Kwaliteitsverschillen tussen BIG4 en second-tier auditkantoren op de Belgische markt

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kwaliteitsverschillen tussen BIG4 en second-tier auditkantoren op de Belgische markt"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR Kwaliteitsverschillen tussen BIG4 en second-tier auditkantoren op de Belgische markt Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Toegepaste Economische Wetenschappen Lien Van Den Bossche onder leiding van Prof. Dr. Ignace De Beelde

2 PERMISSION Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding. Lien Van Den Bossche I

3 Woord vooraf Bij het tot stand komen van deze masterproef heb ik kunnen rekenen op de begeleiding van een aantal personen die ik hier wil bedanken. Vooreerst wil ik mijn promotor, Prof. Dr. Ignace De Beelde, en zijn assistent, Xavier Walthoff-Borm, bedanken voor de begeleiding en de feedback. Daarnaast wil ik ook Prof. Dr. Philippe Van Cauwenberge bedanken voor de tips omtrent het statistische gedeelte van deze masterproef. Verder wil ik Universiteit Gent bedanken voor het gebruik van de Bel-First databank en voor het ter beschikking stellen van Eviews. Tenslotte dank ik nog de familieleden, vrienden en kennissen die mij gesteund hebben bij de totstandkoming van deze masterproef. II

4 Inhoudsopgave Abstract Inleiding Literatuuroverzicht en hypothesen Angelsaksisch onderzoek Continentaal Europees onderzoek: België Institutionele omgeving Auditkwaliteit Beursnotering Second-tier revisorenkantoren Hypothesen Onderzoeksmethode Methodologie Univariate analyse Multivariate analyse Gegevensverzameling Analyse Univariate analyse Correlaties Multivariate analyse Hypothese Hypothese Sensitiviteitsanalyse Kleinste kwadratenmethode Grootte aan de hand van omzet Vlottende accruals Conclusie sensitiviteitsanalyse Besluit III

5 Gebruikte afkortingen Big N: SEC: NBB: IBR: IFRS: GAAP: Gedurende de twintigste eeuw werden de grootste internationale revisorenkantoren de Big 8 genoemd. Er hebben zich echter fusies voorgedaan tussen deze kantoren waardoor de Big 8 evolueerde tot de Big 6, en uiteindelijk tot de Big 4. Om deze samen te vatten wordt hier Big N gebruikt. Securities and Exchange Commission Nationale Bank van België Instituut van de Bedrijfsrevisoren International Financial Reporting Standards Generally Accepted Accounting Principles IV

6 Lijst van tabellen Tabel 1: Samenstelling steekproef Tabel 2: Univariate analyse van beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde bedrijven Tabel 3: Univariate analyse van Big 4 klanten en second-tier klanten Tabel 4: Tabel 5: Univariate analyse van Big 4 klanten en second-tier klanten voor beursgenoteerde bedrijven Univariate analyse van Big 4 klanten en second-tier klanten voor niet-beursgenoteerde bedrijven Tabel 6: Pearson correlatiematrix: volledige dataset Tabel 7: Resultaten regressie ter analyse van hypothese Tabel 8: Resultaten regressie ter analyse van hypothese 1 voor beursgenoteerde en nietbeursgenoteerde bedrijven afzonderlijk Tabel 9: Resultaten regressie ter analyse van hypothese Tabel 10: Tabel 11: Resultaten regressie ter analyse van hypothese 2 m.b.t. het verschil in het niveau van winststuring bij beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde bedrijven Resultaten regressie ter analyse van hypothese 2 voor beursgenoteerde en nietbeursgenoteerde bedrijven afzonderlijk Tabel 12: Overzicht sensitiviteitsanalyse V

7 Abstract In deze masterproef wordt de auditkwaliteit van Big 4 en second-tier revisorenkantoren vergeleken tijdens de periode op de Belgische markt. Het overgrote deel van de literatuur omtrent dit onderwerp heeft zich geconcentreerd op de Angelsaksische landen. Er zijn echter belangrijke verschillen tussen de Angelsaksische omgeving en de continentaal Europese omgeving en onderzoek hiernaar in de continentaal Europese omgeving is niet eenduidig. Er is dus bijkomend onderzoek vereist. Aangezien het doel van een audit is de kwaliteit van de financiële rapportering te verbeteren, wordt hier gebruik gemaakt van de mate van winststuring bij de klant als proxy voor auditkwaliteit. Verder wordt er ook een onderscheid gemaakt tussen beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde ondernemingen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door gebruik te maken van de cross-sectionele variant van het Modified Jones Model. Er wordt geen verschil vastgesteld tussen Big 4 en second-tier revisoren op het niveau van winststuring, een Big 4 revisor beperkt winststuring niet meer dan een second-tier revisor. Dit geldt zowel voor beursgenoteerde als voor niet-beursgenoteerde bedrijven. Tenslotte blijkt dat beursgenoteerde bedrijven minder deelnemen aan winststuring. Een beursnotering vormt dus een beperking op het niveau van winststuring. 1

8 1. Inleiding Gedurende de laatste jaren doet er zich een evolutie voor in de auditmarkt, second-tier revisorenkantoren 1 worden een waardig alternatief voor de Big 4 revisorenkantoren 2 (Byrnes, 2005; Cassel, Giroux, Myers, Omer, 2011; Jenkins & Velury, 2011). Deze groei van second-tier revisorenkantoren is belangrijk aangezien vorig onderzoek suggereert dat auditkwaliteit stijgt met de grootte van de revisorenkantoren. Vooreerst is deze evolutie een gevolg van het feit dat bedrijven op zoek zijn naar een betere dienstverlening, lagere prijs of beide (Byrnes, 2005). Ten tweede heeft de wet in 2002 omtrent de Sarbanes Oxley Act (SOX) ervoor gezorgd dat het aantal uren dat nodig is voor een typische audit stijgt met 30% waardoor Big 4 revisorenkantoren zich meer zijn gaan concentreren op hun grootste en meest winstgevende klanten (Byrnes, 2005). Dit is de reden waarom de Big 4 revisorenkantoren klanten hebben moeten afstoten die ze anders graag zouden behouden hebben (Byrnes, 2005). Onderzoek van Cassel et al. (2011) toont aan dat de geloofwaardigheid van de financiële rapportering door second-tier revisorenkantoren gestegen is na de faling van Anderson. Meer bepaald toont hun onderzoek aan dat, voor de faling van Anderson, de geloofwaardigheid met betrekking tot de financiële rapportering van second-tier klanten lager was dan deze van de Big 4 klanten en niet onderscheidbaar was van deze van andere niet Big 4 klanten. Na de faling van Anderson ligt de geloofwaardigheid met betrekking tot de financiële rapportering van second-tier klanten echter hoger dan deze van andere niet Big 4 klanten en is ze niet meer te onderscheiden van deze van Big 4 klanten. Verder vinden Jenkins en Velury (2011) geen significant verschil in accounting conservatisme tussen klanten van Big N 3 en second-tier revisorenkantoren. Wel toont hun onderzoek aan dat er, in de periode na SOX, meer accounting conservatisme is bij Big N en second-tier revisorenkantoren ten opzichte van bij de andere, niet Big N/niet second-tier revisorenkantoren. Als derde argument stellen zij dat er verwacht werd dat de investeerders negatief gingen reageren bij een overschakeling van een Big 4 naar een second-tier revisorenkantoor, maar deze negatieve reactie bleef uit. De laatste reden, gegeven door Jenkins en Velury (2011), voor de opmars van second-tier revisorenkantoren is dat toezichthouders en belangengroepen de second-tier revisorenkantoren promoten als een goed alternatief voor de Big 4. 1 De second-tier revisorenkantoren in dit onderzoek zijn: BDO, Grant Thornton, Mazars, Callens Pirenne & Co en RSM Interaudit. De wijze waarop deze bepaald werden, kan worden teruggevonden onder punt Second-tier revisorenkantoren. 2 De Big 4 revisorenkantoren zijn: Deloitte, PriceWaterhouseCoopers, Ernst & Young en KPMG. 3 Gedurende de twintigste eeuw werden de grootste internationale revisorenkantoren de Big 8 genoemd. Er hebben zich echter fusies voorgedaan tussen deze kantoren waardoor de Big 8 evolueerde tot de Big 6, en uiteindelijk tot de Big 4. Om deze samen te vatten wordt hier Big N gebruikt. 2

9 Hierbij gaan zij ervan uit dat er geen verschil in kwaliteit is tussen Big 4 en second-tier revisorenkantoren. Nochtans blijft het een open vraag of de kwaliteit tussen beide inderdaad gelijk is. Omwille van deze evolutie richt het onderzoek in deze masterproef zich dan ook op het al dan niet aanwezig zijn van kwaliteitsverschillen tussen Big 4 en second-tier revisorenkantoren en wordt er geen rekening gehouden met niet Big 4/niet second-tier revisorenkantoren. Het doel van deze masterproef is na te gaan of er een verschil in auditkwaliteit is tussen de vier grote revisorenkantoren en de second-tier revisorenkantoren op de Belgische markt in de periode 2007 tot en met De algemene onderzoeksvraag is de volgende: Is er een verschil in auditkwaliteit tussen de vier grote revisorenkantoren (Big 4) en de second-tier revisorenkantoren op de Belgische markt?. De resultaten van dit onderzoek leveren een bijdrage tot de literatuur op twee vlakken. Als eerste wordt er een onderscheid gemaakt tussen beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde bedrijven. Ten tweede maakt dit onderzoek een onderscheid tussen de vier grote revisorenkantoren en de second-tier revisorenkantoren in plaats van enkel te focussen op de tweedeling Big 4 en niet Big 4 revisorenkantoren. Om de kwaliteit van de revisorenkantoren te beoordelen wordt gebruikt gemaakt van de crosssectionele variant van het Modified Jones Model. De steekproef bevat 72 ondernemingen waarvan 36 beursgenoteerde en 36 niet-beursgenoteerde ondernemingen. Uit dit onderzoek blijkt dat er geen verschil in kwaliteit is tussen Big 4 en second-tier revisorenkantoren. Big 4 revisorenkantoren vormen geen grotere beperking voor winststuring dan second-tier kantoren. Dit geldt zowel voor beursgenoteerde als voor niet-beursgenoteerde ondernemingen. Verder toont dit onderzoek ook aan dat beursgenoteerde bedrijven minder deelnemen aan winststuring dan nietbeursgenoteerde bedrijven. Hieruit kan afgeleid worden dat een beursnotering een beperking vormt op de mate van winststuring. Bovendien is het ook mogelijk dat een Big 4 revisorenkantoor en een beursnotering substituten zijn in het beperken van winststuring. De opbouw van deze paper is als volgt. Onder punt twee wordt een uitgebreid overzicht gegeven van de bestaande literatuur. Hier wordt zowel ingegaan op de Angelsaksische context als op de Continentaal Europese omgeving. Er wordt ook aandacht besteed aan de Belgische omgeving. Hierop volgend worden de hypothesen die in deze masterproef onderzocht worden uiteengezet. Verder zet punt drie de onderzoeksmethode uiteen. Deze omvat de methodologie, de univariate- en multivariate modellen en de gegevensverzameling. Punt vier behandelt de analyse. Deze omvat een univariate- en multivariate analyse en vervolgens ook een sensitiviteitsanalyse. Tenslotte beschrijft punt vijf het algemeen besluit. 3

