ANNEX: EEN GESEGMENTEERDE BEDRIJFSECONOMISCHE IMPACTMETING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ANNEX: EEN GESEGMENTEERDE BEDRIJFSECONOMISCHE IMPACTMETING"

Transcriptie

1 ANNEX: EEN GESEGMENTEERDE BEDRIJFSECONOMISCHE IMPACTMETING 1. CONTEXT EN ONDERZOEKSVRAGEN In het rapport De Mode- Industrie in Vlaanderen gesegmenteerd beschrijven we de 4 hoofdsegmenten in de Vlaamse modesector: Onafhankelijke ontwerpers Luxemode van concerns Middensegment Kledingketens We onderscheiden de segmenten op basis van hun prijs en de mate van creativiteit van de modeontwerpen. Voor ieder segment beschrijven we hoe het proces van creatie tot consumptie meestal verloopt en welke kenmerken het management van de ketenregisseur vertoont. Hierbij detecteren we nog een bijzonder nichesegment in het Vlaamse modelandschap: de gelegenheidsmode met o.a. feestkledij en bontfabrikanten. Tot slot merken we op dat verschillende bedrijven strategisch voordeel halen door in hun business model met elementen van verschillende segmenten te spelen. Zo onderscheiden we segmentswitchers (die gaandeweg van segment veranderen), segmentstrechers (die in meerdere segmenten tegelijkertijd actief zijn) en segmentcombineerders (die elementen van de waardeketen en/of management van de verschillende segmenten combineren). Met dit annex rapport willen we graag te weten komen wat het bedrijfseconomische gewicht van deze verschillende segmenten is. Cru gesteld, denken we nl. dat bij de onafhankelijke ontwerpers veel minder geld verdiend wordt dan bij de kledingketens, ondanks de grote uitstraling en impact op het (creatief en economische) positieve imago van België en zijn mode. Zo blijkt uit een enquête van Anouk Mennes dat het begrip Belgisch Mode door consumenten uit het middensegment erg frequent geassocieerd wordt met de onafhankelijke ontwerpers en de creatieve mode- academies (Mennes 2013), maar is deze bekendheid ook om te zetten in positieve bedrijfsresultaten? Andere vragen komen eveneens aan bod, zoals: hoe zit het met de verhouding tussen het middensegment en de luxemode? Wat is het gewicht van het nichesegment gelegenheidsmode in de totale modesector. Parallel aan de segmentatiestudie, voert de Antwerp Management School in opdracht van Flanders DC voor de tweede maal een bedrijfseconomische impactmeting van de creatieve industrie uit (Schrauwen, Demol, van Andel en Schramme 2013). Hierin wordt ook de modesector becijferd. Voor referentiejaar 2010 worden aantal zelfstandigen, aantal werkgevers, aantal werknemers, omzet en toegevoegde waarde berekend voor de volgende schakels van het modewaardenetwerk: creatie en vervaardiging, distributie en handel. Hierbij gebruiken we volgende definities: Het aantal zelfstandigen: individuen die niet zijn tewerkgesteld bij een werkgever voor de uitvoering van zijn of haar professionele activiteit (met inbegrip van freelancers, zelfstandige ondernemers, enz). Het aantal werkgevers: entiteiten die minstens 1 personeelslid tewerkstellen. Het aantal werknemers: individuen die tewerkgesteld zijn bij een werkgever. De omzet: wordt gedefinieerd conform de boekhoudkundige rapportering voor ondernemingen, en als totaal gefactureerde bedragen (exclusief BTW) voor zelfstandigen. De toegevoegde waarde: het verschil tussen de omzet en de kosten van handelsgoederen, grond- en hulpstoffen, diensten en diverse goederen.

2 Op basis van een analyse van de datasets verkregen door deze meting, zullen we de bedrijfeconomische impact trachten in te schatten van de verschillende modesegmenten. Een afgeleide onderzoeksvraag hierbij is: in welke mate vertaalt deze segmentatie zich ook in de economische realiteit van de modesector?. 2. METHODE De onderzoeksmethode valt uiteen in drie grote stappen. Enerzijds is er de methode van bedrijfseconomische impactmeting, anderzijds splitsen we de basislijsten uit deze impactmeting op in verschillende segmenten. Tot slot koppelen we de bedrijfseconomische impactcijfers aan de segmentatie METHODE BEDRIJFSECONOMISCHE IMPACTMETING Voor een uitgebreide beschrijving van de methode en caveats van bedrijfseconomische impactmeting voor de creatieve industrie, verwijzen we graag naar het rapport van het Kenniscentrum Creatieve Industrie Antwerp Management School / Flanders DC. (Schrauwen, Demol, van Andel en Schramme 2013) Kort samengevat, wordt de bedrijfseconomische impact van de verschillende schakels in de creatieve sectoren (dus voor de modesector: creatie en vervaardiging, distributie en handel) op twee manieren gemeten: A. Een top- down methode: er wordt per schakel van de sector een lijst samengesteld met de relevante codes uit de NACE- Bel 2008 nomenclatuur (een classificatiemethode voor economische activiteiten). In de bedrijvendatabank Bel- First worden alle bedrijven uit Vlaanderen en Nederlandstalige of tweetalige bedrijven uit Brussel (incl. de bedrijven waarvan de taal onbekend is) opgezocht die in het referentiejaar 2010 actief waren en die een relevante primaire NACE- code rapporteren. Deze lijst wordt gefilterd op dubbele vestigingen en dubbele vermelding in andere schakels. Verschillende bedrijven komen namelijk in meerdere lijsten terug omdat ze meerdere primaire NACE- codes opgeven. Om dubbeltellingen te vermijden, werden deze dubbele bedrijven gefilterd volgens de volgende logica: creatie en vervaardiging > distributie > handel. Als een bedrijf bv. zowel op de creatie & vervaardiging- lijst voorkwam als in de lijst handel, werd het bedrijf geschrapt uit de lijst handel. Niet alle bedrijven uit de verkregen Bel- First lijsten rapporteren omzet, aantal werknemers en toegevoegde waarde. Daarom wordt er nog een lijst met het aantal werknemers en het aantal werkgevers in het laatste kwartaal van 2010 per primaire NACE- bel code opgevraagd bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. De cijfers van de RSZ worden gebruikt om werkgevers- en werknemersaantallen uit de Bel- First te overschrijven. Tot slot worden er verschillende assumpties voor omzet en toegevoegde waarde per werknemer en per zelfstandige doorgevoerd om de basiscijfers te corrigeren. Voor de modesector kunnen we deze methode voor de drie schakels uit de waardeketen van de sector toepassen: creatie en vervaardiging; distributie en handel. B. Een bottom- up methode: er worden per schakel ook lijsten van bedrijven en zelfstandigen samengesteld op basis van databanken van sectororganisaties, beroepsfederaties, de Gouden Gids,... Voor de bedrijven op deze lijst worden omzet, toegevoegde waarde en aantal werknemers voor referentiejaar 2010 opgezocht in BEL- First. Niet alle bedrijven uit deze lijst rapporteren deze. Daarom worden verschillende assumpties voor omzet en toegevoegde waarde per werknemer en voor omzet en toegevoegde waarde per zelfstandige doorgevoerd om de basiscijfers te corrigeren. Voor de modesector kunnen we een bottom- uplijst samenstellen voor de schakel creatie en vervaardiging op basis van databanken van Flanders Fashion Institute (FFI), Creamoda en de Gouden Gids. Ook kan er voor de schakel handel een lijst worden samengesteld op basis van de Gouden Gids en gegevens van Comeos. (Guiette et al 2011a, Guiette et al 2011b; Schrauwen et al 2013) Deze twee methodes kennen tekortkomingen. Bij de top- downmethode, wordt slechts een deel van de activiteiten van de Creatieve Industrieën gecapteerd door de NACE- BEL nomenclatuur. Voor de meeste

3 activiteiten bestaat immers geen NACE- BEL code, ofwel beslaat een schakel van de waardeketen verschillende NACE- BEL codes, ofwel beslaat een NACE- BEL code verschillende schakels van het waardenetwerk, of activiteiten in meerdere creatieve sectoren. Daarbij komt dat bedrijven zichzelf in een categorie moeten indelen bij opstart van hun bedrijf. Er is vaak een discrepantie tussen de toegekende activiteitencode en de werkelijk uitgevoerde activiteiten, waardoor de samenstelling van de populatie per definitie onjuist is. Verder gebeurt de toekenning van entiteiten gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan Vlaanderen op een relatief arbitraire wijze in functie van de taal opgegeven aan de RSZ of de taal opgegeven in de Bel- First databank. Ook bij de bottom- up analyse zijn de basislijsten van dewelke vertrokken wordt vaak onvolledig. Bij beide methodes blijven bovendien voor sommige groepen data in de databestanden slechts gedeeltelijk beschikbaar. Hierdoor moeten cijfers gecorrigeerd en geëxtrapoleerd worden, wat maakt dat een impactmeting steeds een raming blijft. (Guiette et al 2011a : 25-35, Guiette et al 2011c: 7-11, Schrauwen et al 2013). De cijfers van de impactmeting moeten dus met de nodige omzichtigheid geïnterpreteerd worden. De cijfers geven een indicatie, een benadering van de werkelijkheid. Een exacte meting is echter onmogelijk METHODE SEGMENTATIE Het tweede luik van de impactmeting van de verschillende segmenten omvat het toekennen van een segment aan ieder bedrijf. Twee jobstudenten, Barbara Van Oevelen en Julia Ijsselmuiden, werkten in totaal 24 dagen aan een opsplitsing van de lijsten uit het eerste luik. Door het enorm tijdrovende karakter van deze klus werden de lijsten op volgende wijze behandeld: Bottom- up creatie en vervaardiging: volledig gesegmenteerd. Top- down creatie en vervaardiging: volledig gesegmenteerd van A- Z, met bijkomende controle voor de bedrijven met de hoogste omzet, toegevoegde waarde en aantal werknemers. Top- down distributie: gedeeltelijke segmentatie van de bedrijven met de hoogste omzet, toegevoegde waarde en aantal werknemers. Top- down handel: gedeeltelijke segmentatie van de bedrijven van A tot D en de bedrijven met de hoogste omzet, toegevoegde waarde en aantal werknemers. De bottom- upcijfers voor de mode/handelsschakel uit algemene impactmeting voor de creatieve industrie (Schrauwen et al 2013) zijn gebaseerd op geconsolideerde data van Comeos. We konden niet over de ruwe datalijsten van het Comeos- onderzoek beschikken, segmentatie was hierdoor onmogelijk. De studentes poogden onder toezicht van de onderzoeker, een inschatting te maken per bedrijf tot welk segment de bedrijven behoren. Deze segmentatie gebeurde op basis van de twee basissegmentatiecriteria: product en prijs. De inschatting zelf vond plaats op basis van de voorkennis van de studentes en analyses van bedrijfswebsites. Dit zorgde voor een eerste tekortkoming: vele kleine bedrijven en zelfstandigen beschikken niet over een bedrijfswebsite met voldoende informatie om de bedrijven te categoriseren in één van de segmenten. Bovendien voeren vele modemerken een andere bedrijfsnaam dan de merknaam van de collectie of winkel. De link tussen bedrijf en consumentenmerk is vaak moeilijk te traceren online, waardoor ook segmenteren onmogelijk is. Zo bedroeg het aandeel niet te segmeteren bij de lijsten creatie en vervaardiging voor de bottom- uplijst een kwart en bij de top- downlijst 7 van de totale populatie. De andere twee lijsten werden niet volledig van A tot Z gesegmenteerd, dus daar is deze categorie nog groter. Een tweede caveat is dat het segmenteren een subjectieve inschatting blijft van de studentes en de onderzoeker. Om voldoende coherentie bij de segmentatiebeslissingen te bewaren, werd er voor gekozen om het studententeam niet verder uit te breiden dan de twee studentes. Een derde tekortkoming is dat, gezien de categorisering ook op basis van voorkennis gebeurt, de bekendere modelabels, winkels en ketens per definitie toegewezen werden

4 aan een categorie. We vermoeden dat hierdoor de segmenten onafhankelijke ontwerpers en kledingketens proportioneel vollediger werden gesegmenteerd. Bovendien werd al gauw duidelijk dat er naast de vier hoofdsegmenten, onafhankelijke ontwerpers, luxemode van concerns, middensegment en kledingketens, ook de niche van gelegenheidsmode een apart label moest krijgen. Verder hebben we ook twee nieuwe categorieën toegevoegd: een restgroep met bedrijven uit de kledingsector, die eigenlijk buiten de mode vallen (bv. specialisten in bedrijfskleding voor bv. de zorg, veiligheidskleding, bedrijven in de niche van bv. sport- of technisch textiel, bedrijven gespecialiseerd in tweedehands ). Daarnaast is er nog de categorie ex- mode toegevoegd. Dit zijn bedrijven die wel in de lijsten van de impactmeting zijn terecht gekomen, maar niet (meer) tot de mode- of kledingsector behoren: grafische vormgevers, architecten, sociale werkplaatsen Bij de lijsten creatie en vervaardiging kon de segmentatie het eenvoudigst worden toegepast, hier bestond er relatief weinig twijfel wie tot welk segment behoorden. Bij de lijst handel viel echter op dat veel multimerkenwinkels bewust een divers productgamma aanbieden. Een multimerkenwinkel die op de hogere middenmarkt mikt heeft jeanslijnen van bekende luxemerken in zijn portfolio naast (Belgische) middensegmenters. Een multimerkenwinkel die voluit voor designers kiest combineert concerns met onafhankelijke ontwerpers. Een multimerkenwinkel die zich op de iets goedkopere middenmarkt richt biedt naast merken van middensegment ook labels van ketens (bv. ESPRIT, VILA, ) aan. Verder zijn er nog de grote modehuizen in meer landelijke gebieden: multimerkenwinkels die vaak al generaties naast middensegment labels en concerns ook gelegenheidsmode aanbieden. De categorisering van dergelijke winkels is bijzonder lastig, er werd dan meestal gekeken naar welk segment het grootste aandeel hebben in het merkenportfolio. Niettemin blijft een dergelijke inschatting subjectief. Een gelijkaardig probleem merkten we bij de fabrikanten. Verschillende fabrikanten produceren bijvoorbeeld (eventueel in onderaanneming of in een buitenlandse vestiging) zowel onder een eigen merknaam (wat dan vaak in het middensegment valt) als private labels voor het goedkoopste modesegment DE COMBINATIE: BEDRIJFSECONOMISCHE IMPACT MET DE SEGMENTATIE In de laatste stap combineren we de cijfers van de bedrijfseconomische impactmeting met de segmentatie. Bij de bottom- uplijst creatie en vervaardiging, is deze oefening eenvoudig te maken. Daar kunnen we per categorie de bedrijfseconomische impactcijfers optellen per segment en aanvullen met de beschreven assumpties voor de bedrijven die niets rapporteerden. Het is dan ook deze schakel die we als eerste onder de loep nemen. Bij de top- downlijsten echter worden de basislijsten met bedrijven per schakel voor de gecorrigeerde cijfers echter overschreven met één globaal werknemer- en werkgevercijfer, verkregen van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. (cf methode bedrijfseconomische impactmeting) Op basis van deze overschreven data worden dan assumpties toegepast om de gecorrigeerde impactcijfers te verkrijgen. Voor het globale RSZ- cijfer beschikken we dus niet over een basislijst met bedrijfsnamen die we kunnen segmenteren. Vanaf deze stap in het onderzoek, kunnen we de resultaten van de impactmeting niet meer direct koppelen aan de gesegmenteerde bedrijvenlijst. Om via de top- downlijsten creatie en vervaardiging, distributie en handel toch een antwoord te krijgen op onze twee onderzoeksvragen wat is het bedrijfseconomische gewicht van de verschillende segmenten in de totale modesector en hoe rigide zet deze segmentatie zich door in de modepraktijk, werken we op twee manieren:

5 1. Op basis van de basiscijfers (dus de cijfers voor RSZ- correctie) wordt een eerste analyse gemaakt van de verhoudingen tussen de segmenten in die specifieke lijst Binnen de belangrijkste segmenten per lijst vullen we eventueel aan met informatie over de spreiding van de impact tussen de bedrijven. We kijken dan naar de top- 3 in dit segment, de mediaan en/of het gemiddelde. 3. We bekijken het aandeel van de segmenten in de top- 10 van bedrijven met het hoogst aantal werknemers, de hoogste omzet of de hoogste toegevoegde waarde. Zo verkrijgen we een inschatting van het bedrijfseconomische gewicht van de verschillende segmenten in de totale modesector. 1 Deze verhoudingen kunnen we niet zomaar extrapoleren naar de gecorrigeerde cijfers, gezien we vermoeden dat de categorisering gebeurde op basis van voorkennis, wat ervoor zorgt dat de bekendere modelabels, winkels en ketens per definitie toegewezen werden aan een categorie. We vermoeden dat hierdoor de segmenten onafhankelijke ontwerpers en kledingketens proportioneel vollediger werden gesegmenteerd.

6 3. RESULTATEN 3.1. CREATIE EN VERVAARDIGING De creatie en vervaardiging omvat volgende schakels van het waardenetwerk: Ontwerpers Patroontekenaars Fabrikanten Wegens de grote vervlechting van deze spelers was het onmogelijk om op een betrouwbare en volledige wijze deze schakels apart te becijferen. Veel ontwerpers, voornamelijk ontwerpteams van labels, zitten vervat in een bedrijfsstructuur tezamen met patroontekenaars en de fabricage van ontwerpen. (Guiette et al 2011a) BOTTOM- UP BENADERING Voor de bottom- up benadering baseren we ons op volgende bronnen: Databank Flanders Fashion Institute Leden van Creamoda Gouden Gids: zoekterm modeontwerpers en stylisten. De gecombineerde bronnen leveren 670 bedrijven op. Na opschoning (bv. bedrijven die volgens Bel- First pas na 2010 werden opgericht of organisaties die zowel onder hun merknaam/naam van de ontwerper als onder hun bedrijfsnaam waren toegevoegd), blijven er nog 603 entiteiten over. Deze entiteiten rapporteren in Bel- First volgende basiscijfers op: Zelfstandigen Werkgevers Werknemers(VTE) Omzet ( ) Toegevoegde waarde ( ) Bron: FFI, Creamoda, Gouden Gids, Bel- First Het aantal werknemers, de omzet en de toegevoegde waarde worden niet door alle bedrijven en zelfstandige entiteiten gerapporteerd in Bel- First. Variabelen Aantal Bedrijven Werknemers (VTE) 193 Omzet 79 Toegevoegde waarde 263 Bron: FFI, Creamoda, Gouden Gids, Bel- First Voor de andere bedrijven en zelfstandigen extrapoleerden we a.d.h.v. volgende assumpties : De bedrijven die geen werknemers rapporteren in Bel- First of niet teruggevonden werden, in Bel- First, worden als 1 zelfstandige meegerekend. Voor de werkgevers worden volgende assumpties doorgevoerd: Toegevoegde waarde per werknemer ondernemingen Omzet per werknemer ondernemingen Bron: Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum gebaseerd op Bel- First

7 Voor de zelfstandigen worden volgende assumpties doorgevoerd: Toegevoegde waarde zelfstandigen Omzet zelfstandigen Bron: Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum gesbaseerd op RSVZ en Van den Born (2009) Dat levert volgende gecorrigeerde cijfers op: Zelfstandigen # Werkgevers # Werknemers (VTE) Omzet ( ) Toegevoegde waarde ( ) Bron: FFI, Creamoda, Gouden Gids, Bel- First, Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum Als we de lijst van de bottom- up berekening Mode/ creatie en vervaardiging onderverdelen naar de verschillende segmenten, komen we bij volgende gesegmenteerde impactmeting: GECORRIGEERDE CIJFERS 2010 BOTTOM- UP LIJST MODE / CREATIE & VERVAARDIGING Zelfstan- digen Werk- gevers Werk- nemers (VTE) Omzet Toegevoegde waarde Onafhankelijke ontwerpers Middensegment , Kledingketens Luxemode van concerns Gelegenheidsmode , Restgroep Ex- mode Niet gesegmenteerd , TOTAAL , Bron: UA /Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum op basis van Bel- First, FFI, Creamoda, Gouden Gids We verduidelijken en nuanceren deze cijfers aan de hand van enkele grafieken. 2 In vergelijking met de algemene tabel met de gecorrigeerde bottom- up cijfers creatie / vervaardiging, zit in deze tabel hier 0.5VTE extra o.w.v. afrondingsregels. Deze 0.5 VTE zorgt o.w.v. de toegepaste assumpties ook voor extra omzet.

8 Verdeling bo^om- uplijst crea_e / vervaardiging over de segmenten (n=603) Onasankelijke ontwerpers 27% 38% Middensegment Kledingketens Luxemode van concerns 3% 7% Gelegenheidsmode Restgroep 5% 18% Ex- mode Niet gesegmenteerd Bron: Bottom- uplijst Mode / creatie en vervaardiging voor referentiejaar 2010 UA /Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum op basis van FFI, Creamoda, Gouden Gids Allereerst kijken we naar de verdeling van het aantal entiteiten (zelfstandigen en werkgevers) over de verschillende segmenten. Hierbij valt op dat we 73% van de entiteiten in de bottom- up lijst aan één segment konden toewijzen. Van de andere bedrijven konden we niet voldoende bedrijfsinformatie online terugvinden om ze aan een segment toe te wijzen. Bij controle in de economische databank Bel- First bleken de meesten hiervan bovendien zelfstandigen te zijn. Daarnaast valt in deze tabel de grote groep werkgevers/zelfstandigen in het segment van onafhankelijke ontwerpers op. Dit hangt enerzijds samen met het bronnenmateriaal. De databank van het FFI zorgde namelijk voor 2/3 de van de entiteiten uit deze lijst en het FFI werkt voornamelijk voor dit modesegment. Voor dit segment is de lijst dus zeer volledig. Voor de andere segmenten (luxemode, kledingketens) is deze bottom- uplijst daarentegen onvolledig. Daarbij komt dat verschillende kledingproducenten in categorie onafhankelijke ontwerpers werden ondergebracht, hoewel ze niet noodzakelijk exclusief voor dit segment werken. Ze produceren bv. naast collecties voor onafhankelijke ontwerpers kleine deelcollecties voor het middensegment of fabriceren textielproducten die buiten de modesector vallen.

9 Aantal zelfstandigen per segment Aantal werkgevers per segment Bron: Bottom- uplijst Mode / creatie en vervaardiging voor referentiejaar 2010 UA /Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum op basis van Bel- First, FFI, Creamoda, Gouden Gids Het valt op dat bij de onafhankelijke ontwerpers en bij de groep niet- gesegmenteerden de grootste groep van zelfstandigen of eenmanszaken vallen. Zo zijn 77% van de entiteiten bij de onafhankelijke ontwerpers zelfstandigen of eenmanszaken. 23% van de bedrijven in het segment onafhankelijke ontwerpers is een werkgever. De onafhankelijke ontwerpers zorgen zo voor 27% van het aantal werkgevers. Niettemin hebben deze bedrijven meestal slechts een klein aantal werknemers. De mediaan van het aantal werknemers in dit segment ligt namelijk op 3 VTE. Het gemiddelde aantal werknemers wordt in dit segment opgetrokken door enkele grotere spelers en belandt zo op 9,8VTE. Bij het middensegment bedraagt het mediane aantal werknemers per werkgever 17,5VTE en het gemiddelde 46,6VTE. Bij de kledingketens ligt de mediaan op 257,5VTE en het gemiddelde op 307,4VTE per onderneming. Een doorsnee bedrijf van een onafhankelijke ontwerper is dus een microbedrijf (geen of minder dan 5 werknemers) een standaard middensegment- onderneming is een uit de kluiten gewassen KMO (minder dan 150 werknemers). De kledingketens zijn grootbedrijven. Deze spreiding in aantal werknemers blijkt ook uit volgende grafieken:

10 Aantal werknemers (VTE) per segment % Verhouding aantal werknemers per segment 13% 32% 2% 7% 4 Onasankelijke ontwerpers Middensegment Kledingketens Luxemode van concerns Gelegenheidsmode Restgroep Ex- mode Niet gesegmenteerd Bron: Bottom- uplijst Mode / creatie en vervaardiging voor referentiejaar 2010 UA /Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum op basis van Bel- First, FFI, Creamoda, Gouden Gids De meeste werknemers van deze lijst zijn tewerkgesteld in het middensegment en bij de kledingketens. Ze zijn resp. goed voor 4 en 32% van het totaal aantal werknemers in deze lijst. Opvallend is dat er slechts 8 bedrijven bij de kledingketens worden meegenomen, maar dat zij toch voor 1/3 de van het aantal werknemers in deze lijst zorgen. Eenzelfde patroon zien we bij de verhouding omzet en toegevoegde waarde voor de verschillende segmenten. Ook daar zorgen het middensegment en de kledingketens voor het leeuwendeel van de omzet en toegevoegde waarde. Tot slot valt het op dat een omzet miljoen (53% van de totale gerapporteerde omzet in deze lijst) gerealiseerd wordt door 10 bedrijven uit het segment van de kledingketens (4), het middensegment (4, waarvan 3 vestigingen van buitenlandse groepen) en 2 behoren tot de restgroep van bedrijfskleding en technisch textiel. Ook bij de toegevoegde waarde zien we een gelijkaardig patroon. Ook hier zorgen 10 bedrijven (waarvan slechts 1 verschilt van de top- 10 omzet) voor 314 miljoen toegevoegde waarde (59%). % van de totaalomzet gerealiseerd door de segmenten 2% 6% Onasankelijke ontwerpers 2% 15% Middensegment Kledingketens 25% 49% Luxemode van concerns Gelegenheidsmode Restgroep Ex- mode Bron: Bottom- uplijst Mode / creatie en vervaardiging voor referentiejaar 2010 UA /Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum op basis van Bel- First, FFI, Creamoda, Gouden Gids

11 % van de totale toegevoegde waarde gerealiseerd door de segmenten 2% 14% 2% 6% Onasankelijke ontwerpers Middensegment Kledingketens Luxemode van concerns 2 54% Gelegenheidsmode Restgroep Ex- mode Niet gesegmenteerd Bron: Bottom- uplijst Mode / creatie en vervaardiging voor referentiejaar 2010 UA /Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum op basis van Bel- First, FFI, Creamoda, Gouden Gids Op basis van deze bottom- up lijst kunnen we besluiten dat het aantal werkgevers en zelfstandigen in het segment van de onafhankelijke ontwerpers groot is, maar dat niettemin het middensegment en de kledingketens voor het leeuwendeel in aantal werknemers, omzet en toegevoegde waarde zorgen. De onafhankelijke ontwerpers zijn meestal zelfstandigen of microbedrijven met een mediaan van 3 werknemers per onderneming. Een middensegmentbedrijf is een (K)MO en een kledingketen is een grootbedrijf TOP- DOWN BENADERING Volgens de NACE- BEL 2008 nomenclatuur omvat de creatie en vervaardiging in de modesector volgende codes: : Ontwerpen van textielpatronen, kleding, juwelen, meubels en decoratieartikelen : vervaardiging van kleding en leer; : vervaardiging van werkkledij; : vervaardiging van andere bovenkledij; : vervaardiging van onderkleding; : vervaardiging van hoeden en petten; : vervaardiging van andere kleding en toebehoren; : vervaardiging van artikelen van bont; : vervaardiging van gebreide en gehaakte kousen en sokken; : vervaardiging van andere gebreide en gehaakte kleding; : vervaardiging van schoeisel.

12 Deze codes leveren in BEL- First na verwijdering van dubbele vestigingen en segmentatie volgende basiscijfers voor 2010 op: BASISCIJFERS 2010 TOP- DOWN LIJST MODE / CREATIE & VERVAARDIGING 3 Bedrijven Zelfstandigen Werkgevers Werknemers (VTE) Omzet ( ) Toegevoegde waarde ( ) onafhankelijke ontwerpers middensegment Kledingketens concerns gelegenheidsmode restgroep ex- mode geen info TOTAAL BASISCIJFERS Bron: UA /Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum op basis van Bel- First We verduidelijken deze basiscijfers aan de hand van enkele grafieken en tabellen: Segmenta_e top- downlijst crea_e / vervaardiging (n=2.085) onasankelijke ontwerpers 67% 8% 6% 6% 1 3% middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode restgroep ex- mode geen info Bron: Basiscijfers Top- downlijst Mode / creatie en vervaardiging voor referentiejaar 2010 UA /Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum op basis van Bel- First In absolute cijfers valt op dat we vooral bedrijven uit het segment van de onafhankelijke ontwerpers, het middensegment, de groep ex- mode en de restgroep vlot aan een segment konden toewijzen. Kledingketens en concerns leken weinig voor te komen in deze lijst. Bij de kledingketens moet daarbij genuanceerd worden dat het voornamelijk over fabrikanten in het goedkoopste kledingsegment gaat. Hun productie is volledig geoutsourced. Tot slot zijn er in deze lijst nog 60 bedrijven die zich gespecialiseerd hebben in gelegenheidsmode. Als we dan naar de verhouding tussen zelfstandigen en werkgevers kijken, valt op dat het hoogst aantal zelfstandigen onder te brengen is in de groep van onafhankelijke ontwerpers (104), gevolgd door de groep ex- mode (95). Dit laatste hoeft niet te verbazen, aangezien er door NACE- code : Ontwerpen van textielpatronen, kleding, juwelen, meubels en decoratieartikelen ook heel wat andere designers in deze lijst 3 In deze tabel wordt het begrip zelfstandige gehanteerd als een entiteit met als juridisch statuut zelfstandige, niet als een andere rechtsvorm zonder werknemers. Bij interpretatie van deze tabel is het belangrijk te weten dat niet alle entiteiten, aantal werknemers, omzet en toegevoegde waarde rapporteren in Bel- First.

13 zijn ondergebracht. Deze designers opereren evenzeer vaak als zelfstandige. Bij de kledingketens en de concerns werden (uiteraard) geen zelfstandigen geteld. Als we verder kijken naar de verhouding van het aantal werknemers per segment, zien we dat het grootste aantal werknemers tewerkgesteld is bij het middensegment. 77 bedrijven (2 van de 375 bedrijven die werknemers rapporteren) zorgen hier voor VTE, oftewel 44% van het totaal aantal werknemers uit deze lijst met basiscijfers. Naar spreiding valt op dat 5 bedrijven zorgen voor bijna 2/3 de van het aantal werknemers in het middensegment, zij stellen namelijk VTE te werk. Hierdoor ligt de mediaan van het aantal werknemers ook eerder laag (op 9) in verhouding tot het gemiddeld aantal werknemers in het middensegment (41). Als we kijken naar de top- 10 van het aantal bedrijven met het hoogste aantal werknemers, zien we dat zij zorgen voor VTE, ofwel 45% van het totaal aantal werknemers. In deze top- 10 staan 4 bedrijven uit het middensegment. 2 van de 4 zijn de Europese hoofdvestiging van een (van oorsprong Amerikaanse) multinational. Verder zitten 4 bedrijven uit de restgroep (2 bedrijfskleding firma s en 2 bedrijven voor technisch textiel) in de top- 10. Tot slot behoren 2 sociale werkplaatsen (uiteraard ex- mode) tot deze top % 18% Verhouding aantal werknemers per segment 16% 1 8% 44% onasankelijke ontwerpers middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode restgroep ex- mode geen info Werknemers Gerealiseerd door # bedrijven onafhankelijke ontwerpers middensegment kledingketens 17 3 concerns 11 5 gelegenheidsmode restgroep ex- mode geen info TOTAAL BASISCIJFERS Bron: Basiscijfers Top- downlijst Mode / creatie en vervaardiging voor referentiejaar 2010 UA /Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum op basis van Bel- First Bij de verhoudingen tussen de segmenten naar omzet, is de voorsprong van het middensegment nog veel uitgesprokener. Dit komt mede doordat er in de basiscijfers slechts voor een klein aantal bedrijven omzet gerapporteerd wordt in de top- downlijst Mode / creatie en vervaardiging. De top- 3 van bedrijven die de hoogste omzet rapporteren, in de top- downlijst creatie/vervaardiging zijn dan ook middensegmenters. Zij zorgen voor 56% oftewel 1,117 miljard omzet van de 1,996 miljard omzet die werd gerapporteerd in de basiscijfers. Als we dan verder naar de top- 10 kijken zien we in totaal 4 bedrijven uit het middensegment, 2 hiervan zijn de Europese vestigingen van (in oorsprong Amerikaanse) multinationals. De twee andere zijn van oorsprong Belgische bedrijven. Daarnaast staan in de omzet top- 10 ook 5 bedrijven uit de restgroep. Opvallend is tot slot nog dat in deze top- 10 ook het bedrijf rond een onafhankelijke ontwerper staat. Deze top- 10 van zorgt voor 77% of 1,532 miljard omzet van de 1,996 miljard omzet die werd gerapporteerd in de basiscijfers omzet voor de top- downlijst Mode / creatie en vervaardiging.

14 % van de totaalomzet gerealiseerd door de segmenten 2 2% 6% 7 onasankelijke ontwerpers middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode restgroep ex- mode Gerealiseerd Omzet ( ) door # bedrijven onafhankelijke ontwerpers middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode restgroep ex- mode geen info TOTAAL BASISCIJFERS Bron: Basiscijfers Top- downlijst Mode / creatie en vervaardiging voor referentiejaar 2010 UA /Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum op basis van Bel- First Een laatste parameter die we vergelijken is de toegevoegde waarde per segment. Ook hier zien we dat het leeuwendeel van de toegevoegde waarde uit de basiscijfers naar het middensegment gaat. 95 bedrijven (15% van de 640 bedrijven die toegevoegde waarde rapporteren) realiseren zo 58% van de totale gerapporteerde toegevoegde waarde in de basiscijfers. Al wordt 196 miljoen van de totale 287 miljoen gerapporteerde toegevoegde waarde van het middensegment (=68%) wederom gerealiseerd door een top- 3 van middensegment bedrijven: de 2 Europese vestigingen van Amerikaanse multinationals en een van oorsprong Belgische bedrijf. Hetzelfde patroon van spreiding zien we als we kijken naar de top- 10 van bedrijven met de hoogste toegevoegde waarde in deze lijst over de segmenten heen. Zij realiseren samen 289miljoen (58%) van de in totaal 497 miljoen gerapporteerde toegevoegde waarde in de basiscijfers van de Top- downlijst Mode/creatie en vervaardiging. Naast de drie eerder genoemde middensegmentbedrijven, zijn er nog twee Belgische middensegmenters in deze top- 10. Verder zien we 2 bedrijven uit de restgroep in de top- 10, een sociale werkplaats (ex- mode) en één onafhankelijke ontwerper.

15 % van de toegevoegde waarde gerealiseerd door de segmenten 9% 16% 3% 7% 7% 58% onasankelijke ontwerpers middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode restgroep ex- mode Toegevoegde waarde ( ) Gerealiseerd door # bedrijven onafhankelijke ontwerpers middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode restgroep ex- mode geen info TOTAAL BASISCIJFERS Bron: Basiscijfers Top- downlijst Mode / creatie en vervaardiging voor referentiejaar 2010 UA /Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum op basis van Bel- First

16 3.2. DISTRIBUTIE De distributieschakel binnen het waardenetwerk van de modesector omvat volgende spelers: Groothandel Mode- agenten Showrooms Modesalons Beurzen Voor de distributieschakel van de modesector vonden we geen bronnen om een representatieve bottom- up lijst samen te stellen, vandaar dat voor deze schakel enkel de top- downbenadering wordt uitgevoerd. TOP- DOWN BENADERING Volgens de NACE- BEL 2008 nomenclatuur wordt de distributie in de modesector omvat in volgende codes: : Handelsbemiddeling in textiel, kleding, bont, schoeisel en lederwaren; : Groothandel in werkkleding; : Groothandel in onderkleding; : Groothandel in kleding, m.u.v. werk- en onderkleding; : Groothandel in kledingaccessoires; : Groothandel in schoeisel; : Groothandel in lederwaren en reisartikelen. Wegens de beperkte tijd die ons toegemeten werd voor dit onderzoek, hebben we ervoor geopteerd om in de top- downlijst van distributie enkel de bedrijven met het hoogst aantal werknemers, de hoogste omzet en toegevoegde waarde te segmenteren. Zo konden we 96 van de bedrijven aan een segment toewijzen. We hebben dus slechts 3% van de totale populatie gesegmenteerd. Deze codes leveren, na verwijdering van dubbele vestigingen en overlap met de top- downlijst creatie en vervaardiging, volgende basiscijfers voor 2010 op: BASISCIJFERS 2010 TOP- DOWNLIJST MODE /DISTRIBUTIE 4 Bedrijven Zelfstandigen Werkgevers Werknemers Omzet ( ) Toegevoegde waarde ( ) onafhankelijke ontwerpers middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode n.a. n.a restgroep ex- mode geen info TOTAAL BASISCIJFERS Bron: UA /Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum op basis van Bel- First 4 In deze tabel wordt het begrip zelfstandige gehanteerd als een entiteit met als juridisch statuut zelfstandige, niet als een andere rechtsvorm zonder werknemers. Bij interpretatie van deze tabel is het belangrijk te weten dat niet alle entiteiten, aantal werknemers, omzet en toegevoegde waarde rapporteren in Bel- First.

17 Hieronder lichten we de verhoudingen tussen deze cijfers verder toe. Gezien de wijze segmentatie voor deze specifieke lijst, waarbij we enkel de grote bedrijven hebben gesegmenteerd (cf. supra), en we dus zelfstandigen amper hebben meegenomen in onze segmentatie, kunnen we geen relevante uitspraken doen over de verhoudingen tussen de segmenten in de opdeling werkgevers / zelfstandigen. Wel is het overduidelijk dat bij de distributie de kledingketens de grote werkgevers zijn. 22 bedrijven uit dit segment stellen volgens de basiscijfers van deze top- downlijst distributie maar liefst VTE te werk, wat staat voor een gemiddelde van 116 VTE en een mediaan van 40. Meer dan de helft van deze VTE wordt niettemin gerealiseerd door 1 bedrijf met werknemers. De top 3 van grote werkgevers wordt aangevuld met een bedrijf uit het middensegment (502 VTE) en een bedrijf ex- mode (een zorginstelling met een sociaal- economisch bedrijf met in totaal 497 VTE). Dit betekent dat in basiscijfers van deze top- downlijst meer dan 1/4 de van het aantal werknemers tewerkgesteld is in 3 bedrijven. Niettemin zijn het middensegment en de kledingketens goed voor meer dan de helft van het aantal werknemers in de basiscijfers van de top- downlijst distributie. Verhouding aantal werknemers per segment 6% 6% 33% 2% 23% 3 onasankelijke ontwerpers middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode restgroep ex- mode Werknemers Gerealiseerd door # bedrijven onafhankelijke ontwerpers 8 1 middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode n.a. n.a. restgroep ex- mode geen info TOTAAL BASISCIJFERS Bron: Basiscijfers Top- downlijst Mode / distributie voor referentiejaar 2010 UA /Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum op basis van Bel- First Ook de omzetpercentages bekrachtigen dit beeld. 20 kledingketens zijn goed voor 38% van de totaalomzet in de basiscijfers. Bij de kledingketens is de grootste speler ook weer goed voor 1/3 de van de totaalomzet. De spreiding tussen de kledingketens is minder uitgesproken dan bij de werknemers: de gemiddelde omzet bedraagt 46 miljoen, de mediaan ligt op 22 miljoen. Het tweede grootste segment zijn de kledingketens waar 35 bedrijven zorgen voor 3 van de totaalomzet in de basiscijfers. Deze verhouding weerspiegelt zich ook in de top- 10: 5 van de 10 bedrijven met de grootste omzet zijn kledingketens, 3 zijn middensegmenters en 2 bedrijven behoren tot restgroep (veiligheidskleding en technisch textiel). Opvallend is, tot slot, dat 4 van de 5 kledingketens uit de top 10 de Belgische vestigingen van internationale ketens zijn. Het 5 de bedrijf uit het segment van de kledingketens is een Belgische importeur /fabrikant die zich vooral op het goedkope marktsegment richt. Ook 2 van de 3 middensegmenters uit de top-

18 10 zijn Belgische vestigingen van internationale bedrijven. Het gaat dus niet om klassieke agenturen maar wel om een distributievestiging van een multinationalmerk. De derde middensegmentspeler is een Belgisch agentuur die buitenlandse merken verdeelt. Bij de topbedrijven in de distributie is er dus slechts 1 klassiek agentuur opgenomen. De twee bedrijven uit de restgroep hebben Belgische roots. % van de totaalomzet gerealiseerd door de segmenten 2% 17% 2% 1 38% 3 onasankelijke ontwerpers middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode restgroep ex- mode Gerealiseerd door # Omzet ( ) bedrijven onafhankelijke ontwerpers middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode n.a. n.a. restgroep ex- mode geen info TOTAAL BASISCIJFERS Bron: Basiscijfers Top- downlijst Mode / distributie voor referentiejaar 2010 UA /Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum op basis van Bel- First % van de toegevoegde waarde gerealiseerd door de segmenten 5% 4% 35% 3% 26% 27% onasankelijke ontwerpers middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode restgroep ex- mode Toegevoegde waarde ( ) Gerealiseerd door # bedrijven onafhankelijke ontwerpers 1 middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode restgroep ex- mode geen info TOTAAL BASISCIJFERS Bron: Basiscijfers Top- downlijst Mode / distributie voor referentiejaar 2010 UA /Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum op basis van Bel- First

19 Ook uit de verhoudingen tussen de segmenten bij de toegevoegde waarde, zien we een gelijkaardig beeld als bij de verhoudingen in werknemersaantallen. Ook hier zorgen het middensegment en de kledingketens voor ruimschoots de helft van de gerealiseerde toegevoegde waarde uit de basiscijfers. Ook hier valt weer op dat bij de kledingketens een beperkt aantal bedrijven een gelijkaardig segmentaandeel toegevoegde waarde realiseren als het middensegment. Bij de kledingketens zorgen 23 bedrijven (ofwel 1,4% van de bedrijven die toegevoegde waarde rapporteren) voor 27% van de totale toegevoegde waarde. Bij het middensegment zijn 44 bedrijven (=2,7% van de bedrijven die toegevoegde waarde rapporteren) goed voor 26% van de totale toegevoegde waarde. De top 3 van bedrijven met hoogste toegevoegde waarde uit deze top- downlijst distributie is dezelfde als de top- 3 grootste werkgevers, met één kledingketen, een middensegmentbedrijf en één zorginstelling met sociaal- economisch bedrijf. Deze top- 3 is goed voor 23% van de totale toegevoegde waarde uit de basiscijfers. De totale top- 10 van bedrijven met de hoogste toegevoegde waarde bestaat uit 5 kledingketens (waarvan één van oorsprong Belgische keten), 4 middensegmenters (waarvan twee van oorsprong Belgische bedrijven) en 1 bedrijf ex- mode. Ook voor deze variabele werkt slechts één bedrijf uit de top- 10 als een klassieke agentuur, als onafhankelijke verdeler van meerdere merken. De 8 andere modebedrijven behoren tot een (internationale) kledingketen of wereldwijd merk. Deze top- 10 is goed voor 1/3 de van de totale toegevoegde waarde uit de basiscijfers van de top- downlijst distributie.

20 3.3. HANDEL De retailschakel binnen het waardenetwerk van de modesector omvat volgende spelers: Detailhandel Popup stores Flagshipstores Multimerkenwinkels Department stores Outlet stores Online verkoop De bottom- upcijfers voor de mode/handelsschakel uit algemene impactmeting voor de creatieve industrie (Schrauwen et al 2013) zijn gebaseerd op geconsolideerde data van Comeos. Gezien we niet over de ruwe datalijsten van het Comeos- onderzoek beschikken, was een segmentatie van de bottom- upcijfers mode / handel onmogelijk. We beperken ons dus tot de top- down benadering. TOP- DOWN BENADERING Volgens de NACE- BEL 2008 wordt de retail binnen de modesector omvat in volgende codes: : Detailhandel in damesbovenkleding in gespecialiseerde winkels; : Detailhandel in herenbovenkleding in gespecialiseerde winkels; : Detailhandel in baby- en kinderbovenkleding in gespecialiseerde winkels; : Detailhandel in onderkleding, lingerie en strand- en badkleding in gespecialiseerde winkels; : Detailhandel in kledingaccessoires in gespecialiseerde winkels; : Detailhandel algemeen assortiment in gespecialiseerde winkels; : Detailhandel in schoeisel in gespecialiseerde winkels; : Detailhandel in lederwaren en reisartikelen in gespecialiseerde winkels. Deze codes leveren na verwijdering van dubbele vestigingen en overlap met de top- downlijsten mode/creatie en vervaardiging en mode / distributie volgende basiscijfers voor 2010 op: BASISCIJFERS 2010 TOP- DOWNLIJST MODE /HANDEL 5 Bedrijven Zelfstan- digen Werkgevers Werknemers Omzet ( ) Toegevoegde waarde ( ) onafhankelijke ontwerpers middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode n.a Restgroep ex- mode geen info TOTAAL BASISCIJFERS Bron: UA /Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum op basis van Bel- First We verduidelijken en nuanceren aan de hand van enkele grafieken: 5 In deze tabel wordt het begrip zelfstandige gehanteerd als een entiteit met als juridisch statuut zelfstandige, niet als een andere rechtsvorm zonder werknemers. Bij interpretatie van deze tabel is het belangrijk te weten dat niet alle entiteiten, aantal werknemers, omzet en toegevoegde waarde rapporteren in Bel- First.

21 Segmenta_e top- downlijst handel (n=6.265) 7% onasankelijke ontwerpers middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode 89% restgroep ex- mode geen info Bron: Basiscijfers Top- downlijst Mode / handel voor referentiejaar 2010 UA /Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum op basis van Bel- First In deze lijst, konden we mede wegens de beperkte tijd die ons toegemeten werd voor dit onderzoek - slechts 1 van het totale aantal bedrijven segmenteren. 7% van het totaal aantal bedrijven uit de top- downlijst Mode/handel zijn bedrijven uit het middensegment. Gezien niet de volledige lijst van A tot Z werd opgezocht om te segmenteren, kunnen we geen uitspraken doen over de verhouding tussen zelfstandigen en werkgevers in deze lijst. Wat wel over de volledige bedrijfseconomische impactmeting van de basiscijfers opvalt is het overwicht van de kledingketens in deze top- downlijst. Er zijn slechts 53 kledingketens geteld in deze lijst, niettemin zorgen 45 van hen (=2,6% van de bedrijven die werknemers rapporteren) voor 46% van het aantal werknemers, zorgen 36 kledingketens(8,9% van de 361 bedrijven die omzet rapporteren) voor maar liefst 72% van de omzet en zorgen 46 kledingketens (=1,6% van de bedrijven die toegevoegde waarde rapporteren) voor 44% van de totale toegevoegde waarde. Deze verhoudingen zetten zich bovendien voort in de top- 10 van grootbedrijven. In de basiscijfers valt op dat meer dan de helft van de omzet ( 988 miljoen op miljoen) gerealiseerd wordt door 10 kledingketens. 6 bedrijven uit deze top 10 zijn gegroeid vanuit Vlaanderen en hebben hier hun hoofdkantoor. De 4 andere zijn de Belgische vestigingen van internationale kledingketens. De top- tien van bedrijven met de hoogste toegevoegde waarde zorgt evenzeer voor bijna 1/3 de van de totale toegevoegde waarde uit de basiscijfers ( 263 miljoen op 808 miljoen). Deze top- 10 is op één na dezelfde lijst bedrijven als de top- 10 omzet. Beide top- 10 s bestaan enkel uit kledingketens.

22 2% Verhouding aantal werknemers per segment 4% 28% 18% 46% onasankelijke ontwerpers middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode restgroep ex- mode geen info Werknemers Gerealiseerd door # bedrijven onafhankelijke ontwerpers 43 6 middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode restgroep ex- mode geen info TOTAAL BASISCIJFERS Bron: Basiscijfers Top- downlijst Mode / handel voor referentiejaar 2010 UA /Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum op basis van Bel- First % van de totaalomzet gerealiseerd door de segmenten 4% 72% 6% 17% onasankelijke ontwerpers middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode restgroep ex- mode geen info Gerealiseerd door # Omzet ( ) bedrijven onafhankelijke ontwerpers middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode n.a. n.a. restgroep ex- mode geen info TOTAAL BASISCIJFERS Bron: Basiscijfers Top- downlijst Mode / handel voor referentiejaar 2010 UA /Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum op basis van Bel- First

23 2% 5% % van de toegevoegde waarde gerealiseerd door de segmenten 28% 19% 44% onasankelijke ontwerpers middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode restgroep ex- mode geen info Toegevoegde waarde ( ) Gerealiseerd door # bedrijven onafhankelijke ontwerpers middensegment kledingketens concerns gelegenheidsmode restgroep ex- mode geen info TOTAAL BASISCIJFERS Bron: Basiscijfers Top- downlijst Mode / handel voor referentiejaar 2010 UA /Flanders DC Antwerp Management School Kenniscentrum op basis van Bel- First

24 4. CONCLUSIE Met dit annex rapport wilden we te weten komen wat het bedrijfseconomische gewicht van de verschillende segmenten in de modesector is. Hiervoor baseerden we ons op de segmentatiestudie, aangevuld met twee bijkomende segmenten. Dit gaf het volgende totaalplaatje: Onafhankelijke ontwerpers Luxemode van concerns Middensegment Kledingketens Gelegenheidsmode Restgroep met bedrijven uit de kledingindustrie die tweedehandskleding of technisch textiel (veiligheidskleding, bedrijfskleding, ) verkopen en daarom niet tot de echte creatieve mode gerekend kunnen worden. Ex- mode: bedrijven die niet tot de modesector behoren, maar die o.w.v. de methode van lijstgeneratie toch in de bedrijvenlijsten werden opgenomen. Een afgeleide onderzoeksvraag hierbij was in welke mate vertaalt deze segmentatie zich ook in de economische realiteit van de modesector?. Een optelsom van de bedrijfseconomische impact van ieder segment was door methodologische en praktische beperkingen niet mogelijk (cf De combinatie: bedrijfseconomische impact met de segmentatie). We hebben wel gepoogd om de bedrijven uit de basislijsten zoveel mogelijk toe te wijzen aan een segment. Hierdoor hebben we het bedrijfseconomische gewicht van de segmenten in de verschillende schakels van de modewaardeketen (creatie en vervaardiging; distributie en handel) beschreven en een verdiept inzicht verworven in de modesector. We sommen hierbij nog de belangrijkste trends op die we noteerden overheen de verschillende schakels. 1. Voor toekomstige interpretatie van de bedrijfseconomische impactmeting is het goed om volgende vaststelling in het achterhoofd te houden. Bepaalde segmenten komen relatief vaker voor in de diverse schakels van de mode- industrie in Vlaanderen: o Onafhankelijke ontwerpers: creatie / vervaardiging; o Luxemode van concerns: handel (slechts een beperkt aantal bedrijven uit dit segment hebben we in onze lijsten terugvonden. Luxeconcerns kiezen blijkbaar zelden voor Vlaanderen als vestigingslocatie van de hoofdzetel); o Middensegment: zowel in creatie & vervaardiging, als in distributie en in handel; o Kledingketens: voornamelijk in de lijsten distributie en handel; o Gelegenheidsmode: zowel in creatie & vervaardiging, als in distributie en in handel. o Omgekeerd valt tot slot nog op dat de schakel van de distributie vooral gedomineerd wordt door distributiepunten van (internationale) kledingketens en (multinationale) middensegment- merken, en niet door het bedrijven met een business model van de onafhankelijke agentuur. 2. Voornamelijk multimerkenwinkels en sommige producenten, beschouwen de segmentatie eerder als een continuüm dan als onafhankelijke subsectoren binnen de mode- industrie. Een multimerkenwinkel positioneert zich bv. in het hogere middensegment en biedt ook merken van luxeconcerns aan. En producent x werkt bv. niet uitsluitend voor het goedkoopste segment, maar ook voor de middenmarkt. 3. Sterk generaliserend, kunnen we stellen dat de omvang van werkgevers naar werknemersaantallen, verschilt van segment tot segment. In de meeste segmenten zijn er overheen de verschillende

VANDAAG IN VLAANDEREN INDUSTRIEËN CREATIEVE MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE

VANDAAG IN VLAANDEREN INDUSTRIEËN CREATIEVE MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE CREATIEVE INDUSTRIEËN IN VLAANDEREN VANDAAG MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE WAT? WAA 2 WAT ZIJN CREATIEVE INDUSTRIEËN? Het geheel van sectoren en activiteiten die een beroep doen op de input van

Nadere informatie

Onderzoek naar de impact en toegevoegde waarde van Mode in Antwerpen

Onderzoek naar de impact en toegevoegde waarde van Mode in Antwerpen Onderzoek naar de impact en toegevoegde waarde van Mode in Antwerpen Auteurs Tim Goesaert Enno Gerdes Myriam Heuvelman Yasmine Heynderickx Joke Schrauwen Annick Schramme Margot Téblick Datum Status Klant

Nadere informatie

TEXTIEL EN KUNSTSTOFFEN IN WEST VLAANDEREN

TEXTIEL EN KUNSTSTOFFEN IN WEST VLAANDEREN Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij West-Vlaanderen Koning Leopold III-laan 66, 8200 Brugge T 050 40 31 66 F 050 71 94 06 E info@pomwvl.be KBO nummer: 0881.702.779 _ www.pomwvl.be TEXTIEL EN KUNSTSTOFFEN

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken 1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2012 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele

Nadere informatie

DATA OVER DE BEDRIJVENDYNAMIEK. 2019, 1e kwartaal

DATA OVER DE BEDRIJVENDYNAMIEK. 2019, 1e kwartaal DATA OVER DE BEDRIJVENDYNAMIEK 2019, 1e kwartaal Colofon Door: KVK, Utrecht, april 2019 Business Intelligence Contact: Neem voor meer informatie contact op met persvoorlichting, 06 30 35 29 21 Alles uit

Nadere informatie

1. Voorwoord 2. Gegevens per segment 3. Gegevens per sector 4. Gegevens per provincie 5. Faillietverklaringen 6. Percentage nevenvestigingen per

1. Voorwoord 2. Gegevens per segment 3. Gegevens per sector 4. Gegevens per provincie 5. Faillietverklaringen 6. Percentage nevenvestigingen per 1. Voorwoord 2. Gegevens per segment 3. Gegevens per sector 4. Gegevens per provincie 5. Faillietverklaringen 6. Percentage nevenvestigingen per sector 7. Verantwoording en definities Deze Bedrijvendynamiek

Nadere informatie

1. Voorwoord 2. Bedrijvendynamiek per segment 3. Bedrijvendynamiek per sector 4. Bedrijvendynamiek per provincie 5. Faillietverklaringen van

1. Voorwoord 2. Bedrijvendynamiek per segment 3. Bedrijvendynamiek per sector 4. Bedrijvendynamiek per provincie 5. Faillietverklaringen van 1. Voorwoord 2. Bedrijvendynamiek per segment 3. Bedrijvendynamiek per sector 4. Bedrijvendynamiek per provincie 5. Faillietverklaringen van bedrijven 6. Nevenvestigingen van bedrijven 7. Overlevingsratio

Nadere informatie

Kennispartner. Onderzoeksrapport. Monitoringinstrument voor de Creatieve Industrieën in Vlaanderen

Kennispartner. Onderzoeksrapport. Monitoringinstrument voor de Creatieve Industrieën in Vlaanderen Kennispartner Onderzoeksrapport Monitoringinstrument voor de Creatieve Industrieën in Vlaanderen Alain Guiette Sofie Jacobs Annick Schramme Koen Vandenbempt September 2011 i FLANDERS DISTRICT OF CREATIVITY

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken Structurele ondernemingsstatistieken 1 Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2016 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele ondernemingsstatistieken beschrijven

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening Vlaamse Arbeidsrekening Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2014 www.steunpuntwerk.be/cijfers Wouter Vanderbiesen September 2016 Methodologie Steunpunt Werk amsestraat 61 bus

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening Vlaamse Arbeidsrekening Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2015 www.steunpuntwerk.be/cijfers Wouter Vanderbiesen April 2017 Methodologie Steunpunt Werk amsestraat 61 bus 3551-3000

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening Vlaamse Arbeidsrekening Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2016 www.steunpuntwerk.be/cijfers Wouter Vanderbiesen Katleen Pasgang April 2018 Methodologie Steunpunt Werk amsestraat

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

Juli 2012. Update cijfers extreme groeiers in Vlaanderen

Juli 2012. Update cijfers extreme groeiers in Vlaanderen Juli 2012 Update cijfers extreme groeiers in Vlaanderen Evolutie extreme groeiers periode 2004 2007 1 Vanuit een beleidsstandpunt is het verkrijgen en verankeren van meer en meer succesvolle groeiondernemingen

Nadere informatie

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau. Een aantal arbeidsgehandicapten uit onze onderzoekspopulatie waren tijdens de referteperiode ingeschreven bij zowel RVA als RSZ. Deze (relatief kleine) groep van mensen bespreken we in dit deel van het

Nadere informatie

Sectoranalyse Horeca 2014

Sectoranalyse Horeca 2014 HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Sectoranalyse Horeca 2014 Ondernemingen Faillissementen Oprichtingen en schrappingen Omzet en investeringen 2014 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

E-commerce Oktober 2016

E-commerce Oktober 2016 E-commerce Oktober 2016 Sterke stijging van aantal zelfstandige handelaars dat online verkoopt: vandaag doet 5 aan e-commerce t.o.v. 3 in 2014. Verkoop gebeurt vooral via eigen webshop of website. Meer

Nadere informatie

Buitenlands zeggenschap in de Vlaamse economie: een kwantitatieve analyse

Buitenlands zeggenschap in de Vlaamse economie: een kwantitatieve analyse Buitenlands zeggenschap in de Vlaamse economie: een kwantitatieve analyse 9 mei 2018 Inhoud Context I. Methodologie en afbakening onderzoeksopzet FATS-methodologie/belangrijke concepten Uiteindelijk aantal

Nadere informatie

SECTORANALYSE HORECA 2015

SECTORANALYSE HORECA 2015 Rapport 2015 106 Pag. SECTORANALYSE HORECA 2015 Ondernemingen 2015 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw Deze informatie werd met de grootste zorg samengesteld. Guidea, het Kenniscentrum voor

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken 1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2015 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele

Nadere informatie

November E-commerce

November E-commerce November 2017 E-commerce 9 op 10 zelfstandige handelaars is online aanwezig, via eigen website of sociale media. 5 op 10 verkoopt ook online, via verschillende kanalen, niet noodzakelijk webshop. Gebrek

Nadere informatie

Vier werknemers op tien krijgen opleiding en vorming

Vier werknemers op tien krijgen opleiding en vorming ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 13 september 2007 Vier werknemers op tien krijgen opleiding en vorming Vormingsinspanningen van Belgische ondernemingen in 2005 62,5%

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

Multiplicatoren: handleiding

Multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren van het finaal gebruik behelzen een klassieke toepassing van het traditionele inputoutputmodel

Nadere informatie

SECTORANALYSE DIGITALE ECONOMIE IN LIMBURG

SECTORANALYSE DIGITALE ECONOMIE IN LIMBURG SECTORANALYSE DIGITALE ECONOMIE IN MEI 2018 INHOUD blz 1. Definitie en bondig cijferoverzicht van de digitale economie 3 2. Vestigingen met personeel 4 3. Loontrekkende werkgelegenheid 7 4. Zelfstandigen

Nadere informatie

TEXTIEL EN KUNSTSTOFFEN IN WEST VLAANDEREN

TEXTIEL EN KUNSTSTOFFEN IN WEST VLAANDEREN Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij West-Vlaanderen Koning Leopold III-laan 66, 8200 Brugge T 050 40 31 66 F 050 71 94 06 E info@pomwvl.be KBO nummer: 0881.702.779 _ www.pomwvl.be TEXTIEL EN KUNSTSTOFFEN

Nadere informatie

Openbare bibliotheken en de gereglementeerde boekenprijs

Openbare bibliotheken en de gereglementeerde boekenprijs a Openbare bibliotheken en de gereglementeerde boekenprijs 1 Managementsamenvatting 181 respondenten (58,) Informatie opgevraagd over maximaal 10 collectieonderdelen (uitsluitend boeken, geen audiovisuele

Nadere informatie

ADDENDUM bij het rapport. Verpleegkundigen op de arbeidsmarkt, 2016

ADDENDUM bij het rapport. Verpleegkundigen op de arbeidsmarkt, 2016 ADDEDUM bij het rapport Verpleegkundigen op de arbeidsmarkt, 2016 Resultaten van de PlanKAD Gegevenskoppeling FOD VVVL - Datawarehouse AM&SB - RIZIV een rapport van de Cel Planning van het Aanbod van de

Nadere informatie

PRODCOM - INHOUDSOPGAVE. Inhoudsopgave

PRODCOM - INHOUDSOPGAVE. Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave 1. WAT IS PRODCOM?... 5 1.1. Ontstaan... 5 1.2. Inhoud... 5 1.3. Juridisch kader... 5 1.4. Welke ondernemingen moeten antwoorden?... 5 1.5. Welke producten?... 5 1.6. Timing...

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. November 2017

... Graydon studie. Faillissementen. November 2017 ... Graydon studie Faillissementen November 2017 1 december 2017 [Typ hier] [Typ hier] [Typ hier] Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure

Nadere informatie

De Belgische markt voor Babyartikelen 2012

De Belgische markt voor Babyartikelen 2012 De Belgische markt voor Babyartikelen 2012 Rapport samengesteld door: Tom Vansteenkiste Tim Hegeman Nederlandse Kamer van Koophandel voor België en Luxemburg Tervurenlaan 168 bus 2, 1150 Brussel T +32

Nadere informatie

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere

Nadere informatie

1algemeen overzicht deel van het anpcb

1algemeen overzicht deel van het anpcb 1algemeen overzicht deel van het anpcb inhoud Inhoudstafel Inhoudstafel udstafel Inleiding 9 Inleiding...9 Methodologisch 10 Methodologisch...10 Deel 1 Algemeen overzicht van het aantal ondernemingen en

Nadere informatie

STUDIE. Faillissementen februari 2017

STUDIE. Faillissementen februari 2017 STUDIE Faillissementen februari 2017 01/03/2017 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De gegevens zijn

Nadere informatie

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS 1 Flexi-jobs: Synthese Tabel 1: Aantal en aandeel flexi-arbeid -2016Q4- Aantal Aandeel Werkgevers 5 223 21,4% Arbeidsplaatsen tijdens kwartaal 1 16 831 9,4% Voltijdsequivalenten

Nadere informatie

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening Logboek

Vlaamse Arbeidsrekening Logboek Vlaamse Arbeidsrekening Logboek (laatste update: mei 2011) Update VAR-tabellen jobs 2007: conversie naar de nieuwe Nace Rev. 2 nomenclatuur (mei 2011) De gepubliceerde Vlaamse Arbeidsrekening-tabellen

Nadere informatie

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober 1 september 2016 2 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter

Nadere informatie

De ruimtelijke spreiding van de tewerkstelling volgens de bestemmingszones in West-Vlaanderen

De ruimtelijke spreiding van de tewerkstelling volgens de bestemmingszones in West-Vlaanderen Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij West-Vlaanderen Koning Leopold III-laan 66, 8200 Brugge T 050 140 150 F 050 140 149 E info@pomwvl.be KBO-nummer: 0881.702.779 _ www.pomwvl.be De ruimtelijke spreiding

Nadere informatie

CREATIEVE INDUSTRIEËN IN VLAANDEREN - UPDATE

CREATIEVE INDUSTRIEËN IN VLAANDEREN - UPDATE CREATIEVE INDUSTRIEËN IN VLAANDEREN - UPDATE MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE Schrauwen, J.; Demol, M.; Van Andel, W. & Schramme, A. 2014 KENNISPARTNER 1 INHOUD INTRODUCTIE TOT DE STUDIE 4 MANAGEMENTSAMENVATTING

Nadere informatie

DynaMiek van de werkgelegenheid bij KMO s in Vlaanderen vanuit bedrijfsperspectief

DynaMiek van de werkgelegenheid bij KMO s in Vlaanderen vanuit bedrijfsperspectief Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra DynaMiek van de werkgelegenheid bij KMO s in Vlaanderen vanuit bedrijfsperspectief Ludo Struyven, Steven Bulté & Sem Vandekerckhove STORE Workshop - 5 juni

Nadere informatie

KvK-Bedrijvendynamiek

KvK-Bedrijvendynamiek KvK-Bedrijvendynamiek Eerste kwartaal 2017 April 2017 Inhoudsopgave 1. Het algemene beeld 2. Dynamiek start en stop per maand 3. Segmenten 4. Sectoren 5. Provincies 6. Faillietverklaringen Bijlagen 1.

Nadere informatie

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Pagina 1 van 5 Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Inleiding Sinds 2007 beschikt de over een meldpunt Vossenschade. Om dit meldpunt meer bekendheid te geven voor heel Vlaanderen werd in januari

Nadere informatie

CREATIEVE EN CULTURELE SECTOREN IN VLAANDEREN. Methodologie

CREATIEVE EN CULTURELE SECTOREN IN VLAANDEREN. Methodologie CREATIEVE EN CULTURELE SECTOREN IN VLAANDEREN Methodologie Doel van het onderzoek Het doel van deze studie is het in kaart brengen en het opvolgen van het economische belang van de culturele en creatieve

Nadere informatie

STUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%.

STUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%. STUDIE Faillissementen 1 december 2016 Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%. 1 september 2016 2 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding

Nadere informatie

CREATIEVE INDUSTRIEËN IN VLAANDEREN

CREATIEVE INDUSTRIEËN IN VLAANDEREN CREATIEVE INDUSTRIEËN IN VLAANDEREN MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE Van Andel, W. & Schramme, A. DECEMBER 2015 KENNISPARTNER 1 INHOUD INTRODUCTIE TOT DE STUDIE 4 MANAGEMENTSAMENVATTING 5 EXECUTIVE

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

Statistisch bedrijvenregister

Statistisch bedrijvenregister Administrative bron Statistisch bedrijvenregister Algemene informatie FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie - Domein Verwante administratieve bronnen Trefwoorden - Bijwerking van het document Periodiciteit

Nadere informatie

SECTORFOTO 2014 SECTOR HANDELSBEMIDDELING

SECTORFOTO 2014 SECTOR HANDELSBEMIDDELING SECTORFOTO 2014 SECTOR HANDELSBEMIDDELING Beschrijving van de activiteiten in de sector Nace- Bel 2008 46 Beschrijving Groothandel en handelsbemiddeling, met uitzondering van de handel in motorvoertuigen

Nadere informatie

Sectoranalyse Horeca 2012

Sectoranalyse Horeca 2012 HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Sectoranalyse Horeca 2012 Ondernemingen Faillissementen Oprichtingen en schrappingen 2013 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw Deze informatie

Nadere informatie

SECTORANALYSE HORECA 2016

SECTORANALYSE HORECA 2016 Rapport 2016 130 Pag. SECTORANALYSE HORECA 2016 Ondernemingen 2016 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw Deze informatie werd met de grootste zorg samengesteld. Guidea, het Kenniscentrum voor

Nadere informatie

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Monitoring Rapport: Mei 212 Jan van Nispen Inleiding De start van de financiële crisis ligt nu al enkele jaren achter ons, maar in 211 voelden we nog steeds de

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2014-01-31 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie 2011-2012: Economische terugval in 2012 verschilt per gewest Het Instituut voor de nationale rekeningen

Nadere informatie

Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid?

Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid? vbo-analyse Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid? September 2014 I Raf Van Bulck 39,2% II Aandeel van de netto toegevoegde waarde gegenereerd door bedrijven dat naar

Nadere informatie

STUDIE. Faillissementen. Maanden juli en augustus

STUDIE. Faillissementen. Maanden juli en augustus STUDIE Faillissementen Maanden juli en augustus 4 september 2017 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld.

Nadere informatie

1.TYPOLOGIE VAN DE ONDERNEMINGEN NOMENCLATUUR VAN DE

1.TYPOLOGIE VAN DE ONDERNEMINGEN NOMENCLATUUR VAN DE 1.TYPOLOGIE VAN DE ONDERNEMINGEN NOMENCLATUUR VAN DE ECONOMISCHE ACTIVITEITEN - NACE De ondernemingen kunnen worden beschreven aan de hand van verschillende typologieën, die elk beantwoorden aan precieze

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN December 2012 De arbeidsongevallen in de uitzendsector in 2011 1 Inleiding De arbeidsongevallen van uitzendkrachten kunnen worden geanalyseerd aan de hand van 3 selectiecriteria

Nadere informatie

d e b o u w i n d e B e l g i s c h e e c o n o m i e

d e b o u w i n d e B e l g i s c h e e c o n o m i e HOEVEEL MENSEN WERKEN IN DE BOUW? HOE GROOT IS DE SECTOR IN LIMBURG? d e b o u w i n d e B e l g i s c h e e c o n o m i e totaal bouw bouw Limburg aandeel Limburg JAARLIJKSE CIJFERS VAN CONFEDERATIE BOUW

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

Administrative bron. Statistisch bedrijvenregister. Algemene informatie

Administrative bron. Statistisch bedrijvenregister. Algemene informatie Administrative bron Statistisch bedrijvenregister Algemene informatie Metadata De registers bruikbaar voor statistische doeleinden vormen een fundamenteel element van de informatiesystemen omtrent de ondernemingen

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ DE KUBUS "AANTAL MIGRATIES NAAR PLAATS VAN HERKOMST EN PLAATS VAN BESTEMMING PER LEEFTIJD, GESLACHT EN NATIONALITEIT"

TOELICHTING BIJ DE KUBUS AANTAL MIGRATIES NAAR PLAATS VAN HERKOMST EN PLAATS VAN BESTEMMING PER LEEFTIJD, GESLACHT EN NATIONALITEIT TOELICHTING BIJ DE KUBUS "AANTAL MIGRATIES NAAR PLAATS VAN HERKOMST EN PLAATS VAN BESTEMMING PER LEEFTIJD, GESLACHT EN NATIONALITEIT" 1. Algemeen Deze tabellen geven aantallen migraties. In de "Inleiding

Nadere informatie

Koppeling RSVZ-beroepencodes met de NACE-BEL-nomenclatuur

Koppeling RSVZ-beroepencodes met de NACE-BEL-nomenclatuur Koppeling RSVZ-beroepencodes met de NACE-BEL-nomenclatuur De laatste decennia dook meer en meer de vraag op om, omwille van de vergelijkbaarheid van de statistische gegevens, gebruik te maken van één enkele,

Nadere informatie

3. Bedrijfseconomische analyse

3. Bedrijfseconomische analyse . Bedrijfseconomische analyse De sector oogt financieel gezond, maar sommige bedrijven hebben koorts. Investeringen gebeuren in grote mate door de vervoersondersteunende sector. De organisatie van het

Nadere informatie

Publicatie Bescherming van het intellectueel eigendom als ondernemer met een modemerk

Publicatie Bescherming van het intellectueel eigendom als ondernemer met een modemerk Publicatie Bescherming van het intellectueel eigendom als ondernemer met een modemerk Hoe kan een Nederlandse startende ondernemer met een modelabel zijn intellectuele eigendom zo goed mogelijk beschermen?

