Resultaten nulmeting

Transcriptie

1 Resultaten nulmeting Implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden bij opstartende scholen Els De Smet, coördinator project gratis dyslexiesoftware 2012

2 SAMENWERKINGSVERBAND NETGEBONDEN PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENSTEN 1. Methodologie 1.1 Onderzoeksdesign en doel van het onderzoek De doelgroep voor dit onderzoek was de groep scholen die in een gratis softwarepakket ontvangen heeft en slechts weinig of geen ervaring heeft met dyslexiesoftware. Via een vragenlijst voor deze scholen werden de effecten van het project gratis dyslexiesoftware bevraagd. Het doel van het onderzoek is: - het in kaart brengen van de implementatie van de dyslexiesoftware op schoolniveau, meer bepaald: o het tijdstip waarop de school dyslexiesoftware in haar bezit krijgt en start met de implementatie van dyslexiesoftware op school o de factoren die een invloed hebben op de implementatie: stimulansen en hinderpalen o het al dan niet voeren van een beleid - het in kaart brengen van de concrete aanwending van de softwarepakketten op klasniveau, meer bepaald: o wanneer en waarvoor de dyslexiesoftware gebruikt wordt o de beschikbare faciliteiten - het in kaart brengen van vormingsbehoeften, meer bepaald: o de mate waarin het team bereid is om zich te professionaliseren o de initiatieven die de school reeds genomen heeft op het vlak van professionalisering o de vormen van vorming en ondersteuning waarmee de school in de toekomst gebaat is o de onderwerpen van vorming en ondersteuning die voor de school in de toekomst interessant zijn De vragenlijst in dit onderzoek bevat hoofdzakelijk schaalvragen en multiple choice vragen. Er werd gekozen voor een online vragenlijst, zodat de respondenten zelf het tijdstip kunnen kiezen waarop ze de vragenlijst invullen. Bovendien neemt het invullen van een online vragenlijst minder tijd in beslag dan een schriftelijke vragenlijst en wordt alle data rechtstreeks opgeslagen. De vragenlijst werd opengesteld van 9 mei 2012 tot en met 31 mei 2012 en de scholen kregen één week voor het verstrijken van de deelnametermijn nog een herinneringsmail. 1.2 Participanten De 598 scholen die in een gratis pakket ontvingen, werden per mail uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek. Deze mail omvatte het doel en het verloop van het onderzoek en de vraag om medewerking. In totaal werden er 201 vragenlijsten ingevuld, wat leidde tot een respons van 33,6%. Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 1

3 1.3 Meetinstrumenten Voor de vragenlijst werd een selectie gemaakt uit de vragenlijst die gebruikt werd voor het onderzoek naar de implementatie van dyslexiesoftware en de overeenkomstige vormingsnoden in januari In dit onderzoek werden de meer ervaren scholen die in 2009 of 2010 een pakket kregen bevraagd. De vragenlijst werd ook ter advies voorgelegd aan de leden van de Raad van Bestuur van SNPB en de leden van de werkgroep dyslexiesoftware van het Departement Onderwijs. 1.4 Data-analyse Alle gegevens die de scholen ter beschikking stelden voor het onderzoek worden opgeslagen in de voor het project ontwikkelde webapplicatie Dyslexia. In deze database wordt ook de informatie die de scholen verstrekten bij de aanvraag tot het bekomen van gratis dyslexiesoftware bewaard. De data van het onderzoek werden met Excel 2010 verwerkt. 2. Resultaten In dit hoofdstuk worden de meest relevante resultaten weergegeven. In de bijlage is een overzicht van de door de scholen gegeven antwoorden op alle vragen uit het onderzoek te vinden. De resultaten van het vorige onderzoek (januari 2012) worden ter vergelijking cursief gedrukt. 2.1 Implementatie van dyslexiesoftware op schoolniveau Aanvang, aanleiding en stimulerende factoren Ongeveer de helft van de scholen (48%) (64%) start met het gebruik van dyslexiesoftware op het moment dat de scholen de dyslexiesoftware gratis ter beschikking krijgt vanuit het project gratis dyslexiesoftware. De factoren die het meest stimulerend zijn voor de school om met de implementatie van start te gaan zijn: de implementatie als prioriteit opnemen binnen het (zorg)beleid (84%) (86%) en de aanwezigheid van de infrastructuur (67%) In de aanvangsfase is de aanwezigheid van vorming en ondersteuning niet echt doorslaggevend (54%) (57%) om met de implementatie van start te gaan. Druk van buitenaf als factor om met de implementatie van start te gaan is voor de meerderheid van de scholen te verwaarlozen (71%) (72%). De voorafgaande vertrouwdheid van het team met de mogelijkheden van dyslexiesoftware wordt door de meeste scholen (67%) (66%) niet als stimulerende factor beschouwd Het beleid m.b.t. dyslexiesoftware Een minderheid van de scholen (33%) (72%) voert reeds een beleid rond dyslexiesoftware maar de meerderheid (62%) van de scholen is wel van plan om in de toekomst een beleid rond dyslexiesoftware te voeren. Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 2

4 2.2 Aanwending en gebruik van dyslexiesoftware op klasniveau Inzetbaarheid In slechts 29% (61%) van de scholen gebruiken de leerlingen de dyslexiesoftware in de klas en/of thuis als ondersteunende maatregel bij het gewone lesgebeuren. De percentages zijn de som van de resultaten van het gebruik in de klas bij alle vakken en activiteiten waar zij nood aan hebben en in de klas en thuis bij alle activiteiten waar zij nood aan hebben. In het BaO betreft dit gebruik 66%, in het SO 39 %, in het BuO 44%. Bij de restgroep onbekend wordt de dyslexiesoftware nog niet (100%) gebruikt. De andere leerlingen gebruiken de software bijvoorbeeld enkel bij toetsen en examens, buiten de klas in de zorg, thuis of nog niet. In de scholen wordt de dyslexiesoftware bijna uitsluitend (96%) (94%) ingezet voor leerlingen met een attest dyslexie, dyspraxie of BuO. In de meeste scholen (78%) (58%) kunnen leerlingen met ernstige lees- en schrijfproblemen zonder diagnose indien nodig gebruik maken van dyslexiesoftware. In de groep BaO betreft dit gebruik 80%, in de groep BuO 67% en in de groep SO 58% In slechts 27% (12%) van de scholen wordt de dyslexiesoftware ook ingezet voor anderstalige leerlingen. In alle scholen gebruiken de leerlingen de dyslexiesoftware om teksten te laten voorlezen (100%) (97%) en/of teksten te typen (88%) (79%). Het gebruik van ADIBoeken in combinatie met dyslexiesoftware is in heel wat scholen reeds bekend: 78% (55%) van de scholen gebruikt de software om ADIBoeken te laten voorlezen en 70% (45%) van de scholen gebruikt de software om in ADIBoeken te typen Faciliteren 62% (36%) van de scholen geeft aan dat het team nog onvoldoende op de hoogte van de vaardigheden die bij de leerlingen getraind moeten worden alvorens ze dyslexiesoftware kunnen gebruiken. Een kleine meerderheid van de scholen (53%) (61%) geeft aan niet over ADIBoeken te beschikken. Binnen de groep van het BaO betreft dit slechts 34%, binnen de groep van het BuO is dit 56% en binnen de groep van het SO beschikt 69% van de scholen niet over AdiBoeken. Uit het onderzoek blijkt nu ook dat 69% (66%) van de scholen te kennen geeft dat de teams niet weten hoe ze ADIBoeken kunnen verkrijgen. De meeste teams (69%) (51%) zijn ook nog niet op de hoogte van de manier waarop ze eigen ontwikkeld lesmateriaal kunnen aanbieden dat compatibel is met de dyslexiesoftware. De ICT-coördinator speelt een cruciale rol m.b.t. het faciliteren van de dyslexiesoftware. De overgrote meerderheid van de scholen (69%) (88%) geeft aan dat de ICT-coördinator de mogelijkheden voor installatie en toepassing van dyslexiesoftware kent. Eveneens helpen de ICT-coördinatoren (62%) (81%) bij het opslaan van digitale bestanden en de beschikbaarstelling van pc s en scanapparatuur. Positief is dat een grote meerderheid (68%) (70%) van de directies systematisch een budget begroot voor de aanschaf van passende ICT-hulpmiddelen. In de meeste scholen (85%) (70%) zijn laptops voor de leerlingen beschikbaar die dyslexiesoftware gebruiken. De kosten van deze laptops worden voornamelijk (76%) (52%) door de school en in 23% (21%) van de gevallen door de ouders gedragen. In de groep van het BaO draagt 17% van de ouders de kost voor de laptop, in het BuO 33% van de ouders en in het SO zelfs 37% van de ouders. De meerderheid van de scholen (54%) (61%) geeft aan niet over een scanner te beschikken die voor de leerlingen die dyslexiesoftware gebruiken ter beschikking staat. Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 3

5 2.3. Vormingsbehoeften en expertisedeling Noden Bij 95% van de scholen is het team bereid om zich te professionaliseren m.b.t. het inzetten van dyslexiesoftware. In het kader van de implementatie van dyslexiesoftware werd door de meeste scholen reeds geïnvesteerd in professionalisering van het schoolteam onder de vorm van collegiale consultatie (70%) (83%), nascholing over de werking van dyslexiesoftware (58%) (69%) en het geven van een spreekbuis aan ervaringsdeskundigen (52%) (58%). Opvallend is dat slechts 8% (11%) de pedagogisch begeleider heeft betrokken en slechts 11% (19%) van de scholen een pedagogische studiedag heeft georganiseerd. De vormen van ondersteuning waar de scholen in de toekomst het meest mee gebaat zouden zijn betreffen: financiële middelen voor hardware (86%) (89%), een beschikbare helpdesk i.v.m. de implementatie van dyslexiesoftware (84%) (86%), een gratis prioritair nascholingsproject (59%) (81%), gratis pakketten dyslexiesoftware (84%) (81%) en een website i.v.m. dyslexiebeleid en good practice (86%) (81%). Ook leren van ervaringsdeskundigen (77%) (69%) wordt als waardevol aangegeven. De publicaties als Dyslexiesoftware! En nu en de map De computer, mijn surfplank bij het leren blijken voor scholen minder geschikt om de school te ondersteunen (55%) (56%). Een belangrijk thema dat in vrijwel alle scholen nog ter ondersteuning aan bod kan komen is vorming over de didactische inzetbaarheid van de software in de klaspraktijk met betrekking tot stimuleren, remediëren, compenseren en differentiëren (97%) (94%). Eveneens vormingsaanbod m.b.t. het gebruik van de dyslexiepakketten zelf (95%) (89%) en het gebruik van ADIBoeken (76%) (81%) wordt als een zinvolle ondersteuning aangegeven. Ook op het vlak van het uitzetten van een beleid geven de meeste scholen aan ondersteuning te kunnen gebruiken (81%) (58%), evenals op het vlak van het uitwerken van een stappenplan voor de implementatie (81%) (58%). Met betrekking tot het aftasten van de vormingsnoden geeft ook 78% (67%) van de scholen aan nood te hebben aan vorming m.b.t. het inbouwen van evaluaties en/of effectenmeeting. Bijna de helft van de scholen (49%) (47%) geeft aan ook toch nog ondersteuning te kunnen gebruiken op het vlak van ICT-vaardigheden. Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 4

6 3. Bijlage: de onderzoeksresultaten 3.1 Algemene en kwantitatieve gegevens Met betrekking tot de respondenten Doelgroep: de 598 scholen die in een gratis pakket dyslexiesoftware ontvangen hebben werden uitgenodigd om deel te nemen aan de nulmeting op voorwaarde dat zij slechts weinig of geen ervaring hebben met het inzetten van dyslexiesoftware. Aantal respondenten: 201 (33,6%) Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 5

7 Functie van de persoon die deze bevraging heeft ingevuld: Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 6

8 3.2 Aanvang gebruik dyslexiesoftware, aanleiding, stimulansen en hinderpalen Hoe kwam het dyslexiesoftwarepakket op school terecht? Wanneer gingen leerlingen op school effectief van start met het gebruiken van dyslexiesoftware? Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 7

9 Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 8

10 Duid bij onderstaande factoren aan in welke mate ze stimulerend zijn/waren om met dyslexiesoftware in de school te starten. Prioriteit binnen het (zorg)beleid? Druk van buitenaf? Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 9

11 Draagvlak binnen het team? Aanwezigheid van vorming en ondersteuning? Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 10

12 Aanwezigheid van infrastructuur (hard- en software)? Vertrouwdheid van team met ICT-mogelijkheden? Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 11

13 Vertrouwdheid van team met mogelijkheden van dyslexiesoftware? Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 12

14 3.3 Het beleid m.b.t. dyslexiesoftware De school voert een beleid rond dyslexiesoftware (visie, plan van aanpak, ) Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 13

15 Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 14

16 3.4 Noden m.b.t. de vorming en ondersteuning van het schoolteam m.b.t. dyslexiesoftware Het team is bereid om zich te professionaliseren m.b.t. het inzetten van dyslexiesoftware? Hoe heeft de school geïnvesteerd in de professionalisering van het team met betrekking tot dyslexiesoftware? pedagogische studiedag ja 11% neen 90% personeelsvergadering ja 37% neen 63% pilootproject binnen de school/scholengemeenschap ja 22% neen 78% Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 15

17 collegiale consultatie ja 70% neen 31% participatie in lerende netwerken ja 18% neen 83% spreekbuis geven aan ervaringsdeskundigen (leerlingen, ouders, leerkrachten, GON-leerkracht) ja 52% neen 49% nascholing over de concrete werking van dyslexiesoftware ja 58% neen 43% begeleiding door de pedagogisch begeleider ja 8% neen 92% publicatie 'Dyslexiesoftware! En nu?' en/of de map 'De computer, mijn surfplank bij het leren' ter beschikking stellen aan het team ja 55% neen 46% andere ja 12% neen 88% Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 16

18 Met welke vormen van vorming en ondersteuning m.b.t. dyslexiesoftware is de school in de toekomst gebaat? pedagogische studiedag ja 45% neen 56% deskundige op personeelsvergadering ja 70% neen 30% evaluatie van een pilootproject binnen de school/scholengemeenschap ja 45% neen 56% collegiale consultatie ja 86% neen 14% participatie in lerende netwerken ja 50% neen 50% spreekbuis geven aan ervaringsdeskundigen (leerlingen, ouders, leerkrachten, GON-leerkracht) ja 77% neen 23% gratis prioritair nascholingsproject ja 79% neen 22% begeleiding door de pedagogisch begeleider ja 42% neen 58% Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 17

19 publicatie 'Dyslexiesoftware! En nu?' en/of de map 'De computer, mijn surfplank bij het leren' ter beschikking stellen aan het team ja 72% neen 28% website i.v.m. dyslexiebeleid en good practice ja 86% neen 15% helpdesk i.v.m. implementatie van dyslexiesoftware ja 84% neen 16% gratis pakketten dyslexiesoftware ja 86% neen 14% financiële middelen voor hardware ja 85% neen 16% andere ja 4% neen 96% Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 18

20 Welke onderwerpen van vorming en ondersteuning zijn interessant voor de school? het gebruik van de dyslexiesoftwarepakketten zelf ja 95% neen 6% het gebruik van ADIBoeken ja 76% neen 24% technische ondersteuning m.b.t. hardware, software en randvoorwaarden ja 57% neen 44% de didactische inzetbaarheid van de software in de klaspraktijk m.b.t. stimuleren, remediëren, compenseren en differentiëren ja 97% neen 4% het uitwerken van een beleid voor dyslexiesoftware ja 81% neen 20% uitschrijven van een visie/beleidsplan i.v.m. zorg ja 59% neen 42% bepalen van gedragen doelen ja 55% neen 45% uitwerken van een stappenplan voor de implementatie ja 81% neen 20% inbouwen van evaluaties/effectenmeeting ja 78% neen 22% Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 19

21 een behoefteanalyse binnen het team ja 48% neen 53% leerstoornis dyslexie ja 45% neen 55% sticordimaatregelen ja 50% neen 50% ICT-vaardigheden ja 49% neen 51% andere ja 1% neen 100% Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 20

22 3.5 Inzetbaarheid van dyslexiesoftware De leerlingen gebruiken de dyslexiesoftware Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 21

23 Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 22

24 Voor welke leerlingen wordt dyslexiesoftware ingezet? leerlingen met attest dyslexie, dyspraxie of BuO ja 96% neen 4% leerlingen met ernstige lees- en schrijfproblemen zonder diagnose ja 72% neen 28% Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 23

25 leerlingen met een andere leerstoornis ja 37% neen 63% anderstalige leerlingen ja 27% neen 73% andere ja 6% neen 94% Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 24

26 Waarvoor wordt/zal worden de dyslexiesoftware gebruikt? om teksten te laten voorlezen ja 100% neen 0% om ADIBoeken te laten voorlezen ja 78% neen 22% om teksten te typen ja 88% neen 12% om in werkboeken (ADIBoeken) te typen in plaats van gewoon te schrijven ja 70% neen 30% om te markteren, samen te vatten, studeren ja 64% neen 36% om mp3-bestanden aan te maken ja 29% neen 71% andere ja 5% neen 95% Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 25

27 3.6 Faciliteren van dyslexiesoftware Hieronder staan uitspraken met betrekking tot het faciliteren van dyslexiesoftware. Duid bij elk uitspraak aan wat het best past bij uw schoolsituatie. Het team is op de hoogte van welke vaardigheden bij de leerlingen moeten worden getraind vooraleer ze dyslexiesoftware kunnen gebruiken helemaal niet 15% eerder niet 47% eerder wel 36% in sterke mate 2% Het team weet hoe ze ADIBoeken kunnen verkrijgen helemaal niet 32% eerder niet 37% eerder wel 26% in sterke mate 5% De directie begroot systematisch een budget voor de aanschaf van passende ICT-hulpmiddelen helemaal niet 12% eerder niet 20% eerder wel 55% in sterke mate 13% De ICT-coördinator kent de mogelijkheden voor installatie en toepassing van dyslexiesoftware helemaal niet 7% eerder niet 17% eerder wel 51% in sterke mate 25% De ICT-coördinator helpt bij het opslaan van digitale bestanden en de beschikbaarheid van pc's en scanapparatuur helemaal niet 11% eerder niet 26% eerder wel 41% in sterke mate 21% Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 26

28 Het team weet op welke manier ze eigen ontwikkeld lesmateriaal kunnen aanbieden dat compatibel is met de dyslexiesoftware helemaal niet 28% eerder niet 41% eerder wel 28% in sterke mate 3% Welke faciliteiten m.b.t. dyslexiesoftware zijn beschikbaar voor de leerling en wie betaalde dit? Beschikbaar? desktop Betaald door school? ja 57% niemand 2% ouders 0% school 98% neen 43% Beschikbaar? laptop Betaald door school? ja 85% niemand 1% ouders 23% school 76% neen 15% Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 27

29 Beschikbaar? printer Betaald door school? ja 72% niemand 0% ouders 3% school 97% neen 28% Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 28

30 Beschikbaar? scanner Betaald door school? ja 46% niemand 0% ouders 4% school 96% neen 54% Beschikbaar? koptelefoon Betaald door school? ja 87% niemand 0% ouders 15% school 85% neen 13% Beschikbaar? USB-stick met bestanden Betaald door school? ja 82% niemand 7% ouders 15% school 78% neen 18% Beschikbaar? AdiBoeken Betaald door school? ja 53% niemand 12% ouders 14% school 74% neen 47% Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 29

31 Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 30

32 Beschikbaar? mp3-speler Betaald door school? ja 16% niemand 12% ouders 29% school 59% neen 84% Beschikbaar? internetverbinding Betaald door school? ja 93% niemand 2% ouders 1% school 97% neen 7% Beschikbaar? andere ja 1% neen 99% Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 31

33 Relevante commentaar en vragen van scholen Voorleesprogramma werkt goed voor kdrn. (leerboeken, internet,...) van de lagere school. Woorden typen in de digitale leerboeken verloopt veel moeilijker. Veel kinderen kunnen (nog) niet blind typen. Ze verliezen héél veel tijd met het zoeken naar de letters. Wij vinden het toch ook belangrijk dat deze jonge kdrn. nog schrijven. Het gratis verkrijgen van een pakket 'sprinto plus' gaf aan onze school en zorgwerking een echte positieve impuls! Dankjewel voor dit initiatief! We zijn ervan overtuigd dat onze kinderen er wel bij zullen varen en nog meer wanneer alles zal gekaderd zijn in een beleidsplan. Daarmee gaan we volgend schooljaar aan het werk! Voorlopig zitten we nog in een testfase. 1 zoon van een lkr test voor ons het programma uit. De ouders hebben hiervoor zelf een laptop voorzien en scanner thuis. Als de kennis verworven is mbt deze software, kan de ll + de lkr de andere lln mee op weg zetten. Eind juni krijgen 3 lln hierover samen met 2 zorg lkr en de lkrouder een navorming rond de software door een ervaringsdeskundige. De bedoeling is dat de lln het in de vakantie verder uittesten en dan definitief in september starten in de klassen. Dan volgt ook onze infoavond naar de andere ouders met lln met een contract. Ook onze expertise moet nog groeien en worden doorgegeven aan de collega's. Sommige vragen waren moeilijk te beantwoorden daar de implementatie van de software voornamelijk in handen zit zij de zorgleerkrachten. Wij hebben nu een beleid uitgeschreven naar invoering van sticordimaatregelen. Binnen dit beleid zal het gebruik van de dyslexiesoftware het volgend schooljaar een belangrijke rol innemen. Niet meer alleen tijdens toetsing, maar ook bij andere lessen tijdens het schooljaar. Er zal ook het aanbod gedaan worden voor sommige leeringen om de usb-sticks mee te nemen naar huis voor gebruik bij huistaken en inoefening toetsen. Maar hierover moet nog onderhandeld worden met de betrokken ouders. Wij hadden reeds 1 stick "Sprint" aangekocht. Dankzij het gratis softwarepakket kunnen we nu meer leerlingen helpen. Tot nu toe was er 1 jongetje dat via zijn reva en de zorgcoördinator kon werken met deze stick. Hij nam die ook mee naar huis. Vanaf komend schooljaar willen we meerdere kinderen helpen. Organisatorisch vraagt dit nog wat werk. De aanwezige laptops worden gebruikt om met de smartborden te werken in de klas. We moeten ook nog ADIboeken bestellen. Ik had dat reeds geprobeerd, maar heb voor verschillende kinderen tegelijk geprobeerd te bestellen. Ik kreeg geen antwoord en zal het volgende keer per kind proberen. Dit schooljaar werd vooral 'verkend': verkenning van de software, nascholingen en er werd al een en ander uitgeprobeerd. Nu volgt het systematische werk naar beleid - informeren alle lkr. - verder uitbreiden implementatie. Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 32

34 Eerder negatieve evaluatie, maar ondertussen hebben bepaalde collega's een dyslexiebeleid opgesteld voor de school en worden voor de start van volgend schooljaar koptelefoons aangekocht en werden het gebruik van sticordimaatregelen uitgewerkt op papier. De eerste informatie over de maatregelen werd reeds doorgespeeld aan de verschillende collega's en wordt momenteel beraadslaagd. Ik heb de vragen beantwoord naar HUIDIGE situatie, maar naar de TOEKOMST toe ziet de inzetbaarheid van de dyslexiesoftware er gunstig uit. wij starten vanaf sept met een pilootproject vanuit sensotec, om de implementatie vanuit de GOn werking beter te kunnen faciliteren. waar kunnen wij alles vernemen over adibib? het is een mooi systeem maar is er een mogelijkheid omdat ook te installeren op een GSM. Het zou de lln de mogelijkheid geven om ook hun berichtjes te lezen? Geregeld komt de vraag van ouders of lln de software in de klas mogen gebruiken. We hebben al wel wat getest, maar momenteel werken er op school nog geen lln. met de software. Collega's hebben onvoldoende praktische ervaring. Op school zijn er onvoldoende PC's opdat alle lln. met dyslexie de software zouden kunnen gebruiken. Collegiale visitatie op school waar de software wel gebruikt wordt door lln. zou erg interessant zijn. Zou het mogelijk zijn om een exemplaar te verkrijgen van "De computer, mijn surfplank bij het leren. Of zou het mogelijk zijn om een aantal exemplaren te verkrijgen die we dan kunnen "uitlenen" aan de studenten? Resultaten onderzoek nulmeting implementatie dyslexiesoftware en vormingsnoden (mei 2012) 33