10 2. Literatuuroverzicht en hypothesen 2.1. Angelsaksisch onderzoek Vorig onderzoek toont voornamelijk aan dat er een significant verschil is in kwaliteit tussen Big 4 en niet- Big 4 revisorenkantoren. Meer bepaald zouden de Big 4 revisorenkantoren een hogere kwaliteit leveren dan niet-big 4 revisorenkantoren (o.a. DeAngelo, 1981; Francis & Wilson, 1988; Palmrose, 1988; Francis & Yu; 2009; Lennox, 1999a; Lennox, 1999b; Davidson & Neu, 1993; Chen & Hsu, 2009). DeAngelo (1981) definieert auditkwaliteit als het ontdekken van een fout en deze fout vervolgens ook rapporteren. Grotere kantoren zullen waarschijnlijk een hogere kwaliteit leveren bij een specifieke klant aangezien deze klant slechts een klein aandeel heeft in de totale klantportfolio. De auditor zal met andere woorden zijn onafhankelijkheid beter kunnen vrijwaren en is hierdoor beter bestand tegen de druk van klanten om een goedgekeurde auditopinie te rapporteren en/of om winststuring toe te laten. Indien blijkt dat het revisorenkantoor audits levert van lage kwaliteit leidt dit tot verlies aan reputatie, verlies van klanten, stijgende kosten indien er een rechtszaak komt en verlaging van de fees die ze in de toekomst kunnen vragen. Hoe groter het revisorenkantoor, hoe meer het te verliezen heeft en hoe meer motivatie het heeft om een bepaald niveau van kwaliteit aan te houden (DeAngelo, 1981). Dit argument is ook terug te vinden bij Francis en Wilson (1988). Zij argumenteren dat de Big 8 revisorenkantoren een zekere reputatie hebben opgebouwd en hierdoor gemotiveerd zijn om audits van hogere kwaliteit te leveren dan niet-big 8 revisorenkantoren. Nog anders gezegd, grote auditbedrijven hebben meer rijkdom die op het spel staat, onder de vorm van reputatie, als er een rechtszaak zou komen. Dit zorgt ervoor dat ze meer gemotiveerd zijn om accuraat te rapporteren (Dye, 1993). Ook Palmrose (1988) vindt in haar onderzoek dat de Big 8 revisorenkantoren minder geconfronteerd worden met rechtszaken en dus minder snel gesanctioneerd worden door de SEC dan niet-big 8 revisorenkantoren. Dit zou erop wijzen dat de Big 8 revisorenkantoren audits van hogere kwaliteit leveren dan niet-big 8 kantoren. Francis (2004) stelt dat er twee observeerbare outputs van audit zijn. De eerste output is het auditrapport. Onderzoek hiernaar toont aan dat de Big N revisorenkantoren een hogere kwaliteit leveren (Francis & Krishnan, 1999; Lennox, 1999a; Lennox, 1999b). De tweede output is bewijs uit de jaarrekeningen. Dit toont eveneens aan dat de Big N revisorenkantoren een hogere kwaliteit leveren dan de niet-big N kantoren (Becker, DeFond, Jiambalvo, Subramanyam, 1998; Francis & Krishnan, 1999; Nelson, Elliot, Tarpley, 2002; Teoh & Wong, 1993). 4

11 Een groot gedeelte van deze literatuur is echter gericht op de jaren 80 en kan dus al verouderd zijn, bovendien concentreert dit onderzoek zich op de Angelsaksische landen. Verder richt het meeste van dit onderzoek zich op de tweedeling Big N/niet-Big N, en wordt er geen onderscheid gemaakt tussen second-tier en niet-big N/niet-second-tier revisorenkantoren (Becker et al., 1998; Francis & Krishnan, 1999; Krishnan & Schauer, 2000). Onderzoek dat wel rekening houdt met second-tier revisorenkantoren vindt dat de auditkwaliteit tussen Big 4 en second-tier revisorenkantoren vergelijkbaar is (Boone, Khurana, Raman, 2010; Jenkins & Velury, 2011, Van Tendeloo & Vanstraelen, 2008). Dit zou kunnen aantonen dat het verschil in auditkwaliteit tussen Big N en niet-big N revisorenkantoren vooral te wijten is aan de niet-big N/niet-second-tier revisorenkantoren. Vervolgens richt Amerikaanse onderzoek zich meestal op beursgenoteerde ondernemingen aangezien enkel deze verplicht zijn om informatie uit de jaarrekening te publiceren. In België hangt de rapporteringsverplichting af van de vennootschapsvorm en de grootte van het bedrijf, en niet van het al dan niet beursgenoteerd zijn (Vander Bauwhede, Gaeremynck, Willekens, 2000). Tenslotte richt onderzoek van Jeong en Rho (2004) zich op het verschil in auditkwaliteit tussen Big 6 en niet-big 6 revisorenkantoren in Korea. Hieruit blijkt dat er geen verschil is in kwaliteit tussen beide en dit is consistent met ander onderzoek uitgevoerd in Korea. Dit suggereert dat de economische omgeving in beschouwing moet genomen worden om na te gaan of er een verschil in kwaliteit is tussen Big N en niet-big N revisorenkantoren. Om deze reden wordt hier nagegaan of er een kwaliteitsverschil is tussen de Big 4 en de second-tier revisorenkantoren op de Belgische markt Continentaal Europees onderzoek: België Het overgrote deel van de literatuur in verband met auditkwaliteit concentreert zich op de Angelsaksische landen en rapporteert grotendeels eenduidige resultaten (Vander Bauwhede & Willekens, 2003). In deze landen leveren grote revisorenkantoren een hogere kwaliteit dan kleinere revisorenkantoren (DeAngelo, 1981; Becker et al., 1998; Francis & Wilson, 1988; Palmrose, 1988; Francis & Yu, 2009; Lennox, 1999; Davidson & Neu, 1993; Chen & Hsu, 2009). Aangezien de institutionele omgeving in Europa verschilt van deze in de Angelsaksische landen, kan men zich afvragen of deze resultaten veralgemeend kunnen worden naar Europa, en meer bepaald naar België. Onderzoek in verband met auditkwaliteit in Europa is eerder beperkt en bovendien zijn de resultaten in België niet eenduidig (Vander Bauwhede & Willekens, 2003). Vander Bauwhede, Willekens, Gaeremynck (2003) vinden ondersteunend bewijs dat er een verschil in auditkwaliteit zou zijn tussen Big 6 en niet-big 6 auditoren in het private klantensegment van de Belgische auditmarkt. Dit is consistent met Willekens en Achmadi (2003). Tegengesteld hieraan zijn de resultaten van Secru, Vander Bauwhede, Willekens (2002). Zij vinden geen duidelijke relatie tussen auditkwaliteit en het type auditor (Big N of niet-big N). 5

12 Verder vinden Gaeremynck en Willekens (2003) dat er geen verschil is in kwaliteit tussen Big 6 en niet- Big 6 auditoren wanneer de financiële problemen van de klant overduidelijk zijn. Zijn deze problemen echter minder zichtbaar, dan zullen Big 6 revisorenkantoren waarschijnlijk sneller een verklaring zonder voorbehoud uitgeven in vergelijking met niet-big 6 revisorenkantoren. Als laatste vinden ook Vander Bauwhede en Willekens (2004) dat er een verschil in auditkwaliteit is in het private klantensegment van de Belgische auditmarkt. Verder kijken zij ook of de verschillende resultaten uit vorig onderzoek kunnen te maken hebben met de manier waarop de grootte van het revisorenkantoor gemeten wordt, maar ook hier vinden ze geen bewijs. Tenslotte concentreert het merendeel van het onderzoek in België zich op niet-beursgenoteerde ondernemingen aangezien deze de meerderheid van de Belgische bedrijven vertegenwoordigen (Gaeremynck & Willekens, 2003; Vander Bauwhede & Willekens, 1998; Van Tendeloo & Vanstraelen, 2008; Secru et al., 2002). Het aantal bedrijven dat in 2011 hun jaarrekening neerlegde bij de Nationale Bank van België bedraagt (NBB, 2012), hiervan zijn er slechts 142 beursgenoteerd (Beursduivel.be, 2012). Deze masterproef behandelt zowel beursgenoteerde als niet-beursgenoteerde bedrijven in een continentaal Europese omgeving, meer bepaald België Institutionele omgeving In België zijn bedrijven die bepaalde vastgelegde criteria overschrijden verplicht hun jaarrekening neer te leggen bij de Nationale Bank van België. Externe audit is verplicht voor alle grote bedrijven, het doel hiervan is de stakeholders van een bedrijf te beschermen. Een belangrijk verschil met de Amerikaanse omgeving is dat, in de Belgische context, weinig juridische processen tegen revisorenkantoren voorkomen. Wanneer deze dreiging zeer laag is, kan de auditor eerder geneigd zijn een vriendschappelijke band met de klant aan te gaan teneinde deze klant te behouden (Secru et al., 2002; Gaeremynck & Willekens, 2003; Vander Bauwhede & Willekens, 2004). Dit kan als gevolg hebben dat bepaalde fouten in de financiële staten van de klant niet gerapporteerd worden, waardoor de auditkwaliteit dus lager ligt. Zowel beursgenoteerde als niet-beursgenoteerde bedrijven in België, die voldoen aan bepaalde groottecriteria, moeten jaarlijks een jaarrekening neerleggen bij de Nationale Bank van België. Hier kan elke geïnteresseerde partij ze opvragen (Secru et al., 2002). Verder is in België eveneens een doorlichting verplicht voor alle grote ondernemingen (Secru et al., 2002). Deze doorlichting wordt uitgevoerd door een lid van het Instituut der Bedrijfsrevisoren (IBR) en heeft als doel het formuleren van een onafhankelijk oordeel omtrent de betrouwbaarheid van de jaarrekening. Het auditrapport wordt publiek gemaakt om gebruikers te informeren over de geloofwaardigheid van de jaarrekening (Secru et 6

