uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 september 2009
|
|
- Pieter van de Veen
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Aan de leden van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 2500EJ20350 uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 september 2009 onderwerp IPO-reactie bij kabinetsstandpunt over Spoor in beweging Geachte mevrouw, geachte heer, Met genoegen heeft het Interprovinciaal Overleg (IPO) kennis genomen van het kabinetsstandpunt over Spoor in beweging, het eindrapport bij de evaluatie van de spoorwetgeving. Het IPO heeft actief bijgedragen aan de evaluatie. Wij herkennen veel van onze inbreng in het standpunt van het kabinet. Ter voorbereiding van de hoorzitting door Uw Commissie op 8 oktober a.s. brengen wij echter graag nog het volgende onder uw aandacht. Zoals u heeft verzocht gaan wij hier in op de volgende aspecten van de spoorwetgeving (over het leerstuk van de samenloop hebben wij geen opmerkingen): 1. de rol van NS bij het beheer van regionale stations en dienstverlening aan andere vervoerders - NS moet zijn reizigersinformatie delen met decentrale vervoerders Om de reiziger een multimodaal vervoersnetwerk te bieden dat aansluit op het Hoofdrailnet is het noodzakelijk dat de decentrale vervoerder beschikt over actuele reizigersinformatie van NS. Tot nu toe stelt NS dat niet beschikbaar aan decentrale vervoerders. De provincies willen dat NS zijn actuele reizigersinformatie wel gaat delen met decentrale vervoerders. Dit past bovendien in de voorgestelde maatregel dat NS bijkomende diensten en voorzieningen aan decentrale vervoerders ter beschikking stelt. - Decentrale overheid die investeert in een stationslocatie moet daar zelf eigenaar van worden Als een decentrale overheid of vervoerder investeert in een grondpositie van NS wordt NS de eigenaar van die investering. Dat weerhoudt de decentrale concessiepartners ervan te investeren. De decentrale overheid die investeert in een grondpositie van NS moet daar ook de eigenaar van worden. Dit geldt ook voor de bouw van nieuwe stationsvoorzieningen waaraan alleen gedecentraliseerd spoor halteert. Dat stimuleert die decentrale overheid om investeringen te doen Inlichtingen bij : mw. Mr. F.H.M. (Florine) Bouritius Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : geen
2 - 2 - rond het station zodat die ten goede komen aan de reiziger en dus commercieel interessant zijn voor de vervoerder. In het verlengde daarvan willen de provincies bovendien meer zeggenschap over investeringen in de spoorinfrastructuur die Prorail op verzoek en op kosten van de betreffende provincie uitvoert. - Bijkomende diensten en voorzieningen Het rijk gaat deze essentiële voorwaarden voor reizigersvervoer, zoals kaartautomaten, wachtruimtes, personeelsruimtes, enz., opnemen in een nieuwe AMVB. NS voert met de decentrale vervoerders overleg over de beschikbaarstelling daarvan door NS aan hen. Het IPO wil dat NS deze voorzieningen onvoorwaardelijk of op redelijke voorwaarden aan decentrale vervoerders op het betreffende station ter beschikking stelt, zoals ook het Europese recht eist. Hoe dat wordt gewaarborgd moet echter nog duidelijk worden. 2. de aanbesteding en de reikwijdte van het hoofdrailnet en vervoersconcessies - Gunning aan een vervoerder van het nieuwe, nader te bepalen hoofdrailnet per 2015 pas na advies van de provincies over de nieuwe vervoerconcessie. Marktwerking in het OV vraagt om eerlijke mededinging en dat levert het beste product op voor de reiziger. Dat is het formele uitgangspunt van de decentralisatie en introductie van die marktwerking bij het OV met de Wet Personenvervoer De spoorevaluatie laat zien dat level playing field ook in de praktijk een voorwaarde is voor gezonde verhoudingen tussen partners in de vervoerssector. Publieke sturing van de vervoerder op het nieuwe hoofdrailnet vindt plaats via een nieuwe vervoerconcessie. Daarom willen de provincies, als mede-opdrachtgever in het OV, adviseren over de inhoud van die nieuwe vervoerconcessie voor het nieuwe hoofdrailnet. De provincies willen ook beter betrokken worden bij de uitvoering van die vervoerconcessie na Opdat dat de marktwerking in het OV ten goede komt. - De maximale concessieperiode voor decentraal vervoer moet zo worden verlengd dat investeren in nieuw materieel voor de vervoeder economisch aantrekkelijk wordt De concessieduur voor decentraal spoorvervoer is op Europees niveau beperkt tot maximaal 15 jaar. Daardoor is de aanschaf van nieuw, bijvoorbeeld light, treinmaterieel relatief duur voor de vervoerder. Dat ontmoedigt de introductie van light materieel op het decentraal spoor. Terwijl lighttrain juist de toekomst is uit oogpunt van reizigerscomfort, hoge frequentie en beperking van de gebruikskostenvergoeding. Verlenging van de maximale concessieperiode is daarom wenselijk. - Per 2015 verdere decentralisatie van treindiensten aan de provincies Voor de langere termijn, onder de nieuwe vervoerconcessie per 2015, bepleiten de provincies aanpassing van de ordening. Provincies willen dat meer treindiensten gedecentraliseerd worden. Het betreft treindiensten die ruggengraat kunnen zijn voor een multimodaal netwerk in het stads- en streekvervoer en waarvoor de betreffende provincie opdrachtgever wil zijn. Maatwerk per provincie is daarbij het uitgangspunt. Volgens de recente kabinetsnota Mobiliteitsaanpak zijn deze samenhangende regionale OV-systemen met spoor als ruggengraat een belangrijke oplossing voor de fileproblematiek. Alleen aanbesteding van een dergelijk multimodaal vervoersnetwerk als geheel biedt het beste deur-tot-deur-product aan de reiziger. De provincies zijn daar verantwoordelijk voor en doen dat goed. Decentralisatie aan betrokken provincies van meer treindiensten als ruggengraat van OV-netwerken ligt dus voor de hand. Het IPO bepleit dit ook bij de actuele opstelling van de regionale OV-visie door de minister in opdracht van uw Kamer.
3 - 3 - Wij adviseren u de decentralisatie per 2015 van deze diensten aan betreffende provincies reeds nu, bij de behandeling van dit kabinetsstandpunt, te bepleiten. Dit, met het oog op de besluitvorming in 2010 over de vervoerconcessie en de omvang van het hoofdrailnet per de aanbesteding en eventuele splitsing van onderhoud en beheer - Gegarandeerd onderhoud decentrale spoorinfra Nog niet is gewaarborgd dat ook de spoorinfra voor de gedecentraliseerde treindiensten aan minimumeisen van onderhoud moet voldoen. De Beheerconcessie eist slechts een gemiddelde mate van onderhoud op het gehele net. Dit kan al worden gerealiseerd door zeer goed onderhoud op de ene lijn (lees: Hoofdrailnet) en gebrekkig onderhoud op de andere lijn (lees: rail voor gedecentraliseerd spoor). Alsnog dient te worden gegarandeerd dat ProRail ook op de infra voor gedecentraliseerd spoor aan minimumeisen van onderhoud voldoet. - Op rail voor gedecentraliseerde treindiensten waar alleen light train rijdt moeten geen veiligheidseisen voor zwaar goederenvervoer worden gesteld De provincies zetten modern licht treinmaterieel in bij het gedecentraliseerd spoorvervoer. Dat maakt stoppen en optrekken gemakkelijker dan heavy train. Dat past bij de hoge frequenties op de kortere afstand waarvoor decentraal spoor als ruggengraat van een OV-netwerk ideaal is. Goederenvervoer komt op deze sporen in de praktijk niet voor. Deze uitlopers van de railinfra structuur moeten echter formeel wel voldoen aan alle veiligheidseisen alsof zwaar goederenvervoer er overheen rijdt. Dat is dus onnodig en onnodig duur. De provincies bepleiten om op spoorinfrastructuur voor gedecentraliseerde treindiensten alleen veiligheidseisen te stellen die noodzakelijk zijn voor light-train in plaats van evenzeer voor zwaar goederenvervoer. Dat spaart geld uit dat ten goede kan komen aan wèl noodzakelijke investeringen in decentrale spoorinfra. - Gebruiksvergoeding De provincies delen het uitgangspunt in het kabinetsstandpunt dat de kernbegrippen bij de vaststelling van de gebruiksvergoeding duidelijkheid, transparantie, stabiliteit en betere benutting moeten zijn. Wij voegen daar graag het kernbegrip level playing field aan toe. Verder vindt het IPO dat het op te stellen beleidskader in overeenstemming met de provincies moet worden vastgesteld. De provincies zijn immers op gelijke voet als het rijk opdrachtgevers voor vervoerders op het spoor. Zij hebben evenzeer belang bij marktwerking tussen vervoerders en bij een gezonde spoorinfrastructuur. 4. de capaciteitsverdeling - Capaciteitstoedeling De provincies willen ook level playing field, dus een evenredige kans van slagen bij de toedeling van spoorcapaciteit. Als de voorgestelde voorrang voor decentraal spoor op goederen goed wordt uitgevoerd (immers onder voorwaarden) levert dat een belangrijke bijdrage. Dat geldt ook voor de voorgestelde prestatie-afspraken met vervoerders over onttrekking voor onderhoud. Bij de voorgestelde toetsing-vooraf door ProRail van een voorgenomen decentrale vervoerconcessie rijst echter de vraag waaraan ProRail toetst. En wat er vervolgens met het advies van ProRail moet gebeuren. Maatwerk voor regio s en tegelijkertijd meten met gelijke maat tussen partners op het spoor vragen wel om transparantie op dat punt. Ook de invulling van de nieuwe algemene indicator klanttevredenheid is nog onbekend. En de voordelen van de voorgenomen capaciteitsuitbreiding van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS)
