1 Inleiding. Inpassing infra kraanbaan Laren. MBB Ontwikkeling BV. 24 juli 2014 MOT001/Gth/ juni 2014

Transcriptie

1 Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0) F +31 (0) Leeuwarden Amsterdam Postbus 161 F. HaverSchmidtwei 2 De Ruyterkade AD Deventer 8914 BC Leeuwarden 1011 AC Amsterdam MBB Ontwikkeling BV Inpassing infra kraanbaan Laren Datum Kenmerk Eerste versie 24 juli 2014 MOT001/Gth/ juni Inleiding Stedenbouwkundig bureau Heren 5 maakt een stedenbouwkundig plan in Laren (N-H) op het terrein van een voormalige houtzagerij. Op dit terrein staat een houten kraanbaan met de status van een gemeentemonument. Op dit moment onderzoeken zij of het mogelijk is om een rijbaan onder de kraanbaan te positioneren. goudappel@goudappel.nl

2 Aan Goudappel Coffeng BV wordt gevraagd advies te geven op basis van de volgende vragen: Welke voertuigen moeten onder deze kraanbaan kunnen rijden? Kunnen deze voertuigen onder de kraanbaan doorrijden en wat is de vrije hoogte die hiervoor wordt gehanteerd? Welke voorzieningen moeten aan de kraanbaan worden aangebracht uit het oogpunt van verkeersveiligheid? Welke eisen worden aan de kraanbaan gesteld? En aan welke andere eisen moet de kraanbaan of de rijbaan voldoen? Op dit moment is de invulling van het stedenbouwkundige plan (de exacte positie van kavels, rijweg en parkeerpockets) nog enigszins flexibel, maar zijn de afmetingen van de kraanbaan gefixeerd. De kraanbaan is voorafgaand aan de werkzaamheden ingemeten en in de (digitale) ondergrond van de situatie ingetekend. Dit is de basis voor de tekening en het advies met betrekking tot draaicirkels, de vrije hoogte van de voertuigen, de aanrijdbeveiliging en de obstakelafstand. De bevindingen en het advies zijn weergegeven in de AutoCAD-tekening met kenmerk MOT001 en de voorliggende notitie. De rijcurven van de maatgevende voertuigen zijn als bijlage toegevoegd. 2 Verkeerssituatie Voor dit plan is in een eerdere fase de ontsluitingsstructuur opgesteld en een prognose gemaakt van het aantal autoritten van en naar de woningen. Deze verkeersprognose geeft 260 tot 290 ritten aan (in en uitgaand samen). De hogere waarde is uitgangspunt voor het plan, met daarbij een verdeling over twee in-/uitgangen van het plangebied. Bij de aansluiting op de Zijtak worden 107 motorvoertuigen per dag verwacht. Dat is een zeer lage verkeersintensiteit, passend bij een rustig (woon)erf. Ter indicatie is dat ongeveer 10%= 11 motorvoertuigen in het spitsuur. Bij een verdeling van 60% ingaand en 40% uitgaand in de avondspits, zijn dat 7 auto s ingaand (gemiddeld 1 per 8,5 minuten) en 4 auto s uitgaand per uur (gemiddeld 1 per 15 minuten). De weg onder de kraanbaan heeft een lengte van ongeveer 50 m. Bij stapvoets rijden (15 km/h = 4 m/sec.) doet men daar 12,5 sec. over. De kans dat auto s elkaar tegenkomen is klein, maar als er een tegenligger is, is het wegvak te lang om aan weerszijden te wach- Inpassing infra kraanbaan Laren 2

3 ten tot het wegvak weer vrij is. De vormgeving als pleintje biedt voldoende mogelijkheid om langs elkaar heen te rijden bij (incidenteel) tegemoetkomend verkeer. Fietsers kunnen een personenauto passeren op de rijbaan tussen de poten van de portalen van de kraanbaan. In de praktijk zullen fietsers waarschijnlijk uitwijken over het pleintje. 3 Maatgevende voertuigen Net als in elke woonwijk zal de weg (incidenteel) gebruikt worden door grote voertuigen, zoals een vuilniswagen, een verhuiswagen of brandweerauto. Het maatgevende voertuig is daarbij de vrachtauto/verhuiswagen. Deze voertuigen kunnen hoog en lang zijn. Verhuiswagens zullen slechts incidenteel aanwezig zijn en kunnen ook gebruik maken van de andere toegang van het plangebied. Het kan ook met een zeer lage snelheid en een keer achteruitsteken is op zich acceptabel. De route moet ook gebruikt kunnen worden door een brandweerauto. Omdat een tweede ontsluiting voor het woningbouwplan aanwezig is, kan voor de brandweer worden volstaan met een rijbaanbreedte van minimaal 3,5 m. Ook hier geldt dat eventuele tegemoetkomende voertuigen kunnen passeren via het pleintje. Brandweerauto s zijn korter dan verhuiswagens en hebben daardoor minder ruimte nodig om te manoeuvreren, maar zijn 0,2 m hoger vanwege de lading op het dak. Die lading is echter minder breed dan het voertuig zelf. Er wordt van uitgegaan dat brandweerauto s de verkeersbeweging in een constante vooruitgaande beweging kunnen maken. De vuilnisauto is even hoog als een verhuiswagen, maar de lengte is vergelijkbaar met een brandweerauto. De vuilnisauto heeft iets minder ruimte nodig dan de brandweerauto. Een vuilnisauto met achterlader is iets langer dan een zijlader en hier maatgevend. Figuur 3.1 geeft de profielen van vrije ruimte in het dwarsprofiel voor de verschillende typen grote voertuigen weer. De vrije ruimte op 4 m hoogte (maximale hoogte van een vrachtauto) onder de kraanbaan is essentieel bij de beoordeling van de situatie. Op 4 m hoogte is de afstand tussen de poten van het portaal 4,2 m. Dit laat voor de afstand tussen het voertuig en constructie aan weerszijden 0,80 m. Als voertuigen schuin rijden, of een bocht maken onder de kraanbaan, blijft er minder margeruimte over. Dit wordt getoetst door de rijcurven van het voertuig te simuleren (zie hoofdstuk 5). verhuiswagen/brandweer/vuilnisauto personenauto en fiets Figuur 3.1: Profielen van vrije ruimte onder de kraanbaan Inpassing infra kraanbaan Laren 3

4 Naast het incidentele gebruik door een vrachtauto, zullen toch vooral personenauto s gebruik maken van deze weg. In het profiel is zichtbaar, dat daarbij een fietser gelijktijdig met een personenauto onder de kraanbaan door kan rijden. Twee personenauto s kunnen niet gelijktijdig onder de kraanbaan doorrijden. Dat laatste heeft vooral te maken met de ruimte tussen de aanrijdbeveiliging. Die aanrijdbeveiliging is nodig om te voorkomen dat hoge vrachtauto s in aanraking komen met de kraanbaan. 4 Aanrijdbeveiliging en marges Het rijden van schade aan voertuig of kraanbaan moet worden voorkomen door adequate maatregelen. Essentieel in onze benadering van de geleiding/bescherming is de ruimte tussen de beide poten van elk portaal van de kraanbaan. Het mogelijk aanrijdpunt door een vrachtauto op 4 m hoogte wordt gemarkeerd door een paaltje op de grond en een opsluitband daarvoor. De opsluitband markeert de rijbaan, en zorgt voor geleiding tussen de paaltjes en de poten van de kraanbaan door. De obstakelvrees voor het paaltje zorgt voor voldoende marge aan de bovenzijde. De gewenste marge tot de constructie is 50 cm, de minimale (met een band fysiek ondersteunde) marge is 25 cm. Dit is analoog aan het toepassen van marges in openbare parkeergarages. Figuur 4.1: Aanrijdbeveiliging; doorsnede en bovenaanzicht Inpassing infra kraanbaan Laren 4