13 al., 2002). Dit zou er kunnen voor zorgen dat de audit in België een afschrikking vormt voor onregelmatigheden in de jaarrekening. Naast de verplichting van een externe audit voor grote vennootschappen, worden er ook externe audits geleverd aan vennootschappen die hier niet wettelijk toe verplicht zijn (Roosen, 2010). Deze (vrijwillige) vraag naar auditdiensten kan verklaard worden door de agency-theorie. Deze theorie bestaat uit twee delen. Vooreerst heeft de principaal (opdrachtgever) andere belangen dan de agent (opdrachtnemer) waardoor de agent andere belangen nastreeft dan de principaal. Een voorbeeld hiervan is de relatie tussen aandeelhouders (principalen) en management (agenten). Het tweede deel van de agency-theorie zegt dat er informatie-asymmetrie heerst tussen de principaal en de agent. Het management beschikt, in tegenstelling tot de aandeelhouders, over ondernemingsspecifieke informatie. De audit zorgt ervoor dat het risico op deze informatie-asymmetrie verkleint zodat de belanghebbenden van de onderneming hun beslissingen kunnen baseren op de gecontroleerde jaarrekening. Zoals DeAngelo (1981) stelt, is auditkwaliteit afhankelijk van de onafhankelijkheid van de bedrijfsrevisor. Aangezien in België de dreiging van rechtszaken zeer beperkt blijft, zou men kunnen verwachten dat de kwaliteit van de audit laag ligt (Secru et al., 2002; Vander Bauwhede & Willekens, 2004). Er bestaan echter andere mechanismen om de kwaliteit te vrijwaren. Zo wordt de beroepsactiviteit van een bedrijfsrevisor bijvoorbeeld onderworpen aan een kwaliteitscontrole (IBR, 2008) en moeten er onafhankelijkheidsregels nageleefd worden (IBR, 2008). In een omgeving zoals België is het waarschijnlijker dat er audits van lagere kwaliteit geleverd zullen worden. Vooreerst is de kans dat een fout aan het licht komt kleiner in België dan in de V.S. aangezien de financiële gegevens veel minder gebruikt worden door investeerders, financieel analisten of marktregulatoren (Vander Bauwhede & Willekens, 2004). Verder zijn er ook veel minder juridische processen. Dit kan ervoor zorgen dat de Big 4 revisorenkantoren minder gemotiveerd zijn om audits van hoge kwaliteit te leveren. Een tegenargument hiervoor is echter dat deze auditbedrijven opereren overheen de wereld en dat ze een uniforme kwaliteit zouden kunnen nastreven in al hun vestigingen (Choi, Kim, Kim, Zang, 2010; Van Tendeloo & Vanstraelen, 2008). Het is dus niet duidelijk of er verschillen verwacht worden in auditkwaliteit op de Belgische markt. Andere redenen waarom er een verschil in auditkwaliteit zou kunnen verwacht worden tussen Big 4 en second-tier revisoren zijn de volgende (Boone et al., 2010). Vooreerst bestaat de kans dat de second-tier kantoren nog steeds minder onafhankelijk zijn van hun klanten dan Big 4 revisorenkantoren. Hun wil en mogelijkheid om te weerstaan aan de druk van een klant kan lager zijn dan bij de Big 4 revisorenkantoren aangezien een bepaalde klant een groter deel zal uitmaken van de totale 7

14 klantportfolio van deze second-tier kantoren. Verder kan ook het loutere feit dat second-tier kantoren, hoewel ze sterk groeien, kleiner zijn dan Big 4 kantoren ervoor zorgen dat ze minder bestand zijn tegen druk van klanten aangezien de second-tier kantoren minder kapitaal hebben en dus ook minder middelen hebben om terug te vechten tegen druk van klanten. Nochtans zijn er ook redenen waarom men zou verwachten dat de kwaliteit tussen beide vergelijkbaar is. Zoals hierboven reeds aangegeven, zijn de second-tier revisorenkantoren aan een opmars bezig en groeien ze aan een hoger tempo dan de Big 4 revisorenkantoren (Byrnes, 2005). Dit kan als gevolg hebben dat de motivatie van second-tier kantoren om hun onafhankelijkheid en kwaliteit te vrijwaren vandaag even hoog ligt als deze van de Big 4 kantoren. Verder heeft de hervorming door SOX ervoor gezorgd dat er meer motivatie is om accuraat te rapporteren. Dit zou er kunnen voor zorgen dat er een meer uniforme kwaliteit geleverd wordt overheen de auditortypes (Nelson, 2006). De hierboven genoemde argumenten zouden ertoe kunnen leiden dat de auditkwaliteit geleverd door de Big 4 revisorenkantoren gelijk is aan deze geleverd door de second-tier revisorenkantoren. De vraag of de Big 4 revisorenkantoren al dan niet een hogere kwaliteit bieden dan de second-tier revisorenkantoren blijft een interessante vraag Auditkwaliteit In de literatuur zijn twee veel gebruikte maatstaven voor het meten van auditkwaliteit terug te vinden. Ten eerste is er het al dan niet uitgeven van een going-concern auditopinie voor bedrijven die in moeilijkheden zitten (Boone et al., 2010; Francis & Yu, 2009; Geiger & Rama, 2006). Ten tweede is er de mate van beperking van winststuring door de klant (Boone et al., 2010, Francis & Yu, 2009; Davidson & Neu, 1993; Jeong & Rho, 2004). In dit onderzoek wordt ervoor geopteerd om de mate van winststuring te gebruiken als maatstaf voor kwaliteit. De boekhoudkundige cijfers, en meer bepaald de winst, zijn een belangrijke samenvattende maatstaf voor de financiële prestaties van een onderneming (Vander Bauwhede et al., 2000; Vander Bauwhede & Willekens, 2003). Ondernemingen maken hun winstcijfer bekend in hun jaarrekening. Het is echter mogelijk om dit winstcijfer te sturen en zo de resultaten van de onderneming in een bepaalde richting te sturen (Healy & Wahlen, 1999). Aan de ondernemingsleiding wordt immers een zekere mate van vrijheid toegestaan om te handelen binnen de grenzen van de boekhoudprincipes. Deze vrijheid is nodig opdat de ondernemingsleiding de informatie waarover ze beschikt op een zo efficiënt mogelijke manier zou kunnen weergeven. Het nadeel van deze vrijheid is echter dat ze de ondernemingsleiding de mogelijkheid geeft om de winst te sturen in haar eigen voordeel. Dit geeft dan een vertekend beeld van 8

15 de onderneming waardoor de belanghebbenden zich baseren op gegevens die geen getrouw beeld van de werkelijkheid weergeven (Vander Bauwhede et al., 2000; Vander Bauwhede & Willekens, 2003). Onderzoek van Vander Bauwhede en Willekens (2003) toont aan dat in België vooral winststuring optreedt om belastingen te verminderen, om schommelingen in het resultaat te voorkomen en om relaties met externe kredietgevers te beïnvloeden. Verder vinden ze ook dat Belgische beursgenoteerde bedrijven significant minder aan neerwaartse winststuring doen dan de Belgische niet-beursgenoteerde bedrijven. Dit geeft een bijkomende reden om in deze masterproef zowel onderzoek te doen naar beursgenoteerde als naar niet-beursgenoteerde ondernemingen op de Belgische markt Beursnotering Beursgenoteerde ondernemingen en niet-beursgenoteerde ondernemingen opereren in verschillende omgevingen. Deze verschillen betreffen de eigendomsstructuur en de manier waarop de financiering gebeurt (Vander Bauwhede et al., 2000). Bij beursgenoteerde ondernemingen zal het risico op het ontdekken van fouten hoger liggen dan bij niet-beursgenoteerde ondernemingen. Deze ondernemingen zijn immers onderhevig aan meer controle. Dit wil ook zeggen dat de motivatie voor de auditor hoger ligt om bij deze ondernemingen audits van hogere kwaliteit te leveren om eventuele rechtszaken en schade aan de reputatie te voorkomen. Nog een verschil tussen beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde ondernemingen heeft betrekking op de rapportering. Sinds 1 januari 2005 zijn alle beursgenoteerde bedrijven in Europa verplicht hun geconsolideerde jaarrekening op te stellen volgens de International Financial Reporting Standards (IFRS). In tegenstelling tot dit is het voor de (niet-geconsolideerde) financiële rapportering van ondernemingen in België nog steeds verplicht om te rapporteren volgens Belgische GAAP (Generally Accepted Accounting Principles). De reden hiervoor is dat de belastingen in België hierop berekend worden. Aangezien er duidelijke verschillen zijn in de rapportering tussen IFRS en Belgische GAAP, zijn de jaarrekeningen volgens beide methoden niet vergelijkbaar. Er blijkt echter verder geen verschil te zijn tussen beide standaarden wat de beperking van winststuring betreft. IFRS beperkt winststuring niet (Van Tendeloo & Vanstraelen, 2005). Omwille van deze verschillen tussen beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde ondernemingen wordt in dit onderzoek geopteerd om beide afzonderlijk te beschouwen. 9

16 Second-tier revisorenkantoren De Big 4 auditkantoren zijn: Deloitte, PriceWaterhouseCoopers, Ernst & Young en KPMG. Om te bepalen welke bedrijven vallen onder de noemer second-tier wordt gekeken naar het aantal bedrijfsrevisoren, het aantal organisaties van openbaar belang geauditeerd, de totale omzet en de omzet gerealiseerd door auditwerkzaamheden. Een overzicht hiervan is terug te vinden in bijlage 1. Verder wordt ook een beroep gedaan op het sectorklassement opgesteld volgens TrendsTop ( Op basis hiervan worden de volgende revisorenkantoren als second-tier gedefinieerd: BDO, Grant Thornton, Mazars, Callens Pirenne & Co en RSM Interaudit Hypothesen Vorig onderzoek (o.a. Becker et al., 1998; Francis et.al., 1999, Vander Bauwhede et al., 2003; Willekens & Achmadi, 2003; Secru et al., 2002; Gaeremynck & Willekens, 2003) heeft getracht auditkwaliteit te relateren aan winststuring. Managers kunnen redenen hebben om de winsten te sturen in een bepaalde richting. Dit kan nadelige gevolgen hebben voor de belanghebbenden van de onderneming aangezien deze hun beslissingen dan baseren op vertekende informatie terwijl het doel van een audit juist is om een getrouw beeld te geven van de onderliggende economische situatie. Onderzoek hiernaar in België geeft geen eenduidig resultaat (Vander Bauwhede & Willekens, 2003). Verder onderzoek is dus vereist. De nulhypothese die hieruit voortvloeit is de volgende: HYPOTHESE 1: Het niveau van winststuring bij klanten van Big 4 revisorenkantoren verschilt niet van dit bij klanten van second-tier revisorenkantoren. Zoals uiteengezet onder punt verschilt de omgeving waarin beursgenoteerde ondernemingen opereren sterk van deze waarin niet-beursgenoteerde ondernemingen opereren. De jaarrekening van beursgenoteerde ondernemingen wordt dan ook grondiger onderzocht waardoor de kans groter is dat een fout ontdekt wordt (Vander Bauwhede & Willekens, 2004; Vander Bauwhede et al., 2003). Dit kan ertoe leiden dat de revisoren geneigd zijn om winststuring voor beursgenoteerde klanten meer te beperken dan voor niet-beursgenoteerde klanten. Anderzijds is er in België ook controle op de jaarrekening van de niet-beursgenoteerde ondernemingen door de belastingautoriteiten (Van Tendeloo & Vanstraelen, 2008). Verder is het risico op een rechtszaak hoger bij beursgenoteerde ondernemingen. Het is dus mogelijk dat winststuring door beursgenoteerde ondernemingen meer beperkt wordt. HYPOTHESE 2: Zowel Big 4 als second-tier revisorenkantoren zijn even waarschijnlijk in het ontdekken en rapporteren van winststuring bij beursgenoteerde bedrijven als bij niet-beursgenoteerde bedrijven. 10