4 - 4 - mogen niet onevenredig meer ten goede komen aan NS-vervoer boven gedecentraliseerd treinvervoer. Wel zouden deze investeringen de feederfunctie van het HRN t.b.v. decentraal spoor moeten versterken. Bovendien bereidt de minister binnen het PHS een Herroutering Goederenvervoer en een Basisnet voor vervoer gevaarlijke stoffen voor. Deze elementen van het PHS mogen geen afbreuk doen aan de voorgenomen voorrang voor decentraal spoor op goederenvervoer bij de capaciteitstoedeling. En verder: - Adviesrecht DO s aan ProRail Bij de aangekondigde verdere uitwerking van het adviesrecht over het concept-beheerplan aan ProRail dient te worden vastgelegd dat de motivering van afwijken openbaar moet zijn. Anders is de beoogde democratische controle niet mogelijk en is het nieuwe adviesrecht dus vrijblijvend. Beleidsinhoudelijk bepleiten wij dat de DO s via dit adviesrecht kunnen meebeslissen over de besteding van budgetten die uw Kamer vaststelt voor beheer en onderhoud van decentrale spoorinfrastructuur. - Relatie NS en DO s: samenwerking, aanvullende contracten De grotere rijkssturing van NS ten aanzien van de samenwerking met decentrale overheden uit zich al in het voornemen van NS om desgewenst via aanvullende contracten met decentrale overheden extra vervoersdiensten te leveren. Aandachtspunt daarbij is echter dat het rijk als opdrachtgever aan NS zijn verantwoordelijkheid voor een goede dienstverlening door NS blijft nemen en de noodzakelijke inzet op het spoor niet afwentelt op de betrokken provincie. Deze aanvullende contracten mogen dus geen gedwongen co-financiering door de provincie betekenen. - Rijkstoets werken voor derden in beheerplan Met een op te stellen indicator toetst het rijk of decentrale overheden tevreden zijn over de blijvende beschikbaarheid van de spoorinfra, terwijl er in de nabijheid daarvan aan de weginfrastructuur (in hun opdracht) of de spoorinfrastructuur wordt gebouwd. De provincies adviseren graag over de inhoud van deze nieuwe indicator. - Aanpassing concessies, kan dat? Op verschillende plaatsen wordt aangekondigd dat de Vervoer- dan wel Beheerconcessie wordt aangepast om een doel te bereiken. Het is de vraag of het rijk dat eenzijdig kan doen. Of staat daar een genoegdoening van het rijk tegenover? Wat voor genoegdoening? - Periodieke voortgangsrapportage Tenslotte bepleiten wij dat de minister uw Kamer periodiek informeert over de uitvoering van dit kabinetsstandpunt. Veel voornemens moeten immers nog worden uitgewerkt. Een periodieke voortgangsrapportage aan uw Kamer bevordert een vlotte uitvoering van de plannen en maakt de voortgang bovendien transparant. Wij kijken uit naar de hoorzitting op 8 oktober a.s. ter voorbereiding van de behandeling van het kabinetsstandpunt over Spoor in beweging door uw Kamer. Met vriendelijke groet,
5 - 5 - INTERPROVINCIAAL OVERLEG drs. G. Beukema, algemeen directeur
6 - 6 -
7 Aan de leden van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 2500EJ20350 uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 september 2009 onderwerp IPO-reactie bij kabinetsstandpunt over Spoor in beweging Geachte mevrouw, geachte heer, Met genoegen heeft het Interprovinciaal Overleg (IPO) kennis genomen van het kabinetsstandpunt over Spoor in beweging, het eindrapport bij de evaluatie van de spoorwetgeving. Het IPO heeft actief bijgedragen aan de evaluatie. Wij herkennen veel van onze inbreng in het standpunt van het kabinet. Ter voorbereiding van de hoorzitting door Uw Commissie op 8 oktober a.s. brengen wij echter graag nog het volgende onder uw aandacht. Zoals u heeft verzocht gaan wij hier in op de volgende aspecten van de spoorwetgeving (over het leerstuk van de samenloop hebben wij geen opmerkingen): 1. de rol van NS bij het beheer van regionale stations en dienstverlening aan andere vervoerders - NS moet zijn reizigersinformatie delen met decentrale vervoerders Om de reiziger een multimodaal vervoersnetwerk te bieden dat aansluit op het Hoofdrailnet is het noodzakelijk dat de decentrale vervoerder beschikt over actuele reizigersinformatie van NS. Tot nu toe stelt NS dat niet beschikbaar aan decentrale vervoerders. De provincies willen dat NS zijn actuele reizigersinformatie wel gaat delen met decentrale vervoerders. Dit past bovendien in de voorgestelde maatregel dat NS bijkomende diensten en voorzieningen aan decentrale vervoerders ter beschikking stelt. - Decentrale overheid die investeert in een stationslocatie moet daar zelf eigenaar van worden Als een decentrale overheid of vervoerder investeert in een grondpositie van NS wordt NS de eigenaar van die investering. Dat weerhoudt de decentrale concessiepartners ervan te investeren. De decentrale overheid die investeert in een grondpositie van NS moet daar ook de eigenaar van worden. Dit geldt ook voor de bouw van nieuwe stationsvoorzieningen waaraan alleen gedecentraliseerd spoor halteert. Dat stimuleert die decentrale overheid om investeringen te doen Inlichtingen bij : mw. Mr. F.H.M. (Florine) Bouritius Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : geen
8 - 2 - rond het station zodat die ten goede komen aan de reiziger en dus commercieel interessant zijn voor de vervoerder. In het verlengde daarvan willen de provincies bovendien meer zeggenschap over investeringen in de spoorinfrastructuur die Prorail op verzoek en op kosten van de betreffende provincie uitvoert. - Bijkomende diensten en voorzieningen Het rijk gaat deze essentiële voorwaarden voor reizigersvervoer, zoals kaartautomaten, wachtruimtes, personeelsruimtes, enz., opnemen in een nieuwe AMVB. NS voert met de decentrale vervoerders overleg over de beschikbaarstelling daarvan door NS aan hen. Het IPO wil dat NS deze voorzieningen onvoorwaardelijk of op redelijke voorwaarden aan decentrale vervoerders op het betreffende station ter beschikking stelt, zoals ook het Europese recht eist. Hoe dat wordt gewaarborgd moet echter nog duidelijk worden. 2. de aanbesteding en de reikwijdte van het hoofdrailnet en vervoersconcessies - Gunning aan een vervoerder van het nieuwe, nader te bepalen hoofdrailnet per 2015 pas na advies van de provincies over de nieuwe vervoerconcessie. Marktwerking in het OV vraagt om eerlijke mededinging en dat levert het beste product op voor de reiziger. Dat is het formele uitgangspunt van de decentralisatie en introductie van die marktwerking bij het OV met de Wet Personenvervoer De spoorevaluatie laat zien dat level playing field ook in de praktijk een voorwaarde is voor gezonde verhoudingen tussen partners in de vervoerssector. Publieke sturing van de vervoerder op het nieuwe hoofdrailnet vindt plaats via een nieuwe vervoerconcessie. Daarom willen de provincies, als mede-opdrachtgever in het OV, adviseren over de inhoud van die nieuwe vervoerconcessie voor het nieuwe hoofdrailnet. De provincies willen ook beter betrokken worden bij de uitvoering van die vervoerconcessie na Opdat dat de marktwerking in het OV ten goede komt. - De maximale concessieperiode voor decentraal vervoer moet zo worden verlengd dat investeren in nieuw materieel voor de vervoeder economisch aantrekkelijk wordt De concessieduur voor decentraal spoorvervoer is op Europees niveau beperkt tot maximaal 15 jaar. Daardoor is de aanschaf van nieuw, bijvoorbeeld light, treinmaterieel relatief duur voor de vervoerder. Dat ontmoedigt de introductie van light materieel op het decentraal spoor. Terwijl lighttrain juist de toekomst is uit oogpunt van reizigerscomfort, hoge frequentie en beperking van de gebruikskostenvergoeding. Verlenging van de maximale concessieperiode is daarom wenselijk. - Per 2015 verdere decentralisatie van treindiensten aan de provincies Voor de langere termijn, onder de nieuwe vervoerconcessie per 2015, bepleiten de provincies aanpassing van de ordening. Provincies willen dat meer treindiensten gedecentraliseerd worden. Het betreft treindiensten die ruggengraat kunnen zijn voor een multimodaal netwerk in het stads- en streekvervoer en waarvoor de betreffende provincie opdrachtgever wil zijn. Maatwerk per provincie is daarbij het uitgangspunt. Volgens de recente kabinetsnota Mobiliteitsaanpak zijn deze samenhangende regionale OV-systemen met spoor als ruggengraat een belangrijke oplossing voor de fileproblematiek. Alleen aanbesteding van een dergelijk multimodaal vervoersnetwerk als geheel biedt het beste deur-tot-deur-product aan de reiziger. De provincies zijn daar verantwoordelijk voor en doen dat goed. Decentralisatie aan betrokken provincies van meer treindiensten als ruggengraat van OV-netwerken ligt dus voor de hand. Het IPO bepleit dit ook bij de actuele opstelling van de regionale OV-visie door de minister in opdracht van uw Kamer.
