TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2008 Nr. 211

Transcriptie

1 54 (1972) Nr. 12 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2008 Nr. 211 A. TITEL Verdrag inzake de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972; (met Bijlagen) Londen, 20 oktober 1972 B. TEKST De tekst van het Verdrag, met Bijlagen, is geplaatst in Trb. 1974, 51. Zie voor wijzigingen rubriek J van Trb. 1982, 45 en 120, Trb. 1983, 78, Trb. 1988, 118, Trb. 1990, 77, Trb. 1994, 137 en Trb. 2004, 52. De Algemene Vergadering van de Internationale Maritieme Organisatie heeft op 29 november 2007 in overeenstemming met artikel VI, derde lid, van het Verdrag een besluit (Resolutie A.1004(25)) aangenomen houdende wijzigingen van de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, De Engelse tekst 1) van Resolutie A.1004(25) luidt als volgt: Resolution A.1004(25) Adopted on 29 November 2007 (Agenda item 14) Adoption of Amendments to the International Regulations for Preventing Collisions at Sea, 1972 The Assembly, 1) De Franse tekst van de Resolutie is niet afgedrukt.

2 211 2 Recalling article VI of the Convention on the International Regulations for Preventing Collisions at Sea, 1972 (hereinafter referred to as the Convention ), on amendments to the Regulations, Having considered the amendments to the International Regulations for Preventing Collisions at Sea, 1972, adopted by the Maritime Safety Committee at its eighty-second session, and communicated to all Contracting Parties in accordance with paragraph 2, article VI of the Convention; and also the recommendations of the Maritime Safety Committee concerning the entry into force of these amendments, 1. Adopts, in accordance with paragraph 3, article VI of the Convention, the amendments set out in the annex to the present resolution; 2. Decides, in accordance with paragraph 4, article VI of the Convention, that the amendments shall enter into force on 1 December 2009, unless by 1 June 2008 more than one third of Contracting Parties to the Convention have notified their objection to the amendments; 3. Requests the Secretary-General, in conformity with paragraph 3, article VI of the Convention, to communicate these amendments to all Contracting Parties to the Convention for acceptance; 4. Invites Contracting Parties to the Convention to submit any objections they may have to the amendments not later than 1 June 2008, whereafter the amendments will be deemed to have entered into force as determined in the present resolution, in accordance with the provisions of paragraph 4 of article VI of the Convention. Annex Amendments to the International Regulations for Preventing Collision at Sea, 1972, as Amended Annex IV Distress signals 1. The following signals, used or exhibited either together or separately, indicate distress and need of assistance: a) a gun or other explosive signals fired at intervals of about a minute; b) a continuous sounding with any fog-signalling apparatus; c) rockets or shells, throwing red stars fired one at a time at short intervals; d) a signal made by any signalling method consisting of the group { { (SOS) in the Morse Code; e) a signal sent by radiotelephony consisting of the spoken word MAYDAY ; f) the International Code Signal of distress indicated by N.C.;

3 3 211 g) a signal consisting of a square flag having above or below it a ball or anything resembling a ball; h) flames on the vessel (as from a burning tar barrel, oil barrel, etc.); i) a rocket parachute flare or a hand-flare showing a red light; j) a smoke signal giving off orange-coloured smoke; k) slowly and repeatedly raising and lowering arms outstretched to each side; l) a distress alert by means of digital selective calling (DSC) transmitted on: (i) VHF channel 70, or (ii) MF/HF on the frequencies khz, khz, khz, 6312 khz, khz or khz; m) a ship-to-shore distress alert transmitted by the ship s Inmarsat or other mobile satellite service provider ship earth station; n) signals transmitted by emergency position-indicating radio beacons; o) approved signals transmitted by radiocommunications systems, including survival craft radar transponders. 2. The use or exhibition of any of the foregoing signals, except for the purpose of indicating distress and need of assistance and the use of other signals which may be confused with any of the above signals, is prohibited. 3. Attention is drawn to the relevant sections of the International Code of Signals, the International Aeronautical and Maritime Search and Rescue Manual, Volume III and the following signals: a) a piece of orange-coloured canvas with either a black square and circle or other appropriate symbol (for identification from the air); b) a dye marker. C. VERTALING Zie Trb. 1974, 51 en rubriek J van 1982, 45, Trb. 1988, 118, Trb. 1990, 77, Trb. 1994, 137 en Trb. 2004, 52. De vertaling van Resolutie A.1004(25) van 29 november 2007 luidt als volgt:

4 211 4 Resolutie A.1004(25) Aangenomen op 29 november 2007 (Agendapunt 14) Aanneming van wijzigingen van de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972 De Algemene Vergadering, Herinnerend aan artikel VI van het Verdrag inzake de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972 (hierna te noemen het Verdrag ), betreffende wijzigingen van de Bepalingen, Overwogen hebbend de wijzigingen van de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972, aangenomen door de Maritieme Veiligheidscommissie tijdens haar tweeëntachtigste zitting en ter kennis gebracht van alle Verdragsluitende Partijen overeenkomstig artikel VI, tweede lid, van het Verdrag en tevens de aanbevelingen van de Maritieme Veiligheidscommissie betreffende de intreding van deze wijzigingen, 1. Neemt, overeenkomstig artikel VI, derde lid, van het Verdrag de wijzigingen vervat in de bijlage bij deze resolutie aan; 2. Besluit, overeenkomstig artikel VI, vierde lid, van het Verdrag dat de wijzigingen in treden op 1 december 2009, tenzij op 1 juni 2008 meer dan een derde van de Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag bezwaren tegen de wijzigingen kenbaar heeft gemaakt; 3. Verzoekt de Secretaris-Generaal, overeenkomstig artikel VI, derde lid, van het Verdrag, deze wijzigingen ter kennis te brengen van alle Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag met het oog op aanvaarding; 4. Nodigt de Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag uit uiterlijk op 1 juni 2008, bezwaren tegen de wijzigingen in te dienen, na welke datum de wijzigingen zullen worden geacht in te zijn getreden zoals bepaald in deze resolutie, in overeenstemming met de bepalingen van artikel VI, vierde lid, van het Verdrag. Bijlage Wijzigingen van de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972, als Gewijzigd Bijlage IV Noodseinen 1. De volgende seinen, tezamen of afzonderlijk gebruikt of getoond, geven een noodsituatie en behoefte aan hulp aan:

5 5 211 a. een kanonschot of ander knalsein, afgevuurd met tussenpozen van ongeveer één minuut; b. een aanhoudend geluid met een toestel voor mistseinen; c. vuurpijlen of lichtkogels, die rode sterren uitwerpen en één voor één met korte tussenpozen worden afgevuurd; d. een sein, door middel van een seinwijze uitgezonden, bestaande uit de groep { { (SOS) van de morsecode; e. een sein, uitgezonden door middel van radiotelefonie, bestaande uit het gesproken woord MAYDAY ; f. het noodsein N.C. uit het Internationaal Seinboek; g. een sein bestaande uit een vierkante vlag met daarboven of daaronder een bal of een voorwerp dat op een bal gelijkt; h. vlammen boven het schip (zoals van een brandend teervat, olievat, etc.); i. een valschermsignaal of een handstakellicht dat een rood licht toont; j. een rooksignaal dat oranje gekleurde rook afgeeft; k. langzaam en herhaald op en neer bewegen van de naar beide zijden uitgestrekte armen; l. een noodsignaal door middel van digital selective calling (DCS) uitgezonden op: i. VHF-kanaal 70, of ii. MF/HF op de frequenties 2187,5 khz, 8414,5 khz, 4207,5 khz, 6312 khz, khz of 16804,5 khz; m. een schip-naar-wal noodsignaal, verzonden via Inmarsat of een op een andere mobiele satellietdienst werkend grondstation van het schip; n. seinen uitgezonden door noodradiobakens die de positie aanduiden; o. goedgekeurde seinen uitgezonden door systemen voor radiocommunicatie, met inbegrip van radartransponders van groepsreddingsmiddelen. 2. Het gebruik of het tonen van vorengenoemde seinen anders dan om een noodsituatie en behoefte aan hulp aan te geven en het gebruik van andere seinen die met een van de bovengenoemde seinen kunnen worden verward, is verboden. 3. De aandacht wordt gevestigd op de desbetreffende afdelingen van het Internationaal Seinboek, het International Aeronautical and Maritime Search and Rescue Manual, deel III, en de volgende signalen: a. een stuk oranje gekleurd zeildoek met een zwart vierkant en een zwarte cirkel of een ander passend symbool (voor herkenning vanuit de lucht); b. een kleurstof om het water te verkleuren.

6 211 6 D. PARLEMENT Zie Trb. 1976, 126 en rubriek J van Trb. 1982, 120, Trb. 1990, 77, Trb. 1994, 137 en Trb. 2004, 52. E. PARTIJGEGEVENS Zie de rubrieken E en F van Trb. 1974, 51 en rubriek H van Trb. 1976, 126. Partij Ondertekening Ratificatie Type * In Opzegging Albanië T Algerije T Angola T Buiten Antigua en Barbuda T Argentinië T Australië T Azerbeidzjan T Bahama s T Bahrein T Bangladesh T Barbados T Belarus T België R Belize T Benin T Bolivia T Brazilië R Brunei T Bulgarije R Cambodja R Canada T

7 7 211 Partij Ondertekening Ratificatie Type * In Opzegging Buiten Chili T China T Colombia T Comoren, de T Congo, Democratische Republiek Congo, Republiek T T Cook-eilanden T Cuba T Cyprus T Denemarken R Djibouti T Dominica T Dominicaanse Republiek, de T Duitsland R Ecuador T Egypte T El Salvador T Equatoriaal Guinee T Eritrea T Estland T Ethiopië T Fiji-eilanden T Finland R Frankrijk R Gabon T

8 211 8 Partij Ondertekening Ratificatie Type * In Opzegging Buiten Gambia T Georgië T Ghana R Grenada T Griekenland R Guatemala T Guinee T Guyana T Honduras T Hongarije T Ierland R IJsland R India O Indonesië R Iran T Israël T Italië R Ivoorkust T Jamaica T Japan T Jemen T Joegoslavië (< ) T Jordanië T Kaapverdië T Kameroen T Kazachstan T Kenia T

9 9 211 Partij Ondertekening Ratificatie Type * In Opzegging Buiten Kiribati T Koeweit R Kroatië VG Letland T Liberia T Libië T Litouwen T Luxemburg T Maldiven, de T Maleisië T Malta T Marokko T Marshalleilanden, de T Mauritanië T Mauritius T Mexico T Moldavië T Monaco T Mongolië T Montenegro VG Mozambique T Myanmar T Namibië T Nederlanden, het Koninkrijk der Nederland T Ned. Antillen T Aruba VG

10 Partij Ondertekening Ratificatie Type * In Opzegging Buiten Nicaragua T Nieuw-Zeeland R Nigeria T Noord-Korea T Noorwegen R Oekraïne T Oman T Oostenrijk T Pakistan T Panama T Papua-Nieuw Guinea T Peru T Polen R Portugal R Qatar T Roemenië T Russische Federatie Salomonseilanden T VG Samoa T Sao Tomé en Principe T Saudi-Arabië T Senegal T Servië VG Seychellen, de T Sierra Leone T

11 Partij Ondertekening Ratificatie Type * In Opzegging Buiten Singapore T Sint Kitts en Nevis T Sint Lucia T Sint Vincent en de Grenadines T Slovenië VG Slowakije VG Soedan T Spanje T Sri Lanka T Syrië T Tanzania T Thailand T Togo T Tonga T Trinidad en Tobago T Tsjechië VG Tsjechoslowakije (< ) T Tunesië T Turkije T Tuvalu VG Uruguay T Vanuatu T Venezuela T Verenigd Koninkrijk, het R

12 Partij Ondertekening Ratificatie Type * In Opzegging Buiten Verenigde Arabische Emiraten, de T Verenigde Staten van Amerika, de R Vietnam T Zuid-Afrika T Zuid-Korea R Zweden R Zwitserland R * O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R= Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend Uitbreidingen China Uitgebreid tot In Buiten Hong Kong SAR Macau SAR Portugal Uitgebreid tot In Buiten Macau (< ) Verenigd Koninkrijk, het Uitgebreid tot In Buiten Belize (< ) Bermuda Britse Maagden-eilanden Cayman-eilanden Falkland-eilanden Gibraltar

13 Uitgebreid tot In Buiten Guernsey Hong Kong (< ) Jersey Kiribati (< ) Man Montserrat Pitcairn-eilanden Salomons-eilanden (< ) Sint Helena Turks- en Caicos-eilanden Tuvalu (< ) Verenigde Staten van Amerika, de Uitgebreid tot In Buiten Amerikaans-Samoa Amerikaanse Maagden-eilanden Baker-eiland Guam Howland-eiland Jarvis-eiland Johnston-eiland Kingman Reef Midway-eiland Navassa-eiland Palmyra-eiland Panamakanaal-zone (< ) Puerto Rico Trustgebied van de Eilanden in de Stille Zuidzee <

14 Uitgebreid tot In Buiten Wake-eiland Verklaringen, voorbehouden en bezwaren Argentinië, 12 augustus 1986 { the Argentine Government rejects the extension made by the United Kingdom of Great Brtitain and Northern Ireland of the application to the Malvinas Islands, South Georgia and South Sandwich Islands of the { Convention on the International Regulations for Preventing Collisions at Sea, 1972, as amended { and reaffrims the right of sovereignty of the Argentine Republic over those archipelagos which form part of its national territory. The General Assembly of the United Nations has adopted resolutions 2065 (XX), 3160 (XXVIII), 31/49, 37/9, 38/12 and 39/6 which recognize the existence of a sovereignty dispute relating to the question of the Malvinas Islands, urging the Argentine Republic and the United Kingdom to resume negotiations in order to find, as sson as possible, a peaceful and definitive solution to the dispute through the good offices of the Secretary-General of the United Nations who is requested to inform the General Assembly on the progress made. Similarly, the General Assembly of the United Nations at its fortieth session adopted resolution 40/21 of 27 November 1985 which again urges both parties to resume the said negotiations. Bezwaar door Verenigd Koninkrijk, het, 3 februari 1987 The Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland cannot accept the statement made by the Argentine Republic as regards the Falkland Islands and South Georgia and the South Sandwich Islands. The Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland have no doubt as to the United Kingdom sovereignty over the Falkland Islands and South Georgia and the South Sandwich Islands and, accordingely, their right to extend the application of the Treaties to the Falkland Islands and South Georgia and the South Sandwich Islands. Equally, while noting the Argentine reference to the provisions of Article IV of the Antarctic Treaty signed at Washington on 1 December 1959, the Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland have no doubt as to the sovereignty of the United Kingdom over the British Antarctic Territory, and to the right to extend the application of the treaties in question to that Territory.

15 Canada, 7 maart 1975 The Government of Canada considers that the provisions of rule 10, Traffic Separation Schemes, do not provide for compulsory use of the adopted schemes. The Government of Canada considers that the compulsory routeing of ships is necessary to avoid collisions between ships and the resulting damage to the marine environment. The Government of Canada notes that there are no exceptions to rule 10(b) (c) and (h) for vessels engaged in fishing with nets, lines, trawls, trolling lines or other apparatus, or for vessels engaged in special operations such as survey, cable, buoy, pipeline or salvage operations, and that the exceptions in rule 10(e) are not broad enough to adequately provide for vessels engaged in special operations. The Government of Canada considers that the practical application of rule 10 would be complicated without realistic exceptions for fishing vessels and for vessels engaged in special operations. The Government of Canada therefore does not consider that it is prohibited from providing for the compulsory use of traffic separation schemes or providing for such exceptions to rule 10(b), (c), (e) and (h). Cuba, 7 november 1983 The Government of the Republic of Cuba considers that the provisions of article II of the Convention, notwithstanding the fact that it deals with matters of interest for all States, are discriminatory in nature in that they withhold from a number of States the right of signature and accession, which is contrary to the principle of universality. The Government of the Republic of Cuba considers that the application of the provisions contained in article III of the Convention is at variance with the Declaration on the Granting of Independence to Colonial Countries and Peoples contained in resolution 1514(XV) adopted by the General Assembly of the United Nations on 14 December 1960, which proclaims the necessity of putting a speedy and unconditional end to colonialism in all its forms and manifestations. Hongarije, 15 december 1976 The Presidential Council of the Hungarian People s Republic declares that article II, paragraph (2) of the Convention on the International Regulations for Preventing Collisions at Sea of 1972, which does not allow some States to become a Party to the Convention, is of discriminative nature. The Convention regulates such questions which concern all States and, therefore, under the principle of sovereign equality of States, it should be open for all States without any restriction and discrimination. The Presidential Council of the Hungarian People s Republic also declares that article III of the Convention is at variance with the UN General Assembly s resolution No. 1514(XV) of 14 December 1960 on the granting of independence to the colonial countries and peoples, which

16 declared the necessity of the unconditional elimination of all forms of colonialism. Koeweit, 4 juni 1979 It is understood that the ratification of the State of Kuwait of the Convention on the International Regulations for Preventing Collisions at Sea and Regulations attached thereto done at London, on the 20th of October, 1972, does not in any way mean recognition of Israel by the State of Kuwait. Furthermore, no treaty relations will arise between the State of Kuwait and Israel. Roemenië, 27 maart 1975 a) The Council of State of the Socialist Republic of Romania considers that the provisions of rule 18(2) of the Convention are not in accord with the principle whereby international treaties, the objectives and aims of which are of concern to the international community as a whole, should be open to participation by all States. b) The Council of State of the Socialist Republic of Romania considers that the maintenance in a state of dependence of certain territories, to which the provisions of article III of the Convention refer, is not in accord with the Charter of the United Nations and the documents adopted by the United Nations concerning the granting of independence to colonial countries and peoples, including the Declaration on the principles of international law affecting friendly relations and co-operation between States in accordance with the Charter of the United Nations, unanimously adopted by the UN General Assembly resolution 2625(XXV) of 1970, which solemnly proclaims the right of States to encourage achievement of the principle of the equality of rights of peoples and their right to take their own decisions, with a view to putting a swift end to colonialism. Russische Federatie, 9 november 1973 The Union of Soviet Socialist Republics declares that article II, paragraph 2, of the 1972 Convention on the International Regulations for Preventing Collisions at Sea, under which certain States are precluded from becoming parties to that Convention, is of a discriminatory character, and considers that, in accordance with the principle of the sovereign equality of States, the Convention should be open to participation by all interested States without discrimination or restriction. The Union of Soviet Socialist Republics also deems it necessary to declare that the provisions of article III of the 1972 Convention on the International Regulations for Preventing Collisions at Sea, concerning the extension of its application to a territory for whose international relations a Contracting Party is responsible, are out-dated and contrary to the Declaration of the General Assembly of the United Nations on the granting of independence to colonial countries and peoples (resolution 1514(XV) of 14 December 1960), which proclaimed the necessity of

17 bringing to a speedy and unconditional end colonialism in all its forms and manifestations. Slowakije, 30 januari 1995 In accordance with relevant principles and rules of international law and to the extent defined by it, the Slovak Republic, as a successor State, born from the dissolution of the Czech and Slovak Federal Republic, considers itself bound, as of 1 Janury 1993, i.e. the date on which the Slovak Republic assumed responsibility for its international relations, by multilateral treaties to which the Czech and Slovak Republic was a party of 31 December 1992, including reservations and declaration made earlier by Czechoslovakia as well as objections by Czechoslovakia to reservations formulated by other treaty-parties. Syrië, 16 februari 1976 { the acceptance of the Syrian Arab Republic to the regulations stipulated in the said Convention and its ratification do not imply in any way the recognition in Israel and do not lead to its engagement with it in any dealings that may be regulated by the said Convention. Tsjechoslowakije (< ), 7 april 1977 { that the provision of article II, paragraph 2 of the Convention on the International Regulations for Preventing Collisions at Sea COLREG (London 1972) prevents some States from becoming parties to the Convention. It is therefore of the opinion that the Convention should be opened to all the interested countries in keeping with the principle of equal sovereignty of States. The Czechoslovak Socialist Republic deems it also necessary to declare that the provision of article III of the Convention, dealing with the extension of its validity to territories for whose international relations the party to the Convention is responsible, is at variance with the United Nations General Assembly Declaration on the Granting of Independence to Colonial Countries and Peoples (resolution 1514(XV) of 14 December 1960) which proclaimed the necessity of putting a speedy and unconditional end to colonialism in all its forms and manifestations. G. INWERKINGTREDING Zie Trb. 1976, 126, Trb. 1984, 61 en Trb. 1988, 118 en rubriek J van Trb. 1982, 120, Trb. 1988, 118, Trb. 1990, 77, Trb. 1994, 137 en Trb. 2004, 52.

18 Resolutie A.1004(25) van 29 november 2007 De wijzigingen zullen ingevolge punt 2 van de onderhavige Resolutie op 1 december 2009 in treden. J. VERWIJZINGEN Zie voor verwijzingen en andere verdragsgegevens Trb. 1974, 51, Trb. 1976, 126, Trb. 1980, 102, Trb. 1982, 45 en 120, Trb. 1983, 78, Trb. 1988, 118, Trb. 1990, 77, Trb. 1994, 137 en Trb. 2004, 52. Titel : Handvest van de Verenigde Naties; San Francisco, 26 juni 1945 Laatste Trb. : Trb. 2008, 174 Titel : Statuut van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie; New York, 26 oktober 1956 Laatste Trb. : Trb. 2001, 135 Titel : Statuut van het Internationaal Gerechtshof; San Francisco, 26 juni 1945 Laatste Trb. : Trb. 1997, 106 Titel : Verdrag inzake de Internationale Maritieme Organisatie; Genève, 6 maart 1948 Laatste Trb. : Trb. 2008, 26 Uitgegeven de negentiende november De Minister van Buitenlandse Zaken, M. J. M. VERHAGEN TRB4856 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2008