17 3. Onderzoeksmethode 3.1. Methodologie In de literatuur wordt winststuring voornamelijk gemeten aan de hand van accruals. Accruals zijn kosten-en opbrengstelementen die de winst van de cash flow onderscheiden, en die dus afhankelijk zijn van boekhoudkundige keuzes (Vander Bauwhede, Gaeremynck, Willekens, 2000, p.368). Om deze reden kan het niveau van de accruals gemanipuleerd of gemanaged worden (Vander Bauwhede et al., 2000). De meest voorkomende modellen voor het meten van de accruals zijn: het Healy model (Healy, 1985), het DeAngelo model (DeAngelo, 1981), het industrie-model (Dechow & Sloan, 1991), het Jones model (Jones, 1991) en het Modified Jones model (Dechow, Sloan, Sweeny, 1995). Onderzoek naar deze modellen heeft uitgewezen dat de aangepaste versie van het Jones model de beste resultaten geeft in het ontdekken van winststuring (Dechow et al., 1995; Guay, Kothari, Watts, 1996). Verder vergelijken Bartov, Gul, Tsui (2001) de cross-sectionele variant van het (Modified) Jones model met hun tijdserie varianten. Hun onderzoek toont aan dat enkel de cross-sectionele varianten in staat zijn om op consistente wijze winststuring te ontdekken. In dit onderzoek wordt dan ook gebruikt gemaakt van de cross-sectionele variant van het Modified Jones Model zoals gespecificeerd door Dechow et al. (1995). Met behulp van dit model worden de totale accruals geschat en verdeeld in verwachte en onverwachte accruals (Roosen, 2010). Als definitie voor de onverwachte accruals wordt hier verwezen naar Vander Bauwhede et al. (2000). Zij stellen dat, uitgaande van de assumptie dat het niveau van de accruals meestal in een bepaalde proportie staat met de grootte van een bedrijf, kan men becijferen of een bedrijf onverwachte accruals rapporteert. De onverwachte accruals omvatten die accruals die niet meer in proportie staan met de bedrijfsgrootte. Zij zijn een indicatie van winstmanagement. (Vander Bauwhede, Gaeremynck, Willekens, 2000, p.368). De cross-sectionele variant van het Modified Jones Model schat de totale accruals per jaar en per industrie. In navolging van Roosen (2010) wordt hier geen schatting uitgevoerd per industrie aangezien er in België maar een beperkt aantal gegevens zijn. Zij gebruikt in haar onderzoek een aangepaste versie van het Modified Jones model waarbij enkel per jaar geschat wordt. In dit onderzoek wordt gebruikt gemaakt van dit aangepast model. 11

18 3.2. Univariate analyse De totale accruals bestaan uit een deel dat verwacht wordt ( non-discretionary accruals ) en een deel dat niet verwacht wordt ( discretionary accruals ). Het onverwachte deel van de accruals kan beïnvloed worden door de keuzes die de ondernemingsleiding maakt binnen de grenzen van de boekhoudregels. Het is dus dit deel van de totale accruals dat gebruikt wordt om te kijken of er al dan niet gebruikt gemaakt wordt van winststuring. Het model dat hier gebruikt wordt, zoals aangepast door Roosen (2010), is het volgende: TA it / A it-1 = α t (1 / A it-1 ) + β 1t ((ΔREV it ΔREC it ) / A it-1 ) + β 2t (PPE it / A it-1 ) + ε it (1) Waarbij: TA it = Totale accruals voor bedrijf i in jaar t A it-1 = Totale activa voor bedrijf i in jaar t-1 REV it = Wijziging in omzet voor bedrijf i in jaar t t.o.v. jaar t-1 REC it = Wijziging in vorderingen voor bedrijf i in jaar t t.o.v. jaar t-1 PPE it = Aanschaffings van materiële vaste activa voor bedrijf i in jaar t De storingsterm van dit model geeft het onverwachte deel van de totale accruals weer. Om de totale accruals te schatten wordt onderstaande vergelijking gebruikt. Hier wordt de verandering in het werkkapitaal verminderd met de afschrijvingen (Vander Bauwhede & Willekens, 1998). TA it / A it-1 = (Δ CA it Δ CL it Δ Cash it + Δ STD it DEP it ) / A it-1 (2) Waarbij: TA it = Totale accruals voor bedrijf i in jaar t A it-1 = Totale activa voor bedrijf i in jaar t-1 CA it = Verandering in vlottende activa voor bedrijf i in jaar t t.o.v. jaar t-1 CL it = Verandering in kortlopende verplichtingen voor bedrijf i in jaar t t.o.v. jaar t-1 Cash it = Verandering in kas en kasequivalenten voor bedrijf i in jaar t t.o.v. jaar t-1 STD it = Verandering in schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen en overige kortlopende schulden voor bedrijf i in jaar t t.o.v. jaar t-1 DEP it = Afschrijvingen en verminderingen voor bedrijf i in jaar t In de volgende vergelijking worden STD it en CL it vervangen door TD it. Deze variabele geeft de variabele kortlopende handelsschulden weer (Roosen, 2010). 12

19 TA it / A it-1 = (Δ CA it Δ TD it Δ Cash it DEP it ) / A it-1 (3) Waarbij: TA it = Totale accruals voor bedrijf i in jaar t A it-1 = Totale activa voor bedrijf i in het jaar t-1 CA it = Verandering in vlottende activa voor bedrijf i in jaar t t.o.v. jaar t-1 TD it = Verandering in kortlopende handelsschulden voor bedrijf i in jaar t t.o.v. jaar t-1 Cash it = Verandering in kas en kasequivalenten voor bedrijf i in jaar t t.o.v. jaar t-1 DEP it = Afschrijvingen en verminderingen voor bedrijf i in jaar t Er wordt gestart met het uitvoeren van een univariate analyse. De beschrijvende statistieken en de resultaten zijn terug te vinden onder het punt Analyse (punt 4). Er wordt verdergegaan met een multivariate analyse Multivariate analyse Om de invloed van het auditortype (Big 4 of second-tier) te achterhalen wordt hier een dummy variabele AUDITOR it opgenomen. Deze neemt de één aan als de auditor behoort tot de Big 4. Als de auditor een second-tier revisorenkantoor is, krijgt deze variabele de nul. Vervolgens wordt er nog een dummy variabele toegevoegd die aantoont of er sprake is van opwaartse of neerwaartse winststuring (NEG it ). Deze dummy krijgt de één bij negatieve winststuring, en nul bij positieve winststuring. Verder wordt er ook een interactieterm opgenomen, AUDITOR it x NEG it. Deze interactieterm laat toe de invloed van een Big 4 revisorenkantoor na te gaan op opwaartse en neerwaartse winststuring (Roosen, 2010). Zoals bepaald door Vander Bauwhede en Willekens (1998) worden de volgende controlevariabelen opgenomen: grootte van de klant (LNA it ), operationele cash flow (CF it ) en leverage (LEV it ). In de volgende paragraaf worden deze kort besproken. Vooreerst blijkt uit onderzoek van Jans en Lybaert (2006) dat grote ondernemingen eerder geneigd zijn hun winsten neerwaarts te sturen zodat ze minder opvallen bij de openbare instanties. Om deze reden wordt de controlevariabele LNA it opgenomen. Deze variabele meet de grootte van de onderneming door te kijken naar de natuurlijke logaritme van de totale activa. Vervolgens suggereert onderzoek van Dechow et al. (1995) dat er meetfouten kunnen optreden in het onverwachte deel van de accruals bij bedrijven met extreme financiële prestaties en dit kan resulteren in verkeerd gespecificeerde testen voor winststuring. Om te controleren voor deze vertekening wordt 13

20 de controlevariabele CF it opgenomen. Deze variabele geeft de operationele cash flow weer. Enerzijds kan verwacht worden dat slecht presterende bedrijven meer zullen deelnemen aan opwaartse winststuring om op deze manier een positiever beeld van de onderneming te creëren (Vander Bauwhede et al., 2000). Anderzijds blijkt uit resultaten van Angelsaksisch onderzoek dat slecht presterende bedrijven meer zullen deelnemen aan neerwaartse winststuring. De reden hiervoor zou zijn dat de onderneming een signaal wil geven aan de stakeholders dat de financiële problemen erkend worden en dat de bereidheid tot herstructureren er is (Vander Bauwhede et al., 2000). De volgende controlevariabele die opgenomen wordt is leverage (LEV it ). Becker et al. (1998) geven aan dat leverage ervoor kan zorgen dat er sprake is van neerwaartse winststuring. DeFond (1992) vindt bewijs dat leverage positief geassocieerd is met veranderingen in auditkwaliteit. Als laatste definiëren Vander Bauwhede en Willekens (1998) de nood aan externe financiering als controlevariabele. Uit onderzoek van Dechow et al. (1995) blijkt dat er een positief verband bestaat tussen de nood aan externe financiering en de mate van winststuring. In België hebben de kredietverstrekkers echter meestal toegang tot interne informatie. Hierdoor stijgt de kans dat winststuring ontdekt wordt en zal de ondernemingsleiding minder aan winststuring doen. Aangezien deze laatste controlevariabele niet significant bleek te zijn in het onderzoek van Vander Bauwhede en Willekens (1998), wordt er hier vanuit gegaan dat deze in België van minder belang is en wordt deze dan ook niet opgenomen in het model. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van de variabelen, hun definitie en verwacht teken. Aangezien Belgische bedrijven niet verplicht zijn om hun operationele cash flow te rapporteren in hun jaarrekening, wordt deze hier berekend als volgt: winst of verlies van het boekjaar na belastingen + nietkaskosten niet-kasopbrengsten gecorrigeerd voor de verandering in het werkkapitaal (Vander Bauwhede & Willekens, 1998). Het werkkapitaal wordt berekend volgens de formule: ΔCA it ΔTD it ΔCASH it (Vander Bauwhede & Willekens, 1998). 14

21 De regressievergelijking wordt dan: DA it = α + β 1 AUDITOR it + β 2 NEG it + β 3 AUDITOR it x NEG it + β 4 LNA it + β 5 CF it + β 6 LEV it + ε it (4) Waarbij: AUDITOR it = Dummy, 1 indien Big 4 revisor, 0 indien second-tier revisor NEG it = Dummy, 1 indien negatieve onverwachte accruals, anders 0 LNA it = Natuurlijk logaritme van de totale activa voor bedrijf i in jaar t CF it LEV it = Operationele cash flow voor bedrijf i in jaar t, geschaald door de totale activa voor bedrijf i in jaar t-1 = Leverage, de verhouding tussen langlopende schulden en totale activa voor bedrijf i in jaar t Om de tweede hypothese te testen wordt variabele TYPE it opgenomen. Dit is een dummy variabele die de één aanneemt als de klant beursgenoteerd is, indien dit niet het geval is krijgt deze dummy variabele de nul. De regressievergelijking wordt dan: DA_abs it = α + β 1 AUDITOR it + β 2 TYPE it + β 3 AUDITOR it x TYPE it + β 4 LNA it + β5 CF it + β6 LEV it + ε it (5) Waarbij: AUDITOR it = Dummy, 1 indien Big 4 revisor, 0 indien second-tier revisor TYPE it = Dummy, 1 indien beursgenoteerd, 0 indien niet-beursgenoteerd NEG it = Dummy, 1 indien negatieve onverwachte accruals, anders 0 LNA it = Natuurlijk logaritme van de totale activa voor bedrijf i in jaar t CF it LEV it = Operationele cash flow voor bedrijf i in jaar t, geschaald door de totale activa voor bedrijf i in jaar t-1 = Leverage, de verhouding tussen langlopende schulden en totale activa voor bedrijf i in jaar t Bovenstaande modellen zijn gebaseerd op deze ontworpen in Vander Bauwhede en Willekens (1998), Vander Bauwhede et al. (2003) en op de aanpassingen door Roosen (2010). 15

22 3.4. Gegevensverzameling Om de nodige gegevens te verzamelen wordt gebruik gemaakt van de Bel-First Databank. De gegevens in dit onderzoek hebben betrekking op Belgische ondernemingen (zowel beursgenoteerde als nietbeursgenoteerde) tijdens de periode van 2007 tot en met Alle klanten van de Big 4 en second-tier revisorenkantoren, zoals gedefinieerd onder punt , worden geselecteerd. Aangezien de jaarrekeningen van de financiële- en verzekeringssector grondig verschillen van deze van de andere sectoren worden deze weggelaten uit het onderzoek. Het gaat hier om de sectoren met Nace-BEL codes 64, 65 en 66 (Nace-BEL 2008). Verder worden enkel ondernemingen opgenomen die hun boekjaar afsluiten op 31 december om verwarring met betrekking tot de te gebruiken jaren te vermijden (Roosen, 2010). Ook worden enkel de bedrijven opgenomen waarvoor gegevens met betrekking tot alle boekjaren, nodig voor het onderzoek, beschikbaar zijn. Voor een bepaalde groep van ondernemingen (beursgenoteerde of niet-beursgenoteerde) is het noodzakelijk dat deze volgens dezelfde boekhoudstandaarden rapporteren. Indien dit niet het geval is, worden de schattingen van de onverwachte accruals minder nauwkeurig (Roosen, 2010). Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van geconsolideerde jaarrekeningen. Verder worden de ondernemingen die gedurende de onderzochte periode veranderen van auditor weggelaten. Vervolgens worden ook de ondernemingen met ontbrekende gegevens weggelaten. In sommige gevallen zijn niet alle gegevens beschikbaar in de Bel-First Databank. Om deze gegevens te bekomen werd een beroep gedaan op de jaarrekeningen van de ondernemingen via de website van de Nationale Bank van België (2012). Als laatste is het ook vereist dat de beursgenoteerde ondernemingen reeds een beursnotering hadden in Deze gegevens zijn immers nodig voor het berekenen van de variabelen. Ondernemingen waarvoor dit niet het geval was werden weggelaten uit de steekproef. Aangezien in België veel meer niet-beursgenoteerde dan beursgenoteerde ondernemingen opereren zou dit ertoe kunnen leiden dat de beursgenoteerde ondernemingen ondervertegenwoordigd zijn in de steekproef. Om dit te vermijden wordt, in navolging van Vander Bauwhede et al. (2003), gebruik gemaakt van een matched-pair sample. Voor elke beursgenoteerde onderneming in de steekproef wordt een niet-beursgenoteerde onderneming gezocht in dezelfde industrie (op twee NACE digit niveau) en met een vergelijkbare grootte (gemeten aan de hand van de totale activa)(roosen, 2010). Aangezien niet-beursgenoteerde ondernemingen dikwijls veel kleiner zijn dan beursgenoteerde ondernemingen is het denkbaar dat voor bepaalde beursgenoteerde ondernemingen geen match kan gevonden worden op basis van de totale activa. Indien dit zich voordoet wordt ervoor geopteerd om de niet- 16

23 beursgenoteerde onderneming te selecteren waarvan de totale activa het hoogst zijn. Deze aanpak wordt gevolgd opdat de steekproef nog een voldoende aantal ondernemingen zou bevatten. De voorgaande stappen leiden tot een steekproef bestaande uit 78 ondernemingen waarvan 39 ondernemingen beursgenoteerd zijn en 39 ondernemingen niet-beursgenoteerd zijn. Als laatste worden ondernemingen waarvoor de data te veel verschillen van de rest van de steekproef weggelaten. De reden hiervoor is dat deze het resultaat zouden kunnen vertekenen. Er worden 3 beursgenoteerde ondernemingen, en hun niet-beursgenoteerde variant, weggelaten om deze reden. De uiteindelijke steekproef bevat 72 ondernemingen, 36 beursgenoteerde en 36 niet-beursgenoteerde. Het valt op dat ondernemingen in deze steekproef vooral Big 4 revisorenkantoren aanstellen. Men veronderstelt immers dat deze een hogere kwaliteit leveren aangezien ze meer te verliezen hebben (zoals uiteengezet onder punt 2.1.). De samenstelling van de steekproef is weergegeven in tabel 1. TABEL 1 Samenstelling steekproef Beursgenoteerd Niet-beursgenoteerd Totaal Big 4 revisor Second-tier revisor Totaal

24 4. Analyse 4.1. Univariate analyse In de univariate analyse worden de variabelen die opgenomen zijn in het onderzoek geanalyseerd. Meer bepaald wordt nagegaan of de verschillen in de gemiddelden significant zijn. Zoals uiteengezet in Vander Bauwhede en Willekens (1998) wordt enerzijds gekeken naar de ruwe discretionary accruals (DA it ). Deze geven aan of klanten van second-tier revisorenkantoren relatief lagere discretionary accruals rapporteren dan klanten van Big 4 revisorenkantoren. Anderzijds wordt ook gekeken naar de absolute van de discretionary accruals (DA_abs it ). Hierdoor kan worden nagegaan of de van de discretionary accruals van klanten van Big 4 revisoren kleiner is dan deze van klanten van second-tier revisoren, onafhankelijk de richting waarin de winst wordt gestuurd. Verder wordt ook gekeken naar de positieve en negatieve discretionary accruals (DA_pos it en DA_neg it ) aangezien de houding die de revisor aanneemt bij opwaartse winststuring kan verschillen van deze die hij aanneemt bij neerwaartse winststuring. Vervolgens worden ook de variabelen LN Activa it en LN Omzet it opgenomen in de analyse. Deze twee variabelen meten de grootte van de onderneming aan de hand van het natuurlijk logaritme van de totale activa (LN Activa it ) enerzijds en natuurlijk logaritme van de omzet (LN Omzet it ) anderzijds. Tenslotte worden ook de overige controlevariabelen (CF it en LEV it ) opgenomen in deze univariate analyse. Tabel 2 geeft een overzicht van de univariate analyse uitgevoerd op het geheel van beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde ondernemingen. Vooreerst kan hieruit afgeleid worden dat de beursgenoteerde ondernemingen gemiddeld significant groter zijn dan de niet-beursgenoteerde ondernemingen. Dit geldt zowel wanneer de grootte gemeten wordt aan de hand van LN Activa als wanneer deze gemeten wordt aan de hand van LN Omzet. Bij de gegevensverzameling werden de beursgenoteerde ondernemingen gematchd met niet-beursgenoteerde ondernemingen op basis van industrie en grootte (gemeten aan de hand van totale activa). Hierdoor wordt verwacht dat er geen significant verschil in grootte is tussen beiden (gemeten aan de hand van LN Activa). Dit blijkt hier echter wel het geval te zijn. De verklaring hiervoor is dat, zoals uiteengezet onder punt 3.4., wanneer geen nietbeursgenoteerde onderneming wordt gevonden waarvoor de totale activa even groot zijn als deze van de beursgenoteerde onderneming, deze niet-beursgenoteerde onderneming wordt gekozen waarvoor de totale activa het hoogst zijn. Bijgevolg is het dus mogelijk dat er een significant verschil is tussen beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde ondernemingen wanneer gekeken wordt naar LN Activa. 18

25 Verder blijkt ook dat het niveau van winststuring in het algemeen gemiddeld hoger ligt bij nietbeursgenoteerde ondernemingen dan bij beursgenoteerde ondernemingen (DA_abs). Beursgenoteerde ondernemingen nemen gemiddeld voor 9,01% van de totale activa deel aan winststuring terwijl dit bij niet-beursgenoteerde ondernemingen 14,02% is. Niet-beursgenoteerde ondernemingen nemen gemiddeld significant meer deel aan zowel positieve als negatieve winststuring dan beursgenoteerde ondernemingen (DA_neg en DA_pos). TABEL 2 Univariate analyse van beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde bedrijven Beursgenoteerd Niet-beursgenoteerd Verschil in Gemiddelde St. afwijking Gemiddelde St. afwijking gemiddelde DA -0, , , , , DA_abs 0, , , , ,050158*** DA_pos 0, , , , ,05188* DA_neg -0, , , , ,049647** LN Activa 12, , , , ,811209*** LN Omzet 11, , , , ,27695*** CF 0, , , , , LEV 0, , , , , *** : statistisch significant op het 1% significantieniveau ** : statistisch significant op het 5% significantieniveau * : statistisch significant op het 10% significantieniveau Vervolgens toont tabel 3 de resultaten van de univariate analyse uitgevoerd op de klanten van Big 4 en second-tier revisorenkantoren. Hieruit kan afgeleid worden dat de klanten van Big 4 revisorenkantoren gemiddeld groter zijn dan deze van second-tier revisorenkantoren. Dit blijkt zowel uit de variabele LN Activa als uit de variabele LN Omzet. Verder is het niveau van opwaartse winststuring gemiddeld significant hoger bij second-tier klanten dan bij Big 4 klanten. Er is echter geen verschil in het algemene niveau van winststuring (DA_abs) of in neerwaartse winststuring (DA_neg). Dit zou erop kunnen wijzen dat een Big 4 revisor positieve winststuring meer beperkt dan een second-tier revisor. Tenslotte is de cash flow (CF) ook significant groter voor klanten van Big 4 revisorenkantoren dan voor klanten van second-tier revisorenkantoren. 19

De invloed van het Litigation risk op Audit Kwaliteit

De invloed van het Litigation risk op Audit Kwaliteit De invloed van het Litigation risk op Audit Kwaliteit Bachelor Scriptie Naam: Mandy Zwarthoed Studentnummer: 10003169 Inleverdatum: 2-7-2013 Opleiding: BSc Accountancy & Control Universiteit: Universiteit

Nadere informatie

Alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving

Alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving Alternatieve financiële prestatie-indicatoren Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving April 2014 Inhoudsopgave 1 Conclusie en samenvatting 4 2 Doelstellingen, onderzoeksopzet en definiëring

Nadere informatie

DE RELATIE TUSSEN ZWAKKE INTERNE CONTROLE EN DE KWALITEIT VAN ACCRUALS

DE RELATIE TUSSEN ZWAKKE INTERNE CONTROLE EN DE KWALITEIT VAN ACCRUALS UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2009 20010 DE RELATIE TUSSEN ZWAKKE INTERNE CONTROLE EN DE KWALITEIT VAN ACCRUALS Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad

Nadere informatie

In hoeverre heeft de grootte van een accountantskantoor invloed op de kwaliteit van een accountantscontrole?

In hoeverre heeft de grootte van een accountantskantoor invloed op de kwaliteit van een accountantscontrole? In hoeverre heeft de grootte van een accountantskantoor invloed op de kwaliteit van een accountantscontrole? Robert van der Vijver 6068731 Bachelorscriptie Accountancy & Control Faculteit Economie & Bedrijfskunde

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren

Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2010 2011 Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren Frederik Verplancke onder leiding van Prof. dr. Gerrit

Nadere informatie

APPENDICES. Universiteit van Tilburg Departement Accountancy Jan Bouwens Edith Leung Arnt Verriest 25 februari 2011

APPENDICES. Universiteit van Tilburg Departement Accountancy Jan Bouwens Edith Leung Arnt Verriest 25 februari 2011 APPENDICES Universiteit van Tilburg Departement Accountancy Jan Bouwens Edith Leung Arnt Verriest 25 februari 2011 Appendices bij het rapport ter evaluatie van de Wet toezicht financiële verslaggeving:

Nadere informatie

Master in de handelswetenschappen Afstudeerrichting Accountancy en Fiscaliteit Academiejaar 2012-2013

Master in de handelswetenschappen Afstudeerrichting Accountancy en Fiscaliteit Academiejaar 2012-2013 Master in de handelswetenschappen Afstudeerrichting Accountancy en Fiscaliteit Academiejaar 2012-2013 Vrijwillige openbaarmaking van financiële informatie bij Belgische kmo s gedurende de periode 2009-2011

Nadere informatie

AUDIT QUALITY VAN ACCOUNTANTSKANTOREN BIG FOUR VERSUS NON-BIG FOUR

AUDIT QUALITY VAN ACCOUNTANTSKANTOREN BIG FOUR VERSUS NON-BIG FOUR AUDIT QUALITY VAN ACCOUNTANTSKANTOREN BIG FOUR VERSUS NON-BIG FOUR Naam: Zhi Kwan Cheung Student nummer: 10095039 Datum: 1 juli 2013, definitieve versie Kwalificatie: BSc Accountancy & Control Instelling:

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Technische nota 2017/XX - Definiëring van EBIT / EBITDA na omzetting van de accounting richtlijn

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Technische nota 2017/XX - Definiëring van EBIT / EBITDA na omzetting van de accounting richtlijn COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Technische nota 2017/XX - Definiëring van EBIT / EBITDA na omzetting van de accounting richtlijn Ontwerp technische nota van 15 maart 2017 1. In hetgeen volgt wenst

Nadere informatie

Drijfveren voor winstmanagement voor Belgische beurs en niet-beursgenoteerde bedrijven

Drijfveren voor winstmanagement voor Belgische beurs en niet-beursgenoteerde bedrijven Tijdschrift voor Economie en Management Vol. XLV, 3, 2000 Drijfveren voor winstmanagement voor Belgische beurs en niet-beursgenoteerde bedrijven door H. VANDER BAUWHEDE*, A. GAEREMYNCK* en M. WILLEKENS*

Nadere informatie

Klynveld Peat Marwick Goerdeler

Klynveld Peat Marwick Goerdeler Klynveld Peat Marwick Goerdeler Bedrijfsrevisoren Helga Platteau Bedrijfsrevisor Verslag van het College van sen over de geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2004 en

Nadere informatie

Het voorspellen van de rendabiliteit van grote niet-beursgenoteerde bedrijven

Het voorspellen van de rendabiliteit van grote niet-beursgenoteerde bedrijven UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2010 2011 Het voorspellen van de rendabiliteit van grote niet-beursgenoteerde bedrijven Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de

Nadere informatie

De impact van de aanwezigheid van een interne auditdienst op earnings management

De impact van de aanwezigheid van een interne auditdienst op earnings management UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2009 2010 De impact van de aanwezigheid van een interne auditdienst op earnings management Masterproef voorgedragen tot het bekomen van

Nadere informatie

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier. Ref: Accom AFWIJKING 2004/1

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier. Ref: Accom AFWIJKING 2004/1 ADVIES- EN CONTROLECOMITE OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS Ref: Accom AFWIJKING 2004/1 Samenvatting van het advies met betrekking tot een vraag om afwijking van de regel die het bedrag beperkt

Nadere informatie

De invloed van een jaarrekeningcontrole op de kenmerken van het resultaatcijfer

De invloed van een jaarrekeningcontrole op de kenmerken van het resultaatcijfer UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2012 2013 De invloed van een jaarrekeningcontrole op de kenmerken van het resultaatcijfer Masterproef voorgedragen tot het bekomen van

Nadere informatie

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming?

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming? Vragen hoofdstuk 8: Externe verslaggeving Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming? Externe verslaggeving is, zoals de naam al aangeeft, gericht op het verschaffen van informatie aan partijen

Nadere informatie

Effect van het toepassen van Accounting Accruals op de kwaliteit van de gerapporteerde winsten

Effect van het toepassen van Accounting Accruals op de kwaliteit van de gerapporteerde winsten Bachelor Thesis Tweede versie Effect van het toepassen van Accounting Accruals op de kwaliteit van de gerapporteerde winsten Student: Denise van Dam Studentnummer: 5602874 Datum van voltooiing: 27 juni

Nadere informatie

TRANSPARANTIEVERSLAG 2013

TRANSPARANTIEVERSLAG 2013 TRANSPARANTIEVERSLAG 2013 1. Inleiding Dit verslag bevat de informatie zoals bepaald in artikel 15 van de wet van 22 juli 1953 houdende de oprichting van een Instituut van de Bedrijfsrevisoren, aangepast

Nadere informatie

Masterproef De keuze voor auditkwaliteit: de CEO als drijvende kracht?

Masterproef De keuze voor auditkwaliteit: de CEO als drijvende kracht? 2013 2014 FACULTEIT BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN master in de toegepaste economische wetenschappen Masterproef De keuze voor auditkwaliteit: de CEO als drijvende kracht? Promotor : Prof. dr. Tensie

Nadere informatie

Werkkapitaal, Equity cashflow, Entity cashflow en Discretionary Cashflow

Werkkapitaal, Equity cashflow, Entity cashflow en Discretionary Cashflow Werkkapitaal, Equity cashflow, Entity cashflow en Discretionary Cashflow Er is al heel wat gezegd en geschreven over het onderwerp Cash Flows. Wat ons blijft verbazen is hoe onvolledig deze publicaties

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2014 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN

ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd

Nadere informatie

De invloed van het rapporteren van Key Audit Matters. op de kwaliteit van het jaarverslag

De invloed van het rapporteren van Key Audit Matters. op de kwaliteit van het jaarverslag De invloed van het rapporteren van Key Audit Matters op de kwaliteit van het jaarverslag Vanuit Nederlands perspectief Naam: Eva van Stralen Studentnummer: 10576320 Begeleider: S. Bissessur Datum: 25 januari

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2015 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Fiscale positie

Nadere informatie

Mutatie ( miljoen) Mutatie 2009* in %

Mutatie ( miljoen) Mutatie 2009* in % Tweede kwartaal/eerste halfjaar 2010 26 augustus 2010 Halfjaarbericht Hoofdpunten Omzet met 10,8% gestegen naar 7,1 miljard (stijging van 4,4% tegen constante wisselkoersen) Bedrijfsresultaat met 17,6%

Nadere informatie

Deze 3 verslagen dienen in onderlinge samenhang te worden gelezen en kunnen niet afzonderlijk van elkaar worden gezien of gebruikt.

Deze 3 verslagen dienen in onderlinge samenhang te worden gelezen en kunnen niet afzonderlijk van elkaar worden gezien of gebruikt. Hoofding van het kantoor XYZ Verslagen van de bedrijfsrevisor (1) aan de raad van bestuur (2) van de Vlaamse rechtspersoon in uitvoering van artikel 9 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september

Nadere informatie

FINANCIËLE ANALYSE EN RATIO S

FINANCIËLE ANALYSE EN RATIO S FINANCIËLE ANALYSE EN RATIO S 1 CONTACT PARMENTIER GUY MGI BVBA Valkenlaan 31 2900 Schoten Tel: 03/685.40.07 Mail: guy@parmrev.be Guy Parmentier Bedrijfsrevisor Executive professor University of Antwerp

Nadere informatie

Kwaliteitsverschil audit grote en middelgrote accountantskantoren. Bachelorscriptie Tamara Heuyerjans Studentnummer: 6048986

Kwaliteitsverschil audit grote en middelgrote accountantskantoren. Bachelorscriptie Tamara Heuyerjans Studentnummer: 6048986 Kwaliteitsverschil audit grote en middelgrote accountantskantoren Bachelorscriptie Naam: Tamara Heuyerjans Studentnummer: 6048986 Docent : Dhr. R. van Loon Opleiding: Bedrijfseconomie variant Accountancy

Nadere informatie

ISA 510, INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN - BEGINSALDI

ISA 510, INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN - BEGINSALDI INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 510, INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN - BEGINSALDI Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse taal gepubliceerd door de International

Nadere informatie

het commissarisverslag 2013 ERRATUM

het commissarisverslag 2013 ERRATUM VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE NV OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 20 Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen 30) en de toelichting. Verslag over Oordeel met

Nadere informatie

Ter Reigerie 7 bus 3, 8800 Roeselare. www.pouseele.be. Resultaatmanipulatie. Pouseele B. & C, Bedrijfsrevisoren

Ter Reigerie 7 bus 3, 8800 Roeselare. www.pouseele.be. Resultaatmanipulatie. Pouseele B. & C, Bedrijfsrevisoren Pouseele B. & C, Bedrijfsrevisoren Ter Reigerie 7 bus 3, 8800 Roeselare www.pouseele.be Resultaatmanipulatie Pouseele B. & C, Bedrijfsrevisoren Resultaatmanipulatie Bij resultaatmanipulatie wendt de bedrijfsleiding

Nadere informatie

Non-auditdiensten en auditkwaliteit

Non-auditdiensten en auditkwaliteit FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN Non-auditdiensten en auditkwaliteit De impact van de grootte van auditfirma op het verband tussen non-audit vergoedingen en auditkwaliteit Levent Kaya r0295284

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Hfst 6 : Solvabiliteit

Hfst 6 : Solvabiliteit Hfst 6 : Solvabiliteit De financiële draagkracht op LT wordt bekeken. Belangrijk voor de relatie tussen een onderneming en haar financiële instelling(en). 3 aspecten van solvabiliteit: 1. Statische solvabiliteit:

Nadere informatie

Halfjaarbericht 2015. N.V. Dico International

Halfjaarbericht 2015. N.V. Dico International Halfjaarbericht 2015 N.V. Dico International Inhoud Jaarverslag Directieverslag N.V. Dico International Verkorte halfjaarcijfers 2015 1. Verkort overzicht financiële positie per 30 juni 2015 2. Verkort

Nadere informatie

Amsterdam Business School De invloed van industrie-specialisatie en het AFM rapport op de audit-kwaliteit van de Big 4 kantoren

Amsterdam Business School De invloed van industrie-specialisatie en het AFM rapport op de audit-kwaliteit van de Big 4 kantoren Amsterdam Business School De invloed van industrie-specialisatie en het AFM rapport op de audit-kwaliteit van de Big 4 kantoren Name: Romy Deken Student number: 10242600 Thesis supervisor: ir. drs. A.C.M.