9 - 3 - Wij adviseren u de decentralisatie per 2015 van deze diensten aan betreffende provincies reeds nu, bij de behandeling van dit kabinetsstandpunt, te bepleiten. Dit, met het oog op de besluitvorming in 2010 over de vervoerconcessie en de omvang van het hoofdrailnet per de aanbesteding en eventuele splitsing van onderhoud en beheer - Gegarandeerd onderhoud decentrale spoorinfra Nog niet is gewaarborgd dat ook de spoorinfra voor de gedecentraliseerde treindiensten aan minimumeisen van onderhoud moet voldoen. De Beheerconcessie eist slechts een gemiddelde mate van onderhoud op het gehele net. Dit kan al worden gerealiseerd door zeer goed onderhoud op de ene lijn (lees: Hoofdrailnet) en gebrekkig onderhoud op de andere lijn (lees: rail voor gedecentraliseerd spoor). Alsnog dient te worden gegarandeerd dat ProRail ook op de infra voor gedecentraliseerd spoor aan minimumeisen van onderhoud voldoet. - Op rail voor gedecentraliseerde treindiensten waar alleen light train rijdt moeten geen veiligheidseisen voor zwaar goederenvervoer worden gesteld De provincies zetten modern licht treinmaterieel in bij het gedecentraliseerd spoorvervoer. Dat maakt stoppen en optrekken gemakkelijker dan heavy train. Dat past bij de hoge frequenties op de kortere afstand waarvoor decentraal spoor als ruggengraat van een OV-netwerk ideaal is. Goederenvervoer komt op deze sporen in de praktijk niet voor. Deze uitlopers van de railinfra structuur moeten echter formeel wel voldoen aan alle veiligheidseisen alsof zwaar goederenvervoer er overheen rijdt. Dat is dus onnodig en onnodig duur. De provincies bepleiten om op spoorinfrastructuur voor gedecentraliseerde treindiensten alleen veiligheidseisen te stellen die noodzakelijk zijn voor light-train in plaats van evenzeer voor zwaar goederenvervoer. Dat spaart geld uit dat ten goede kan komen aan wèl noodzakelijke investeringen in decentrale spoorinfra. - Gebruiksvergoeding De provincies delen het uitgangspunt in het kabinetsstandpunt dat de kernbegrippen bij de vaststelling van de gebruiksvergoeding duidelijkheid, transparantie, stabiliteit en betere benutting moeten zijn. Wij voegen daar graag het kernbegrip level playing field aan toe. Verder vindt het IPO dat het op te stellen beleidskader in overeenstemming met de provincies moet worden vastgesteld. De provincies zijn immers op gelijke voet als het rijk opdrachtgevers voor vervoerders op het spoor. Zij hebben evenzeer belang bij marktwerking tussen vervoerders en bij een gezonde spoorinfrastructuur. 4. de capaciteitsverdeling - Capaciteitstoedeling De provincies willen ook level playing field, dus een evenredige kans van slagen bij de toedeling van spoorcapaciteit. Als de voorgestelde voorrang voor decentraal spoor op goederen goed wordt uitgevoerd (immers onder voorwaarden) levert dat een belangrijke bijdrage. Dat geldt ook voor de voorgestelde prestatie-afspraken met vervoerders over onttrekking voor onderhoud. Bij de voorgestelde toetsing-vooraf door ProRail van een voorgenomen decentrale vervoerconcessie rijst echter de vraag waaraan ProRail toetst. En wat er vervolgens met het advies van ProRail moet gebeuren. Maatwerk voor regio s en tegelijkertijd meten met gelijke maat tussen partners op het spoor vragen wel om transparantie op dat punt. Ook de invulling van de nieuwe algemene indicator klanttevredenheid is nog onbekend. En de voordelen van de voorgenomen capaciteitsuitbreiding van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS)
10 - 4 - mogen niet onevenredig meer ten goede komen aan NS-vervoer boven gedecentraliseerd treinvervoer. Wel zouden deze investeringen de feederfunctie van het HRN t.b.v. decentraal spoor moeten versterken. Bovendien bereidt de minister binnen het PHS een Herroutering Goederenvervoer en een Basisnet voor vervoer gevaarlijke stoffen voor. Deze elementen van het PHS mogen geen afbreuk doen aan de voorgenomen voorrang voor decentraal spoor op goederenvervoer bij de capaciteitstoedeling. En verder: - Adviesrecht DO s aan ProRail Bij de aangekondigde verdere uitwerking van het adviesrecht over het concept-beheerplan aan ProRail dient te worden vastgelegd dat de motivering van afwijken openbaar moet zijn. Anders is de beoogde democratische controle niet mogelijk en is het nieuwe adviesrecht dus vrijblijvend. Beleidsinhoudelijk bepleiten wij dat de DO s via dit adviesrecht kunnen meebeslissen over de besteding van budgetten die uw Kamer vaststelt voor beheer en onderhoud van decentrale spoorinfrastructuur. - Relatie NS en DO s: samenwerking, aanvullende contracten De grotere rijkssturing van NS ten aanzien van de samenwerking met decentrale overheden uit zich al in het voornemen van NS om desgewenst via aanvullende contracten met decentrale overheden extra vervoersdiensten te leveren. Aandachtspunt daarbij is echter dat het rijk als opdrachtgever aan NS zijn verantwoordelijkheid voor een goede dienstverlening door NS blijft nemen en de noodzakelijke inzet op het spoor niet afwentelt op de betrokken provincie. Deze aanvullende contracten mogen dus geen gedwongen co-financiering door de provincie betekenen. - Rijkstoets werken voor derden in beheerplan Met een op te stellen indicator toetst het rijk of decentrale overheden tevreden zijn over de blijvende beschikbaarheid van de spoorinfra, terwijl er in de nabijheid daarvan aan de weginfrastructuur (in hun opdracht) of de spoorinfrastructuur wordt gebouwd. De provincies adviseren graag over de inhoud van deze nieuwe indicator. - Aanpassing concessies, kan dat? Op verschillende plaatsen wordt aangekondigd dat de Vervoer- dan wel Beheerconcessie wordt aangepast om een doel te bereiken. Het is de vraag of het rijk dat eenzijdig kan doen. Of staat daar een genoegdoening van het rijk tegenover? Wat voor genoegdoening? - Periodieke voortgangsrapportage Tenslotte bepleiten wij dat de minister uw Kamer periodiek informeert over de uitvoering van dit kabinetsstandpunt. Veel voornemens moeten immers nog worden uitgewerkt. Een periodieke voortgangsrapportage aan uw Kamer bevordert een vlotte uitvoering van de plannen en maakt de voortgang bovendien transparant. Wij kijken uit naar de hoorzitting op 8 oktober a.s. ter voorbereiding van de behandeling van het kabinetsstandpunt over Spoor in beweging door uw Kamer. Met vriendelijke groet,
11 - 5 - INTERPROVINCIAAL OVERLEG drs. G. Beukema, algemeen directeur
12 - 6 -
13 Aan de leden van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 2500EJ20350 uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 september 2009 onderwerp IPO-reactie bij kabinetsstandpunt over Spoor in beweging Geachte mevrouw, geachte heer, Met genoegen heeft het Interprovinciaal Overleg (IPO) kennis genomen van het kabinetsstandpunt over Spoor in beweging, het eindrapport bij de evaluatie van de spoorwetgeving. Het IPO heeft actief bijgedragen aan de evaluatie. Wij herkennen veel van onze inbreng in het standpunt van het kabinet. Ter voorbereiding van de hoorzitting door Uw Commissie op 8 oktober a.s. brengen wij echter graag nog het volgende onder uw aandacht. Zoals u heeft verzocht gaan wij hier in op de volgende aspecten van de spoorwetgeving (over het leerstuk van de samenloop hebben wij geen opmerkingen): 1. de rol van NS bij het beheer van regionale stations en dienstverlening aan andere vervoerders - NS moet zijn reizigersinformatie delen met decentrale vervoerders Om de reiziger een multimodaal vervoersnetwerk te bieden dat aansluit op het Hoofdrailnet is het noodzakelijk dat de decentrale vervoerder beschikt over actuele reizigersinformatie van NS. Tot nu toe stelt NS dat niet beschikbaar aan decentrale vervoerders. De provincies willen dat NS zijn actuele reizigersinformatie wel gaat delen met decentrale vervoerders. Dit past bovendien in de voorgestelde maatregel dat NS bijkomende diensten en voorzieningen aan decentrale vervoerders ter beschikking stelt. - Decentrale overheid die investeert in een stationslocatie moet daar zelf eigenaar van worden Als een decentrale overheid of vervoerder investeert in een grondpositie van NS wordt NS de eigenaar van die investering. Dat weerhoudt de decentrale concessiepartners ervan te investeren. De decentrale overheid die investeert in een grondpositie van NS moet daar ook de eigenaar van worden. Dit geldt ook voor de bouw van nieuwe stationsvoorzieningen waaraan alleen gedecentraliseerd spoor halteert. Dat stimuleert die decentrale overheid om investeringen te doen Inlichtingen bij : mw. Mr. F.H.M. (Florine) Bouritius Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : geen
14 - 2 - rond het station zodat die ten goede komen aan de reiziger en dus commercieel interessant zijn voor de vervoerder. In het verlengde daarvan willen de provincies bovendien meer zeggenschap over investeringen in de spoorinfrastructuur die Prorail op verzoek en op kosten van de betreffende provincie uitvoert. - Bijkomende diensten en voorzieningen Het rijk gaat deze essentiële voorwaarden voor reizigersvervoer, zoals kaartautomaten, wachtruimtes, personeelsruimtes, enz., opnemen in een nieuwe AMVB. NS voert met de decentrale vervoerders overleg over de beschikbaarstelling daarvan door NS aan hen. Het IPO wil dat NS deze voorzieningen onvoorwaardelijk of op redelijke voorwaarden aan decentrale vervoerders op het betreffende station ter beschikking stelt, zoals ook het Europese recht eist. Hoe dat wordt gewaarborgd moet echter nog duidelijk worden. 2. de aanbesteding en de reikwijdte van het hoofdrailnet en vervoersconcessies - Gunning aan een vervoerder van het nieuwe, nader te bepalen hoofdrailnet per 2015 pas na advies van de provincies over de nieuwe vervoerconcessie. Marktwerking in het OV vraagt om eerlijke mededinging en dat levert het beste product op voor de reiziger. Dat is het formele uitgangspunt van de decentralisatie en introductie van die marktwerking bij het OV met de Wet Personenvervoer De spoorevaluatie laat zien dat level playing field ook in de praktijk een voorwaarde is voor gezonde verhoudingen tussen partners in de vervoerssector. Publieke sturing van de vervoerder op het nieuwe hoofdrailnet vindt plaats via een nieuwe vervoerconcessie. Daarom willen de provincies, als mede-opdrachtgever in het OV, adviseren over de inhoud van die nieuwe vervoerconcessie voor het nieuwe hoofdrailnet. De provincies willen ook beter betrokken worden bij de uitvoering van die vervoerconcessie na Opdat dat de marktwerking in het OV ten goede komt. - De maximale concessieperiode voor decentraal vervoer moet zo worden verlengd dat investeren in nieuw materieel voor de vervoeder economisch aantrekkelijk wordt De concessieduur voor decentraal spoorvervoer is op Europees niveau beperkt tot maximaal 15 jaar. Daardoor is de aanschaf van nieuw, bijvoorbeeld light, treinmaterieel relatief duur voor de vervoerder. Dat ontmoedigt de introductie van light materieel op het decentraal spoor. Terwijl lighttrain juist de toekomst is uit oogpunt van reizigerscomfort, hoge frequentie en beperking van de gebruikskostenvergoeding. Verlenging van de maximale concessieperiode is daarom wenselijk. - Per 2015 verdere decentralisatie van treindiensten aan de provincies Voor de langere termijn, onder de nieuwe vervoerconcessie per 2015, bepleiten de provincies aanpassing van de ordening. Provincies willen dat meer treindiensten gedecentraliseerd worden. Het betreft treindiensten die ruggengraat kunnen zijn voor een multimodaal netwerk in het stads- en streekvervoer en waarvoor de betreffende provincie opdrachtgever wil zijn. Maatwerk per provincie is daarbij het uitgangspunt. Volgens de recente kabinetsnota Mobiliteitsaanpak zijn deze samenhangende regionale OV-systemen met spoor als ruggengraat een belangrijke oplossing voor de fileproblematiek. Alleen aanbesteding van een dergelijk multimodaal vervoersnetwerk als geheel biedt het beste deur-tot-deur-product aan de reiziger. De provincies zijn daar verantwoordelijk voor en doen dat goed. Decentralisatie aan betrokken provincies van meer treindiensten als ruggengraat van OV-netwerken ligt dus voor de hand. Het IPO bepleit dit ook bij de actuele opstelling van de regionale OV-visie door de minister in opdracht van uw Kamer.
15 - 3 - Wij adviseren u de decentralisatie per 2015 van deze diensten aan betreffende provincies reeds nu, bij de behandeling van dit kabinetsstandpunt, te bepleiten. Dit, met het oog op de besluitvorming in 2010 over de vervoerconcessie en de omvang van het hoofdrailnet per de aanbesteding en eventuele splitsing van onderhoud en beheer - Gegarandeerd onderhoud decentrale spoorinfra Nog niet is gewaarborgd dat ook de spoorinfra voor de gedecentraliseerde treindiensten aan minimumeisen van onderhoud moet voldoen. De Beheerconcessie eist slechts een gemiddelde mate van onderhoud op het gehele net. Dit kan al worden gerealiseerd door zeer goed onderhoud op de ene lijn (lees: Hoofdrailnet) en gebrekkig onderhoud op de andere lijn (lees: rail voor gedecentraliseerd spoor). Alsnog dient te worden gegarandeerd dat ProRail ook op de infra voor gedecentraliseerd spoor aan minimumeisen van onderhoud voldoet. - Op rail voor gedecentraliseerde treindiensten waar alleen light train rijdt moeten geen veiligheidseisen voor zwaar goederenvervoer worden gesteld De provincies zetten modern licht treinmaterieel in bij het gedecentraliseerd spoorvervoer. Dat maakt stoppen en optrekken gemakkelijker dan heavy train. Dat past bij de hoge frequenties op de kortere afstand waarvoor decentraal spoor als ruggengraat van een OV-netwerk ideaal is. Goederenvervoer komt op deze sporen in de praktijk niet voor. Deze uitlopers van de railinfra structuur moeten echter formeel wel voldoen aan alle veiligheidseisen alsof zwaar goederenvervoer er overheen rijdt. Dat is dus onnodig en onnodig duur. De provincies bepleiten om op spoorinfrastructuur voor gedecentraliseerde treindiensten alleen veiligheidseisen te stellen die noodzakelijk zijn voor light-train in plaats van evenzeer voor zwaar goederenvervoer. Dat spaart geld uit dat ten goede kan komen aan wèl noodzakelijke investeringen in decentrale spoorinfra. - Gebruiksvergoeding De provincies delen het uitgangspunt in het kabinetsstandpunt dat de kernbegrippen bij de vaststelling van de gebruiksvergoeding duidelijkheid, transparantie, stabiliteit en betere benutting moeten zijn. Wij voegen daar graag het kernbegrip level playing field aan toe. Verder vindt het IPO dat het op te stellen beleidskader in overeenstemming met de provincies moet worden vastgesteld. De provincies zijn immers op gelijke voet als het rijk opdrachtgevers voor vervoerders op het spoor. Zij hebben evenzeer belang bij marktwerking tussen vervoerders en bij een gezonde spoorinfrastructuur. 4. de capaciteitsverdeling - Capaciteitstoedeling De provincies willen ook level playing field, dus een evenredige kans van slagen bij de toedeling van spoorcapaciteit. Als de voorgestelde voorrang voor decentraal spoor op goederen goed wordt uitgevoerd (immers onder voorwaarden) levert dat een belangrijke bijdrage. Dat geldt ook voor de voorgestelde prestatie-afspraken met vervoerders over onttrekking voor onderhoud. Bij de voorgestelde toetsing-vooraf door ProRail van een voorgenomen decentrale vervoerconcessie rijst echter de vraag waaraan ProRail toetst. En wat er vervolgens met het advies van ProRail moet gebeuren. Maatwerk voor regio s en tegelijkertijd meten met gelijke maat tussen partners op het spoor vragen wel om transparantie op dat punt. Ook de invulling van de nieuwe algemene indicator klanttevredenheid is nog onbekend. En de voordelen van de voorgenomen capaciteitsuitbreiding van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS)
16 - 4 - mogen niet onevenredig meer ten goede komen aan NS-vervoer boven gedecentraliseerd treinvervoer. Wel zouden deze investeringen de feederfunctie van het HRN t.b.v. decentraal spoor moeten versterken. Bovendien bereidt de minister binnen het PHS een Herroutering Goederenvervoer en een Basisnet voor vervoer gevaarlijke stoffen voor. Deze elementen van het PHS mogen geen afbreuk doen aan de voorgenomen voorrang voor decentraal spoor op goederenvervoer bij de capaciteitstoedeling. En verder: - Adviesrecht DO s aan ProRail Bij de aangekondigde verdere uitwerking van het adviesrecht over het concept-beheerplan aan ProRail dient te worden vastgelegd dat de motivering van afwijken openbaar moet zijn. Anders is de beoogde democratische controle niet mogelijk en is het nieuwe adviesrecht dus vrijblijvend. Beleidsinhoudelijk bepleiten wij dat de DO s via dit adviesrecht kunnen meebeslissen over de besteding van budgetten die uw Kamer vaststelt voor beheer en onderhoud van decentrale spoorinfrastructuur. - Relatie NS en DO s: samenwerking, aanvullende contracten De grotere rijkssturing van NS ten aanzien van de samenwerking met decentrale overheden uit zich al in het voornemen van NS om desgewenst via aanvullende contracten met decentrale overheden extra vervoersdiensten te leveren. Aandachtspunt daarbij is echter dat het rijk als opdrachtgever aan NS zijn verantwoordelijkheid voor een goede dienstverlening door NS blijft nemen en de noodzakelijke inzet op het spoor niet afwentelt op de betrokken provincie. Deze aanvullende contracten mogen dus geen gedwongen co-financiering door de provincie betekenen. - Rijkstoets werken voor derden in beheerplan Met een op te stellen indicator toetst het rijk of decentrale overheden tevreden zijn over de blijvende beschikbaarheid van de spoorinfra, terwijl er in de nabijheid daarvan aan de weginfrastructuur (in hun opdracht) of de spoorinfrastructuur wordt gebouwd. De provincies adviseren graag over de inhoud van deze nieuwe indicator. - Aanpassing concessies, kan dat? Op verschillende plaatsen wordt aangekondigd dat de Vervoer- dan wel Beheerconcessie wordt aangepast om een doel te bereiken. Het is de vraag of het rijk dat eenzijdig kan doen. Of staat daar een genoegdoening van het rijk tegenover? Wat voor genoegdoening? - Periodieke voortgangsrapportage Tenslotte bepleiten wij dat de minister uw Kamer periodiek informeert over de uitvoering van dit kabinetsstandpunt. Veel voornemens moeten immers nog worden uitgewerkt. Een periodieke voortgangsrapportage aan uw Kamer bevordert een vlotte uitvoering van de plannen en maakt de voortgang bovendien transparant. Wij kijken uit naar de hoorzitting op 8 oktober a.s. ter voorbereiding van de behandeling van het kabinetsstandpunt over Spoor in beweging door uw Kamer. Met vriendelijke groet,
17 - 5 - INTERPROVINCIAAL OVERLEG drs. G. Beukema, algemeen directeur
18 - 6 -
19 Aan de leden van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 2500EJ20350 uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 september 2009 onderwerp IPO-reactie bij kabinetsstandpunt over Spoor in beweging Geachte mevrouw, geachte heer, Met genoegen heeft het Interprovinciaal Overleg (IPO) kennis genomen van het kabinetsstandpunt over Spoor in beweging, het eindrapport bij de evaluatie van de spoorwetgeving. Het IPO heeft actief bijgedragen aan de evaluatie. Wij herkennen veel van onze inbreng in het standpunt van het kabinet. Ter voorbereiding van de hoorzitting door Uw Commissie op 8 oktober a.s. brengen wij echter graag nog het volgende onder uw aandacht. Zoals u heeft verzocht gaan wij hier in op de volgende aspecten van de spoorwetgeving (over het leerstuk van de samenloop hebben wij geen opmerkingen): 1. de rol van NS bij het beheer van regionale stations en dienstverlening aan andere vervoerders - NS moet zijn reizigersinformatie delen met decentrale vervoerders Om de reiziger een multimodaal vervoersnetwerk te bieden dat aansluit op het Hoofdrailnet is het noodzakelijk dat de decentrale vervoerder beschikt over actuele reizigersinformatie van NS. Tot nu toe stelt NS dat niet beschikbaar aan decentrale vervoerders. De provincies willen dat NS zijn actuele reizigersinformatie wel gaat delen met decentrale vervoerders. Dit past bovendien in de voorgestelde maatregel dat NS bijkomende diensten en voorzieningen aan decentrale vervoerders ter beschikking stelt. - Decentrale overheid die investeert in een stationslocatie moet daar zelf eigenaar van worden Als een decentrale overheid of vervoerder investeert in een grondpositie van NS wordt NS de eigenaar van die investering. Dat weerhoudt de decentrale concessiepartners ervan te investeren. De decentrale overheid die investeert in een grondpositie van NS moet daar ook de eigenaar van worden. Dit geldt ook voor de bouw van nieuwe stationsvoorzieningen waaraan alleen gedecentraliseerd spoor halteert. Dat stimuleert die decentrale overheid om investeringen te doen Inlichtingen bij : mw. Mr. F.H.M. (Florine) Bouritius Doorkiesnummer : (070) Bijlagen : geen
20 - 2 - rond het station zodat die ten goede komen aan de reiziger en dus commercieel interessant zijn voor de vervoerder. In het verlengde daarvan willen de provincies bovendien meer zeggenschap over investeringen in de spoorinfrastructuur die Prorail op verzoek en op kosten van de betreffende provincie uitvoert. - Bijkomende diensten en voorzieningen Het rijk gaat deze essentiële voorwaarden voor reizigersvervoer, zoals kaartautomaten, wachtruimtes, personeelsruimtes, enz., opnemen in een nieuwe AMVB. NS voert met de decentrale vervoerders overleg over de beschikbaarstelling daarvan door NS aan hen. Het IPO wil dat NS deze voorzieningen onvoorwaardelijk of op redelijke voorwaarden aan decentrale vervoerders op het betreffende station ter beschikking stelt, zoals ook het Europese recht eist. Hoe dat wordt gewaarborgd moet echter nog duidelijk worden. 2. de aanbesteding en de reikwijdte van het hoofdrailnet en vervoersconcessies - Gunning aan een vervoerder van het nieuwe, nader te bepalen hoofdrailnet per 2015 pas na advies van de provincies over de nieuwe vervoerconcessie. Marktwerking in het OV vraagt om eerlijke mededinging en dat levert het beste product op voor de reiziger. Dat is het formele uitgangspunt van de decentralisatie en introductie van die marktwerking bij het OV met de Wet Personenvervoer De spoorevaluatie laat zien dat level playing field ook in de praktijk een voorwaarde is voor gezonde verhoudingen tussen partners in de vervoerssector. Publieke sturing van de vervoerder op het nieuwe hoofdrailnet vindt plaats via een nieuwe vervoerconcessie. Daarom willen de provincies, als mede-opdrachtgever in het OV, adviseren over de inhoud van die nieuwe vervoerconcessie voor het nieuwe hoofdrailnet. De provincies willen ook beter betrokken worden bij de uitvoering van die vervoerconcessie na Opdat dat de marktwerking in het OV ten goede komt. - De maximale concessieperiode voor decentraal vervoer moet zo worden verlengd dat investeren in nieuw materieel voor de vervoeder economisch aantrekkelijk wordt De concessieduur voor decentraal spoorvervoer is op Europees niveau beperkt tot maximaal 15 jaar. Daardoor is de aanschaf van nieuw, bijvoorbeeld light, treinmaterieel relatief duur voor de vervoerder. Dat ontmoedigt de introductie van light materieel op het decentraal spoor. Terwijl lighttrain juist de toekomst is uit oogpunt van reizigerscomfort, hoge frequentie en beperking van de gebruikskostenvergoeding. Verlenging van de maximale concessieperiode is daarom wenselijk. - Per 2015 verdere decentralisatie van treindiensten aan de provincies Voor de langere termijn, onder de nieuwe vervoerconcessie per 2015, bepleiten de provincies aanpassing van de ordening. Provincies willen dat meer treindiensten gedecentraliseerd worden. Het betreft treindiensten die ruggengraat kunnen zijn voor een multimodaal netwerk in het stads- en streekvervoer en waarvoor de betreffende provincie opdrachtgever wil zijn. Maatwerk per provincie is daarbij het uitgangspunt. Volgens de recente kabinetsnota Mobiliteitsaanpak zijn deze samenhangende regionale OV-systemen met spoor als ruggengraat een belangrijke oplossing voor de fileproblematiek. Alleen aanbesteding van een dergelijk multimodaal vervoersnetwerk als geheel biedt het beste deur-tot-deur-product aan de reiziger. De provincies zijn daar verantwoordelijk voor en doen dat goed. Decentralisatie aan betrokken provincies van meer treindiensten als ruggengraat van OV-netwerken ligt dus voor de hand. Het IPO bepleit dit ook bij de actuele opstelling van de regionale OV-visie door de minister in opdracht van uw Kamer.
21 - 3 - Wij adviseren u de decentralisatie per 2015 van deze diensten aan betreffende provincies reeds nu, bij de behandeling van dit kabinetsstandpunt, te bepleiten. Dit, met het oog op de besluitvorming in 2010 over de vervoerconcessie en de omvang van het hoofdrailnet per de aanbesteding en eventuele splitsing van onderhoud en beheer - Gegarandeerd onderhoud decentrale spoorinfra Nog niet is gewaarborgd dat ook de spoorinfra voor de gedecentraliseerde treindiensten aan minimumeisen van onderhoud moet voldoen. De Beheerconcessie eist slechts een gemiddelde mate van onderhoud op het gehele net. Dit kan al worden gerealiseerd door zeer goed onderhoud op de ene lijn (lees: Hoofdrailnet) en gebrekkig onderhoud op de andere lijn (lees: rail voor gedecentraliseerd spoor). Alsnog dient te worden gegarandeerd dat ProRail ook op de infra voor gedecentraliseerd spoor aan minimumeisen van onderhoud voldoet. - Op rail voor gedecentraliseerde treindiensten waar alleen light train rijdt moeten geen veiligheidseisen voor zwaar goederenvervoer worden gesteld De provincies zetten modern licht treinmaterieel in bij het gedecentraliseerd spoorvervoer. Dat maakt stoppen en optrekken gemakkelijker dan heavy train. Dat past bij de hoge frequenties op de kortere afstand waarvoor decentraal spoor als ruggengraat van een OV-netwerk ideaal is. Goederenvervoer komt op deze sporen in de praktijk niet voor. Deze uitlopers van de railinfra structuur moeten echter formeel wel voldoen aan alle veiligheidseisen alsof zwaar goederenvervoer er overheen rijdt. Dat is dus onnodig en onnodig duur. De provincies bepleiten om op spoorinfrastructuur voor gedecentraliseerde treindiensten alleen veiligheidseisen te stellen die noodzakelijk zijn voor light-train in plaats van evenzeer voor zwaar goederenvervoer. Dat spaart geld uit dat ten goede kan komen aan wèl noodzakelijke investeringen in decentrale spoorinfra. - Gebruiksvergoeding De provincies delen het uitgangspunt in het kabinetsstandpunt dat de kernbegrippen bij de vaststelling van de gebruiksvergoeding duidelijkheid, transparantie, stabiliteit en betere benutting moeten zijn. Wij voegen daar graag het kernbegrip level playing field aan toe. Verder vindt het IPO dat het op te stellen beleidskader in overeenstemming met de provincies moet worden vastgesteld. De provincies zijn immers op gelijke voet als het rijk opdrachtgevers voor vervoerders op het spoor. Zij hebben evenzeer belang bij marktwerking tussen vervoerders en bij een gezonde spoorinfrastructuur. 4. de capaciteitsverdeling - Capaciteitstoedeling De provincies willen ook level playing field, dus een evenredige kans van slagen bij de toedeling van spoorcapaciteit. Als de voorgestelde voorrang voor decentraal spoor op goederen goed wordt uitgevoerd (immers onder voorwaarden) levert dat een belangrijke bijdrage. Dat geldt ook voor de voorgestelde prestatie-afspraken met vervoerders over onttrekking voor onderhoud. Bij de voorgestelde toetsing-vooraf door ProRail van een voorgenomen decentrale vervoerconcessie rijst echter de vraag waaraan ProRail toetst. En wat er vervolgens met het advies van ProRail moet gebeuren. Maatwerk voor regio s en tegelijkertijd meten met gelijke maat tussen partners op het spoor vragen wel om transparantie op dat punt. Ook de invulling van de nieuwe algemene indicator klanttevredenheid is nog onbekend. En de voordelen van de voorgenomen capaciteitsuitbreiding van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS)
22 - 4 - mogen niet onevenredig meer ten goede komen aan NS-vervoer boven gedecentraliseerd treinvervoer. Wel zouden deze investeringen de feederfunctie van het HRN t.b.v. decentraal spoor moeten versterken. Bovendien bereidt de minister binnen het PHS een Herroutering Goederenvervoer en een Basisnet voor vervoer gevaarlijke stoffen voor. Deze elementen van het PHS mogen geen afbreuk doen aan de voorgenomen voorrang voor decentraal spoor op goederenvervoer bij de capaciteitstoedeling. En verder: - Adviesrecht DO s aan ProRail Bij de aangekondigde verdere uitwerking van het adviesrecht over het concept-beheerplan aan ProRail dient te worden vastgelegd dat de motivering van afwijken openbaar moet zijn. Anders is de beoogde democratische controle niet mogelijk en is het nieuwe adviesrecht dus vrijblijvend. Beleidsinhoudelijk bepleiten wij dat de DO s via dit adviesrecht kunnen meebeslissen over de besteding van budgetten die uw Kamer vaststelt voor beheer en onderhoud van decentrale spoorinfrastructuur. - Relatie NS en DO s: samenwerking, aanvullende contracten De grotere rijkssturing van NS ten aanzien van de samenwerking met decentrale overheden uit zich al in het voornemen van NS om desgewenst via aanvullende contracten met decentrale overheden extra vervoersdiensten te leveren. Aandachtspunt daarbij is echter dat het rijk als opdrachtgever aan NS zijn verantwoordelijkheid voor een goede dienstverlening door NS blijft nemen en de noodzakelijke inzet op het spoor niet afwentelt op de betrokken provincie. Deze aanvullende contracten mogen dus geen gedwongen co-financiering door de provincie betekenen. - Rijkstoets werken voor derden in beheerplan Met een op te stellen indicator toetst het rijk of decentrale overheden tevreden zijn over de blijvende beschikbaarheid van de spoorinfra, terwijl er in de nabijheid daarvan aan de weginfrastructuur (in hun opdracht) of de spoorinfrastructuur wordt gebouwd. De provincies adviseren graag over de inhoud van deze nieuwe indicator. - Aanpassing concessies, kan dat? Op verschillende plaatsen wordt aangekondigd dat de Vervoer- dan wel Beheerconcessie wordt aangepast om een doel te bereiken. Het is de vraag of het rijk dat eenzijdig kan doen. Of staat daar een genoegdoening van het rijk tegenover? Wat voor genoegdoening? - Periodieke voortgangsrapportage Tenslotte bepleiten wij dat de minister uw Kamer periodiek informeert over de uitvoering van dit kabinetsstandpunt. Veel voornemens moeten immers nog worden uitgewerkt. Een periodieke voortgangsrapportage aan uw Kamer bevordert een vlotte uitvoering van de plannen en maakt de voortgang bovendien transparant. Wij kijken uit naar de hoorzitting op 8 oktober a.s. ter voorbereiding van de behandeling van het kabinetsstandpunt over Spoor in beweging door uw Kamer. Met vriendelijke groet,
23 - 5 - INTERPROVINCIAAL OVERLEG drs. G. Beukema, algemeen directeur
24 - 6 -
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan Nr. 849 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000
Nadere informatieLiberalisering spoorvervoer
Liberalisering van het reizigers vervoer per spoor in Nederland Ton Spaargaren Provincie Gelderland Brussel, 24 april 2008. Voor uw beeldvorming Inwoners Oppervlakte 16,4 miljoen 41.528 km2 Voor uw beeldvorming:
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieMinuut. De Voorzitter van het Interprovinciaal Overleg De heer J. Franssen. Decentralisatie contractsector. Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Minuut Ministerie van Verkeer en Waterstaat Classificatie Aan De Voorzitter van het Interprovinciaal Overleg De heer J. Franssen Contactpersoon Postbus 16107 Erik 2500 van BC der DEN Veen HAAG Datum 25
Nadere informatie1 5 MEI 2013 ^ Onderwerp Nota van Uitgangspunten concessie treindienst Alphen aan den Rijn - Gouda 2016
5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie pjqlland ZUID Directie DRM Afdeling Mobiliteit en Milieu Registratienummer PZH-2013-389891839 {DOS-2013-0000336) Datum vergadering Gedeputeerde Staten
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000
Nadere informatieAdvies van de consumentenorganisaties in het LOCOV inzake exploitatie van stationsstallingen
Advies van de consumentenorganisaties in het LOCOV inzake exploitatie van stationsstallingen Landelijk Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer LOCOV-99/18 8 maart 1999 Advies van de consumentenorganisaties
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan Nr. 313 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatie4 e spoorpakket. Masja Stefanski. Directie Openbaar Vervoer en Spoor
4 e spoorpakket Masja Stefanski Directie Openbaar Vervoer en Spoor 16 mei 2013 Inhoudsopgave 1. Historie Europese spoorregelgeving 2. Nederlandse spoormarkt en Lange termijn spooragenda 3. Inhoud 4 de
Nadere informatieOan Provinsjale Steaten
Oan Provinsjale Steaten Gearkomste : 19 septimber 2012 Wurklistnûmer : 04B Beliedsprogramma : Stêd en Plattelân Ôfdieling : S&P Behanneljend amtner : C. Dijkman Tastel : 5624 Registraasjenûmer : Primêr
Nadere informatieHierbij beantwoord ik de vragen van het lid Van Helvert (CDA) over het station in Eijsden.
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000 F 070-456
Nadere informatieOverzicht van stemmingen in de Tweede Kamer
Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening Datum 15 december 2011 Betreffende
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 914 Wijziging van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000 en enige andere wetten in verband met de implementatie van richtlijn (EU) 2016/797
Nadere informatieNota naar aanleiding van het verslag. Inleiding
34 914 Wijziging van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000 en enige andere wetten in verband met de implementatie van richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016
Nadere informatieCamiel Eurlings, minister van Verkeer en Waterstaat en Bas Verkerk, regiobestuurder van het Stadsgewest Haaglanden
Capaciteitsuitbreiding spoor Den Haag - Rotterdam Doel Baanvak Den Haag Rotterdam geschikt maken om te voldoen aan de toenemende vraag naar spoorvervoer en tegelijkertijd het aanbod aan openbaar vervoer
Nadere informatieSamenwerkingsovereenkomst BrabantStad NS Groep N.V.
