Nationaal Secretaris aan het woord

Transcriptie

1 PC TUINBOUW PARKEN EN TUINEN PB- PP B BELGIE(N) - BELGIQUE Nationaal Secretaris aan het woord In juni 2017 hielden we ons statutair congres rond het brandend actuele thema van flexibiliteit op de werkvloer. In de sector van de tuinaanleg en het tuinonderhoud weet men goed wat het betekent om flexibel te werken. We hebben de intentie om iets te doen met de actiepunten die op het congres door de syndicale afgevaardigden werden goedgekeurd. Meer hierover in het vormingsaanbod van de komende werkjaren. Ondertussen zijn ook de tweejaarlijkse sectorale onderhandelingen achter de rug. Omwille van een conflict tussen de werkgevers kwamen deze onderhandelingen moeilijk op gang. Toch zijn we er in geslaagd om vóór de zomervakantie een goed sectoraal akkoord af te sluiten. In deze nieuwsbrief gaan we in op een aantal punten van het akkoord. INHOUD Verhoging van de lonen 1-3 Frans Dirix SWT, tijdskrediet of landingsbaan 4 Aanvullend pensioen 4 Werkgelegenheidsplan oudere werknemers 5 Volg ons op Facebook acvvoedingendiensten Verhoging van de minimumlonen en de reële lonen CONTACTEER ONS Het is al 5 jaar geleden dat er in de tuinbouw nog een echte loonsverhoging is geweest. Eén maal per jaar, in januari worden de lonen aangepast aan de gestegen levensduurte door het systeem van loonindexering. Deze keer is er los van de indexering ook een echte loonsverhoging met 0,9%. Deze loonsverhoging is niet alleen van toepassing op de minimumlonen die je op de volgende bladzijde vindt. Als jouw werkgever je meer betaalt dan het minimumloon, dan moet ook jouw loon verhoogd worden met 0,9%. De ingangsdatum van deze loonsverhoging is 1 september Wij staan tot uw dienst om uw vragen te beantwoorden. Aarzel niet ons te contacteren in uw regio. > zie adressen op p. 5 V.U. : Frans Dirix - Kartuizersstraat 70, 1000 Brussel - P Depot Brussel X Onkostenvergoeding woonwerkverkeer 6-8

2 Hieronder vind je de nieuwe sectorale minimumlonen op basis van 38 uren tewerkstelling per week. Deze lonen zijn van toepassing vanaf 1 september Barema A 38-urenweek Basis uurloon Na 5 jaar + 0,5% Na 10 jaar + 1% Na 15 jaar + 1,5% Na 20 jaar + 2% Categorie 1 12,34 12,40 12,46 12,53 12,59 Categorie 2 12,72 12,78 12,85 12,91 12,97 Categorie 3 13,52 13,59 14,58 14,58 14,58 Categorie 4 13,83 14,58 14,58 14,58 14,58 Categorie 5 14,58 14,65 14,73 14,80 14,87 Hieronder vind je de nieuwe sectorale minimumlonen op basis van 39 uren tewerkstelling per week zoals ze van toepassing zijn vanaf 1 september 2017 Barema B 39-urenweek Basis uurloon Na 5 jaar + 0,5% Na 10 jaar + 1% Na 15 jaar + 1,5% Na 20 jaar + 2% Categorie 1 12,05 12,11 12,17 12,23 12,29 Categorie 2 12,42 12,48 12,54 12,61 12,67 Categorie 3 13,19 13,26 14,24 14,24 14,24 Categorie 4 13,52 14,24 14,24 14,24 14,24 Categorie 5 14,24 14,31 14,38 14,45 14,52-2 -

3 Hoe bepaal je tot welke looncategorie je behoort? CATEGORIE 1 Het gaat om de werknemers zonder enige ervaring en opleiding die starten in de groensector. Hierdoor kunnen ze nog niet zelfstandig werken. Wie maximum 18 maanden in deze categorie heeft gewerkt gaat over naar categorie 2. CATEGORIE 2 Tot deze categorie behoren de basiswerknemers met ervaring. Zij beoefenen hun job onder de verantwoordelijkheid van een andere persoon die de eindverantwoordelijkheid draagt. Toch wordt van hen een zekere zelfstandigheid in de uitvoering van het werk verwacht. Zij worden niet geacht polyvalent inzetbaar te zijn. CATEGORIE 3 Het gaat om werknemers die zelfstandig alle technische functies uitoefenen. Om dit te kunnen, moeten ze over een zekere polyvalentie beschikken inzake taken: Grondwerkzaamheden: bewerkingen, bemestingen, chemische en/of mechanische onkruidbeheersing Beplantingswerkzaamheden: snoeien, maaien, aanplanten, zaaien, aanbinden, gewasbescherming Constructiewerkzaamheden: bestratingen, tuinmuurtjes en trappen, afsluitingen Ze hebben verantwoordelijkheid over de kwaliteit van de resultaten van hun eigen werk. Opgelet: wie categorie 3 heeft en minimum 10 jaar ervaring bewijst in één of meerdere ondernemingen voor het inplanten en onderhouden van parken en tuinen krijgt het loon van categorie 5. CATEGORIE 4 Het gaat om werknemers die voldoen aan de vereisten van categorie 3 en daarenboven leiding geven aan één of meerdere medewerkers uit de lagere categorieën. Ze hebben verantwoordelijkheid over de kwaliteit van hun eigen werk en dat van hun medewerkers die onder hun leiding staan.tot deze categorie behoren ook: de werknemers uit de categorie 3 die in hoofdzaak onderhoudswerkzaamheden verrichten langs wegen aangeduid met de verkeerstekens F5 (begin autosnelweg) en F9 (einde autosnelweg) en langs wegen met twee of meer baanvakken, gescheiden door een bezaaide of beplante middenberm; de werknemers uit de categorie 3 die regelmatig of in hoofdzaak boomverzorgingswerkzaamheden verrichten; de werknemers die regelmatig of in hoofdzaak gevaarlijke machines besturen of bedienen; bijvoorbeeld: graafmachine, klepelmaaier, hoogtewerker,... Opgelet: wie categorie 4 heeft en minimum 5 jaar ervaring bewijst in één of meerdere ondernemingen voor het inplanten en onderhouden van parken en tuinen krijgt het loon van categorie 5. CATEGORIE 5 Tot deze categorie behoren de werknemers die leiding moeten geven aan werknemers van de categorie 4. Ze hebben verantwoordelijkheid over de kwaliteit van hun eigen werk en dat van hun medewerkers die onder hun leiding staan

4 Mogelijkheden om op SWT (voormalig brugpensioen) of in tijdskrediet/landingsbaan te gaan De regering sleutelde opnieuw aan de voorwaarden om in SWT, tijdskrediet of landingsbaan te gaan. Waar er een sectoraal akkoord nodig is, werd dit ook afgesloten. SWT Op de leeftijd van 60 jaar mits een loopbaan als loontrekkende van minstens 40 jaar (man) of 33 jaar (vrouw). Dit kan nog tot en met 31/12/2017. Nadien wordt de leeftijdsvoorwaarde opgetrokken tot 62 jaar. Op de leeftijd van 58 jaar (in 2017) mits een loopbaan als loontrekkende van minstens 40 jaar. In 2018 wordt de leeftijdsvoorwaarde opgetrokken naar 59 jaar. Dit akkoord loopt tot en met 31/12/2018. Op de leeftijd van 58 jaar mits een loopbaan als loontrekkende van minstens 35 jaar en een erkenning als mindervalide of als werknemer met ernstige lichamelijke problemen. Ook dit akkoord loopt tot en met 31/12/2018. Informeer je op voorhand goed in je plaatselijk ACV-dienstencentrum of je al of niet nog beschikbaar moet zijn voor de arbeidsmarkt of neem een kijkje op TIJDSKREDIET EN LANDINGSBAAN Bij het gewone tijdskrediet werd het tijdskrediet zonder motief afgeschaft. Je beschikt nu nog over de mogelijkheid om tot 36 maanden tijdskrediet op te nemen omwille van een opleiding of om tot 51 maanden tijdskrediet op te nemen omwille van een zorgmotief. Wie wil en over een beroepsverleden als loontrekkende beschikt van minstens 28 jaar, kan in landingsbaan vanaf de leeftijd van 50 jaar. Je hebt dan wel geen recht op een uitkering van de RVA. Er is wel recht op een landingsbaan met uitkering van de RVA voor wie minstens 55 jaar is en: ofwel een beroepsloopbaan heeft van 35 jaar; ofwel in een zwaar beroep heeft gewerkt; ofwel 20 jaar nachtarbeid heeft; ofwel werkt in een bedrijf dat erkend is als in moeilijkheden of herstructurering. Informeer je op voorhand goed in je plaatselijk ACV-dienstencentrum over de andere voorwaarden of neem een kijkje op Verhoging van de werkgeversbijdrage voor het aanvullend pensioen De werkgevers uit de tuinbouwsector storten sedert 2008 om de 3 maanden voor elk van hun werknemers een geldsom voor een individueel aanvullend pensioen. Dergelijk aanvullend pensioen zorgt voor een extra inkomen bovenop het wettelijk pensioen. Sedert 2016 bestond de werkgeversbijdrage uit 1,67% van de loonmassa. Vanaf 1/07/2017 wordt deze bijdrage opgetrokken tot 1,82% van de loonmassa. Jaarlijks ontvang je een uittreksel met het voor jou reeds gespaarde bedrag. Beschik je over een computer en een eid-kaartlezer en ken je de pin-code van jouw identiteitskaart, dan kan je op elk moment de stand van je aanvullend pensioen controleren op

5 Opleiding of extra verlof? Werkgelegenheidsplan voor oudere werknemers CONTACTEER ONS AALST Hopmarkt, / ANTWERPEN Frankrijklei, / BRUGGE Oude Burg, / BRUSSEL Grisarstraat 44 02/ GENT Poel, 7 09/ IEPER St.-Jacobsstraat, / KORTRIJK P. Kennedypark, 16D 056/ Sedert 2014 is er een akkoord met de werkgevers om maatregelen te nemen zodat oudere werknemers langer aan de slag kunnen blijven. Dit akkoord moet om de 2 jaar verlengd worden. Voor de werkgevers ligt het accent op bijkomende vorming. Voor de vakbonden gaat het veeleer om bijkomende dagen vakantie. Het compromis is dat de oudere werknemer zelf mag kiezen tussen opleiding of vakantie. In beide gevallen is er het behoud van het loon. 45 jaar oud en 10 jaar anciënniteit in de land- en tuinbouwsector 1 dag 50 jaar oud en 15 jaar anciënniteit in de land- en tuinbouwsector 2 dagen 55 jaar oud en 15 jaar anciënniteit in de land- en tuinbouwsector 3 dagen Om te bepalen op hoeveel dagen je recht hebt, pas je de volgende regels toe: Het recht wordt bepaald op 1 januari van het lopende jaar De leeftijdsvoorwaarde moet vervuld zijn in het lopende kalenderjaar De anciënniteitsvoorwaarde wordt beoordeeld op 1 juli van het lopende kalenderjaar Enkele voorbeelden om dit te verduidelijken: Een werknemer die 45 jaar wordt op 15 december en 15 jaar anciënniteit heeft in de sector van de land- en tuinbouw, heeft voor dit kalenderjaar recht op 1 dag. Een werknemer van 45 jaar die 10 jaar anciënniteit in de land- en tuinbouwsector bereikt vóór 1 juli van het lopende jaar heeft in dit kalenderjaar recht op een halve dag. Een werknemer van 45 jaar die 10 jaar anciënniteit bereikt na 30 juni van het lopende jaar, heeft in dit kalenderjaar geen recht. LEUVEN Martelarenlaan Kessel-Lo 016/ HASSELT Mgr. Broekxplein, 6 011/ MECHELEN Onder den Toren, 4A 015/ OOSTENDE Dr. L. Colensstraat, 7 059/ ROESELARE H. Horriestraat, / ST.-NIKLAAS H. Heymanplein, 7 03/ TURNHOUT Korte Begijnenstraat, / NATIONAAL SECRETARIAAT (BRUSSEL) Kartuizersstraat, 70 02/

6 Onkostenvergoeding woon-werkverkeer vanaf 1 februari 2017 OPENBAAR VERVOER Wie gebruikmaakt van het openbaar vervoer voor de verplaatsingen tussen woon- en werkplaats, heeft recht op de volledige terugbetaling van de prijs van het vervoerbewijs of abonnement. FIETS Wie gebruikmaakt van de fiets voor de verplaatsingen tussen woon- en werkplaats, en omgekeerd, heeft recht op een tussenkomst van 0,22 per afgelegde kilometer. Het gaat dus om elke verplaatsing woon- werkverkeer heen en terug. ANDERE VERPLAATSINGSMIDDELEN Wie gebruikmaakt van een ander verplaatsingsmiddel (bijvoorbeeld met de auto) voor de verplaatsingen tussen woon- en werkplaats, heeft recht op een tussenkomst zoals vastgesteld in de tabel op de volgende bladzijde, voor zover de afstand tussen woonplaats en werkplaats minstens 5 kilometer bedraagt. CARPOOLEN Wanneer minstens 3 werknemers permanent gedurende het ganse jaar in een systeem van carpooling stappen, is er enkel voor de bestuurder een tussenkomst per maand zoals vastgesteld in de volgende tabel. Zijn er in je onderneming gunstiger afspraken gemaakt, dan blijven die natuurlijk gelden! -6-

7 TERUGBETALING VERPLAATSINGSKOSTEN Afstand km 3-maandelijks abonnement aan 100% Eigen vervoer Terugbetaling 65% Openbaar Afstand km 3-maandelijks abonnement Eigen vervoer Terugbetaling 65% per maand per dag vervoer aan 100% per maand per dag Openbaar vervoer 5 115,00 34,63 1, ,00 104,20 4, ,00 36,74 1, ,00 109,62 5, ,00 39,15 1, ,00 115,05 5, ,00 41,26 1, ,00 120,47 5, ,00 43,37 2, ,00 125,89 5, ,00 45,78 2, ,00 129,80 5, ,00 47,89 2, ,00 133,72 6, ,00 49,99 2, ,00 137,63 6, ,00 52,40 2, ,00 142,75 6, ,00 54,51 2, ,00 149,08 6, ,00 56,62 2, ,00 155,70 7, ,00 59,03 2, ,00 162,03 7, ,00 61,14 2, ,00 168,65 7,78 Gratis ,00 63,25 2, ,00 174,98 8, ,00 65,65 3, ,00 181,30 8,37 Gratis ,00 67,76 3, ,00 187,93 8, ,00 69,87 3, ,00 194,25 8, ,00 72,28 3, ,00 200,88 9, ,00 74,39 3, ,00 207,20 9, ,00 76,50 3, ,00 213,53 9, ,00 78,91 3, ,00 220,15 10, ,00 81,01 3, ,00 226,48 10, ,00 83,12 3, ,00 232,80 10, ,00 85,53 3, ,00 239,43 11, ,00 87,64 4, ,00 245,75 11, ,00 89,75 4, ,00 254,79 11, ,00 93,36 4, ,00 250,27 11, ,00 98,78 4, ,00 256,59 11,84-7 -

8 DE MOBILITEITSVERGOEDING Bovenop de verplaatsingskosten bestaat er in de sector van de tuinaanleg en het tuinonderhoud ook een mobiliteitsvergoeding. Dit komt omdat men in de sector doorgaans op verplaatsing werkt. Velen vertrekken dan ook 's morgens rechtstreeks naar de plaats van tewerkstelling, in plaats van naar de hoofdzetel van het bedrijf. Bij deze mobiliteitsvergoeding zijn volgende elementen belangrijk: Wie zich na het aanvatten van het werk van de hoofdzetel van het bedrijf naar een werkplaats of van de ene werkplaats naar een andere werkplaats moet verplaatsen, wordt hiervoor vergoed volgens de echte, gemaakte kosten. Dit betekent dat de werkgever de volledige verplaatsingskosten betaalt (en dus niet op basis van de treintarieven zoals bij het gewone woon- werkverkeer). Aangezien de werknemer ter beschikking is van de werkgever, is er recht op loon en moet er geen mobiliteitsvergoeding worden betaald. Dit geldt niet wanneer de verplaatsing van de hoofdzetel naar de werf aansluit op de verplaatsing van de woonplaats naar de hoofdzetel. De werknemer mag dus tussendoor het werk nog niet aangevat hebben. Verplaats je je in dit geval van de hoofdzetel naar de werf met je eigen auto, dan heb je voor deze verplaatsing recht op een onkostenvergoeding (65% van het sociaal abonnement) en op de mobiliteitsvergoeding. Deze vergoeding bedraagt 0,0538 per kilometer (of 0,1076 EUR per kilometer heen en terug). Dit bedrag wordt voor de chauffeur verhoogd met 20% indien de afstand zetel-werf meer dan 45 km enkel bedraagt. Wie voor zijn werk thuis vertrekt en rechtstreeks naar de plaats van tewerkstelling gaat, krijgt bovenop de verplaatsingskosten de mobiliteitsvergoeding. De werknemer is nog niet ter beschikking van de werkgever en er is dus geen recht op loon. De mobiliteitsvergoeding slaat enkel op de extra kilometers. Ook in dit geval wordt het bedrag van de mobiliteitsvergoeding voor de chauffeur verhoogd met 20% indien de extra afstand meer dan 45 km enkel bedraagt. De mobiliteitsvergoeding wordt betaald samen met de tussenkomst in de verplaatsingskosten. VOORBEELDEN Gegevens -- afstand woonplaats - bedrijfszetel = 20 km -- afstand bedrijfszetel - werf = 60 km -- afstand woonplaats - werf = 80 km Voorbeeld 1 De werknemer gaat van zijn woonplaats rechtstreeks met de eigen auto naar de werf: 65% van het sociaal abonnement voor 80 km (volledige afstand woonplaats -werf, maar enkel) mobiliteitsvergoeding voor 2 (= heen en terug) x 60 km aan 120% want meer dan 45 km en chauffeur Voorbeeld 2 De werknemer gaat van zijn woonplaats met de eigen auto naar de bedrijfszetel en verplaatst zich van daar als passagier met een bedrijfswagen naar de werf: 65% van het sociaal abonnement voor 20 km (afstand woonplaats - bedrijfszetel, maar enkel) Mobiliteitsvergoeding voor 2 (= heen en terug) x 60 km aan 100% want geen chauffeur Voorbeeld 3 De werknemer gaat van zijn woonplaats met de eigen auto naar de bedrijfszetel en verplaatst zich van daar als passagier in de auto van een collega: 65% van het sociaal abonnement voor 20 km Mobiliteitsvergoeding voor 2 (= heen en terug) x 60 km aan 100% want geen chauffeur Voorbeeld 4 De werknemer wordt aan zijn woonplaats opgepikt door een collega en ze rijden van daaruit naar de werf: Mobiliteitsvergoeding voor 2 (= heen en terug) x 60 km aan 100% want geen chauffeur Voorbeeld 5 De werknemer rijdt met een bedrijfsvoertuig van de woonplaats naar de werf Mobiliteitsvergoeding voor 2 (= heen en terug) x 60 km aan 120% want chauffeur - 8 -