Nadere informatie

School voor Mode en Uiterlijke Verzorging MODE. Fashion Design. Fashion Management. Medewerker Mode/Maatkleding. Basismedewerker Mode/Maatkleding

School voor Mode en Uiterlijke Verzorging MODE. Fashion Design. Fashion Management. Medewerker Mode/Maatkleding. Basismedewerker Mode/Maatkleding School voor Mode en Uiterlijke Verzorging MODE Fashion Design Fashion Management Medewerker Mode/Maatkleding Basismedewerker Mode/Maatkleding School voor Mode en Uiterlijke Verzorging mode Fashion Design

Nadere informatie

Barometer van de verenigingen en stichtingen 28/01/19

Barometer van de verenigingen en stichtingen 28/01/19 Barometer van de verenigingen en stichtingen 28/01/19 Verenigingen en stichtingen in België in cijfers (2013-2017) Structuur van het landschap van verenigingen en stichtingen Aantal Aantal met jaarrekeningen

Nadere informatie

Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen

Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen Rapport Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen Drie afbakeningen van het MKB Oscar Lemmers Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Er waren geen

Nadere informatie

Gesubsidieerd zaken doen in Duitsland. Effecten van NIOF subsidies en een nadere analyse van het vermarkten van producten binnen dat kader

Gesubsidieerd zaken doen in Duitsland. Effecten van NIOF subsidies en een nadere analyse van het vermarkten van producten binnen dat kader Gesubsidieerd zaken doen in Duitsland Effecten van NIOF subsidies en een nadere analyse van het vermarkten van producten binnen dat kader Inhoudsopgave 1. Inleiding 3. Analyse 3 3. Inzicht in Noord-Nederlandse

Nadere informatie

STUDIE. Faillissementen januari 2017

STUDIE. Faillissementen januari 2017 STUDIE Faillissementen januari 2017 01/02/2017 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De gegevens zijn

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 Een derde van de uitgaven gaat naar de woning De gemiddelde uitgaven van Belgische gezinnen in 2014 In 2014 gaf een doorsnee gezin in België bijna 36.000 euro uit;

Nadere informatie

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur 1 Autohandel A Algemeen overzicht van de sector 1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur Deze studie brengt die sectoren in kaart die werknemers tewerkstellen

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het totaal aantal jobs

Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het totaal aantal jobs Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het totaal aantal jobs Update 2010 Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE Maart 2012 Methodologisch Rapport Steunpunt Werk en Sociale Economie Parkstraat 45 bus 5303 3000

Nadere informatie

Sectorfoto PSC

Sectorfoto PSC Sectorfoto 2009-2013 PSC 149.01 Elektriciens: Installatie en Distributie 2014 Vormelek vzw Marlylaan 15/8 b2 1120 Brussel Tel.: 02/476.16.76 Fax: 02/476.17.76 Geen enkel gedeelte van dit werk mag gereproduceerd

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Maatwerk voor brancheverenigingen

Maatwerk voor brancheverenigingen Rapport Maatwerk voor brancheverenigingen ROMAZO De gezamenlijke brancheverenigingen in de zonwering CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00 www.cbs.nl

Nadere informatie

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt.

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt. 2.2 Gavpppd en socio-economische kenmerken Iedereen die mobiliteit en verplaatsingsgedrag bestudeert, heeft wellicht al wel eens van een studie gehoord waarin socio-economische kenmerken gebruikt worden

Nadere informatie

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd Steunpunt WAV en VIONA SSA De arbeidsmarkt in Vlaanderen, Jaarreeks 2000, Deel III: De Sociale Balans, een aal-regionale analyse. In de sociale balansen brengen

Nadere informatie

Tendensen in bedrijfsopleidingen. 19 Maart 2009 Business Faculty Brussel

Tendensen in bedrijfsopleidingen. 19 Maart 2009 Business Faculty Brussel Tendensen in bedrijfsopleidingen 19 Maart 2009 Business Faculty Brussel Inhoud Inleiding: wie zijn wij? Onderzoeksmethodologie & Definities Top 4 Vaststellingen in bedrijfsopleidingen Top 4 Tendensen in

Nadere informatie

De Belgische Speelgoedmarkt 2012

De Belgische Speelgoedmarkt 2012 De Belgische Speelgoedmarkt 2012 Rapport samengesteld door: Kimber Apeldoorn Tom Vansteenkiste Nederlandse Kamer van Koophandel voor België en Luxemburg Tervurenlaan 168 bus 2, 1150 Brussel T: +32 2 219

Nadere informatie

Omzetkengetallen 2011/2012

Omzetkengetallen 2011/2012 Omzetkengetallen 2011/2012 ten behoeve van ruimtelijk-economisch onderzoek Deze notitie bevat omzetkengetallen ten behoeve van ruimtelijk-economisch onderzoek. De notitie beoogt het voorkomen van het rekenen

Nadere informatie

Belgische kledingsector : redelijk goed klimaat in 2007 maar dreigende onweerswolken in 2008

Belgische kledingsector : redelijk goed klimaat in 2007 maar dreigende onweerswolken in 2008 PERSBERICHT Belgische kledingsector : redelijk goed klimaat in 2007 maar dreigende onweerswolken in 2008 Het jaar 2007 kan voor de kledingsector worden samengevat als een stabiel jaar. De omzetdaling was

Nadere informatie

Grafische sector West-Vlaanderen Werkt 2, 2009

Grafische sector West-Vlaanderen Werkt 2, 2009 Grafische sector West-Vlaanderen Werkt 2, 2009 De grafische sector in West-Vlaanderen Foto: : Febelgra Jens Vannieuwenhuyse sociaaleconomisch beleid, WES De grafische sector is zeer divers. Grafische bedrijven

Nadere informatie

Rapportage Marktverkenning Klimaatbeheersing Mei 2015

Rapportage Marktverkenning Klimaatbeheersing Mei 2015 Rapportage Marktverkenning Klimaatbeheersing Mei 205 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 3 Inleiding 4. Achtergrondkenmerken bedrijven 5. Organisatorische kenmerken 5.2 Activiteiten 7.3 Omzet 9 2. Marktomvang-

Nadere informatie

SECTORFOTO Verhuissector 2008 DEpaRTEmEnT WERk En SOCialE ECOnOmiE

SECTORFOTO Verhuissector 2008 DEpaRTEmEnT WERk En SOCialE ECOnOmiE SECTORFOTO Verhuissector 2008 Departement Werk en Sociale Economie Colofon Samenstelling: Vlaamse overheid Beleidsdomein Werk en Sociale Economie Departement Werk en Sociale Economie Koning Albert II-laan

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018 Graydon studie Faillissementen Oktober 2018 5 november 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De

Nadere informatie

sectorfoto 2012 handelsbemiddeling

sectorfoto 2012 handelsbemiddeling sectorfoto 2012 handelsbemiddeling Beschrijving van de activiteiten in de sector Nace- Bel 2008 46 Beschrijving Groothandel en handelsbemiddeling, met uitzondering van de handel in motorvoertuigen en motorfietsen

Nadere informatie

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Hoofdbedrijfschap Detailhandel

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Hoofdbedrijfschap Detailhandel Toezichtkamer Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Hoofdbedrijfschap Detailhandel 1. Inleiding In het kader van de advisering van de Bestuurskamer over de instelling en wijziging van de werkingssfeer

Nadere informatie

De Vlaamse voedingsindustrie

De Vlaamse voedingsindustrie De Vlaamse voedingsindustrie Cijfers 2013 Omzet* Voedingsindustrie Vlaanderen aan de top Voedingsindustrie Verwerkende industrie 39,2 mrd 193,8 mrd + 3,6% - 2,5 % % aandeel voedingsindustrie in verwerkende

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. Januari februari 2018

... Graydon studie. Faillissementen. Januari februari 2018 Graydon studie Faillissementen Januari 2018 1 februari 2018 Graydon Studie Barometer Faillissementen 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening.

Vlaamse Arbeidsrekening. Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van de binnenlandse werkgelegenheid / pendel Uitbereiding 2006 Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE Maart 2010 Methodologisch Rapport Steunpunt Werk en Sociale Economie

Nadere informatie

Het HERMREG-project De modellering van de regionale economieën

Het HERMREG-project De modellering van de regionale economieën Het HERMREG-project De modellering van de regionale economieën Frédéric Caruso, IWEPS 20 november 2018 Studiedag : de modellering van de regionale economieën in België Sessie 1 : Het HERMREG-project Verschillende

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel

Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2013 Wouter Vanderbiesen September 2015 Methodologie Steunpunt Werk en Sociale Economie Parkstraat 45 bus 5303-3000

Nadere informatie

De honden en katten van de Belgen

De honden en katten van de Belgen ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 31 juli 2007 De honden en katten van de Belgen Highlights Ons land telde in 2004 1.064.000 honden en 1.954.000 katten; In vergelijking

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. oktober 2017

... Graydon studie. Faillissementen. oktober 2017 Graydon studie Faillissementen oktober 2017 3 november 2017 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De

Nadere informatie

De Belgische Kledingmarkt 2009

De Belgische Kledingmarkt 2009 De Belgische Kledingmarkt 2009 Rapport samengesteld door: Yvette Barbiers Eddie Borgers Tom Vansteenkiste Maart 2009 Nederlandse Kamer van Koophandel voor België en Luxemburg Tervurenlaan 168 bus 2, 1150

Nadere informatie

Marktanalyse rapport Mijn markt

Marktanalyse rapport Mijn markt Marktanalyse rapport Mijn markt Gemaakt door: Rino Both Bedrijfsnaam: D&B SLiM testomgeving - Olbico Datum: 10-09-2015 1. Inhoud 1. Inhoud 2. Inleiding 3. Beschrijvingen van de selectie, markt en gebruikte

Nadere informatie

Beken Kleur Gooi je troeven op tafel. handleiding

Beken Kleur Gooi je troeven op tafel. handleiding Beken Kleur Gooi je troeven op tafel handleiding Deze tool werd ontwikkeld door het Flanders DC Kennis centrum aan Antwerp Management School. Het is gebaseerd op het onderzoeksrapport Dominante denkkaders

Nadere informatie

5 Cluster 4: winkels in non-food, hoog transactiebedrag

5 Cluster 4: winkels in non-food, hoog transactiebedrag 5 Cluster 4: winkels in non-food, hoog transactiebedrag 5.1 Typering van het cluster Winkels in non-food met een hoog transactiebedrag zijn vooral te vinden in de modesector, in de bruin- en witgoedsector,

Nadere informatie