Samenwerkingsovereenkomst BrabantStad NS Groep N.V. 7 oktober 2005 Samenwerkingsovereenkomst BrabantStad - NS Groep N.V. De hieronder aangegeven partijen De Provincie Noord-Brabant in haar hoedanigheid
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan Nr. 416 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der
Nadere informatieProgramma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Corridor Amsterdam - Alkmaar
Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Corridor Amsterdam - Alkmaar Gemeenteraad Castricum 25 juni 2014 Robert de Jong (IenM) Inhoud presentatie Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Maatregelen
Nadere informatieVoorzitter van de vaste commissie Verkeer en Waterstaat van de Tweede Kamer der Staten Generaal De heer J.J. Atsma Postbus EA Den Haag
Voorzitter van de vaste commissie Verkeer en Waterstaat van de Tweede Kamer der Staten Generaal De heer J.J. Atsma Postbus 20018 2500 EA Den Haag Geachte heer Atsma, Onderwerp Toelichting op onderdelen
Nadere informatieMeer regiosprinters, Minder file s. Rob Roskes Provincie Gelderland
Meer regiosprinters, Minder file s Rob Roskes Provincie Gelderland Waar hebben we het nu over? Een trein die valt onder de spoorwegwetgeving Alle vervoerders (totale spoorwegnet) De bediening van de vervoersmarkt
Nadere informatiePHS corridor Alkmaar Amsterdam Opstellen Sprinter materieel
PHS corridor Alkmaar Amsterdam Opstellen Sprinter materieel 19:00 19:15 Presentatie IenM 19:15 20:00 Presentatie ProRail 20:00 21:00 Informatie markt 21:00 Gelegenheid tot plenair aandragen zorgen en belangen
Nadere informatieOnderzoeksopdracht scenario s naar de ordening op het spoor op de langere termijn
Onderzoeksopdracht scenario s naar de ordening op het spoor op de langere termijn Onderzoek In de reactie op het rapport van de parlementaire enquête Fyra heeft het kabinet toegezegd vier hoofdscenario
Nadere informatieKabinetsstandpunt naar aanleiding van het eindrapport van de evaluatie van de spoorwetgeving
Spoor in beweging Kabinetsstandpunt naar aanleiding van het eindrapport van de evaluatie van de spoorwetgeving Vlot bewegen.veilig leven. Verkeer en Waterstaat. Spoor in beweging Kabinetsstandpunt naar
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieLandelijk Overleg Consumentenbelangen OV T.a.v. de consumentenorganisaties vertegenwoordigd in het Locov Postbus
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag Landelijk Overleg Consumentenbelangen OV T.a.v. de consumentenorganisaties vertegenwoordigd in het Locov Postbus 20905 2500 EX Den Haag Den Haag Postbus 20901
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 22 026 Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam Brussel Parijs Nr. 124 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan
Nadere informatie31305 Mobiliteitsbeleid. Nr. 200 Brief van de minister van Infrastructuur en Milieu. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
31305 Mobiliteitsbeleid Nr. 200 Brief van de minister van Infrastructuur en Milieu Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 10 april 2012 Hierbij bied ik u, mede namens de provincies
Nadere informatieOV SAAL MLT. Openbaar Vervoer Schiphol- Amsterdam Almere Lelystad Middellange Termijn
OV SAAL MLT Openbaar Vervoer Schiphol- Amsterdam Almere Lelystad Middellange Termijn Presentatie Klankbordgroep Cees de Vries regiodirecteur ProRail Inhoud: OV SAAL MLT in context Toelichting verkende
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 27 482 Nieuwe algemene regels over de aanleg, het beheer, de toegankelijkheid en het gebruik van spoorwegen alsmede over het verkeer over spoorwegen
Nadere informatieConcessie Rail Adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH Eric Bavelaar, Directeur Openbaar Vervoer Vervoersautoriteit MRDH 17 juni 2015
Concessie Rail 2016 Adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH Eric Bavelaar, Directeur Openbaar Vervoer Vervoersautoriteit MRDH 17 juni 2015 Context Twee railconcessies: Rail Rotterdam: Tram en Metro (inclusief
Nadere informatieDag van de Light Rail. Willem Benschop, directeur Vervoersautoriteit MRDH 28 januari 2015
1 Dag van de Light Rail Willem Benschop, directeur Vervoersautoriteit MRDH 28 januari 2015 Inhoud 1. De Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag Opheffing stadsregio s Waarom opschaling? 2.
Nadere informatieOV VERVOERDER 5 DECENTRALE OVERHEID
Bijlage 2: Conflicten en toezicht De gekozen ordening van de OV-sector heeft ertoe geleid dat er diverse relaties bestaan waar zich in theorie kunnen voordoen en waar dus toezicht nodig zou kunnen zijn:.
Nadere informatieMinisterie van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EX 's-gravenhage. Den Haag,
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus 20901 2500 EX 's-gravenhage Den Haag, Aantal bijlagen : 1 Uw kenmerk : IenW/BSK-2018/106138 Ons kenmerk : ACM/UIT/506013
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan Nr. 857 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Nadere informatieMaarten C.W. Janssen. Meer concurrentie op of om het spoor? 19 oktober 2018
Maarten C.W. Janssen Meer concurrentie op of om het spoor? 19 oktober 2018 Marktordening geen doel op zich Spoorvervoer moet kwalitatief hoogwaardig zijn, bijdragen aan een goede bereikbaarheid in Nederland
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 987 Evaluatie spoorwetgeving Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieAntwoord 1 Ja. Schiedam Centrum is een van de regionale knooppunten, vergelijkbaar met stations als Rotterdam Blaak en Rotterdam Alexander:
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000
Nadere informatieDynamische regio s en spoorvervoer. discussiepaper
Dynamische regio s en spoorvervoer discussiepaper Gerd Korpershoek Nederlandse Spoorwegen gerd.korpershoek@ns.nl Bas Bakker Nederlandse Spoorwegen bas.bakker@ns.nl Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch
Nadere informatieOnderzoek naar de reikwijdte van het hoofdrailnet en de samenloop
Onderzoek naar de reikwijdte van het hoofdrailnet en de samenloop Eindrapport Opdrachtgever: Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Directie Spoorvervoer ECORYS Nederland BV, in samenwerking met ARCADIS
Nadere informatie1
Geachte voorzitter, Hierbij zend ik u mijn antwoorden op de vragen van de leden Middendorp en Remco Dijkstra (beiden VVD) over de aanpassing van de dienstregeling van het treinverkeer in het Rivierengebied
Nadere informatieBesluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Besluit personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd:
Besluit van tot wijziging van het Besluit personenvervoer 2000 in verband met de ingangsdata van de aanbestedingsverplichting in het openbaar vervoer en de verlenging van de maximale concessieduur Op de
Nadere informatieConcessie Rail Gemeenteraad Den Haag Gertjan Nijsink, projectleider concessieverleningen Vervoersautoriteit MRDH 2 september 2015
Concessie Rail 2016 Gemeenteraad Den Haag Gertjan Nijsink, projectleider concessieverleningen Vervoersautoriteit MRDH 2 september 2015 Context Twee railconcessies: Rail Rotterdam: Tram en Metro (inclusief
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan Nr. 811 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID Aan
Nadere informatieMethodiek voor de analyse van het economisch evenwicht van een concessie voor openbaar personenvervoer per spoor
Methodiek voor de analyse van het economisch evenwicht van een concessie voor openbaar personenvervoer per spoor 1 Inleiding 1. Per dienstregelingsjaar 2021 is het in Nederland mogelijk om op basis van
Nadere informatieConceptbeleidsvoornemen gunning vervoerconcessie hoofdrailnet
Betreft Conceptbeleidsvoornemen gunning vervoerconcessie hoofdrailnet Plesmanweg 1-6 Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag Contactpersoon Overwegende dat de vervoerconcessie voor het hoofdrailnet afloopt
Nadere informatieBijlage 10.2 Toegang tot dienstvoorzieningen en levering van diensten
Bijlage 10.2 Toegang tot dienstvoorzieningen en levering van diensten TDVLD (voorheen: bijkomende diensten en voorzieningen (BDV)) Stand van zaken 29 augustus 2013 Juridisch kader met betrekking tot de
Nadere informatieOV SAAL MLT. Openbaar Vervoer Schiphol- Amsterdam Almere Lelystad Middellange Termijn
OV SAAL MLT Openbaar Vervoer Schiphol- Amsterdam Almere Lelystad Middellange Termijn Agenda Gespreksleider: Peter van de Geer 19.30 Welkom Peter van de Geer 19.40 19.55 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieReizen zonder spoorboekje. Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
Reizen zonder spoorboekje Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Reizen zonder spoorboekje Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Reizen zonder spoorboekje Zes intercity s en zes sprinters per uur in de drukste
Nadere informatie(N.B. De rubrieken 1 t/m 5 altijd in deze volgorde uitwerken)
Nota GS Datum besluit Nummer 1999-13309 Vergaderdatum 7 september 1999 Portefeuille voor Wegen, verkeer en vervoer Portefeuille*houder H.S. de Boer Vervanger J.H.J. Verburg Onderwerp Beantwoording schriftelijke
Nadere informatieNationaal Congres Openbaar Vervoer 14 maart 2013
Nationaal Congres Openbaar Vervoer 14 maart 2013 Maurice Essers en Elisabetta Aarts Lunchbijeenkomst Wat op tafel komt I. Toegang in de spoorvervoerssector - Elisabetta Aarts II. Toegang en toetreding
Nadere informatieVervoerplan NS en Beheerplan ProRail 2008 (29984, nr. 120)
abcdefgh De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Contactpersoon Doorkiesnummer Datum 9 april 2008 Ons kenmerk VENW/DGP-2008/3273 Onderwerp Commissievragen Bijlage(n)
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000
Nadere informatieNota van B&W. onderwerp Convenant beschikbare wegen Portefeuilehouder dr. Derk Reneman
gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W onderwerp Convenant beschikbare wegen 2018 Portefeuilehouder dr. Derk Reneman Collegevergadering 14 juni 2016 inlichtingen W. Thon (0900-1 852) Registratienummer 2016.0027733
Nadere informatieAanbesteding OV-concessies Flevoland, Gelderland en Overijssel. Concept Nota van Uitgangspunten
Aanbesteding OV-concessies Flevoland, Gelderland en Overijssel Concept Nota van Uitgangspunten Doelstellingen nieuwe concessies Op basis van OV-visies volgende doelstellingen voor de nieuwe concessies
Nadere informatieAan de lezer datum 14 mei telefoon (010) betreft* Brochure Hoekse Lijn, Lightrail langs de Nieuwe Waterweg. Geachte heer, mevrouw,
STADSREGM, ^ ^ "^^" ROTTERDAM Aan de lezer datum 14 mei 2008 ons kenmerk 25673 steller» A - van Kapel telefoon (010) 4172862 uw kenmerk betreft* Brochure Hoekse Lijn, Lightrail langs de Nieuwe Waterweg
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000
Nadere informatieHierbij zend ik u mede namens de minister van Justitie de antwoorden op de vragen van het lid Gerkens over de BOA-bevoegdheid bij de NS.
abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Contactpersoon Datum 2 mei 2006 Ons kenmerk DGP/MDV/U.06.01045 Onderwerp Antwoorden op kamervragen boetebeleid
Nadere informatieCongestie op het spoor
Congestie op het spoor LEZING JOURNEE SCHADEE Nederlandse Vereniging voor Vervoerrecht Donderdag 5 april 2018 Bijdrage van Hugo Thomassen op persoonlijke titel Uitgesproken/ bewerkt door Leendert Makkinga,
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 29 mei 2013 Betreft Visie op eigendom en beheer stations
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieProvinciale Staten van Overijssel Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle
www.overijssel.nl Provinciale Staten van Overijssel Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 48 32 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum RWB/2006/2090
Nadere informatieStatenvoorstel. Beleidskader Openbaar Vervoer Drechtsteden / Alblasserwaard-Vijfheerenlanden.
Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 27 september 2016 Geheim: nee Portefuillehouder: F. Vermeulen Uiterlijke beslistermijn: 9 november 2016 Behandeld ambtenaar : J.C. Wassens E-mailadres: jc.wassens@pzh.nl
Nadere informatieSpoorboekloos reizen in de Randstad - PHS. Vlot bewegen.veilig leven. Verkeer en Waterstaat.
Spoorboekloos reizen in de Randstad - PHS Vlot bewegen.veilig leven. Verkeer en Waterstaat. Spoorboekloos reizen in de Randstad Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Spoorboekloos reizen in de Randstad Er
Nadere informatieJAARBERICHT LOCOV 2016
JAARBERICHT LOCOV 2016 1 HET LOCOV Het Locov is een overlegplatform met als kerntaken informatie-uitwisseling, overleg en advies tussen zeven consumentenorganisaties enerzijds en het ministerie van Infrastructuur
Nadere informatieBetreft: vragen ex art. 3.2 RvO m.b.t. Havenvisie Rotterdam en goederenvervoer door Noord-Brabant
Provinciale Statenfractie Noord-Brabant Betreft: vragen ex art. 3.2 RvO m.b.t. Havenvisie Rotterdam en goederenvervoer door Noord-Brabant Breda, 21 mei 2011 Geacht college, Afgelopen donderdag heeft het
Nadere informatieCode Interbestuurlijke Verhoudingen
CODE > Code Interbestuurlijke Verhoudingen Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen dragen samen de verantwoordelijkheid voor een goed bestuur van Nederland. De medeoverheden erkennen dat zij daarin
Nadere informatieLange termijn spooragenda
BEDRIJFSVERTROUWELIJK CONCEPT Lange termijn spooragenda VHS bijeenkomst 25 februari 2014 1 Aanleiding Masterplan NS en ProRail 03-02-2012 : nieuwe, zware winterdag op het spoor 16-02-2012 : Commissie Kuiken
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan Nr. 734 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Nadere informatieArriva Openbaar Vervoer N.V. Afdeling trein noordelijke lijnen T.a.v. mevrouw Dubben Postbus 626 8440 AP Heerenveen. Beste mevrouw Dubben,
Pagina 1 van 5 Arriva Openbaar Vervoer N.V. Afdeling trein noordelijke lijnen T.a.v. mevrouw Dubben Postbus 626 8440 AP Heerenveen Plaats en datum: Leeuwarden 28-07-2014 Onderwerp: Advies dienstregeling
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 22 026 Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam Brussel Parijs en Utrecht Arnhem Duitse grens Nr. 145 BRIEF VAN DE MINISTER
Nadere informatieVoorgenomen besluit IenM voor wijzigingen ten aanzien van prestatie-indicatoren in de vervoerconcessie
Voorgenomen besluit IenM voor wijzigingen ten aanzien van prestatie-indicatoren in de vervoerconcessie 2015-2025 1. Wijzigingen in prestatie-indicatoren met betrekking tot klantoordelen 1.1 Inleiding NS
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000
Nadere informatieLandelijk overleg. consumentenbelangen. openbaar vervoer
Jaarbericht 09/10 Landelijk overleg consumentenbelangen openbaar vervoer Vo o r w o o r d Jaarbericht Locov 09/10 2 Terugkijkend op 2009 zie ik een wisselend beeld. Aan de ene kant heeft de punctualiteit
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 19 oktober 2018 Betreft Voortgang omvorming ProRail
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 352 Besluit van 30 juni 2011 tot wijziging van het Besluit personenvervoer 2000 in verband met het meervoudige basistarief bij gebruik van de
Nadere informatieOntwerp Programma van Eisen concessies Bus
Ontwerp Programma van Eisen concessies Bus Adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH Sjoerd, Bosman, Directeur Openbaar Vervoer Vervoersautoriteit MRDH 16 november 2016 Concessie Stand van zaken OV-concessies
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan Nr. 666 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der
Nadere informatiemermeer Aan de leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Ruimtelijke Ontwikkeling W. Thon
mermeer Aan de leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Cluster Contactpersoon Telefoon
Nadere informatieToelichting op de Vervoerconcessie voor het hogesnelheidsnet
Toelichting op de Vervoerconcessie voor het hogesnelheidsnet 1 Achtergrond Inmiddels is de infrastructuur van de HSL-Zuid gereed gekomen voor reizigersvervoer. Deze infrastructuur bestaat uit een nieuwe
Nadere informatieEvaluatieonderzoek van het Besluit capaciteitsverdeling HSWI
SAMENVATTING Evaluatieonderzoek van het Besluit capaciteitsverdeling HSWI Er is meer schaarste op het Nederlandse spoor dan ooit tevoren. De komende jaren wordt een verdere toename van het aantal treinkilometers
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan Nr. 482 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der
Nadere informatieoktober 2009 Eindrapport corridor Den Haag Rotterdam Ruimtelijk economische effecten Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Ruimtelijk economische effecten corridor Den Haag Rotterdam Eindrapport oktober 2009 Titel Datum Versie Kenmerk Opdrachtgever Uitvoering Colofon Programma Hoogfrequent
Nadere informatieERTMS en Duurzaamheid Eric Mink. Duurzaamheid, ERTMS en LTSA
ERTMS en Duurzaamheid Eric Mink Duurzaamheid, ERTMS en LTSA 1 Duurzaamheid, ERTMS en LTSA Korte vs. lange termijn Ambitie vs. feiten 28 mei 2014 Agenda 1. Duurzaamheid en het OV: feiten 2. Korte termijn
Nadere informatieDirectie Financieringen Ons kenmerk Uw brief (kenmerk)
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieabcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Geachte voorzitter,
abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Contactpersoon Datum 15 juni 2007 Ons kenmerk RWS/SDG/2007/903 Onderwerp Financiële gevolgen verschuiven aanvangsdatum
Nadere informatieAmsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw,
Amsterdam, 3 juli 2015 Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II Geachte heer, mevrouw, Namens de Vereniging van Vermogensbeheerders & Adviseurs (hierna: VV&A ) willen wij graag van de gelegenheid
Nadere informatieOnderwerp Zienswijzen consumentenorganisaties op het onderzoek toiletten in de OV-keten
LANDELIJK OVERLEG CONSUMENTENBELANGEN OPENBAAR VERVOER Aan Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directie Spoorvervoer, Drs. J.A. Jacobs Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG Contactpersoon Doorkiesnummer drs.
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 12 februari 2015 Betreft Prestaties NS en ProRail 2014
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieOpenbaar vervoer concessie
Openbaar vervoer concessie Gemeenteraad Jordy van Slooten, fysiekdomein@regiogv.nl Januari 2019 1 2 3 Opgave en inzet Gooi en Vechtstreek MIRT Bereikbaarheid per weg en spoor staat onder druk. OV is onvoldoende
Nadere informatieActieprogramma Kabinetsstandpunt Evaluatie Wet Personenvervoer 2000
Actieprogramma Kabinetsstandpunt Evaluatie Wet Personenvervoer 2000 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Den Haag, Mei 2006 Actieprogramma Kabinetsstandpunt Evaluatie Wet Personenvervoer 2000 1 Actie 1
Nadere informatieAlgemene Rekenkamer. Ontwerp Besluit Jeugdwet; overleg op grond van artikel 96 Comptabiliteitswet Geachte heer Van Rijn,
Het De - De Het Algemene Rekenkamer Algemene Rekenkamer Lange Voorhout S Staatssecretaris van Volksgezondheid, Postbus 20015 Welzijn en Sport 2500 EA Den Haag Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG T w www.rekenkamernl
Nadere informatie\ raadsvoorstel. Voerendaal, d.d. 16 mei Nummer: 2011/6/6. Portefeuillehouder: S.M.F. Lipsch. Afdeling: Beheer. Programma: Openbare Ruimte
\ raadsvoorstel, d.d. 16 mei 2011 Nummer: 2011/6/6 Portefeuillehouder: S.M.F. Lipsch Afdeling: Beheer Programma: Openbare Ruimte Product: Station Onderwerp: Definitief ontwerp Aan de Raad. \ Voorstel Het
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 200 20 25 847 Evaluatie Wet voorzieningen gehandicapten Nr. 97 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der
Nadere informatieVraag 1 Kent u de brief van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland over de Voortgang Spoorcorridors Alphen aan den Rijn-Gouda en Leiden-Utrecht?
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatie