Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad,

Transcriptie

1 Directie Inwoners Ingekomen stuk D10 (PA 10 juni 2009) Beleid & Realisatie Beleidsontwikkeling Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon (024) Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus HG Nijmegen Datum 26 mei 2009 Ons kenmerk L120/ Contactpersoon Inge van den Hoogen Onderwerp Informatie Actiecentrum Oud-West naar Werk Datum uw brief Direct telefoonnummer 2601 Geachte leden van de raad, Tijdens de bespreking van het Wijkactieprogramma Hatert fase I in de Kamerronde op 14 januari 2009 zegde de portefeuillehouder toe te rapporteren over de bevindingen van het Actiecentrum Oud-West naar Werk. Via deze brief informeren wij u over de resultaten van het Actiecentrum Oud-West naar Werk. Het betreft hier de periode 1 april 2007 (opening) tot en met 31 december Tevens geven wij in deze brief een vooruitblik naar de wijze waarop re-integratieactiviteiten in de wijken uitgevoerd kunnen worden. Concluderend: Uit de beschikbare cijfers blijkt dat ondanks de inhaalbeweging uit achterstand kwantitatief het uitstroompercentage (als geheel en naar werk) in Oud-West niet hoger is dan in de vergelijkingsgebieden. Hierdoor kan de blijvende kwantitatieve meerwaarde van het uitvoeren van re-integratieactiviteiten ín de wijk niet worden aangetoond. Kwalitatief zijn er wel indicaties dat de uitstroom naar werk vanuit trajecten in Oud-West verhoudingsgewijs moeilijker gevallen betreft (meer alleenstaande ouders, meer mensen met een lange uitkeringsduur, meer lager opgeleiden en mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en minder jongeren). In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat de meerwaarde van de wijkaanpak vooral ligt op kwalitatief terrein. Door de dienstverlening in de wijk wordt de meest kwetsbare doelgroep (beter) bereikt en worden problemen meer integraal (multidisciplinair) aangepakt. Actiecentrum Oud-West naar Werk Het Actiecentrum Oud-West is ontstaan vanuit het plan Sociale Herovering Oud-West. In het plan zijn vier thema's uitgewerkt. Eén van de thema's is werk, zorg en inkomen. Het actiecentrum is gelokaliseerd in wijkcentrum Titus Brandsma. Vanuit het actiecentrum worden verschillende diensten aangeboden: Raadsbrief Oud West

