Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Piblw-Reïntegratie BV. Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Piblw-Reïntegratie BV. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Met ervaring aan de start

Met ervaring aan de start Met aan de start Over debutanten, weers en meers Dick Snel Joris Meijaard Zoetermeer, september 2006 ISBN: 90-371-0975-6 Bestelnummer: A200610 Prijs: 30,- Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek

Nadere informatie

M Starters en samenwerking

M Starters en samenwerking M200617 Starters en samenwerking drs. D. Snel drs. A. Bruins Zoetermeer, december 2006 2 Starters en samenwerking Samenwerking tussen (jonge) bedrijven heeft een positief effect op de resultaten van het

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie Tevredenheidsonderzoek 2014 ROC Alfa-college, unit Educatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van ROC Alfa-college, unit Educatie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages Tevredenheidsonderzoek 2014 STE Languages Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van STE Languages De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Tevredenheidsonderzoek 2014 Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Gezamenlijke ID Stichting (GIDS)

Tevredenheidsonderzoek Gezamenlijke ID Stichting (GIDS) Tevredenheidsonderzoek 2014 Gezamenlijke ID Stichting (GIDS) Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Gezamenlijke ID Stichting (GIDS) De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Rijn IJssel, Educatie & Integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Rijn IJssel, Educatie & Integratie Tevredenheidsonderzoek 2015 Rijn IJssel, Educatie & Integratie Zoetermeer, zaterdag 27 februari 2016 In opdracht van Rijn IJssel, Educatie & Integratie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Van goede naar betere dienstverlening Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Inge van den Ende, Mandy Goes en Roxanne de Vreede Zoetermeer, 26 april 2018 De

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V. Tevredenheidsonderzoek 2014 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 3 mei 2015 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Solvid Ondernemen BV

Tevredenheidsonderzoek Solvid Ondernemen BV Tevredenheidsonderzoek 2014 Solvid Ondernemen BV Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Solvid Ondernemen BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek FITh bv

Tevredenheidsonderzoek FITh bv Tevredenheidsonderzoek 2015 FITh bv Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van FITh bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Effecten BTW-verandering op het gedrag van consumenten in de Schilders- en stukadoorsbranche drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Zoetermeer, 23 maart 2012 Dit onderzoek is gefinancierd door CNV Vakmensen, FNV

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Weustink&Partners BV

Tevredenheidsonderzoek Weustink&Partners BV Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 Weustink&Partners BV Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van Weustink&Partners BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Minirapportage: M200211. Doelstellingen van startende ondernemers. Tijdbesteding van de ondernemer. Werknemers

Minirapportage: M200211. Doelstellingen van startende ondernemers. Tijdbesteding van de ondernemer. Werknemers Minirapportage: M200211 Doelstellingen van startende ondernemers Inlichtingen: drs. A. Bruins Datum: 17-09-2002 Het 'eigen baas zijn' is voor velen een belangrijk - en vaak het belangrijkste - motief om

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Profunda Loopbaancoaching

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Profunda Loopbaancoaching Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Profunda Loopbaancoaching Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van Profunda Loopbaancoaching De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Replooy re-integratie & coaching vof

Tevredenheidsonderzoek Replooy re-integratie & coaching vof Tevredenheidsonderzoek 2013-2014 Replooy re-integratie & coaching vof Zoetermeer, zondag 3 augustus 2014 In opdracht van Replooy re-integratie & coaching vof De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Bijstand naar Werk

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Bijstand naar Werk Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Bijstand naar Werk Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Bijstand naar Werk De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Replooy re-integratie & coaching vof

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Replooy re-integratie & coaching vof Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Replooy re-integratie & coaching vof Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Replooy re-integratie & coaching vof De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V.

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Voorzet Arbeid B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Voorzet Arbeid B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Nieuwe Koers BV

Tevredenheidsonderzoek Nieuwe Koers BV Tevredenheidsonderzoek 2014 Nieuwe Koers BV Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Nieuwe Koers BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Uitgave januari 2016 Rapport uitgebracht aan: Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart W. van der Geest C11540/2016/0188 Zoetermeer, 29 januari 2016

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Marian Ruisch Coaching en Re-integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Marian Ruisch Coaching en Re-integratie Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Marian Ruisch Coaching en Re-integratie Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van Marian Ruisch Coaching en Re-integratie De verantwoordelijkheid voor de

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2013-2014. Stichting ActiefTalent

Tevredenheidsonderzoek 2013-2014. Stichting ActiefTalent Tevredenheidsonderzoek 2013-2014 Stichting ActiefTalent Zoetermeer, donderdag 21 mei 2015 In opdracht van Stichting ActiefTalent De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V.

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V. Tevredenheidsonderzoek 2014 Voorzet Arbeid B.V. Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Voorzet Arbeid B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. Thatcher & Aalderink meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. Thatcher & Aalderink meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek Thatcher & Aalderink meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport In opdracht van Thatcher & Aalderink Zoetermeer, donderdag 3 augustus 2017 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Caparis NV

Tevredenheidsonderzoek Caparis NV Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 Caparis NV Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van Caparis NV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. BHP Groep Loopbaanadvisering

Tevredenheidsonderzoek 2011. BHP Groep Loopbaanadvisering Tevredenheidsonderzoek 2011 BHP Groep Loopbaanadvisering Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van BHP Groep Loopbaanadvisering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia/Stratus.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Marian Ruisch Coaching en Re-integratie

Tevredenheidsonderzoek Marian Ruisch Coaching en Re-integratie Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 Marian Ruisch Coaching en Re-integratie Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van Marian Ruisch Coaching en Re-integratie De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek BrinQer Verzuim- en Re-integratiemanagement

Tevredenheidsonderzoek BrinQer Verzuim- en Re-integratiemanagement Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 BrinQer Verzuim- en Re-integratiemanagement Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van BrinQer Verzuim- en Re-integratiemanagement De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. Succes2gether.B.V meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. Succes2gether.B.V meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek Succes2getherBV meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport In opdracht van Succes2getherBV Zoetermeer, maandag 20 mei 2019 De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Ben Pranger Personeelsadvies

Tevredenheidsonderzoek Ben Pranger Personeelsadvies Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 Ben Pranger Personeelsadvies Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van Ben Pranger Personeelsadvies De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Uitgevoerd in opdracht van Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Zoetermeer, 17 september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Lest Best

Tevredenheidsonderzoek Lest Best Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 Lest Best Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van Lest Best De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek

Tevredenheidsonderzoek Tevredenheidsonderzoek Voorbereid op de Toekomst (VOT) taal, advies & begeleiding meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport In opdracht van Voorbereid op de Toekomst (VOT) taal,

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Work Solutions Nederland BV

Tevredenheidsonderzoek Work Solutions Nederland BV Tevredenheidsonderzoek 2014 Work Solutions Nederland BV Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Work Solutions Nederland BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie