Motivatie voor deelname aan een open source software community

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Motivatie voor deelname aan een open source software community"

Transcriptie

1 Motivatie voor deelname aan een open source software community Dit document valt onder de Creative Commons licentie: Naamsvermelding-NietCommercieel-GelijkDelen 1.0 Nederland Afstudeerscriptie - Doctoraal Bedrijfswetenschappen Vrije Universiteit, Amsterdam Augustus 2004 Geschreven door: Begeleid door: M.E. Aalbers (Martine) dr. M.H. Huysman (Marleen) 1 e beoordeling door: dr. M.H. Huysman (Marleen) 2 e beoordeling door: prof.dr.ir. J.W.M. Gerrits (Han)

2 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Overzicht van de figuren 4 Overzicht van de tabellen 5 Overzicht van de bijlagen 6 Voorwoord 9 Samenvatting 11 1 Inleiding (met basis onderzoeksmodel en probleemstelling) 13 2 Theorie Open source software - de oorsprong Wat is open source software? Licenties Community s Vier relationele modellen Motivatie Motivatiefactoren voor deelname aan een open source software community Software verbeteren Enjoyment Reciprociteit Altruïsme Care for community Reputatie Geldbeloning 30

3 2 3 Case study Blender-software De geschiedenis Blender Foundation Blender-community s Huidige stand van zaken Kenmerken van de Blender-community s 39 4 Invulling van het onderzoek Theoretisch model Volledig onderzoeksmodel Hypothesen 48 5 Onderzoeksaanpak Enquête Response Generalisatie 54 6 Resultaten van het kwalitatieve onderzoek Betrouwbaarheidsanalyse Gemiddelden van de schalen Factoranalyse Getoetste verbanden Beschrijvende verbanden 62 7 Analyse van en discussie over de motivatiefactoren (met het nieuwe theoretische model) 67

4 3 8 Discussie en advies over het managen van de community Discussie Crowding out Advies 78 9 Conclusie 80 Bronvermelding 82 Bijlagen 89

5 4 Overzicht van de figuren 1 Basis onderzoeksmodel 14 2 De stichting en de Blender.org-community 35 3 Alle Blender-gebruikers inclusief communityleden 36 4 Aantal nieuwe leden per jaar 41 5 Uren per week besteed aan Blender-activiteiten 42 6 Rol binnen de Blender.org-community 42 7 Theoretisch model 46 8 Volledig onderzoeksmodel 48 9 Aantal respondenten Woonlocatie van de respondenten Grafische weergave van de gemiddelden van de motivatiefactoren Nieuw theoretisch model 69

6 5 Overzicht van de tabellen 1 Hoe vaak worden Blender-activiteiten door de respondenten ontplooid? 40 2 Cronbach s voor de houdingen van de leden ten opzichte van de community 43 3 Gemiddelden van de houdingen ten opzichte van de community 44 4 Cronbach s voor de motivatiefactoren 56 5 Factoranalyse 58 6 Cronbach s voor de drie factoren 59 7 Wat motiveert de mensen die niet / neutraal / wel programmeren? 59 8 In welke mate motiveren de factoren in hypothese 2b, 2c en 2d (hoofdstuk 4.3) de mensen die een bepaalde Blender-activiteit ontplooien? 60 9 Verschilt de betrokkenheid bij een community per leeftijd? Wat motiveert mensen die een bepaalde Blender-activiteit ontplooien? De mening van respondenten met verschillende rollen over de houdingen ten opzichte van de community Hypotheseoverzicht; aannemen of verwerpen? 67

7 6 Overzicht van de bijlagen 1 Open Source Definition 89 2 Overige relationele structuren 91 3 Begrippen 92 4 Enquête 93 5 Uiteindelijke vragen per schaal 99 6 Statistische methoden Geslacht Leeftijd Woonlocatie Hoe vaak worden Blender-activiteiten door de respondenten ontplooid? Aantal nieuwe gebruikers per jaar Aantal nieuwe communityleden per jaar Uren per week besteed aan Blender-activiteiten Programmeerervaring Rollen binnen de Blender.org-community Participatie op het werk? Cronbach s voor de houdingen ten opzichte van de community Vrijheidsgevoel AR-houding Tevredenheid community Tevredenheid leiderschap Gemiddelden van de houdingen ten opzichte van de community Hangt de tevredenheid over het leiderschap af van de duur van het lidmaatschap bij de community? (Dit komt neer op een Anova-analyse, met een onafhankelijke en een afhankelijke variabele, die vanaf nu als volgt weergegeven wordt: Anova [sinds. lid van de community] [tevredenheid leiderschap] Anova [woonlocatie] [Authority Ranking-houding] Anova [woonlocatie] [altruïsme, care for community, vrijheidsgevoel, tevredenheid community] Gemiddelde van vraag 18a t/m 18e Gemiddelden van vraag 19a t/m 19d 122

8 7 24 Anova [activiteit software programmeren] [Authority Ranking-houding] Anova [alle Blender-activiteiten] [alle motivatiefactoren] Software programmeren Plaatjes, filmpjes en games maken Website s maken Documentatie schrijven Anova [uren per week besteed aan Blender-activiteiten] [enjoyment, altruïsme, reputatie] Hangt het aantal uur per week dat besteed wordt aan Blender-activiteiten samen met het wel of niet gebruiken van Blender op het werk? Anova [leeftijd] [reputatie] Anova [programmeerervaring] [care for community] Anova [rol binnen Blender.org] [enjoyment, care for community, Authority Ranking-houding, tevredenheid leiderschap] Cronbach s voor de motivatiefactoren Software verbeteren Enjoyment Reciprociteit Altruïsme Care for community Reputatie Geldbeloning Gemiddelden van de motivatiefactoren Factoranalyse Anova [activiteit software programmeren] [alle motivatiefactoren] Anova [sinds. lid van de community] [care for community] Anova [leeftijd] [care for community] Anova [sinds. lid van de community] [vrijheidsgevoel, Authority Ranking-houding, tevredenheid community] Anova [leeftijd] [vrijheidsgevoel, Authority Ranking-houding, tevredenheid community] 151

9 8 39 Hangt het jaar waarin de deelnemer lid werd van een community samen met de leeftijd van deze persoon? Uit welk land komen de leden met de verschillende rollen binnen de Blender.org-community? Correlatie tussen altruïsme en reputatie 155

10 9 Voorwoord Deze scriptie schrijf ik eigenlijk ten eerste voor mijzelf, om mijn studie op een goede manier (op tijd) af te ronden. Ook schrijf ik deze scriptie voor mijn ouders die mij altijd (financieel) steunen in alle opleidingen die ik volg. En last but not least is deze scriptie voor mijn vriend en andere vrienden die het interessant vinden om te lezen. Vele van deze vrienden maken namelijk intensief gebruik van het wereldwijde web (waar het onderwerp van deze scriptie deel van uitmaakt) en onderhouden er ook veel van hun sociale contacten mee. Door het vak E-Business & ICT-Industry (september oktober 2003) ben ik geïnteresseerd geraakt in community s. Kijken naar de motivatie van individuen om deel te nemen aan een community in het algemeen zou een veel te brede scriptie opleveren, zoniet een onhaalbaar doel zijn. Daarom zal ik dit onderwerp moeten specificeren. Ten eerste zal ik kijken naar een online community. Deze community is makkelijker te analyseren en past beter bij mijn afstudeerrichting dan community s met een fysieke ontmoetingsplek. Ten tweede kies ik ervoor mij te richten op een open source software community. Het fenomeen open source software werkt als volgt: mensen passen gezamenlijk (gratis) software aan zodat het de (bijna) optimale functionaliteiten voor hen bevat. Een community is daarbij een belangrijke factor. Zonder die community s zou de open source software lang niet zo populair en goed zijn (in vergelijking met betaalde software zoals van Microsoft) als dat het nu is. Ten derde zal ik mij moeten beperken tot enkele motivatiefactoren. Ik wil namelijk gaan onderzoeken waarom mensen deelnemen aan een online open source software community. Ik zal uitleggen wat open source software is en hoe het werkt, maar de nadruk zal zeker niet liggen op het technische aspect van software en community s. Commerciële activiteiten die tegenwoordig steeds vaker met open source software worden gecombineerd komen niet aan bod, omdat de in deze scriptie onderzochte community bij een stichting hoort. De eerste belangrijke stap is het vinden van een community die mee wil werken aan mijn onderzoek. Ton Roosendaal gaf voor het vak E-Business & ICT Industry dat ik gevolgd heb een gastcollege. Hij is de oprichter van de Blender Foundation en de bijbehorende community op Omdat dit mij een interessante community lijkt en omdat ik verder nog weinig andere community s ken, heb ik Ton Roosendaal om zijn medewerking gevraagd. Hij stemde ermee in. Dit legt de basis voor het onderzoek van mijn scriptie, waar ik veel tijd en ook veel plezier in heb gestoken.

11 10 Met dank aan: Ton Roosendaal Marleen Huysman begeleiding Hans v.d. Heijden Survissimo

12 11 Samenvatting Dit onderzoek is gericht op de motivatie van mensen om deel te nemen aan een online open source software community. Open source software is software waarvan de broncode vrij beschikbaar is gesteld door de makers van deze software. Hierdoor kan iedereen de software vrij distribueren, gebruiken, bestuderen en wijzigen. Binnen een online community komen mensen bij elkaar om hun kennis en ervaringen te delen over een gemeenschappelijke interesse die deze mensen hebben. Een dergelijke community is erg belangrijk bij het ontwikkelen van open source software. De vrijheden van open source software maken het mogelijk de software in een grote groep te ontwikkelen, waardoor de kwaliteit van de software erg goed is. Het onderzoek bestaat uit twee delen. Er is een community onderzocht door middel van enkele interviews en een enquête. Op deze manier is er een case study gedaan bij de community s van Blender (open source software voor driedimensionale beelden) en in het bijzonder de community die hoort bij de Blender Foundation, waar het specifiek draait om het ontwikkelen van de software. Bekeken is wat de kenmerken zijn van de leden, wat de motivatie is van de leden om mee te doen en of er relaties zijn tussen deze twee factoren. Daarnaast zijn er enkele vragen gesteld waaruit blijkt wat de leden vinden van (onder andere het management) van de community. Dit om later te kunnen adviseren hoe de Blender.org-community het beste gemanaged kan worden. Het andere deel van het onderzoek is gericht op het toetsen van theorie aan de praktijk: zijn de motivatiefactoren die besproken worden in de theorie ook daadwerkelijk aanwezig bij de leden van online open source software community s? Vaak worden motivatiefactoren opgedeeld in intrinsieke en extrinsieke motivatiefactoren. Intrinsieke factoren bestaan om een directe behoefte te bevredigen en extrinsieke factoren veroorzaken juist een indirecte tevredenheid. De factoren die in dit onderzoek worden onderzocht zijn: gemotiveerd zijn door de wil de software te willen verbeteren, het is leuk, je hoopt hulp terug te krijgen als je ook iemand helpt (reciprociteit), je graag iemand helpt zonder daar iets voor terug te krijgen (altruïsme), je erg betrokken bent bij de community, je een reputatie wilt vergaren en je een geldbeloning wilt voor het deelnemen aan een community. De eerste vijf motieven zijn intrinsiek; de motieven een reputatie op te willen bouwen en een geldbeloning te willen ontvangen vallen onder extrinsieke motivatie. De enquête is door 747 personen ingevuld en uit de resultaten van de enquête blijkt dat de motivatiefactoren uit de theorie ook daadwerkelijk aanwezig zijn in de praktijk. Daarbij valt op dat de motivatie altruïstisch te willen zijn veel meer aanwezig is dan verwacht. Ook komt er uit de analyse naar voren dat de zeven motivaties in te delen zijn in drie factoren, die ook redelijk overeenkomen met de theorie. Dit onderzoek geeft een nieuwe bijdrage aan de bestaande theorie. Deze bestaande theorie

13 12 over verschillende classificaties van motieven is in dit onderzoek namelijk samengebracht in een model. Dit model is vervolgens statistisch onderzocht en gevalideerd, waarna met enkele aanpassingen een nieuw model tot stand is gebracht met een nieuwe manier om de motivatiefactoren in te delen, namelijk in groepsverrijkende, kennisverrijkende en zelfverrijkende motivatie. Gezien alle kenmerken van de leden en hun motivatie en mening over het management van de Blender.org-community luidt het advies een niet te strakke visie en strategie te voeren. Wel kan een meer hiërarchische structuur worden aangenomen, waarbij mensen bepaalde taken toebedeeld kunnen krijgen. Deze mensen belonen voor het uitvoeren van deze taken kan gedaan worden met een geldbeloning, maar daar moet erg zorgvuldig mee omgegaan worden vanwege de grote aanwezigheid van intrinsieke motivatie binnen de Blender-community s. De leider van de community wil graag meer hiërarchie inbrengen zodat het overzicht op de gehele community en de communicatie beter worden. Totaal gezien kunnen deze gewenste veranderingen dus doorgang vinden, zij het door middel van kleine stapjes en dus in geringe mate.

14 13 1. Inleiding Binnen de Blender-community wordt de Blender-software verbeterd en ontwikkeld door een grote groep mensen. Deze mensen en nog vele andere gebruikers van de software kunnen hierdoor gebruik maken van de nieuwste versie van de Blender-software om driedimensionale content te maken. Dit is allemaal gratis; zelfs bedrijven kunnen gratis gebruik maken van de Blender-software. Zij gebruiken het dus als middel om zelf geld mee te verdienen. Dit lijkt tegen het logische verstand in te gaan. Waarom vind Ton Roosendaal, de oprichter van de Blender Foundation, dit niet erg? Het antwoord is duidelijk en geeft een goed beeld van de gedachte achter de Blender Foundation: Als jij een kip met gouden eieren vindt, dan ga je toch ook die kip goed verzorgen? Dat is de richting waar Ton Roosendaal heen wil gaan: door de software gratis aan bedrijven te bieden hoopt hij dat bedrijven hem ondersteuning gaan bieden in de vorm van gespecialiseerde werknemers. Op die manier hoeft Ton Roosendaal zelf geen mensen aan te nemen. Iets wat Ton Roosendaal als lastig te realiseren heeft ervaren; er zijn weinig mensen die voor de Blender Foundation willen werken. Maar waarom nemen mensen dan wel vrijwillig deel aan een community? Dit onderzoek bestaat uit twee delen. Ten eerste wordt er onderzocht in welke mate motivatiefactoren bepalend zijn voor een individu om deel te nemen aan een open source software community. Hierbij wordt gekeken naar intrinsieke motivatiefactoren, omdat deze factoren vaak het meest belangrijk worden gevonden in theorieën (Tosi, Mero, Rizzo, 2000, Lakhani, von Hippel, 2002, Teigland, 2003). Daarnaast worden ook enkele extrinsieke motivatiefactoren onderzocht, die vaak beschreven zijn in theorieën (Keuning, 1998, Fehr, Gächter, 1998, Tosi, Mero, Rizzo, 2000, Noe, Hollenbeck, Gerhart, Wright, 2000, McLure-Wasko, Faraj, 2000, Torvalds, Diamond, 2001, Franke, Shah, 2001, Lerner, Tirole, 2001, Mustonen, 2002, Kelty, 2002, Ghosh, 2002, Lancashire, 2002, Lakhani, von Hippel, 2002, Fehr, Falk, 2002, Torvalds, 2002, Zeitlyn, 2003, Osterloh, Rota, Kuster, 2003). De onafhankelijke variabele is hier motivatie; de afhankelijke variabele is de deelname aan een open source software community van een individu. Dit deel van het onderzoek zal als tweede worden behandeld. Het zal een empirisch onderzoek zijn, waarbij het doel is om de theorie te toetsen in de praktijk. Er bestaat veel theorie over motivatie voor deelname aan community s, maar er is nog weinig empirisch onderzoek naar gedaan. Hier is wel behoefte aan (Andriessen, Soekijad, Keasberry, 2002). De community die voor dit doel onderzocht is is de Blender-community. Het eerste deel van dit onderzoek is dan ook een case study over Blender. Naast algemene uitspraken over motivatie voor deelname aan een open source software community in het theorietoetsende onderzoek, worden in de case study specifiekere uitspraken gedaan over de kenmerken van de leden van de Blendercommunity s. Ook wordt er belicht of de verschillende motivaties en de verschillende houdingen van

15 14 de communityleden ten opzichte van de community van invloed zijn op de manier van managen die het beste bij de Blender-community s past. De Blender Foundation, de organisatie achter deze community s, is aan groei onderhevig en daarom vraagt de oprichter van deze stichting zich af of er bepaalde veranderingen in de organisatie en de managementstijl wenselijk zijn om de verdere ontwikkeling van de Blender-software optimaal te kunnen blijven faciliteren. De deelnemers van Blender-community s zijn, naast hun motivatie deel te nemen aan een community, gevraagd naar hun mening over enkele variabelen die hun houding ten opzichte van de community meten, zodat uiteindelijk een advies kan worden gegeven over de optimale managementstijl. Na het bespreken van de theorie zal eerst de case study worden behandeld. Vervolgens wordt de verdere invulling van het onderzoek besproken en komen de resultaten van het statistische onderzoek naar de motivatiefactoren aan bod. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen theorietoetsende verbanden en beschrijvende uitkomsten van de enquête. Daarna wordt er teruggegrepen naar de case; het managen van de community wordt bediscussieerd, gevolgd door een advies. Samengevat in een model ziet het onderzoek er als volgt uit: Figuur 1, basis onderzoeksmodel De rode pijlen in dit model geven de relaties weer die getoetst zullen worden aan de hand van de hypothesen (hoofdstuk 4.3). De pijlen bij nummer 1 geven de hypothesen weer waarbij het verband tussen de kenmerken van de communitydeelnemers en de motivatie van deze deelnemers wordt onderzocht. De pijlen bij nummer 2 geven de hypothese aan waarbij wordt onderzocht in welke mate

16 15 de motivatiefactoren de deelnemers motiveren om deel te nemen aan de community. Pijl 2 zal dus slechts een gemiddelde waarde opleveren; het gaat hier niet om het aantonen van een verband. De verbanden die de groene pijlen aanwijzen worden in dit onderzoek ingevuld door een beschrijvende analyse. Deze verbanden zijn niet onderbouwd met theorie, maar wel onderzocht omdat het de basis legt voor het uiteindelijke advies over het managen van de community. Pijl 3 belicht de relatie tussen de kenmerken van de deelnemers en hun houding ten opzichte van het management (hoofdstuk 6.5) en pijl 4 beschrijft wat de houding van de deelnemers is; het geeft weer hoe de variabelen, die tezamen de houding ten opzichte van de community van de deelnemende mensen weergeven, scoren (hoofdstuk 3.6). Ook pijl 4 zal dus, net als pijl 2, alleen gemiddelde waarden opleveren. De gestippelde pijlen geven aannames weer die niet kwantitatief getoetst worden in dit onderzoek. Pijl 5 impliceert dat de motivatie van communitydeelnemers van invloed is op hun houding ten opzichte van de community: de reden waarom mensen deelnemen bepaalt mede de mening van deze mensen, bijvoorbeeld over hun tevredenheid. Als de reden waarom jij meedoet meer aandacht krijgt binnen de community dan van een ander lid, zal jouw tevredenheid waarschijnlijk hoger zijn dan die van de andere persoon. Pijl 6 stelt dat de uiteindelijke groep deelnemers, met hun specifieke kenmerken, motivaties en houdingen, invloed heeft op de manier van managen binnen de community. Dit kan zo gesteld worden omdat de leider van de onderzochte community zijn leden waardeert, wil luisteren naar hun mening en zo nodig de managementstijl wil aanpassen. Tenslotte geeft de blauwe pijl, pijl nummer 7, het in dit onderzoek te vormen advies weer (hoofdstuk 8.2). De specifieke samenstelling van de deelnemers en de huidige manier van managen geven samen aanleiding voor een advies, dat (wanneer dit wordt opgevolgd) invloed kan hebben op de motivatie en houding van de deelnemers en zelfs op de lange termijn invloed kan uitoefenen op de kenmerken van de deelnemers. Hiermee wordt bedoeld dat een verandering in het management ervoor kan zorgen dat de community een ander type mens gaat aantrekken dat geïnteresseerd is in deelname aan de community, wat kan leiden tot een andere samenstelling van de groep communityleden.

17 16 De probleemstelling van dit onderzoek bestaat uit een theoretische en een praktische vraag: Wat motiveert individuen om deel te nemen aan een online open source software community? En wat zijn hierbij de implicaties voor de manier waarop de community gemanaged kan worden? Het zal blijken dat de motivatiefactoren die genoemd worden in de theorie in de verwachte mate aanwezig zijn, met uitzondering van de motivatie mensen te helpen zonder daar wat voor terug te krijgen. Die motivatie is groter dan verwacht. Gelet op de kenmerken van de communitydeelnemers kan besloten worden het management van de community wat duidelijker aanwezig te laten zijn door een meer hiërarchische structuur aan te nemen. Een strakke visie is echter niet gewenst. Leden belonen door middel van geld is mogelijk, maar moet met grote zorgvuldigheid aangepakt worden.

18 17 2. Theorie In dit hoofdstuk over de theorie zal eerst een algemeen beeld gegeven worden van wat open source software is en wat de waarde van community s daarbij is. Hierbij wordt gestart vanuit de oorsprong van de open source software en zal ook kort stilgestaan worden bij de licenties die de voorwaarden voor het gebruik van open source software bepalen. Vervolgens wordt er beschreven wat motivatie is en welke motivatiefactoren er al dan niet aanwezig kunnen zijn voor het deelnemen aan een open source software community. Ook zijn er vier relationele modellen die kort belicht worden, omdat de leider van de Blender Foundation aangeeft de mogelijkheden van een verschuiving van het ene model, Communal Sharing, naar een ander model, Authority Ranking, te willen bekijken. 2.1 Open source software - de oorsprong Vanaf het begin van de zestiger jaren waren academische instellingen, zoals Berkeley en MIT, en andere onderzoeksinstellingen, zoals Bell Labs en Xerox s Palo Alto Research Centre, besturingssystemen aan het ontwikkelen die op meerdere computerplatforms konden draaien. Het delen van de broncode van de software was daarbij heel normaal. Open source software vindt haar oorsprong in de freeware, toen Richard Stallman begin tachtiger jaren de grondbeginselen van deze manier van softwareontwikkeling formeel wilde vastleggen (Lerner, Tirole, 2000). Zijn initiatief bracht hij in 1983 naar buiten en Stallman richtte in 1985 de Free Software Foundation (FSF) op om tegenstand te bieden aan de trend van gepatenteerde softwarepakketten en de releases van software zonder de onderliggende broncodes. Het doel van de stichting is om een free Unix-like operating system te maken. Tegenwoordig moedigt GNU, GNU is Not Unix, ook verdere ontwikkeling van software mét openbare broncodes aan ( Stallman bedoelt met free niet for free, maar free als in freedom (Demil, Lecocq, 2003, Hij vindt dat free software een andere inhoud heeft dan open source software, hoewel veel mensen vinden dat deze twee begrippen ongeveer hetzelfde betekenen. Stallman prefereert het begrip free software, omdat de open source software-beweging meer beperkingen heeft toegestaan in haar licenties. Volgens hem is free software een sociale kwestie en open source software een ontwikkelingsmethode ( Een belangrijk kenmerk van de FSF-ontwikkelingen is een licentieschema dat Copyleft wordt genoemd (Mustonen, 2002, Lakhani, von Hippel, 2002). Onder Copyleft maakt een programmeur van een programma aanspraak op de traditionele en wetmatige rechten van Copyrightbescherming en krijgt de maker een licentie op het programma, waarbij anderen het wel mogen gebruiken, aanpassen en verder distribueren (Lakhani, von Hippel, 2002). De voorwaarde daarbij is dat steeds dezelfde

19 18 licentie wordt gebruikt; de broncode en de gebruiksvrijheden zijn dus onafscheidelijk. Een gebruiker is ten minste verplicht om de software weer open te stellen voor iedereen wanneer deze gebruiker een deel van de software verandert of toevoegt (Mustonen, 2002, Lakhani, von Hippel, 2002). De software wordt dus nooit intellectueel bezit van slechts één persoon. Deze voorwaarden vallen onder de naam General Public License (GPL), wat een veelgebruikte licentie is (Mustonen, 2002). De Copyleftlicentie is gebaseerd op Copyright, maar heeft precies het tegenovergestelde ten doel: in plaats van software te privatiseren, wordt er vastgelegd dat de software open gehouden dient te worden (Demil, Lecocq, 2003). Dit is kostbaar om te waarborgen, maar als de bescherming laag is worden Copyleftcommunity s waarschijnlijk beperkt in hun distributie van software, omdat ze dan meer risico lopen om het Copyright te overtreden (Mustonen, 2002, Demil, Lecocq, 2003). Ook worden de community s kwetsbaarder ten opzichte van bedrijven, wanneer zij geen geld hebben om een goede Copyrightbescherming te kopen (Mustonen, 2002). 2.2 Wat is open source software? Open source software is software waarvan de broncode vrij beschikbaar is gesteld door de makers van deze software. De gedachte achter dit concept is vrijheid: vrijheid van distributie, vrijheid van gebruik, vrijheid te kunnen bestuderen hoe het werkt en vrijheid om de software te wijzigen ( Open source software is niet gebonden aan technologie, want het is namelijk goed mogelijk om open source software op een commercieel platform zoals Microsoft s Windows te maken. Het gaat immers om de beschikbaarheid van de broncode. De term open source zegt iets over wat men met de software mag doen. Hiertoe zijn er verschillende licenties opgesteld ( waarop verder wordt ingegaan in hoofdstuk 2.3. Bij het programmeren van software gaat het voornamelijk om een klein deel van de software dat de link naar de hardware vormt, de zogeheten kernel, wat moeilijk na te maken is. Met programmeertaal wordt software gemaakt, uitgedrukt in de source code of broncode. Vervolgens wordt het door een compiler vertaald naar machinetaal, wat alleen door pc s wordt begrepen en niet door mensen. Deze machinetaal is namelijk binair. Microsoft verkoopt haar software in deze machinetaal, zodat mensen het dus alleen kunnen gebruiken en niet zelf kunnen aanpassen. Met open source software heeft wel iedereen toegang tot de broncode. Veel open source software is gebaseerd op Linux, waarop vele uitbreidingen worden gemaakt. Deze uitbreidingen zijn zelf meestal, maar niet altijd, ook open source (Lerner, Tirole, 2001, Mustonen, 2002, Lakhani, von Hippel, 2002). Linux is net als Windows een besturingssysteem en één van de bekendste open source software. Het Open Source Initiative heeft de Open Source Definition opgesteld. Wanneer software aan deze definitie voldoet mag het de naam open source software dragen. Naast toegang tot de broncode zijn er nog tien voorwaarden die in de definitie gesteld worden. Deze zijn te vinden in bijlage 1.

20 19 Het belangrijkste (al genoemde) voordeel van open source software is de vrijheid die ermee gepaard gaat. Dit in tegenstelling tot de zogenaamde proprietary software, waarvan de licenties sterke beperkingen opleggen aan het gebruik en de verdere verspreiding ervan en wijziging gelijkstellen met diefstal. Proprietary software mag meestal alleen gebruikt worden in ruil voor een aanzienlijke vergoeding. Een tweede voordeel komt voort uit de manier van ontwikkelen van de software: open source software wordt meestal ontwikkeld en verbeterd door netwerken van erg veel programmeurs die elkaar niet persoonlijk kennen, maar samenwerken via het internet. Hierdoor heeft de software een goede kwaliteit: het evolueert snel tot robuuste, stabiele en onderhoudsvrije software. Zo worden fouten in de software snel ontdekt en in een hoog tempo hersteld (Kelty, 2002, Een hiermee samenhangend voordeel is de hoge innovatiesnelheid. Door grote netwerken op de hoogte te stellen van de aanwezige fouten, worden deze snel verholpen. Een van de oorzaken van de goede kwaliteit komt voort uit het feit dat de ontwikkeling van open source software user driven is, ofwel: de ontwikkelingen van de software worden gedreven door de wensen van de gebruikers. Door direct contact tussen de gebruikers en de programmeurs heeft de software al snel voldoende draagvlak ( Gebruikers van open source software hoeven meestal niet te betalen voor de aanschaf van de software en van nieuwe upgrades. De implementatiekosten zijn dus veel lager dan bij proprietary software. Er wordt dan ook steeds meer gebruik gemaakt van open source software (Demil, Lecocq, 2003, Er zijn zelfs toepassingen, zoals networking, waarbij er bijna alleen nog maar open source software gebruikt wordt. Zo werd bijvoorbeeld de web server software van Apache in 2000 door meer dan zestig procent van de websites gebruikt (Lakhani, von Hippel, 2002, von Hippel, von Krogh, 2003) en dit percentage groeide naar 65 procent in januari 2003 (Osterloh, Rota, Kuster, 2003). Daarmee is Apache, ontstaan in 1995, nu de dominante http-server van het wereld wijde web (Tzouris, 2002). Een andere bekende open source software naam is, zoals gezegd, Linux. In 1991 gaf Linus Torvalds de broncode van het Linux-besturingssysteem vrij op een internet-newsgroup, zoekend naar verbeteringen van de software (Lerner, Tirole, 2000, Tzouris, 2002). Linux is gebaseerd op het GNUsysteem van Stallman (Tzouris, 2002). In de beginperiode van de open source ontstonden projecten meestal vanuit academische instituten, maar tegenwoordig wordt meer en meer software verschaft door traditionele for-profit organisaties. Hier tussenin bestaan ook tussenvormen. Ook is een er een soortgelijke verschuiving opgemerkt door Eric S. Raymond: waar de softwareontwikkeling eerst plaatsvond in een kathedraal, waarin de zorgvuldige ontwikkeling plaatsvindt in kleine teams, zijn er nu ook heel veel bazaars bijgekomen, waarin allerlei verschillende groepen met verschillende benaderingen tegelijk aan de software werken

21 20 (Raymond, 1999, uit: Cubranic, 1999, Kuwabara, 2000, Tzouris, 2002, Demil, Lecocq, 2003, Hertel, Niedner, Herrmann, 2003) Eric S. Raymond en Bruce Perens zijn belangrijke personen binnen de open source stroming. Zij gaven het initiële commentaar op Stallman s free software en Perens stelde dan ook de Open Source Definition (bijlage 1) op (von Hippel, von Krogh, 2003). Raymond s homepage is te vinden op Overigens is niet iedereen het eens met de metaforen kathedraal en bazaar. Een kathedraal wordt niet gebouwd met één gericht doel, om God te vereren, maar kan juist dienen voor verschillende godsdienstige stromingen. En prijzen op een bazaar vinden hun waarde door vraag en aanbod, iets dat niet bij een gift economy (zie ook hoofdstuk 2.6.3) past (Zeitlyn, 2003). 2.3 Licenties Een licentie is een bepaalde vorm van toestemming van de licentiehouder (de auteur of producent van het programma) aan de licentienemer (de gebruiker) om het intellectueel eigendom (het programma) te gebruiken onder bepaalde voorwaarden. Deze voorwaarden kunnen nogal verschillen, daarom zijn er veel vormen van licenties. Bij open source software wordt je als gebruiker expliciet het recht gegeven om de broncode in te zien, te wijzigen, te gebruiken en verder te geven. In de meeste open source licenties is tevens opgenomen dat deze rechten je niet afgenomen mogen worden door wie dan ook. Het intellectueel eigendom van de software blijft dus bij de oorspronkelijke auteur(s) van de software. Wanneer een persoon wijzigingen aanbrengt in de broncode en deze software dan verder verspreidt, behoudt deze persoon zelf het auteursrecht op die wijzigingen. Zo kan er meer dan één auteursrechthebbende zijn voor een programma ( De meest bekende licentie is GPL (Mustonen, 2002): de licentie die geldt voor onder andere Copyleft en free software. Iedereen krijgt binnen deze licentie het recht om de software te gebruiken, aan te passen en te distribueren, onder voorwaarde dat voor de aanpassingen dezelfde rechten gelden. De software is zo dus vrij toegankelijk voor iedereen en wordt nooit privé-eigendom van iemand. Deze licentie draagt bij aan de mogelijkheid decentraal software te ontwikkelen. Je mag onder deze licentie geen pogingen doen er bedrijfsmatig winst mee te maken. Een andere bekende licentie is LGPL ( lesser GPL ). Deze licentie lijk op GPL, maar ondanks dat het net als GPL een free software license is, is het Copyleft minder sterk: de software mag onder deze licentie gebruikt worden in combinatie met modules die niet gratis zijn. Original BSD (Berkely System Distribution) staat modificaties uit winstoogmerk toe, maar er moet wel gemeld worden waar men de software vandaan heeft (door middel van een lange lijst statements). De modificaties blijven eigendom van de maker(s). Deze licentie is niet compatible (dit betekent: niet

22 21 verenigbaar ) met GPL in tegenstelling tot modified BSD. Deze licentie werkt hetzelfde als original BSD, echter mag nu de lijst statements achterwege gelaten worden. De bovengenoemde licenties zijn conform de Open Source Definition. Een noemenswaardige licentie die niet compatible is met GPL is de licentie van Netscape ( Netscape heeft in 1998 haar Communicator weggegeven aan het grote publiek en heeft ook de broncode vrijgegeven (Tzouris, 2002). Onder de Netscape Public License (NPL) mag Netscape andermans toevoegingen aan de broncode gebruiken, zelfs in haar proprietary version van het programma. Deze software kan dus gecombineerd worden met modules die niet gratis zijn. Kijk voor een uitgebreidere kijk op licenties op Er zijn enkele termen die qua inhoud op open source software lijken maar toch zeker niet hetzelfde zijn, zoals shareware, freeware en public domain software. Shareware is software waarvan kopieën mogen worden verspreid, maar de gebruikers van een dergelijke kopie moeten wel een license fee betalen en shareware heeft meestal geen vrijgegeven broncode. Freeware mag ook worden verspreid en ook hiervan is de broncode niet beschikbaar gesteld. Freeware is zeker geen free software zoals Stallman deze definieert. Public domain software heeft geen Copyright. Als de broncode beschikbaar is gesteld is het non-copylefted free software. Dit kan dan betekenen dat sommige versies van de software helemaal niet free zijn, maar dat het intellectuele eigendom privé gehouden wordt ( 2.4 Community s Een community betekent letterlijk vertaald een gemeenschap. Een online community bestaat uit een groep mensen die op internet een website hebben, waarop ze praten over een gemeenschappelijke interesse, zoals een hobby. Bij een open source software community praten de leden dus over open source software en helpen ze elkaar met het oplossen van problemen (bijvoorbeeld vanwege een fout in de software of vanwege het kennisniveau van een bepaalde gebruiker) en nieuwe functionaliteiten te ontwikkelen. Het draaiend houden van een dergelijke community is onmisbaar voor de open source software. Vaak begint de ontwikkeling van een nieuw stuk software bij een idee van één van die personen, die dit verder uitwerkt en ontwikkelt. Later in het traject moet de software dan getest en verbeterd worden en dan breekt het punt aan waarop de community s hun waarde gaan bewijzen (Osterloh, Rota, Kuster, 2003, Ook zijn community s, naast het programmeren, waardevol voor het uitvoeren van ondersteunende taken, zoals het bijhouden van nuttige informatie in een database of het beheren van de website van de community.

23 22 Kennis wordt steeds meer gezien als een belangrijk bezit en is hierbij in te delen in drie denkrichtingen. Kennis kan als een object worden gezien, kennis kan gezien worden als een bezit van een individu en kennis kan gezien worden als het bezit van een community (McLure-Wasko, Faraj, 2000, Patriotta, 2003). Kennis is dan een publiek goed. Het laatste denkbeeld past dus ook bij open source software community s. Kennis wordt daar gecreëerd en gedeeld in een sociale context. Community-leden doen er vaardigheden op en doen er vrijwillig aan mee. Mensen met soortgelijke kennis kunnen elkaar gemakkelijk opzoeken, ook al wonen ze verspreid over de gehele wereld. Het derde denkbeeld heeft dus voordelen boven de andere twee. Binnen de open source stroming vormen virtual community s of practice het derde denkbeeld (McLure-Wasko, Faraj, 2000, Tuomi, 2002). Deze community s hebben dan de volgende kenmerken: Het is een virtuele ontmoetingsplaats, waar de mensen iets gemeenschappelijks willen delen (Osterloh, Rota, Kuster, 2003) en in de loop van de tijd bouwen deze mensen een relatie met elkaar op en wordt de community een steeds hechtere groep (van Doorn, Frowein, 2001), waarin er een gezamenlijke cultuur ontstaat en waar de kosten om experts in contact met elkaar te laten komen sterk te reduceren zijn, vergeleken met markt- of hiërarchiegeoriënteerde organisaties (Osterloh, Rota, Kuster, 2003). Door op deze manier open source software te ontwikkelen gaat dit erg snel (Tuomi, 2002). Het is een succesvol innovatiemodel, waar de distributie gedreven wordt door de gebruiker, waar de intrinsiek en extrinsiek gemotiveerde mensen elkaar complementeren en waar de ontwikkeling en handhaving van regels zelfgeorganiseerd is, zonder formele centrale autoriteit. Het is efficiënter om intellectueel eigendom niet privé te houden, zoals bij open source software, als er sprake is van: lage kosten, complementaire innovatie die stukje bij beetje groeit of wanneer samenwerking tussen ontwerp en testen cruciaal is. Community s of innovation zijn te vergelijken met community s of practice. Dit zijn informele groepen die gezamenlijke kennis en interesse delen (Osterloh, Rota, 2003). Community s of practice bestaan overal, maar bij de één ben je meer betrokken dan bij de ander. Ook hebben sommige een naam en anderen niet (Wenger, 1998). De kenmerken van community s of practice komen gedeeltelijk overeen met de bovengenoemde kenmerken van een community of innovation. Er bestaat echter geen eenduidig beeld. Zo kan een community of practice ook gezien worden als een informele groep binnen een bedrijf of bedrijfstak en bestaat dus volgens dit denkbeeld níet overal. De open source software community s passen volgens dit denkbeeld in de electronic networks of practice (Teigland, 2003), waarvan de definitie wel erg lijkt op de definitie van de virtual community s of practice. De gezamenlijke cultuur en het taalgebruik van een virtuele community

24 23 (Wenger, 1998, McLure-Wasko, Faraj, 2000) zijn minder hecht en in overeenstemming met elkaar dan het geval is bij een community die face-to-face met elkaar omgaat (Teigland, 2003). De verschillen tussen deze op elkaar lijkende begrippen zijn dus erg klein en niet alle auteurs zijn het met elkaar eens over deze verschillen en vooral niet over het begrip community s of practice. Binnen community s kunnen verschillende relationele modellen van toepassing zijn. Dit onderzoek zal kijken naar een mogelijke verschuiving van de Communal Sharing-structuur naar de Authority Ranking-structuur binnen de onderzochte community. Dit zijn twee van de vier relationele modellen zoals Fiske deze beschrijft: Vier relationele modellen Alle verschillende relaties en sociale interacties tussen mensen zijn terug te brengen naar vier elementaire relationele structuren. Wel zullen alle verschillende implementaties erg variëren als gevolg van verschillen in culturen (Fiske, 1991). Mensen construeren complexe en gevarieerde sociale vormen door combinaties van deze vier modellen te implementeren volgens diverse culturele regels. Onderliggende sociale opvattingen, bekommeringen, doelen en principes worden ook ontleend aan de vier modellen om relaties mee op te bouwen. De vier structuren zijn van toepassing wanneer mensen dingen verhandelen ; het zijn de voorwaarden die de primaire standaarden van rechtvaardigheid definiëren. Ook al zijn deze modellen apart beschreven, ze zijn zelden als opzichzelfstaande modellen tegen te komen. Wel kan er vaak één als dominant aangewezen worden. De overige gevallen die niet onder één van deze vier modellen te plaatsen zijn worden als asociale of null interacties gezien. Je hebt als persoon met bijna alle mensen op de wereld een null relationship, simpelweg doordat je ze negeert. Een asociale relatie bestaat wanneer je contact hebt met iemand met als doel er alleen zelf beter van te worden (Fiske, 1992). De eerste twee relationele structuren zijn: Communal Sharing (CS): Communal Sharing is een relatie van gelijken waarin personen zich samenvoegen (voor een bepaald doel) zodat de grenzen van de individuele personen vervagen. Dit model wordt gekenmerkt door mensen die zich toeleggen op een lidmaatschap bij een groep en daarbij het gevoel hebben een gelijke identiteit te hebben. Het individuele aspect van een persoon wordt buiten beschouwing gelaten. Mensen worden binnen de groep als gelijken gezien ongeacht welke redenen de mensen hebben om mee te doen in de groep (Fiske, 1991). Er wordt dus wel erkend dat er verschillende motieven zijn om deel te nemen in een community (Fiske, 1992). Er heerst een gevoel van solidariteit, eenheid en identiteit met het geheel. De essentie van Communal Sharing is dat het een relatie is gebaseerd op plichten, gevoelens en gedachten die vriendelijkheid en gulheid genereren bij de mensen die van opvatting zijn om bij elkaar te horen. Dit is het geval bij familie, maar het komt ook bij andere

25 24 groepen mensen voor. Deze relatie ontstaat op een natuurlijke, spontane manier (Fiske, 1991). Mensen zijn altruïstisch. Ook reciprociteit speelt een rol (je neemt wat je nodig hebt en je geeft wat je kunt), maar is minder belangrijk (Fiske, 1992). Authority Ranking (AR): Authority Ranking is een transitieve en asymmetrische relatie. Het is een ongelijke relatie. Er is sprake van hiërarchie. Personen die met dit model te maken hebben zien elkaar als verschillend in sociale belangrijkheid, ofwel status. Mensen met een hogere rang hebben meer controle, meer kennis en meer gezag. Het initiatief ligt meestal bij degene met de hoogste rang en deze persoon mag ook als eerste zijn / haar keuzes en voorkeuren uiten. De mensen met een lage rang zijn veelal eerbiedig, loyaal en gehoorzaam. In ruil daarvoor krijgen ze bescherming en support (Fiske, 1991). Er is dus sprake van reciprociteit (Fiske, 1992). Bij Authority Ranking is er normaalgesproken geen sprake van dwingende macht (Fiske, 1991). Als het gaat om besluitvorming wordt informatie omhoog doorgespeeld en worden besluiten vervolgens weer omlaag doorgevoerd (Fiske, 1992). De andere twee relationele structuren zijn Equality Matching en Market Pricing. Deze twee structuren zijn in bijlage 2 opgenomen, omdat ze verder niet van belang zijn voor dit onderzoek. Er zal alleen worden gekeken naar een mogelijke verschuiving van Communal Sharing naar Authority Ranking binnen de structuur van de onderzochte community. 2.5 Motivatie Motivatie is een interne mentale stemming van een individu dat specifiek gedrag veroorzaakt. De need theory is een content-theorie voor motivatie; de theorie gaat over wat een persoon motiveert (en waarom) tot een bepaald gedrag. Volgens de need theory werkt dit als volgt: De betreffende persoon ontvangt een stimulus, waardoor de persoon een behoefte voelt (een spanning, omdat de behoefte nog niet bevredigd is) en dan gaat deze persoon op zoek naar een manier om de behoefte te bevredigen. De persoon gaat dan gedrag vertonen en gevoelens uiten. Hier kan een bevrediging van de behoefte uit voortkomen, maar de persoon kan ook nog steeds de spanning voelen en zal dan dus weer terug moeten gaan naar het punt manieren zoeken om de behoefte te bevredigen (Tosi, Mero, Rizzo, 2000). Mensen zijn volgens McGregor te onderscheiden in twee groepen. Mensen die onder theorie X vallen hebben sterke sturing en motivatie nodig (bijvoorbeeld geld) om tijdens hun werk goed te presteren; deze mensen doen niks uit zichzelf. Hier tegenover staan de mensen die onder theorie Y vallen. Deze mensen willen uit zichzelf al activiteiten ontplooien. Als de faciliteiten goed zijn, zullen deze mensen uit zichzelf gemotiveerd actie ondernemen (McGregor, 1960). Het zwakke punt van deze theorie is

26 25 echter dat mensen meestal zowel onder X als Y vallen; het is sterk afhankelijk van de situatie. Ook zijn mensen in te delen in sociaal, wat ze van nature zijn, en asociaal (Fiske, 1992). Mensen die lid zijn van een online open source software community vallen naar verwachting onder theorie Y; ze opereren zonder verplichtingen en zonder tastbare beloning in een sociale context. Vaak worden motivatiefactoren opgedeeld in intrinsieke en extrinsieke motivatiefactoren. Intrinsieke factoren bestaan om een directe behoefte te bevredigen (Osterloh, Rota, Kuster, 2003), zoals het gevoel dat je krijgt als je ergens goed in bent (Tzouris, 2002). Onder extrinsieke factoren vallen factoren die indirecte tevredenheid veroorzaken (Osterloh, Rota, Kuster, 2003), zoals een geldbeloning of erkenning van anderen (Tzouris, 2002). Deze indeling wordt vaak beschreven in kwalitatieve onderzoeken, maar wordt zelden onderzocht in kwantitatieve onderzoeken. Motivatiefactoren zijn ook op andere manieren in te delen, bijvoorbeeld als self-interest of collective-interest motivatie. Hierbij kan self-interest motivatie onderverdeeld worden in effectiviteit en intrinsieke satisfactie (Teigland, 2003). Intrinsieke motivatie wordt onderverdeeld in enjoyment based en obligation based motivatie (Osterloh, Frey, 2000, Osterloh, Rota, Kuster, 2003, Lakhani, Wolf, 2003). 2.6 Motivatiefactoren voor deelname aan een open source software community Intrinsieke en extrinsieke motivatiefactoren zijn complementair. Intrinsieke motivatie zorgt voor een goede kwaliteit van de software en behoud van de manier van samenwerken (Osterloh, Rota, 2003). De kosten om mee te doen aan een community moeten laag zijn, voordat veel mensen intrinsiek gemotiveerd worden. Een voorbeeld hiervan is reciprociteit, dat onder de obligation-based motivatie valt. De voordelen moeten tegen de kosten kunnen opwegen. Een voorwaarde voor open source software is dan ook dat het opgesplitst kan worden in modules, zodat er parallel door verschillende groepen aan gewerkt kan worden en daardoor de integratiekosten laag blijven. Verder kost het verspreiden van softwareaanpassingen haast niets en weegt het verlies dat je leidt door jouw software met anderen te delen op tegen de hulp en feedback die je zult krijgen. Zonder intrinsiek gemotiveerde fun seekers en members of the tribe zijn open source projecten niet interessant genoeg voor extrinsiek gemotiveerde personen. Extrinsieke motivatie is aanwezig bij mensen die de software willen aanpassen aan hun eigen wensen; ze verbeteren daarmee de software en bouwen een reputatie op. Beide soorten motivatie zijn van belang voor het succes van de software (Osterloh, Rota, Kuster, 2003). Het innovatiemodel waarin open source software haar ontwikkeling vindt moet dus gebaseerd zijn op een balans van intrinsieke en extrinsieke motivatie, lage kosten om deel te nemen en besturingsmechanismen die niet leiden tot crowding out van intrinsieke motivatie. Crowding out impliceert dat bij een overmatige hoeveelheid extrinsieke motivatie, de intrinsieke motivatie van

27 26 mensen sterk kan verminderen. Het is niet goed vastgesteld in welke verhouding intrinsieke en extrinsieke motivatie tot elkaar staan, maar uit onderzoek van Ghosh et al. (2002), Hars, Ou (2002) en Lakhani (2002) blijkt dat ze beide ongeveer evenveel invloed hebben (Osterloh, Rota, 2003). Er is al veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar motivatie om deel te nemen aan een community, motivatie om open source software te willen gebruiken en ook specifieke motivatie om deel te nemen aan een online open source software community. Het grootste deel hiervan is kwalitatief. Voorbeelden van motieven om bepaald gedrag te vertonen, zoals het deelnemen aan een community, zijn behoefte aan verwantschap hebben (Keuning, 1998, Tosi, Mero, Rizzo, 2000, Lakhani, von Hippel, 2002), iets betekenisvol vinden (Noe, Hollenbeck, Gerhart, Wright, 2000, Tosi, Mero, Rizzo, 2000), ergens van willen leren (McLure-Wasko, Faraj, 2000, Noe Hollenbeck, Gerhart, Wright, 2000, Lahhani, von Hippel, 2002), self-esteem en self-image willen verbeteren (Tosi, Mero, Rizzo, 2000, Lerner, Tirole, 2001, Mustonen, 2002, Lahhani, von Hippel, 2002) en gemotiveerd zijn vanuit een cultuur (Fox, Calkins, 2003). Motieven om open source software te gebruiken zijn: je hebt meer keuzevrijheid en bent dus niet afhankelijk van bijvoorbeeld Microsoft, het is gratis (of in ieder geval kostenbesparend), je bent een open source believer (ideologie), je wilt proberen om winst te maken met complementaire services, je wilt op de hoogte blijven van nieuwe open source ontwikkelingen (bedrijven kunnen zo de concurrentie beter leren kennen, open source ideeën verwerken in commerciële software en getalenteerde open source developers zelf inhuren), je wilt je de ontwikkeling van een standaard rondom een technologie van een machtige concurrent toe kunnen eigenen, je wilt gebruik maken van de interoperabiliteit van de software of je wilt kennis en contacten hebben om een eigen merk (uit winstoogmerk) te beginnen. Een bijkomend positief punt van open source software is dat het niet meer onder doet voor proprietary software op vlakken als kwaliteit en gebruiksgemak (Lerner, Tirole, 2001, Mustonen, 2002, Lahhani, von Hippel, 2002). Ook stimuleert het werken aan open source software de geest; het houdt je scherp (McLure-Wasko, Faraj, 2000, Krishnamurthy, 2002). Een community kan gezien worden als een plaats waar sociaal kennis wordt gecreëerd. Mensen doen mee aan een community om nieuwe kennis op te doen en vaardigheden te ontwikkelen. Tuomi spreekt dan over een community of practice. Hierbij willen mensen ook reputatie vergaren. Door te leren is er ook sprake van innovatie binnen de community of practice. Expertise en identiteit zijn nodig om lid te zijn van een dergelijke community of practice (Tuomi, 2002). Binnen deze sociale groepen heersen er ook bepaalde sociale normen en waarden. Vaak bepalen deze normen en waarden een deel van het gedrag van de leden van de groep. Zo handelen deze leden niet als de anderen dit onaanvaardbaar gedrag zullen vinden. De normen en waarden zorgen er ook vaak

28 27 voor dat de leden reciprociteit als een soort verplichting zien. Ook vinden mensen het fijn om goedkeuring van de mensen uit hun groep te krijgen (Fehr, Falk, 2002). Hiermee is het punt gekomen de motivatiefactoren om deel te nemen aan een online open source software community te bespreken. De vijf intrinsieke motieven die volgens de theorie belangrijk zijn worden behandeld, gevolgd door de twee extrinsieke motieven: Softwareverbetering Iemand kan deelnemen aan een community omdat de community een cooking pot is, die blijft koken doordat er nu eens iets ingestopt wordt en dan eens iets eruit gehaald wordt. Er is dan sprake van reciprociteit en ook wordt de software verbeterd (Ghosh, 2002). Mensen doen dan ook vaak mee aan een community omdat ze zelf bepaalde softwareverbeteringen nodig hebben en die op deze manier sneller kunnen verkrijgen (Tosi, Mero, Rizzo, 2000, Noe, Hollenbeck, Gerhart, Wright, 2000, Lerner, Tirole, 2001, Franke, Shah, 2001, Mustonen, 2002, Ghosh, 2002, Krishnamurthy, 2002 Teigland, 2003, Osterloh, Rota, Kuster, 2003, Hertel, Niedner, Herrmann, 2003) Enjoyment Een andere motivatiefactor die veelvuldig genoemd wordt is Fun, ofwel Enjoyment (Tosi, Mero, Rizzo, 2000, Franke, Shah, 2001, Lakhani, von Hippel, 2002, Fehr, Falk, 2002, Teigland, 2003, Osterloh, Rota, Kuster, 2003, Bonaccorsi, Rossi, 2003). Ook Linus Torvalds, de man achter Linux, heeft een open source software community opgestart vanwege de lol (Torvalds, Diamond, 2001, Hertel, Niedner, Herrmann, 2003) en ook de huidige contributors van Linux nemen voor het plezier deel aan de community. Wel kan je het woord fun in twijfel trekken: hoe leuk is het om uren achtereen te programmeren en daardoor vergeten te slapen? Meestal wordt dat dus wél leuk gevonden, ook al is het vaak niet de enige reden om deel te nemen (Ghosh, 2002) Reciprociteit Mensen nemen vaak deel aan een open source software community vanwege de reciprociteit die ze verwachten. Hiermee wordt meestal bedoeld dat mensen hulp (willen) terugkrijgen als zij dat op een dag nodig hebben (Fiske, 1991, 1992, Wenger, 1998, Fehr, Gächter, 1998, Lerner, Tirole, 2001, Lakhani, von Hippel, 2002, Mustonen, 2002, Fehr, Falk, 2002, Teigland, 2003, Osterloh, Rota, Kuster, 2003). Het staat niet vast wanneer de reciprociteit plaatsvindt en de hulp die iemand terugkrijgt hoeft ook niet hetzelfde te zijn (dat kan ook haast niet, want iemand stelt geen vragen waarvan hij of zij het antwoord al weet). De hulp kan dus van een andere waarde zijn en kan zelfs van een ander persoon

29 28 afkomstig zijn, bijvoorbeeld van iemand die wel tot dezelfde groep behoort (Fehr, Gächter, 1998). Vanuit een ander perspectief kan de wederkerigheid geuit worden in het krijgen van een geldbeloning of reputatie als tegenprestatie (Franke, Shah, 2001). Dit past bij de Market Pricing-structuur van Fiske (bijlage 2). In dit onderzoek wordt onder reciprociteit echter alleen wederkerige hulp verstaan, dus zonder materiële beloningen. Deze reciprociteit past ook het beste bij de Communal Sharing-structuur. Omdat reciprociteit negatief en positief kan zijn, is iedereen erbij gebaat dat je een aardige houding aanneemt, zodat er sprake kan zijn van positieve reciprociteit. Wanneer een persoon hulp ontvangt van iemand betekent dat ook dat er van die persoon verwacht wordt iets terug te doen. Er bestaat geen free gift vanuit deze gift economy waaronder de open source wereld valt (Zeitlyn, 2003). Hiermee wordt bedoeld dat in de open source software wereld, waarin mensen geven en nemen van elkaar zonder financiële vergoedingen, niks écht gratis is; je moet er wel altijd wat voor terugdoen. Reciprociteit valt onder de eerder genoemde obligation-based motivatie. Het is dus voor een deel beladen met sociale wenselijkheid, wat kan dwingen tot reciprociteit (Fehr, Gächter, 1998). Volgens het perspectief dat kennis ziet als ingebed in community s helpen mensen vaak andere communityleden, omdat ze zich daar moreel verplicht toe voelen (McLure-Wasko, Faraj, 2000). Maar mensen kunnen zich ook vanuit henzelf echt pro-sociaal gedragen, dus zónder verwachte reciprociteit. Dan is er sprake van altruïsme (Frey, Meier, 2002). Reciprociteit én altruïsme passen zowel bij een Communal Sharing-structuur als een Authority Ranking-structuur (Fiske, 1991). Als je iets in de cooking pot stopt wat vele malen verspreid wordt, zoals hulp of een softwareverbetering, wil je zelf ook minstens één keer een beroep doen op hulp vanuit de cooking pot. En vaak kan je er zelfs meerdere malen hulp voor terugkrijgen. Bij deze denkwijze zijn mensen dus niet altruïstisch, maar helpen ze anderen voor de verwachte reciprociteit (Ghosh, 2002). Verwachte reciprociteit als motivatie is een reden dat expliciete financiële beloningen niet aanwezig hoeven te zijn. Vaak willen mensen wel geld verdienen, maar reciprociteit is ook een belangrijke motivatiefactor volgens Fehr en Gächter. Ze zeggen dat er naast mensen met wederkerig gedrag (meestal rond de 50%) ook nog veel zelfzuchtige mensen zijn (meestal rond de 25%). Deze mensen misbruiken de mensen met het wederkerig gedrag; ze gedragen zich altijd aardig tegenover anderen om vervolgens alleen hun eigen egoïstische doelen na te streven. Reciprociteit kan, als extra beloning naast een geldbeloning, de motivatie van mensen versterken. Maar het kan ook tegenovergesteld werken; mensen willen dan niks voor anderen terug doen, omdat ze dan onbetaald het werk doen van anderen, waar die personen wél betaald voor krijgen. De mensen willen dan liever tijd aan hun eigen werk besteden om zelf geld te verdienen in plaats van wederkerig gedrag te vertonen. De sfeer bepaalt meestal van welke van de twee er sprake zal zijn. In het laatste geval is er sprake van crowding out (Fehr, Gächter, 1998).

30 Altruïsme Altruïsme is ook een variabele die vaak genoemd wordt. Hierbij valt op dat er vaak onenigheid over bestaat. Sommigen wetenschappers stellen dat altruïsme een motivatiefactor is om deel te nemen aan een community (Fiske, 1992, Lerner, Tirole, 2001, Lakhani, von Hippel, 2002, Mustonen, 2002, Osterloh, Rota, Kuster, 2003, Bonaccorsi, Rossi, 2003). Het al genoemde pro-sociale gedrag kan verder reiken dan reciprociteit; mensen zijn dan altruïstisch (McLure-Wasko, Faraj, 2000, Frey, Meier, 2002). Ook Linus Torvalds vindt het naast reputatie en fun vooral belangrijk dat de mensen iets aan zijn software hebben. Hij wil het delen en is dus altruïstisch (Torvalds, 2002). Anderen menen dat het aanwezige altruïsme steeds minder wordt of helemaal niet aanwezig is (Teigland, 2003). Door de groei van de open source ontwikkelingen is reputatie steeds belangrijker geworden en verschuift altruïsme naar de achtergrond (Lancashire, 2002). Er is dan geen sprake van altruïsme omdat mensen altijd hulpvaardig zijn omdat ze iets terug verwachten (Ghosh, 2002) Care for community Mensen willen soms ergens bij horen of, zoals hier toepasselijk is, ze zijn echte open source believers en kunnen daarom erg veel betrokkenheid voelen met de community waaraan ze deelnemen. Ze voelen zich dan verbonden met de community; ofwel Care for the community (McLure-Wasko, Faraj, 2002, Teigland, 2003, Osterloh, Rota, Kuster, 2003). Hierdoor hebben deze mensen veel over voor hun community: ze besteden vaak veel tijd aan hun deelname en vervullen daarbij taken die niet allemaal even leuk zijn, zoals documentatie bijhouden en handleidingen schrijven. Door grote betrokkenheid bij de community onderhouden mensen ook vrijwillig website s die de communicatie binnen de community faciliteren. Leden met betrokkenheid als motivatie stellen het belang van de community voorop (Torvalds, Diamond, 2001, McLure-Wasko, Faraj, Teigland, 2003, Osterloh, Rota, Kuster, 2003). Grote betrokkenheid bij de community waar mensen lid van zijn is vaak te vinden wanneer er sprake is van de Communal Sharing-structuur (Fiske, 1991) Reputatie Naast deze intrinsieke factoren zijn er ook extrinsieke factoren die iemand ertoe bewegen aan een community deel te nemen (Keuning, 1998, Tosi, Mero, Rizzo, 2000, Noe, Hollenbeck, Gerhart, Wright, 2000, Franke, Shah, 2001, Lerner, Tirole, 2001, Mustonen, 2002, Lakhani, von Hippel, 2002, Zeitlyn, 2003, Osterloh, Rota, Kuster, 2003). Voor Linux-contributors is geld niet belangrijk, maar reputatie wel (Ghosh, 2002). Ook is reputatie de meest waardevolle beloning voor succes (Kelty, 2002) en kan je reputatie onder andere verkrijgen door vaak en / of consequent reciprociteit toe te passen (Zeitlyn, 2003). Door de groei van de open source ontwikkelingen is

31 30 reputatie steeds belangrijker geworden (Lancashire, 2002). Op het internet wordt niet met geld gehandeld, maar vooral met ideeën en reputatie. Reputatie kan dus wel indirect als geld dienen; als je reputatie hebt hoef je voor sommige dingen niet te betalen, zoals Linus Torvalds heeft ervaren (Ghosh, 2002). Maar Linus Torvalds vindt, net als anderen (Fehr, Falk, 2002) reputatie niet het belangrijkste (Torvalds, 2002). Niet iedereen neemt deel vanwege de reputatie. Zo geeft Rob Hartill, één van de ontwikkelaars van Apache, helemaal niks om reputatie (Ghosh, 2002). Ook bij het denkbeeld kennis is ingebed in een community is reputatie een onbelangrijke factor (McLure-Wasko, Faraj, 2000) Geldbeloning Enkele onderzoeken wijzen uit dat geld als extrinsieke motivatie van belang is bij communitydeelname (Noe, Hollenbeck, Gerhart, Wright, 2000, Franke, Shah, 2001, Mustonen, 2002). Zo zou 72% van de mensen uit een onderzoek, die deelnemen aan een open source software community, wél geld willen verdienen aan het programmeren als dat voor een closed source project zou zijn (Lakhani, Wolf, Bates, DiBona, 2002). Maar meestal blijkt dat geld als beloning niet belangrijk wordt gevonden door leden van community s (McLure-Wasko, Faraj, 2000, Ghosh, 2002). Verwachte reciprociteit als motivatie is de reden dat expliciete financiële beloningen vaak niet aanwezig hoeven te zijn (Fehr, Gächter, 1998). Ook Linus Torvalds vindt het een raadsel waarom mensen gratis deelnemen en veel werk verzetten (Torvalds, Diamond, 2001).

32 31 3. Case study - Blender In deze case study wordt eerst beschreven wat Blender software is en hoe de geschiedenis van Blender eruit ziet aan de hand van de website s van Blender en de Blender.org-community en de interviews die gehouden zijn met de oprichter van de Blender Foundation. Ook wordt belicht wat de Blender Foundation en de Blender-community s zijn, om te eindigen met de huidige stand van zaken binnen de stichting en de bijbehorende Blender.org-community. Ook komen de kenmerken van Blendercommunity s aan bod die uit de statistische analyse komen. 3.1 Blender-software Blender is een 3D graphics creation suite. Het is software waarmee plaatjes, filmpjes en games gemaakt kunnen worden én het is open source software. De Blender-software is volledig geïntegreerd; modeling, rendering, animation en game creation zitten allen verwerkt in één gemakkelijk en gratis te downloaden programma. Het is cross-platform compatible; zo kan het draaien op de volgende platformen: Windows 95, 98, 2000, XP, ME, NT, Mac OS X, Linux, FreeBSD 4.2, SGI Irix en Sun Solaris. Dit zijn dus proprietary én open source platformen. De Blender-software wordt meer en meer toegepast, ook door professionals in bedrijven. Zo is Blender gegroeid tot een in-house tool voor een bekende Europese animatiestudio. Ook wordt de software gebruikt voor digitale informatieborden bij een van de grootste festivals van Nederland. De interactieve 3D content wordt voor vele toepassingen gebruikt, zoals: web design, branded advertainment, character animation, e-commerce, product modeling, e-learning applications, e- marketing, presentations, post-production / visual effects en architectural / industrial applications. Er is ook een 3D web plug-in gemaakt. Deze kan nog wel gebruikt worden op websites, maar de laatste versie dateert uit maart 2002 en er wordt dan ook geen nieuwe support meer bij aangeboden. Blender draait op Open GL ( Dit is de meest gebruikte graphics standaard voor interactieve 2D en 3D applicaties ( Om met Blender te werken heb je ook een goede videokaart nodig, die Open GL ondersteunt. Op 30 april 2004 heeft de nieuwste release plaatsgevonden: Blender Er wordt ten tijde van dit onderzoek alweer hard gewerkt aan versie 2.33a en 2.34.

33 De geschiedenis In 1988 was Ton Roosendaal één van de oprichters van de Nederlandse animatiestudio NeoGeo. NeoGeo groeide al snel uit tot de grootste 3D animatiestudio van Nederland. NeoGeo maakte destijds producten voor Philips, die Awards wonnen zoals de European Corporate Video Awards 1993 & Binnen NeoGeo was Ton Roosendaal verantwoordelijk voor zowel de art direction en de internal software development. Na goed overleg werd besloten dat de huidige in-house 3D toolset van NeoGeo in zijn geheel moest worden herschreven. Dit herschrijven begon in 1995 en was bestemd om de 3D software tool te worden die we nu allen kennen als Blender. Ton richtte in 1998 een nieuw bedrijf op dat Not a Number (NaN) heette, om Blender verder te in de markt te positioneren en te ontwikkelen. De belangrijkste wens voor NaN was om een compacte crossplatform 3D tool te maken en gratis te distribueren. NaN hoopte 3D modeling en animation tools op professioneel niveau onder de aandacht te brengen van het gewone computerpubliek. Het business model van NaN was gericht op het verschaffen van commerciële producten en services rond de Blender-software. De eerste Siggraph tradeshow-presentatie in 1999 was een enorm succes en Blender trok toen veel aandacht van de aanwezigen, inclusief de pers (voor Siggraph: zie Blender was een hit en zijn grote potentieel werd bevestigd. Op de vleugels van een succesvolle Siggraph-presentatie begin 2000, verzekerde NaN zich van financiering voor een bedrag van 4,5 miljoen, wat besteed werd aan marketingactiviteiten zoals promotie op beurzen en advertenties. Maar deze grote cashflow resulteerde vooral in een snelle expansie van NaN tot vijftig werknemers. Na deze expansie werkten er mensen uit Nederland, Japan en de Verenigde Staten voor NaN. In de zomer van 2000 vond de release van Blender 2.0 plaats. Binnen deze versie van Blender was een geïntegreerde game engine toegevoegd aan de 3D suite. Aan het einde van 2000 passeerde het aantal geregistreerde Blender users de Helaas pasten de ambities en nieuwe mogelijkheden van NaN niet meer bij de capabiliteit van het bedrijf en de marktrealiteit op dat moment. Toentertijd werd er gedacht dat er met veel geld snel een capabele en winstgevende organisatie uit de grond gestampt kon worden en dat er geld verdiend kon worden met een snelle beursgang. Maar in de realiteit kostte dit twee tot vier jaar en dit vergde dus een langere betrokkenheid van investeerders en een veel bescheidener bedrijfsopzet. Dit resulteerde in april 2001 in een herstart van NaN met nieuwe investeerders en een kleiner bedrijf. Zes maanden later, in oktober 2001, werd het eerste commerciële software pakket gelanceerd: Blender Publisher. Dit product was gericht op de opkomende markt van interactieve web-based 3D media. Maar door tegenvallende verkoopcijfers en het moeilijke economische klimaat, besloten de nieuwe investeerders

34 33 alle NaN-activiteiten stil te leggen. Dit betekende ook de discontinuïteit van de ontwikkeling van de Blender-software. Ook al waren er duidelijke tekortkomingen in de huidige versie van Blender, met een complexe interne software architectuur, niet afgeronde toepassingen en een manier om de general user interface (GUI) te verschaffen die niet standaard is, toch was er enthousiaste support van de gebruikerscommunity en van klanten die in het verleden Blender Publisher hadden aangeschaft, die het niet rechtvaardig vonden om Blender te verlaten en te laten verdwijnen in vergetelheid. Omdat het herstarten van een bedrijf met een groot genoeg team van developers niet haalbaar was, richtte Ton Roosendaal in maart 2002 een stichting (dus non-profit) op: de Blender Foundation. Het belangrijkste doel van de stichting was om een manier te vinden door te kunnen gaan met het ontwikkelen en promoten van Blender als een op een community gebaseerd open source software project. In juli 2002 slaagde Ton Roosendaal erin de investeerders van NaN over te halen om mee te doen aan een uniek plan om Blender open source te maken. De "Free Blender" campagne trachtte bijeen te brengen, zodat de stichting de rechten kon kopen van de Blender-broncode en dus het intellectuele eigendom kon krijgen om Blender tot open source software te maken. Met een enthousiaste groep vrijwilligers, waaronder verschillende ex-nan werknemers, werd de campagne opgezet en tot ieders verbazing werd er binnen zeven weken al het bedrag van behaald. Op zondag 13 oktober 2002 vond de release van Blender plaats, onder de termen van de GNU General Public License. Sindsdien wordt de ontwikkeling van Blender gedreven door een team van toegewijde vrijwilligers van over de hele wereld, onder de leiding van Blender s oorspronkelijke schepper Ton Roosendaal. 3.3 Blender Foundation De doelen van de Blender Foundation zijn: Services te bieden aan actieve gebruikers en ontwikkelaars van de Blender-software. Het huidige Blender-product te onderhouden en verbeteren door middel van een publiekelijk toegankelijke broncode onder de GPL-licentie. Fondsen en opbrengsten te verzekeren die de doelen van de stichting dienen en de kosten van de stichting dekken.

35 34 De wereldwijde internet community toegang te geven tot 3D technologie, met Blender als middelpunt. De stichting draait nu zonder officieel kantoor; zij is virtueel georganiseerd over de hele wereld. De opbrengsten van de E-shop (waarover spoedig meer verteld wordt) en publicaties maken het voor Ton Roosendaal mogelijk fulltime aan Blender te werken en de kosten van boekhouding en administratie te kunnen voldoen. Ton Roosendaal heeft momenteel slecht één persoon in vaste dienst. Het is een oude vriendin van hem die nu de E-shop runt, voor acht uur per week. Een tweede persoon die het systeembeheer moest verzorgen is onlangs afgehaakt. Ton Roosendaal wilde graag een goede communicatie met zijn werknemer: hij wilde weten wat de persoon deed in de acht uur per week waarvoor hij was aangesteld en wat de verdere plannen van deze persoon waren. Maar dit ging dus niet naar tevredenheid. De oprichter van de stichting betaalt verder alleen mensen op projectbasis, bijvoorbeeld bij het maken van een nieuw boek. De stichting en de community s bieden veel gratis support en tutorials: er zijn handleidingen voor beginners gemaakt en ook heel uitgebreide boeken voor meer gevorderden. Ook is er een Knowledge Base : een continu ontwikkelende support tool die open staat voor iedereen die iets wil verkrijgen van of juist toevoegen aan de opgeslagen informatie in de Knowledge Base. Deze Knowledge Base is toegankelijk via Elysiun.com: Het nieuwste boek is echter niet gratis. Het boek, met een bijbehorende cd-rom, is in maart 2004 uitgegeven en te koop in de E-shop van de stichting. De stichting verdient haar geld voornamelijk met de E-shop. In de E-shop zijn ook andere boeken, downloadables van boeken, cd-rom s, t-shirts en een hoedje met logo te koop. Om verdere inkomsten te genereren zijn sponsoren altijd welkom. Zo sponsoren Waag Society, Nokia, Apple en XS4ALL de stichting. Ook worden er conferenties georganiseerd, zodat men elkaar eens in real life ontmoet en verder kan praten over Blender. Ook bouwen mensen zo een band op, wat de ontwikkeling van Blender kan versterken. 3.4 Blender-community s Ton Roosendaal is geen open source believer; hij ziet het meer als een middel om zijn software te verbeteren. Bij deze ontwikkeling van Blender-software horen, zoals bij vele open source software projecten, grote groepen mensen die zich verzameld hebben in community s. De software is afhankelijk van de vrijwillige inzet van deze mensen. Er zijn al meer dan mensen lid van een van de Blender-community s en de software is al meer dan drie miljoen keer gedownload. Je kunt dus zelf de broncode van Blender downloaden, bekijken en nieuwe functionaliteiten erbij programmeren. De aanpassingen moet je dan weer teruggeven aan de Blender.org-community, waar de committers beslissen of de aanpassingen goed genoeg zijn om in de volgende release meegenomen te worden. Ton Roosendaal ziet zijn stichting als facilitator van de Blender.org-community. Dit is de community die

36 35 zich bezighoudt met de ontwikkeling van de Blender-software als open source project. De leden van deze community willen het meest betrokken zijn. Hiertoe zijn de belangrijkste activiteiten geordend in boards en projecten: Figuur 2, de stichting en de Blender.org-community (rood = de stichting, blauw = de boards, geel = de communicatiekanalen) De Blender.org-community is verdeeld in vier boards. Er is een board voor het onderhoud van de website, een board dat zich bezighoudt met documentatie, een board dat de functionaliteiten test en natuurlijk het development board. Elk board heeft zijn eigen mailinglists, waarmee iedereen op de hoogte gehouden kan worden van de laatste gebeurtenissen. Er wordt eerst gekeken of je serieus genoeg bezig bent binnen de community voordat je lid kan worden van een mailinglist. Hierdoor zijn de boards wat meer gesloten. Committers van een board zijn mensen die mogen beslissen over hoe het eindresultaat van de activiteiten van het betreffende board er elke keer weer uit gaat zien. Committers van het development board mogen dus beslissen welke software aanpassingen en verbeteringen goed genoeg zijn voor in de volgende release. Het zijn nu ongeveer dertig mensen; iets wat de nodige aansturing vergt. Om het decentraal geregeld te houden is de software onderverdeeld: een module owner beheert een bepaald deel van de software, waaraan in kleinere groepen verder aan gewerkt kan

37 36 worden. Het functionality board heeft geen committers; dit board heeft alleen een adviserende taak. Zij kunnen alleen maar tips geven aan het development board. Deze verhouding leidt echter regelmatig nog tot onenigheden. Tenslotte heeft een board nog enkele administrators, een functie die gezien kan worden als een leider van een board. Naast deze boards maken de leden van de community veel gebruik van andere informatiebronnen en communicatiemiddelen, namelijk het IRC (Internet Chat Relay; een soort chatbox), forums en artikelen. Hierbij valt op te merken dat een mailinglist een gemakkelijk communicatiemiddel is. De oprichter zegt dat even je lezen niet als tijdrovend ervaren wordt. Het voordeel is wel dat je er precies diegene mee kan bereiken die je wilt. Het chatten op IRC en het deelnemen aan forums is daarentegen wel een stuk actiever. Hierbij is IRC een snelle manier om een antwoord op je vraag te vinden. Een forum is meer geschikt voor vragen die een langere termijn nodig hebben om beantwoord te worden en ook voor onderwerpen waar een grote interesse voor bestaat. Als we de stichting en de Blender.org-community in het grotere geheel willen plaatsen, ziet dat er als volgt uit: Figuur 3, alle Blender-gebruikers inclusief communityleden De Blender.org-community heeft dus overlap met verschillende andere community s. Maar er zijn ook veel community s die helemaal op zichzelf staan. Dit komt voornamelijk door taalbarrières. De leden

38 37 van die community s zullen zelf al dan niet eens een kijkje nemen op de Blender.org-site, maar verder zullen ze voornamelijk bij hun eigen community blijven. Van sommige community s staat er op een link en van sommige weet Ton Roosendaal niet eens van het bestaan af. Op de site worden bijvoorbeeld community s uit Engeland, Japan, Italië, Spanje, Frankrijk, Duitsland en Brazilië genoemd. Dat veel community s niet nauw samenwerken met de Blender.org-community vindt de leider niet erg; hij wil de stichting en de Blender.org-community juist zo klein mogelijk houden. Van alle Blender-software gebruikers is ongeveer 10% lid van een community. Zo heeft Blender.org tussen de en bezoekers op de site en Elysiun.com tussen de en bezoekers op de site, waarvan respectievelijk 3945 en 6561 geregistreerde gebruikers op het forum (gemeten op 14 mei 2004). Er bestaan nog veel meer websites over Blender. Blender3d.org geeft veel informatie over de Blendersoftware, de Blender Foundation en community s. De grootste communitysite is Elysiun.com, waar ook tutorials en een discussieforum te vinden zijn waar je antwoord op je vragen kan vinden, óf natuurlijk zelf anderen kan helpen. De Elysiun-community houdt zich voornamelijk bezig met het maken van plaatjes, filmpjes en games. Hierin onderscheiden Blender-community s zich van anderen: de meeste open source software community s zijn alleen maar gericht op het technische aspect, maar bij Blender gaat het om het technische én het creatieve aspect. Het discussieforum op Elysiun.com is het meest populaire forum. Daarnaast is er het forum van Blender.org voor de ontwikkelingen van de software en zijn er een aantal IRC chat-kanalen specifiek om over Blender te chatten. 3.5 Huidige stand van zaken Blender is erg klein in de open source wereld. Zoals gezegd zijn er wel bedrijven die gebruik maken van de Blender-software. De bedrijven kunnen daar winst mee maken, zonder dat Ton Roosendaal daar zelf ook wat aan verdient. Maar, zegt hij, daar gaat het niet om: Als jij een kip met gouden eieren vindt, dan ga je toch ook die kip goed verzorgen? Dat is de richting waar de oprichter heen wil gaan: door de software gratis aan bedrijven te bieden hoopt hij dat bedrijven hem ondersteuning gaan bieden in de vorm van gespecialiseerde werknemers. Op die manier hoeft de leider zelf geen mensen aan te nemen, wat uit ervaring lastig te realiseren is gebleken; er zijn weinig mensen die voor de Blender Foundation willen werken. De deelnemers doen volgens de leider van de community mee voor het plezier en willen geen verplichtingen. Ook zegt de oprichter van de Blender Foundation dat hij mensen wil helpen en niet eraan wil verdienen; net als dat vele mensen Aids-patiënten willen helpen. Maar omdat Blender relatief klein is, komt er van de bedrijven weinig support. Verder is het moeilijk om mensen die vrijwillig deelnemen opdrachten te geven. De leden zijn tot niks verplicht en ze moeten het wel leuk blijven vinden. Ton Roosendaal wil dus de Blender.org-community zo leiden,

39 38 dat iedereen het leuk blijft vinden, dat iedereen zo tevreden mogelijk is binnen de community en dat daardoor de softwareontwikkeling zo een goed mogelijke doorgang kan vinden. Naast betrokken gebruikers (meestal volwassenen) hangen er ook al jaren mensen (veelal jongeren) rond (bijvoorbeeld op IRC-channels of het forum) die eigenlijk niks voor Blender betekenen en de software ook niet eens gebruiken. Soms komen er dan ook wel opstootjes voor. Dan moet er goed gekeken worden wat er precies aan de hand is en dan zal de leider de betreffende persoon erop aanspreken. Ze krijgen dan een waarschuwing en ook kunnen er voorwaarden worden afgesproken. Ton Roosendaal is zich er wel van bewust dat hij geen partij moet kiezen. Hij heeft veel aanzien verworven; hij is een soort goeroe. Dit is volgens de leider een voorbeeld van managen dat nodig is om de community op een nette manier draaiende te houden. Professionals zoals open source programmeurs houden echter niet van het woord management. Omdat de Blender.org-community toch aardig gegroeid is geven steeds meer leden toe dat een beetje management wel gewenst is. Zo willen ze bijvoorbeeld graag bijeenkomen op een conferentie, maar wie organiseert dat allemaal? Een manager kan volgens de oprichter van de stichting dan wel beter een facilitator genoemd worden en heeft bij voorkeur wel verstand van open source software, zodat deze persoon in zijn rol eerder geaccepteerd wordt. De leider wil weten of hij meer hiërarchie kan invoegen in de community. Hij wil eigenlijk overal (dus bij elk board en ook van IRC, de forums en de artikelen) een persoon aanwijzen die op een bepaald deel let en aan de leider samengevat kan rapporteren hoe het met dat deel gaat. Dit wil de oprichter omdat de community zo erg gegroeid is, dat hij het zelf allemaal niet meer kan bijbenen om alles te volgen. Hij erkent dat duidelijke communicatie hierbij belangrijk is: niet alleen van de leden naar hem toe, maar hij wil ook zijn ideeën beter gaan communiceren naar de anderen toe. Hij wil dus misschien een strakker leadership gaan uitoefen. De stichting heeft naast de GPL-licentie ook BL. Dit staat voor Blender License. Met BL houdt de intellectuele eigenaar het Copyright op dat wat hij gemaakt heeft. Dus de software kan ook nog onder een andere licentie aangeboden worden. Dit heeft de Blender Foundation met het oog op de commercie, maar Ton Roosendaal wil er nog niks mee gaan doen. Het is alleen al geregeld om die mogelijkheid in de toekomst niet uit te hoeven sluiten, maar voorlopig zal de Blender Foundation zich niet met commerciële activiteiten bezig houden. De oprichter wil dan ook medewerkers contracteren, omdat ze anders zelf aan de software kunnen verdienen in plaats van de stichting en de community als geheel. Maar hier is nu nog geen sprake van en hier hoeft dus ook geen rekening mee gehouden te worden in het onderzoek naar de mogelijke verbeteringen in de managementstijl.

40 39 De leider loopt nu met ideeën, zoals sommige leden een speciale rol of titel te geven. Maar dat mag niet zomaar binnen een stichting, omdat daar juridische kwesties aan verbonden zijn. Waarschijnlijk willen de leden niet juridisch aansprakelijk kunnen worden gesteld. Ook denkt de leider aan een commissie of adviesboard. Hij vindt wel dat het een pakkende naam moet hebben. De communityleden zouden dan bijvoorbeeld kunnen stemmen wie ze als afgevaardigde in een dergelijke groep willen hebben. Maar aan de andere kant zegt de oprichter van de stichting dat vaak iedereen beter denkt te weten hoe het moet. Hierbij maakt hij een vergelijking tussen het Nederlands Elftal en de manier waarop de gebruikersinterface van Blender werkt : iedereen denkt te weten hoe het moet, maar weet ook dat er maar één iemand kan zijn die uiteindelijk de trainer / leider kan zijn. Je moet er dus geen democratie van willen maken. Ook is het zo dat mensen elkaar soms niet snappen, omdat het niveau teveel verschilt. Zo vindt de leider het ook wenselijk dat de mensen van het functionality board en die van het development board beter samen gaan werken en elkaar beter gaan begrijpen. Betere communicatie kan hiertoe leiden. Ook bestaat nog steeds de vraag waarom mensen vervelende klussen zoals de documentatie bijhouden gratis willen doen. Hiertoe moet je weten wat de motivatie van de leden is om mee te doen aan de community. De leider zegt dat zijn tevredenheid te vinden is in bepaalde momenten, zoals wanneer er een nieuw boek wordt uitgegeven. Hij is erg gedreven en houdt van een uitdaging. Hij noemt het zelf een auto die langzaam maar zeker vooruit gaat. Af en toe is er gelegenheid om bij te sturen, maar er is ook tijd nodig om benzine te tanken en onderhoud te plegen. De oprichter van de stichting wil het vooruit rijden optimaliseren. Hij wil daarin zelf niet de bottleneck zijn, die hij nu langzamerhand misschien wel wordt omdat hij nu zo veel zelf moet doen. Hij wil weer tijd kunnen besteden aan andere dingen en dus moet hij eigenlijk misbaar worden. Maar de leider wil juist steeds naar een hogere versnelling, zodat hij zich toch weer extra moet inzetten, omdat hij het leuk vindt om goed vooruit te gaan ( interviews met Ton Roosendaal). Door de groei van de community overdenkt de oprichter nu andere mogelijkheden om de organisatie in te richten. De vraag is welke manier van leidinggeven er nu bij de stichting en de community past. 3.6 Kenmerken van de Blender-community s Nu volgen de gegevens die uit de enquête komen over de kenmerken van de individuen die deelnemen aan een Blender-community. Ten eerste zijn de respondenten vooral mannen die tussen de 21 en 35 jaar oud zijn, woonachtig in Noord-Amerika en Europa (bijlage 7, 8, 9). Bijna de helft van de respondenten geeft aan nooit software te programmeren en maar 5% zegt regelmatig software te programmeren. In totaal geeft 66% het antwoord nee, ik programmeer niet en 22% het antwoord ja, ik programmeer wel eens. De overige 13% heeft de middelscore ingevuld.

41 40 Met het maken van plaatjes, filmpjes en games is het net andersom: 51% zegt vaak hiermee bezig te zijn en slechts 1% zegt dit nooit te doen. In totaal geeft 3% het antwoord nee, dat doe ik niet en 91% het antwoord ja, dat doe ik. De overige 6% heeft de middelscore ingevuld. Bij het maken van websites is er een beeld dat niet zo gericht is naar één kant (niet skewed ): in totaal geeft 46% het antwoord nee, ik maak geen website s en 37% het antwoord ja, ik maak website s. De overige 17% heeft de middelscore ingevuld. Tenslotte het schrijven van documentatie en tutorials: 58% geeft hier het antwoord nee, die maak ik niet en 27% geeft het antwoord ja, die maak ik, waarvan slechts 3% aangeeft erg vaak te schrijven. De overige 15% heeft de middelscore ingevuld (bijlage 10). Software ontwikkelen Plaatjes, filmpjes en games maken Website s bouwen Documentatie en tutorials schrijven Nee, nooit 49% 1% 29% 32% Nee, weinig 17% 2% 17% 25% Neutraal 13% 6% 17% 15% Ja, soms 16% 40% 29% 24% Ja, erg vaak 5% 51% 8% 3% Totaal 100% 100% 100% 100% Tabel 1, hoe vaak worden Blender-activiteiten door de respondenten ontplooid? N = 746 Het aantal mensen dat elk jaar is begonnen Blender te gebruiken en / of te ontwikkelen is redelijk stabiel: elk jaar zijn tussen de tussen de 12% en 18% van de huidige leden lid geworden. Alleen 2004 scoort lager (7%), maar dat jaar is ook pas 4,5 maand jong en dus zal het percentage over het jaar 2004 nog groeien (bijlage 11). Het aantal mensen dat lid is geworden van een Blender-community is bijna elk jaar gestegen (12):

42 41 Figuur 4, aantal nieuwe leden per jaar Het aantal mensen dat pas in 2004 lid is geworden belooft ook wederom een stijging van de groei per jaar, want 117 nieuwe leden in 4,5 maand zal ongeveer 312 nieuwe leden in het jaar betekenen. Deze groei sluit ook aan bij de literatuur over de kathedraal en de bazaars (Raymond, 1999, uit: Cubranic, 1999, Kuwabara, 2000, Tzouris, 2002, Demil, Lecocq, 2003, Hertel, Niedner, Herrmann, 2003); de overgang van kathedraal naar bazaar is ook duidelijk bij de Blender-community s aanwezig: het ontwikkelen van de software gebeurt niet in een klein besloten team, maar in een steeds groter wordende groep. Er is zelfs sprake van een exponentiële groei. Veruit de meeste mensen zijn minder dan 8 uur per week met Blender-gerelateerde activiteiten bezig: 27% geeft aan 4 uur of minder per week te besteden en 32% geeft aan 5 à 8 uur per week aan Blendergerelateerde activiteiten te besteden (bijlage 13):

43 42 Figuur 5, uren per week besteed aan Blender-activiteiten Het aantal jaren programmeerervaring dat de respondenten hebben is redelijk verspreid: 29% zegt geen ervaring te hebben, 25% 1 à 2 jaar, 15% 2 à 3 jaar en 32% is een ervaren programmeur (5 of meer jaar) (bijlage 14). De rollen die de respondenten aangeven hebben de volgende verdeling (bijlage 15): % % 3% % project administrator committer member of mailinglists using discussionforums none of these % Figuur 6, rol binnen de Blender.org-community

44 43 De mensen die het antwoord none of these hebben gegeven zijn wel lid van een Blendercommunity, maar niet van de Blender.org-community. De verdeling geeft een goede afspiegeling van de werkelijkheid: er hebben redelijk veel mensen gereageerd die af en toe de Blender.org-community en -site bezoeken, die geen lid zijn van deze community, maar van een andere Blender-community. Ook geven de meeste leden van de Blender.org-community aan alleen discussieforums te gebruiken, geven minder mensen aan lid te zijn van een mailinglist en zijn er nog minder committers en project administrators. Op de vraag of de mensen op hun werk met Blender bezig zijn antwoordde 60% dit niet te doen. Van de andere 41% gaf 11% aan het stiekem te doen, 17% doet het, maar niet stiekem en 13% gebruikt het omdat het tot hun werk behoort (bijlage 16). Nu volgen de uitkomsten van de variabelen die de houding van de deelnemers ten opzichte van de community meten. Daarvoor moeten eerst de onderzochte schalen besproken worden. De schalen over de houding van de leden ten opzichte van de community hebben de volgende Cronbach s (bijlage 4, 5, 17): Schaal Cronbach s Deleted item(s) Cronbach s Uiteindelijke vragen in de schaal Vrijheidsgevoel e a, 17b, 17c, 17d AR-houding b#, 18d#, 18e * 18a, 18c Tevredenheid a b, 19c, 19d community Tevredenheid a, 20b, 20c leiderschap Tabel 2, Cronbach s voor de houdingen van de leden ten opzichte van de community * = geen bestaande schaal; zelf ontwikkeld # = recoded De van Tevredenheid leiderschap is erg hoog. Daarnaast heeft de zelfontwikkelde schaal die de houding ten opzichte van Authority Ranking meet wel een voldoende hoge, maar bereikt deze waarde helaas pas na het verwijderen van drie belangrijke items. Daarom volgen nu de gemiddelden van elke vraag uit de schaal: er wordt door de respondenten aangegeven dat ze niet een meer democratische besluitvorming willen (2,9), niet meer leiderschap dan waar nu sprake van is (2,9) en het niet zo erg vinden wanneer een actie of besluit eerst door een meerdere moet worden goedgekeurd (2,9). Een sterkere negatieve houding hebben de respondenten tegen een striktere visie (2,73); ze

45 44 vinden nu dan ook (nog) dat ze de controle hebben over hun activiteiten en deelname binnen de Blender.org-community (2,7) (bijlage 22). De vier schalen die de houding ten opzichte van de community meten, hebben de volgende gemiddelden (bijlage 18): Schaal Gemiddelde (lopend van 1 tot 5) Vrijheidsgevoel 2,9692 AR-houding 2,9198 Tevredenheid over de community 2,8172 Tevredenheid over het leiderschap 3,9746 Tabel 3, gemiddelden van de houdingen ten opzichte van de community De deelnemers hebben niet het gevoel veel vrijheid te hebben; ze ervaren sommige dingen als verplichtingen (3,0). Wanneer er alleen gekeken wordt naar vraag 17e ( I feel like having no obligations ; bijlage 4) dan is dit zelfs maar 2,8 (gemeten op een schaal van 1 tot 5). Dit is in strijd met de verwachting van de leider van de Blender.org-community die denkt dat zijn leden juist geen verplichtingen (willen) hebben. Misschien komt het gevoel wél verplichtingen te hebben voort uit grote betrokkenheid die de leden voelen bij de community; ze hebben dus geen echte verplichtingen, maar ervaren het wel zo omdat er in de loop van de tijd ongeschreven regels zijn ontstaan die ook de normen en waarden binnen de community bepalen. De deelnemers hebben gemiddeld een positieve houding tegenover Authority Ranking, want de vragen in deze schaal zijn zó gesteld dat een score van onder de 3 betekent dat de mensen een positieve houding hebben ten opzichte van Authority Ranking (bijlage 4, 5). Dit betekent dus dat de leden de invoering van meer autoriteit niet echt erg zullen vinden. Verder zijn de deelnemers niet van plan de community in te ruilen voor een andere community. Ze zijn tevreden over de huidige stand van zaken binnen de community en zijn erg tevreden met het huidige leiderschap van Ton Roosendaal. De hoge tevredenheid van het huidige leiderschap wordt (nog) niet gedeeld met de mensen die pas sinds 2004 lid zijn van de community; zij scoren significant ( = < 0.05) lager met 3,7 waar de anderen tussen 3,9 en 4,1 aangeven (bijlage 19). Dit kan veroorzaakt worden door het feit dat deze mensen de leider nog niet zo lang en goed kennen en dus nog een minder uitgesproken mening hebben gevormd over Ton Roosendaal. Een andere, maar minder waarschijnlijke oorzaak zou kunnen zijn dat juist in de laatste maanden, dus in 2004, er ontwikkelingen hebben plaatsgevonden die de mening over de oprichter van de stichting niet ten goede komen.

46 45 4. Invulling van het onderzoek De literatuur is samen te vatten in een theoretisch model, waarmee een deel van het basis onderzoeksmodel kan worden ingevuld. De verdere invulling van het basismodel tot het volledige onderzoeksmodel komt ook in dit hoofdstuk aan bod, wat tenslotte leidt tot het opstellen van hypothesen. 4.1 Theoretisch model Zoals reeds gezegd behandelt dit onderzoek enkele intrinsieke en extrinsieke motivatiefactoren. Onder de intrinsieke factoren vallen Software verbeteren, Enjoyment, Reciprociteit, Altruïsme en Care for community. De twee extrinsieke factoren zijn Reputatie en Geldbeloning. In het theorietoetsende deel van dit onderzoek zal de mate waarin deze factoren aanwezig zijn bij een open source software community in de praktijk worden vergeleken met de mate van aan- of afwezigheid van motivatie zoals deze in de theorie besproken wordt. De uitleg bij de keuze voor de bovenstaande variabelen is als volgt: zoals uit de theorie blijkt kunnen motivatiefactoren op verschillende manieren worden ingedeeld. Zo wordt motivatie vaak onderverdeeld in intrinsieke en extrinsieke motivatie (Noe, Hollenbeck, Gerhart, Wright, 2000, Osterloh, Rota, 2003). Intrinsieke motivatie kan weer onderverdeeld worden in enjoyment based en obligation based motivatie (Osterloh, Frey, 2000, Osterloh, Rota, Kuster, 2003, Lakhani, Wolf, 2003). Nog een andere indeling maakt het verschil tussen individual interest of self-interest en collective-interest. Deze self-interest wordt dan weer onderverdeeld in effectiviteit en intrinsieke satisfactie (Teigland, 2003). Wanneer je deze onderverdelingen samenvoegt, ziet het er als volgt uit:

47 46 Figuur 7, theoretisch model Naast de inhoud van deze zeven begrippen (geheel rechts in figuur 7), wat in hoofdstuk tot en met te vinden is, is in bijlage 3 opgenomen wat er in dit onderzoek precies verstaan wordt onder de begrippen. Dit theoretische model is nog niet eerder ontworpen. Dit onderzoek zal het theoretische model toetsen door middel van een statistische analyse: de factoranalyse. Na het valideren van de resultaten kan het uiteindelijke theoretische model opgesteld worden, dat een nieuwe bijdrage aan de bestaande theorie zal leveren. 4.2 Volledig onderzoeksmodel In de case study worden individuele kenmerken van de deelnemende personen betrokken om te kijken of deze invloed hebben op de aanwezige motivatie van die personen. De volgende kenmerken van de individuen kwamen aan al bod: geslacht, leeftijd, woonlocatie, de Blender-activiteiten die het individu ontplooit, het aantal jaren van gebruik van Blender en deelname aan een Blender-community, de tijd per week besteed aan Blender, aantal jaren programmeerervaring en de rol van het individu bij Blender.org-projecten. Op deze manier kan er ook gekeken worden of verschillende subgroepen verschillende motivatiefactoren als belangrijkste aangeven, want dit heeft implicaties voor de

48 47 managementstijl en voor de vraag of het mogelijk is van een Communal Sharing-structuur te verschuiven naar een Authority Ranking-structuur. Enkele van deze kenmerken zijn in eerdere kwantitatieve onderzoeken behandeld, andere kenmerken zijn bepaald aan de hand van interviews met de oprichter van de Blender Foundation. Om de voorkeur voor een bepaalde manier van managen nog specifieker te kunnen beoordelen zijn er een viertal variabelen onderzocht die de houding van de leden ten opzichte van hun community meten. De eerste variabele vrijheidsgevoel bekijkt of de deelnemers aan een community het gevoel hebben geen verplichtingen te hebben binnen de community, maar zich vrij voelen. Dit is een belangrijke reden waarom mensen deelnemen, wat blijkt uit het feit dat veel mensen vaak geen geldbeloning willen hebben voor hun activiteiten binnen een community omdat dit ook bepaalde verplichtingen met zich meebrengt. De variabele AR-houding belicht of de deelnemers positief of negatief tegenover een verschuiving van de relationele structuur Communal Sharing richting Authority Ranking staan. Deze vraag is speciaal gericht aan de personen die deelnemen aan Blender.org-projecten, omdat deze mensen als eerste en het meeste deze verandering zullen bemerken. Deze factor bestrijkt onderwerpen als besluitvorming, regels, controle, visie en leiderschap. De variabele tevredenheid over de community bepaalt of de deelnemers naar een andere maar soortgelijke community zouden overstappen voor een geldbeloning, meer vrijheid, meer status en een betere sfeer. Dit zegt iets over de tevredenheid van de deelnemers over de huidige gang van zaken binnen hun community. De laatste variabele, tevredenheid over het leiderschap, belicht zoals de naam al zegt of de deelnemers tevreden zijn met de huidige manier van leiding geven van de oprichter van de Blender Foundation. Wanneer het basis onderzoeksmodel uit figuur 1 ingevuld wordt met de genoemde factoren, ziet het totale onderzoek er als volgt uit:

49 48 Figuur 8, volledig onderzoeksmodel 4.3 Hypothesen De aanwezige literatuur geeft aanleiding tot het opstellen van drie hypothesen: Deelnemen vanwege Software verbeteren zal niet hoog scoren, mede doordat de onderzochte community anders is dan vele andere open source software community s. De betreffende community houdt zich namelijk niet alleen bezig met het technische, maar ook met het creatieve aspect van de software. De motivatiefactoren Enjoyment en Reciprociteit zullen erg belangrijke factoren zijn om deel te nemen aan een community, omdat veel wetenschappelijke literatuur stelt dat deze factoren in positieve zin aanwezig zijn (Tosi, Mero, Rizzo, 2000, Franke, Shah, 2001, Torvalds, Diamond, 2001, Lakhani, von Hippel, 2002, Fehr, Falk, 2002, Ghosh, 2002, Teigland, 2003, Osterloh, Rota, Kuster, 2003, Hertel, Niedner, Herrmann, 2003, Bonaccorsi, Rossi, 2003) [en] (Fiske, 1991, 1992, Wenger, 1998, Fehr, Gächter, 1998, McLure-Wasko, Faraj, 2000, Lerner, Tirole, 2001, Lakhani, von Hippel, 2002, Mustonen, 2002, Fehr, Falk, 2002, Ghosh, 2002, Teigland, 2003, Osterloh, Rota, Kuster, 2003, Zeitlyn, 2003). Door de jaren heen is Altruïsme als motivatiefactor steeds minder sterk aanwezig (Ghosh, 2002, Lancashire, 2002, Teigland, 2003). Maar het wordt door anderen wel als een belangrijke factor

50 49 beschouwd (Fiske, 1992, McLure-Wasko, Faraj, 2000, Lerner, Tirole, 2001, Lakhani, von Hippel, 2002, Mustonen, 2002, Frey, Meier, 2002, Torvalds, 2002, Osterloh, Rota, Kuster, 2003, Bonaccorsi, Rossi, 2003). Dit zal tezamen zorgen voor een middenweg; ofwel een gemiddelde score. Van het altruïsme wordt verwacht dat het afneemt, dus zal het niet meer hoog scoren, maar gemiddeld. De factor Care for community zal ook zeker aanwezig zijn, omdat veel mensen juist bij open source software de gedachte erachter ondersteunen. Ook blijkt vaak dat velen de lastige en ververlende klusjes best willen opknappen, om zo het voortbestaan van hun community te verlengen (Torvalds, Diamond, 2001, McLure-Wasko, Faraj, Teigland, 2003, Osterloh, Rota, Kuster, 2003). Reputatie is ook een factor die erg vaak als van toepassing wordt beschouwd (Tosi, Mero, Rizzo, 2000, Noe, Hollenbeck, Gerhart, Wright, 2000, Franke, Shah, 2001, Lerner, Tirole, 2001, Mustonen, 2002, Ghosh, 2002, Kelty, 2002, Lancashire, 2002, Lakhani, von Hippel, 2002, Zeitlyn, 2003, Osterloh, Rota, Kuster, 2003), maar open source goeroe Linus Torvalds en ook anderen (Fehr, Falk, 2002) zijn van mening dat het niet de belangrijkste factor is (Torvalds, 2002). Zoals reeds genoemd knappen veel deelnemers ook vervelende klusjes op, zonder dat zij daar betaald voor krijgen. Meestal wordt de extrinsieke motivatie al vervuld door reputatie en dus ligt het in de lijn der verwachting dat geldbeloning als motivatiefactor laag zal scoren. Samenvattend kunnen hier de volgende hypotheses aan verbonden worden: H.1a: De motivatiefactoren Enjoyment, Reciprociteit en Care for community motiveren een individu sterk om deel te nemen aan een open source software community. H.1b: De motivatiefactor Reputatie zal een sterk aanwezige factor zijn, maar minder aanwezig dan de factoren Reciprociteit, Enjoyment en Care for community. H.1c: De motivatiefactor Altruïsme zal een gemiddelde motivatie teweeg brengen bij deelnemers van een open source software community. H.1d: Gezien de aard van de community, zal de motivatiefactor Software verbeteren slechts in geringe mate aanwezig zijn. H.1e: De motivatiefactor Geldbeloning zal nauwelijks van toepassing zijn. Ook zijn er een aantal verwachtingen met betrekking tot de activiteiten die de respondenten ontplooien en de daarmee samengaande motivatie. Zo zijn de mensen die aangeven zich bezig te houden met softwareontwikkeling meer gemotiveerd door de factoren die onder self-interest motivatie (figuur 7) vallen en dan met name door de factor Software verbeteren, omdat mensen die software ontwikkelen professionals zijn of kunnen worden en dus meer geïnteresseerd zijn in hun eigen werk dan in sociale contacten (De Caluwé, Vermaak, 2003). Mensen die deelnemen aan de community omdat ze plaatjes, filmpjes en games maken zullen meer gemotiveerd zijn door Enjoyment en Reputatie en mensen

51 50 die website s bouwen zijn gemotiveerd door Care for community en / of Enjoyment. Dit omdat het een ondersteunende taak is voor het ontwikkelen van open source software en omdat er mensen zijn die alleen maar website s bouwen (omdat ze dat leuk vinden) en verder niks doen binnen de community. Ook documentatie en tutorials schrijven zal worden gedaan vanwege Care for community, omdat dit ook een ondersteunende taak is. Het wordt gezien als een vervelende klus ; dus moet je wel veel gevoel hebben bij jouw community. H2a: Softwareontwikkelaars worden meer door self-interest motivatiefactoren gemotiveerd dan door collective-interest factoren en ze zullen meer gemotiveerd zijn voor self-interest factoren dan niet-softwareontwikkelaars. H2b: Mensen die plaatjes, filmpjes en games maken nemen vooral deel vanwege Enjoyment en Reputatie. H2c: Website-bouwers doen mee vanwege Enjoyment en / of Care for community. H2d: Documentatie en tutorials schrijvers doen mee vanwege Care for community. Hoe langer mensen lid zijn van een community (of in het algemeen bij een bedrijf), hoe meer ingebed ze zijn. Daardoor zal hun Care for community redelijk sterk zijn en zullen ze niet erg positief tegenover veranderingen staan (de Caluwé, Vermaak, 2003). Die mensen passen hun houding en denkwijze dan minder snel aan de gewenste veranderingen in de organisatie en haar omgeving aan (March, Olsen, 1978). Mensen die al langer lid zijn zullen, wanneer hun tevredenheid over de community daalt, minder snel van community wisselen. Mensen die langer lid zijn, zullen ook wat ouder zijn. Ouderen zijn over het algemeen ook minder dynamisch dan jonge mensen tegenwoordig, dus dit kan de houding tegenover veranderingen nog meer versterken. H3a: H3b: Hoe langer de mensen lid zijn van een community, hoe meer ze gemotiveerd zijn door Care for community en hoe minder graag ze willen veranderen. Ze zullen dus geen voorstanders zijn van Authority Ranking en ook niet snel naar een andere community gaan. Hoe ouder de mensen zijn, hoe meer ze gemotiveerd zijn door Care for community en hoe minder graag ze willen veranderen.

52 51 5. Onderzoeksaanpak In dit onderzoek wordt methodetriangulatie toegepast. Dit betekent dat er zowel kwalitatief (in de vorm van interviews), als kwantitatief (in de vorm van een enquête) onderzoek wordt gedaan. Het kwantitatieve aspect voert hierbij de boventoon. 5.1 De enquête Een kwantitatief onderzoek richt zich op feiten en redenen voor sociale gebeurtenissen. Dit gebeurt meestal door het testen van objectieve hypothesen. Het zogeheten survey-onderzoek gaat vaak over meningen, attitudes, motieven en normen en waarden. Een enquête zoals in dit onderzoek gehouden wordt is daar een voorbeeld van. Voordelen van een online enquête zijn: Snelheid Respondenten blijven redelijk anoniem De onderzoeker veroorzaakt geen bias, elke respondent antwoordt immers op precies dezelfde vragen Lage kosten Gemakkelijk statistisch te analyseren De uitkomsten van individuen zijn te generaliseren naar de hele groep Je kunt er op een objectieve manier theoretische aannamen mee testen Er zijn echter ook nadelen verbonden aan een online enquête: De uitkomsten zijn slechts een momentopname van gedrag op één plaats en één tijdstip. Generaliseren buiten de onderzochte groep is vaak moeilijk vanwege verschillende contexten en culturen. Je vraagt iets aan mensen en dus ben je afhankelijk van hun wil en vermogen de enquête in te vullen. Hierbij komt dat je niet zeker weet of je de gewenste doelgroep bereikt, of ook anderen personen. Een toevallig surfer kan ook voor de lol de enquête invullen. Sociale wenselijkheid van antwoorden is een potentieel gevaar. De response rate (hoofdstuk 5.2) is vaak laag. De enquête (bijlage 4) in dit onderzoek is cross-sectional (de enquête wordt éénmalig gehouden). Een longitudinaal onderzoek zou te veel tijd kosten. Het merendeel van de vragen bestaat uit vragen van

53 52 bestaande schalen. Een schaal wordt gevormd door een groepje van aan de variabele gerelateerde vragen. Wel zijn de vragen aangepast, zodat ze van toepassing zijn op open source software gebruikers en ontwikkelaars. De gebruikte schalen komen voornamelijk uit het Marketing scales handbook van Bruner, Hensel en James. Daarnaast komen er schalen uit The Boston Consulting Group Hacker Survey en het Handbook of marketing scales van Bearden en Netemeyer. De schaal Reciprociteit komt uit een artikel van Gallucci en Perugini en de schalen Geldbeloning en Authority Rankinghouding zijn nieuw geconstrueerd voor dit onderzoek. Vooraf aan het invullen van de enquête wordt duidelijk gemaakt voor wie de enquête bedoeld is: iedereen die lid is van een Blender-community. Wel wordt er specifiek naar gevraagd of de respondent ook deelneemt aan de Blender.org-community en is er één vraag (vraag 18) die alleen ingevuld dient te worden door de mensen die wel eens deelnemen / deel hebben genomen aan een Blender.orgproject. Deze vraag is specifiek voor die mensen, omdat hun mening belangrijk is voor de managementstijl die Ton Roosendaal zou moeten aannemen. De aanwezige motivatie wordt dus wel aan elk Blender-communitylid gevraagd, om de theorie te testen. Er zijn een aantal punten waar op gelet moet worden bij het maken van de enquête. Zo is het belangrijk duidelijke en beschaafde taal te gebruiken in eenduidige en niet suggestieve vragen. Er moet dus maar één dimensie per vraag behandeld worden. Moeilijkere vragen kunnen beter niet meteen worden gesteld. Daarom begint de enquête met vragen over kenmerken van de respondent zelf ( about you ). Daarna komen de vragen over motivation en satisfaction. Deze indeling is duidelijk vooraf én tussen de vragen door aangegeven. Ook moet de enquête niet te lang zijn en een nette layout hebben. Het computerprogramma waarmee de enquête is gemaakt heeft deze nette lay-out; er zijn geen afleidende dingen op de pagina te vinden. De enquête staat op één pagina, zodat de respondenten meteen kunnen zien hoeveel vragen er te beantwoorden zijn. In de inleiding wordt verteld wat de bedoeling is en de inleiding is zó opgesteld dat de respondenten het gevoel krijgen inspraak te hebben op het besturen / managen van hun community. Er is een soort reciprociteit ingebouwd in het invullen van de enquête, door te stellen dat door het invullen van de enquête de leden er een betere community voor terug krijgen. Ook wordt de anonimiteit van de respondenten gewaarborgd, wordt medegedeeld wat er met de geaggregeerde resultaten wordt gedaan en is er een adres beschikbaar gesteld voor vragen en opmerkingen. De volledige enquête is te vinden in bijlage 4.

54 Response De response rate is het percentage mensen uit de gehele populatie dat reageert op de enquête. Deze response rate is vooral belangrijk als er een kleine populatie onderzocht wordt. Dan moet het percentage van de steekproef voldoende groot zijn. In dit onderzoek is de populatie echter erg groot. De enquête stond online op en is ingevuld door een totaal van 747 personen in de week tijd dat de enquête online stond. Één persoon heeft allemaal nullen (ofwel lege waarden) weten te submitten. Deze respondent is verwijderd. Daarnaast waren er toch enkele missing values te vinden in de dataset. Het verloop van het binnenkomen van de reacties is weergegeven in het volgende figuur: Figuur 9, aantal respondenten De Blender.org-community heeft volgens de oprichter van de Blender Foundation ongeveer tot bezoekers, waarvan geregistreerde gebruikers ten tijde van dit onderzoek ( op 14 mei 2004, de dag waarop de reactietermijn sloot). Ongeveer 69% van de respondenten (514 van de 746) gaf aan een rol te hebben binnen de Blender.org-community en dus zijn deze mensen geregistreerde bezoekers. De totale populatie is dan ongeveer 5726 mensen (uitgaande van dat 3945 mensen 69% vertegenwoordigen) en ligt dus tussen de schatting van en De response rate is ongeveer 13% (746 van de 5726, ofwel 514 van de 3945). De enquête is niet te lang gemaakt, omdat hoe langer de vragenlijst, hoe minder de response is. De enquête is gemaakt met behulp van het programma Survissimo van Hans van der Heijden, docent aan de VU (afdeling Informatiekunde, Marketing en Logistiek ). Het is een gebruiksvriendelijk

Open Source Software. Bart van Dijk (b.van.dijk@hccnet.nl)

Open Source Software. Bart van Dijk (b.van.dijk@hccnet.nl) Open Source Software Bart van Dijk (b.van.dijk@hccnet.nl) Open Source Software (OSS) Wat is het Waarom willen we het wel (of niet) OSS voorbeelden Geschiedenis Licenties Ontwikkeling en ondersteuning Wat

Nadere informatie

2. Vooruitgang Werk hebben dat leidt tot betere mogelijkheden/kansen en grotere verantwoordelijkheid.

2. Vooruitgang Werk hebben dat leidt tot betere mogelijkheden/kansen en grotere verantwoordelijkheid. Wat vind ik belangrijk? Stap 1: Hieronder vind je een overzicht van 51 waarden. Lees de hele lijst een keer door om bekend te raken met de inhoud. Ga daarna nog een keer door de lijst en kruis de waarden

Nadere informatie

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? Thuis en op school heb je allerlei waarden meegekregen. Sommigen passen bij je, anderen misschien helemaal niet. Iedereen heeft waarden. Ken

Nadere informatie

Organisatie. Gestart in 2009 Open Source Webdevelopment Grafische achtergrond Servicegericht

Organisatie. Gestart in 2009 Open Source Webdevelopment Grafische achtergrond Servicegericht Even voorstellen Organisatie Gestart in 2009 Open Source Webdevelopment Grafische achtergrond Servicegericht Ons team Philip Vergunst Oprichter en webdeveloper Nathan Vergunst Back-end developer Cor van

Nadere informatie

Waarom kennisdelen (niet) werkt. NETWERKBIJEENKOMST 14 OKTOBER 2016 Dr. Niels-Ingvar Boer, Manager Kennis & Onderzoek CAOP

Waarom kennisdelen (niet) werkt. NETWERKBIJEENKOMST 14 OKTOBER 2016 Dr. Niels-Ingvar Boer, Manager Kennis & Onderzoek CAOP Waarom kennisdelen (niet) werkt NETWERKBIJEENKOMST 14 OKTOBER 2016 Dr. Niels-Ingvar Boer, Manager Kennis & Onderzoek CAOP Voorwaarden voor kennisdelen NOODZAAK Noodzaak zien: Weten waarom je welke kennis

Nadere informatie

ogen en oren open! Luister je wel?

ogen en oren open! Luister je wel? ogen en oren open! Luister je wel? 1 Verbale communicatie met jonge spelers Communiceren met jonge spelers is een vaardigheid die je van nature moet hebben. Je kunt het of je kunt het niet. Die uitspraak

Nadere informatie

Variability in Multi-tenant SaaS Applications:

Variability in Multi-tenant SaaS Applications: Variability in Multi-tenant SaaS Applications: Gastcollege voor het vak Product Software Jaap Kabbedijk, MSc. Universiteit Utrecht, Nederland 1 Wat gaan we behandelen? Introductie Uitleg ontwikkeling SaaS

Nadere informatie

Een oplossingsgerichte methodiek voor koppels die hun seksleven willen verbeteren

Een oplossingsgerichte methodiek voor koppels die hun seksleven willen verbeteren De seksuele handleiding Een oplossingsgerichte methodiek voor koppels die hun seksleven willen verbeteren Overzicht De handleiding in het kort Hoe verlopen seksuele relaties Wie kan de handleiding gebruiken

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Wat is open source. Open source als een ontwikkelmodel. De open source gemeenschap

Wat is open source. Open source als een ontwikkelmodel. De open source gemeenschap Wat is open source door Arnoud Engelfriet - 03-15-2011 http://www.itpedia.nl/2011/03/15/wat-is-open-source/ Open source is vrijelijk beschikbaar voor iedereen. Omdat het concept van software vrij aanbieden

Nadere informatie

Connect Social Business. Plan van Aanpak voor mijn stage bij ConnectSB

Connect Social Business. Plan van Aanpak voor mijn stage bij ConnectSB Connect Social Business Plan van Aanpak voor mijn stage bij ConnectSB Joey Kaan September 28, 2014 Inhoudsopgave 1 Achtergronden 1 2 Probleemstelling & Doelstelling 2 2.1 Leren Professioneel Functioneren..................

Nadere informatie

Connect Social Business. Plan van Aanpak voor mijn stage bij ConnectSB

Connect Social Business. Plan van Aanpak voor mijn stage bij ConnectSB Connect Social Business Plan van Aanpak voor mijn stage bij ConnectSB Joey Kaan September 21, 2014 Inhoudsopgave 1 Achtergronden 4 2 Probleemstelling & Doelstelling 5 2.1 Leren Professioneel Functioneren..................

Nadere informatie

Connect Social Business

Connect Social Business Connect Social Business Joey Kaan September 2014 Inhoudsopgave 1 Achtergronden 4 2 Probleemstelling & Doelstelling 5 2.1 Leren Professioneel Functioneren.................. 5 2.2 Facebook API leren door

Nadere informatie

Naslagwerk KOERS. Producten van dit documenten zijn:

Naslagwerk KOERS. Producten van dit documenten zijn: Naslagwerk KOERS Dit document is bedoeld om ieder individu een eigen beeld te laten formuleren van de eigen koers als werkend mens en vervolgens als functionaris. Daarna kun je collectief de afdelingskoers

Nadere informatie

Project Interactieve multimedia

Project Interactieve multimedia Project Interactieve multimedia Jerney van Schagen Inleiding: Het eerste idee van het project bij mij was dat het een vrij breed project zou worden, maar in een van de eerste colleges kwam ik er al gauw

Nadere informatie

HET ZELFSTANDIG UITVOEREN VAN EEN ONDERZOEK

HET ZELFSTANDIG UITVOEREN VAN EEN ONDERZOEK HET ZELFSTANDIG UITVOEREN VAN EEN ONDERZOEK Inleiding In de beroepspraktijk zal het geregeld voorkomen dat u een beslissing moet nemen ( moet ik dit nu wel of niet doen? ) of dat u inzicht moet krijgen

Nadere informatie

Rapport Team Competenties i360. Test Kandidaat

Rapport Team Competenties i360. Test Kandidaat Rapport Team Competenties i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor

Nadere informatie

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Respondent: Jill Voorbeeld Email: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leeftijd: 39 Opleidingsniveau: wo Vergelijkingsgroep: Normgroep marketing

Nadere informatie

Hoe creëer je meer geluk op de werkvloer?

Hoe creëer je meer geluk op de werkvloer? Hoe creëer je meer geluk op de werkvloer? In deze bijdrage neemt Gea Peper, eigenaar van het HappinessBureau, ons mee in het belang van geluk op het werk in de vorm van een interview met Onno Hamburger.

Nadere informatie

Individueel procesverslag

Individueel procesverslag Individueel procesverslag Een weergave van mijn werkzaamheden binnen het G-Blok. Afdeling : Academie voor ICT & Media, Informatica Schooljaar : 2009 Blok : G Datum : 30 10-2009 Plaats : Honselersdijk Naam:

Nadere informatie

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster [PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster! Hoofdzaken Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Hoofdzaken Ster SOCIALE VAARDIGHEDEN VERSLAVING DOELEN EN MOTIVATIE 10 9 8 10 9 8 7 6 4 3 2 1 7 6 4 3 2 1 10 9

Nadere informatie

Voorwoord Met oprechte blijdschap schrijf ik het voorwoord voor dit boek. Ik ken Henk Rothuizen al vele jaren en heb hem zien opgroeien tot een man van God, met een bediening die verder reikt dan zijn

Nadere informatie

Aanvulllende info Workshop Social Media Humanitas district Noord

Aanvulllende info Workshop Social Media Humanitas district Noord Aanvulllende info Workshop Social Media Humanitas district Noord Defintie SocialMedia is een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele

Nadere informatie

OPEN CONTENT. Wat is het en hoe kun je het gebruiken?

OPEN CONTENT. Wat is het en hoe kun je het gebruiken? pd OPEN CONTENT Wat is het en hoe kun je het gebruiken? Creative Commons laat zien welke mogelijkheden er bestaan tussen volledig auteursrecht (copyright: alle rechten voorbehouden) en het publieke domein

Nadere informatie

De toekomst van consultancy

De toekomst van consultancy De toekomst van consultancy Course Assignment Management Consulting 5 oktober 2013 Teska Koch 2518936 Teska.koch@hotmail.com Word count: 1.510 Een kijkje in de glazen bol: Wat is de toekomst van consultancy?

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Het gaat om de volgende zeven verandercompetenties. De competenties worden eerst toegelicht en vervolgens in een vragenlijst verwerkt. Veranderkundige

Nadere informatie

Hieronder tref je een overzicht van 51 waarden. De opdracht werkt als volgt:

Hieronder tref je een overzicht van 51 waarden. De opdracht werkt als volgt: Werkwaarden Je bewust worden van je werkwaarden geeft meer inzicht in je huidige werkgeluk en de invloed daarvan op je energie niveau. Het geeft je inzicht in wat werk betekent voor jouw als individu.

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam:

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam: Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-M) Status Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek 12 mei 2014 Emailadres Inleiding Motivatie & Leerstijlen

Nadere informatie

Belbin Teamrollen Vragenlijst

Belbin Teamrollen Vragenlijst Belbin Teamrollen Vragenlijst Lindecollege 2009 1/ 5 Bepaal uw eigen teamrol. Wat zijn uw eigen teamrollen, en die van uw collega s? Deze vragenlijst kan u daarbij behulpzaam zijn. Zeven halve zinnen dienen

Nadere informatie

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven ecourse Moeiteloos leren leidinggeven Leer hoe je met minder moeite en tijd uitmuntende prestaties met je team bereikt 2012 Marjan Haselhoff Ik zou het waarderen als je niets van de inhoud overneemt zonder

Nadere informatie

De rol van Vrije Software in de Internet-maatschappij

De rol van Vrije Software in de Internet-maatschappij De rol van Vrije Software in de Internet-maatschappij Herman Bruyninckx Departement Werktuigkunde, K.U.Leuven H. Bruyninckx, Vrije Software 1 De L A TEX broncode van dit document is beschikbaar als Vrije

Nadere informatie

A creative commons presenteert: creatieve werken. delen met anderen - een strip. door alex roberts, rebecca royer en jon phillips

A creative commons presenteert: creatieve werken. delen met anderen - een strip. door alex roberts, rebecca royer en jon phillips A creative commons presenteert: creatieve werken delen met anderen - een strip door alex roberts, rebecca royer en jon phillips A creatieve werken delen met anderen Met Creative Commons gaat voor iedereen

Nadere informatie

?Hoe Zo! >> Werken bij de gemeente betekent je inzetten voor burgers en bedrijven. En daarbij geldt:

?Hoe Zo! >> Werken bij de gemeente betekent je inzetten voor burgers en bedrijven. En daarbij geldt: Wabo effectief ?Hoe Zo! >> Het toepassen van de Wabo is meer dan alleen de IT-structuur aanpassen, de procedures herzien en/of de processen opnieuw beschrijven en herinrichten. Het zijn de medewerkers

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

VIRTUEEL LEEFSTIJL CENTRUM TESTAPP RESULTATEN

VIRTUEEL LEEFSTIJL CENTRUM TESTAPP RESULTATEN VIRTUEEL LEEFSTIJL CENTRUM TESTAPP RESULTATEN WAAROM DE TESTAPP? In eerdere verkenningen zijn verschillende ideeën naar voren gekomen voor ontwerp van het virtueel leefstijlcentrum. De functionaliteiten

Nadere informatie

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website: www.hdyo.

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website: www.hdyo. Relaties HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website: www.hdyo.org Relaties kunnen een belangrijke rol spelen bij het omgaan

Nadere informatie

Intellectuele Rechten

Intellectuele Rechten Intellectuele Rechten Intellectuele Rechten vermogensrechten op niet-tastbare objecten verzamelbegrip voor... wettelijk kader op EU en nationaal niveau ALGEMEEN www.vlao.be/images_sub/pdf/innovatie/ ie_praktijk.pdf

Nadere informatie

WIE IS DE BAAS IN. CONTACT Het onderzoek naar de meest aantrekkelijke werkgever in klantcontact

WIE IS DE BAAS IN. CONTACT Het onderzoek naar de meest aantrekkelijke werkgever in klantcontact Het onderzoek naar de meest aantrekkelijke werkgever in klantcontact Baas in Contact 2018 Het onderzoek naar de meest aantrekkelijke werkgever in klantcontact Respons Baas in Contact 2018 Aantal respondenten:

Nadere informatie

Crowdsourcing: what drives who?

Crowdsourcing: what drives who? Crowdsourcing: what drives who? Anne Vreeman Universiteit van Tilburg Mail: annevreeman@gmail. com Tel: 06-20843657 Welkom: net afgestudeerd, kom hier vertellen over mijn thesis, die zich richt op: Korte

Nadere informatie

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Welke middelen kan een docent tijdens zijn les gebruiken / hanteren om leerlingen van havo 4 op het Sophianum meer te motiveren? Motivatie

Nadere informatie

VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST

VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST Respondent: J. de Vries ( voorbeeld) E- mailadres: jdevries@example.com Geslacht: Man Leef tijd: 32 Opleiding sniveau: HBO Verg elijking sg roep: Normg

Nadere informatie

Doel van Bijbelstudie

Doel van Bijbelstudie Bijbelstudie Hebreeën 4:12 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneen scheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het

Nadere informatie

1. De methodiek Management Drives

1. De methodiek Management Drives 1. De methodiek Management Drives Management Drives is een unieke methodiek die u concrete handvatten biedt in het benaderen van de ontwikkeling van individu, team en organisatie. De methodiek kent een

Nadere informatie

Testomgevingen beheer

Testomgevingen beheer Testomgevingen beheer Testen brengt het verwachte resultaat en de huidige toestand bij elkaar. Het geeft aanknopingspunten om de planning te maken, het product te verbeteren en om zorgen bij belanghebbenden

Nadere informatie

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Auteur A.R. Goudriaan E-mailadres alex@goudriaan.name Datum 16 november 2008 Versie 1.0 Titel Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Computeraffiniteit belangrijk op kantoor tevredenheid over de automatiseringsafdeling

Nadere informatie

360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal

360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal 360 GRADEN FEEDBACK Jouw competenties centraal Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Over gedrag en de... 4 3. Totaalresultaten... 5 4. Overzicht scores per competentie... 7 5. Overschatting-/onderschattinganalyse...

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN. Ruysdael onderzoek 2015

MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN. Ruysdael onderzoek 2015 MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN Ruysdael onderzoek 2015 Succes maak je samen Ruysdael is gespecialiseerd in innovatie van mens en organisatie. Vanuit de overtuiging dat je samen duurzame meerwaarde creëert.

Nadere informatie

Hoe gelukkig ben je? Opdracht 1

Hoe gelukkig ben je? Opdracht 1 Hoe gelukkig ben je? Geluk is een veranderlijk iets. Het ene moment kun je jezelf diep gelukkig voelen, maar het andere moment lijkt het leven soms maar een zware last. Toch is voor geluk ook een soort

Nadere informatie

Medewerkerstevredenheidsonderzoek

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Medewerkerstevredenheidsonderzoek Dit medewerkerstevredenheidsonderzoek bestaat uit een aantal standaard onderwerpen die vaak gebruikt worden in medewerkerstevredenheidsonderzoeken. Afhankelijk van de

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement?

Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement? Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement? Definitie outplacement Outplacement is een geheel van begeleidende diensten en adviezen die in opdracht van

Nadere informatie

Feedback is een mededeling aan iemand die hem informatie geeft over hoe zijn gedrag wordt waargenomen, begrepen en ervaren.

Feedback is een mededeling aan iemand die hem informatie geeft over hoe zijn gedrag wordt waargenomen, begrepen en ervaren. FEEDBACK WAT IS FEEDBACK EIGENLIJK? Feedback is een mededeling aan iemand die hem informatie geeft over hoe zijn gedrag wordt waargenomen, begrepen en ervaren. Hiermee is feedback een belangrijk middel

Nadere informatie

Meer succes met je website

Meer succes met je website Meer succes met je website Hoeveel geld heb jij geïnvesteerd in je website? Misschien wel honderden of duizenden euro s in de hoop nieuwe klanten te krijgen. Toch levert je website (bijna) niets op Herkenbaar?

Nadere informatie

Licenties, inleidende juridische aspecten

Licenties, inleidende juridische aspecten Licenties, inleidende juridische aspecten Door mr. Mathieu Paapst Inleiding Toen Richard Stallman eind jaren tachtig de GNU General Public License (GPL) schreef, deed hij dat met de bedoeling om te voorkomen

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

MET DEZE 6 KEUZES WORDT DUURZAME INZETBAARHEID WÉL EEN SUCCES

MET DEZE 6 KEUZES WORDT DUURZAME INZETBAARHEID WÉL EEN SUCCES E-blog HR special MET DEZE 6 KEUZES WORDT DUURZAME INZETBAARHEID WÉL EEN SUCCES In duurzaam inzetbaar Door Caroline Heijmans en Teresa Boons, INLEIDING Als je medewerkers en managers vraagt wat zij doen

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Aan de slag met de Werk Ster!

Aan de slag met de Werk Ster! Aan de slag met de Werk Ster! Werk Ster Copyright EgberinkDeWinter 2013-2014 Werk Ster Stappen naar werk De Werk Ster helpt je duidelijk te krijgen waar jij op dit moment staat op weg naar werk. Je krijgt

Nadere informatie

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL Meting maart 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID

Nadere informatie

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN E-blog HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN In talent & groei Het is belangrijk om je talent goed onder woorden te kunnen brengen. Je krijgt daardoor meer kans om het werk te

Nadere informatie

Samenvatting afstudeeronderzoek

Samenvatting afstudeeronderzoek Samenvatting afstudeeronderzoek Succesfactoren volgens bedrijfsleven in publiek private samenwerkingen mbo IRENE VAN RIJSEWIJK- MSC STUDENT BEDRIJFSWETENSCHAPPEN (WAGENINGEN UNIVERSITY) IN SAMENWERKING

Nadere informatie

T Titel stage/afstudeeropdracht : Toekomstvaste Applicatie Integratie - Interconnectiviteit

T Titel stage/afstudeeropdracht : Toekomstvaste Applicatie Integratie - Interconnectiviteit Titel stage/afstudeeropdracht : Toekomstvaste Applicatie Integratie - Interconnectiviteit Duur van stage/afstuderen Manager Begeleider Locatie : 6 à 9 Maanden : dr. ir. J.J. Aue : dr. ir. H.J.M. Bastiaansen

Nadere informatie

Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft.

Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft. Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft. Webtechniek is gespecialiseerd in technische oplossingen voor internet en applicaties. Sinds 2000 is het

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 6. 1 Introductie 7 Ondernemerschap in Nederland 8 Drie manieren om een bedrijf te starten 8 IK als ondernemer 9

Inhoud. Inleiding 6. 1 Introductie 7 Ondernemerschap in Nederland 8 Drie manieren om een bedrijf te starten 8 IK als ondernemer 9 Inhoud Inleiding 6 1 Introductie 7 Ondernemerschap in Nederland 8 Drie manieren om een bedrijf te starten 8 IK als ondernemer 9 2 Instanties in Nederland 13 Belangrijke instanties voor ondernemers 14 Kamer

Nadere informatie

Handleiding Veiligheidsrondes

Handleiding Veiligheidsrondes Utrecht, maart 2006 Handleiding Veiligheidsrondes Project Veiligheidsmanagement Bouwen aan Veiligheid in de Zorg Auteurs: drs. I. van der Veeken, drs B. Heemskerk, E. Nap Inleiding Niet alleen de Raad

Nadere informatie

Goed, beter, best. Eenvoudig en betrouwbaar beoordelen met D-PAC

Goed, beter, best. Eenvoudig en betrouwbaar beoordelen met D-PAC Editie november 2018 Smart Education, Spin-off, Application prototyping Goed, beter, best. Eenvoudig en betrouwbaar beoordelen met D-PAC Schrijftaken en presentaties zijn vaak een cruciaal onderdeel van

Nadere informatie

Programma Maak van je Pensioen een Succes. Persoonlijk rapport voor Jan Voorbeeld

Programma Maak van je Pensioen een Succes. Persoonlijk rapport voor Jan Voorbeeld Programma Maak van je Pensioen een Succes Persoonlijk rapport voor Jan Voorbeeld LET OP! Dit rapport toont slechts delen van het persoonlijk rapport behorend bij het programma Maak van je Pensioen een

Nadere informatie

Flexibel ter beschikking stellen van leerinhouden

Flexibel ter beschikking stellen van leerinhouden Flexibel ter beschikking stellen van leerinhouden http://www.picdiary.com/new/nyc2004-widescreen/3 Flexibel ter beschikking stellen van leerinhouden Het klassieke auteursrecht Auteursrecht in de onderwijscontext

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Motivatie

Hoofdstuk 1 Motivatie Hoofdstuk 1 Motivatie Wat is motivatie? Van Dale omschrijft motivatie als beweegreden, drijfveer. Net als bij andere onderzoeken werd deze invalshoek gebruikt bij het begin van het onderzoek naar wat mensen

Nadere informatie

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Respondent: Johan den Doppelaar Email: info@123test.nl Geslacht: man Leeftijd: 37 Opleidingsniveau: hbo Vergelijkingsgroep: Nederlandse beroepsbevolking

Nadere informatie

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Leger des Heils - Ambulant Volwassenen regio gemeenten (incl. nazorg PI Midden Holland) Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2018 www.triqs.nl Voorwoord Met

Nadere informatie

Creative Commons Licenties. Rechtenvrije muziek, geluiden en afbeeldingen

Creative Commons Licenties. Rechtenvrije muziek, geluiden en afbeeldingen Creative Commons Licenties Rechnvrije muziek, geluiden en afbeeldingen Colofon Creative Commons Licenties auur(s): Maks vzw 2013-2014 Een publicatie van Mediawijs.be. Pleinlaan 9, 1050 Brussel mediawijs@iminds.be

Nadere informatie

Appraisal. Datum:

Appraisal. Datum: Appraisal Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

ProjectHeatmap. Onderzoeksrapport v0.5 11-03-11 Dennis Wagenaar

ProjectHeatmap. Onderzoeksrapport v0.5 11-03-11 Dennis Wagenaar ProjectHeatmap Onderzoeksrapport v0.5 11-03-11 Dennis Wagenaar 1 Inhoudsopgave Inleiding...3 Gheat...4 Info...4 Voordelen...4 Nadelen...4 Google Fusion Tables...5 Info...5 Voordelen...5 Nadelen...5 OLHeatmap...6

Nadere informatie

Interview - Imro van der Reyden

Interview - Imro van der Reyden Interview - Imro van der Reyden Door Jeremy de Jager Interview met Imro van der Reyden Intro: Respondent: Imro van der Reyden Interviewer: Jeremy de Jager Locatie: Zandvoort Datum interview: 18-10-2013

Nadere informatie

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen Competenties Sociaal en communicatief functioneren (P9) Initiatief (P10) Reflectie (P11) Afgelopen module heb je met een groepje gewerkt aan je project. In week 7

Nadere informatie

De dimensies van het coachen

De dimensies van het coachen A-H04-def 13-05-2003 16:22 Pagina 25 4 De dimensies van het coachen Lilian Soerel 4.1 Inleiding Het is ondertussen heel geaccepteerd dat managers bij een derde advies inwinnen. Maar is dit coachen? Het

Nadere informatie

E-resultaat aanpak. Meer aanvragen en verkopen door uw online klant centraal te stellen

E-resultaat aanpak. Meer aanvragen en verkopen door uw online klant centraal te stellen E-resultaat aanpak Meer aanvragen en verkopen door uw online klant centraal te stellen 2010 ContentForces Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

Meerwaarde met Online Marketing Expertise

Meerwaarde met Online Marketing Expertise Meerwaarde met Online Marketing Expertise Webinar 26 mei 2015 Wat leer je in dit webinar? Nieuwe ontwikkelingen bij zelfstandig ondernemers De meest gestelde vraag door ondernemers Hoe je als VA daarop

Nadere informatie

CopyRight TV: We Own You

CopyRight TV: We Own You CopyRight TV: We Own You Sander Smid 1878972 1IMM IM0903 Inhoudsopgave Inleiding 3 Copyright 3 Ontwerp en materiaal 3-4 Ximpel en Ximpeltv 4 Samenwerking 5 Conclusie 5 Inleiding: De laatste periode van

Nadere informatie

21st Century Skills Training

21st Century Skills Training Ontwikkeling van competenties voor de 21 e eeuw - Vernieuwend - Voor werknemers van nu - Met inzet van moderne en digitale technieken - - Integratie van social media - Toekomstgericht - Inleiding De manier

Nadere informatie

Calligra. Algemene inleiding. Raphael Langerhorst Jost Schenck Vertaler/Nalezer: Natalie Koning

Calligra. Algemene inleiding. Raphael Langerhorst Jost Schenck Vertaler/Nalezer: Natalie Koning Algemene inleiding Raphael Langerhorst Jost Schenck Vertaler/Nalezer: Natalie Koning 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 1.1 Calligra-componenten................................... 5 1.2 Overzicht van de eigenschappen

Nadere informatie

Software kan worden ingedeeld in verschillende manieren. Bijvoorbeeld:

Software kan worden ingedeeld in verschillende manieren. Bijvoorbeeld: Hoofdstuk 1 Softwarecategorieën Software kan worden ingedeeld in verschillende manieren. Bijvoorbeeld: De taal waarin het bepaal software geschreven is of taak waarvoor het bestemd is. Het platform De

Nadere informatie

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo WERKVORMEN MAGAZIJN Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo Voorwoord Voor u heeft u Thema boekje 1 Wat is netwerken? Dit themaboekje is een onderdeel van de lessenserie Netwerken.

Nadere informatie

Open & Online. De (mogelijke) rollen van bibliotheken. Onderwijs

Open & Online. De (mogelijke) rollen van bibliotheken. Onderwijs Open & Online De (mogelijke) rollen van bibliotheken Onderwijs Enthousiasme om mee te werken aan het onderzoek De opkomst hier vandaag Vragen en nieuwsgierigheid Leidraad met vragen opgesteld Telefonische

Nadere informatie

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig Grijp je Ambities Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig Je dromen verwezenlijken in 7 stappen. Grijp je ambities Brengt je dichterbij je ideaal Laat je talenten leven Helpt je het

Nadere informatie

Het verkoop-adviesgesprek. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Verkopen

Het verkoop-adviesgesprek. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Verkopen Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over verkopen aan en adviseren van gasten in horecabedrijven. Oftewel: het verkoopadviesgeprek. Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart

Nadere informatie

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig Grijp je Ambities Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig Je dromen verwezenlijken in 7 stappen. Grijp je ambities Brengt je dichterbij je ideaal Geeft je inzicht in jouw persoonlijke

Nadere informatie

@ AB. Eigenaardig Mentorschap

@ AB. Eigenaardig Mentorschap @ AB Eigenaardig Mentorschap Als mentor moet je kunnen omgaan met al die eigenaardigheden van je leerlingen. Daarbij heb je ook je persoonlijke eigenaardigheden waarvan het prettig is als die een plek

Nadere informatie

One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership

One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership Samenvatting proefschrift Leonie Heres MSc. www.leonieheres.com l.heres@fm.ru.nl Introductie

Nadere informatie