2 Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Beleid & Realisatie Beleidsontwikkeling Vervolgvel 1 re-integratiedienstverlening; bevordering zelfstandig ondernemerschap; oriëntatie- en empowermentprogramma s voor allochtone vrouwen; schuldhulpverlening en budgetvoorlichting; terugdringen niet-gebruik inkomensondersteunende voorzieningen. In deze brief beperken we ons tot re-integratiedienstverlening. Wijkgerichte focus levert wijkgebonden resultaten op Het actiecentrum is in april 2007 van start gegaan. Met een wijkgerichte focus zijn concrete wijkgebonden resultaten te boeken. Belangrijke elementen en succesfactoren zijn: Het dynamische dienstverleningsconcept: re-integratiespecialisten, diverse trainers (zz-top, empowerment- en sollicitatietrainingen) én schuldhulpverleners onder één dak. De korte afstand tussen de medewerker en de klant (zowel letterlijk als figuurlijk). De korte afstand tussen de verschillende dienstverleners: meer integraliteit in aanpak van verschillende problemen (multidisciplinair). Er ontstaat in Oud-West een nieuw perspectief voor individuele bewoners en verbetering van de maatschappelijke positie door re-integratie. Resultaten re-integratie naar werk Een belangrijke doelstelling van het Actiecentrum Oud-West naar Werk ligt in de re-integratie naar werk van wijkbewoners met een Wwb-uitkering. Een groot aantal van de vooraf gestelde kwantitatieve doelstellingen is gehaald. De resultaten voor wat betreft de werkgerelateerde uitstroom zijn naar het stedelijk niveau toegegroeid. Door de afdeling Onderzoek en Statistiek is de gebiedsgerichte aanpak onderzocht. Het onderzoek is als bijlage (bijlage II) bij deze brief gevoegd. De algemene conclusies zijn: Sinds 2005 loopt het percentage bijstandsuitkeringen (18-64 jaar) in Oud-West terug van 9,7% naar 7,0%. Hierdoor loopt Oud-West het verschil met het stadsgemiddelde terug van 3,6% naar 2,9%. Een relatief goede score, ook in vergelijking met andere wijken als Neerbosch-Oost en Hatert. Er is relatief weinig instroom in Oud-West. In het laatste analysejaar (april maart 2008) daalt de instroom naar verhouding sterk tot slechts 14% van de bestandsomvang in Oud-West tegen 20% in de stad als geheel. Ook aan de uitstroomkant is er minder dynamiek dan in de stad als geheel. In het laatste analysejaar stroomt in Oud-West 22% van de bestandsomvang uit, tegen 27% in de stad als geheel. Wel zien we het uitstroompercentage in grote lijnen wat naar het stadsgemiddelde toe bewegen. Per saldo is over de periode de beweging naar het stadsgemiddelde in het dalingspercentage van de Wwb vooral toe te schrijven aan de relatieve verbetering van de instroom. Binnen de totale uitstroom richt ongeveer 30% zich op werk. Vooral in neemt het percentage werkvinders in Oud-West toe tot nabij het stadsgemiddelde. In het laatste jaar zakt dat iets (net als overal) terug. Ondanks de inhaalbeweging uit achterstand van de laatste jaren, overtreft het totale uitstroompercentage en het uitstroompercentage naar werk in Oud-West in de eindsituatie kwantitatief dus niet de situatie in de vergelijkingsgebieden. Raadsbrief Oud West

3 Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Beleid & Realisatie Beleidsontwikkeling Vervolgvel 2 Kwalitatief zijn er wel indicaties dat de uitstroom naar werk vanuit trajecten afgerond na 1 april 2007, in Oud-West verhoudingsgewijs moeilijker gevallen betreft (meer alleenstaande ouders, meer mensen met een lange uitkeringsduur, meer lager opgeleiden en mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en minder jongeren). De laagdrempeligheid en de integrale aanpak lijken hier hun meerwaarde te tonen. Ook is een beleidsintensivering zichtbaar in de uitstroom naar gesubsidieerde arbeid. Die uitstroom bleef eerst achter ten opzichte van de stad als geheel, maar neemt in de loop van de tijd flink toe tot een bovengemiddelde score in het laatste jaar. Onderstaand overzicht geeft een beeld van de gerealiseerde activiteiten vanaf 1 april 2007: t/m Aantal intakegesprekken re-integratie nieuwe stijl 469 Aantal ABC-metingen of competentietesten 50 Aantal allochtone deelneemsters ZZ-top-training 62 Aantal re-integratietrajecten nieuwe stijl 358 Aantal trajecten niet doorgegaan (soc/med, weigering traject, overig) 89 Aantal klanten aan werk geholpen na of tijdens traject: 190 Totale uitstroom uit de Wwb, waarvan: 446 Na re-integratietraject nieuwe stijl 176 Plaatsingen in web of groeibaan 75 Brugbaan 1 Plaatsingen op een reguliere vacature 63 Plaatsingen op een participatiebaan 10 Fourstar 6 WSW 4 Starters 14 Studiefinanciering 3 zonder traject maar wel werkgerelateerd uitgestroomd: 59 diverse andere redenen (verhuizing, samenwonen, overlijden, overig) 211 Saldo bestand betaalde klanten -189 Voor een gedetailleerd overzicht van de periode 1april 2007 tot 1 april 2008 verwijs ik u naar het genoemde onderzoek van onze afdeling Onderzoek en Statistiek Gebiedsgerichte aanpak Oud- West van 5 juni 2008, dat als bijlage (bijlage II) is bijgevoegd. Raadsbrief Oud West

4 Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Beleid & Realisatie Beleidsontwikkeling Vervolgvel 3 Stedelijk kader van de wijkgerichte aanpak Voor de huidige wijkgerichte werkwijze en het stedelijk kader, verwijzen wij u naar bijlage I bij deze brief. Omdat de claimbeoordeling en de inkomenstaak centraal georganiseerd zijn en blijven, is -in de uitvoering van het re-integratiebeleid - de stedelijke focus gericht op het beperken van de instroom én het bevorderen van de uitstroom. De wijkgerichte focus is gericht op het bevorderen van uitstroom in de wijk. Met de wijkgerichte aanpak in de actiecentra is een uitgangssituatie gecreëerd voor een meer integrale begeleiding van cliënten. Tegelijkertijd blijkt uit het onderzoek van O&S dat kwantitatieve meerwaarde ten opzichte van een centrale aanpak (nog) niet is vast te stellen. Uit de evaluaties (o.a. Sociale Herovering Oud-West 2006/2007) valt wel af te leiden dat de kracht van de wijkgerichte aanpak vooral te halen is uit: het sterker benutten van de decentrale locatie (laagdrempelig voor klanten) de integrale, multidisciplinaire, aanpak; opbouwen van specifieke kennis op wijkniveau. Deze kracht komt vooral tot uitdrukking bij de doelgroep die lastig te bereiken is bereiken is: voor zorg - en hulpverleners voor de arbeidsmarkt De re-integratiedienstverlening voor een deel van de inwoners kan vanuit een centrale locatie georganiseerd worden, terwijl specifieke werkzaamheden beter in de wijk kunnen worden georganiseerd. Anders gezegd: Centraal wordt confectie gemaakt en waar nodig op maat gesneden, terwijl in de wijken alleen maatwerk wordt geleverd. Zoals ook in het raadsvoorstel Verdelingsvoorstel Wijkactieplannen GSO III (18/2009) is verwoord: Het hebben van werk is de belangrijkste factor in het tegengaan van sociale uitsluiting. Binnen de GSO-impuls zijn middelen gereserveerd voor re-integratie. Op basis van een goede analyse wordt beoordeeld welke activiteiten het beste (wijkgericht) kunnen worden ingezet. Voorbeelden van mogelijke wijkgerichte activiteiten zijn: Re-integratiespecialisten die outreachend werken, in samenwerking met jongerenwerk, maatschappelijke werk en politie; Een project waarbij jongeren in samenwerking met andere organisaties worden opgeleid tot sport- en spelleider, trainer of -instructeur. Wat kost het, wat levert het op? In projectplannen en evaluaties wordt vooral de kostenkant benoemd (vaak omdat er externe middelen ter dekking van de kosten zijn). Bij de investering is het van belang om ook de opbrengsten in beeld te krijgen. Dit kan bijvoorbeeld om, bij uitstroom, het aantal bespaarde uitkeringen in beeld te krijgen. Dit is te normeren door de besparing te koppelen aan de voorliggende uitkeringsduur. Indien we ons in de wijkgerichte aanpak vooral richten op de intensieve en integrale begeleiding Raadsbrief Oud West

5 Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Beleid & Realisatie Beleidsontwikkeling Vervolgvel 4 is de verwachting dat de kosten hoog en de opbrengsten laag zullen zijn. Daarom zijn hier ook de maatschappelijke effecten van belang (outcome). Tenslotte Via deze brief hebben wij u geïnformeerd over de resultaten van het Actiecentrum Oud-West naar werk. Tevens hebben wij een doorkijk gegegeven naar een ontwikkelingsrichting van de wijkgerichte aanpak binnen het stedelijk kader. De komende periode zullen wij deze ontwikkelingsrichting verder uitwerken, waarbij we inzicht willen krijgen de volgende elementen: Iedere wijk is verschillend van samenstelling en kent daarom een eigen aanpak. Op basis van een analyse van de samenstelling van de (beroeps)bevolking in de wijk, wordt de aanpak hierop afgestemd. Het wijkactiecentrum krijgt een op de wijk of buurt gericht profiel en een daarmee samenhangende doelstelling. Welke activiteiten kunnen centraal en welke op wijkniveau uitgevoerd worden; Wat zijn de kosten en wat zijn de opbrengsten, waarbij vooral op wijkniveau ook de maatschappelijke effecten van belang zijn. Wij verwachten in het vierde kwartaal van 2009 met nadere voorstellen hieromtrent te komen, Met vriendelijke groet, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Secretaris, mr. Th.C. de Graaf P. Eringa Bijlagen: I Stedelijk kader van de wijkgerichte aanpak II Gebiedsgerichte aanpak Oud-West (onderzoek O&S, 5 juni 2008) Raadsbrief Oud West

6

7 Bijlage II bij Raadsbrief Oud-West en wijkgerichte aanpak ( ) Gebiedsgerichte aanpak Oud-West (oude definitie) (wijken Nije Veld, Biezen en Wolfskuil) O&S 5 juni 2008

8 Algemeen beeld gebied Oud-West (oude def.) Sinds april 2007 loopt in de wijken Nije Veld (o.m. het Willemskwartier), Wolfskuil en de Biezen (o.m. het Waterkwartier) inmiddels een jaar een gebiedsgerichte aanpak door de afdelingen Werk en Inkomen en Zorg en Inkomen. Deze wijken vormen samen het vroegere stadsdeel Oud-West. Inmiddels is er een nieuw stadsdeel Nijmegen-Oud-West gevormd, zonder de wijk Nije Veld (dat is nu Nijmegen-Midden). Deze analyse gaat nadrukkelijk nog om het werkgebied Oud-West oude stijl, dus inclusief Nije Veld. Deze drie wijken omvatten met ruim inwoners 11% van de Nijmeegse bevolking. De bevolking bestaat voor 71% uit autochtonen, 11% is westers allochtoon, 18% is niet-westers allochtoon. In de wijk Biezen en Wolfskuil is sprake enige groei van bevolking, Nije Veld krimpt. Oud-West (oude stijl) als geheel laat een groei zien tot 2007, daarna is er sprake van een teruggang. Over de afgelopen vier jaar is daardoor het beeld stabiel. totale bevolking autochtoon Westers allochtoon Niet-westers allochtoon totaal Oud West (oude stijl) % % % Nijmegen excl Oud West % % % NBO/Hatert % % % Stad geheel % % % Figuur 1 Bevolking totaal 1 januari 2008, naar etniciteit (NBO= Neerbosch-Oost) De groep jarigen (potentiële beroepsbevolking) groeit in Oud-West wat harder dan de totale bevolking (+3% sinds 2004). De vergelijkingswijken (Neerbosch-Oost en Hatert) vertonen een krimp. Mogelijk mede doordat Oud-West een groter gebied omvat dan de vergelijkingswijken, zien we dat het aandeel niet-westers allochtonen minder hoog ligt dan in de vergelijkingswijken jarigen autochtoon Westers allochtoon Niet-westers allochtoon totaal Oud West (oude stijl) % % % Nijmegen excl Oud West % % % NBO/Hatert % % % Stad geheel % % % Figuur 2 Bevolking januari 2008, naar etniciteit De WWB-gerechtigden laten een ruimer aandeel allochtonen zien. Hier is te zien dat Oud- West ook op dit punt niet sterk van de stad als geheel afwijkt, terwijl de vergelijkingswijken Neerbosch-Oost en Hatert zowel bij westerse als niet-westerse allochtonen hoger scoort. autochtoon Westers allochtoon Niet-westers allochtoon totaal Oud West (oude stijl) % % % 1262 Nijmegen excl Oud West % % % 4906 NBO/Hatert % % % 882 Stad geheel % % % 6168 Figuur 3 WWB-uitkeringen naar etniciteit en gebied,

