Financiële positie van chronisch zieken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Financiële positie van chronisch zieken"

Transcriptie

1 Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in samenwerking met SEO in De gegevens mogen met bronvermelding (Financiële positie van chronisch zieken, P.M. Rijken, L.R. Janssens, T.D. Können, L.M. Kok, P. Spreeuwenberg) worden gebruikt. Dit rapport is te bestellen bij Financiële positie van chronisch zieken Gebruik en mogelijkheden van de regeling voor buitengewone uitgaven binnen de Wet inkomstenbelasting 2001 Patiëntenpanel Chronisch Zieken November 2002 NIVEL: P.M. Rijken SEO: L.R. Janssens T.D. Können L.M. Kok P. Spreeuwenberg NIVEL, Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Stichting voor Economisch Onderzoek der Universiteit van Amsterdam

2 ISBN: SEO-rapport nr. 647 NIVEL 2002 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) te Utrecht. Het gebruik van cijfers en/of tekst als toelichting of ondersteuning bij artikelen, boeken en scripties is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

3 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 5 SAMENVATTING 7 1 INLEIDING Achtergrond, doelstelling en onderzoeksvragen Regeling voor buitengewone uitgaven binnen de Wet inkomstenbelasting Patiëntenpanel Chronisch Zieken Indeling van het rapport 18 DEEL 1 FINANCIËLE POSITIE VAN CHRONISCH ZIEKEN P.M. Rijken, T.D. Können, P. Spreeuwenberg 2 METHODE Beschrijving van de onderzoeksgroep Gehanteerde begrippen en operationalisaties Statistische analyse 27 3 ONTWIKKELINGEN IN DE FINANCIËLE POSITIE Ontwikkeling van het netto equivalent inkomen Ontwikkeling van de ziektegerelateerde uitgaven Bekendheid met en gebruik van de regeling voor buitengewone uitgaven Beschikbaar inkomen voor en na herziening van de Wet inkomstenbelasting Conclusie 52 4 FINANCIËLE DEPRIVATIE Relatie tussen ervaren deprivatie en beschikbaar inkomen Inkomen en ziektegerelateerde uitgaven van financieel gedepriveerde chronisch zieken Sociaal-demografische en ziektekenmerken van financieel gedepriveerde chronisch zieken Factoren die financiële deprivatie verklaren Conclusie 63 DEEL 2 FISCALE FACILITEITEN: GEBRUIK EN VARIANTEN L.R. Janssens, L.M. Kok 5 METHODE Knelpunten binnen de bestaande regeling en vertaling naar varianten Gebruikte PPCZ-gegevens en veronderstellingen 69 3

4 6 FISCALE FACILITEITEN: GEBRUIK EN VARIANTEN Omvang van het onterechte niet-gebruik van de regeling Effecten van de bestaande regeling en alternatieven voor chronisch zieken Kosten van de bestaande regeling en alternatieven op macro-niveau Conclusie 78 7 DISCUSSIE 81 REFERENTIES 85 BIJLAGEN 87 4

5 VOORWOORD In dit rapport wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de financiële positie van mensen met chronische aandoeningen en hun mogelijkheden ter compensatie van de extra uitgaven die zij in verband met hun gezondheid maken via de inkomstenbelasting. De afgelopen jaren is veel beleidsmatige aandacht uitgegaan naar de inkomenspositie van mensen met een chronische aandoening of handicap. De reden hiervoor is de nadelige positie waarin een deel van de chronisch zieken en gehandicapten zich bevindt. Het inkomen van mensen met chronische aandoeningen blijft achter bij dat van de algemene bevolking vanwege het feit dat chronisch zieken vaker zijn aangewezen op een gehele of gedeeltelijke uitkering. Tegelijkertijd hebben deze mensen relatief hoge uitgaven in verband met hun gezondheid. Om mensen met een chronische ziekte of handicap tegemoet te komen in hun hoge ziektegerelateerde uitgaven is een aantal vergoedings- en compensatieregelingen van kracht. Een daarvan is de aftrekregeling voor buitengewone uitgaven binnen de Wet inkomstenbelasting. Op de huidige regeling bestaat echter veel kritiek. Bij de herziening van de Wet inkomstenbelasting in 2001 (Wet IB 2001) is vanuit de koepelorganisaties van gehandicapten en chronisch zieken druk uitgeoefend om de bestaande regeling aan te passen. Daarbij heeft men alternatieve voorstellen gedaan. Binnen het Patiëntenpanel Chronisch Zieken, een onderzoeksprogramma dat door het NIVEL wordt uitgevoerd in opdracht van de ministeries van VWS en SZW en de Inspectie voor de Gezondheidszorg, worden al enige jaren gegevens verzameld over de financiële positie van chronisch zieken. Deze gegevens worden door een panel van ruim mensen met een medisch gediagnosticeerde chronische aandoening verstrekt. Gezien de beleidsmatige behoefte aan informatie over de financiële positie van mensen met een chronische ziekte of handicap en hun fiscale compensatiemogelijkheden, heeft ZonMw in het kader van het programma Chronisch zieken het NIVEL subsidie verleend om nader onderzoek te verrichten op basis van de gegevens die sinds 1998 bij het Patiëntenpanel zijn verzameld. Het NIVEL heeft de Stichting voor Economisch Onderzoek der Universiteit van Amsterdam (SEO) gevraagd in het onderzoek te participeren. Daarbij heeft het NIVEL de ontwikkelingen in de financiële positie van chronisch zieken onderzocht en nagegaan welke subgroepen van chronisch zieken financieel het meest kwetsbaar zijn. De SEO heeft de compensatiemogelijkheden voor chronisch zieken binnen de huidige regeling voor buitengewone uitgaven en een aantal varianten -in overleg met de CG-Raad opgesteld- berekend. Van beide delen van het onderzoek wordt in dit rapport afzonderlijk verslag gedaan. Onze dank gaat uit naar de (oud-)leden van het Patiëntenpanel Chronisch Zieken, die meerdere keren lastige vragen hebben beantwoord over hun inkomenssituatie en hun ziektegerelateerde uitgaven en waarvoor veel gegevens moesten worden opgezocht. Tevens danken wij de programmacommissie van het Patiëntenpanel Chronisch Zieken, die toestemming heeft verleend voor het gebruik van de panelgegevens voor dit onderzoek. Utrecht / Amsterdam, november

6 6

7 SAMENVATTING Dit rapport doet verslag van een onderzoek naar de financiële positie van mensen met chronische aandoeningen in Nederland. De financiële positie van een deel van de mensen met een chronische aandoening of handicap is kwetsbaar vanwege hun geringere inkomsten en hogere ziektegerelateerde uitgaven. Voor deze doelgroep biedt de Wet inkomstenbelasting (IB) een aantal compensatiemogelijkheden, waaronder de regeling voor buitengewone uitgaven. De belangenorganisaties van chronisch zieken en gehandicapten hebben de afgelopen jaren veel kritiek op deze regeling geuit. De herziening van de Wet IB in waarbij de regeling voor buitengewone uitgaven overigens niet ingrijpend werd veranderd - was de aanleiding om de financiële situatie van mensen met een chronische ziekte nog eens te bestuderen en reeds aanwezige gegevens te actualiseren. De onderzoeksvragen die in dit rapport centraal staan luiden: 1. Welke ontwikkelingen hebben zich de afgelopen vijf jaar voorgedaan in de financiële positie van mensen met chronische aandoeningen en welke rol speelt de herziening van de Wet IB hierin? 2. Welke chronisch zieken zijn na de belastingherziening, dus momenteel, financieel gedepriveerd? 3. Welke mogelijkheden zijn er voor mensen met een chronische ziekte of handicap ter compensatie van hun ziektegerelateerde (extra) uitgaven binnen de bestaande regeling voor buitengewone uitgaven en enkele alternatieven daarvan? Om bovenstaande vragen te beantwoorden zijn gegevens van het Patiëntenpanel Chronisch Zieken, een panel van circa mensen met een medisch gediagnosticeerde chronische ziekte, gebruikt. Op basis van deze gegevens is empirisch onderzoek verricht ter beantwoording van de eerste twee onderzoeksvragen en is ten behoeve van de derde onderzoeksvraag een simulatieonderzoek uitgevoerd. Onderstaand worden per onderzoeksvraag de belangrijkste resultaten beschreven. Welke ontwikkelingen hebben zich de afgelopen vijf jaar voorgedaan in de financiële positie van mensen met chronische aandoeningen en welke rol speelt de herziening van de Wet IB hierin? Inkomen Het inkomen van mensen met chronische aandoeningen blijft achter bij dat van de Nederlandse bevolking als geheel. In 2002 bedraagt het netto equivalent inkomen van chronisch zieken (in de leeftijd vanaf 25 jaar) gemiddeld per maand. Inkomensgegevens van de algemene bevolking over 2002 zijn nog niet beschikbaar, maar in 2000 bedroeg het gestandaardiseerd inkomen (vergelijkbaar met het netto equivalent inkomen) volgens het CBS gemiddeld al per maand. De stijging van het netto equivalent inkomen van chronisch zieken over de periode hield gelijke tred met die van de totale bevolking, waardoor de bestaande inkomenskloof bleef bestaan. Tussen 2000 en 2002 werd een grotere stijging bij de leden van het PPCZ gevonden, maar niet kan worden uitgesloten dat dit door steekproefverschillen wordt veroorzaakt. Ziektegerelateerde uitgaven In de eigen uitgaven die chronisch zieken maken in verband met hun gezondheid is over de periode nauwelijks iets veranderd. Wanneer de premies voor de ziektekostenverzekering en de eigen uitgaven aan hulpmiddelen en aanpassingen buiten beschouwing worden gelaten, ging het steeds om een gemiddeld bedrag van 25 à 30 7

8 per maand. De hoogte van het bedrag is afhankelijk van de mate waarin men langdurige beperkingen ondervindt ('gehandicapt is'): circa 20 per maand bij chronisch zieken die geen fysieke beperkingen ervaren tot rond de 50 per maand bij chronisch zieken die drie of meer fysieke beperkingen ervaren. Bovenstaande bedragen zijn zoals vermeld echter niet de totale ziektegerelateerde uitgaven, want de premies die men betaalt voor de ziektekostenverzekering en de eigen uitgaven aan hulpmiddelen en aanpassingen zijn er niet in verwerkt. Over de jaren 1999 en 2001 zijn specifiekere gegevens over de ziektegerelateerde uitgaven bekend, die hierna kort worden samengevat. Premies, overige standaardziektekosten en andere ziektegerelateerde uitgaven De ziekenfondsverzekerden hadden in 2001 een aftrekbare premie die gemiddeld zo'n 200 per jaar hoger lag dan in 1999, te weten gemiddeld voor een gezinspolis. De particulier verzekerden met een standaardpakketpolis hadden in 2001 een aftrekbare premie van gemiddeld (alleen op de polis) en bijna (gezinspolis), waarbij eveneens sprake was van een significante stijging ten opzichte van De particulier verzekerden met een maatschappijpolis konden gemiddeld een even groot bedrag aftrekken. Bij de publiekrechtelijk verzekerden ging het om ongeveer de helft van de hierboven genoemde bedragen. Circa tweederde van de chronisch zieken heeft daarnaast standaardziektekosten (anders dan premies) gemaakt, waarbij het gemiddeld om een bedrag van ruim 200 in 1999 en 2001 ging. In feite zijn er, behalve in de ziektekostenpremies, nergens wijzigingen opgetreden in de ziektegerelateerde uitgaven van chronisch zieken in 2001 ten opzichte van Wel zijn er belangrijke verschillen in eigen uitgaven tussen subgroepen van chronisch zieken. Vooral belangrijk om te noemen zijn in dit verband de verschillen in de specifieke uitgaven die vooral door chronisch zieken en gehandicapten gemaakt worden (thuiszorg, hulpmiddelen, aanpassingen) en de extra uitgaven voor levensonderhoud. Van de totale groep rapporteert een kwart, zowel in 1999 als in 2001, specifieke uitgaven te hebben gemaakt, waarbij het om een gemiddeld bedrag van rond de 400 per jaar gaat. Van de chronisch zieken die fysieke beperkingen ervaren rapporteert echter een aanzienlijk groter deel deze specifieke uitgaven te hebben gemaakt: circa eenderde van de mensen met één beperking tot ruim de helft van de mensen met drie of meer beperkingen. Bij deze laatste groep lijkt het ook om grotere bedragen te gaan. Bovendien moet worden opgemerkt dat de gerapporteerde eigen uitgaven aan hulpmiddelen en aanpassingen zeer waarschijnlijk een onderschatting zijn van de werkelijke uitgaven. Uit eerder onderzoek bij het PPCZ bleek dat een derde van de chronisch zieken eigen uitgaven aan hulpmiddelen en aanpassingen over 1997 rapporteerde (Rijken et al., 1999). Destijds werden alle categorieën van hulpmiddelen en aanpassingen afzonderlijk bevraagd. Dit is bij de hier gerapporteerde uitgaven over 1999 en 2001 niet het geval, waardoor uitgaven aan bepaalde categorieën (bijvoorbeeld brillen of hulpmiddelen om medicijnen toe te dienen) mogelijk zijn vergeten. Wat de extra uitgaven voor levensonderhoud betreft: eenderde van de totale groep rapporteert deze zogenaamde verborgen kosten, zowel in 1999 als in Het gemiddeld bedrag daarvan ligt rond de 300 per jaar. Weer zijn het de chronisch zieken met fysieke beperkingen die veel vaker deze verborgen kosten hebben; zo'n 40% van de chronisch zieken met één beperking tot circa 60% van de chronisch zieken met drie of meer beperkingen. Deze laatste groep rapporteert daarbij gemiddeld een bedrag van 400 à 500 per jaar. Circa 10% van de chronisch zieken heeft in 1999 en 2001 daarnaast nog uitgaven gehad aan alternatieve behandelingen. Hoger opgeleiden rapporteerden wat vaker kosten voor alternatieve therapieën te hebben gemaakt. Bekendheid met en gebruik van de aftrekregeling voor buitengewone uitgaven 8

9 De bekendheid met de regeling voor buitengewone uitgaven onder de doelgroep is slecht. In 2002 blijkt maar ruim de helft van de chronisch zieken op de hoogte te zijn van het bestaan van deze aftrekmogelijkheid. In 1998 (vorige panel) werd een percentage van ruim 60% gevonden. Met name de hoger opgeleide en particulier verzekerde chronisch zieken kennen de regeling. Slechts 11% van de totale groep chronisch zieken heeft in 2001 deze aftrekpost benut. Dit percentage is nagenoeg gelijk aan dat van 1999, zodat gesteld kan worden dat het gebruik van de aftrekregeling door chronisch zieken na de belastingherziening gelijk is gebleven aan de situatie daarvoor. Twee subgroepen maken wat vaker gebruik van de regeling. In 2001 benutte een op de vijf chronisch zieken die van een arbeidsongeschiktheidsuitkering moesten rondkomen de aftrekmogelijkheid en een op de zes chronisch zieken met meerdere fysieke beperkingen. Al met al is het gebruik van de aftrekregeling gering. Welke chronisch zieken zijn na de belastingherziening, dus momenteel, financieel gedepriveerd? Omvang van de groep financieel gedepriveerden In dit onderzoek is aangetoond dat er een duidelijke relatie bestaat tussen de hoogte van het beschikbaar inkomen (waarin de ziektegerelateerde uitgaven en de eventuele aftrek aan buitengewone uitgaven zijn verdisconteerd) en de ervaren deprivatie, het niet kunnen doen of aanschaffen van bepaalde 'gewone' zaken. Bij een beschikbaar inkomen lager dan per maand ervaart een kwart van de chronisch zieken sociale deprivatie (tegenover 3% in de categorie boven 1.000). In het GLOBE-onderzoek (Van Agt et al., 1996) bleek 8% van de mensen met zelfgerapporteerde chronische aandoeningen sociaal gedepriveerd tegenover 4% van de mensen zonder chronische aandoeningen. Eerder werd in het PPCZ een percentage van 12 voor de totale groep medisch gediagnosticeerde chronisch zieken gevonden (Rijken et al., 1999). Uitgaande van de respondenten in dit onderzoek van wie het beschikbaar inkomen kon worden berekend, heeft naar schatting eenderde van de chronisch zieken in de leeftijd vanaf 25 jaar een beschikbaar inkomen van maximaal per maand. Deze groep werd in dit onderzoek als 'financieel gedepriveerd' aangeduid. Karakterisering van financieel gedepriveerde chronisch zieken Financieel gedepriveerde chronisch zieken hebben met name een lager inkomen, en niet zozeer hogere ziektegerelateerde uitgaven, dan niet-gedepriveerden. Wel rapporteren financieel gedepriveerde chronisch zieken wat vaker extra kosten van levensonderhoud, zogenaamde verborgen kosten. Niet-gedepriveerden hebben relatief vaker standaardziektekosten gemaakt, hetgeen waarschijnlijk verband houdt met verschillen in verzekeringswijze. Financiële deprivatie wordt (ten dele) verklaard door de opleiding van de chronisch zieke en de samenstelling en voornaamste inkomensbron van zijn of haar huishouden. Deze bevindingen zijn niet uniek voor chronisch zieken, maar worden ook onder de algemene bevolking aangetroffen. Het is echter wel zo dat zich onder de chronisch zieken relatief veel mensen bevinden die laag zijn opgeleid en van een uitkering moeten rondkomen. Deze factoren houden verband met de hogere leeftijd en de slechtere functionele gezondheid van de populatie chronisch zieken, kenmerken die dus op zichzelf geen direct, maar wel een indirect effect hebben op de financiële positie van deze groep. Bij de financieel gedepriveerden maken de totale ziektegerelateerde uitgaven (waaronder ook het deel van de ziektekostenpremie dat al van het bruto inkomen is afgetrokken of door de werkgever is betaald) zonder fiscale compensatie 16,5% van het netto huishoudinkomen uit; bij de niet-gedepriveerden is dit 11,6%. 9

10 Bekendheid met en gebruik van de aftrekregeling door financieel gedepriveerde chronisch zieken Gezien de drempel van 11,2% van het verzamelinkomen die voor de aftrek van buitengewone uitgaven wordt gehanteerd, zouden vooral de financieel gedepriveerde chronisch zieken van de aftrekregeling moeten kunnen profiteren. In de praktijk blijkt dit echter niet zo te zijn: 63% van de financieel gedepriveerden is niet op de hoogte van deze vorm van fiscale compensatie (tegenover 45% van de niet-gedepriveerden). Van de financieel gedepriveerde chronisch zieken die de aftrekregeling wel kennen geeft nog altijd tweederde aan de aftrekregeling niet te hebben benut, omdat zij van mening zijn dat de drempel voor hen te hoog ligt. Welke mogelijkheden zijn er voor mensen met een chronische ziekte of handicap ter compensatie van hun ziektegerelateerde (extra) uitgaven binnen de huidige regeling voor buitengewone uitgaven en enkele alternatieven daarvan? Het niet-gebruik van de aftrekregeling kan verschillende oorzaken hebben. Er kan sprake zijn van onterecht niet-gebruik, dat wil zeggen dat men ziektegerelateerde uitgaven heeft die boven het drempelbedrag uitkomen, maar om de een of andere niet zijn afgetrokken. Een andere mogelijkheid is dat men de drempel niet haalt en de regeling in zijn huidige vorm dus niet toegankelijk is. Onterecht niet-gebruik Door middel van simulatieonderzoek is allereerst geschat welk deel van de chronisch zieken aftrek misloopt vanwege onterecht niet-gebruik. Om te kunnen beoordelen of men ziektegerelateerde uitgaven heeft gehad die boven de drempel uitkomen, is voor iedereen het individuele drempelbedrag berekend. Omdat niet alle daarvoor benodigde gegevens aan de panelleden gevraagd waren, zijn enkele gegevens gebaseerd op schattingen (bruto inkomen op basis van netto inkomen, eigen-huisbezit op basis van gegevens POLS) of veronderstellingen (per huishouden maar één belastbaar inkomen). Op deze wijze berekend, heeft 56% van de chronisch zieken van 25 jaar of ouder ziektegerelateerde uitgaven die boven hun drempel uitkomen en zouden de mensen dus de huidige aftrekregeling hebben kunnen benutten. Het feit dat slechts 11% van de panelleden aangeeft daadwerkelijk gebruik te hebben gemaakt van de aftrekmogelijkheid duidt op een aanzienlijk onterecht niet-gebruik. Toegankelijkheid en fiscaal voordeel bij de bestaande regeling en varianten Organisaties van chronisch zieken en gehandicapten hebben veel kritiek op de bestaande aftrekregeling. Zo kunnen ook andere mensen dan chronisch zieken en gehandicapten onder bepaalde voorwaarden profiteren van de aftrekregeling. Daarnaast bestaat kritiek op de toegankelijkheid: de drempel zou te hoog liggen en bepaalde eigen uitgaven komen niet (volledig) voor aftrek in aanmerking. Ook is er veel kritiek op de aard van de regeling: doordat het een aftrekregeling is, is het 'voordeel' dat men van de aftrek heeft inkomensafhankelijk in die zin dat het voordeel groter is bij een hoger inkomen. In overleg met vertegenwoordigers van de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland (CG-Raad) is daarom een viertal varianten op de bestaande regeling geformuleerd en doorgerekend op hun effecten. Onderscheiden worden variant 0 (bestaande regeling in 2001), variant 1 (ziektekostenpremies niet meer aftrekbaar, drempel van 2%), variant 2 (gelijk aan variant 1, maar nu met een nominale drempel van 340), variant 3 (gelijk aan variant 2, maar in plaats van forfaitaire aftrekpost een heffingskorting van 368), variant 4 (gelijk aan variant 2, maar met inkomensafhankelijke vermenigvuldigingsfactoren). Voor een uitgebreidere beschrijving van deze varianten: zie paragraaf 5.1. Bij het doorrekenen van de vijf varianten is uitgegaan van volledig gebruik door de doelgroep van chronisch zieken, met andere woorden onterecht niet-gebruik komt niet voor. 10

11 Vergelijking van de vijf varianten laat zien dat het percentage chronisch zieken dat van de regeling gebruik zou kunnen maken varieert tussen 53% (variant 1) en 67% (variant 4), waarbij dus 56% gevonden is voor de bestaande regeling. Chronisch zieken met een netto huishoudinkomen hoger dan per maand (ongeveer overeenkomend met de ziekenfondsgrens) kunnen in de varianten 2, 3 en 4 vaker gebruik maken van de aftrekregeling dan in de varianten 0 en 1. Voor mensen met een netto huishoudinkomen lager dan per maand is het beeld juist omgekeerd. Een nominale drempel wordt dus eerder overschreden door chronisch zieken met een hoger inkomen, hetgeen duidt op een positieve relatie tussen inkomen en ziektegerelateerde uitgaven. Uitgesplitst naar type huishouden is de toegankelijkheid voor 65-plussers (alleenstaand of paar) het grootst bij variant Plussers halen dus eerder de 2%-drempel zonder aftrek van ziektekostenpremies dan de 11,2%-drempel met aftrek van ziektekostenpremies. Variant 1 is echter relatief ongunstig voor (echt-)paren met of zonder kinderen jonger dan 65 jaar. Deze groep heeft dus baat bij de aftrekbaarheid van de ziektekostenpremies. Gemiddeld is het voordeel dat chronisch zieke gebruikers hebben in het bestaande systeem 320 per jaar. Voor de alternatieven varieert het gemiddeld voordeel tussen 260 (variant 1) en 461 (variant 4). In de varianten 0, 1 en 2 hebben chronisch zieken met lagere inkomens het minste voordeel en degenen met hogere inkomens het meeste. Bij de varianten 3 en 4 zijn de verschillen tussen het gemiddelde fiscale voordeel per inkomensgroep aanzienlijk minder groot. Toepassing van een heffingskorting in plaats van een forfaitaire aftrek of van vermenigvuldigingsfactoren verkleint dus de inkomensafhankelijkheid van het fiscaal voordeel. Alleenstaande 65-plussers hebben in alle varianten, uitgezonderd variant 3, het minste voordeel; (echt-)paren van 65 jaar of ouder hebben in de meeste varianten het grootste voordeel. Alleenstaande chronisch zieken jonger dan 65 jaar profiteren het meest van variant 4. Geschatte uitgaven aan de bestaande regeling en varianten op macro-niveau Tenslotte is een schatting gemaakt van de kosten van gebruikmaking van de verschillende varianten door de totale groep chronisch zieken en gehandicapten. Hierbij moet allereerst worden opgemerkt dat de totale omvang van de populatie chronisch zieken en gehandicapten in Nederland niet bekend is. Hier is uitgegaan van 2,3 miljoen chronisch zieken en gehandicapten. Verder zijn de ziektegerelateerde uitgaven van gehandicapten niet bekend; het PPCZ bevat immers geen mensen met functiebeperkingen die niet chronisch ziek zijn. Om toch een globale schatting van de kosten voor de totale groep te maken, is in het simulatieonderzoek verondersteld dat de financiële situatie van gehandicapten vergelijkbaar is met die van de chronisch zieken. Uitgaande van deze veronderstellingen brengt variant 1 de minste kosten met zich mee (circa driekwart van de kosten bij volledig gebruik van de bestaande regeling). Variant 4 kost het meest: driekwart meer dan de bestaande regeling. Daarbij moet echter nadrukkelijk worden aangetekend dat de verschillende alternatieven eveneens gericht zijn op terugdringing van het gebruik van de regeling door niet-chronisch zieken en nietgehandicapten, hetgeen dus ook een besparing met zich meebrengt. De omvang van de besparingen is in deze berekeningen niet verdisconteerd. 11

12 1 INLEIDING In dit hoofdstuk worden allereerst de aanleiding voor het onderzoek en de vraagstelling ervan beschreven (paragraaf 1.1). In paragraaf 1.2 wordt een korte toelichting gegeven op de mogelijkheden van fiscale compensatie van de ziektegerelateerde uitgaven van chronisch zieken en gehandicapten binnen de regeling voor buitengewone uitgaven. In paragraaf 1.3 wordt het Patiëntenpanel Chronisch Zieken dat als databron voor de uit te voeren analyses heeft gefungeerd beschreven. Tenslotte komt in paragraaf 1.4 de indeling van het rapport aan bod. 1.1 Achtergrond, doelstelling en onderzoeksvragen Mensen met een chronische aandoening of handicap verkeren in een kwetsbare financiële positie (e.g. Foets et al., 1999; Weide et al., 1999; Rijken et al., 2001; De Klerk & Ruitenberg, 2002). Gemiddeld genomen hebben zij een lager inkomen dan de doorsnee bevolking, omdat een relatief groot deel niet (volledig) kan werken en daardoor van een lager salaris en/of een uitkering moet rondkomen. Behalve een lager inkomen, heeft een deel van de chronisch zieken aanzienlijk hogere uitgaven in verband met hun gezondheid. Daarbij kan gedacht worden aan het feit dat zij vaker een hogere premie moeten betalen voor hun ziektekostenverzekering, zich soms niet voor alle benodigde zorg kunnen verzekeren (uitgesloten zijn van bepaalde verstrekkingen), eigen bijdragen moeten betalen voor bepaalde zorg of voorzieningen, hulpmiddelen of aanpassingen nodig hebben en bovendien extra kosten voor levensonderhoud (zogenaamde verborgen kosten) hebben. Enkele mensen met chronische aandoeningen die onlangs over hun ervaringen vertelden, verwoordden dit als volgt: "De hele dag thuis zitten is veel duurder. Je telefoneert meer, je hebt je kachel meer aan, je zit vaker op internet. Je koopt ook betere schoenen vanwege de pijn in je benen." "Je ziekte brengt veel uitgaven met zich mee. Doordat je je werk verliest, heb je ook niet meer van die voordeeltjes, zoals een auto van de zaak, een dertiende maand, etc." Bron: Heijmans et al, in druk Van Agt en collega's (1996) lieten zien dat de ziektegerelateerde uitgaven van chronisch zieken gemiddeld twee keer zo hoog zijn als van niet-chronisch zieken. Om hoge ziektegerelateerde eigen uitgaven te compenseren is in het kader van de Wet inkomstenbelasting een aftrekregeling gecreëerd: de aftrek van buitengewone uitgaven. Voor deze aftrekpost geldt momenteel een inkomensafhankelijke drempel van 11,2% van het totale inkomen. Voor de laagste inkomens bedraagt de drempel 697 per jaar; de maximale drempel is Alleen het meerdere boven de drempel kan worden afgetrokken. De gedachte hierachter is dat bepaalde uitgaven gegeven een zeker inkomen als normaal kunnen worden beschouwd; alleen uitgaven die als buitengewoon moeten worden aangemerkt kunnen worden gecompenseerd. Al jaren is er vanuit de patiënten- en cliëntenorganisaties en hun koepels veel kritiek op mogelijkheden van compensatie van de extra uitgaven van mensen met een chronische ziekte of handicap binnen de regeling voor buitengewone uitgaven (e.g. Gehandicaptenraad/WOCZ, 2000). Samengevat luidt de kritiek dat bepaalde groepen chronisch zieken en gehandicapten door de huidige regeling niet of niet voldoende worden 12

13 gecompenseerd, terwijl anderzijds ook niet-chronisch zieken en niet-gehandicapten van de aftrekregeling kunnen profiteren. De voornaamste oorzaken hiervoor zijn volgens deze organisaties de hoge, inkomensafhankelijke drempel en de voorwaarden waaronder men voor een extra forfaitaire tegemoetkoming vanwege chronische ziekte (het chronisch-ziekenforfait) in aanmerking kan komen. In paragraaf 1.2 zal deze aftrekregeling en de kritiek erop verder worden toegelicht. In 2001 is de Wet inkomstenbelasting herzien (Wet IB 2001). Daarbij is de aftrekregeling van buitengewone uitgaven tot op heden grotendeels ongewijzigd gebleven, ondanks de alternatieve voorstellen die de CG-Raad bij de wetsherziening heeft gedaan (Gehandicaptenraad/WOCZ, 2000; CG-Raad, 2001). De nieuwe Wet inkomstenbelasting is wel op andere punten gewijzigd. Zo zijn onder andere de tariefgroepen en daarbij behorende belastingvrije bedragen vervangen door een systeem van (veelal vaste) heffingskortingen. Van een aantal heffingskortingen kunnen mensen met een chronische ziekte of handicap mogelijk gebruik maken, bijvoorbeeld de jonggehandicaptenkorting (in geval van een Wajong-uitkering) of de ouderenkorting en eventueel de aanvullende ouderenkorting. Van andere heffingskortingen, zoals de arbeidskorting (in geval van betaald werk), zullen zij wellicht minder dan andere Nederlanders kunnen profiteren. Onduidelijk is hoe het geheel van maatregelen in het kader van de nieuwe Wet IB 2001 voor mensen met een chronische aandoening of handicap uitpakt. In 1999 heeft SWOKA in opdracht van de toenmalige Gehandicaptenraad en het WOCZ onderzoek gedaan naar de financiële positie van mensen met een chronische aandoening of handicap en de mogelijkheden van fiscale compensatie daarbij. In het rapport 'Voorzieningen, ziektekosten en het fiscale vangnet' (SWOKA, 1999) wordt een aantal tekortkomingen van het belastingstelsel gesignaleerd en wordt geadviseerd om bij de herziening van de wet oplossingen voor deze problemen te overwegen. In het SWOKA-onderzoek worden de ontwikkelingen in de financiële situatie van chronisch zieken en gehandicapten tot 1999 geschetst. Onderzoek naar de huidige situatie -na de belastingherziening- vormt een waardevolle aanvulling. In het hier gerapporteerde onderzoek wordt meer specifiek ingegaan op de vraag, of de herziening van het belastingstelsel gevolgen heeft gehad voor de financiële situatie van mensen met een chronische ziekte. Het is daarbij belangrijk om de gevolgen van andere wijzigingen (zoals de afschaffing van de Algemene Eigen Bijdrage-regeling voor ziekenfondsverzekerden in 1999 en de daaraan gekoppelde verhoging van de nominale premie) in beschouwing te nemen. Aangezien tweederde van de mensen met een chronische aandoening ziekenfondsverzekerd is, betekent dit dat de ziektegerelateerde uitgaven als gevolg van deze wijzigingen voor de meerderheid van de chronisch zieken kunnen zijn veranderd, hetgeen zijn weerslag kan hebben op het gebruik van de regeling voor buitengewone uitgaven in die zin dat meer of juist minder mensen boven de gehanteerde drempelwaarde uitkomen. Gegeven bovenstaande overwegingen kent het onderhavige onderzoek een drieledige doelstelling. In de eerste plaats, het in kaart brengen van de ontwikkelingen in de financiële situatie van mensen met chronische aandoeningen en de rol van de herziening van de Wet inkomstenbelasting daarbij. In de tweede plaats, het identificeren van subgroepen van chronisch zieken die -na de belastingherziening- als financieel zeer kwetsbaar kunnen worden aangemerkt. Ten derde, het onderzoeken van de mogelijkheden van fiscale compensatie van chronisch zieken binnen de huidige regeling voor buitengewone uitgaven en enkele alternatieven. De hieruit voorvloeiende onderzoeksvragen luiden: 1. Welke ontwikkelingen hebben zich de afgelopen vijf jaar voorgedaan in de financiële positie van mensen met chronische aandoeningen en welke rol speelt de herziening van de Wet inkomstenbelasting hierin? 13

14 2. Welke chronisch zieken zijn na de belastingherziening financieel gedepriveerd? 3. Welke mogelijkheden zijn er voor mensen met chronische aandoeningen ter compensatie van hun ziektegerelateerde (extra) uitgaven binnen de huidige regeling voor buitengewone uitgaven en enkele alternatieven daarvan? 1.2 Regeling voor buitengewone uitgaven binnen de Wet inkomstenbelasting 2001 De regeling voor buitengewone uitgaven beoogt een tegemoetkoming te bieden voor uitgaven die niet door andere voorzieningen worden gedekt en die een zodanig dringend en uitzonderlijk karakter hebben dat aan deze uitgaven prioriteit moet worden verleend boven belastingheffing (IGCZ, 2001). In het algemeen worden ziektekosten als een normale inkomensbesteding gezien, evenals uitgaven aan voeding, kleding, huisvesting etc. Dergelijke uitgaven hebben geen invloed op het belastbaar inkomen op grond waarvan belasting -loonheffing en inkomstenbelasting- wordt geheven. Echter, wanneer de ziektegerelateerde uitgaven in verhouding tot iemands inkomen onaanvaardbaar hoog zijn, kunnen deze extra uitgaven worden aangemerkt als buitengewone uitgaven. Daarbij wordt een drempelbedrag van 11,2% van het totale inkomen (verzamelinkomen) gehanteerd, waarbij voor de laagste inkomens (tot 6215) de drempel 697 per jaar bedraagt en voor de hoogste inkomens (vanaf ) Alleen de uitgaven die onder de regeling vallen en tezamen boven de drempel uitkomen kunnen worden afgetrokken. Onder de buitengewone uitgaven worden per 1 januari 2001 gerekend: uitgaven wegens ziekte, invaliditeit en bevalling van de belastingplichtige, diens partner of kinderen jonger dan 27 jaar; overlijden van de belastingplichtige, diens partner of kinderen jonger dan 27 jaar; arbeidsongeschiktheid, chronische ziekte of ouderdom van de belastingplichtige; uitgaven voor chronisch zieke kinderen jonger dan 27 jaar; adoptie door de belastingplichtige of diens partner (Wet IB 2001; K ). Voor de buitengewone uitgaven wegens ziekte, invaliditeit en bevalling komen de volgende kostenposten in aanmerking: premies ziekenfonds (zowel de nominale premie als de procentuele premie betaald door de werknemer en de werkgever) en AWBZ, premies voor een particuliere of aanvullende ziektekostenverzekering of een collectieve ziektekostenregeling (zowel het werknemers- als het werkgeversdeel), contributies aan instellingen voor thuiszorg, uitgaven aan medische hulp (huisarts, tandarts, specialist, ziekenhuisopname), uitgaven aan paramedische zorg, uitgaven aan geneesmiddelen die door een arts zijn voorgeschreven, vrij verkrijgbare geneesmiddelen (hiervoor geldt een vast bedrag van 23 per persoon), kosten van een dieet op doktersvoorschrift (limitatieve lijst van diëten met vaste aftrekbare bedragen), extra uitgaven voor kleding en beddengoed (vast bedrag van 295 per persoon en in bepaalde gevallen 590), uitgaven voor aanschaf, onderhoud, reparatie en verzekering van hulpmiddelen, bijvoorbeeld brillen, lenzen (ook onderhoudsvloeistoffen), steunzolen, gehoorapparaat, kunstgebit, prothesen, pacemakers, blindengeleidehond, rolstoel, krukken, etc., uitgaven voor extra thuiszorg, uitgaven aan bevalling en kraamzorg, eigen bijdrage AWBZ vanwege verblijf in een verzorgings- of verpleeghuis, vervoerskosten van en naar een arts of ziekenhuis, uitgaven voor ambulancevervoer, extra uitgaven aan sociaal vervoer, een kuurreis op medisch voorschrift en reiskosten van ziekenbezoek (aan een lid van het huishouden dat langer dan een maand in een medische inrichting wordt verpleegd). Hoewel hierboven een lange lijst werd opgesomd, kunnen zeker niet alle extra ziektegerelateerde uitgaven hierbij worden opgeteld. In beginsel niet aftrekbaar zijn bijvoorbeeld extra huur voor een aangepaste woning, extra energie- en verwarmingskosten, uitgaven 14

15 aan aangepaste vloerbedekking, kosten door snellere slijtage van meubilair of vloerbedekking (bijvoorbeeld door gebruik van een rolstoel), extra uitgaven voor vervoer (bijvoorbeeld een automatische versnelling in de auto) of extra telefoonkosten. Het betreft hier zogenaamde verborgen kosten, die vooral worden gemaakt door ouderen en mensen met een chronische ziekte of handicap. Omdat deze extra uitgaven moeilijk te kwantificeren zijn, worden hiervoor forfaitaire bedragen gehanteerd, te weten een bedrag van 708 per jaar indien er sprake is van arbeidsongeschiktheid, chronische ziekte of ouderdom. Het ouderdomsforfait kan door iedereen die 65 jaar of ouder is worden toegepast. Het arbeidsongeschiktheidsforfait kan worden benut door mensen jonger dan 65 jaar die voor meer dan 45% arbeidsongeschikt zijn. Voor het chronisch-ziekenforfait komt men in aanmerking, indien men jonger is dan 65 jaar en in de twee voorgaande jaren buitengewone uitgaven heeft afgetrokken. Een belastingplichtige kan maar voor een van de drie forfaits tegelijk in aanmerking komen. Wanneer men samen met een partner aangifte doet, kan in bepaalde gevallen het dubbele bedrag worden opgeteld bij de buitengewone uitgaven. Ouders of verzorgers van chronisch zieke kinderen jonger dan 27 jaar kunnen een vast bedrag van 708 extra aftrekken, wanneer een derde van de ziektekosten die in de voorgaande twee jaren werden opgevoerd betrekking had op hun chronisch zieke kind(-eren). De regeling voor buitengewone uitgaven is de afgelopen jaren op een aantal punten aangepast. Zo is de inkomensafhankelijke drempel verlaagd van 12,2% naar 11,2%, zijn de drie eerder genoemde forfaits verhoogd, is de dieetkostenregeling verruimd, is de doelgroep waarvoor buitengewone uitgaven in aanmerking kunnen worden genomen uitgebreid en zijn vermenigvuldigingsfactoren geïntroduceerd. Niettemin bestaat nog steeds forse kritiek op de regeling. Een van de kritiekpunten van de CG-Raad geldt de aard van de regeling; doordat het hier een aftrekregeling betreft hebben de hogere inkomens relatief meer voordeel van de aftrek dan de lagere inkomens (CG-Raad, 2001). Daarnaast wordt de regeling naar de mening van de CG-Raad oneigenlijk gebruikt in die zin dat bepaalde groepen zonder veel extra kosten naast de ziektekostenpremie relatief gemakkelijk de drempel halen, te weten ouderen, niet-ziekenfondsverzekerde zelfstandigen met een inkomen tot circa , en rijksambtenaren met een inkomen tot Voor de laatste twee groepen (jonger dan 65 jaar) betekent dit dat zij zich na twee jaar aftrek van buitengewone uitgaven kwalificeren voor het chronisch-ziekenforfait, terwijl ze niet chronisch ziek zijn (ICGZ, 2001; CG-Raad, 2001). Hierbij speelt het gegeven dat door het gebruik van andere aftrekposten (eigen huis, zelfstandigenaftrek) de drempel wordt verlaagd en dus gemakkelijker gehaald. De CG-Raad heeft zowel voor de korte als voor de lange termijn voorstellen gedaan om meer specifiek mensen met een chronische ziekte of handicap fiscaal te compenseren en gebruik door niet-chronisch zieken en niet-gehandicapten tegen te gaan (Gehandicaptenraad/WOCZ, 2000; CG-Raad, 2001). De Interdepartementale werkgroep Inkomenspositie Gehandicapten en Chronisch zieken (ICGZ) heeft de opdracht gekregen (motie Melkert en motie Dijsselbloem) om na te gaan hoe mensen met een chronische ziekte of handicap financieel beter kunnen worden ondersteund en de voorstellen van de CG-Raad nader te bestuderen. In het tweede deel van dit rapport wordt ingegaan op enkele alternatieven van de bestaande regeling die in overleg met de CG-Raad zijn gekozen. Door middel van simulatieonderzoek zijn de effecten op micro- en macro-niveau van het optimaal gebruik (d.w.z. geen onterecht niet-gebruik) van de bestaande regeling zoals deze gold voor het belastingjaar en de gekozen varianten daarop berekend. 1 Er is uitgegaan van de aftrekregeling zoals die gold voor het belastingjaar 2001, omdat ook de PPCZgegevens betrekking hebben op 2001 (en daarvoor). Er is dus geen rekening gehouden met de later geïntroduceerde vermenigvuldigingsfactoren. 15

16 1.3 Patiëntenpanel Chronisch Zieken Om de in paragraaf 1.1 geformuleerde onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden is gebruik gemaakt van gegevens over de financiële positie van chronisch zieken, die door de leden van het Patiëntenpanel Chronisch Zieken (PPCZ) zijn verstrekt. In deze paragraaf wordt daarom eerst een beschrijving van het PPCZ gegeven. Het PPCZ heeft tot doel om chronisch zieken zelf aan het woord te laten over hun kwaliteit van leven, hun ervaringen en behoeften op het gebied van de (gezondheids-)zorg en hun maatschappelijke positie. Het PPCZ is in de eerste plaats bedoeld om informatie te verstrekken over de zorg- en leefsituatie van mensen met een chronische aandoening zoals zij die zelf ervaren en deze informatie aan te bieden aan overheden, zorgaanbieders, patiëntenorganisaties, verzekeraars en andere maatschappelijke actoren ter ontwikkeling, monitoring en evaluatie van hun beleid. Het PPCZ is eind 1997 van start gegaan met de samenstelling van een panel van chronisch zieken dat gedurende drie jaar ( ) bevraagd zou worden. Hiertoe is een steekproef van huisartsenpraktijken verspreid over Nederland getrokken en werden binnen de deelnemende praktijken (N=56) chronisch zieken geselecteerd door telkens 36% van het praktijkbestand te laten screenen door de huisarts en een onderzoeksassistent. Daarbij werden de volgende criteria gehanteerd: Inclusiecriteria aanwezigheid van een door een arts gediagnosticeerde somatische aandoening; er is sprake van een in principe irreversibele ziekte; indien dit laatste niet kan worden geconcludeerd op basis van de aard van de diagnose geldt dat de klachten tenminste een jaar bij de huisarts bekend moeten zijn; Exclusiecriteria er is sprake van een stoornis zonder pathologisch proces; patiënt is mentaal niet in staat tot deelname; patiënt is jonger dan 15 jaar; patiënt beheerst de Nederlandse taal onvoldoende; patiënt is niet zelfstandig woonachtig; patiënt is niet op de hoogte van de diagnose; patiënt is terminaal. Patiënten die leden aan meer dan een aandoening die aan de selectiecriteria voldeed, werden geselecteerd op grond van de oudste diagnose. De diagnose op basis waarvan men voor het PPCZ werd geselecteerd, wordt in dit rapport 'indexziekte' genoemd (zie Schellevis, 1993). Het op deze wijze samengestelde eerste panel ( ) bestond uit chronisch zieken (respons: 57%) en kan worden beschouwd als een representatieve steekproef van de mensen met een somatische chronische aandoening in Nederland in de leeftijd vanaf 15 jaar (zie voor een non-respons analyse het rapport 'Kerngegevens 1998', Rijken et al., 1999). Alle panelleden ontvingen twee maal per jaar een schriftelijke vragenlijst en werden daarnaast incidenteel telefonisch geïnterviewd. Gegevens over hun financiële positie werden een maal per jaar, in de april-vragenlijst gevraagd. De gedachte hierachter was dat mensen die belastingaangifte moesten doen de meeste van de gevraagde gegevens al zouden hebben uitgezocht voor het invullen van hun belastingformulier. In 2001 is het panel geheel ververst; dit om te voorkomen dat de uitval te groot zou worden en het panel als geheel zou verouderen en mogelijk ook zieker zou worden. Voor het tweede panel is dezelfde selectieprocedure van huisartsenpraktijken en patiënten 16

17 gevolgd als voor het eerste panel. In aanvulling op deze selectie heeft nog een extra selectie van bepaalde diagnosegroepen plaatsgevonden. Met name mensen met astma en COPD (chronische obstructieve longaandoeningen) zijn extra geselecteerd ten behoeve van een monitoringproject in opdracht van het Nederlands Astma Fonds. Aan de samenstelling van het tweede panel is door 54 huisartsenpraktijken meegewerkt, waarvan in acht praktijken uitsluitend mensen met astma en COPD zijn geselecteerd. Het totale aantal panelleden (inclusief de extra geselecteerden) bedroeg (respons 51%). Bij dit tweede panel worden gegevens verzameld vanaf oktober 2001 tot en met april Voor dit project worden gegevens gebruikt van zowel het eerste panel (april 1998, april 1999 en april 2000) als het tweede panel (april 2002). In april is steeds gevraagd naar de inkomenssituatie op dat moment en naar de ziektegerelateerde uitgaven van het daaraan voorafgaande kalenderjaar. Dit betekent dat de in dit rapport gepresenteerde gegevens over het inkomen betrekking hebben op 1998, 1999, 2000 en De gegevens over de ziektegerelateerde uitgaven betreffen de jaren 1997, 1998, 1999 en De nieuwe Wet inkomstenbelasting is vanaf 2001 van kracht. In de vragenlijst van april 2002 hebben de panelleden dus hun ziektegerelateerde uitgaven over het kalenderjaar 2001, het eerste jaar na de belastingherziening, gerapporteerd. 1.4 Indeling van het rapport Zoals in het voorwoord al werd aangegeven, kunnen in het uitgevoerde onderzoek grofweg twee onderdelen worden onderscheiden: het empirisch onderzoek naar de ontwikkelingen in de financiële positie van chronisch zieken over de afgelopen jaren en de huidige groep van financieel gedepriveerden daarbinnen (onderzoeksvragen 1 en 2) en het simulatieonderzoek, waarin een aantal beleidsvarianten van de aftrekregeling voor buitengewone uitgaven is doorgerekend (onderzoeksvraag 3). Beide onderdelen kennen een geheel eigen methode van aanpak, die de nodige uitleg vereist. Om deze reden is ervoor gekozen om het rapport in twee afzonderlijke delen op te splitsen: deel 1, waarin het empirisch onderzoek wordt beschreven en de onderzoeksvragen 1 en 2 worden beantwoord, en deel 2, waarin het simulatieonderzoek wordt toegelicht en de derde onderzoeksvraag wordt beantwoord. Het rapport wordt afgesloten met een algemene discussie. 17

18 DEEL 1 Financiële positie van Chronisch Zieken P.M. Rijken T.D. Können P. Spreeuwenberg NIVEL, Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg 18

19 19

20 2 METHODE In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de onderzoeksgroep, die voor het empirisch onderzoek is geïncludeerd (paragraaf 2.1). Vervolgens worden de gehanteerde begrippen toegelicht en geoperationaliseerd (paragraaf 2.2). In paragraaf 2.3 wordt de wijze waarop de gegevens zijn geanalyseerd beschreven. 2.1 Beschrijving van de onderzoeksgroep De onderzoeksgroep die voor deze rapportage is gedefinieerd bestaat uit de leden van het Patiëntenpanel Chronisch Zieken van 25 jaar en ouder. De reden om de jongste panelleden uit te sluiten is dat zij vaak nog niet zelfstandig een huishouding voeren. In tabel 2.1 wordt per meting het aantal respondenten weergegeven. Per analyse kan het aantal cases echter verschillen, omdat niet iedereen alle vragen heeft beantwoord. Tabel 2.1 Aantal ingevulde vragenlijsten (respondenten van 25 jaar en ouder) en het daarbij behorende responspercentage per meting Ingevulde vragenlijsten Respons aantal % April * April April April * Omdat in de eerste vragenlijst een aantal cruciale gegevens, zoals sociaal-demografische en ziektekenmerken, werd gevraagd, worden alleen degenen die deze eerste vragenlijst hebben teruggestuurd tot het definitieve panel gerekend. Tabel 2.2 toont de samenstelling van de onderzoeksgroepen in april 1998 en april 2002 naar enkele sociaal-demografische en ziektekenmerken. Omdat de enquêtes van april 1999 en april 2000 afkomstig zijn van hetzelfde panel (minus uitval) dat de vragenlijst in april 1998 invulde, wordt de samenstelling van de onderzoeksgroep van de metingen in april 1999 en april 2000 hier niet gepresenteerd. Uit het rapport 'Kerngegevens 2000' (Rijken et al., 2001) blijkt dat de samenstelling van het eerste panel op alle metingen zeer goed overeenkomt. De tabel laat zien dat de onderzoeksgroepen van april 1998 en april 2002 (ongewogen) over het algemeen goed vergelijkbaar zijn, uitgezonderd de verdeling naar indexziekten. In april 2002 bestaat de onderzoeksgroep voor een groter deel (28% ten opzichte van 18%) uit mensen met astma en COPD. Ook mensen met neurologische aandoeningen zijn in april 2002 iets oververtegenwoordigd. Deze diagnosegroepen zijn bij de samenstelling van het tweede panel 'oversampled' om ziektespecifiek onderzoek te kunnen uitvoeren, zoals in paragraaf 1.3 al werd aangegeven. Teneinde de samenstelling van het tweede panel beter vergelijkbaar te maken aan de samenstelling van het eerste panel is een poststratificatie toegepast, waarbij de verdeling naar indexziekten in het tweede panel is gestandaardiseerd naar de verdeling in het eerste panel (peildatum: april 1998). In de rechterkolom in tabel 2.2 ('gewogen') staat de samenstelling van de onderzoeksgroep naar sociaal-demografische en ziektekenmerken na toepassing van deze standaardisatie. Bij de analyse van de resultaten in hoofdstuk 4 is van deze 20

21 gewogen onderzoeksgroep uitgegaan; bij de multi-niveau analyses in hoofdstuk 3 heeft in bepaalde gevallen een verdergaande standaardisatie plaatsgevonden (zie paragraaf 2.3). Tabel 2.2 Beschrijving van de onderzoeksgroepen in april 1998 en april 2002 April 1998 April 2002 ongewogen gewogen N % N % N % Sekse N=2.370 N=1.885 N=1.885 man vrouw Leeftijd (in jaren) N=2.370 N=1.885 N= jaar jaar jaar en ouder Opleiding N=2.231 N=1.740 N=1.748 geen/lagere school/lbo (M)ULO, MAVO, drie jaar HBS MBO HBS, HAVO, VWO, MMS HBO, universitair onderwijs Samenstelling van het huishouden N=2.267 N=1.800 N=1.799 alleenstaand met partner, geen hoofdkostwinner met partner, wel hoofdkostwinner met partner en kind(-eren), geen hoofdkostwinner met partner en kind(-eren), wel hoofdkostwinner ander type meer-persoonshuishouden Voornaamste inkomensbron N=2.248 N=1.713 N=1.712 betaalde baan pensioen/vut/vermogen AOW arbeidsongeschiktheidsuitkering andere uitkering Verzekeringsvorm N=2.321 N=1.821 N=1.820 ziekenfonds particulier, standaardpakketpolis particulier, maatschappijpolis ambtenarenregeling (publiekrechtelijk) Aantal personen op de polis N=2.297 N=1.778 N=1.775 alleen chronisch zieke zelf meerdere personen Tabel 2.2 Beschrijving van de onderzoeksgroepen in april 1998 en april vervolg - April 1998 April 2002 ongewogen gewogen N % N % N % Indexziekte (medische diagnose) N=2.370 N=1.885 N=1.885 hart- en vaatziekten astma/copd aandoeningen bewegingsapparaat kanker diabetes neurologische aandoeningen spijsverteringsaandoeningen

Mogelijkheden van bestaande indicaties ter identificatie van chronisch zieken en gehandicapten met hoge ziektegerelateerde uitgaven

Mogelijkheden van bestaande indicaties ter identificatie van chronisch zieken en gehandicapten met hoge ziektegerelateerde uitgaven Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2003. De gegevens mogen met bronvermelding (Mogelijkheden van bestaande indicaties ter identificatie van chronisch zieken en gehandicapten met hoge ziektegerelateerde

Nadere informatie

Ziektekosten van mensen met chronische aandoeningen

Ziektekosten van mensen met chronische aandoeningen Notitie Ziektekosten van mensen met chronische aandoeningen Utrecht, maart 2001 P.M. Rijken L. Peters Patiëntenpanel Chronisch Zieken p/a Nivel - Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg

Nadere informatie

Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling

Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling Toelichting bij de uitkomsten van de rekenvoorbeelden I Toelichting bij de Buitengewone uitgaven Het bepalen van de aftrek buitengewone

Nadere informatie

Wijziging van de regeling buitengewone uitgaven. Inkomenseffecten bij chronisch zieken

Wijziging van de regeling buitengewone uitgaven. Inkomenseffecten bij chronisch zieken Stichting voor Economisch Onderzoek der Universiteit van Amsterdam Wijziging van de regeling buitengewone uitgaven Inkomenseffecten bij chronisch zieken Lennart Janssens (SEO) Mieke Rijken (NIVEL) Peter

Nadere informatie

Niet-gebruik buitengewone uitgavenregeling onder chronisch zieken en gehandicapten

Niet-gebruik buitengewone uitgavenregeling onder chronisch zieken en gehandicapten Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2005. De gegevens mogen met bronvermelding (Mieke Rijken, (NIVEL), Lennart Janssens, (SEO), Interim-rapportage Niet-gebruik buitengewone uitgavenregeling onder

Nadere informatie

Financiële situatie van chronisch zieken 2003/2004 Interim-rapportage

Financiële situatie van chronisch zieken 2003/2004 Interim-rapportage Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (P.M. Rijken, Financiële situatie van chronisch zieken 2003/2004, Interim-rapportage, NIVEL 2004) worden gebruikt.

Nadere informatie

Bijlage: Vaststelling eigen bijdrage en besteedbaar inkomen voor een aantal categorieën.

Bijlage: Vaststelling eigen bijdrage en besteedbaar inkomen voor een aantal categorieën. Bijlage: Vaststelling eigen bijdrage en besteedbaar inkomen voor een aantal categorieën. Beschrijving van de eigen bijdrage systematiek Deze bijlage geeft een beschrijving van de wijze waarop de eigen

Nadere informatie

Aftrek ziektekosten 2009. Inhoud

Aftrek ziektekosten 2009. Inhoud Door alle ophef in de media wordt ten onrechte gedacht dat er geen ziektekosten meer aftrekbaar zijn bij de aangifte Inkomstenbelasting. Hieronder is een overzicht van de aftrekbare ziektekosten 2009.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 607 Wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Belastingplan 2003 Deel I) 28 608 Wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Belastingplan 2003

Nadere informatie

Aftrek buitengewone uitgaven 2005 door chronisch zieken en gehandicapten

Aftrek buitengewone uitgaven 2005 door chronisch zieken en gehandicapten Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2007. De gegevens mogen met bronvermelding (M.Pannekeet- Helsen, P.M. Rijken, L. Kok, P. Hop, Aftrek buitengewone uitgaven 2005 door chronisch zieken en gehandicapten,

Nadere informatie

Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten Financiële situatie van chronisch zieken en gehandicapten 2005/2006 Interim-rapportage

Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten Financiële situatie van chronisch zieken en gehandicapten 2005/2006 Interim-rapportage Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2006. De gegevens mogen met bronvermelding (M.J.E. Pannekeet- Helsen, P.M. Rijken, Financiële situatie van chronisch zieken en gehandicapten 2005/2006, NIVEL

Nadere informatie

Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten

Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2006. De gegevens mogen met bronvermelding (M.J.E. Pannekeet- Helsen, P.M. Rijken, Financiële situatie van chronisch zieken en gehandicapten 2004/2005, Interim-rapportage,

Nadere informatie

Buitengewone uitgaven

Buitengewone uitgaven BELASTINGEN 2007 Buitengewone uitgaven Mezzo Auteur : Ina Hoek Bunnik, januari 2008 - Pagina 1 van 7 - Uit diverse onderzoeken blijkt dat mensen recht hebben op teruggaaf via de Belastingdienst, maar dat

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de NVOG Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Compensatie eigen risico is nog onbekend Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (M. Reitsma-van Rooijen, J. de Jong. Compensatie eigen risico is nog onbekend Utrecht: NIVEL, 2009) worden gebruikt. U

Nadere informatie

Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.

Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten Inkomenseffecten van de overgang van BU 2008 naar Wtcg

Nadere informatie

Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg. Geeke Waverijn & Monique Heijmans

Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg. Geeke Waverijn & Monique Heijmans Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg, G. Waverijn & M. Heijmans, NIVEL, 2015) worden gebruikt. U vindt deze factsheet

Nadere informatie

Specifieke zorgkosten 2010

Specifieke zorgkosten 2010 Bij voorlopige aanslag inkomstenbelasting 20 IB 292-1T01FD (2380) Hebt u in 20 kosten voor ziekte of invaliditeit? Dan hebt u misschien recht op aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten. Alleen de

Nadere informatie

Kwijtschelding versus teruggave

Kwijtschelding versus teruggave Kwijtschelding versus teruggave Rapportage: Gemeente Maastricht Publieks- en Bestuursdienst i.o. Servicecentrum Onderzoek & Informatie Stadhuisstraat 6 Postbus 1992 6201 BZ Maastricht 043-3504366 Fax 043-3504230

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 In opdracht

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers

Koopkracht van 65-plussers Koopkracht van 65-plussers 2010-2011 Berekeningen Prinsjesdag 2010 In opdracht van de ouderenbonden Unie KBO, PCOB en NVOG Nibud, 6 oktober 2010 Koopkracht van 65-plussers 2010-2011 Berekeningen Prinsjesdag

Nadere informatie

Specifieke zorgkosten aftrekbaar Belastingvoordeel, ook over 2009

Specifieke zorgkosten aftrekbaar Belastingvoordeel, ook over 2009 Specifieke zorgkosten aftrekbaar Belastingvoordeel, ook over 2009 Geld terug van de Belastingdienst. Het kan nog steeds. Hebt u een handicap of chronische ziekte, dan is de kans groot dat u gebruik kunt

Nadere informatie

Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten. Nibud, juni 2008

Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten. Nibud, juni 2008 Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten Nibud, juni 2008 Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten Nibud, juni

Nadere informatie

Bijlage 1: Illustratie ongelijke vergoeding van kosten in de BU

Bijlage 1: Illustratie ongelijke vergoeding van kosten in de BU Bijlage 1: Illustratie ongelijke vergoeding van kosten in de BU In onderstaand voorbeeld worden de inkomenseffecten voor drie huishoudens gepresenteerd met gelijke kosten die gebruik maken van de BU. Het

Nadere informatie

Aftrekposten voor de aangifte 2008

Aftrekposten voor de aangifte 2008 Aftrekposten voor de aangifte 2008 Geld terug van de Belastingdienst. Het kan. De teruggave kan oplopen tot honderden euro's, alleen al door de standaard aftrekposten die u verder niet hoeft te verantwoorden.

Nadere informatie

Aftrekposten aangifte Inkomstenbelasting. John Hesen

Aftrekposten aangifte Inkomstenbelasting. John Hesen Aftrekposten aangifte Inkomstenbelasting John Hesen Aftrekposten aangifte Inkomstenbelasting Introductie Taak bewindvoerder tegenover budgetbeheer Vooringevulde aangifte Persoonsgebonden aftrek en dan

Nadere informatie

Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten

Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten Inkomenseffecten van de overgang van BU 2008 naar Wtcg 2009 voor chronisch zieken en gehandicapten J. van der Veer M. Rijken Dit onderzoek is uitgevoerd

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2014 In opdracht

Nadere informatie

Patiëntenpanel Chronisch Zieken

Patiëntenpanel Chronisch Zieken Patiëntenpanel Chronisch Zieken Kerngegevens Maatschappelijke situatie 2004 April 2005 M.J.W.M. Heijmans P. Spreeuwenberg P.M. Rijken Patiëntenpanel Chronisch Zieken NIVEL Nederlands instituut voor onderzoek

Nadere informatie

S08-0019/mvc/rs. Buitengewone uitgaven stap voor stap Haal voordeel uit uw belastingaangifte. Door Kees Dijkman

S08-0019/mvc/rs. Buitengewone uitgaven stap voor stap Haal voordeel uit uw belastingaangifte. Door Kees Dijkman /mvc/rs U leeft met een handicap, een chronische ziekte of arbeidsongeschiktheid. Dat betekent dat u kosten maakt. Daar staan lang niet altijd vergoedingen tegenover. Toch kunt u een deel van die kosten

Nadere informatie

Specifieke zorgkosten

Specifieke zorgkosten Bij voorlopige aanslag inkomstenbelasting 20 IB 292-1T12FD (2500) Specifieke zorgkosten Hebt u in 20 kosten voor ziekte of invaliditeit? Dan hebt u misschien recht op aftrek van uitgaven voor specifieke

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers 2012-2013

Koopkracht van 65-plussers 2012-2013 Koopkracht van 65-plussers 2012-2013 Berekeningen Prinsjesdag 2012 In opdracht van de ouderenbonden Unie KBO, PCOB en NVOG Nibud, september 2012 Koopkracht van 65-plussers in 2013 / 1 Koopkracht van 65-plussers

Nadere informatie

Inkomenseffecten van het afschaffen van de Wtcg, CER en de Regeling specifieke zorgkosten

Inkomenseffecten van het afschaffen van de Wtcg, CER en de Regeling specifieke zorgkosten Inkomenseffecten van het afschaffen van de Wtcg, CER en de Regeling specifieke zorgkosten Inkomenseffecten van het afschaffen van de Wtcg, CER en de Regeling specifieke zorgkosten Jasja Bos Marcel Warnaar

Nadere informatie

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe, G. Waverijn

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers

Koopkracht van 65-plussers Koopkracht van 65-plussers 2009-2010 Berekeningen Prinsjesdag 2009 In opdracht van de ouderenbonden UnieKBO en PCOB Nibud, september 2009 Koopkracht van 65-plussers 2009-2010 Berekeningen Prinsjesdag 2009

Nadere informatie

Pleegkinderen en de Belastingaangifte. Thema-avon d Pleegouder support Zeeland

Pleegkinderen en de Belastingaangifte. Thema-avon d Pleegouder support Zeeland Pleegkinderen en de Belastingaangifte Thema-avon d Pleegouder support Zeeland Onderwerpen Op welke punten komen kinderen voor in uw aangifte? Is er verschil tussen verschillende kind-begrippen? Niet vergeten

Nadere informatie

GEMEENTE SCHINNEN. Bijdrageregeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen.

GEMEENTE SCHINNEN. Bijdrageregeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen. GEMEENTE SCHINNEN Bijdrageregeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen. 2006 1 Inleiding Meer nog dan in de Abw ligt in de WWB het accent bij de verlening van bijzondere bijstand op het individuele

Nadere informatie

Specifieke zorgkosten

Specifieke zorgkosten Bij voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2012 IB 292-1T22FD (2612) Specifieke zorgkosten Hebt u in 2012 kosten voor ziekte of invaliditeit? Dan hebt u misschien recht op aftrek van uitgaven voor specifieke

Nadere informatie

Belastingaangifte loont

Belastingaangifte loont Zorgkosten aftrekken over 2018 Belastingaangifte loont Een handicap of ziekte levert vrijwel altijd extra kosten op. Voor medische zorg, hulpmiddelen, aanpassingen, extra kleding, reiskosten, dieetvoeding

Nadere informatie

Specifieke zorgkosten

Specifieke zorgkosten Bij voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2012 voor buitenlandse belastingplichtigen IB 292-1T22FD BUI (2613) Specifieke zorgkosten Hebt u in 2012 kosten voor ziekte of invaliditeit? Dan hebt u misschien

Nadere informatie

Het vergroten van arbeidsparticipatie onder mensen met een chronische ziekte of beperking : een werkwens alleen is niet voldoende

Het vergroten van arbeidsparticipatie onder mensen met een chronische ziekte of beperking : een werkwens alleen is niet voldoende Opdrachtgever SZW Opdrachtnemer NIVEL / I. de Putter, R. Cozijnsen, M. Rijken Het vergroten van arbeidsparticipatie onder mensen met een chronische ziekte of beperking : een werkwens alleen is niet voldoende

Nadere informatie

Bijlage 6 : Inventarisatie van oplossingsrichtingen IGCZ-voortgangsrapportage

Bijlage 6 : Inventarisatie van oplossingsrichtingen IGCZ-voortgangsrapportage 67 Bijlage 6 : Inventarisatie van oplossingsrichtingen IGCZ-voortgangsrapportage Aanpassing fiscaliteit 1. Motie Melkert (1): omzetting huidige chronisch zieken-forfait in een heffingskorting Een heffingskorting

Nadere informatie

Koopkrachtontwikkeling 2006: plussen en minnen

Koopkrachtontwikkeling 2006: plussen en minnen CPB Notitie Datum : 20 april 2006 Aan : FNV, CNV, MHP, NIBUD, SZW, VWS, BZK en FIN Koopkrachtontwikkeling 2006: plussen en minnen 1 Inleiding In het Voorjaarsoverleg is afgesproken dat de vakbonden, de

Nadere informatie

Opmerkingen n.a.v. het voorstel nieuwe regeling financiële en tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten.

Opmerkingen n.a.v. het voorstel nieuwe regeling financiële en tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten. Laarseweg 14 8171PP Vaassen Telefoon: 0578-575305 Fax: 0578-575 303 E-mail: info@sofiad.nl Bankrelatie ING nr. 67.80.34.516 Becon nr. 465276 Opmerkingen n.a.v. het voorstel nieuwe regeling financiële en

Nadere informatie

Uitgaven voor specifieke zorgkosten

Uitgaven voor specifieke zorgkosten 2009 Uitgaven voor De belastingaftrek van ziektekosten is sinds 2009 veranderd. Dat kan voor u gevolgen hebben. Bepaalde kosten zijn niet meer aftrekbaar. Maar sommige kosten voor ziekte en invaliditeit

Nadere informatie

Uitgaven voor specifieke zorgkosten

Uitgaven voor specifieke zorgkosten Als u in 2010 kosten had voor ziekte of invaliditeit, hebt u misschien recht op aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten. Alleen de kosten die u niet vergoed krijgt, mag u aftrekken. Aftrekbare specifieke

Nadere informatie

1. het bieden van een gerichte compensatie van zogeheten meerkosten; 2. budgettaire beheersbaarheid.

1. het bieden van een gerichte compensatie van zogeheten meerkosten; 2. budgettaire beheersbaarheid. Beleidsnota compensatieregeling Chronisch zieken & gehandicapten Behandelend ambtenaar: F. de Waal Datum: 22 september 2014 Aanleiding De Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) & de

Nadere informatie

Patiëntenpanel Chronisch Zieken

Patiëntenpanel Chronisch Zieken Patiëntenpanel Chronisch Zieken Kerngegevens Zorg 2003 Maart 2004 P.M. Rijken P. Spreeuwenberg Patiëntenpanel Chronisch Zieken NIVEL Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Postbus 1568

Nadere informatie

Bijlage 1 Opties voor gemeentelijke ondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten en advies voor keuze uit opties

Bijlage 1 Opties voor gemeentelijke ondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten en advies voor keuze uit opties Bijlage 1 Opties voor gemeentelijke ondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten en advies voor keuze uit opties In deze bijlage behandelen we kort vijf opties die de gemeente kan inzetten bij de

Nadere informatie

Patiëntenpanel Chronisch Zieken. Kerngegevens Oktober P.M. Rijken P. Spreeuwenberg A.N. Baanders H. van Lindert J.

Patiëntenpanel Chronisch Zieken. Kerngegevens Oktober P.M. Rijken P. Spreeuwenberg A.N. Baanders H. van Lindert J. Patiëntenpanel Chronisch Zieken Kerngegevens 2000 Oktober 200 P.M. Rijken P. Spreeuwenberg A.N. Baanders H. van Lindert J. Dekker Patiëntenpanel Chronisch Zieken p/a Nivel Nederlands instituut voor onderzoek

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers

Koopkracht van 65-plussers Koopkracht van 65-plussers 2011-2012 Berekeningen Prinsjesdag 2011 In opdracht van de ouderenbonden Unie KBO, PCOB en NVOG Nibud, september 2011 Koopkracht van 65-plussers 2011-2012 Berekeningen Prinsjesdag

Nadere informatie

Kerngegevens Maatschappelijke situatie 2006 Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten

Kerngegevens Maatschappelijke situatie 2006 Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten Kerngegevens Maatschappelijke situatie 2006 Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten A. van den Brink-Muinen P. Spreeuwenberg P.M. Rijken ISBN 97-890-690-58436 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl

Nadere informatie

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering Behorende

Nadere informatie

Koopkracht van ouderen 2013-2014. Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013

Koopkracht van ouderen 2013-2014. Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013 Koopkracht van ouderen 2013-2014 Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013 Koopkracht van ouderen 2013-2014 Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013 In opdracht van de CSO, koepel

Nadere informatie

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen Dit overzicht gaat in op de inzichten die de cijfers van het CBS bieden op het punt van werkenden met een laag inkomen. Als eerste zal ingegaan worden op de ontwikkeling

Nadere informatie

Het vergroten van arbeidsparticipatie onder mensen met een chronische ziekte of beperking; een werkwens alleen is niet voldoende

Het vergroten van arbeidsparticipatie onder mensen met een chronische ziekte of beperking; een werkwens alleen is niet voldoende Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Het vergroten van arbeidsparticipatie onder mensen met een chronische ziekte of beperking; een werkwens alleen is niet

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016

Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Berekeningen Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Berekeningen Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 In opdracht

Nadere informatie

Bijlage 4a van de bij resultaten onderzoek regeling CAZ - wat meer over achtergrond en gebruik

Bijlage 4a van de bij resultaten onderzoek regeling CAZ - wat meer over achtergrond en gebruik Bijlage 4a van de bij resultaten onderzoek regeling CAZ - wat meer over achtergrond en gebruik 1. Hoe ziet de huidige regeling eruit? Mensen met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum kunnen kiezen

Nadere informatie

Voor de overige voorzieningen (rolstoelvoorzieningen, het collectief vervoer en forfaitaire tegemoetkomingen 1 ) wordt geen eigen bijdrage gevraagd.

Voor de overige voorzieningen (rolstoelvoorzieningen, het collectief vervoer en forfaitaire tegemoetkomingen 1 ) wordt geen eigen bijdrage gevraagd. Bijlage 1 bij raadsvoorstel. (RV 2012.015) Voorstel uitbreiding eigen bijdrage regeling De eigen bijdrage is wettelijk geregeld in artikel 15 van de Wmo en het hierop gebaseerde (landelijk geldende) Besluit

Nadere informatie

Aftrek zorgkosten 2013

Aftrek zorgkosten 2013 Aftrek zorgkosten 2013 U ziet hieronder een overzicht van de zorgkosten die in 2013 nog aftrekbaar zijn. Het is onmogelijk om u een volledig overzicht aan te reiken. Maar wij hebben er alles aan gedaan

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 81014 Datum : 30 september 2014 Programma : Economie, werk en inkomen Blad : 1 van 8 Cluster : Samenleving Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 210 Wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Belastingplan 2004) Nr. 72 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Kerngegevens 2001/2002

Kerngegevens 2001/2002 Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 23. De gegeve mogen met bronvermelding( Patiëntenpanel Chronisch Zieken, kerngegeve 2/22, A.N. Baanders, H. Calsbeek, P. Spreeuwenberg, P.M. Rijken) worden gebruikt.

Nadere informatie

Als u 65 jaar of ouder bent

Als u 65 jaar of ouder bent 2007 Als u 65 jaar of t Als u 65 jaar wordt, heeft dit gevolgen voor uw belasting en premie volksverzekeringen. Deze gevolgen hebben bijvoorbeeld betrekking op uw belastingtarief, uw heffingskortingen,

Nadere informatie

Buitengewone uitgaven

Buitengewone uitgaven Buitengewone uitgaven Evaluatie regimewijziging buitengewone uitgaven per 2004 Belastingdienst/ Utrecht, september 2005 Centrum voor proces- en productontwikkeling Sector Onderzoek en marketing Rapportnummer

Nadere informatie

Nog niet verstuurd: Aangifte Inkomstenbelasting 2018

Nog niet verstuurd: Aangifte Inkomstenbelasting 2018 Eigen kopie, niet opsturen Aangifte Inkomstenbelasting 2018 Formulierenversie IB 650E 2Z71 OLAV Afgedrukt op 13-1-2019 Nog niet verstuurd: Aangifte Inkomstenbelasting 2018 Burgerservicenummer 111111110

Nadere informatie

Laat geen belastinggeld liggen! De aftrek van buitengewone uitgaven voor gehandicapten en chronisch zieken. C04-0006/HtK.

Laat geen belastinggeld liggen! De aftrek van buitengewone uitgaven voor gehandicapten en chronisch zieken. C04-0006/HtK. Minder vergoedingen. Dalende koopkracht. Bezuinigingen op zorg, voorzieningen en uitkeringen. Het jaar 2004 wordt een moeilijk jaar voor gehandicapten en chronisch zieken. Eén van de maatregelen om u financieel

Nadere informatie

Bijzondere bijstand voor. chronisch zieken, gehandicapten. en ouderen

Bijzondere bijstand voor. chronisch zieken, gehandicapten. en ouderen Bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen 2005 Midden-Delfland, februari 2005 Inleiding Het kabinet heeft besloten om voor 2004 en 2005 extra geld ter beschikking te stellen om

Nadere informatie

Koopkracht in perspectief. In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008

Koopkracht in perspectief. In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008 Koopkracht in perspectief In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008 Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 2 Koopkracht in perspectief In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 110c 25 062 Wijziging van de inkomensgrens ziekenfondsverzekering voor AOW-gerechtigden BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN

Nadere informatie

Aftrek zorgkosten 2012

Aftrek zorgkosten 2012 Aftrek zorgkosten 2012 U ziet hieronder een overzicht van de zorgkosten die in 2012 aftrekbaar zijn. Het is onmogelijk om u een volledig overzicht aan te reiken. Maar wij hebben er alles aan gedaan om

Nadere informatie

Mensen met een chronische ziekte of beperking hebben voor hun ondersteuning bijna altijd te maken met meerdere wettelijke regelingen www.nivel.

Mensen met een chronische ziekte of beperking hebben voor hun ondersteuning bijna altijd te maken met meerdere wettelijke regelingen  www.nivel. Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Mensen met een chronische ziekte of beperking hebben voor hun ondersteuning bijna altijd te maken met meerdere wettelijke

Nadere informatie

INKOMENSEFFECTEN VAN DE ZORGVERZEKERINGSWET EN DE WET OP DE ZORGTOESLAG

INKOMENSEFFECTEN VAN DE ZORGVERZEKERINGSWET EN DE WET OP DE ZORGTOESLAG BIJLAGE INKOMENSEFFECTEN VAN DE ZORGVERZEKERINGSWET EN DE WET OP DE ZORGTOESLAG 1. Inleiding Deze bijlage geeft een nadere beschrijving van de en van de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet op de (Wzt) en

Nadere informatie

PLATFORM VG KANSPLUS- SIEN DONDERDAG 23 MAART. Witlox Van den Boomen VDB

PLATFORM VG KANSPLUS- SIEN DONDERDAG 23 MAART. Witlox Van den Boomen VDB PLATFORM VG KANSPLUS- SIEN DONDERDAG 23 MAART 2017 Witlox Van den Boomen VDB ONZE ADVISEURS Belastingadviseur mr. W.H. (William) Grant Belastingadviseur S. (Sander) Jongerius Belastingadviseur J. (Joris)

Nadere informatie

Specifieke zorgkosten

Specifieke zorgkosten 13 2013 Aanvullende toelichting Bij voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2013 IB 292-1T31FD Specifieke zorgkosten Hebt u in 2013 kosten voor ziekte of invaliditeit? Dan hebt u misschien recht op aftrek

Nadere informatie

Vast te stellen: de beleidsregel "tegemoetkoming meerkosten" en "maatwerkvoorziening chronisch zieken, gehandicapten en ouderen".

Vast te stellen: de beleidsregel tegemoetkoming meerkosten en maatwerkvoorziening chronisch zieken, gehandicapten en ouderen. Zaaknummer: Z-15-52773 Documentnummer: 10-15-22340 Het college van burgemeester en wethouders van Medemblik; Gelet op artikel 12 van het besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Medemblik 2015,

Nadere informatie

Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016. Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015

Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016. Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016 Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016 Prinsjesdag 2015 Nibud, september

Nadere informatie

MONITOR ZORG- EN LEEFSITUATIE VAN MENSEN MET ASTMA EN MENSEN MET COPD

MONITOR ZORG- EN LEEFSITUATIE VAN MENSEN MET ASTMA EN MENSEN MET COPD Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2003. De gegevens mogen met bronvermelding ( Monitor zorgen leefsituatie van mensen met astma en COPD, M.J.W.M. Heijmans, P.M. Rijken,) worden gebruikt. Het

Nadere informatie

HRo - Inkomstenbelasting - Persoonsgebonden aftrek -- Deel 1

HRo - Inkomstenbelasting - Persoonsgebonden aftrek -- Deel 1 Inkomstenbelasting PGA 1 programma Persoongebonden aftrek Wat en waarom? Onderhoudsverplichtingen Levensonderhoud kinderen Verliezen uit durfkapitaal Uitgaven specifieke zorgkosten Scholingsuitgaven Monumenten

Nadere informatie

tweede nationale studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk Een kwestie van verschil:

tweede nationale studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk Een kwestie van verschil: Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (H van Lindert, M Droomers, GP Westert. Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk.

Nadere informatie

Kerngegevens Zorg 2005

Kerngegevens Zorg 2005 Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2006. De gegevens mogen met bronvermelding (H. Calsbeek, P. Spreeuwenberg, M.J.W. van Kerkhof, P.M. Rijken, Kerngegevens Zorg 2005, Nationaal Panel Chronisch

Nadere informatie

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni 2012 7.7 6 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Brutoloon Het brutoloon is het loon dat de werknemer ontvangt van zijn werkgever. Van dit loon worden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 294 Interpellatie van het lid Kant inzake de eigen bijdrage AWBZ 31 283 Goedkeuring van de op 6 november 1990 te Rome tot stand gekomen Europese

Nadere informatie

Notitie categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten

Notitie categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten Notitie categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Categoriale bijzondere bijstand 3. Doelgroep 4. Meerkosten chronisch zieken en gehandicapten

Nadere informatie

Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Kerngegevens Werk en Inkomen Rapportage 2011

Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Kerngegevens Werk en Inkomen Rapportage 2011 Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Kerngegevens Werk en Inkomen Rapportage 2011 Monique Heijmans Joris van der Veer Peter Spreeuwenberg Mieke

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Specifieke zorgkosten

Specifieke zorgkosten Specifieke zorgkosten Hebt u in 2014 kosten voor ziekte of invaliditeit? Dan hebt u misschien recht op aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten. Bij voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2014 voor

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting In hoofdstuk 9 is aan de hand van een aantal trendvragen kort ingegaan op de financiële situatie van de inwoners van Leiden. In dit hoofdstuk is uitgebreider

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële positie van de Leidenaar. De resultaten

Nadere informatie

Inkomen en gebruik van de aftrekregeling voor buitengewone uitgaven over 2008 onder mensen met een chronische ziekte of beperking

Inkomen en gebruik van de aftrekregeling voor buitengewone uitgaven over 2008 onder mensen met een chronische ziekte of beperking Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Inkomen en gebruik van de aftrekregeling voor buitengewone uitgaven over 2008 onder mensen met een chronische

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie Hoofdstuk 24 Financiële situatie Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren zijn bekend

Nadere informatie

Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.

Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Kerngegevens Maatschappelijke situatie 2008 Nationaal Panel Chronisch Zieken en Gehandicapten A. van den

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Aftrek zorgkosten 2014

Aftrek zorgkosten 2014 Aftrek zorgkosten 2014 U ziet hieronder een overzicht van de zorgkosten die in 2014 aftrekbaar zijn. Het is onmogelijk om u een volledig overzicht aan te reiken. Maar wij hebben er alles aan gedaan om

Nadere informatie

Raadsvoorstel 2004/308

Raadsvoorstel 2004/308 Raadsvoorstel 2004/308 Onderwerp Portefeuillehouder Raadsvergadering H. Tuning Datum 14 september 2004/25914 Inleiding Bij de parlementaire behandeling van de Wet werk en bijstand (WWB) is nadrukkelijk

Nadere informatie

Discussienota financiële ondersteuning chronisch zieken en gehandicapten in de gemeente Renkum Inhoudsopgave

Discussienota financiële ondersteuning chronisch zieken en gehandicapten in de gemeente Renkum Inhoudsopgave Discussienota financiële ondersteuning chronisch zieken en gehandicapten in de gemeente Renkum Inhoudsopgave 1 Aanleiding... 2 2 Voormalige WTCG en CER... 2 2.1 Gemeentelijk maatwerk... 2 3 Huidige regeling

Nadere informatie

Met toepassing van artikel 169, tweede lid, van de Gemeentewet, delen wij u het volgende mede.

Met toepassing van artikel 169, tweede lid, van de Gemeentewet, delen wij u het volgende mede. ^^^M Raadsmededeling Datum Van Aan Kopie aan - 7 APR. 2008 Het college van B&W De raads- en duoburgerleden Nr. Contactpersoon: Annette Baart Email: A.P.E.Baart@bergenopzoom.nl Tel: 0164-277332 Onderwerp

Nadere informatie

25.1. AFTREKBARE SPECIFIEKE ZORGKOSTEN

25.1. AFTREKBARE SPECIFIEKE ZORGKOSTEN 25.1. AFTREKBARE SPECIFIEKE ZORGKOSTEN Bepaalde ziektekosten zijn voor de inkomstenbelasting aftrekbaar. Deze ziektekosten zijn alleen aftrekbaar als deze worden aangeduid als specifi eke zorgkosten en

Nadere informatie

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Alfahulp en huishoudelijke hulp Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Inhoudsopgave Geschreven voor Achtergrond & doelstelling 3 Conclusies 5 Resultaten 10 Bereidheid tot betalen 11 Naleven regels 17

Nadere informatie