PRAKTIJK- EN EVALUATIERAPPORT CRISISJEUGDHULP 1 JAN 30 JUNI

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PRAKTIJK- EN EVALUATIERAPPORT CRISISJEUGDHULP 1 JAN 30 JUNI"

Transcriptie

1 PRAKTIJK- EN EVALUATIERAPPORT CRISISJEUGDHULP JAN 30 JUNI

2 Inhoudsopgave. Geografisch overzicht netwerken crisisjeugdhulp.... Kaart van Vlaanderen....2 Markante vaststellingen... Zes hulpprogramma s operationeel tussen januari en 30 juni Eén hulpprogramma opgestart in de periode januari-juni Schematisch overzicht van de samenstelling van de hulpprogramma s cj in Vlaanderen Meldpunt Crisisinterventie Crisisbegeleiding Crisisopvang Rol CLB Rol CGG Evaluatie van de operationele netwerken CJ Crisishulp garanderen voor alle minderjarigen Gegevens uit de aanmeldingsregistratie Gegevens uit andere bronnen Markante vaststellingen Voorkomen van meer ingrijpende hulp Gegevens uit de aanmeldingsregistratie Gegevens uit andere bronnen Markante vaststellingen Het hulpprogramma realiseren Gegevens uit de aanmeldingsregistratie Gegevens uit andere bronnen Markante vaststellingen De toegang tot het netwerk sensibiliseren Gegevens uit andere bronnen Markante vaststellingen Crisishulp positioneren binnen het geheel van de jeugdhulp Gegevens uit de aanmeldingsregistratie Gegevens uit andere bronnen Markante vaststellingen Afspraken maken over het omgaan met situaties waarin hulp maatschappelijk noodzakelijk wordt geacht Gegevens uit de aanmeldingsregistratie Gegevens uit andere bronnen Markante vaststellingen Het registratieinstrument Netwerkbezetting Aanmeldingsregistratie Bevindingen sectorale administraties Positioneringschema Krachtlijnen en convenant Eigen regelgeving Aanbevelingen van de regio s Algemene conclusie Operationalisering van de hulpprogramma s Regionale implementatie Samenstelling van de hulpprogramma s Sectorale engagementen Doelstellingen van de hulpprogramma s Crisishulp garanderen Voorkomen van meer ingrijpende hulp Het hulpprogramma realiseren De toegang tot het netwerk sensibiliseren Crisishulp positioneren binnen het geheel van de jeugdhulp... 3

3 7.2.6 Afspraken maken over het omgaan met situaties waarin hulp maatschappelijk noodzakelijk wordt geacht Het registratie-instrument Bijlagen Positioneringschema: Schematisch overzicht van de samenstelling van de hulpprogramma s Krachtlijnen Convenant... 4 Tijdpad 26 mei 2008: bespreking en definitieve goedkeuring van de sjabloon op het MC 25 juli 2008: alle netwerken bezorgen al hun beschikbare informatie (volledig ingevuld sjabloon) voor de opmaak van het eerste evaluatierapport (Crisisjeugdhulp IJH Vlaanderen) aan JPV, CB, MP en JDR 8 augustus 2008: voorbereiding Vlaamse vaststellingen en conclusies (deel 4 van de sjabloon) doorjpv, CB, MP en JDR op basis van het materiaal van de regio s + opmaak planning voor de rapportage in februari augustus 2008: bespreking evaluatierapport op team BMW 28 augustus 2008: bespreking evaluatierapport op IAWG 3 september 2008: bespreking van de regionale vaststellingen en de Vlaamse op het IO crisis. 5 september 2008: het eerste evaluatierapport Crisisjeugdhulp IJH Vlaanderen wordt ter bespreking en goedkeuring voorgelegd aan het MC Nadien: door het MC goedgekeurde evaluatierapport wordt voorgelegd aan de Adviesraad IJH en ter kennisgeving aan de regionale stuurgroepen IJH opgestuurd.

4 . GEOGRAFISCH OVERZICHT NETWERKEN CRISISJEUGDHULP. Kaart van Vlaanderen

5 .2 Markante vaststellingen Zes hulpprogramma s operationeel tussen januari en 30 juni 2008 In de regio Oost-Vlaanderen zijn drie hulpprogramma s actief. Eén hulpprogramma voor de -2 jarigen voor de hele regio en twee hulpprogramma s (Deinze-Eeklo-Gent en Zuid-Oost Vlaanderen) voor de 3-7 jarigen. In de regio Antwerpen zijn de hulpprogramma s Antwerpen en Mechelen-Rupel actief. Dit laatste netwerk kent sinds juli een tijdelijke opschorting, er wordt opnieuw opgestart in het najaar. Het hulpprogramma in de regio Limburg omvat de hele provincie. Eén hulpprogramma opgestart in de periode januari-juni 2008 Het crisisnetwerk van Brussel werd actief op 6 april. Twee hulpprogramma s worden operationeel in het najaar 2008 Het Managementcomité keurde de dossiers goed van de crisisnetwerken in de regio Antwerpen voor de Kempen en in de regio West-Vlaanderen. Beide hulpprogramma s worden respectievelijk operationeel vanaf oktober 08 en december 08. Bijkomende hulpprogramma s voorzien in 2009 Op januari start in Oost-Vlaanderen het hulpprogramma voor 3-7 jarigen in Waas en Dender op. In de regio Vlaams-Brabant komen wellicht twee hulpprogramma s. De dossiers worden nog voorbereid.

6 2. SCHEMATISCH OVERZICHT VAN DE SAMENSTELLING VAN DE HULPPROGRAMMA S CJ IN VLAANDEREN Bruin = in ontwikkeling Blauw = andere middelen dan Vl. Overheid Groen = eigen middelen voorziening ~ altijd in combinatie met Regio Meldpunt Interventie: Verz & Mog Begeleiding: Verz & Mog Opvang: Verz & Mog CAW CAW 9-20u + 3VTE CAW CaH Middelen Vl Overheid: 3,25 VTE Antwerpen Brussel Antwerpen Mechelen Kempen CAW + VTE prov. CAW + VTE prov. Middelen Vl. Overheid:,75 VTE CKG CAW + VTE VGC Middelen Vl Overheid: 3 VTE CAW CaH CAW CKG CAW (+2j) TB BJB VK ambulant 9-20u 9-7u mobiel 9-9u ambulant 2 art7 2 2 art7 OOOC OOOC 2 000C CaH De Matant Kortverblijf BJB CGG OOOC CaH CGG OOOC CGG CKG CAW (+2j) TBL BJB VK CIG 2 VAPH ~ ~ 2~ 40/J 36/J /J 2 art7 2 art7 2 CKG 5 CKG OOOC OOOC 2 OOOC 2 OOOC 4 pleegzorg Kortverblijf BJB Kortverblijf VAPH OOOC -2j OOOC +2j 2 CKG 4 pleegzorg 5 BT BJB Kortverblijf VAPH OOOC CKG CAW +4j 4 pleegzorg 4 BT BJB CKG OOOC (+2j) BT BJB (+4j) 2 GOP (K&G) 3 Pleegzorg (BJB) BT (BJB) CAW (AWW) 3 VAPH CIG 4 art7 0 art art7 art art 7 art art7 art7 art7 2

7 Limburg Vlaams-Brabant Leuven Halle- Vilvoorde 2 CKG (-2j) beurtrol 2 CAW (+2j) beurtrol Middelen Vl Overheid: 2,5 VTE Provinciaal CKG (-2j) CAW (+2j) Middelen Overheid: 3 VTE Vl CaH OOOC (+2j) OOOC (+2j) k-dienst 2 k-dienst CaH OOOC (7-8j) CAW BZW BJB CaH 3 CAW art7~ ~ art. 7 ~ 2 art. 7 (overdag) (overdag) CaH OOOC (+2j) 2 OOOC (+2j) TBL CAW OOOC (7-8j) CaH CAW TBL BJB CKG CaH TB BJB Pleegzorg 40/J art7~ 2 ~ 6/J art. 7 ~ art 7 3 CKG OOOC 2 OOOC CKG (+3j) 2 CAW (+5j) CAW (+6j) CAW Pleegzorg 3 K-diensten (+2j) K-dienst (-2j) 6 VAPH CKG OOOC (+2j) CAW (+6j) 3 Pleegzorg 2 BJB OOOC (6-8j) CKG CAW 2 Pleegzorg 6 art7 art art. 7 ~ art art 7 (overdag) art 7 2 3

8 Brugge OOstende Provinciaal CAW VTE CAW Middelen Vl Overheid: 3,5 VTE CAW (0-8j) CAW (2-8j) CaH VTE (2-9u) 9/jr. OOOC(3-2j;2-8j M) CaH CaH CAW 2art7 ~ /jr ~ 2 OOOC 2 CKG CAW (6-8j) CAW Pleegzorg BJB (J +4j) BJB (M +2j) BJB +6 j Kortopvang (VAPH), 0-6j CIG De Takel (+2j) MPI MPI - 2,5-3j 2 art7 4 art7 2 art7 2 art7 (nog in onderhandeling. West-Vlaanderen Kortrijk Roeselare Tielt Westhoek 3 CAW (+2j) CaH CAW (+2j CaH 4 (amb., overdag) 9/jr. 9/jr. OOOC (+3j) Dagcentrum (6-8j) CAW ~ Dagcentrum, (6-8 j) MPI CaH CaH Dagcentrum (+6j) CaH CaH 2art.7~ + 5 /jr /jr OOOC CKG CAW (+2j) CAW BJB (+0j) BJB (+3) BJB (+4 j) Kortopvang (VAPH) MPI CIG (M tot 6 j, J tot 4 j) CIG CKG (zie B-O; ook Veurne/Diksm) 3 BJB 2 art7 art art7 2 Art. 7 Art. 7 Art. 7 5 Art

9 O-VL CKG overdag beurtrol andere CKG s tijdens nacht Middelen Vl Overheid: VTE CaH CKG (enkel overdag) CaH + TBL BJB CKG (subregio Dender) VAPH 2 (verdelen met +2j) kantooruren VAPH VAPH 5 CKG Psychiatrisch ziekenhuis 2 5 art7 Oost-Vlaanderen Deinze Eeklo Gent Zuid Oost Vlaanderen Waas en Dender CAW (+2j) Middelen Vl Overheid: VTE CAW (+2j) Middelen Vl Overheid: VTE CAW (+2j) Middelen Vl Overheid: VTE CaH 2 BJB CAW CaH CAW Zie OVL 2 (in beurtrol) Zie OVL 0,5 VTE CaH (+2j)? CaH 2 BJB CaH BJB BJB CAW VAPH Psychiatrisch ziekenhuis 2 GGZ OOOC CaH CAW BJB Zie OVL 2 Art 7 Beurtrol Art 7 Zie OVL 0,5 VTE Art 7? 2 OOOC BJB CAW VAPH Psychiatrisch ziekenhuis VAPH Pleegzorg CAW BJB BJB BJB Psychiatrisch ziekenhuis VAPH VAPH OOOC 3 BJB 2 VAPH VAPH VAPH Psychiatrisch ziekenh. Art 7 Art art7(2 als brus) 2 art

10 2. Meldpunt Positioneringschema: nemen de diensten hun rol op? Zoals voorzien in het positioneringschema nemen de CAW s en de CKG s deze rol op. De manier waarop deze werkvormen ingezet worden, verschilt van regio tot regio of zelfs van netwerk tot netwerk: In West-Vlaanderen en Antwerpen voorzien de CAW s de volledige permanentie. In Limburg, Vlaams-Brabant en Brussel is er een verdeeld engagement tussen CKG en CAW. In Oost-Vlaanderen verzorgen CAW s de permanentie voor de netwerken +2j. CKG neemt deze rol op voor het netwerk -2j. Krachtlijnen en Convenant 2: worden de bijkomende middelen benut? Zijn ze voldoende? Worden nog andere middelen ingezet? In vier regio s worden extra middelen (eigen middelen voorziening of andere middelen dan Vlaamse overheid) ingezet om de meldpunten te versterken: Antwerpen, Brussel, Vlaams-Brabant en West- Vlaanderen. In vier netwerken worden de huidige Vlaamse middelen voor de meldpunten als onvoldoende beschouwd om de opdrachten kwaliteitsvol uit te voeren: in Limburg, Antwerpen, Mechelen en West- Vlaanderen. Er wordt o.m. verwezen naar de coördinerende rol die het meldpunt opneemt in het hulpprogramma, de samenwerking met de verwijzers en de noodzakelijke back-up en supervisie. Administratieve verwerking van de middelen meldpunt. Twee regio s geven aan dat diensten feedback missen vanuit hun sectorale administratie over de administratieve verwerking van hun dossier voor de middelen van het meldpunt en de aanvragen rond artikel Crisisinterventie Positioneringschema: nemen de diensten hun rol op? In bijna alle hulpprogramma s zijn er naast CAH ook andere partners die in verzekerd aanbod interventies opnemen. Voornamelijk CAW, maar ook OOOC zien we regelmatig vermeld. Sporadisch duiken ook Vertrouwenscentra Kindermishandeling (mogelijk), Thuisbegeleiding BJB (verzekerd), CKG (verzekerd) en Begeleid Zelfstandig Wonen of projecten BJB (mogelijk) op. Het engagement van deze andere partners voor interventie wordt met diverse redenen verantwoord: - in Brussel neemt een thuisbegeleidingsdienst deze opdracht op wegens het ontbreken van een dienst CAH - in Antwerpen wordt omwille van de subsidiariteit de opdracht interventie nauw verbonden bij de permanentie, dus bij het CAW - in Limburg wordt extra expertise ingezet via het opmerkelijke aanbod voor crisisinterventie door drie kinderpsychiatrische diensten bij vermoeden van psychiatrische problematiek. Krachtlijnen en Convenant: neemt CAH zijn centrale rol op volgens de richtlijnen? CAH neemt overal zijn rol op maar dit gebeurt niet overal conform de opgestelde richtlijnen, bv. wel op weekdagen maar niet op zaterdag. Voor West-Vlaanderen heeft de dienst CAH de richtlijn omgezet naar 9 interventies op jaarbasis. In Oost-Vlaanderen zet CAH interventie in en is de dienst beschikbaar voor interventies binnen kantooruren. In Limburg en Vlaams-Brabant stellen de OOOC s zich flexibel op, zodat ze naast opvang en begeleiding ook interventie kunnen aanbieden. Worden alle vragen naar interventie door de diensten CaH afgedekt? Zie bijlage 2 Krachtlijnen voor de verdere uitbouw van het hulpprogramma crisisjeugdhulp, Minister Vervotte dd 7 oktober Gericht kiezen voor het samen opnemen van verantwoordelijkheid. Convenant voor de realisatie van intersectorale samenwerking in het kader van de IJH , dd 3 oktober

11 Het is nog te vroeg om hierover concluderende uitspraken te doen. In Oost- en West-Vlaanderen gaat het om uitbreiding of nieuwe diensten CAH. In Brussel en de Kempen ontbreken diensten CAH. Daar waar CAH niet alle interventies opneemt is er meestal een bijkomend aanbod van CAW s of van projecten BJB. 2.3 Crisisbegeleiding Positioneringschema: nemen de diensten hun rol op? De diensten CAH voorzien in de regio s waar zij actief zijn voornamelijk in een mogelijk begeleidingsaanbod. In West-Vlaanderen verzekeren zij naast het mogelijke aanbod in één crisisbegeleiding per netwerkgebied RTJ op jaarbasis. De OOOC s nemen ook hier hun opdracht op, al dan niet in combinatie met opvang. In verzekerd aanbod zien we voornamelijk OOOC en CAW. Daarnaast ook CKG, TBL BJB en Dagcentrum. In het mogelijk aanbod zien we naast de bovengenoemde partners een amalgaam van voorzieningen die een aanbod doen: VK, CIG, VAPH, Pleegzorg, MPI en Psychiatrisch Ziekenhuis. Alle sectoren zijn vertegenwoordigd. Krachtlijnen en Convenant Is de buffercapaciteit gerealiseerd? De buffercapaciteit voor begeleiding is in een aantal netwerken wel gerealiseerd (Brussel, West- Vlaanderen en recent ook in Antwerpen), in andere dan weer niet (Mechelen, Limburg, Oost- Vlaanderen, Vlaams-Brabant). Wordt de verhouding gerespecteerd? Deze verhouding wordt in geen enkel netwerk gehaald. Hier en daar halen Jongerenwelzijn en Kind en Gezin hun aandeel wel; het VAPH blijft bijna overal afwezig. In de regio Antwerpen betwisten de voorzieningen van het VAPH de verhouding die is vastgelegd in het convenant. Voorzieningen met doelgroepspecifieke handicaps zouden hier volgens hen niet meegeteld mogen worden. Worden alle vragen naar crisisbegeleiding afgedekt? In de meeste regio s is er een tekort aan crisisbegeleiding los van opvang in de hulpprogramma s. Uitzondering is de regio Brussel, maar hier wordt de beschikbare crisisbegeleiding onvoldoende ingezet. 2.4 Crisisopvang Positioneringschema: nemen de diensten hun rol op? OOOC en CKG zijn prominent aanwezig op vlak van verzekerd aanbod in bijna elk hulpprogramma. Zeer veel verschillende werkvormen bieden een engagement op gebied van crisisopvang, zij het voornamelijk onder de vorm van mogelijk aanbod. In het luik crisisopvang zien we ook weer een vertegenwoordiging van alle sectoren. In Limburg valt op dat een grote capaciteit mogelijk aanbod ter beschikking wordt gesteld door K- diensten. Krachtlijnen en Convenant Is de buffercapaciteit gerealiseerd? In alle regio s is de buffercapaciteit gerealiseerd behalve in Limburg en Vlaams-Brabant. In deze regio wil men de capaciteit laten groeien naargelang de vraag van de aanmelders. Is de verhouding gerespecteerd? Jongerenwelzijn (vooral via de OOOC s) en Kind en Gezin (via de CKG s) nemen hun aandeel in deze verhouding op. Deze plaatsen zijn meestal verzekerd via artikel 7. Het VAPH haalt de 40% in geen enkele regio: ofwel zijn ze volledig afwezig (in Brussel, Antwerpen en Mechelen) ofwel beperkt 7

12 aanwezig (in Oost- en West-Vlaanderen, en Vlaams-Brabant). In Limburg heeft het VAPH een eigen crisisnetwerk dat men wil integreren vanaf september (met steun van Provinciale middelen). Worden alle vragen naar opvang afgedekt? In alle regio s blijkt de gerealiseerde buffercapaciteit voldoende behalve in Oost-Vlaanderen. In deze regio zijn soms alle verzekerde plaatsen bezet. 2.5 Rol CLB Drie netwerken (Limburg, Mechelen en Antwerpen) vermelden de Centra voor Leerlingenbegeleiding als een grote verwijzer. De CLB s nemen hun ondersteunende rol op zoals voorzien in het convenant bij de aanmelding, tijdens de crisishulp en eventueel daarna bij de vervolghulp of de terugkeer naar de school na crisisopvang. In Oost-Vlaanderen nemen geen CLB vertegenwoordigers deel aan het stuurgroepoverleg. In de regio Antwerpen is een samenwerkingsprotocol opgemaakt tussen alle CLB s en de drie meldpunten crisis. Enkel de regio Brussel vermeldt dat de CLB s nauwelijks in beeld komen. 2.6 Rol CGG De evaluatie van de rol van deze partners in het hulpprogramma wordt uitgewerkt in het volgende rapport. 8

13 3. EVALUATIE VAN DE OPERATIONELE NETWERKEN CJ Op basis van cijfers uit de aanmeldingsregistratie en aan de hand van een aantal andere bronnen evalueren we iedere decretale opdracht van de netwerken crisisjeugdhulp. Bij elke opdracht stellen we een aantal vragen. De markante vaststellingen geven een aanzet tot antwoord op die vragen. Bij de eerste drie opdrachten proberen we een antwoord te geven vanuit de (beperkte) gegevens waarover we beschikken via de aanmeldingsregistratie die gekoppeld is aan de moduledatabank. Voor deze opdrachten vindt u een aantal tabellen met bijhorende toelichting. De cijfergegevens in de tabellen betreffen steeds het Vlaamse niveau en hebben enkel betrekking op de periode januari juni Het gaat hier om tabellen uit het standaardrapport. De registratie bevat meer informatie (diverse kruistabellen mogelijk) die binnen het bestek van dit rapport nog niet werd opgenomen. We stellen naar aanleiding van de eerste verwerking van de cijfers immers vast dat niet alle voorziene registratiegegevens door alle betrokken hulpverleners even consequent en volledig zijn ingevuld. Dit relativeert de onderstaande cijfers. Bij de laatste drie opdrachten krijgen we antwoorden vanuit andere informatiebronnen zoals verslagen van netwerkstuurgroepen of een bevraging bij de netwerkpartners. Tot de andere informatiebronnen behoren ook de regionale evaluatie- en praktijkrapporten die in de regio s werden opgemaakt. Deze rapporten beslaan verschillende perioden, gezien de verschillende data waarop de hulpprogramma s in de regio s werden opgestart. Deze rapporten zijn beschikbaar als bijlagen. 3. Crisishulp garanderen voor alle minderjarigen 3.. Gegevens uit de aanmeldingsregistratie Zowel in deze als in alle volgende tabellen mogen niet alle cijfers bij elkaar opgeteld worden om tot het bovenstaande cijfer te komen. Bepaalde cijfers in een rij of kolom sluiten elkaar immers helemaal niet uit. Een voorbeeld ter illustratie. Een interne dispatching kan zowel interventie als begeleiding en opvang tot gevolg gehad hebben bij één aanmelding. 9

14 Tabel : aantal aangemelde minderjarigen Totaal aantal aangemelde minderjarigen 78 Ontvankelijk 55 (72%) Interne dispatching 288 (56%) Interventie 06 (37%) Begeleiding 38 (3%) Opvang 57 (55%) Geen interne dispatching 227 (44%) Motief: preventieve aanmelding 4 (6%) Motief: relevant aanbod volzet 25 (%) Motief: andere hulp mogelijk 60 (26%) Motief: hulp in cliëntnetwerk 24 (%) Externe dispatching 4 (8%) Onontvankelijk 203 (28%) Motief: geen crisissituatie 85 (43%) Motief: buiten de regio 58 (29%) Motief: geen hulpvraag/geen vrijwilligheid 7 (35%) Externe dispatching 36 (8%) Totaal externe dispatching 77 (%) Toelichting bij de tabel Van januari tot 30 juni 2008 zijn er in totaal 78 minderjarigen aangemeld bij de meldpunten. 72% (n=55) waren ontvankelijke aanmeldingen. Dit betekent dat het om een crisissituatie gaat die zich voordoet in de regio van het meldpunt, waarbij een minderjarige betrokken is én waarbij minderjarige en/of ouders akkoord gaan met de inschakeling van het crisisnetwerk (vrijwilligheid). 28% (n=203) van de aanmeldingen waren onontvankelijk. Meestal werd als reden opgegeven dat het niet om een crisissituatie ging (42%). Bij 35% van de minderjarigen was er een probleem met de vrijwilligheid of was er geen hulpvraag. De overige 28% werd aangemeld van buiten de regio van het meldpunt. Per minderjarige konden meerdere redenen opgegeven worden, dus het totaal aantal redenen is groter dan het totaal aantal onontvankelijke aanmeldingen. 288 (56%) van de 55 kinderen en jongeren doorliepen het hulpprogramma (interne dispatching). 44% (n=227) kreeg geen interne dispatching. Voor 26% bleek professionele hulp buiten het netwerk mogelijk en voor ruim 0% werd een oplossing gevonden in het netwerk van de cliënt. Voor minstens % (n=25) had het hulpprogramma geen adequaat antwoord omdat het relevante aanbod volzet was. Op het totaal van ontvankelijke aanmeldingen is dit 5%. Voor ruim de helft (55%) van de kinderen en jongeren realiseert het hulpprogramma opvang. Crisisinterventie wordt in 37% van de situaties ingezet. Begeleiding wordt weinig gebruikt (3%). In totaal kregen 430 minderjarigen (geen interne dispatching + onontvankelijk) geen vervolg in het hulpprogramma. Maar in 60% van de situaties (n=269) leverde het meldpunt consult aan 0

15 de aanmelders. Van die consulten weten we echter niet wat er het gevolg van was.

16 Tabel 2: Ontvankelijkheid en dispatching van de aanmeldingen (absolute cijfers) in de actieve hulpprogramma s CJ Antw Brussel Mech Limb Ovl 2 Deg+2 ZoVl+2 Totaal Totaal aantal aangemelde minderjarigen Ontvankelijk Interne dispatching Interventie Begeleiding Opvang Geen interne dispatching Motief: preventieve aanmelding Motief: relevant aanbod volzet Motief: andere hulp mogelijk Motief: hulp in cliëntnetwerk Externe dispatching Onontvankelijk Motief: geen crisissituatie Motief: buiten de regio Motief: geen hulpvraag/geen vrijwilligheid Externe dispatching 4 7,7 6, 2,0 0,0 0,0 Totaal externe dispatching

17 Tabel 3: Ontvankelijkheid en dispatching van de aanmeldingen (percentages) in de actieve hulpprogramma s. Antw Brussel Mech Limb Ovl 2 Deg+2 ZoVl+2 Totaal Percentage aangemelde minderjarigen 33, 2,3 9,,4 2,8 6,0 5,3 00 Ontvankelijk 7,8 80,7 58,5 69,5 66,3 79, 65,8 7,3 Interne dispatching 36,6 47,7 0,8 4,5 37,0 59, 34,2 40, Interventie 2,8 4,5 0,8 8,5 2,2 27,8 5,3 4,8 Begeleiding 2,9 0,0,5 0,0 2,2 9, 5,8 5,3 Opvang 8,0 39,8 6,2 26,8 32,6 30,4 28,9 2,9 Geen interne dispatching 35,3 33,0 47,7 28,0 29,3 20,0 3,6 3,6 Motief: preventieve aanmelding 2,5, 7,7,2 0,0 0,9 0,0,9 Motief: relevant aanbod volzet 5,0, 0,0,2 2,2 7,8 2,6 3,5 Motief: andere hulp mogelijk 9,2 5,7 20,0 3,4 3,3 0,9 3,2 8,4 Motief: hulp in cliëntnetwerk 2, 0,0 3, 3,4,,7 7,9 3,3 Externe dispatching 0,8 3,8 4,6 7,3 0,0 0,9 2,6 5,7 Onontvankelijk 28,2 9,3 4,5 30,5 33,7 20,9 34,2 28,3 Motief: geen crisissituatie 8,8, 3,8 8,3 27,2 7,8 3,2,8 Motief: buiten de regio 4,2 8,2 3,8 4,9 7,6 7,0 3,2 8, Motief: geen hulpvraag/geen vrijwilligheid 4,3 0,0 5,4 8,5 7,6 8,7 0,5 9,9 Externe dispatching 0,4 5,9 7,7 6, 2,0 0,0 0,0 5 Totaal externe dispatching,3 47,7 2,3 3,4 2,0 0,9 2,6 0,

18 Toelichting bij de tabellen 2 en 3 Deze tabellen maken een vergelijking tussen de netwerken mogelijk. De percentages zijn berekend op het totale aantal aangemelde minderjarigen per regio. Een aantal percentages zijn berekend op kleine absolute aantallen. We beperken ons daarom tot een aantal opvallende tendensen. De netwerken Brussel (0-8 jarigen) en Deinze-Eelko-Gent (DEG +2 jarigen) hebben het grootste percentage ontvankelijke aanmeldingen. Mechelen scoort opvallend laag. Mechelen heeft het grootste aantal onontvankelijke aanmeldingen, Brussel het laagste aantal. Wanneer we kijken naar wat de meldpunten doen met de ontvankelijke aanmeldingen zien we opnieuw grote verschillen tussen de regio s. Bijna 60% van de aanmeldingen in DEG wordt in het hulpprogramma gedispatcht. Ook in Brussel en Limburg ligt dit percentage nog hoog (boven het Vlaamse percentage van 40%). Mechelen verdeelt slechts % in het hulpprogramma. Uit tabel bleek al dat het grootste aantal minderjarigen opvang krijgt aangeboden. De percentages zijn in Antwerpen en Mechelen echter opvallend laag en in Brussel opvallend hoog. Begeleiding wordt in 5 van de 7 operationele netwerken nauwelijks of helemaal niet toegepast. Vooral in het netwerk Antwerpen en DEG maakt het meldpunt gebruik van interventie. Het aantal minderjarigen met een externe dispatching ligt in alle regio s zeer laag, behalve in Brussel. 4

19 Tabel 4: Dag en tijdstip van aanmeldingen Tijdstip Dag 9 2u 2 4u 4 7u 7 22u 22 9u Totaal % Maandag ,3 Dinsdag ,7 Woensdag , Donderdag ,4 Vrijdag ,6 Zaterdag ,3 Zondag ,6 Week ,0 Weekend ,0 Totaal % 30, 9,3 38,0 5,3 3,8 Toelichting bij tabel 4 93% van alle minderjarigen worden aangemeld op weekdagen. Meestal (77%) gebeurt dit tijdens de kantooruren. 5% (n=0) wordt aangemeld tussen 7-22 u. Topdag is vrijdag (23%), vooral tussen 4-7u hebben de meldpunten het druk. Voor het overige zijn de aanmeldingen ongeveer gelijk gespreid over de weekdagen. Tijdens het weekend is het bijzonder rustig met slechts 7% (n=50) aangemelde minderjarigen. Zaterdag verwerken de meldpunten bijna dubbel zoveel aanmeldingen als op zondag. 5

20 Tabel 5: Aanmelders, leeftijd en geslacht van de aangemelde minderjarigen Leeftijd Geslacht ? M V? Totaal 78 % Politie/Justitie 93 26, Politie 60 22, Jeugdrechter 20 2, Parket 3,8 3 0 Bijzondere Jeugdbijstand 56 2, Comité Bijzondere Jeugdzorg 69 9, Sociale Dienst Jeugdrechtbank 53 7, Private ambulante/mobiele hulp 27 3, Gemeenschapsinstellingen 4 0, Private residentiële hulp 3 0,4 3 2 Onderwijs 6 6, Centrum Leerlingenbegeleiding voor 95 3, Gewoon onderwijs 4, Buitengewoon onderwijs 7, Algemeen Welzijnswerk 57 7, Autonoom CAW 36 5, Jongerenadviescentrum 8, OCMW 8, Centrum voor Integrale Gezinszorg 4 0,6 4 4 CAW Mutualiteiten 0, Kind en Gezin 53 7, Centrum Kinderzorg en Gezinsbegel. Vertrouwenscentrum Kindermishand. 27 3, , Regiohuis 0, Pleegzorg 0, Cliënt(systeem) zelf 38 5, Algemene Geneeskunde 20 2, Algemeen ziekenhuis 5 2, Huisarts 4 0, Kinderarts 0, Geestelijke Gezondheidszorg, Centrum voor Geestelijke Gezondheid 7, Psychiatrisch ziekenhuis 3 0,4 2 3 Kinder en jeugdpsychiatrie 0, VAPH 9, Mobiele/ambulante hulp 7, Residentiële hulp 2 0,3 Andere 65 9,

21 Toelichting bij de tabel 5 Politie/justitie is de grootste aanmelder met 27% (n=93) van het totale aantal minderjarigen, gevolgd door de sector Bijzondere jeugdbijstand met 22%. Het CBJ en de Sociale Dienst JRB melden het grootste aantal minderjarigen, samen 7%. Dan volgt het onderwijs met 6% aanmeldingen waarvan het CLB het grootste aantal voor zijn rekening neemt. Het VAPH en de geestelijke gezondheidszorg maken het minste gebruik van het crisisnetwerk. Ook uit de hoek van de algemene geneeskunde zijn er nauwelijks aanmeldingen. Huisartsen zijn nagenoeg afwezig als aanmelders. De +2-jarigen vormen de grootste groep (60%)aangemelde jongeren. Het verschil in sekse is niet zo groot, maar er worden iets meer meisjes aangemeld. Enkel de cijfers van het netwerk Brussel geven een ander beeld: bijna uitsluitend aanmeldingen van 2 jarigen en iets meer jongens dan meisjes. Andere gegevens (nationaliteit, afkomst, taal) zijn vaak niet geregistreerd, zodat wij hierover geen betrouwbare informatie kunnen geven. Er is, tot nu toe, geen indicatie dat er meer aanmeldingen zijn voor kinderen en jongeren van niet-belgische herkomst Gegevens uit andere bronnen Zoals aangegeven halen we voor deze opdracht bijna alle informatie uit de aanmeldingsregistratie. In één regio werd deze informatie aangevuld met een schriftelijke bevraging bij de netwerkpartners, hierbij de belangrijkste aanmelders. Een aanvullende vaststelling uit deze bevraging is dat het aantal consulten vrij hoog is. Als de crisismedewerker van het meldpunt een consult registreert betekent dit niet altijd dat het door de aanmelder ook als een consult wordt ervaren. Hierover geeft deze aanmeldingsregistratie geen uitsluitsel. Cliëntvertegenwoordigers (Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen, Brussel, Vlaams-Brabant en Limburg) geven aan dat ze het niet eens zijn met het concept, ze willen zelf ook aanmelder zijn of 24/24u beroep kunnen doen op hulpverlening. Eigenlijk wordt hiermee vanuit het standpunt van de cliënt de strategische keuze om het hulpprogramma subsidiair in te zetten en dus enkel hulp- en dienstverleners te laten aanmelden in vraag gesteld Markante vaststellingen Over de aanmelders: Politie, Comité voor Bijzondere Jeugdzorg en de sociale dienst bij de jeugdrechtbank zijn regelmatige aanmelders. Ook de Centra voor Leerlingenbegeleiding zijn actieve aanmelders. Huisartsen zijn opvallend afwezig. Ook verwijzingen van algemene ziekenhuizen zijn verwaarloosbaar. Cliëntvertegenwoordigers willen zelf ook aanmelder zijn of 24/24u beroep kunnen doen op hulpverlening Over de aangemelde kinderen: De +2 jarigen zijn de grootste groep. Over de aangemelde hulpvragen: Bijna 72% van alle aangemelde crisissituaties zijn ontvankelijk. (tabel 3) Daar waar de netwerken minder lang operationeel zijn ligt dit % lager. Brussel vormt hierop een uitzondering. Wij gaan ervan uit dat de verwijzers steeds beter gebruik leren maken van het aanbod in de hulpprogramma s crisisjeugdhulp zodat het % in de toekomst nog zal stijgen. 7

22 Aanmeldingen gebeuren tijdens de kantooruren. s Avonds (tussen 7u en 22u) komen nog 5% aanmeldingen binnen. (tabel 4) Het aantal aanmeldingen in het weekend ligt beduidend laag. Over de verstrekte crisishulp: 56% (288 van 55) van de ontvankelijke aanmeldingen krijgt een vervolg in het hulpprogramma. (tabel 2) Opvang wordt het vaakst toegepast. Van de ambulante vormen is begeleiding het minst gebruikt. Dit is vreemd omdat bij opvang steeds de combinatie met begeleiding wordt geadviseerd. 44% (227 van 55) van de ontvankelijke aanmeldingen kreeg geen interne dispatching. (tabel 2) Slechts voor % (25 van 227) van de minderjarigen kon geen oplossing gevonden worden. De overige werden geholpen in het eigen netwerk of kregen ergens anders professionele hulp. Zelden is het relevant aanbod volzet. Uit tabellen, 2 en 3 kunnen we voorlopig afleiden dat slechts een gering aantal ontvankelijke hulpvragen niet kunnen opgevolgd worden omwille van het ingenomen zijn van het relevante aanbod. Dit cijfer is een Vlaams cijfer en dus een gemiddelde over alle actieve hulpprogramma s. Geen enkel netwerk meldt overspoeld te worden. Vergelijking van de regio s laat grote verschillen zien. Deze kunnen verklaard worden vanuit een verschil in interpretatie bij de registratie of kunnen wijzen op verschillen in visie. 3.2 Voorkomen van meer ingrijpende hulp Vragen Voor hoeveel en welke soorten hulpvragen blijken bij nader inzien mogelijkheden te bestaan in de ruimere hulpverlening of in het netwerk van de cliënt, zodat interne dispatching kan worden vermeden? Voor welke hulpvragen niet? Hoeveel en welke soorten hulpvragen leiden tot welk soort externe dispatching? Zijn er in dit verband verschillen volgens leeftijdsgroep, nationaliteit, enz.? Beperkt het inzetten van kortdurende crisishulp de nood aan langduriger of meer ingrijpende hulp? 3.2. Gegevens uit de aanmeldingsregistratie Uit de cijfers in de tabel blijkt dat voor minstens,7 % ( 60 van 55) van de ontvankelijke aanmeldingen andere hulp of hulp in het cliëntnetwerk mogelijk is. Dit wijst erop dat de meldpunten tijdens het telefonische consult bij aanmeldingen op deze mogelijkheid tot hulpverlening hebben gewezen. Ook van de onontvankelijke aanmeldingen wordt nog 7,7 % (36 van 203) extern gedispatcht, d.w.z. naar hulpverlening buiten het netwerk doorverwezen. Deze gegevens vestigen nogmaals de nadruk op het belang van consult op het niveau van het meldpunt. Het is op heden niet mogelijk om uit de cijfers af te leiden voor welke hulpvragen dit precies het geval is. We zien hier ook grote verschillen tussen de regio s. Het is niet duidelijk of de interpretaties die de meldpunten geven aan de begrippen gelijklopend zijn in de regio s. Bv.: geen crisis, geen hulpvraag, geen vrijwilligheid Nu kunnen we uit de cijfers geen antwoord bieden op de algemene, bovenstaande vragen Gegevens uit andere bronnen Deze bronnen zijn heden nog niet beschikbaar, omdat er nog geen follow-up onderzoek is Markante vaststellingen Om na te gaan of het crisisnetwerk een buffer is tegen meer ingrijpende hulp, wilden we cijfermatig de dispatching door het hulpprogramma nagaan, de externe dispatching 8

23 bekijken én een vergelijking maken tussen de gevraagde en de geboden hulp. Die informatie is echter nog niet beschikbaar. Vaak zijn de registratiegegevens nog onvoldoende betrouwbaar om hier cijfermatige uitspraken over te doen. Bovendien zijn er onvoldoende gegevens bekend over vervolghulp. Uit de tabellen, 2 en 3 kunnen we wel afleiden dat nogal wat van de aangemelde vragen ofwel in het cliëntnetwerk zijn opgevangen ofwel niet meteen als een crisis dienden te worden geïnterpreteerd. Uit ervaring (voorlopig dus niet uit cijfers) weten we ook dat in veel gevallen van aanmelding consult verstrekt werd. 3.3 Het hulpprogramma realiseren Vragen Voldoet de voorziene buffercapaciteit in de netwerken ten aanzien van het aantal ontvankelijke vragen? Welke wachttijden moeten worden gerespecteerd tussen de dispatching en de effectieve crisishulp? Welke problemen doen zich voor? Welke verbeteringen zijn mogelijk? Hoe vaak werden de engagementen in het hulpprogramma ingezet? Hoe ziet die verdeling er per sector uit? En per statuut : artikel 7, verzekerd aanbod, mogelijk aanbod? 3.3. Gegevens uit de aanmeldingsregistratie Tabel 6: Overzicht van de daadwerkelijk ingezette engagementen Type engagement Sector Interventie Begeleiding Opvang Totaal Statuut Totaal Totaal Totaal Totaal AWW Art. 7 Verzekerd Mogelijk Totaal BJB Art Verzekerd Mogelijk Totaal CGG Art. 7 Verzekerd Mogelijk Totaal K&G Art Verzekerd Mogelijk Totaal VAPH Art. 7 Verzekerd Mogelijk Totaal Andere Art. 7 Verzekerd Mogelijk 2 2 Totaal 2 2 Totaal Art Verzekerd Mogelijk Totaal

24 Toelichting bij de tabel 6 Uit tabel 6 blijkt dat het mogelijke aanbod in slechts 2 van de 30 engagementen kon worden ingezet. Het hulpprogramma werkt dus vooral op basis van het verzekerde aanbod. Voor interventie staat het CAW het vaakst in (57%), gevolgd door het verzekerde aanbod van BJB CaH (38%). Ook uit deze tabel blijkt dat begeleiding weinig wordt ingezet. De grootste speler is de BJB en dit voor + 2 jarigen. K&G neemt de opvang van -2 jarigen voor zijn rekening (53%), gevolgd door de BJB met 28% voor + 2 jarigen. Ook het VAPH speelt bij opvang in % van de engagementen een rol, net zoals de CAW met 8%. Wat het inzetten van art 7 betreft kunnen we uit tabel 6 afleiden dat het vrijgehouden aanbod in de sectoren BJB en Kind en Gezin vaak wordt benut. In de sector BJB staat het samen met het verzekerde aanbod in voor meer dan 90% van de ingezette hulp. In de sector K&G vormt het meer dan 90% van het ingezette aanbod. Tabel 7: Overzicht van ingezet art.7 aanbod CJ regio Sector Voorziening Type Aantal minderj. Antwerpen BJB OOOC De Grote Robijn Begeleiding 2 BJB OOOC De Grote Robijn Opvang 2 BJB OOOC Ter Heide Opvang 4 K&G CKG De Kleine Vos Opvang 4 Brussel BJB De Loper Interventie K&G CKG Centrum voor Het Jonge Kind Interventie 3 K&G CKG Centrum voor Het Jonge Kind Opvang 35 Limburg BJB OOOC Elkeen Lommel Opvang 3 K&G CKG De Hummeltjes Opvang 6 K&G CKG Molenberg Opvang 6 Oost Vlaanderen BJB Begeleidingstehuis Ter Muren Opvang 4 BJB Blij Leven Opvang 7 BJB Dagcentra Meetjesland Begeleiding 8 BJB De Marbol Begeleiding 2 BJB OOOC Luein Opvang 6 BJB OOOC Zonnelied Begeleiding 2 K&G CKG t Kinderkasteeltje Opvang 5 K&G CKG Den Boomgaard Opvang K&G CKG Kinderverblijf Koningin Fabiola Opvang 5 K&G CKG Sloeberhof Opvang 4 K&G CKG Zonneheuvel Opvang 3 Totaal 33 Toelichting bij tabel 7 20

25 Tabel 7 geeft een overzicht van de inzet van art 7 per opdracht in elke regio. Interventie (4 keer) wordt uitsluitend in Brussel ingezet op basis van art. 7. Dit wordt verklaard door het feit dat Brussel geen dienst CaH heeft. Interventie wordt daar verzekerd door De Loper en het CKG in art. 7 en door het CAW in het gewone verzekerde aanbod. De overige 03 engagementen (tabel 6) ingezet in crisisinterventie worden verzekerd door voorzieningen zonder dat deze hiervoor art. 7 toepassen. 4 keer is een begeleiding opgenomen in art keer in Antwerpen en 2 keer in Oost- Vlaanderen. Telkens is dit aanbod gedaan door BJB. De opvang van 2jarigen gebeurt bij K&G op basis van art 7. Vooral Brussel is daarin de hoofdspeler met 35 keer opvang op het totaal van keer staat BJB in voor de opvang in art 7. De OOOC nemen daarvan 25 keer het engagement op Gegevens uit andere bronnen Uit de regionale rapporten weerhouden we volgende informatie: In één regio ontbreken partners en is de buffercapaciteit een knelpunt. Er wordt ook een probleem gesignaleerd op het gebied van afstemming tussen de partners. In Mechelen bemoeilijken diverse problemen de realisatie van het hulpprogramma en de positionering van crisishulp in het geheel van de jeugdhulp. In tegenstelling tot de andere regio s wordt vanuit Limburg gemeld dat interventie en begeleiding niet vaak worden ingezet. In Oost-Vlaanderen blijkt dat men in de praktijk weinig beroep kan doen op het mogelijke aanbod. Dit geldt ook voor Antwerpen. In Oost-Vlaanderen wordt gewag gemaakt van een grote solidariteit en bereidheid tot samenwerken tussen de verschillende partners. In regio Antwerpen is sprake van ontbreken van engagement van VAPH in twee hulpprogramma s en van K&G in één ervan. In Oost-Vlaanderen stelt men vast dat opvang vaker ingezet wordt bij de leeftijdscategorie 0-2j. Quid in de andere regio s? Oost-Vlaanderen rapporteert dat de module opvang vaak wordt verlengd. Vanuit Antwerpen wordt gemeld dat opvang meestal minder dan 4 dagen duurt. Opmerking Oost-Vlaanderen: bij crisis kan er geen wachttijd zijn, men zoekt altijd naar een haalbare oplossing. Wachttijd is geen correcte parameter om een hulpprogramma te evalueren Markante vaststellingen Het hulpprogramma wordt voor 93 % gerealiseerd door verzekerd aanbod. Het mogelijke aanbod speelt geen rol van betekenis. De voorziene buffercapaciteit, vooral het engagement van BJB en Kind en Gezin, wordt gebruikt. Het geringe aantal keren dat begeleiding wordt ingezet tegenover interventie en opvang is opmerkelijk. Het cijfer van 4 op 38 voor de -2 jarigen is bijzonder opvallend. In Brussel is de inzet van art 7 bij opvang door het CKG opvallend. Daar waar er voldoende buffercapaciteit is, is er ook een doorstroming mogelijk binnen het hulpprogramma. Slechts zelden is het aangewezen hulpaanbod volzet. Het begrip wachttijd is niet bruikbaar in de context van het bieden van hulp in de crisishulpprogramma s. 3.4 De toegang tot het netwerk sensibiliseren Vragen Welke bekendmakingsancties werden rond het CJ-netwerk gevoerd? Welke reacties en resultaten leverden ze op? 2

26 Zijn het meldpunt en de mogelijkheden van het netwerk voldoende bekend? Welke verbeteringen zijn mogelijk? Welke problemen blijven moeilijk? 3.4. Gegevens uit andere bronnen Voor deze opdracht zijn er geen gegevens uit de aanmeldingsregistratie. De verschillende regio s investeerden zwaar in bekendmaking van de hulpprogramma s: startdagen, folders, gerichte infosessies, nieuwsbrieven, Tv-reportage, Sensibilisatie en communicatie zijn essentieel en een permanente opdracht. De bronnen van waaruit de regio s putten om bekendheid te evalueren en de communicatie erop af te stemmen zijn IJH-verslaggeving, opmerkingen in de registratiefiches, Markante vaststellingen Algemeen m.b.t. communicatie Een gefaseerde toeleiding blijkt voor verwarring te zorgen in het werkveld. Gerichte en continue communicatie blijft noodzakelijk maar dient te worden afgestemd op de evoluties van de hulpprogramma s. Communicatie gericht naar sleutelfiguren garandeert niet altijd een goede informatieoverdracht naar de basis. Partners betrokken in de netwerken worden gevraagd om toelichting te geven bij het hulpprogramma en nemen deze taak enthousiast op. Er is blijvende nood aan sensibilisatie en communicatie. Afspraken i.v.m. vrijwilligheid dienen geregeld te worden herhaald bij politie en parket. Specifiek: In Brussel is het CLB afwezig als toeleider. Huisartsen moeilijk te bereiken. Laag aantal aanmeldingen voor +2j in Brussel. 3.5 Crisishulp positioneren binnen het geheel van de jeugdhulp Vragen Welke afspraken bestaan er tussen het CJ-netwerk en de netwerken RTJ? Welke problemen doen zich voor? Welke verbeteringen zijn mogelijk? Welke afspraken bestaan er tussen het CJ-netwerk en de NRTJ? Welke problemen doen zich voor? Welke verbeteringen zijn mogelijk? Welke afspraken bestaan er tussen het CJ-netwerk en de gerechtelijke jeugdhulp? Welke problemen doen zich voor? Welke verbeteringen zijn mogelijk Hoeveel aanmeldingen kwamen uit de RTJ, uit de NRTJ en uit gerechtelijke hoek? 3.5. Gegevens uit de aanmeldingsregistratie Niet beschikbaar Gegevens uit andere bronnen Uit de IJH-verslaggeving van: Oost-Vlaanderen, Brussel, Limburg, Mechelen en Antwerpen 22

27 Bevraging van de partners (netwerkpartners en aanmelders): Mechelen en Antwerpen Over de verhouding/afspraken tussen netwerk RTJ- netwerk CJ - Oost-Vlaanderen: er is informatie-uitwisseling tussen beide netwerken, maar nog geen afspraken. Er zijn wel afspraken tussen het meldpunt en het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg. - - In Brussel werd met het CLB de afspraak gemaakt dat zij de rol van toeleider opnemen bij verwijzingen vanuit de politie. - In Limburg zijn er geen expliciete afspraken tussen beide netwerken. Wel afspraak met CLB s over opvolging schoolsituatie na crisishulp. - In Mechelen zijn er nog geen afspraken tussen beide netwerken. Wel wordt gewerkt volgens een provinciaal samenwerkingsprotocol van alle CLB s met de meldpunten crisis. Dit protocol kan de basis zijn voor soortgelijke afspraken met de preventieve zorg van K&G en de CAW s - In Antwerpen zijn er geen formele afspraken tussen beide netwerken. Wel is er een provinciaal samenwerkingsprotocol met alle CLB s waardoor deze samenwerking vlot verloopt. Dit dient als voorbeeld voor afspraken met K&G en de CAW s. Er is met alle partners in het hulpprogramma (mogelijk en/of verzekerd aanbod) een formele overeenkomst met het meldpunt (CKG s, CGG, CBJ ). Deze afstemming is een noodzakelijke maar arbeids- en tijdsintensieve activiteit voor het meldpunt. - In Mechelen bemoeilijken diverse problemen de realisatie van het hulpprogramma en de positionering van crisishulp in het geheel van de jeugdhulp. Over de verhouding/afspraken niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp en netwerk CJ - Oost-Vlaanderen: door tekort in de reguliere capaciteit van voorzieningen doet men beroep op het CJ-netwerk. Hierover zijn nu afspraken gemaakt. Mogelijks moeten die nog verfijnd worden met de ambulante diensten van AJ. - In Brussel kunnen er voorlopig geen aanmeldingen komen van lopende dossiers van CBJ en sociale dienst bij de jeugdrechtbank. - In Limburg werd afgesproken dat jongeren die al residentiële hulp krijgen niet aanmelden bij crisishulp. De inzet van VAPH-voorzieningen in het CJ-netwerk is een moeizame weg, maar er is beterschap op komst dank zij extra provinciale middelen uit het Limburgfonds. - In Mechelen is er geen engagement van het VAPH in het netwerk. Tussen het meldpunt (CAW) en de diensten en voorzieningen AJW zijn er grote verschillen in visie, cultuur, positionering, invulling van het concept van het hulpprogramma. - In Antwerpen wordt gewerkt met bilaterale overeenkomsten die regelmatig worden bijgestuurd (zo ook met de OOOC s). Jongeren in residentiële voorzieningen kunnen niet aangemeld worden. Het VAPH neemt geen engagement op. Binnen Jongerenwelzijn is er een spanningsveld tussen de reguliere opdrachten van de voorzieningen en het gevraagde engagement voor de uitbouw van het crisisnetwerk. Over de verhouding/afspraken gerechtelijke hulp- netwerk CJ - In Oost-Vlaanderen wacht men met het maken van afspraken met justitie tot het hulpprogramma Waas en Dender is opgestart. Er is een overleg gepland met het welzijnsteam van het gerechtelijke arrondissement Oudenaarde. - In Brussel zijn er met de politie en het jeugdparket globale afspraken gemaakt over bekendmaking, informatie-uitwisseling, opvolging e.d. - In Limburg is er een afspraak met het parket om een tijdelijke goedkeuring van crisishulp te verkrijgen als ouders niet akkoord gaan. - In Mechelen is er een samenwerkingsovereenkomst met het jeugdparket. Het aantal meldingen vanuit het parket is beperkt, er wordt vooral met de politie gewerkt. - In Antwerpen is er een samenwerkingsovereenkomst met het jeugdparket. De samenwerking met parket en politie loopt vlot. Er is ook een samenwerkingsakkoord met de sociale dienst bij de jeugdrechtbank. De samenwerking loopt beter via de consulenten dan rechtstreeks met de jeugdrechters. - Pleidooi vanuit West-Vlaanderen om gelijklopende afspraken te maken tussen crisishulp en parketten jeugd voor alle regio s van IJH. (West-Vlaanderen is nog niet operationeel). 23

28 - In Brussel is de sociale dienst bij de jeugdrechtbank vragende partij om aan te melden bij het hulpprogramma crisis. Men werkt ook aan afspraken met het jeugdparket. - In Limburg is de netwerkstuurgroep bezorgd over de opvolging van de hulpverlening na crisishulp als de schoolse context is weggevallen. Nu volgen consulenten het verdere hulpverleningstraject op, zal de toegangspoort dat ook doen in de toekomst? Markante vaststellingen Er zijn nog geen formele afspraken tussen de netwerken CJ en RTJ. Er zijn wel al samenwerkingsovereenkomsten tussen de meldpunten crisis en partners uit het netwerk RTJ, bijvoorbeeld met de CLB s, CKG s en de CBJ s. Waar er afspraken zijn bevordert dit de afstemming in het hulpprogramma en de samenwerking in en tussen de netwerken. In alle regio s zijn er contacten tussen het netwerk CJ en het parket jeugdzaken. Meestal leidt dit tot afspraken over bekendmaking van het crisisnetwerk naar politiediensten, informatieuitwisseling bij verwijzing, het creëren van ruimte voor crisishulp. In een paar netwerken zijn er ook afspraken met de sociale dienst bij de jeugdrechtbank. Crisissen in residentiële voorzieningen worden meestal niet via het crisisnetwerk opgenomen. Door het capaciteitstekort in de niet rechtstreeks toegankelijke hulp komt er druk naar de meldpunten crisis (vragen naar opvang). De verhouding met Jongerenwelzijn is een spanningsveld waar elke regio verschillend mee omgaat: wel of geen aanmeldingen van CBJ en sociale dienst bij de jeugdrechtbank. Antwerpen geeft aan dat de afstemming tussen crisishulp en de rest van de jeugdhulp een dynamisch proces is dat stapsgewijs gerealiseerd wordt. Formele samenwerkingsovereenkomsten met de partners van het hulpprogramma en belangrijke aanmelders zijn een belangrijk hulpmiddel hierbij. In Oost-Vlaanderen wil men de vervolghulp na crisis analyseren. Probleem hierbij is dat de registratie een vertekend beeld oplevert. 3.6 Afspraken maken over het omgaan met situaties waarin hulp maatschappelijk noodzakelijk wordt geacht Vragen Welke afspraken bestaan er binnen het CJ-netwerk en tussen het netwerk en het ruimere werkveld in verband met situaties waarin hulp maatschappelijk noodzakelijk wordt geacht? Welke problemen doen zich in dit verband voor? Welke verbeteringen zijn mogelijk? Bij hoeveel aanmeldingen blijkt er een probleem rond de vrijwilligheid van de cliënt of stelt de cliënt geen of geen adequate hulpvraag? Welke zijn de belangrijkste aanmelders van die aanmeldingen? 3.6. Gegevens uit de aanmeldingsregistratie Uit tabel 2 kunnen we afleiden dat van de onontvankelijke aanmeldingen ongeveer 35% (7 van de 203) geen hulpvraag of geen vrijwilligheid onder meer de reden kan zijn Gegevens uit andere bronnen IJH- verslaggeving: Oost-Vlaanderen, Limburg, Brussel, Antwerpen en Mechelen Bevraging van de partners: Antwerpen Adviezen van reflectiegroepen: Oost-Vlaanderen Oost-Vlaanderen: bij verontrustende situaties neemt de aanmelder contact op met de politie, ook het consult van CBJ en VK kan ingeschakeld worden. Hierover is een afsprakennota gemaakt. Verontrustende situaties bij CKG s aangemeld komen niet terecht in het crisisnetwerk. Er wordt veel nadruk gelegd op een neutrale basishouding en het expliciete akkoord van de betrokken minderjarigen (op vraag van reflectiegroep). 24

29 In Brussel zijn er (nog) geen afspraken rond maatschappelijke noodzaak. Er zijn ook geen aanmeldingen waarbij vrijwilligheid een probleem is. In Limburg nemen het CBJ en het VK hun ondersteunende rol op t.a.v. meldpunt. Eenmalig was er een casusoverleg met meldpunt, CBJ en VK. Antwerpen deed een bevraging bij alle netwerkpartners via een uitgebreide vragenlijst. Hierop kwam veel respons. Er worden nu aanknopingspunten uitgehaald om een actieplan voor het netwerk op te zetten. De netwerkstuurgroep vraagt om begrippen als geen hulpvraag of geen vrijwilligheid verder uit te klaren. In Mechelen werd nog niet rond maatschappelijke noodzaak gewerkt. Men wacht op de resultaten in Antwerpen Markante vaststellingen In Oost-Vlaanderen en Antwerpen wordt gewerkt naar een provinciale aanpak. Gezien de druk van politie en justitie is het van belang dat de vrijwilligheid bewaakt wordt door het meldpunt. Bij het werken rond maatschappelijke noodzaak stoot men op visieverschillen. Overleg (bv casusoverleg) is aangewezen. Bezorgdheid rond vervolghulp, rond knelpuntdossiers, rond specifieke situatie niet-begeleide minderjarigen. 4. HET REGISTRATIEINSTRUMENT Vooraf: vrijwel elke regio maakt de opmerking dat er slecht wordt geregistreerd. Vaak zijn er items niet ingevuld. Dit maakt het moeilijk om op alle vragen te antwoorden. Sommige gegevens zijn niet bruikbaar. 4. Netwerkbezetting Oost-Vlaanderen: de kleur van de bolletjes is soms heel verwarrend, ook omdat ze een andere functie en invulling krijgen bij verzekerd en mogelijk aanbod. Brussel: niet alle CJ-engagementen zijn al ingevuld, een evaluatie moet nog gebeuren. Limburg: één OOOC geeft aan dat zij haar flexibele werking niet voldoende zichtbaar kan maken. Antwerpen en Mechelen: dit luik van de registratie wordt door de partners niet up-to-date gehouden. Hierdoor zijn de gegevens niet betrouwbaar en niet werkbaar voor het meldpunt. 4.2 Aanmeldingsregistratie Oost-Vlaanderen: algemene tevredenheid bij de partners over de kwaliteit van het programma. Grote bereidheid om de fiches in te vullen. Wel tijdsintensief. De koppeling van de registratie aan de betaling van incentives vindt men evident. Graag snelle evolutie naar één eenmalige, intersectorale registratie voor alle sectoren. Enkele vragen/bemerkingen: - mogelijkheid om aanmeldingsvragen te registreren - herinneringstoets voor openstaande items of verplicht in te vullen velden, bv. duur - geen vast ingevulde standaardvelden, werkt verwarrend - een duidelijker omschrijving van andere aanmelders - herbekijken van het tabblad vervolghulp, is moeilijk in te vullen. Brussel: het correct (laten) invullen van de fiches door de partners blijft een voortdurend aandachtspunt. Er zijn verschillen in de cijfers in het standaardrapport en de tabellen die niet duidelijk zijn. Een evaluatie op de netwerkstuurgroep moet nog gebeuren. 25

30 Limburg: het afdoende registreren blijft een groot struikelpunt. Teveel tijd van de IJHprocesbegeleiding gaat naar het opvolgen van en het aansporen om te registreren. Enkele vragen en bedenkingen: - zo snel mogelijk controlefunctie op volledigheid invoeren - het systeem aanpassen aan heraanmeldingen, ze beïnvloeden het totaal - het luik vervolghulp is problematisch in te vullen Antwerpen: over de aanmeldingsregistratie zijn de partners over het algemeen tevreden. Wel zijn er vragen en bedenkingen: - mogelijkheid om aanmeldingsvragen te registreren (problematiek) - registratie van nationaliteit en origine, enkel bij die cliënten die doorstromen naar het hulpprogramma - consult moet verder gedifferentieerd worden, wat zijn de effecten? - hoe kan je vervolghulp meten, zeker niet via het tabblad - cliënten krijgen een nummer, hierdoor kan je moeilijk gegevens terugvinden bij heraanmeldingen van eenzelfde dossier + uitklaren van definitie heraanmelding - vraag om het adres van de aanmelder mee op te nemen in het programma, hierdoor kan makkelijker een follow-up of tevredenheidmeting gebeuren nadien Mechelen: de registratie is vlot verlopen maar verder niet besproken. 5. BEVINDINGEN SECTORALE ADMINISTRATIES 5. Positioneringschema Vraag tot aanpassing van het positioneringsschema voor wat betreft het aanbod van de CKG S a) centraal permanent crisismeldpunt Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (0-2 jaar) (blijft hetzelfde) b) ambulante en/of mobiele crisisinterventie (CKG's vervalt dus op deze plaats) c) ambulante en/of mobiele crisisbegeleiding Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (0-2 jaar) (blijft hetzelfde) d) crisisopvang Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (0-2 jaar) (blijft hetzelfde) Motivatie waarom crisisinterventie als opdracht niet meer naar voor geschoven wordt voor de CKG s 3 : Deze opdracht sluit het minste aan bij de kernopdrachten van de CKG s. Het impliceert zowel een intensieve vraagverheldering als een intensieve eerste hulp bij ongevallen - aanbod, ook aan huis, waarvoor specifieke technische crisishulpverlening-competenties nodig zijn zoals hoe ga je om met agressie, onveiligheid, onverwachte situaties Specifiek voor crisisinterventie is ook dat begeleiding geen finaliteit is, met andere woorden men moet zeer kort op de bal spelen om tot een zekere rust in het gezin te komen en om duidelijk te weten welk vervolgaanbod eventueel nodig is. In dit kader staat ook bemiddeling tussen verschillende partners centraal. Met deze aspecten heeft het CKG, zeker in zijn begeleiding van gezinnen met jonge kinderen, minder ervaring. CKG s zijn meer gefocust op begeleiding als dusdanig. 3 We verwijzen hiervoor onder meer naar het overlegforum van de CKG s van 23 maart

31 Bijkomend is ook dat de intensiteit van het aanbod zeer hoog is, in het bijzonder 3 aaneensluitende dagen, wat de draagkracht van de meeste CKG s overstijgt. Deze intensiteit valt bovendien nogal fel buiten de contouren van de regelgeving. Crisisinterventie vraagt bijgevolg van de CKG s heel wat extra-investering en/of competentie waarvan moet nagegaan worden of er geen andere partners in de regio zijn die hier beter voor geplaatst zijn (bv. Crisishulp aan Huis). Slechts uitzonderlijk, wil K&G bekijken of het CKG dit aanbod toch kan doen. De voorwaarden waaronder dit mogelijk is, zijn: een netwerk van partners oordeelt dat het CKG op een bepaald moment de enige en best mogelijke aanbieder is het CKG oordeelt dat het over voldoende draagkracht (naar personeelscompetenties, personele ruimte ) beschikt om dit aanbod te doen. Deze 2 voorwaarden moeten blijken uit een kort dossier dat wordt overgemaakt aan de dossierbeheerder van Kind en Gezin. In dit dossier moet ook aangegeven worden over hoeveel plaatsen het gaat en over welke duur. Binnen de nieuwe regelgeving m.b.t. de erkenning en subsidiëring van de CKG s die op dit moment wordt voorbereid, zal dit uitzonderlijk aanbod een plaats krijgen als een zogenaamde netwerkmodule waarmee wij willen tegemoet komen aan de behoefte van een netwerk om bepaalde leemtes flexibel te kunnen invullen. Het spreekt vanzelf dat dergelijke netwerkmodule slechts voor een kleine fractie van de capaciteit zal kunnen worden ingezet. In de eerste plaats is het immers de bedoeling dat een voorziening zijn kernopdrachten ten volle kwaliteitsvol kan realiseren. Vraag tot toevoeging van het consult van de CLB s in het positioneringschema ondersteunend aanbod. Vanuit de sector Onderwijs wordt gevraagd om het positioneringschema aan te passen conform aan de engagementen van de CLB s in de hulpprogramma s crisis, zoals deze worden beschreven in het convenant. 5.2 Krachtlijnen en convenant 5.3 Eigen regelgeving 6. AANBEVELINGEN VAN DE REGIO S Antwerpen: Organiseer de twee eerste opdrachten van het hulpprogramma, permanentie en interventie, zo dicht mogelijk bij elkaar, bij voorkeur in één organisatie. Het meldpunt heeft naast zijn permanentieopdracht een belangrijke coördinerende taak in het hulpprogramma (o.m. samenwerkingsovereenkomsten maken en opvolgen). Dit is tijds- en arbeidsintensief. Geef voldoende middelen aan de meldpunten. Na de beperkte bijkomende middelen uit het convenant ( ) zijn er extra middelen nodig in De werkvorm CAH neemt zowel opdrachten van interventie (verzekerd door de omzendbrief) als begeleiding (beperkt tot een mogelijk aanbod ) op. Maak de inzet van CAH afhankelijk van de noden van het netwerk. In de praktijk is begeleiding nu bijna niet beschikbaar door de vele vragen van de verwijzende instanties. Verduidelijk de vier opdrachten van het hulpprogramma en leg dit concept vast. De invullingen die nu in de praktijk gegeven worden aan de opdrachten bemoeilijken soms de realisatie van het hulpprogramma. Leg ook de engagementen in het positioneringschema en het convenant vast en geef voldoende ondersteuning aan de werkvormen zodat ze zich kunnen engageren. Praktijkoverleg is een goede hefboom om de afstemming binnen en met het hulpprogramma te realiseren. Zorg voor dat de randvoorwaarden in orde zijn om dit overleg te organiseren. 27

32 Oost-Vlaanderen: Organiseer de brede instap zo dat meer dagdelen dan vandaag afgedekt worden en koppel hier een ruime bekendmaking aan. Via verruiming van deze brede toegang kan de toegankelijkheid van crisishulp verhogen voor ouders en minderjarigen. Maak één intersectorale afspraak rond sectorale communicatie (bv. toekenning art.7, betaling incentive 50/00/00 ). Maak ook één intersectorale afspraak rond de administratieve verwerking van een crisisdossier, ook wat betreft de registratie. Geef een plaats aan contextbegeleiding (= crisisbegeleiding in combinatie met een crisisbed) zowel in de opdrachten als in de registratie. Er is nood aan afspraken tussen de netwerken RTJ en CJ. Vraag naar objectieve kwalitatieve evaluatie van de aangemelde doelgroepen. Opmerking van de provinciale netwerkstuurgroep: het beperkte engagement van het VAPH in het realiseren van de buffercapaciteit. Limburg: De vraag om meldpunt en interventie te koppelen als noodzakelijke kwaliteitseis om subsidiariteit in crisishulp te hanteren. Liefst één team voor 0-8jaar binnen één organisatie. Vraag naar heldere programmatienormen voor de uitbouw van crisishulp in de regio s, o bv. welke equipe en welke functies heeft een meldpunt minimaal nodig om 24u/24u kwaliteitsvol operationeel te zijn? Aandachtspunt: zijn de huidige middelen die Vlaanderen ter beschikking stelt toereikend ter realisatie van kwalitatieve crisishulp? Onderzoek of bij uitbreidingsbeleid in alle sectoren een structurele inzet in het CJ-netwerk mogelijk is. Geef de financiering 50/00/00 voorzien in het convenant ook aan CAH en kinderpsychiatrie. Zorg voor afstemming van de leeftijdsgrens in het IJH decreet met het protocol noodsituaties VAPH betreffende de verlengde meerderjarigheid. Zorg voor een oplossing voor de inkomstenderving van voorzieningen door het wegvallen van de cliëntbijdrage. Leg een aantal bijkomende kwaliteiten vast voor het meldpunt (naast de permanentienorm), bv. voorzien en normeren van back-up, inhoudelijke supervisie, coördinatie, West-Vlaanderen: (nog niet operationeel) Stem het uitbreidingsbeleid van sectoren consequent af op de beleidsinformatie die de crisisnetwerken genereren, bv. nood aan vervolghulp. De inzet in het hulpprogramma zou structureel moeten voorzien worden in het programmatiebeleid van de sectoren. Bijkomende middelen niet ad hoc maar structureel vastleggen. Nood aan gemeenschappelijke vorming voor crisismedewerkers in de vier opdrachten. Erkenning van de extra inspanningen of engagement in het sectorale beleid. Nood aan neutrale coördinatie op casusniveau voorzien in sectorale subsidiëring. De beschikbaarheid van CAH voor interventie herbekijken: meer beschikbaar maken s avonds en in het weekend. Overwegen of het niet zinvoller is radicaal te investeren in crisisdiensten waar de cliënt rechtstreeks kan aanmelden. Besluit: Een aantal aanbevelingen komt terug in verschillende regio s: - de koppeling van meldpunt en interventie - het verduidelijken van de opdrachten, kwaliteitseisen vastleggen en consolideren - voldoende middelen voor de meldpunten gezien de verschillende functies - de engagementen van voorzieningen ondersteunen via het sectorale (uitbreidings)beleid - vraag naar programmatienormen - randvoorwaarden maken voor hulpcoördinatie op casusniveau De andere aanbevelingen worden door één regio opgegeven maar zijn daarom niet minder belangrijk. 28

33 7. ALGEMENE CONCLUSIE 7. Operationalisering van de hulpprogramma s. 7.. Regionale implementatie De huidige situatie getuigt van de bereidheid van heel wat hulpaanbieders om gezamenlijk en solidair op zoek te gaan naar de best mogelijke samenwerking. Alleen in de regio Vlaams Brabant is nog niet duidelijk wanneer en volgens welke samenwerkingsafspraken het hulpprogramma kan opstarten. Moeilijkheden allerhande zorgen ervoor dat het hulpprogramma te Mechelen niet langer operationeel is Samenstelling van de hulpprogramma s Het positioneringschema. Is een goed instrument i.f. de samenstelling van de hulpprogramma s. Kind en Gezin vraagt een aanpassing van het schema: de weglating van CKG s als mogelijke partners voor ambulante en/of mobiele crisisinterventie. CLB s vragen een toevoeging in het schema van het ondersteunende aanbod. De vraag van K&G bevindt zich in een spanning ten opzichte van de vraag om juist de opdrachten van de meldpunten en interventie (nog)meer op elkaar af te stemmen. In algemene zin wordt aan de sectorale administraties gevraagd om voldoende ondersteuning te bieden aan de voorzieningen die zich engageren. Ook wordt gevraagd om vanuit het positioneringschema te evolueren naar een programmatienorm voor de hulpprogramma s CJ. Meldpunt. In vier netwerken worden de extra Vlaamse middelen als onvoldoende beschouwd om de opdracht kwaliteitsvol uit te voeren. In elk van die regio s zijn extra middelen (vanuit de voorziening of vanuit andere dan de Vlaamse overheid) ingezet. De administratieve lastenvermindering die in 2008 werd doorgevoerd op het niveau van de financiering van de meldpunten door de eigen administratie zal vooral effect hebben vanaf januari Interventie. De inzet van de diensten Crisishulp aan Huis (AJ) is verschillend in de verschillende regio s. Totnogtoe lijkt er in de meeste netwerken een voldoende aanbod van interventie te zijn. Dit heeft ook / vooral te maken met het grote aanbod van de CAW s en projecten BJB. Begeleiding. In een aantal regio s is de buffercapaciteit niet gerealiseerd. Dit heeft onder meer te maken met het niet volledig realiseren van de afspraak tot verhouding zoals voorzien in het convenant door het VAPH. Er is dan ook een tekort van aanbod van begeleiding in de meeste regio s. Opvang. Behalve in Limburg is de buffercapaciteit overal gerealiseerd. Opnieuw haalt het VAPH de afspraak van de verhouding niet. Het inzetten van buffercapaciteit door het VAPH zou de (overdruk) op de andere sectoren kunnen verlichten. De 4 opdrachten van het hulpprogramma. In verschillende regio s wordt gevraagd naar een verdere verduidelijking van de opdrachten met de bijhorende kwaliteitseisen. Vorming. Er wordt gevraagd naar gemeenschappelijke vorming voor alle medewerkers in de hulpprogramma s, dus niet alleen voor die van het meldpunt en de interventie Sectorale engagementen Er wordt gevraagd dat de sectorale administraties onderling meer afstemmen en de voorzieningen duidelijker aansturen. De voorzieningen verwachten ook een grotere betrokkenheid en ondersteuning van de sectorale administraties, indien ze een opdracht opnemen. Het Vlaams Agentschap Personen Handicap 4 haalt de verhouding inzake het regionaal inzetten van begeleiding en opvang niet. Uit de rapporten van de regio s blijkt duidelijk dat het engagement van de VAPH voorzieningen van regio tot regio verschilt: van bescheiden 4 In deze tekst meestal afgekort als VAPH 29

34 rol tot geen engagement. Door een aantal regio s wordt uitdrukkelijk gevraagd naar een meer solidair engagement van deze sector. De voorzieningen van het AWW, K&G, AJ nemen gezamenlijk en solidair hun rol als dragende partners van de hulpprogramma s op. De betrokkenheid van de Centra voor Leerlingenbegeleiding als belangrijke verwijzer werd in dit rapport nog niet consequent geïnventariseerd. Uit meerdere gegevens blijkt duidelijk dat de CLB wel sterk betrokken zijn bij de werking van de hulpprogramma s. De betrokkenheid van de Centra Geestelijke Gezondheidszorg werd in dit rapport (bijna) niet besproken. Ook niet Vlaams gesubsidieerde partners nemen deel aan het opzet van de hulpprogramma s. Aan de sectorale administraties wordt gevraagd om via uitbreidingsbeleid een structurele inzet in CJ-netwerken te garanderen. Er wordt gevraagd naar de uitbreiding van het trekkingsrecht (cf. 50,00,00) voor de diensten CaH in het agentschap Jongerenwelzijn en voor de participerende Kinderpsychiatrische diensten. De voorzieningen vragen een sectorale compensatie voor het wegvallen van de cliëntbijdrage. (inkomstenderving van voorzieningen) Hulpcoördinatie. Er wordt gevraagd naar een vorm van neutrale coördinatie op casusniveau via de sectorale subsidiëring. 7.2 Doelstellingen van de hulpprogramma s 7.2. Crisishulp garanderen Ouders en minderjarigen vragen om zelf rechtstreeks te kunnen aanmelden, of zich 24 op 24 uren tot jeugdhulpverlening te kunnen wenden. Het voor de ontvankelijke aanmeldingen relevant aanbod is zelden volzet en geen enkel netwerk meldt overspoeld te worden. Nog niet alle potentiële aanmelders worden bereikt. Het aantal aanmeldingen tijdens de nachturen en tijdens het WE (en dan in het bijzonder in de nacht van zaterdag op zondag) is laag Voorkomen van meer ingrijpende hulp De meldpunten leveren heel vaak consult aan de aanmelders. Uit de cijfers valt onrechtstreeks af te leiden dat zowel bij ontvankelijke als bij onontvankelijke aanmeldingen de meldpunten consult verstrekken. Uit de cijfers blijkt dat opvang veel wordt ingezet. Het aanbod van opvang is ook het grootste aanbod in de hulpprogramma s. Toch roept dit de vraag op of interventie en begeleiding wel voldoende worden aangesproken zodat het hulpprogramma ook in dit opzicht subsidiair wordt ingezet Het hulpprogramma realiseren De hulpprogramma s doen bijna uitsluitend beroep op het verzekerd (al dan niet via art 7) aanbod. De onderlinge verhouding tussen het aantal ingezette interventies, begeleidingen en opvang is merkwaardig. Het gering aantal begeleidingen bij de -2 jarigen is bijvoorbeeld in vergelijking met het hoge aantal opvang opvallend De toegang tot het netwerk sensibiliseren Communicatie van het aanbod is een heel arbeids(tijd)intensief gebeuren. Er dient met veel wijzigende factoren te worden rekening gehouden. Communicatie naar de belangrijkste groep aanmelders: politie, parket en bijzondere jeugdbijstand geniet bijzondere aandacht. Vooral het aspect vrijwilligheid als voorwaarde tot hulpverlening in de hulpprogramma s is voor interpretatie vatbaar. Dit begrip vraagt een voortdurende afstemming tussen deze partners en de partners in de hulpprogramma s. 30

35 7.2.5 Crisishulp positioneren binnen het geheel van de jeugdhulp De afstemming tussen crisishulp en de rest van de jeugdhulp is een dynamisch proces dat stapsgewijs gerealiseerd wordt. Er is een bezorgdheid over vervolghulp na crisishulp als die nodig is. Hierover is momenteel weinig exacte informatie beschikbaar. In elke regio zoekt men naar afstemming met parket, sociale dienst bij de jeugdrechtbank. Dit geeft verschillende resultaten. Samenwerkingsovereenkomsten zijn een goede hefboom voor afstemming in en tussen de netwerken Afspraken maken over het omgaan met situaties waarin hulp maatschappelijk noodzakelijk wordt geacht. Dit thema maakt eveneens deel uit van het praktijkrapport maatschappelijke noodzaak dat op aan het MC IJH wordt voorgelegd. Zoals ook in dat rapport wordt gemeld zijn er nog geen definitieve afspraken rond het werken met verontrustende situaties in de crisisnetwerken. Maar in alle regio s wordt men geconfronteerd met visieverschillen over maatschappelijke noodzaak waardoor het maken van afspraken in de netwerken wel degelijk dient te gebeuren. 7.3 Het registratie-instrument Het registratie-instrument wordt uitdrukkelijk positief geëvalueerd door de voorzieningen. Algemeen moet wel worden opgemerkt dat de registratiemogelijkheden onvoldoende door de hulpaanbieders benut worden. Teveel vakjes worden niet of onnauwkeurig ingevuld. Deze vaststelling relativeert niet alleen de beschikbare cijfers, het is ook de reden waarom een aantal vooraf gestelde vragen (nog) niet kunnen worden beantwoord. De verschillende interpretatiemogelijkheden van een aantal termen en de meerdere keuzemogelijkheden in het registratie-instrument zorgen nog steeds voor verwarring bij de hulpaanbieders die registreren en bij diegenen die registratiegegevens verwerken. De regio s dragen bij tot de verbetering van het instrument via operationele suggesties. Er wordt gevraagd naar verdere validering door de betrokken sectorale administraties van de gegevens die via het registratie-instrument CJ worden bekomen. Er wordt aangedrongen op één uniforme intersectorale administratieve verwerking van de geregistreerde gegevens. 3

36 8. BIJLAGEN 8.. Positioneringschema: Schematisch overzicht van de samenstelling van de hulpprogramma s a) centraal permanent crisismeldpunt K&G ( 0-2j) Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning AWW (3-7j) - Crisis Opvang Centrum - laagdrempelig onthaal BJB (0-7j) VFSIPH (0-7j) CGG ( 0-7 j) CLB CIG b) ambulante/ mobiele crisisinterventie c) ambulante/ mobiele crisisbegeleiding Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning d) crisisopvang -Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning -Gezinsonder steunende pleegzorg Werkingen deskundig in vraagverheldering en bemiddeling Werkingen deskundig in ambulante psycho-sociale begeleidingen Kortdurende (crisis) opvang (6-7 jaar) -Crisishulp aan Huis -Projecten deskundig in mobiele crisishulpverlening -Crisishulp aan Huis -Projecten deskundig in mobiele crisishulpverlening - Thuisbegeleidings diensten - OOOC s -Begeleidings tehuizen -OOOC s - Pleegzorg Voorzieningen die zich richten tot volgende doelgroepen: autismespectrum senso- handicap, handicap, emotionele stoornissen, motorische mentale gedrags-en problematiek stoornissen, sensomotorische handicap, mentale handicap, gedrags-en emotionele problematiek Voorzieningen die zich richten tot volgende doelgroepen: autismespectrum Centra die volgende (type)module aanbieden: acute, kortdurende ambulante, probleemverken-ning, diagnostiek en behandeling. Intensieve, kortlopende ambulante begeleiding en training aan gezinnen (voor gezinnen die reeds in begeleiding zijn van een CIG) Residentiële crisisopvang 8. Krachtlijnen voor de verdere uitbouw van het hulpprogramma crisisjeugdhulp I. Inleidend Rond de jaarwisseling kreeg elke voorziening van de sectoren die worden gevat door de Integrale Jeugdhulp de Intersectorale richtlijn met betrekking tot de dossiervorming in het kader van het hulpprogramma crisisjeugdhulp toegestuurd. In deze richtlijn werd het kader geschetst waarbinnen een hulpprogramma 32

37 crisisjeugdhulp (centraal permanent meldpunt, crisisinterventie, crisisbegeleiding en crisisopvang) kon worden opgestart en gerealiseerd. Uitgangspunt daarbij was het subsidiair inzetten van het bestaande hulpaanbod. Dat werd in de richtlijn als volgt verwoord: Bij het realiseren van het hulpprogramma moet maximaal gebruik worden gemaakt van het beschikbare aanbod in het netwerk. Essentieel en prioritair is dus dat bij de implementatie van de netwerken crisisjeugdhulp nagegaan wordt hoe het bestaande jeugdhulpaanbod maximaal kan worden ingezet in het intersectorale hulpprogramma. Daarnaast gaf de intersectorale richtlijn aan dat beperkte bijkomende middelen zouden worden vrijgemaakt. En dat specifiek met het oog op het realiseren in het hulpprogramma van de deelaspecten centraal permanent meldpunt en interventie. Ondertussen zijn we enkele maanden verder. Budgettaire duidelijkheid voor 2007 en, in aanzet, ook voor 2008 en 2009, stelt ons nu in staat het kader waarbinnen netwerken crisisjeugdhulp (verder) kunnen worden ontwikkeld concreter te beschrijven. II. Drie pijlers voor het realiseren van hulpprogramma s crisisjeugdhulp Het realiseren van een hulpprogramma crisisjeugdhulp steunt op drie pijlers. Het centrale uitgangspunt blijft het opnemen van een collectieve verantwoordelijkheid vanuit het bestaande aanbod. Daarnaast worden beperkte bijkomende middelen vrijgemaakt voor de Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW) en de Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG). Tot slot is er een structurele bijdrage door de werkvormen Crisishulp aan Huis (CaH) en de Onthaal-, Observatie- en Oriëntatiecentra (OOOC s). In wat volgt gaan we op deze drie pijlers in. A. Het opnemen van een collectieve verantwoordelijkheid Om ten overstaan van professionelen een crisisvangnet te zijn, moet het hulpprogramma vooral voor begeleiding en opvang, maar ook voor permanentie en interventie over een vrije buffercapaciteit beschikken. Deze buffercapaciteit is de ruimte waarin de overdruk van crisissituaties in een netwerkregio een plaats kan krijgen. Bijzonder belangrijk in deze context is dat de vereiste buffercapaciteit, die zo leert de ervaring in omvang beperkt is, een vlotte doorstroming van crisishulpvragen in een hulpprogramma toelaat. Deze buffercapaciteit legt helemaal geen beslag op het globale beschikbare aanbod. Het vrijmaken van de vereiste minimale capaciteit voor verschillende deelaspecten van het hulpprogramma is dan ook de collectieve uitdaging en verantwoordelijkheid van de bij 33

38 het netwerk betrokken voorzieningen. Het solidaire engagement van de verschillende werkvormen en voorzieningen bepaalt bindend of een hulpprogramma soelaas brengt voor hulpverleners die worden geconfronteerd met crisissituaties. We begrijpen ten volle dat dit geen vanzelfsprekend uitgangspunt is. Jeugdhulpvoorzieningen worden vandaag al druk bevraagd, soms zelfs overvraagd. Het is dan ook cruciaal dat voor het engagement van voorzieningen een hanteerbaar kader wordt uitgetekend: het netwerkoverleg dat beoogt een collectieve verantwoordelijkheid te installeren start bij het positioneringschema van het bestaande aanbod (respectievelijk dragende en ondersteunende modules, zie bijlage). Voorzieningen kunnen vanuit hun positie, zoals aangegeven door de sectorale administraties, bijdragen tot de vereiste buffercapaciteit van het hulpprogramma. Het positioneringschema is in deze context richtinggevend. Andere voorzieningen kunnen zich, wanneer zij daartoe mogelijkheden zien, in de netwerkstructuur flexibel opstellen wanneer dat een meerwaarde heeft voor het hulpprogramma. Wat betekent het opnemen van een collectieve verantwoordelijkheid per onderdeel van het hulpprogramma? voor het centraal permanent meldpunt zijn er beperkte bijkomende middelen voorzien voor de CAW s en de CKG s (zie II. B). Daarnaast blijft het zaak de krachten te bundelen. Bestaande permanentie(systemen) van CAW s (gelet ook op de middelen voor Intrafamiliaal Geweld) en CKG s maximaal samenbrengen in de netwerkformule versterkt het draagvlak voor het centraal permanent meldpunt. Een efficiënte schaal, niet noodzakelijk beperkt tot één netwerkregio, kan worden nagestreefd. Ook andere werkvormen kunnen, vanuit bestaande permanentieregelingen, bijdragen; voor crisisinterventie is er de structurele inbreng van CaH (zie II. C). Hun aanbod kan worden aangevuld vanuit andere werkvormen die al dan niet in het positioneringschema naar voor worden geschoven; voor crisisbegeleiding en crisisopvang is het essentieel een minimale buffercapaciteit te realiseren. Op basis van de ervaring in het netwerk Gent-Deinze-Eeklo zijn, voor een referentiegroep van om en bij de minderjarigen, 2 beschikbare plaatsen voor 0-2- jarigen, 3 voor 2-6-jarigen en voor 7-8-jarigen een minimale vereiste voor crisisopvang. Voor crisisbegeleiding zijn er minstens 5 plaatsen nodig. Wie deze plaatsen inbrengt is uiteraard afhankelijk van de mogelijkheden van de individuele voorzieningen. 34

39 de sectorale administraties verbinden er zich toe om, waar mogelijk, faciliterend op te treden. Dat betekent dat zowel individuele voorzieningen als regionale netwerken organisatorische en regelgevende belemmeringen voor een engagement in het hulpprogramma kunnen signaleren. De betrokken administraties zullen dan, uiteraard zoveel als mogelijk kaderend binnen of aansluitend bij de sectorale regelgeving, een oplossingsgerichte dialoog opstarten; concrete voorbeelden hiervan zijn de al toegepaste afwijking die rechtstreekse toegang impliceert tot het aanbod van het Vlaams Fonds en het maken van afspraken bij overbezetting ten gevolge van een crisisinterventie, -begeleiding of -opvang; het Managementcomité zal periodiek evalueren hoe de verschillende sectoren en werkvormen zich verhouden tot het hulpprogramma en, indien aangewezen, besluiten tot gerichte acties om een sterkere inbreng van voorzieningen, rekening houdend met onder meer hun bezettingsgraad, te ondersteunen; een specifieke mogelijkheid is het in toepassing brengen van art. 7 van het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de modulering en de netwerken. Dit artikel voorziet dat een jeugdhulpaanbieder, op verzoek van een Regionale Stuurgroep en na goedkeuring door het Managementcomité, een beperkte capaciteit kan vrijhouden voor het hulpprogramma. Die capaciteit wordt dan geacht volzet te zijn voor de toepassing van de sectorale erkennings- en subsidieregelgeving. Het exclusief vrijmaken van hulpverleningscapaciteit via art. 7 kan aangewezen zijn om de nodige buffercapaciteit (cf. de opdrachten begeleiding en opvang) in een netwerkregio te realiseren. B. Beperkte bijkomende middelen voor de CAW s en CKG s In de begroting 2007 zijn recurrent 6 VTE ingeschreven voor de CAW s en 4,5 VTE voor de CKG s. De bedoeling is dat zij bijdragen tot het realiseren van in elk geval het centraal permanent meldpunt. Rekening houdend met het aantal minderjarigen in elke regio Integrale Jeugdhulp en ook met de onderlinge verhouding 6-4,5, komen we tot volgende geobjectiveerde verdeling van deze middelen (): 35

40 Antwerpen Brussel Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Aantal minderjarigen CAW CKG,5 0,75 0,75 0,75 0,5 0,5 0, () De verdeling over de provincies heen gebeurde op basis van de parameter minderjarigen, waarbij men ongeveer per minderjarigen VTE krijgt. De bedoeling is dat de voorzieningen die deel uitmaken van een netwerk gezamenlijk bekijken hoe ze die middelen, met het grootst mogelijk effect, kunnen inzetten. Daarbij is het mogelijk, als dat de effectiviteit en de efficiëntie te goede komt, dat het netwerk een aangepast voorstel formuleert, met dien verstande dat de middelen altijd aan een CAW en/of een CKG in de betrokken regio worden toegekend. C. Structurele inzet van Crisishulp aan Huis en van de OOOC s Naast de beperkte bijkomende middelen die onder punt B beschreven zijn, zijn er in de begroting 2007 ook extra middelen ingeschreven voor CaH en de OOOC s. 36

41 Wat Crisishulp aan Huis betreft zal dit vanaf 2007 in elke provincie worden aangeboden. Om ruimte vrij te maken voor crisisinterventie binnen het hulpprogramma crisisjeugdhulp wordt de begeleidingsnorm teruggebracht van 48 naar 40. Dit betekent dat ruimte vrijkomt om, binnen het hulpprogramma crisisjeugdhulp, interventies op te nemen. De beschikbaarheid voor deze interventies ligt vast, in die zin dat de voorzieningen Crisishulp aan Huis zich zo organiseren dat zij op weekdagen tussen 9 en 7 uur (bereikbaar tot 9 uur), en op zaterdag tussen 9 en 5 uur (bereikbaar tot 7 uur) interventies zullen doen. Wat de OOOC s betreft zal de sectorale administratie met deze centra verkennen hoe dit aanbod kan ingezet worden op de functie opvang van de netwerken crisisjeugdhulp. Aan de bijkomende capaciteit die tegen 0/04/2007 in uitvoering van het Globaal Plan Jeugdzorg wordt toegekend zal zeker het engagement verbonden worden tot inzet in netwerk(en) crisisjeugdhulp. Ook hier worden de modaliteiten verder nog in overleg bepaald. III. Procedurele aanpak Wat de ex-pilootregio s betreft dient uiteraard het al geleverde werk niet volledig te worden overgedaan. De bedoeling is dat het bestaande dossier wordt hertekend binnen de contouren die in voorliggende nota worden beschreven. Dit dossier kan worden ingediend bij de Cel Integrale Jeugdhulp die het zal overmaken aan de betrokken sectorale administratie(s). Het is de bedoeling dat daarbij kort de bestaande netwerkstructuren en -engagementen worden beschreven, alsook dat de inzet van de bijkomende middelen, zowel voor CAW s en/of CKG s, als vanuit de werkvormen Crisishulp aan Huis en, als dat kan, de OOOC s wordt aangegeven. Wat de regio s Brussel, Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen betreft, wordt een tweeledig dossier ingewacht. Centraal element daarbij is een netwerkluik, dat een duidende beschrijving bevat van het netwerkaanbod waarbij voorzieningen schriftelijk en geargumenteerd opgeven waarom ze wel (of niet) aan het hulpprogramma participeren en waarom ze dat wel (of niet) doen. Deze argumentatie wordt gestaafd door de verslagen van het netwerkoverleg, die dus formeel deel uitmaken van het dossier. Uit deze verslagen en de besluitvorming die erop is gebaseerd moet duidelijk blijken dat maximaal is gestreefd naar het realiseren van een collectieve verantwoordelijkheid. In het netwerkluik wordt ook aangegeven hoe de structurele inzet van Crisishulp aan Huis en de OOOC s wordt ingebed. 37

42 Bovenop dit netwerkluik wordt het voorzieningendossier geënt. De vraag naar bijkomende middelen voor een CAW en/of een CKG wordt concreet gestaafd. Het hele dossier mag worden overgemaakt aan de Cel Integrale Jeugdhulp, die het aan de betrokken administratie(s) zal bezorgen. Het zullen uiteindelijk de betrokken administraties zijn die in overleg met de integrale jeugdhulp de bijkomende middelen moeten toekennen. Het hele dossier kan pas worden ingediend als het vergezeld gaat van een positief advies van de Regionale Stuurgroep. 38

43 A: OVERZICHT VAN HET MOGELIJK AANBOD VANUIT DE SECTOREN IN HET HULPPROGRAMMA CRISIS DRAGEND AANBOD a) centraal permanent crisismeldpunt K&G ( 0-2j) Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning AWW (3-7j) - Crisis Opvang Centrum - laagdrempelig onthaal BJB (0-7j) VFSIPH (0-7j) CGG ( 0-7 j) CLB CIG b) ambulante/ mobiele crisisinterventie c) ambulante/ mobiele crisisbegeleiding Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning d) crisisopvang -Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning -Gezinsonder steunende pleegzorg Werkingen deskundig in vraagverheldering en bemiddeling Werkingen deskundig in ambulante psychosociale begeleidingen Kortdurende (crisis) opvang (6-7 jaar) -Crisishulp aan Huis -Projecten deskundig in mobiele crisishulpverlening -Crisishulp aan Huis -Projecten deskundig in mobiele crisishulpverlening - Thuisbegeleidings diensten - OOOC s -Begeleidings tehuizen -OOOC s - Pleegzorg Voorzieningen die zich richten tot volgende doelgroepen: autismespectrum stoornissen, sensomotorische handicap, mentale handicap, gedragsen emotionele problematiek Voorzieningen die zich richten tot volgende doelgroepen: autismespectrum stoornissen, sensomotorische handicap, mentale handicap, gedragsen emotionele problematiek Centra die volgende (type)module aanbieden: acute, kortdurende ambulante, probleemverken -ning, diagnostiek en behandeling. Intensieve, kortlopende ambulante begeleiding en training aan gezinnen (voor gezinnen die reeds in begeleiding zijn van een CIG) Residentiële crisisopvang 39

44 B: OVERZICHT VAN HET MOGELIJK AANBOD VANUIT DE SECTOREN IN HET HULPPROGRAMMA CRISIS ONDERSTEUNEND AANBOD a) centraal permanent crisismeldpunt K&G (0-7j) Vertrouwenscentra Kindermishandeling - consult AWW (3-7j) BJB (0-7j) VFSIPH CGG (0-7j) Vorming en expertise ter beschikking stellen CLB CIG b) ambulante/mobiele crisisinterventie c) ambulante/mobiele crisisbegeleiding Vertrouwenscentra Kindermishandeling - consult Vertrouwenscentra Kindermishandeling - consult Consult (aanspreekpunt en meldpunt voor informatie, advies en aanzet tot hulpverlening, vraagverheldering, informatie en advies, onthaal) door het comité voor bijzondere jeugdzorg (telefonisch) consult (telefonisch) consult d) crisisopvang Vertrouwenscentra Kindermishandeling - consult 40

45 8.2 Convenant 4

46 42

47 43

PRAKTIJK- EN EVALUATIERAPPORT CRISISJEUGDHULP 1 JAN 30 JUNI 2008

PRAKTIJK- EN EVALUATIERAPPORT CRISISJEUGDHULP 1 JAN 30 JUNI 2008 PRAKTIJK- EN EVALUATIERAPPORT CRISISJEUGDHULP JAN 30 JUNI 2008 Inhoudsopgave. Geografisch overzicht netwerken crisisjeugdhulp.... Kaart van Vlaanderen....2 Markante vaststellingen... Zes hulpprogramma

Nadere informatie

Een korte rondleiding door Martine Puttaert. Integrale Jeugdhulp Vlaams-Brabant

Een korte rondleiding door Martine Puttaert. Integrale Jeugdhulp Vlaams-Brabant Een korte rondleiding door Martine Puttaert Integrale Jeugdhulp Vlaams-Brabant Integrale Jeugdhulp (IJH) Historiek Wat is IJH? Wie is betrokken? Werkingsprincipes Structuur, opdrachten en thema s Concrete

Nadere informatie

Crisisjeugdhulp. Crisisnetwerken

Crisisjeugdhulp. Crisisnetwerken Crisisjeugdhulp Crisisnetwerken De crisisnetwerken in Vlaanderen zijn het referentiepunt voor eenieder die worstelt met een crisissituatie waarin hij ondersteuning nodig heeft. De crisismeldpunten beluisteren

Nadere informatie

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen Met vereende kracht naar een nieuwe in Vlaanderen Een woordje geschiedenis 1998: commissie ad hoc Bijzondere Jeugdzorg 1999: maatschappelijke beleidsnota BJZ 1999-2004: experimentele pilootregio s 2004:

Nadere informatie

HET LEVEN ZOALS HET IS EEN VRIJDAGOCHTEND MET EEN CRISISVRAAG

HET LEVEN ZOALS HET IS EEN VRIJDAGOCHTEND MET EEN CRISISVRAAG Crisisjeugdhulp in Brussel HET LEVEN ZOALS HET IS EEN VRIJDAGOCHTEND MET EEN CRISISVRAAG Wat is een crisis? Acuut beleefde noodsituaties Niet vooraf inschatbaar Onmiddellijk hulp is noodzakelijk Doel van

Nadere informatie

PRAKTIJK EN EVALUATIERAPPORT HULPPROGRAMMA S CRISISJEUGDHULP IJH VLAANDEREN TOT

PRAKTIJK EN EVALUATIERAPPORT HULPPROGRAMMA S CRISISJEUGDHULP IJH VLAANDEREN TOT PRAKTIJK EN EVALUATIERAPPORT HULPPROGRAMMA S CRISISJEUGDHULP IJH VLAANDEREN 0-07-2008 TOT 3-2-2008 MC 090309 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 2. Algemene conclusies en beleidsaanbevelingen... 3. Regionale

Nadere informatie

Intersectorale toegangspoort - Indicatiestelling

Intersectorale toegangspoort - Indicatiestelling Intersectorale toegangspoort - Indicatiestelling Op 1 maart 2014 gaat in heel Vlaanderen de intersectorale toegangspoort (ITP) van start (na de opstart van voorstartregio Oost-Vlaanderen op 16 september

Nadere informatie

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen Accenten: Een nieuw decreet Jeugdhulp Vermaatschappelijking van de jeugdhulp Tijdige toegang tot de jeugdhulp Rechtstreeks en niet rechtstreeks

Nadere informatie

Crisisjeugdhulp. Crisisnetwerken

Crisisjeugdhulp. Crisisnetwerken Crisisjeugdhulp Crisisnetwerken De crisisnetwerken in Vlaanderen zijn het referentiepunt voor eenieder die worstelt met een crisissituatie waarin hij/zij ondersteuning nodig heeft. De crisismeldpunten

Nadere informatie

Crisisjeugdhulp Brussel/Vlaams-Brabant

Crisisjeugdhulp Brussel/Vlaams-Brabant Crisisjeugdhulp Brussel/Vlaams-Brabant Soms loopt alles plots mis. Wie in een crisis belandt, geraakt overstuur, in de war, in paniek, in shock Dan is er meestal dringend nood aan hulp. Hulpverleners zijn

Nadere informatie

Congres NVKVV Maart 2014

Congres NVKVV Maart 2014 Samen naar een nieuwe in Vlaanderen Congres NVKVV Maart 2014 Sectoren van de Sectoren Jeugdhulp gevat onder het decreet IJH: Agentschap Jongerenwelzijn (AJ) Algemeen Welzijnswerk (AWW) Centra Geestelijke

Nadere informatie

Gemandateerde voorzieningen - Ondersteuningscentrum Jeugdzorg

Gemandateerde voorzieningen - Ondersteuningscentrum Jeugdzorg Gemandateerde voorzieningen - Ondersteuningscentrum Jeugdzorg Hulpaanbieders hebben allen een verantwoordelijkheid in het omgaan met verontrusting. Indien zij hier zelf tegen de grenzen aanbotsen en twijfelen

Nadere informatie

Gemandateerde voorzieningen

Gemandateerde voorzieningen Gemandateerde voorzieningen Ondersteuningscentrum Jeugdzorg Hulpaanbieders hebben allen een verantwoordelijkheid in het omgaan met verontrusting. Indien zij hier zelf tegen de grenzen aanbotsen en twijfelen

Nadere informatie

UKJA in het landschap van de Vlaamse jeugdhulp en Geestelijke Gezondheid voor kinderen en jongeren. Dr. Linda Van Grootel Medisch diensthoofd UKJA

UKJA in het landschap van de Vlaamse jeugdhulp en Geestelijke Gezondheid voor kinderen en jongeren. Dr. Linda Van Grootel Medisch diensthoofd UKJA UKJA in het landschap van de Vlaamse jeugdhulp en Geestelijke Gezondheid voor kinderen en jongeren Dr. Linda Van Grootel Medisch diensthoofd UKJA Casus 5 Je werkt voor een opvang van jongeren die geplaatst

Nadere informatie

Intersectorale toegangspoort

Intersectorale toegangspoort Intersectorale toegangspoort Indicatiestelling Op 1 maart 2014 gaat in heel de intersectorale toegangspoort (ITP) van start (na de opstart van voorstartregio Oost- op 16 september 2013). Deze regelt voor

Nadere informatie

Het nieuwe hulpverleningslandschap

Het nieuwe hulpverleningslandschap Het nieuwe hulpverleningslandschap Integrale jeugdhulp 1 Hilde Vanautgaerden VCLB Leuven 29/04/2015 Hoe was het voor 1 maart 2014 VAPH Jongerenwelzijn Gezondheidszorg & Welzijnswerk MDV door erkende dienst

Nadere informatie

Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten

Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten 06/06/2016 Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten Vandaag is het eerste intersectorale jaarverslag 2015 van de jeugdhulp voorgesteld, in aanwezigheid van Jo Vandeurzen, Vlaams minister

Nadere informatie

Opnieuw regionale projecten 2010

Opnieuw regionale projecten 2010 e-nieuwsbrief Nr 1, april 2010 In deze nieuwsbrief Oproep regionale projecten 2010 Regionaal project geselecteerd in 2009: Bruggen na(ar) 18 Oost-Vlaamse acties in 2010 Stroomdiagrammen van de werking

Nadere informatie

26/06/2017. Subtitel. Crisisteam De Schelp

26/06/2017. Subtitel. Crisisteam De Schelp Wat is een CAW? Subtitel Crisisteam De Schelp 2 1 Crisisteam De Schelp 1. Doelgroep 2. 3. Principes 4. Doelstellingen 5. Spanningsvelden 6. Contact 3 Doelgroep Voor iedereen die zich in een crisissituatie

Nadere informatie

Integrale Jeugdhulp. Naar een betere jeugdzorg? Jan Naert Vakgroep Orthopedagogiek UGent

Integrale Jeugdhulp. Naar een betere jeugdzorg? Jan Naert Vakgroep Orthopedagogiek UGent Integrale Jeugdhulp Naar een betere jeugdzorg? Jan Naert Vakgroep Orthopedagogiek UGent Geschiedenis 1998: maatschappelijke beleidsnota jeugdzorg verkokering ondoorzichtig kluwen restgroepen aanbodgestuurde

Nadere informatie

de Bijzondere Jeugdzorg in een internationale ti context

de Bijzondere Jeugdzorg in een internationale ti context Doelstellingen Vlaamse hulpverleningstrajecten l t in de Bijzondere Jeugdzorg in een internationale ti context t Studiedag SWVG Leuven, 2 december 2010 Ad hoc project SWVG Onderzoekers: Kiran Vanbinst,

Nadere informatie

40 JAAR CRISISTEAM DE SCHELP. Crisisteam De Schelp. Crisishulp binnen/vanuit CAW Oost-Vlaanderen

40 JAAR CRISISTEAM DE SCHELP. Crisisteam De Schelp. Crisishulp binnen/vanuit CAW Oost-Vlaanderen 40 JAAR CRISISTEAM DE SCHELP Crisisteam De Schelp Crisishulp binnen/vanuit CAW Oost-Vlaanderen Visie op crisishulp binnen CAW Oost-Vlaanderen Crisishulp in CAW Oost-Vlaanderen CAW Oost-Vlaanderen biedt

Nadere informatie

40 JAAR CRISISTEAM DE SCHELP. Crisisteam De Schelp. Crisishulp binnen/vanuit CAW Oost-Vlaanderen

40 JAAR CRISISTEAM DE SCHELP. Crisisteam De Schelp. Crisishulp binnen/vanuit CAW Oost-Vlaanderen 40 JAAR CRISISTEAM DE SCHELP Crisisteam De Schelp Crisishulp binnen/vanuit CAW Oost-Vlaanderen Crisishulp in CAW Oost-Vlaanderen CAW Oost-Vlaanderen biedt professionele hulp voor elke hulpvrager in een

Nadere informatie

Team crisispunt Limburg -18

Team crisispunt Limburg -18 Datum: 10/08/2017 Auteur: Joke Vanroy Vacature 2017/31 Informatie : Joke Vanroy, teambegeleider crisispunt Limburg -18 Invulling functie van: Bestemming: crisismedewerk(st)ers -18 hulpverlener Interne

Nadere informatie

JIJ EN DE CRISISJEUGDHULP.

JIJ EN DE CRISISJEUGDHULP. JIJ EN DE CRISISJEUGDHULP www.jongerenwelzijn.be INHOUD Wanneer naar het crisismeldpunt? 4 Wat is het crisismeldpunt? 5 Drie soorten hulp 6 Hulpverleners hebben beroepsgeheim 8 Wanneer wordt informatie

Nadere informatie

VERSLAG MANAGEMENTCOMITÉ MC

VERSLAG MANAGEMENTCOMITÉ MC VERSLAG MANAGEMENTCOMITÉ MC 13022012-12 Aanwezig: Marc Morris (voorzitter), Laurent Bursens, Stefaan Van Mulders, Katrien Verhegge, Lieven Vandenberghe, Jean-Pierre Vanhee (verslag), Chris Van der Auwera,

Nadere informatie

Vlaams Decreet Integrale Jeugdhulp

Vlaams Decreet Integrale Jeugdhulp Vlaams Decreet Integrale Jeugdhulp Ann Bourgeois en Ilse Vandenbroucke Substituut procureur des Konings Jeugdparket Gent 2 Verontrustende situaties: VOS Definitie / Leidraad Werkwijze Brede Instap GV /

Nadere informatie

Eén gezin één plan. Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp

Eén gezin één plan. Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Eén gezin één plan Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Inhoud De oproep Context en beleidskeuzes Finaliteit van de oproep: één gezin, één plan Samenstelling en uitbouw

Nadere informatie

Voorstelling Gemandateerde voorziening. Welkom

Voorstelling Gemandateerde voorziening. Welkom Voorstelling Gemandateerde voorziening Welkom Ondersteuningscentrum Jeugdzorg en VK - Situering - 4 taken - Vragen Situering gemandateerde voorziening De comités voor Bijzondere Jeugdzorg worden vervangen

Nadere informatie

Continuïteit. Bemiddeling

Continuïteit. Bemiddeling Continuïteit De afdeling Continuïteit en toegang (ACT) levert met de uitbouw van een regionaal info-en aanspreekpunt een bijdrage aan de realisering van continuïteit. Cliëntoverleg en bemiddeling zijn

Nadere informatie

nota Toepassing van het decreet Integrale Jeugdhulp voor voogden van niet begeleide minderjarige vreemdelingen

nota Toepassing van het decreet Integrale Jeugdhulp voor voogden van niet begeleide minderjarige vreemdelingen nota nota aan de Dienst Voogdij, federale overheidsdienst Justitie datum 1 maart 2014 uw kenmerk naam lijnmanager Lucien Rahoens naam auteur Virna Saenen onderwerp toepassing van het decreet Integrale

Nadere informatie

1. Goedkeuring van het verslag van de vergadering van 16 juni Het verslag van de vorige vergadering dd. 16 juni 2014 wordt goedgekeurd.

1. Goedkeuring van het verslag van de vergadering van 16 juni Het verslag van de vorige vergadering dd. 16 juni 2014 wordt goedgekeurd. verslag MC IJH datum 08 september 2014 lokaal Ellips 10.23 refertenummers MC20141013_01 aanwezig Stefaan Van Mulders, Jean-Pierre Vanhee, Katrien Verhegge, Patrick Bedert, James Van Casteren, Dirk Dewolf,

Nadere informatie

Cliëntoverleg, bemiddeling en crisishulp

Cliëntoverleg, bemiddeling en crisishulp Cliëntoverleg, bemiddeling en crisishulp HULPVRAGER MINDERJARIGE-OUDERS-CONTEXT BREDE INSTAP Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Jeugdhulp buiten toep. gebied IJH Probleem gebonden hulp MDT MDT Gemand.

Nadere informatie

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen Accenten: Een nieuw decreet Jeugdhulp Vermaatschappelijking van de jeugdhulp Hulpcontinuïteit waarborgen Voorzien in een aanbod crisisjeugdhulp

Nadere informatie

REGIOPLAN JEUGDHULP

REGIOPLAN JEUGDHULP 1. TOEGANG IROJ IROJ 1.1. Feb-dec 2017 1. Positioneren en profileren aanbod begeleiding: voorzieningen vullen sjabloon begeleidingsaanbod in; intersectorale bijeenkomst ter afstemming op 16/05/2017; afsluitende

Nadere informatie

Integrale toegangspoort niet-rechtstreeks toegankelijke hulp - Wachttijden

Integrale toegangspoort niet-rechtstreeks toegankelijke hulp - Wachttijden SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 535 van FREYA VAN DEN BOSSCHE datum: 30 maart 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Integrale toegangspoort niet-rechtstreeks toegankelijke

Nadere informatie

Handleiding modulering Jongerenwelzijn

Handleiding modulering Jongerenwelzijn Handleiding modulering Jongerenwelzijn 1. Aanmaken van modules Een voorziening/organisatie kan per typemodule slechts één module aanmaken. Grote organisaties met een diversiteit aan doelgroepen verspreid

Nadere informatie

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Waarom? Daarom! Goed uitgebouwde basisondersteuning voor alle kinderen en gezinnen Aanvullende en specifieke opdracht voor jeugdhulp wanneer ontwikkeling vast loopt

Nadere informatie

Tabel: Aantal unieke minderjarigen met een indicatiestellingsverslag in 2015, naar vervolg in regie, naar leeftijd en naar regio

Tabel: Aantal unieke minderjarigen met een indicatiestellingsverslag in 2015, naar vervolg in regie, naar leeftijd en naar regio Jeugdhulpregie Op 1 maart 2014 gaat in heel Vlaanderen de intersectorale toegangspoort (ITP) van start (na de opstart van de voorstartregio Oost-Vlaanderen op 16 september 2013). Ze regelt voor alle sectoren

Nadere informatie

Netwerk Crisishulp 18 Regio Mechelen Situering en toelichting.

Netwerk Crisishulp 18 Regio Mechelen Situering en toelichting. Marc Van Echelpoel Netwerk Crisishulp 18 Regio Mechelen Situering en toelichting. Binnen de ontwikkelingen van de integrale jeugdhulpverlening wordt dit jaar en volgend jaar per arrondissement een netwerk

Nadere informatie

Aanbod Bijzondere Jeugdbijstand (BJB)

Aanbod Bijzondere Jeugdbijstand (BJB) Aanbod Bijzondere Jeugdbijstand (BJB) Té-jongeren : intersectorale zoektocht, 27 november 2012 Vooraf Werking BJB wordt bepaald door het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand Typisch

Nadere informatie

radar RADAR is het netwerk geestelijke gezondheid voor kinderen en jongeren in Oost-Vlaanderen. connect 0-4 is een programma dat instaat

radar RADAR is het netwerk geestelijke gezondheid voor kinderen en jongeren in Oost-Vlaanderen. connect 0-4 is een programma dat instaat radar RADAR is het netwerk geestelijke gezondheid voor kinderen en jongeren in Oost-Vlaanderen. RADAR verbindt verschillende actoren en organisaties om de geestelijke gezondheid van kinderen, jongeren

Nadere informatie

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen Met vereende kracht naar een nieuwe in Vlaanderen Het vernieuwde landschap aan de hand van casussen Hulpvrager Minderjarige-ouders-contexT BREDE INSTAP Rechtstreeks toegankelijke Jeugdhulp buiten toep.

Nadere informatie

YUNECO GGZ-JEUGDNET VLAAMS-BRABANT

YUNECO GGZ-JEUGDNET VLAAMS-BRABANT YUNECO GGZ-JEUGDNET VLAAMS-BRABANT Programma Crisiszorg Yuneco ggz-jeugdnet Vlaams-Brabant YUNECO CRISISZORG We streven naar een transparante toegankelijke voorziening-overschrijdende crisishulp aan kinderen

Nadere informatie

Intersectorale toegangspoort - Jeugdhulpregie

Intersectorale toegangspoort - Jeugdhulpregie Intersectorale toegangspoort - Jeugdhulpregie Van de 11.828 kinderen en jongeren voor wie in 2017 een indicatiestellingsverslag is afgeleverd, zijn er 11.554 in regie gekomen. Het verschil heeft te maken

Nadere informatie

Integrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak

Integrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak Integrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak Document opgesteld door: vzw de Keeting vzw Recht-Op Kroonstraat 64/66 Lange Lobroekstraat 34 2800 Mechelen 2060 Antwerpen email: info@dekeeting.be

Nadere informatie

PROVINCIAAL SPIJBELACTIEPLAN ANTWERPEN

PROVINCIAAL SPIJBELACTIEPLAN ANTWERPEN PROVINCIAAL SPIJBELACTIEPLAN ANTWERPEN Els Dupon netwerk STS Voorstelling Arr.Turnhout 28 november 2017 Spijbelen een zorg? SO VLAANDEREN (leerplichtig) Schooljaar 2013-14 2014-15 2015-16 2016-17 #lln

Nadere informatie

Werk maken van kinderrechten

Werk maken van kinderrechten Werk maken van kinderrechten De decreten integrale jeugdhulp in de praktijk Sectoraal cijferrapport: Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg Inhoudstafel 1 Kerncijfers... 3 2 Het DRM als referentiekader

Nadere informatie

CONVENANT BETREFFENDE EEN GEZAMENLIJKE AANPAK VAN OUDERENMIS(BE)HANDELING VOOR HET VLAAMSE GEWEST, DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE PROVINCIES

CONVENANT BETREFFENDE EEN GEZAMENLIJKE AANPAK VAN OUDERENMIS(BE)HANDELING VOOR HET VLAAMSE GEWEST, DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE PROVINCIES BIJLAGE Bijlage nr. 1 CONVENANT BETREFFENDE EEN GEZAMENLIJKE AANPAK VAN OUDERENMIS(BE)HANDELING VOOR HET VLAAMSE GEWEST, DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE PROVINCIES Tussen De Vlaamse overheid, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Jeugdhulpregie. Nieuwe hulpvragen

Jeugdhulpregie. Nieuwe hulpvragen Jeugdhulpregie Van de 12.145 kinderen en jongeren voor wie in 2016 een indicatiestellingsverslag is afgeleverd, zijn er 12.028 in regie gekomen. Het verschil heeft te maken met indicatiestellingsverslagen

Nadere informatie

PROVINCIAAL SPIJBELACTIEPLAN ANTWERPEN. Fabienne Fell CMP/AOB Els Dupon netwerk STS

PROVINCIAAL SPIJBELACTIEPLAN ANTWERPEN. Fabienne Fell CMP/AOB Els Dupon netwerk STS PROVINCIAAL SPIJBELACTIEPLAN ANTWERPEN Fabienne Fell CMP/AOB Els Dupon netwerk STS 16 november 2017 Spijbelen een zorg? SO VLAANDEREN (leerplichtig) Schooljaar 2013-14 2014-15 2015-16 2016-17 #lln >30

Nadere informatie

checklist registratie crisisverblijf / time out / onthaal

checklist registratie crisisverblijf / time out / onthaal checklist registratie crisisverblijf / time out / onthaal Overzicht modules: - Kortdurend crisisverblijf (RTJ): wordt enkel ingezet in lopende mobiele/ambulante begeleidingen, ofwel in de eigen organisatie,

Nadere informatie

Afstemming GGZ en Welzijn. OPZ GEEL 5 december 2013

Afstemming GGZ en Welzijn. OPZ GEEL 5 december 2013 Afstemming GGZ en Welzijn OPZ GEEL 5 december 2013 Jeugdhulpverlening in beweging Nieuwe beleidsmatige ontwikkelingen Vlaams en federaal Effectuering art.11 ziekenhuiswet ( netwerk van zorgvoorzieningen

Nadere informatie

Dag van de aanmelder

Dag van de aanmelder Dag van de aanmelder Programma: 9:00: Onthaal 9:30 Inleiding door Monique Swinnen, gedeputeerde Welzijn provincie Vlaams-Brabant 9:40 Het crisisnetwerk in woord en beeld - Verleden, heden, toekomst, door

Nadere informatie

Nieuwe gids GGB K&J 1

Nieuwe gids GGB K&J 1 Nieuwe gids GGB K&J 1 Waarom deze gids Missie en Visie 3 Visie: 7 uitgangspunten A. Het moet duidelijk zijn dat een geestelijk gezondheidsbeleid voor kinderen en jongeren moet uitgaan van een globale aanpak

Nadere informatie

Gemandateerde voorziening

Gemandateerde voorziening Gemandateerde voorziening Ondersteuningscentrum Jeugdzorg Hulpaanbieders hebben allen een verantwoordelijkheid in het omgaan met verontrusting. Indien zij hier zelf tegen grenzen aanbotsen en twijfelen

Nadere informatie

Nota RTJ worden van dagbegeleiding in groep Jongerenwelzijn

Nota RTJ worden van dagbegeleiding in groep Jongerenwelzijn Nota RTJ worden van dagbegeleiding in groep Jongerenwelzijn nota aan private voorzieningen BJB datum 02/02/2015 uw kenmerk naam lijnmanager David Debrouwere naam auteur Kim Craeynest onderwerp Communicatie

Nadere informatie

Infolunch Testfase monitoringsysteem Krachtgericht Waas & Dender 16 mei 2019

Infolunch Testfase monitoringsysteem Krachtgericht Waas & Dender 16 mei 2019 Infolunch Testfase monitoringsysteem Krachtgericht Waas & Dender 16 mei 2019 MONITORING www.eyouth.vlaanderen.be/1g1p Alle vragen naar Rechtstreeks Toegankelijke Jeugdhulp Binnen de 30 dagen heeft RTJ-organisatie

Nadere informatie

Werk maken van kinderrechten

Werk maken van kinderrechten Werk maken van kinderrechten De decreten integrale jeugdhulp in de praktijk Sectoraal cijferrapport: Jongeren Advies Centra (JAC) Inhoudstafel 1 Kerncijfers... 3 2 Het DRM als referentiekader voor het

Nadere informatie

Begeleiden als bepalende kerntaak

Begeleiden als bepalende kerntaak Begeleiden als bepalende kerntaak Themafiche: Begeleidingen in 2017 Deze themafiche geeft de resultaten van de kernopdracht van Pleegzorg West-Vlaanderen weer: de cijfers over de begeleidingen van pleegkinderen,

Nadere informatie

Crisisnetwerken Regio Kortrijk

Crisisnetwerken Regio Kortrijk Crisisnetwerken Regio Kortrijk 2017 1 Inhoud A. Aanmeldingen... 3 1. Profiel van de cliënten... 3 2. Verwijzers... 4 3. Hoofdreden van opname in crisisnetwerk... 5 B. Weigeringen... 5 1. Aantal weigeringen...

Nadere informatie

Het nieuwe jeugdhulplandschap : de kaarten herlegd. Annemie Van Looveren Juriste Steunpunt Jeugdhulp 18/06/2015

Het nieuwe jeugdhulplandschap : de kaarten herlegd. Annemie Van Looveren Juriste Steunpunt Jeugdhulp 18/06/2015 Het nieuwe jeugdhulplandschap : de kaarten herlegd Annemie Van Looveren Juriste Steunpunt Jeugdhulp 18/06/2015 1 Hulpvrager Minderjarige-ouders-contexT Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Toegangspoort

Nadere informatie

De moeizame zoektocht naar hulpverlening op maat in de Bijzondere Jeugdbijstand:

De moeizame zoektocht naar hulpverlening op maat in de Bijzondere Jeugdbijstand: De moeizame zoektocht naar hulpverlening op maat in de Bijzondere Jeugdbijstand: Onderzoek naar onevenwichten tussen vraag en aanbod in de provincie Antwerpen. Stephanie Peeters, Thérèse Jacobs en Kristel

Nadere informatie

Centra voor Leerlingenbegeleiding sterke partners in de integrale jeugdhulpverlening

Centra voor Leerlingenbegeleiding sterke partners in de integrale jeugdhulpverlening Centra voor Leerlingenbegeleiding sterke partners in de integrale jeugdhulpverlening Vandaag werd het jaarverslag jeugdhulp voorgesteld. Tot onze spijt werd er in de samenvatting geen aandacht besteed

Nadere informatie

1. LEESWIJZER 4 2. VISIE OP HET BEGRIP CRISIS 4 3. REGELGEVING 6 4. NETWERKEN EN HULPPROGRAMMA S ROLLEN EN MANDATEN 12

1. LEESWIJZER 4 2. VISIE OP HET BEGRIP CRISIS 4 3. REGELGEVING 6 4. NETWERKEN EN HULPPROGRAMMA S ROLLEN EN MANDATEN 12 1. LEESWIJZER 4 2. VISIE OP HET BEGRIP CRISIS 4 2.1. VISIE OP HULPVERLENING IN CRISISSITUATIES 4 2.2. VISIE OP HET ORGANISEREN VAN CRISISJEUGDHULP 5 3. REGELGEVING 6 3.1. DECREET INZAKE INTEGRALE JEUGDHULP

Nadere informatie

De werking van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Oost- Vlaanderen. Kristel Bovijn

De werking van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Oost- Vlaanderen. Kristel Bovijn De werking van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Oost- Vlaanderen Kristel Bovijn Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK) Het VK is het meldpunt voor vermoedens van kindermishandeling, -verwaarlozing

Nadere informatie

Bru-Stars Brussels netwerk geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren. Réseau bruxellois en santé mentale pour enfants et adolescents

Bru-Stars Brussels netwerk geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren. Réseau bruxellois en santé mentale pour enfants et adolescents Bru-Stars Brussels netwerk geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren Korte historiek Waarover gaat het? Hoe? De Gids www.psy0-18.be Gebaseerd op een aantal pijlers Globaal Geïntegreerd Vermaatschappelijking

Nadere informatie

1 jaar integrale jeugdhulp Hoorzitting Vlaams Parlement

1 jaar integrale jeugdhulp Hoorzitting Vlaams Parlement 1 jaar integrale jeugdhulp Hoorzitting Vlaams Parlement 21 april 2015 Een tussentijdse terug- en vooruitblik Vernieuwing op basis van ervaring Uitgangspositie: 1 maart 2014 geconsolideerde start cf. externe

Nadere informatie

Werk maken van kinderrechten

Werk maken van kinderrechten Werk maken van kinderrechten De decreten integrale jeugdhulp in de praktijk Sectoraal cijferrapport: Bezoekruimten van de Centra Algemeen Welzijnswerk Inhoudstafel 1 Kerncijfers... 3 2 Het DRM als referentiekader

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Crisis-jeugdhulp

Hoofdstuk 9. Crisis-jeugdhulp Hoofdstuk 9 Crisis-jeugdhulp Inhoud 1 Leeswijzer...4 2 Visie op het begrip crisis...5 2.1 Visie op hulpverlening in crisissituaties...5 2.2 Visie op het organiseren van crisisjeugdhulp...6 3 Regelgeving...7

Nadere informatie

WIE? Aanmelden bij de toegangspoort. Iedere jeugdhulpaanbieder in Vlaanderen. Eén voorwaarde: registratie in E-Healthkadaster

WIE? Aanmelden bij de toegangspoort. Iedere jeugdhulpaanbieder in Vlaanderen. Eén voorwaarde: registratie in E-Healthkadaster Aanmelden bij de toegangspoort WIE? Iedere jeugdhulpaanbieder in Vlaanderen Eén voorwaarde: registratie in E-Healthkadaster 3 type aanmelders: jeugdhulpaanbieders uit RTJ of NRTJ jeugdhulpaanbieders buiten

Nadere informatie

Verslag dialoogmoment verontrusting en maatschappelijke noodzaak: 15/03/2016 in VOT in Ieper

Verslag dialoogmoment verontrusting en maatschappelijke noodzaak: 15/03/2016 in VOT in Ieper Verslag dialoogmoment verontrusting en maatschappelijke noodzaak: 15/03/2016 in VOT in Ieper Dit verslag is een synthese van de drie de groepen tijdens het dialoogmoment in Ieper. Casus 1 Er is verwaarlozing

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp;

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp; Ministerieel besluit met betrekking tot de werking van de gemandateerde voorzieningen en van de sociale diensten in de integrale jeugdhulp en de organisatie van bemiddeling in de regio Oost-Vlaanderen

Nadere informatie

Samenwerkingsafspraken crisisinterventie Jeugd in de Gelderse jeugdhulpregio s

Samenwerkingsafspraken crisisinterventie Jeugd in de Gelderse jeugdhulpregio s CONVENANT DEEL 1 ALGEMEEN 1. Aanleiding Door de decentralisatie van de jeugdzorg in 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk geworden voor de crisishulp aan jeugdigen en hun ouders. Voor het maken van een

Nadere informatie

Deel 3: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes

Deel 3: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes Deel 3: JEZ residentiële voorziening bis Capaciteit 0 meisjes 3.. Organigram van JEZ 3.2. Statistische gegevens JEZ 59 3.. Organigram van JEZ 60 3.2. Statistische gegevens JEZ 3.2.. Bezettingsgraad Tabel

Nadere informatie

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s)

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s) SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK

Nadere informatie

CKG JAARCIJFERS Een blik op het aanbod

CKG JAARCIJFERS Een blik op het aanbod CKG JAARCIJFERS 2015 Een blik op het aanbod augustus 2016 Inhoudsopgave Lijst van tabellen...4 Lijst van grafieken...6 1 Inleiding...7 2 Leeswijzer...8 3 Globaal overzicht minimaal gepland en gerealiseerd

Nadere informatie

1. INLEIDING 3 2. ORGANISATIE EN WERKING VAN DE HULPPROGRAMMA S 3

1. INLEIDING 3 2. ORGANISATIE EN WERKING VAN DE HULPPROGRAMMA S 3 nota nota aan het managementcomité datum 12 januari 2015 refertenummer MC 20150112_03_01 naam lijnmanager Jean-Pierre Vanhee naam auteur Nele Wynants onderwerp beleidsrapport crisis INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING

Nadere informatie

nr. 248 van FREYA VAN DEN BOSSCHE datum: 17 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Autismespectrum- en gedragsstoornissen - Thuisbegeleidingsdiensten

nr. 248 van FREYA VAN DEN BOSSCHE datum: 17 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Autismespectrum- en gedragsstoornissen - Thuisbegeleidingsdiensten SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 248 van FREYA VAN DEN BOSSCHE datum: 17 januari 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Autismespectrum- en gedragsstoornissen - Thuisbegeleidingsdiensten

Nadere informatie

De sociale plattegrond

De sociale plattegrond De sociale plattegrond Sector: Agentschap Jongerenwelzijn Spreker: Tom Elen (Agentschap Jongerenwelzijn) H1 - Opdracht Agentschap Jongerenwelzijn (beleidsdomein = WVG) Afdeling Preventie- en Verwijzersbeleid

Nadere informatie

UW KIND INSCHRIJVEN BIJ DE TOEGANGSPOORT VAN INTEGRALE JEUGDHULP?

UW KIND INSCHRIJVEN BIJ DE TOEGANGSPOORT VAN INTEGRALE JEUGDHULP? UW KIND INSCHRIJVEN BIJ DE TOEGANGSPOORT VAN INTEGRALE JEUGDHULP? Erkend MDT voor opmaak aanvraagdocument Integrale Jeugdhulp Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen COS Leuven campus Sint-Rafaël Kapucijnenvoer

Nadere informatie

Crisisopvang. onderzoek naar het oneigenlijk gebruik

Crisisopvang. onderzoek naar het oneigenlijk gebruik onderzoek naar het oneigenlijk gebruik Gemeente Nijmegen Afdeling Onderzoek en Statistiek april 2003 Inhoudsopgave 1 Probleemstelling en onderzoeksopzet 3 1.1 Aanleiding van het onderzoek 3 1.2 Probleemstelling

Nadere informatie

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen Met vereende kracht naar een nieuwe in Vlaanderen 2.0 aandacht voor de eigen krachten in netwerk, familie, maatschappij Gebruik maken van aangepaste hodieken Verslag doen van krachtgericht werken bij stap

Nadere informatie

Samenwerken met jeugdhulpregie. in de intersectorale toegangspoort

Samenwerken met jeugdhulpregie. in de intersectorale toegangspoort Samenwerken met jeugdhulpregie in de intersectorale toegangspoort HULPVRAGER MINDERJARIGE-OUDERS-CONTEXT Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Toegangspoort IRPC MDT BREDE INSTAP Jeugdhulp buiten toep.

Nadere informatie

Samenwerken met jeugdhulpregie. in de intersectorale toegangspoort

Samenwerken met jeugdhulpregie. in de intersectorale toegangspoort Samenwerken met jeugdhulpregie in de intersectorale toegangspoort HULPVRAGER MINDERJARIGE-OUDERS-CONTEXT Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Toegangspoort IRPC MDT BREDE INSTAP Jeugdhulp buiten toep.

Nadere informatie

TERUGKOMDAG. 15 november 2016

TERUGKOMDAG. 15 november 2016 TERUGKOMDAG 15 november 2016 PROGRAMMA TERUGKOMDAG 9u00-10u30: Integrale Jeugdhulp. En wat met de school? 10u30 11u00 pauze (lokaal A03.03) 11u00-12u00: Trajectgroepen. Groepen trajectcoachen Isabelle

Nadere informatie

Studiedag Rechten in de jeugdhulp 6 maart 2015. Mia Claes UCLL

Studiedag Rechten in de jeugdhulp 6 maart 2015. Mia Claes UCLL Studiedag Rechten in de jeugdhulp 6 maart 2015 Mia Claes UCLL Hulp continuïteit waarborgen Op een gepaste wijze omgaan met verontrusting Tijdige toegang tot de jeugdhulp Voorzien in een aanbod crisisjeugd

Nadere informatie

BEGELEIDINGS EN OPVANGMOGELIJKHEDEN VOOR DAK- EN THUISLOZEN 29 april Véronique Vancoppenolle

BEGELEIDINGS EN OPVANGMOGELIJKHEDEN VOOR DAK- EN THUISLOZEN 29 april Véronique Vancoppenolle BEGELEIDINGS EN OPVANGMOGELIJKHEDEN VOOR DAK- EN THUISLOZEN 29 april 2014 Véronique Vancoppenolle 1 PROGRAMMA 1. Wat doet het CAW voor wie? 2. Kijk op thuisloosheid vanuit het Algemeen Welzijnswerk 3.

Nadere informatie

Samen1Plan Gent. Samen engagementen nemen voor gezinnen

Samen1Plan Gent. Samen engagementen nemen voor gezinnen Samen1Plan Gent Samen engagementen nemen voor gezinnen Kader Oproep één gezin, één plan. Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Past binnen een breder actieplan van

Nadere informatie

checklist registratie crisisverblijf / time out / onthaal

checklist registratie crisisverblijf / time out / onthaal checklist registratie crisisverblijf / time out / onthaal Overzicht modules: - Kortdurend crisisverblijf (RTJ): wordt enkel ingezet in lopende mobiele/ambulante begeleidingen, ofwel in de eigen organisatie,

Nadere informatie

Verslag dialoogmoment verontrusting en maatschappelijke noodzaak: 15/03/2016 in Nieuwland in Brugge

Verslag dialoogmoment verontrusting en maatschappelijke noodzaak: 15/03/2016 in Nieuwland in Brugge Verslag dialoogmoment verontrusting en maatschappelijke noodzaak: 15/03/2016 in Nieuwland in Brugge Dit verslag is een synthese van de drie de groepen tijdens het dialoogmoment in Brugge. Casus 1 Verschillende

Nadere informatie

nr. 79 van AXEL RONSE datum: 18 oktober 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VDAB - Tewerkstellingsprojecten in de bouwsector

nr. 79 van AXEL RONSE datum: 18 oktober 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VDAB - Tewerkstellingsprojecten in de bouwsector SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 79 van AXEL RONSE datum: 18 oktober 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT VDAB - Tewerkstellingsprojecten in de bouwsector In 2015 hebben

Nadere informatie

Lokaal loket kinderopvang. Resultaten enquête 2016

Lokaal loket kinderopvang. Resultaten enquête 2016 Lokaal loket kinderopvang Resultaten enquête 2016 Inleiding Doelstelling: kinderopvang als basisvoorziening Recht van elk kind/ elk gezin op een kwaliteitsvolle dienstverlening Opvang in voldoende mate

Nadere informatie

Outreach autisme ondersteuning van inclusie van personen met autisme

Outreach autisme ondersteuning van inclusie van personen met autisme Outreach autisme ondersteuning van inclusie van personen met autisme www.hetraster.be Wat is outreach autisme? Outreach autisme bestaat uit vorming en advies voor iedereen die deskundiger wil worden in

Nadere informatie

PERS MAP. Jongerenwelzijn

PERS MAP. Jongerenwelzijn PERS MAP Jongerenwelzijn INHOUD PERSMAP Jongerenwelzijn begeleidt jongeren in een problematische opvoedingssituatie (POS) en jongeren die een als misdrijf omschreven feit (MOF) hebben gepleegd. WAT IS

Nadere informatie

Werk maken van kinderrechten

Werk maken van kinderrechten Werk maken van kinderrechten De decreten integrale jeugdhulp in de praktijk Sectoraal cijferrapport: Vertrouwenscentra Kindermishandeling Inhoudstafel 1 Kerncijfers... 3 2 Het DRM als referentiekader voor

Nadere informatie

Voorstel tot verdeling van de middelen die vrijkomen omwille van de statutarisering Na overleg tussen vakbonden en de federatie BE (21 juni 2017)

Voorstel tot verdeling van de middelen die vrijkomen omwille van de statutarisering Na overleg tussen vakbonden en de federatie BE (21 juni 2017) Voorstel tot verdeling van de middelen die vrijkomen omwille van de statutarisering Na overleg tussen vakbonden en de federatie BE (21 juni 2017) Bij consensus hebben de vakorganisaties en de Federatie

Nadere informatie

Deel 1: Beschrijving van de structurele externe overlegorganen waar we aan participeren.

Deel 1: Beschrijving van de structurele externe overlegorganen waar we aan participeren. 1 / 6 Deel 1: Beschrijving van de structurele waar we aan participeren. In deze procedure beschrijven we enkel het permanent of structureel overleg waaraan we verplicht of vrijwillig participeren. Naast

Nadere informatie