9 WWB-uitkeringen, standcijfers standcijfers Oud West (oude stijl) Nijmegen excl Oud West NBO/Hatert Stad geheel Figuur 4 Aantal actieve WWB-uitkeringen op 1 april van elk jaar; Oud-West (oude stijl) heeft een kleine 12% van de stedelijke potentiële beroepsbevolking (15-64 jarigen). Binnen de populatie WWB-uitkeringen is het aandeel 20%. Er is dus sprake van een ruime oververtegenwoordinging in de bijstand (7% uitkeringen op de jarigen in Oud West (oude stijl) tegen 4% gemiddeld in de stad). Ten opzichte van de vergelijkingswijken is de bijstandsdichtheid in Oud West hoog. In de afgelopen jaren is het bijstandspercentage in Oud West flink teruggelopen (-2,6 procentpunt). Van 2007 tot 2008 is de afname 0,6%-punt, iets hoger dan in de overige stad. Bijstandspercentage Oud West (oude stijl) 9,7% 9,3% 7,7% 7,0% -2,6% -0,6% Nijmegen excl Oud We 5,6% 5,2% 4,2% 3,7% -1,9% -0,4% NBO/Hatert 8,3% 8,0% 6,7% 6,1% -2,2% -0,7% Stad geheel 6,1% 5,7% 4,6% 4,1% -2,0% -0,5% Figuur 5 Bijstandsuitkeringen als percentage van het aantal jarigen Bekijken we het percentage daling van het aantal WWB-uitkeringen ten opzichte van het totaal aantal uitkeringen, dan is in Oud West een gunstige ontwikkeling zichtbaar. Het dalingspercentage neemt in de periode april 2007 tot april 2008 weliswaar af van 16 naar 10%, maar gerelateerd aan het stedelijke dalingspercentage zien we dat het dalingspercentage in het laatste jaar vrijwel gelijk is aan het stadsgemiddelde, terwijl het twee jaar daarvoor nog ver onder het stadsgemiddelde lag. In Neerbosch-Oost/Hatert ligt het dalingspercentage in 07/08 op een vergelijkbaar niveau, maar was de achterstand in het verleden wat kleiner. dalingspercentage WWB afwijking in %-punten Oud West (oude stijl) 2,3% 16,0% 9,5% Oud West (oude stijl) Nijmegen excl Oud West 6,0% 19,1% 10,0% Nijmegen excl Oud West NBO/Hatert 3,8% 16,4% 10,1% NBO/Hatert Stad geheel 5,3% 18,5% 9,9% Figuur 6 dalingspercentage van het aantal actieve WWB-uitkeringen en afwijking van dat dalingspercentage ten opzichte van het stadsgemiddelde in procentpunten Legenda: relatief gunstig gelijk aan stadsgemiddelde relatief ongunstig 3