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

HALFJAARREKENING 2015 MTY HOLDINGS N.V.

HALFJAARREKENING 2015 MTY HOLDINGS N.V. HALFJAARREKENING 2015 MTY HOLDINGS N.V. VERKORT GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING Halfjaar Halfjaar 2015 2014 Netto-omzet - - Bruto omzetresultaat - - Bruto marge in % van de netto-omzet - - Som

Nadere informatie

RESEARCH & DEVELOPMENT KOSTEN EN EARNINGS MANAGEMENT SCRIPTIE OPEN UNIVERSITEIT NEDERLAND FACULTEIT MANAGEMENTWETENSCHAPPEN

RESEARCH & DEVELOPMENT KOSTEN EN EARNINGS MANAGEMENT SCRIPTIE OPEN UNIVERSITEIT NEDERLAND FACULTEIT MANAGEMENTWETENSCHAPPEN RESEARCH & DEVELOPMENT KOSTEN EN EARNINGS MANAGEMENT Worden R&D kosten gebruikt om de winst te sturen middels winstegalisatie (income smoothing) bij beursgenoteerde ondernemingen in Nederland, Frankrijk

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de algemene vergadering van Nederlandse Waterschapsbank N.V. Verklaring over de jaarrekening 2014 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2014 van

Nadere informatie

VIERDE KWARTAAL EN JAAR 2016 AANSLUITING VAN ALTERNATIEVE PRESTATIE-INDICATOREN

VIERDE KWARTAAL EN JAAR 2016 AANSLUITING VAN ALTERNATIEVE PRESTATIE-INDICATOREN VIERDE KWARTAAL EN JAAR 2016 AANSLUITING VAN ALTERNATIEVE PRESTATIE-INDICATOREN Solvay maakt gebruik van alternatieve prestatie-indicatoren om de financiële resultaten te meten, zoals hieronder beschreven.

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN master in de toegepaste economische wetenschappen: accountancy en financiering. Masterproef Audithonoraria

BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN master in de toegepaste economische wetenschappen: accountancy en financiering. Masterproef Audithonoraria BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN master in de toegepaste economische wetenschappen: accountancy en financiering 2010 2011 Masterproef Audithonoraria Promotor : Prof. dr. Roger MERCKEN Emmel Farah Masterproef

Nadere informatie

0234/2003/N Commissie van Beroep definitieve beslissing. Weigering tot toelating tot de stage profiel van stagemeester

0234/2003/N Commissie van Beroep definitieve beslissing. Weigering tot toelating tot de stage profiel van stagemeester 0234/2003/N Commissie van Beroep definitieve beslissing Weigering tot toelating tot de stage profiel van stagemeester Een bedrijfsrevisor «X» wenste een stagiair «Y» aan te werven. De Stagecommissie had

Nadere informatie

Financiële definities

Financiële definities Financieel Overzicht Bekaert Jaarverslag 2013 102 Financiële definities Boekwaarde per aandeel Dividendrendement Dochterondernemingen EBIT EBIT interestdekking EBITDA (Bedrijfscashflow) Eenmalige opbrengsten

Nadere informatie

De classificatie van investeringscrediteuren en winststuringsonderzoek

De classificatie van investeringscrediteuren en winststuringsonderzoek De classificatie van investeringscrediteuren en winststuringsonderzoek Wat is de impact van de classificatie van investeringscrediteuren in het kasstroomoverzicht op het onderzoek naar winststuring, gebaseerd

Nadere informatie

Halfjaarbericht 2017 NedSense enterprises N.V.

Halfjaarbericht 2017 NedSense enterprises N.V. Halfjaarbericht 2017 NedSense enterprises N.V. PERSBERICHT Bussum, 11 september 2017 NedSense publiceert halfjaarcijfers NedSense enterprises N.V. (NedSense) heeft in het eerste halfjaar van 2017 een netto

Nadere informatie

De relatie tussen economische afhankelijkheid. en de kwaliteit van de accountantscontrole.

De relatie tussen economische afhankelijkheid. en de kwaliteit van de accountantscontrole. De relatie tussen economische afhankelijkheid en de kwaliteit van de accountantscontrole. Student name: Paulette Vos Student number: 10527834 Date: 21 th of June 2014 First supervisor: Dr. J.J.F. van Raak

Nadere informatie

Masterproef De discontinuiteitsopmerking in de auditverklaring

Masterproef De discontinuiteitsopmerking in de auditverklaring 2013 2014 FACULTEIT BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN master in de toegepaste economische wetenschappen: handelsingenieur Masterproef De discontinuiteitsopmerking in de auditverklaring Promotor : Prof.

Nadere informatie

Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V.

Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Grant Thornton Accountants en Adviseurs B.V. De Passage 150 Postbus 71003 1008 BA Amsterdam T 088-676 90 00 F 088-676 90 10

Nadere informatie

BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN master in de toegepaste economische wetenschappen: accountancy en financiering

BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN master in de toegepaste economische wetenschappen: accountancy en financiering BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN master in de toegepaste economische wetenschappen: accountancy en financiering 2011 2012 Masterproef Private familiebedrijven en de keuze van financiering Promotor : Prof.

Nadere informatie

Resultaten eerste halfjaar Dico International

Resultaten eerste halfjaar Dico International PERSBERICHT Bussum, 29 augustus 2014 Blijvende interesse in beursnotering Resultaten eerste halfjaar Dico International NV Dico International (Dico) heeft in de eerste zes maanden de instandhoudingskosten

Nadere informatie

Beluga. GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE JAARRESULTATEN 2013 PERSBERICHT PER 28/02/2014 21u00. Jaarlijks communiqué

Beluga. GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE JAARRESULTATEN 2013 PERSBERICHT PER 28/02/2014 21u00. Jaarlijks communiqué Beluga GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE JAARRESULTATEN 2013 PERSBERICHT PER 28/02/2014 21u00 Geconsolideerde resultatenrekening Jaarlijks communiqué Beluga realiseerde over het volledige boekjaar 2013 een geconsolideerde

Nadere informatie

Memo. De WACC, investeringsruimte en tarieven. Vivienne Frankot. Datum: 28 juni 2018

Memo. De WACC, investeringsruimte en tarieven. Vivienne Frankot. Datum: 28 juni 2018 Memo Onderwerp De WACC, investeringsruimte en tarieven Van: Vivienne Frankot Datum: 28 juni 2018 Aanleiding Bij de behandeling van het financieel plan 2018 in de AvA van 13 november 2017 en bij de behandeling

Nadere informatie

Analyse van de algemene commentaren ontvangen tijdens de openbare raadpleging die door het IBR werd georganiseerd en standpunt van het IBR

Analyse van de algemene commentaren ontvangen tijdens de openbare raadpleging die door het IBR werd georganiseerd en standpunt van het IBR ONTWERP VAN NORM MET BETREKKING TOT DE CONTRACTUELE CONTROLE VAN KMO S EN KLEINE (I)VZW S EN STICHTINGEN EN DE GEDEELDE WETTELIJK VOORBEHOUDEN OPDRACHTEN BIJ KMO S EN KLEINE (I)VZW S EN STICHTINGEN Analyse

Nadere informatie

Belangrijkste gegevens van het dossier

Belangrijkste gegevens van het dossier Advies- en controlecomité op de onafhankelijkheid van de commissaris Ref : Accom AFWIJKING 2006/9 Samenvatting van het advies dd. 21 september 2006 met betrekking tot een vraag om afwijking van de regel

Nadere informatie

Woord vooraf. Brent Wagemans,

Woord vooraf. Brent Wagemans, Woord vooraf Deze masterproef werd geschreven met het oog op het behalen van de graad van master in de toegepaste economische wetenschappen: handelsingenieur. Als afstudeerrichting koos ik voor accountancy

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Introductie van financiële overzichtsanalyse

Hoofdstuk 2: Introductie van financiële overzichtsanalyse Hoofdstuk 2: Introductie van financiële overzichtsanalyse Hoe kunnen beleggers genoeg leren over een organisatie voordat ze besluiten of ze daarin moeten beleggen of niet. Een belangrijke informatiebron

Nadere informatie

De logica achter de ISA s en het interne controlesysteem

De logica achter de ISA s en het interne controlesysteem De logica achter de ISA s en het interne controlesysteem In dit artikel wordt de logica van de ISA s besproken in relatie met het interne controlesysteem. Hieronder worden de componenten van het interne

Nadere informatie

ISA 710, Ter vergelijking opgenomen informatie overeenkomstige cijfers en vergelijkende financiële overzichten.

ISA 710, Ter vergelijking opgenomen informatie overeenkomstige cijfers en vergelijkende financiële overzichten. INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 710, Ter vergelijking opgenomen informatie overeenkomstige cijfers en vergelijkende financiële overzichten. Copyright IFAC Deze Internationale controlestandaard

Nadere informatie

Geconsolideerde winst- en verliesrekening (in miljoen euro)

Geconsolideerde winst- en verliesrekening (in miljoen euro) De tussentijdse, geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld volgens de International Financial Reporting Standards (IFRS). Voor de tussentijdse, geconsolideerde jaarrekening worden dezelfde grondslagen

Nadere informatie

Halfjaarcijfers MTY. Bussum, 29 augustus 2014

Halfjaarcijfers MTY. Bussum, 29 augustus 2014 Bussum, 29 augustus 2014 Halfjaarcijfers MTY MTY Holdings (hierna: MTY ) bericht hierbij over de ontwikkelingen en de resultaten over het eerste halfjaar van 2014. MTY merkt daarbij op dat de bedrijfsactiviteiten

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i Aan: de aandeelhouders en de raad van commissarissen van... (naam entiteit(en)) A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 201X

Nadere informatie

In België geldt er voortaan een nieuwe beroepsnorm Wat en waarom? Frequently Asked Questions

In België geldt er voortaan een nieuwe beroepsnorm Wat en waarom? Frequently Asked Questions Norm met betrekking tot de contractuele controle van KMO s en kleine (i)vzw s en stichtingen en de gedeelde wettelijk voorbehouden opdrachten bij KMO s en kleine (i)vzw s en stichtingen In België geldt

Nadere informatie

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40%

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40% Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40% Toegenomen verlies Airolux Verder verhoging dividend Kerncijfers

Nadere informatie

BETER BED HOLDING NV HALFJAARCIJFERS 2009

BETER BED HOLDING NV HALFJAARCIJFERS 2009 BETER BED HOLDING NV HALFJAARCIJFERS 2009 Beter Bed Holding N.V. halfjaarcijfers 2009 1 Inhoudsopgave 1. Geconsolideerde balans. 3 2. Geconsolideerde winst-en-verliesrekening.. 4 3. Geconsolideerd kasstroomoverzicht.....

Nadere informatie

AV 31 mei 2016 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2015 VAN DE NMBS GROEP

AV 31 mei 2016 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2015 VAN DE NMBS GROEP AV 31 mei 2016 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2015 VAN DE NMBS GROEP 1 I. INTRODUCTIE De geconsolideerde financiële staten van de NMBS-Groep per 31 december 2015 werden opgemaakt met inachtneming van de

Nadere informatie

Verplichte Audit-Firm Rotatie: de effecten op de kwaliteit van de accountantscontrole

Verplichte Audit-Firm Rotatie: de effecten op de kwaliteit van de accountantscontrole Verplichte Audit-Firm Rotatie: de effecten op de kwaliteit van de accountantscontrole Door: Marinka Karsemeijer Collegekaartnummer: 5876699 Datum: 21 juli 2011 Universiteit van Amsterdam (FEB) Supervisor:

Nadere informatie

Faculteit Bedrijfseconomische Wetenschappen master in de toegepaste economische wetenschappen

Faculteit Bedrijfseconomische Wetenschappen master in de toegepaste economische wetenschappen Faculteit Bedrijfseconomische Wetenschappen master in de toegepaste economische wetenschappen Masterthesis Het effect van recente wijzigingen in de regelgeving op de auditactiviteit Waut Damen Scriptie

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/XX Toelichting omtrent het niet-gebruik van de waarderingsgregels op basis van de waarde in het economisch verkeer voor de financiële instrumenten

Nadere informatie

IFRS 16 en de vastgoedwereld

IFRS 16 en de vastgoedwereld IFRS 16 en de vastgoedwereld De veranderende regelgeving ten aanzien van de boekhoudkundige standaarden Onder IFRS 16 zal het onderscheid tussen operational en financial leases komen te vervallen waardoor

Nadere informatie

Samenstelling en takenpakket van het auditcomité. Het nieuw commissarisverslag en het verslag aan het auditcomité

Samenstelling en takenpakket van het auditcomité. Het nieuw commissarisverslag en het verslag aan het auditcomité Samenstelling en takenpakket van het auditcomité. Het nieuw commissarisverslag en het verslag aan het auditcomité Tom MEULEMAN Vice-President IBR-IRE 1 De rol van het auditcomité 2 Evolutie Auditcomités

Nadere informatie

FACTSHEET 23 juli 2013

FACTSHEET 23 juli 2013 FACTSHEET 23 juli 2013 Bedrijf : Trotter International Holding B.V. ( Trotter ) Opgericht : 26-4-2012 Gevestigd in : Nederland Branche : Dienstverlening Werknemers : 0 50 Jaarrekening : Unaudited concept

Nadere informatie

Inhoud. Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE ANALYSE: INLEIDING... 1

Inhoud. Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE ANALYSE: INLEIDING... 1 Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... xv xix xxi HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE ANALYSE: INLEIDING... 1 1.1. Onderneming, toegevoegde waarde en belanghebbenden... 2 1.2. Rol van de financiële

Nadere informatie

Beluga JAARRESULTATEN 2006

Beluga JAARRESULTATEN 2006 Beluga EMBARGO 14/03/2007 17:30 JAARRESULTATEN 2006 Presentatiebasis De geconsolideerde jaarlijkse financiële staten van Beluga nv per 31/12/2006 werden opgesteld overeenkomstig de International Financial

Nadere informatie

Faculteit Bedrijfseconomische Wetenschappen master in de toegepaste economische wetenschappen: handelsingenieur

Faculteit Bedrijfseconomische Wetenschappen master in de toegepaste economische wetenschappen: handelsingenieur Faculteit Bedrijfseconomische Wetenschappen master in de toegepaste economische wetenschappen: handelsingenieur Masterthesis De invloed van de auditervaring van de CFO op de auditkwaliteit in private bedrijven

Nadere informatie

Audit kwaliteit door de proxy earnings

Audit kwaliteit door de proxy earnings Audit kwaliteit door de proxy earnings Een analyse of earnings een juiste proxy is om audit kwaliteit te meten M.W. Blokdijk 10214534 30 Juni 2014, V1 BSc Accountancy and Control University of Amsterdam

Nadere informatie

Halfjaarbericht 2017 NedSense enterprises N.V.

Halfjaarbericht 2017 NedSense enterprises N.V. Halfjaarbericht 2017 NedSense enterprises N.V. Inhoud 1. Verkort geconsolideerd overzicht financiële positie per 30 juni 2017... 3 2. Verkort geconsolideerd overzicht totaal resultaat over 2017... 4 3.

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Halfjaarlijks financieel verslag boekjaar 2014/2015

Halfjaarlijks financieel verslag boekjaar 2014/2015 , Leuven, boekjaar 2014/2015 In het eerste halfjaar van boekjaar 2014/2015 realiseerde KBC Ancora een negatief resultaat van 10,7 miljoen euro. Dit resultaat werd in hoofdzaak bepaald door gebruikelijke

Nadere informatie

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA)

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 706, PARAGRAFEN TER BENADRUKKING VAN BEPAALDE AANGELEGENHEDEN EN PARAGRAFEN INZAKE OVERIGE AANGELEGENHEDEN IN DE CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE AUDITOR

Nadere informatie

Verschillen en overeenkomsten tussen SOx en SAS 70

Verschillen en overeenkomsten tussen SOx en SAS 70 Compact 2007/3 Verschillen en overeenkomsten tussen SOx en SAS 70 Drs. J.H.L. Groosman RE Sinds de bekende boekhoudschandalen is er veel aandacht voor de interne beheersing en goed ondernemingsbestuur,

Nadere informatie

Modelverslagen met betrekking tot de statistieken

Modelverslagen met betrekking tot de statistieken Bijlage 6 Circulaire _2011_06-6 dd. 14 februari 2011 Modelverslagen met betrekking tot de statistieken Toepassingsveld: Openbare instellingen voor collectieve belegging naar Belgisch recht met een veranderlijk

Nadere informatie

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Lavide Holding N.V. te Alkmaar gecontroleerd.

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Lavide Holding N.V. te Alkmaar gecontroleerd. Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Grant Thornton Accountants en Adviseurs B.V. De Passage 150 Postbus 71003 1008 BA Amsterdam T 088-676 90 00 F 088-676 90 10

Nadere informatie

Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33)

Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33) Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33) Toezicht Financiële Verslaggeving 27 oktober 2011 Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten. Wij zijn de

Nadere informatie

Geconsolideerde winst- en verliesrekening (in miljoen euro)

Geconsolideerde winst- en verliesrekening (in miljoen euro) De tussentijdse, geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld volgens de International Financial Reporting Standards (IFRS). Voor de tussentijdse, geconsolideerde jaarrekening worden dezelfde grondslagen

Nadere informatie

Halfjaarlijks financieel verslag 2018/2019

Halfjaarlijks financieel verslag 2018/2019 , Leuven, 2018/2019 In het eerste halfjaar van boekjaar 2018/2019 realiseerde KBC Ancora een winst van 68,7 miljoen euro. Dit resultaat is in lijn met de winst van 68,8 miljoen euro over dezelfde periode

Nadere informatie

Halfjaarlijks financieel verslag 2016/2017

Halfjaarlijks financieel verslag 2016/2017 , Leuven, 2016/2017 In het eerste halfjaar van boekjaar 2016/2017 realiseerde KBC Ancora een winst van 67,2 miljoen euro, ten opzichte van een verlies van 10,5 miljoen euro over dezelfde periode in het

Nadere informatie

Halfjaarlijks financieel verslag

Halfjaarlijks financieel verslag In het eerste halfjaar van het boekjaar 2009/2010 realiseerde KBC Ancora een negatief resultaat van 15,3 miljoen euro. Dit resultaat ligt in lijn met het resultaat over dezelfde periode van het vorige

Nadere informatie

BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN master in de toegepaste economische wetenschappen: accountancy en financiering

BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN master in de toegepaste economische wetenschappen: accountancy en financiering BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN master in de toegepaste economische wetenschappen: accountancy en financiering 2011 2012 Masterproef Auditkwaliteit en de raad van bestuur in Belgische private bedrijven

Nadere informatie

Financiële staten. a) IAS 1, Presentatie van de jaarrekening

Financiële staten. a) IAS 1, Presentatie van de jaarrekening Financiële staten Geconsolideerde winst- en verliesrekening Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten Geconsolideerde balans Geconsolideerd kasstroomoverzicht Geconsolideerd

Nadere informatie

Gezien de commentaren ontvangen op deze openbare raadpleging;

Gezien de commentaren ontvangen op deze openbare raadpleging; Ontwerp van norm inzake de toepassing van de nieuwe en herziene Internationale controlestandaarden (ISA s) in België en tot vervanging van de norm van 10 november 2009 inzake de toepassing van de ISA s

Nadere informatie

De Effecten van Auditor Gender op de Controleverklaring

De Effecten van Auditor Gender op de Controleverklaring De Effecten van Auditor Gender op de Controleverklaring Diane Breesch, Joël Branson & Sara Lybaert Vakgroep Accountancy, Auditing en Bedrijfsfinanciering (ACCO) 20-9-2007 1 Inhoud Inleiding Genderverschillen

Nadere informatie

ISA 720 : DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE AUDITOR MET BETREKKING TOT ANDERE INFORMATIE IN

ISA 720 : DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE AUDITOR MET BETREKKING TOT ANDERE INFORMATIE IN ISA 720 : DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE AUDITOR MET BETREKKING TOT ANDERE INFORMATIE IN Title Subtitle DOCUMENTEN WAARIN GECONTROLEERDE FINANCIELE OVERZICHTEN ZIJN OPGENOMEN ( Other information in documents

Nadere informatie

bijlage IV A. Inleiding B. Advies van de Hoge raad HOGE RAAD VOOR DE ECONOMISCHE BEROEPEN

bijlage IV A. Inleiding B. Advies van de Hoge raad HOGE RAAD VOOR DE ECONOMISCHE BEROEPEN HOGE RAAD VOOR DE ECONOMISCHE BEROEPEN North Gate III 5 e verdieping Koning Albert II-laan 16-1000 Brussel Tel.02/206.48.71 Fax 02/201.66.19 E-mail : CSPEHREB@skynet.be Advies van 21 november 2001 omtrent

Nadere informatie

Het begrip controle-informatie: algemene principes

Het begrip controle-informatie: algemene principes Het begrip controle-informatie: algemene principes 24.11.2008 Daniel KROES, Bedrijfsrevisor 1 Inleiding De bedrijfsrevisor moet de schriftelijke bevestigingen die vereist zijn (bewijskrachtig materiaal)

Nadere informatie

FINANCIEEL HALFJAARVERSLAG OPGESTELD OP 30 JUNI 2008 Gereglementeerde informatie volgens het Koninklijk Besluit van 14 november 2007

FINANCIEEL HALFJAARVERSLAG OPGESTELD OP 30 JUNI 2008 Gereglementeerde informatie volgens het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 DEFICOM GROUP NV Reyerslaan 10 1030 Brussel BTW - BE0426.859.683 - RPR Brussel Persmededeling van 29 augustus 2008 17.30 uur FINANCIEEL HALFJAARVERSLAG OPGESTELD OP 30 JUNI 2008 Gereglementeerde informatie

Nadere informatie

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier ADVIES- EN CONTROLECOMITÉ OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier ADVIES- EN CONTROLECOMITÉ OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS ADVIES- EN CONTROLECOMITÉ OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS Ref : Accom AFWIJKING 2005/1 Samenvatting van het advies dd. 17 mei 2005 met betrekking tot een vraag om afwijking van de regel die

Nadere informatie