5 Bij deze opzet moet een voertuig eerst het paaltje raken om de bovenconstructie eventueel te kunnen raken. Bovendien zal een vrachtauto die de opsluitband oprijdt, aan de zijde van de poot wat hoger staan, en het schuin staande voertuig komt dan aan de bovenzijde verder van de constructie af. Tussen de opsluitbanden ontstaat zo een rijbaanbreedte van 3,60 m. Het dwarsprofiel geeft de inpassing van de maatregelen onder de portalen van de kraanbaan en de uitwerking van dit principe in bovenaanzicht weer. Door een verhoogde cirkelvormige band rondom de voet van de poten, wordt de gehele poot van de baan omsloten en gemarkeerd. Dit past goed bij de stedenbouwkundige wens van een pleintje zonder duidelijke markering van een rijbaan. 5 Rijcurven Met behulp van het programma CURSIM is de benodigde (manoeuvreer)ruimte op tekening aangegeven voor de verschillende voertuigen van en naar de bestaande weg (de Zijtak) en ter hoogte van de parkeerkoffer. Hieruit blijkt het volgende: Voor grote verhuiswagens is de beschikbare ruimte onder de kraanbaan krap daar waar een bocht gemaakt moet worden. Bestuurders van deze maatgevende grote vrachtauto's zijn ervaren chauffeurs en zullen optimaal gebruik maken van de beschikbare ruimte. Bij het inrijden vanaf de Zijtak naar de rijbaan onder de kraanbaan is de marge tot de constructie ongeveer de helft van de gewenste marge van 50 cm en bij het inrijden moet daarbij nog een keer worden gestoken. Een route over het plein (alleen aan begin en einde van de kraanbaan tussen de poten van het portaal door) biedt nog de meeste marge, omdat de voertuigen ter hoogte van deze portalen dan rechtdoor kunnen rijden. De rijcurven geven aan dat de voertuigen dan precies tussen de aangegeven cirkelvormige banden kunnen doorrijden. Voor de brandweerauto en vuilnisauto zijn de marges iets groter en hoeft niet te worden gestoken, maar ook daar wordt met de rijbaan onder de kraanbaan de gewenste marge van 50 cm aan weerszijden niet gehaald. De eerder genoemde route via het plein zal ook voor deze voertuigen gunstiger zijn (zie figuur 5.1). Voor personenauto s is de ruimte tussen de poten van de portalen voldoende breed om daar te rijden en uit te wijken naar het plein bij nadering van tegenliggers, en om de inritten van de percelen te bereiken. In de praktijk zullen ook fietsers bij nadering van een tegemoetkomende auto uitwijken naar het plein en om de palen van het portaal heen rijden. Figuur 5.2 geeft de uitgaande beweging van de grootste (solo) vrachtauto/verhuiswagen bij een route over het plein. Bij een optimale ruimtelijke omsluiting aan weerszijden van het pleintje gaat de route tussen het tweede portaal door. De ruimte op het plein is aangepast aan de benodigde ruimte voor een vrachtauto. Inpassing infra kraanbaan Laren 5

6 Figuur 5.1: Rijcurve brandweerauto (ladderwagen) ingaand Figuur 5.2: Rijcurve maatgevende vrachtauto (verhuiswagen) uitgaand Inpassing infra kraanbaan Laren 6

7 6 Conclusie De conclusie is dat met de aangegeven aanrijdbeveiliging de gewenste infra voor de ontsluiting van de wijk kan worden ingepast in combinatie met de aanwezige kraanbaan. Het profiel van vrije ruimte onder de kraanbaan wordt gemarkeerd door verkeerspaaltjes op de grond en de minimale marge van 25 cm wordt fysiek ondersteund door een verhoogde band. De gewenste marge van 50 cm wordt gehaald bij het dagelijkse gebruik door personenauto s en de minimale marge is van toepassing op de incidenteel aanwezige vrachtauto s. De grootste solo vracht/verhuiswagen kan hier de wijk uitrijden en zal zich niet klemrijden in het wijkje. Het inrijden vanaf de Zijtak is voor deze grootste voertuigen krap. Bij het inrijden zal eventueel de andere ingang van het wijkje gekozen worden om niet te hoeven steken met een dergelijk grote vrachtauto. De brandweerauto kan het wijkje wel goed inrijden vanaf de Zijtak en hoeft daarbij niet te steken, maar kan met een constante (lage) snelheid voorruit blijven rijden. Inpassing infra kraanbaan Laren 7