10 standcijfers betaalde uitkeringen Oud West (oude stijl) Nijmegen excl Oud West Stad geheel Figuur 7 Verloop van het aantal betaalde WWB-uiteringen; nu steeds van 1 januari-31 december, behalve in het laatste jaar (1-april 2007 tot 31-maart 2008) tot afwijking in %-punten dalingspercentage WWB Oud West (oude stijl) -4,1% 11,4% 10,7% 13,0% Oud West (oude stijl) Nijmegen excl Oud West 0,2% 17,0% 8,4% 10,4% Nijmegen excl Oud West Stad geheel -0,6% 15,9% 8,9% 10,9% tot Figuur 8 dalingspercentage van het aantal betaalde WWB-uitkeringen en afwijking van dat dalingspercentage ten opzichte van het stadsgemiddelde in procentpunten Kijken we naar het aantal betaalde WWB-uitkeringen, dan is de ontwikkeling van Oud-West nog wat gunstiger. Ook dan zien we een inhaalbeweging uit achterstand ten opzichte van de rest van de stad. Met ingang van 2007 slaat in dit geval de achterstand om in een voorsprong van Oud West in dalingstempo ten opzichte van de stad als geheel. Een nog betere score dus dan bij de actieve uitkeringen, waar ondanks een grote verbetering in het dalingstempo, in de periode 1 april 2007 tot 1 april 2008 dit cijfer voor Oud West net niet gunstiger lag dan voor de stad als geheel. WWB-uitkeringen: instroom Instroom In In In Oud West (oude stijl) Nijmegen excl Oud West NBO/Hatert Stad geheel Figuur 9 Instroom in het WWB-bestand van 1 april tot 31 maart van elk jaar, absoluut Instroom% In In In afwijking in %-punten In In In Oud West (oude stijl) 19,6% 23,1% 14,0% Oud West (oude stijl) Nijmegen excl Oud West 26,8% 28,3% 20,9% Nijmegen excl Oud West NBO/Hatert 22,2% 26,2% 19,4% NBO/Hatert Stad geheel 25,4% 27,3% 19,5% Figuur 10 Instroompercentage en en afwijking van dat instroompercentage ten opzichte van het stadsgemiddelde in procentpunten Oud-West laat bij de instroom net als bij de uitstroom een lage dynamiek zien. Het gaat dus om een groot WWB-bestand in dit gebied, waar relatief weinig in en uit gaat. Daarbij valt op dat het toch al lage instroompercentage in het laatste jaar nog verder terugzakt tot slechts 14%.Dat is aanzienlijk onder het stadsgemiddelde en ook het laagst van de vergeleken gebieden in de stad. Deze lagere instroom leidt per saldo in de laatste jaren tot 173 minder WWB-ers dan het geval zou zijn geweest bij een even hoge instroom als stedelijk (-74, -45 en -53 respectievelijk). 4

11 WWB-uitkeringen, uitstroom absoluut Uit Uit Uit Oud West (oude stijl) Nijmegen excl Oud West NBO/Hatert Stad geheel Figuur 11 Uitstroom uit de WWB ongeacht soort uitstroom (werk of iets anders), absoluut In Oud-West zien we in de uitstroom hetzelfde verloop als in de stad als geheel: een zeer grote uitstroom tussen april 2006 en april 2007 en vervolgens een bijna halvering in de periode daarna. Ook is zichtbaar dat Oud West een vrij laag uitstroompercentage kent. In de periode verbetert dat in de richting van het stadsgemiddelde. In valt die verbetering weer wat terug, maar blijft de relatieve score beter dan in het beginjaar Ten opzichte van de vergelijkingswijken blijft het uitstroompercentage echter relatief laag. Deze lagere uitstroom leidt per saldo in de laatste jaren tot 221 meer WWB-ers dan het geval zou zijn geweest bij een even hoge uitstroom als stedelijk. Dit effect neemt wel af in de loop van de jaren. Tussen 2005 en 2006 stromen 100 minder mensen uit dan proportioneel, tussen 2006 en 2007 zijn dat er 67 en tussen april 2007 en april 2008 stromen nog slechts 54 minder mensen uit dan proportioneel. % van bestand Uit Uit Uit afwijking in %-punten Uit Uit Uit Oud West (oude stijl) 22,1% 35,6% 22,4% Oud West (oude stijl) Nijmegen excl Oud West 31,5% 42,2% 28,7% Nijmegen excl Oud West NBO/Hatert 25,9% 38,0% 26,7% NBO/Hatert Stad geheel 29,7% 40,9% 27,4% Figuur 12 Uitstroom uit de WWB in procenten van het bestand per jaar en afwijking van dat uitstroompercentage ten opzichte van het stadsgemiddelde in procentpunten absoluut Uit Uit Uit Oud West (oude stijl) Nijmegen excl Oud West NBO/Hatert Stad geheel Figuur 13 Uitstroom naar werk, absoluut Van de uitstroom uit het bestand is ongeveer 1/3 gericht op uitstroom naar werk 1. In Oud- West is dat percentage met 31% in het laatste jaar wat hoger dan het stadsgemiddelde van 28%. Gepercenteerd op het totaal aantal WWB-uitkeringen, is net als de totale uitstroom, ook de uitstroom naar werk aan de magere kant in Oud-West. Grosso modo verbetert dat in de laatste jaren wel ten opzichte van het stadsgemiddelde, maar we zien dat Neerbosch Oost/Hatert betere scores halen dan Oud-West. 1 De verdeling naar oorzaak van de uitstroom fluctueert sterk over de afgelopen jaren door wisselingen in het gebruik van de categorie overig 5

12 % van bestand Uit Uit Uit afwijking in %-punten Uit Uit Uit Oud West (oude stijl) 6,8% 8,6% 6,9% Oud West (oude stijl) Nijmegen excl Oud West 9,0% 9,3% 7,9% Nijmegen excl Oud West NBO/Hatert 8,6% 9,0% 8,0% NBO/Hatert Stad geheel 8,6% 9,2% 7,7% Figuur 14 Uitstroom naar werk als percentage van het aantal WWB-uitkeringen en afwijking van dat uitstroompercentage naar werk ten opzichte van het stadsgemiddelde in procentpunten Wel zien we dat de uitstroom naar werk vanuit trajecten afgerond na 1 april 2007 naar verhouding moeilijker gevallen betreft. Het gaat wat minder dan in de vergelijkingswijken om niet-westerse allochtonen, maar dat is in lijn met de samenstelling van de bevolking en het WWB-bestand in Oud-West (Figuur 3). Wel zien we meer alleenstaande ouders in de uitstroom na zo n traject, meer mensen die langdurig in de uitkering zaten, meer lager opgeleiden en mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en minder jongeren in de uitstroom. Opvallend is verder de uitstroom naar gesubsidieerde arbeid. Oud West had in een naar verhouding laag aandeel in de uitstroom naar gesubsidieerde arbeid. In de loop van de jaren is dat aandeel meer in verhouding gekomen met het aandeel van dit gebied in de totale WWB-groep in de stad. Nu neemt het gebied Oud-West bijna een kwart van die uitstroom voor haar rekening, dat was in slechts 14%, bij een overall aandeel van ca. 20% in het WWB-bestand. absoluut Uit Uit Uit Oud West (oude stijl) Nijmegen excl Oud West NBO/Hatert Stad geheel Figuur 15 Uitstroom naar gesubsidieerde arbeid, absoluut % van bestand Uit Uit Uit afwijking in %-punten Uit Uit Uit Oud West (oude stijl) 1,8% 4,4% 5,8% Oud West (oude stijl) Nijmegen excl Oud West 2,5% 4,7% 5,0% Nijmegen excl Oud West NBO/Hatert 3,1% 5,5% 7,0% NBO/Hatert Stad geheel 2,4% 4,6% 5,2% Figuur 16 Uitstroompercentage naar gesubsidieerde arbeid, als percentage van het WWB-bestand en afwijking van dat uitstroompercentage naar gesubsidieerde arbeid ten opzichte van het stadsgemiddelde in procentpunten absoluut Uit Uit Uit Oud West (oude stijl) Nijmegen excl Oud West NBO/Hatert Stad geheel Figuur 17 Uitstroom naar werk en uitstroom naar gesubsidieerde arbeid opgeteld, absoluut % van bestand Uit Uit Uit afwijking in %-punten Uit Uit Uit Oud West (oude stijl) 8,6% 13,0% 12,7% Oud West (oude stijl) Nijmegen excl Oud West 11,6% 14,0% 12,9% Nijmegen excl Oud West NBO/Hatert 11,7% 14,5% 15,0% NBO/Hatert Stad geheel 11,0% 13,8% 12,9% Figuur 18 Uitstroom naar werk en gesubsidieerde arbeid opgeteld, als percentage van het WWB-bestand en afwijking van dat uitstroompercentage naar werk/gesubsidieerde arbeid ten opzichte van het stadsgemiddelde in procentpunten 6

13 De uitstroom naar werk en gesubsidieerd werk gezamenlijk, laat een inhaalbeweging zien van Oud-West. Met name in de periode april 2006-april 2007 verbetert het uitstroompercentage aanzienlijk. In het jaar daarna zet de verbetering zich in relatieve zin voort, en is het uitstroompercentage naar werk en gesubsidieerd werk vrijwel gelijk aan de stad als geheel. In de vergelijkingswijken Neerbosch-Oost/Hatert zijn de scores in het eindjaar weliswaar beter dan in Oud-West, maar was geen sprake van een achterstand in het uitstroompercentage (naar werk of gesubsidieerde arbeid). Conclusie De wijken die Oud-West (oude definitie) vormen zijn te karakteriseren als klassieke stedelijke probleemwijken. De bijstandsdichtheid is hoog, het WWB-bestand vertoont relatief weinig dynamiek (een grote vaste kern, weinig in- en uitstroom), qua etniciteit zijn ook de autochtonen flink vertegenwoordigd in het bestand, maar toch overheersen de ongunstiger kenmerken als een laag opleidingsniveau en een lange uitkeringsduur. Sinds 2005 loopt het percentage bijstandsuitkeringen op de groep jarigen in Oud-West terug van 9,7% naar 7,0%. Hierdoor loopt Oud-West het verschil met het stadsgemiddelde terug van 3,6% naar 2,9%. Een relatief goede score, ook in vergelijking met andere wijken als Neerbosch-Oost en Hatert. Ook het percentage daling ten opzichte van het WWB-bestand zelf (actieve uitkeringen) laat relatief verbeterende scores zien voor Oud-West. Hoewel zoals overal in het laatste jaar het dalingspercentage afneemt, kruipt Oud-West steeds meer naar het stadgemiddelde toe wat betreft dalingstempo. Wanneer gekeken wordt naar betaalde uitkeringen, dan is zelfs sprake van een verbetering van het dalingspercentage naar enigszins bovengemiddeld in de periode 1 april april Aan de instroomkant zien we een lage dynamiek in Oud-West. In het laatste anaysejaar (april 2007 tem maart 2008) daalt de instroom naar verhouding sterk tot slechts 14% van de bestandsomvang in Oud-West tegen 20% in de stad als geheel. Dit heeft een drukkend effect op het WWB-bestand van 173 mensen, waarvan 53 in het laatste jaar. Ook aan de uitstroomkant is er wat minder beweging dan in de stad als geheel. In het laatste anaysejaar stroomt in Oud-West 22% van de bestandsomvang uit, tegen 27% in de stad als geheel. Wel zien we het uitstroompercentage in grote lijnen wat naar het stadsgemiddelde toe bewegen (mn tussen 2006 en 2007). Dezelfde beweging zien we overigens o.h.a. ook in de vergelijkingswijken. Door de lager dan normale uitstroom in Oud-West is er een opwaarts effect van 221 op het bestand tussen 2005 en 2008, afnemend van +100 in het aanvangsjaar naar +54 in het laatste jaar. Per saldo is over de periode de beweging naar het stadsgemiddelde in het dalingspercentage van de WWB vooral toe te schrijven aan de verbetering van het lagere instroompercentage. Binnen de totale uitstroom richt ongeveer 30% zich op werk. Met name in neemt het percentage werkvinders in Oud-West toe tot nabij het stadsgemiddelde. In het laatste jaar zakt dat iets (net als overal) terug. Ondanks de inhaalbeweging uit achterstand van de laatste jaren, overtreft het totale uitstroompercentage en het uitstroompercentage naar werk in Oud-West in de eindsituatie kwantitatief dus niet de situatie in de vergelijkingsgebieden. Kwalitatief zijn er wel indicaties 7

14 dat de uitstroom naar werk vanuit trajecten afgerond na 1 april 2007, in Oud-West verhoudingsgewijs moeilijker gevallen betreft (meer alleenstaande ouders, meer mensen met een lange uitkeringsduur, meer lager opgeleiden en mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en minder jongeren). Ook is een beleidsintensivering zichtbaar in de uitstroom naar gesubsidieerde arbeid. Die uitstroom bleef eerst achter ten opzichte van de stad als geheel, maar neemt in de loop van de tijd flink toe tot een bovengemiddelde score in het laatste jaar. 8