VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOLIGNO 300-C. voor de vakman. Vitoligno 300-C type VL3C, 18 tot 48 kw Verwarmingsketel voor houtpellets

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOLIGNO 300-C. voor de vakman. Vitoligno 300-C type VL3C, 18 tot 48 kw Verwarmingsketel voor houtpellets"

Transcriptie

1 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoligno 300-C type VL3C, kw Verwarmingsketel voor houtpellets Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOLIGNO 300-C 7/2016 Bewaren a.u.b.!

2 2 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften! Veiligheidsinstructies Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel. Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. De eerste inbedrijfstelling moet door de fabrikant van de installatie of een door de fabrikant aangewezen vakman worden uitgevoerd. Voorschriften Respecteer bij de werkzaamheden de nationale installatievoorschriften, de ARBO voorschriften, de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming. EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften. Veiligheidsinstructies voor werkzaamheden aan de installatie Werkzaamheden aan de installatie Installatie spanningsvrij schakelen (bijv. met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en op aanwezige spanning controleren. Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen. Gevaar Hete oppervlakken kunnen brandwonden veroorzaken. Het toestel voor onderhouds- en servicewerkzaamheden uitschakelen en laten afkoelen. Hete oppervlakken aan de verwarmingsketel, de brander, het rookgassysteem en de buizen niet aanraken.! Opgelet Door elektrostatische ontlading kunnen elektronische modules worden beschadigd. Voor de werkzaamheden geaarde objecten, bijv. verwarmings- of waterbuizen, aanraken om de statische lading af te leiden. Reparatiewerkzaamheden! Opgelet De reparatie van onderdelen met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werking van de installatie in gevaar. Defecte onderdelen moeten door originele onderdelen van Viessmann worden vervangen. Extra componenten, reserveonderdelen en slijtende onderdelen! Opgelet Reserveonderdelen en slijtende onderdelen die niet met de installatie zijn getest, kunnen de werking nadelig beïnvloeden. De montage van componenten die niet zijn toegestaan, evenals wijziging en ombouw zonder toestemming kunnen de veilige werking nadelig beïnvloeden en de garantie beperken. Bij vervanging uitsluitend originele onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedgekeurde onderdelen gebruiken. Veiligheidsinstructies voor de werking van de installatie Wat te doen bij een rookgasgeur Gevaar Rookgas kan levensbedreigende vergiftiging veroorzaken. Verwarmingsinstallatie buiten bedrijf stellen. Installatieplaats ventileren. Deuren naar woonruimtes sluiten om een verspreiding van het rookgas te voorkomen. Wat te doen bij wateruittrede uit het toestel Gevaar Als water uit het toestel komt, bestaat gevaar voor elektrische schokken. Verwarmingsinstallatie aan de externe scheidingsinrichting uitschakelen (bijv. zekeringskast, stroomverdeling) Rookgasinstallaties en verbrandingslucht Zorg ervoor dat rookgasinstallaties vrij zijn en niet gesloten kunnen worden, bijv. door opgehoopt condenswater of invloeden van buiten uit. Zorg voor voldoende aanvoer van verbrandingslucht.

3 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies (vervolg) Installatiebeheerders erop wijzen dat latere wijzigingen aan de bouwkundige situatie niet toegelaten zijn (bijv. verplaatsen van leidingen, bekledingen of scheidingswanden). Gevaar Ondichte of verstopte rookgasinstallaties of onvoldoende aanvoer van verbrandingslucht veroorzaken levensgevaarlijke vergiftigingen door koolmonoxide in het rookgas. Een onberispelijke werking van de rookgasinstallatie garanderen. Openingen voor de aanvoer van verbrandingslucht mogen niet vergrendelbaar zijn. Afzuigtoestellen Bij gebruik van toestellen met afvoer naar de buitenlucht (afzuigkap, afzuigtoestel, airconditioning, enz.) kan door de afzuiging een onderdruk ontstaan. Bij gelijktijdige werking met de verwarmingsketel kan terugstroming van het rookgas ontstaan. Gevaar Gelijktijdige werking van de verwarmingsketel met toestellen met luchtafvoer naar de buitenlucht kan door terugstroming van rookgas levensgevaarlijke vergiftigingen veroorzaken. Vergrendelingsschakeling inbouwen of door geschikte maatregelen voor voldoende aanvoer van verbrandingslucht zorgen. 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Informatie Verwijdering van de verpakking... 8 Symbolen... 8 Gebruik conform de regelgeving... 8 Onderhoud en reiniging Montagehandleiding Montagevoorbereiding Installatieruimte Afstandsmaten bij pellettoevoer met zuigsysteem Afstandsmaten bij pellettoevoer met flexibele worm Uitlijning van de flexibele worm naar de pellettank Binnenbrengen, transporteren en opstellen Montageverloop Aansluiteenheid aan verwarmingsketel monteren Bij pellettoevoer met zuigsysteem Pellettank monteren Vermogensniveau op de zuigmodule instellen Zuigmodule monteren Bodemplaat voor asreservoir monteren Asreservoir monteren Bij pellettoevoer met zuigsysteem Rails links monteren Bij pellettoevoer met flexibele worm Aandrijfeenheid monteren Worm aan afgifte ruimteverspreiding monteren Lengte van de worm aanpassen Worm aan aandrijfeenheid monteren Slangsteun monteren Pelletsensor op de aandrijfeenheid aansluiten Elektrische kabels plaatsen Elektrische aansluiting Overzicht van de elektrische aansluitingen Kabels in de regelingsbehuizing invoeren en trekontlasten Buitentemperatuursensor aansluiten Buffertemperatuursensoren aansluiten Verwarmingscircuits, zonnecircuit, warm water enz. aansluiten Overige elektrische aansluitingen Netaansluiting Bij pellettoevoer met zuigsysteem Bekledingsplaat rechts en achter monteren Pelletslangen monteren Pelletontstoffer (accessoire) monteren Bekledingsplaten links en boven monteren Bij pellettoevoer met flexibele worm Bekledingsplaten monteren Rookgaszijde aansluiten Verwarmingswaterzijde aansluiten Retourtemperatuurverhoging monteren Veiligheidsaansluitingen maken Typeplaatje aanbrengen Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud

5 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 5. Coderingen Codering Codering 1 oproepen Hardware Algemeen Ketel Toevoer Buffer Extra warmtegenerator Verwarming Warm water Zonnesysteem Codering Codering 2 oproepen Algemeen Ketel Toevoer Buffer Verwarming Warm water Service-opvragingen Servicefuncties Beginnen met het servicemenu Verlaten van het servicemenu Bedrijfstoestanden en sensoren opvragen Storingen oplossen Storingsindicatie Storing uitlezen en bevestigen Bevestigde storingsmeldingen oproepen Storingsindicaties in volle tekst Storingscodes in storingsgeheugen uitlezen (fouthistorie) Opgeslagen storingscodes uit het storingsgeheugen wissen Storingscodes Zuigsondes/automatische omschakeleenheid manueel bedienen Onderhoud Zekeringen Batterij Veiligheidstemperatuurbegrenzer Activeren van de functie Opheffen van de functie Sensoren Aansluiting Sensoren controleren Lambdasonde Lambdasonde controleren Lambdasonde afstellen Aansluiting Technische gegevens van de lambdasonde Uitbreidingsset voor verwarmingscircuit met mengklep Aanvoertemperatuursensor Ontstekingselement vervangen Onderdelenlijsten Overzicht van de modules Module bekleding voor verwarmingsketel met zuigsysteem Module bekleding voor verwarmingsketel met flexibele worm Module retourtemperatuurverhoging Module overig Module regeling Module pellettank Module flexibele worm Module invoer

6 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Module asreservoir Overzicht verwarmingsketel Module isolatie verwarmingsketel Rookgasuitlaat (18 en 24 kw) Rookgasuitlaat (32 48 kw) Verbrandingskamer Aandrijfeenheid Ontsteking en deur verbrandingskamer Ontassing Functiebeschrijving Indicaties en bedieningselementen Functie van de start-stop-toets Functie van de hoofdschakelaar van het toestel Regelingsfuncties Zonnecircuitregeling Verwarmingscircuitregeling Boilertemperatuurregeling Estrikdroging Zuigtransportsysteem Transport Verloopdiagram van de pelletverwarming Aansluit- en bedradingschema Protocollen Technische gegevens Afvalverwijdering Definitieve buitenbedrijfstelling en verwijdering Verklaringen Conformiteitsverklaring Vitoligno 300-C, type VL3C, kw Index

7 ! Gevaar De hoofdschakelaar van het toestel op de verwarmingsketel (zie pagina 137) dient om de regeling spanningsvrij te schakelen. De nettoevoerleiding wordt zo niet uitgschakeld. In de regelingsbehuizing bevinden zich onderdelen die spanning geleiden. Opgelet Het ontstekingselement wordt door oververhitting beschadigd. Bij de start en de verwarming moeten de deur van de verbrandingskamer en het deksel op het ketellichaam altijd gesloten zijn. Als de deur van de verbrandingskamer of het deksel open zijn, wordt aan het ontstekingselement de nodige luchttoevoer onttrokken. Service 7

8 Informatie Verwijdering van de verpakking Verpakkingsafval volgens de wettelijke bepalingen als afval verwijderen. NL: Verpakkingsafval wordt door de installateur meegenomen/afgevoerd. Symbolen Symbool Betekenis Verwijzing naar ander document met bijkomende informatie De werkwijze voor eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud zijn in het hoofdstuk Eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud samengevat en als volgt aangeduid: Informatie 1. Stap in afbeeldingen: de nummering komt overeen met de volgorde van de stappen. Symbool Betekenis bij de eerste inbedrijfstelling vereiste handelingen niet vereist bij eerste inbedrijfstelling Waarschuwing voor materiële schade en schade aan het milieu bij de inspectie vereiste handelingen niet vereist bij inspectie Bereik onder spanning bij onderhoud vereiste handelingen Goed voor opletten. niet vereist bij onderhoud Onderdeel moet hoorbaar inklikken. of Akoestisch signaal Nieuw onderdeel plaatsen. of In combinatie met gereedschap: Oppervlakte reinigen. Onderdeel deskundig als afval verwijderen. Onderdeel bij geschikt verzamelpunt afgeven. Onderdeel niet met het huisvuil meegeven. Gebruik conform de regelgeving Het toestel mag volgens de regelgeving enkel geïnstalleerd en gebruikt worden in gesloten verwarmingssystemen conform EN 12828, rekening houdend met de bijbehorende montage-, service- en bedieningshandleiding. Het is uitsluitend voorzien voor de opwarming van warm water van tapwaterkwaliteit. Gebruik van het toestel volgens de regelgeving impliceert dat een stationaire installatie in combinatie met installatiespecifiek toegelaten componenten werd uitgevoerd. Het gebruik in bedrijven of industrie voor een ander doel als voor de verwarming van gebouwen of van tapwater geldt als niet volgens de voorschriften. 8

9 Informatie Gebruik conform de regelgeving (vervolg) Ieder ander gebruik moet door de fabrikant in elk geval worden goedgekeurd. Verkeerd gebruik van het toestel resp. ondeskundige bediening (bijv. langdurig gebruik in geopende toestand) is verboden en leidt aansprakelijkheidsuitsluiting. Van verkeerd gebruik is ook sprake als de voorgeschreven functie van componenten van het verwarmingssysteem wordt gewijzigd (bijv. door het sluiten van rookgas- en luchttoevoerwegen) of als andere dan voor dit toestel voorziene brandstoffen worden gebruikt.!! Onderhoud en reiniging Opgelet Bij onderhoud en reiniging en bij de bediening van het asreservoir bestaat het gevaar voor brand en verbranding door hete componenten en as. Geschikte beschermende handschoenen dragen. Hete as enkel in een brandveilig reservoir met deksel verwijderen. Opgelet Bij reiniging en bij de bediening van het asreservoir bestaat gevaar voor de luchtwegen door pelletstof, as en roet. Ter bescherming van de luchtwegen een stofbeschermingsmasker dragen. Informatie Opmerking Rekening houden met de nationale voorschriften voor het verwijderen van hulpstoffen, afval en onderdelen van de installatie. Opmerking Voordat de verwarmingsinstallatie opnieuw wordt ingeschakeld, moeten alle geopende deksels en kleppen op de verwarmingsketel weer gesloten worden. 9

10 Montagehandleiding Montagevoorbereiding Installatieruimte Eisen aan de installatieruimte: droog, vorstvrij en stofvrij geen hoge luchtvochtigheid (bijvoorbeeld door voortdurend wasgoed te drogen) omgevingstemperaturen max. 35 C voldoende toevoer van verse lucht Gevaar Verstikkingsgevaar door koolstofmonoxide, dat bij onvolledige verbranding door een tekort aan verbrandingslucht wordt gevormd. Voor voldoende toevoer van verse lucht zorgen. Luchttoevoeropeningen niet versperren of afsluiten. Gevaar Licht ontvlambare vloeistoffen en materialen kunnen explosies en brand veroorzaken. Licht ontvlambare stoffen niet in de installatieruimte van de ketel opslaan (bijv. benzine, oplos- en reinigingsmiddelen, verf, papier). Vloerkwaliteit De verwarmingsketel moet op een niet brandbare ondergrond staan. Er is geen speciale fundatie nodig. Afstandsmaten bij pellettoevoer met zuigsysteem Montage (100) c d B 500 a 800 A 430 (400) b Minimumafstanden Nominale vermogensbereik kw a mm b mm c mm 610/850 *1 670/900 *1 d mm Min. hoogte van de ruimte mm Maten tussen haakjes: verwarmingsketel met bekleding Opmerking De aangegeven wandafstanden zijn absoluut noodzakelijk voor montage- en onderhoudswerkzaamheden. Afb. 1 A Verwarmingsketel B Pellettank *1 Aanbevolen afstand voor comfortabele montage- en onderhoudswerkzaamheden 10

11 Montagehandleiding Montagevoorbereiding (vervolg) Afstandsmaten bij pellettoevoer met flexibele worm 500 A 430 (400) bb Minimumafstanden Nominale vermogensbereik kw a mm b mm c mm 1500/510 *2 1700/570 *2 Min. hoogte van de ruimte mm c a Afmeting tussen haakjes: verwarmingsketel met bekleding Afb Opmerking De aangegeven wandafstanden zijn absoluut noodzakelijk voor montage- en onderhoudswerkzaamheden. Montage A Verwarmingsketel B Aansluiteenheid bij pellettoevoer met flexibele worm Uitlijning van de flexibele worm naar de pellettank De pellettoevoer met flexibele worm kan ofwel op de ruimteverspreiding met wormtransportsysteem of op een pelletsilo worden aangesloten. Zowel de overdracht aan de pelletsilo respectievelijk aan de ruimteverspreiding alsook de aandrijfeenheid van de flexibele worm aan de Vitoligno kunnen op verschillende standen worden gemonteerd. Verdere gegevens bij de uitlijningsmogelijkheden: Ontwerphandleiding Vitoligno Minimumafstanden a A Bb Afb. 3 A Pelletverspreiding of aansluiting aan pelletsilo B Slang met worm *2 Maat c als de vijzel parallel met de verwarmingsketel naar buiten gebracht wordt. 11

12 Montagehandleiding Montagevoorbereiding (vervolg) Nominale vermogensbereik kw Afmeting a mm min min Afmeting b (slanglengte) mm min Minimale buigstraal 820 Opmerking Minimale buigstraal van de flexibele worm in acht nemen. A 1500 Montage 1390 Afb. 4 A Pelletverspreiding of aansluiting aan pelletsilo Binnenbrengen, transporteren en opstellen Binnenbrengen!! Opgelet Hevige schokken kunnen de verbrandingskamer beschadigen. Bij het binnenbrengen en opstellen de verwarmingsketel niet aan hevige schokken blootstellen. Opgelet Bij transport met een steekwagen kan de verwarmingsketel beschadigd worden. De steekwagen enkel onder de voorkant van de verwarmingsketel schuiven. De verwarmingsketel met spanbanden aan de steekwagen bevestigen. Spanbanden door de zijdelingse transportogen A brengen. Transport van de verwarmingsketel Verwarmingsketel uitsluitend staand en indien mogelijk op de pallet naar de installatieruimte transporteren. De verwarmingsketel kan ook met een steekwagen verplaatst worden. Aan de transportogen B (zie pagina 13) kan de hele verwarmingsketel opgetild worden. 12

13 Montagehandleiding Montagevoorbereiding (vervolg) Plaatsing B C A Montage E D 2x 4x Afb. 5 A Transportogen voor spanband B Transportogen voor het optillen C Transporthulp (beugel) 1. Spanbanden losmaken en karton verwijderen. 2. De onderdelen die op de verwarmingsketel liggen, wegnemen schroeven D (zie volgende afbeelding) uit de voetrails verwijderen. D Schroeven met moeren voor de bevestiging op de pallet E Stelpoten 5. 4 stelpoten E inschroeven en de verwarmingsketel met geringe inclinatie (ca. 0,5 ) naar voren uitlijnen. Opmerking Voor de ontluchting van de verwarmingsketel is de inclinatie nodig. 4. Verwarmingsketel van de pallet tillen en op zijn plaats zetten. 13

14 Montagehandleiding Montagevoorbereiding (vervolg) 6. Zakje met het typeplaatje van de verwarmingsketel van de deur van de verbrandingskamer halen en bewaren. Opmerking Het typeplaatje plakt u later op de rechter bekledingsplaat. 7. Reinigingsborstel van de verwarmingsketel verwijderen en bewaren. Montage 14

15 Aansluiteenheid aan verwarmingsketel monteren Montageverloop A D B B C Montage Afb Alleen bij pellettoevoer met flexibele vijzel: linker zijplaat aan de linkerkant van de verwarmingsketel monteren. Daarbij de elektrische kabel voor de invoereenheid met stekker B en kabel D voor de pelletsensor door de opening in de zijplaat brengen. Opmerking De onderdelen bevinden zich op de ophangrail vooraan rechts. 2. De bijgevoegde pakkingring aan de flens vooraan op de wormbuis van de aansluiteenheid schuiven. 3. Tapeinden met het korte schroefdraadeinde in de toevoerflens van de verwarmingsketel schroeven. De platte pakking op de tapeinden schuiven. Aansluiteenheid op de tapeinden schuiven. Aansluiteenheid parallel met de bovenkant van de ketel plaatsen (niet horizontaal, aangezien de ketel licht naar voren gekanteld is) en met moeren bevestigen. Aanhaalmoment: 20 Nm. 4. Alleen bij pellettoevoer met zuigmodule: Pakking op de aansluiteenheid leggen. Opmerking Onderdelen voor stap 4 en 5 bevinden zich in het karton met de pellettank en de zuigmodule. 5. Tussenflens met 4 schroeven vastschroeven. Daarbij op de juiste positie letten: schuine bodem A aan de kant die van de verwarmingsketel is verwijderd. 6. Bij pellettoevoer met flexibele vijzel: stekker B op de motor C van de aansluiteenheid steken. Bij pellettoevoer met zuigmodule: Stekkerkabel uit de laatste kabelbinder trekken. Stekkerkabel na montage van de zuigmodule (zie pagina 18) onder de console door de kabelbinder brengen en in de aansluiteenheid steken. 15

16 Montageverloop Bij pellettoevoer met zuigsysteem Pellettank monteren 3. Montage Afb Pakking op de flens leggen. 2. Pellettank plaatsen en met 4 bouten vastschroeven. 3. De kabel met stekker op de pelletsensor schroeven. Daartoe de beschermkap op de pelletsensor verwijderen. Opmerking Het deel bevindt zich op de ophangrail vooraan rechts. 16

17 Montageverloop Bij pellettoevoer met zuigsysteem (vervolg) Vermogensniveau op de zuigmodule instellen De zuigmodule kan op twee vermogensniveaus ingesteld worden. Bij de levering is het laagste vermogensniveau vooraf ingesteld. Afhankelijk van de eisen kunnen de stekkers A en B direct op de zuigmodule op het hoogste vermogensniveau geplaatst worden. Het vermogensniveau kiezen op basis van gegevens in het volgende hoofdstuk. Na inbedrijfstelling van de installatie het zuigvermogen controleren en evt. het ingestelde vermogensniveau wijzigen. Keuze van het geschikte vermogensniveau Voor het gebruik van het laagste vermogensniveau moet aan de volgende voorwaarden voldaan zijn: zuighoogte: max. 2,5 m zuiglengte: max. 15 m 2. A Als deze maten niet gerespecteerd kunnen worden, moet het hoogste vermogensniveau gebruikt worden. De volgende tabel dient verder ter oriëntering. B Montage 1. Afb. 8 Plaatsing van de vermogensstekkers bij levering A Stekker (met 2 bruggen) voor hoog vermogensniveau in de houder B Stekker (met 1 brug) voor laag vermogensniveau in de steekplaats Vormen van vullen met zuigsysteem laag vermogensniveau hoog vermogensniveau Handmatige omschakeleenheid en zuigsondes X X Pelletbox met afname door zuigsonde X X Pelletsilo met afname door zuigsonde X X Aardetank met afname door zuigsonde - X Pelletsilo met afname door wormtransporteur - X Automatische omschakeleenheid en zuigsondes - X Mol - X Pelletopslagplaats met schroeftoevoer X X Indien mogelijk het laagste vermogensniveau van de zuigmodule gebruiken: minder geluidsemissie langere levensduur minder stroomverbruik minder beschadiging van de pellets Een omschakeling naar het hoge vermogensniveau kan de goede werking van het zuigsysteem verbeteren. 17

18 Montageverloop Bij pellettoevoer met zuigsysteem (vervolg) Zuigmodule monteren Montage Afb Opmerking Bij kw met zuigsysteem: Voor de montage van de console elektrische kabel uit de kabelbinder in de buurt trekken. 18 Console voor zuigmodule met 3 plaatbouten vastschroeven. Opmerking 18 en 24 kw: Onderdelen voor stap 1 en 3 bevinden zich in het karton met de zuigmodule kw: Onderdelen voor stap 1 3 bevinden zich in het karton in de pellettank. 2. Zuigmodule plaatsen (buisaansluiting naar achteren) en met 3 kartelschroeven van onderen op de console vastschroeven. 3. Buisbocht van kunststof op de onderkant van de zuigmodule plaatsen. 4. Deksel van de pellettank afhalen. Daartoe de spanbeugelbeveiliging indrukken en de spanbeugelafsluitingen openen. 5. Pelletslang uit de pellettank verwijderen. 6. Deksel weer sluiten.

19 Montageverloop Bij pellettoevoer met zuigsysteem (vervolg) 7. Bijgevoegde aardingskabel plaatsen. syf 2. Montage 1. Afb Enkel als geen stofafscheider (accessoire) wordt gebruikt: pelletslang op de buisaansluiting op de pellettank en de zuigmodule (onder) plaatsen en met slangklemmen bevestigen. 2. Elektrische kabel van de zuigmodule naar de regeling leiden en met kabelbinders beveiligen. De stekker wordt later in de regeling op syf gestoken. 19

20 Montageverloop Bodemplaat voor asreservoir monteren Montage B A Afb. 11 Opmerking De bodemplaat en een zakje met 3 moeren bevinden zich bij levering bovenop de verwarmingsketel. 2. Bodemplaat op de vooraf gemonteerde stelpoten in een rechte hoek met de verwarmingsketel plaatsen. 1. Bodemplaat met 3 moeren op de verwarmingsketel schroeven. Asreservoir monteren Opmerking Voor het plaatsen van het asreservoir moet het deksel geplaatst zijn en met de spanbeugelafsluitingen gesloten zijn. 20

21 Montageverloop Asreservoir monteren (vervolg) 2. F 1. Afb. 12 E D C B A Montage 1. Ontgrendelingsbout B eruit trekken en asschot A naar voren trekken de ontgrendelingsbout inschuift. 3. Asreservoir met de 2 spanbeugelafsluitingen F op de verwarmingsketel bevestigen. 2. Asreservoir C op de bodemplaat D langs de geleidingsrail E naar achteren de aanslag schuiven en naar rechts tegen de verwarmingsketel drukken. 21

22 Montageverloop Bij pellettoevoer met zuigsysteem Rails links monteren 4,8 x 9, kw 31x kw 34x Montage C A B Afb. 13 A 1. Horizontale rails in de gleuven van de verticale rails steken en met plaatschroeven vastzetten. Opmerking De horizontale rails met de vooraf gemonteerde magneten C voor de voorste railset gebruiken. 2. Achterste en voorste railset met plaatbouten op de verwarmingsketel monteren dwarsliggers inhangen en met plaatbouten bevestigen. Bovendien beide verticale rails met plaatbouten op de bodemplaat schroeven. Daartoe de meegeleverde hoekelementen gebruiken: 18 en 24 kw: 1 hoekelement A (voor) kw: Per hoekelement B (voor) en A (achter) 22

23 Bij pellettoevoer met flexibele worm Montageverloop Aandrijfeenheid monteren 90 Aandrijfeenheid met meegeleverde vier bouten bevestigen. 90 Opmerking De aandrijfeenheid kan uit de weergegeven positie 90 traploos rond haar verticale as worden gedraaid. Daarvoor de bouten losmaken respectievelijk verwijderen, aandrijfeenheid het gewenste aantal graden verplaatsen en opnieuw vastschroeven. Montage Afb

24 Montageverloop Bij pellettoevoer met flexibele worm (vervolg) Worm aan afgifte ruimteverspreiding monteren A 2x Montage 2. 2x Afb. 15 A Flens op de ruimteverspreiding of de pelletsilo (leveringsprogramma Viessmann) 1. Flexibele worm aan de stelring op de asstomp schuiven. 2. Flexibele worm met draaibeweging van de as tussen bout en stelring klemmen. 3. Alleen bij pelletopslagruimte met ruimteverspreiding: Pelletsensor met de stekkeraanduiding sbaaan de afgifte ruimteverspreiding ca. 18 mm diep vastschroeven. Met de op de sensor geschroefde moer vastzetten. 24

25 Montageverloop Bij pellettoevoer met flexibele worm (vervolg) 4. Overdracht ruimteverspreiding met pakking aan de aansluiting van de ruimteverspreiding respectievelijk van de pelletsilo monteren. 5. Slang via de flexibele worm op de overdracht ruimteverspreiding plaatsen en met de slangklem vastzetten. Opmerking De flens kan uit de weergegeven positie 90 traploos rond zijn verticale as worden gedraaid. Daarvoor de bevestigingsbouten losmaken respectievelijk verwijderen, flens het gewenste aantal graden verplaatsen en opnieuw vastschroeven. Lengte van de worm aanpassen 1. Flexibele worm met slang naar aandrijfeenheid voeren (min. buigradius in acht nemen, zie pagina 12). Vereiste lengte aan de slang markeren. 2. Alleen de slang (niet de worm) met passend gereedschap aan de gemarkeerde plaats afsnijden. Opmerking Het einde van de slang op de grond of op een stabiel onderstuk leggen om het af te snijden en het daarna veilig bevestigen.! Opgelet Door beschadigingen aan het worm-oppervlak kan tijdens de werking de flexibele worm breken. Bij het afsnijden van de slang de worm niet beschadigen. 3. Worm met passend gereedschap losmaken. Afmeting a: 140 mm. Afb. 16 a Montage 25

26 Montageverloop Bij pellettoevoer met flexibele worm (vervolg) Worm aan aandrijfeenheid monteren Montage A B Afb Bout van de motoras uitdraaien. 2. Motoras naar beneden wegtrekken. 3. Bouten van de wormbevestigingslus losmaken, niet uitdraaien. 4. Flexibele worm op de motoras schuiven. Door de as te draaien, de worm onder de wormbevestigingslus A aan de schijf B doorvoeren. 5. Bouten van de wormbevestigingslus vast aantrekken. 6. Motoras in de aandrijfeenheid schuiven. Slang op de aansluiting van de aandrijfeenheid schuiven en met slangklem vastzetten. 7. Motoras met schijf en bout bevestigen. 26

27 Montageverloop Bij pellettoevoer met flexibele worm (vervolg) Slangsteun monteren 1. Voet met twee bouten en moeren (meegeleverd) aan de steunplaat schroeven Stangsteun tussen grond en pompslang klemmen. 3. Pompslang met slangklemmen (meegeleverd) aan de slangsteun bevestigen Voet met twee bouten, schijven en pluggen (meegeleverd) aan de grond bevestigen. 2x Montage Afb

28 Montageverloop Bij pellettoevoer met flexibele worm (vervolg) Pelletsensor op de aandrijfeenheid aansluiten 3. Montage Afb De op de verwarmingsketel bevestigde stekker op de pelletsensor indraaien. 2. Meegeleverde aansluitkabel voor de aandrijfmotor op de motor insteken. 3. Aansluitkabel aan de achterkant van de verwarmingsketel door een opening in de bekledingsplaat brengen en naar de regeling leiden. Steekplaats syk bij uitvoer uit pelletsilo Steekplaats syh bij ruimteverspreiding 28

29 Montageverloop Elektrische kabels plaatsen Afb. 20! Opgelet Elektrische kabels worden door hete onderdelen beschadigd. Na de montage mogen elektrische kabels geen hete onderdelen raken. 3. Deksel van de regelingsbehuizing na het uitvoeren van alle aansluitingen weer sluiten. 1. Deksel van de regelingsbehuizing openen. 2. Externe elektrische kabels door de openingen naar de achterste bekledingsplaat brengen. Alle elektrische kabels afhankelijk van de aansluitzijde in de regeling aan de voor- of achterkant van de regelingsbehuizing leiden. Opmerking De elektrische kabels mogen latere onderhoudswerkzaamheden niet belemmeren. Elektrische aansluiting Montage Bij de aansluiting van externe schakelcontacten en componenten aan de veiligheidslaagspanning van de regeling moeten de eisen van beschermingsklasse II worden nageleefd. 8 mm lucht- en kruiptrajecten resp. 2 mm isolatiedikte actieve delen. Bij alle componenten van de installateur moet voor een veilige elektrische scheiding volgens EN en IEC 65 worden gezorgd. Deze componenten omvatten ook een pc/laptop.! Opgelet Door elektrostatische ontlading kunnen elektronische modules worden beschadigd. Voor de werkzaamheden geaarde objecten, bijv. verwarmings- of waterbuizen, aanraken om de statische lading af te leiden. 29

30 Montageverloop Elektrische aansluiting (vervolg) Overzicht van de elektrische aansluitingen Overzicht printplaten, aansluit- en bedradingsschema vanaf pagina 145. Aansluitingen brandstoftoevoersysteem op printplaat ZPK van de regeling Montage Zuigmodule met zuigsonde *4 of manuele omschakeleenheid Zuigmodule en uitvoervijzel Zuigmodule en mol Zuigmodule met ext. Toevoer Zuigmodule met autom. omschakeleenheid (2 8 sondes) Aansluiting actoren Transportsysteeschema Toevoer- zie pag. 71 Hardware Toevoervijzel Zuigturbine Motor omschakeleenheid Motor flex. vijzel Motor uitvoervijzel pelletopslagplaats Ext. Toevoer syd syf syg syh/syj syk syl *3 1 X X 2 X X X 2 X X X 3 X X X 4 X X X Flex. vijzel zonder 5 X X uitvoermotor *5 Ext. toevoer met benaderingsschakelaar overgang cellenradsluis Flex. vijzel met uitvoervijzel pelletopslagplaats (ketel > 12 kw) Flex. vijzel met ext. toevoer (ketel > 12 kw) 6 X X 7 X X X 8 X X X *3 potentiaalvrij *4 bijv. pelletsilo zonder motor voor uitvoer *5 bijv. pelletsilo 30

31 Montageverloop Elektrische aansluiting (vervolg) Zuigmodule met zuigsonde *6 of manuele omschakeleenheid Zuigmodule en uitvoervijzel Zuigmodule en mol Zuigmodule met ext. Toevoer Zuigmodule met autom. omschakeleenheid (2 8 sondes) Aansluiting sensoren en schakelaars Transportsysteem Toevoerschema zie pag. 71 Hardware Niveau brandstofopslagplaats Pellettank verwarmingsketel (zuigsysteem) of via cellenradsluis (flex. vijzel) Eindschakelaar omschakeleenheid svj svk sbö sba 1 optioneel X Afgifte ruimteverspreiding 2 optioneel X X (als niet: brug tussen klemmen 1 en 2) 2 optioneel X brug tussen klemmen 1 en 2 3 optioneel X X (als niet: brug tussen klemmen 1 en 2) 4 optioneel X X 1 = L 2 = nulpunt 3 = positie Flex. vijzel zonder 5 optioneel X uitvoermotor *7 Ext. toevoer met benaderingsschakelaar overgang cellenradsluis Flex. vijzel met uitvoervijzel pelletopslagplaats Flex. vijzel met ext. Toevoer 6 optioneel X 7 optioneel X X 8 optioneel X X (als niet: brug tussen klemmen 1 en 2) Montage Toevoerschema (transportsysteem) instellen zie pagina 50 en 70. *6 bijv. pelletsilo zonder motor voor uitvoer *7 bijv. pelletsilo 31

32 Montageverloop Elektrische aansluiting (vervolg) Kabels in de regelingsbehuizing invoeren en trekontlasten Kabel met aangegoten kabeldoorvoering Kabel zonder aangegoten kabeldoorvoering Afb. 22 Niet benodigde openingen in het regelingsonderdeel met kabeldoorvoering (niet opgesneden) afsluiten. Montage Afb. 21 Buitentemperatuursensor aansluiten Stekker! Buitentemperatuursensor Afb. 23 Bezetting Functie Extra informatie 1 Ai Pt GND Buffertemperatuursensoren aansluiten Stekker ): Buffertemperatuursensoren Afb. 25 Aansluiting bij 3 buffertemperatuursensoren Afb Aansluiting bij 5 buffertemperatuursensoren

33 Montageverloop Elektrische aansluiting (vervolg) Bezetting Werking bij 5 sensoren Werking bij 3 sensoren Extra informatie 1 Buffertemperatuursensoren 1 (boven) Buffertemperatuursensoren 1 (boven) Pt Buffertemperatuursensor 2 Buffertemperatuursensor 2 Pt Buffertemperatuursensor 3 Buffertemperatuursensor 3 Pt Buffertemperatuursensor 4 Pt Buffertemperatuursensor 5 Pt GND (voor alle 5 sensoren) GND (voor alle 3 sensoren) Verwarmingscircuits, zonnecircuit, warm water enz. aansluiten Op de regeling van de verwarmingsketel kunnen verschillende delen van een verwarmingsinstallatie aangesloten worden. De bijbehorende toestellen kunnen direct op de printplaat HKK of op de uitbreidingssets (via KM-BUS) aangesloten worden.! Opgelet Mogelijke verkeerde werking door foute aansluitingen Voorschriften uit dit hoofdstuk naleven. Opmerking Uitvoerig overzicht van de aansluitmogelijkheden zie pagina 37. Montage Deel van de verwarmingsinstallatie Afkorting Max. aantal Aansluiten Verwarmingscircuit VC 3 (4) Sensor, pomp, mengklepmotor Zonnecircuit SOL 1 Sensoren, pomp, mengklepmotor Warmwaterbereiding WWB 1 Sensor, pomp Debietbegrenzing VSB 1 Klep Circulatiepomp ZP 1 Pomp Netaansluiting tapwatercirculatiepomp Tapwatercirculatiepompen met eigen interne regeling moeten via een eigen, afzonderlijke netaansluiting aangesloten worden. De netaansluiting via de Ecotronic-regeling of Ecotronic-accessoires is niet toegelaten. 33

34 30 Montageverloop Elektrische aansluiting (vervolg) Printplaat HKK Op printplaat HKK zijn er 3 aansluitgroepen: A1 (slechts voor een VC) A2 (voor VC of WWB) A3 (voor VC, WWB of SOL) A1 A2 A3 De aansluitingen van een groep horen samen. De toestellen van een verwarmingscircuit moeten op de aansluitingen van een groep aangesloten worden. Montage M 1 ~ M 1 ~ M 1 ~ L PE N L PE N L PE N Afb. 26 Printplaat HKK Aansluitingen voor Aansluitnummers op HKK Sensoraansluitingen A VC 301, 302, 303 WWB 302, 303 SOL Pompaansluitingen B VC 310, 320, 330 Mengklepmotoraansluitingen C Circulatiepompaansluitingen C Zonne-energie omschakelklep C Uitbreidingssets (KM-BUS) WWB 320 SOL 330 VC 311, 321, 331 ZP Op de regeling van het verwarmingscircuit kunnen max. 3 uitbreidingssets aangesloten worden. Elke uitbreidingsset moet via KM-BUS op de printplaat KSK aangesloten worden, zie pagina 149. SOL (collector) (warmwaterbereiding onder) 321, 331 (ZP altijd op Y2 aansluiten) 34

35 Montageverloop Elektrische aansluiting (vervolg) S1 F A A 40 Montage Afb. 27 Uitbreidingsset S1 Draaischakelaar F1 Zekering Aansluitingen per uitbreidingsset Aansluitingen voor Aansluitnummers in de uitbreidingsset Sensoraansluitingen VC, WWB (retourtemperatuursensor) WWB (boilertemperatuursensor) 17 Pompaansluiting VC, WWB 20 Mengklepmotoraansluiting VC, VSB 52 2 Duidelijke toewijzing en volgorde van de uitbreidingssets moet via de draaischakelaar S1 in de uitbreidingsset bepaald worden. Uitbreidingsset E1 1 Positie draaischakelaar S Toekenning van de aansluitingen Opmerking Uitvoerig overzicht van de aansluitmogelijkheden zie pagina 37. E2 3 E

36 Montageverloop Elektrische aansluiting (vervolg) Printplaat HKK 1x VC op A1 2x VC op A1 en A2 3x VC op A1, A2 en A3 Als 0x VC of 1x VC: WWB op A2 Als 2x VC: WWB op A3 Opmerking WWB altijd vlak na VC zonder opening aansluiten. Uitzondering: Als op de HKK enkel de WBB wordt aangesloten, deze op A2 aansluiten. Uitbreidingssets 1x VC op E1 2x VC op E1 en E2 3x VC op E1, E2 en E3 Let op: in aal zijn max. 4x VC mogelijk. WWB op E1, E2 of E3 Opmerking WWB na VC zonder opening aansluiten. ZP enkel op A2 of A3 ZP bovendien bij WWB mogelijk SOL enkel op A3 VSB bovendien bij WWB mogelijk Montage Aansluiten van de zonneregelingsmodule, type SM1 is niet mogelijk. Zonnesysteem op de ketel enkel mogelijk als WWB of buffer (3-5 sensoren) op de Ecotronic is aangesloten. 36

37 Montageverloop Elektrische aansluiting (vervolg) Aansluitmogelijkheden op printplaat HKK en uitbreidingssets via KM-BUS Legenda VC Verwarmingscircuit SOL Zonnecircuit WWB Warmwaterbereiding (CP) Circulatiepomp optioneel Zonder zonnesysteem Op printplaat HKK van de regeling 1 verwarmingscircuit 2 verwarmingscircuits 3 verwarmingscircuits 4 verwarmingscircuits 1 verwarmingscircuit en WWB 2 verwarmingscircuits en WWB 3 verwarmingscircuits en WWB 4 verwarmingscircuits en WWB Aansluitgroep Op uitbreidingsset verwarmingscircuit met mengklep (indien aanwezig) via KM- BUS E1 E2 E3 Instelling draaischakelaar S1 A1 A2 A VC1 (CP) (CP) VC1 VC1 VC2 (CP) (CP) VC1 VC2 VC1 (CP) VC2 VC1 VC2 VC3 (CP) VC1 VC2 VC3 VC1 VC2 (CP) VC3 VC1 (CP) VC2 VC3 VC1 VC2 VC3 VC4 VC1 (CP) VC2 VC3 VC4 VC1 VC2 (CP) VC3 VC4 VC1 WWB + (CP) VC1 (CP) WWB WWB + (CP) VC1 (CP) VC1 WWB VC1 VC2 WWB + (CP) VC1 VC2 (CP) WWB VC1 (CP) VC2 WWB (CP) VC1 VC2 WWB VC1 WWB + (CP) VC2 WWB + (CP) VC1 VC2 VC1 VC2 VC3 WWB VC1 VC2 (CP) VC3 WWB VC1 (CP) VC2 VC3 WWB VC1 VC2 WWB + (CP) VC3 VC1 WWB + (CP) VC2 VC3 WWB + (CP) VC1 VC2 VC3 VC1 VC2 VC3 VC4 WWB VC1 WWB + (CP) VC2 VC3 VC4 VC1 VC2 WWB + (CP) VC3 VC4 Montage 37

38 Montageverloop Elektrische aansluiting (vervolg) Montage Met zonnesysteem Op printplaat HKK van de regeling Aansluitgroep Op uitbreidingsset verwarmingscircuit met mengklep (indien aanwezig) via KM- BUS E1 E2 E3 Instelling draaischakelaar S1 A1 A2 A enkel WWB WWB + (CP) 1 verwarmingscircuit en zonneenergie 2 verwarmingscircuits en zonneenergie 3 verwarmingscircuits en zonneenergie 4 verwarmingscircuits en zonneenergie 1 verwarmingscircuit, zonne-energie en WWB 2 verwarmingscircuits, zonne-energie en WWB 3 verwarmingscircuits, zonne-energie en WWB 4 verwarmingscircuits, zonne-energie en WWB Zonne-energie en WWB (CP) WWB VC1 (CP) SOL (CP) SOL VC1 VC1 VC2 SOL (CP) SOL VC1 VC2 VC1 (CP) SOL VC2 VC1 VC2 SOL VC3 (CP) SOL VC1 VC2 VC3 VC1 (CP) SOL VC2 VC3 VC1 VC2 SOL VC3 VC4 VC1 (CP) SOL VC2 VC3 VC4 VC1 WWB + (CP) SOL VC1 (CP) SOL WWB WWB + (CP) SOL VC1 (CP) SOL VC1 WWB VC1 VC2 SOL WWB VC1 (CP) SOL VC2 WWB (CP) SOL VC1 VC2 WWB VC1 WWB + (CP) SOL VC2 WWB + (CP) SOL VC1 VC2 VC1 VC2 SOL VC3 WWB VC1 (CP) SOL VC2 VC3 WWB VC1 WWB + (CP) SOL VC2 VC3 WWB + (CP) SOL VC1 VC2 VC3 VC1 VC2 SOL VC3 VC4 WWB VC1 WWB + (CP) SOL VC2 VC3 VC4 WWB + (CP) SOL (CP) SOL WWB 38

39 Montageverloop Elektrische aansluiting (vervolg) Vitosolic 100 of Vitosolic 200 op KM-BUS Als er een zonnecircuit op de HKK is aangesloten, mag geen Vitosolic 100 of Vitosolic 200 op de KM- BUS aangesloten worden. Als een zonnecircuit via een Vitosolic 100 of Vitosolic 200 geregeld wordt, kan via een aansluiting op de KM-BUS slechts een nalaadonderdrukking plaatsvinden. Een Vitosolic 100 of Vitosolic 200 kan bovenop 3 uitbreidingssets op de KM-BUS aangesloten worden. Installatievoorbeelden, hoofdstuk vereiste coderingen, Groep hardware Overige elektrische aansluitingen Overige elektrische aansluitingen volgens bijgevoegd document Installatievoorbeelden en het aansluit- en bedradingsschema vanaf pagina 145 uitvoeren. Netaansluiting Montage Netaansluiting fö zie pagina 150. De netaansluiting en veiligheidsmaatregelen (bijv. aardlekschakelaar) moeten plaatsvinden conform IEC , de aansluitvoorschriften van het plaatselijke energiebedrijf en de NEN-voorschriften! De voedingskabel voor de regeling mag met maximaal C 16 A gezekerd zijn. Zekeringen voor voedingskabel naar de afzonderlijke printplaten, zie pagina 96. Opmerking Aardingskabel PE langer uitvoeren dan de andere aansluitkabels, zodat bij trekbelasting de aardingskabel niet breekt. Netaansluiting tapwatercirculatiepomp Tapwatercirculatiepompen met zelfstandige functies direct op 230 V aansluiten. De netaansluiting via de Viessmann-regeling of Viessmann-regelingsaccessoires is niet toegelaten. Scheidingsschakelaar Geadviseerde netaansluitkabel Drieaderige kabel naar keuze: H05VV-F3G 1,5 mm 2 H05RN-F3G 1,5 mm 2 1. Controleren of de voedingskabel voor de regeling met maximaal C 16 A gezekerd is. 2. Netaansluitkabel in het aansluitkastje en in de regeling vastklemmen (installateur). Gevaar Verkeerde toekenning van aders kan ernstig letsel en materiële schade aan het toestel leiden. Aders L1 en N niet verwisselen. Kleurenlegenda conform DIN IEC 60757: BN bruin BU blauw GNYE groen/geel In de netaansluitkabel moet zich een scheidingsinrichting bevinden die alle polen van alle actieve geleiders van het net scheidt en overeenkomt met de overspanningscategorie III (3 mm) voor volledige scheiding. Deze scheidingsinrichting moet overeenkomstig de desbetreffende bepalingen in de elektrische installatie gemonteerd worden. 39

40 Montageverloop Bij pellettoevoer met zuigsysteem Bekledingsplaat rechts en achter monteren Opmerking Plaatbouten 4,8 x 9,5 zijn meegeleverd. Bij stap 2: Voorplaat met veiligheidsschroef (plaatschroef) A langs achteren borgen. 3. A Montage Afb. 28 A Veiligheidsschroef 40

41 Montageverloop Bij pellettoevoer met zuigsysteem (vervolg) Pelletslangen monteren A B Montage Afb. 29 A Aansluitkabel pellettoevoerslang B Aansluiting retourluchtslang 1. Slangen de benodigde lengte inkorten. Aan elk slangeinde rekening houden met een toeslag van 50 mm voor de aarddraad. Aarddraad aan elk slangeinde ca. 50 mm blootleggen. Aarddraad naar binnen in de slang buigen. 2. Alle aansluitopeningen (ook van de ruimteverspreiding) metaalblank maken. 3. Pellettoevoerslang en retourluchtslang door de openingen naar de achterplaat brengen. Alle slangen met aarddraad over het blanke metaal van de aansluiting schuiven. 4. Slangen met slangklemmen aan de aansluitopeningen bevestigen. 5. Slangen over afstanden van max mm met bevestigingsklemmen op de wand fixeren. Opmerking Wij adviseren de bevestigingsklemmen van de slangen met geluidsisolerende pluggen te monteren. Pelletontstoffer (accessoire) monteren Montage- en servicehandleiding pelletontstoffer 41

42 Montageverloop Bij pellettoevoer met zuigsysteem (vervolg) Bekledingsplaten links en boven monteren Montage 2. Afb Linker bekledingsplaat monteren. 2. Deurscharnieren links boven en onder insteken. De deurscharnieren klikken in de houders. Deur sluiten. 3. Bovenplaat plaatsen, naar voor schuiven en met telkens 2 bevestigingsschroeven bevestigen. Opmerking De scharnieren kunnen ingesteld worden: Demperopzetstukken naar voren schuiven en verwijderen. Scharnieren op de nu zichtbare stelschroeven instellen. Demperopzetstukken weer met druk op het scharnier zetten. 42

43 Bij pellettoevoer met flexibele worm Montageverloop Bekledingsplaten monteren Opmerking Plaatbouten 4,8 x 9,5 zijn meegeleverd. Bij stap 1: Voorplaat met veiligheidsschroef (plaatschroef) langs achteren borgen A Montage Afb. 31 A Veiligheidsschroef 43

44 Montageverloop Rookgaszijde aansluiten C B A Opmerking Om geluidsoverdracht door de rookgasventilator te vermijden, moet een elastisch verbindingsstuk in de rookgasbuis worden aangebracht. De rookgasbuis niet in de schoorsteen inmetselen. Evt. moet de installateur nog verdere geluidsisolatie voorzien. A Reinigingsopening met meetaansluiting voor meting van rookgastemperatuur en emissie (afstand van de meetaansluiting de rookgasaansluiting van de verwarmingsketel resp. de laatste buisbocht: 2 x 7) B Isolatie C Elastische rookgasbuisinlaat AT: Conform TRVB H 118 moet in de rookgasbuis of in de schoorsteen een explosieklep worden gemonteerd. Montage 500 Afb De rookgasbuis naar de schoorsteen oplopend (indien mogelijk 45 ) plaatsen. Rookgasbuis (binnendiameter): Rookgasbuis (binnendiameter) 6 18 kw 8 24 kw kw kw kw mm mm 2. De gehele rookgasbuis met reinigingsopening gasdicht uitvoeren. 3. Rookgasbuis minimaal 30 mm dik isoleren. 4. Een trekbegrenzer (accessoires) in de schoorsteen monteren. Montagehandleiding trekbegrenzer Max. lengte rookgasbuis schoorsteen: 3000 mm Opmerking Aansluiting van rookgasbuis ca. 1 cm in de schoorsteen laten steken. Dat verhindert dat condens- of regenwater uit de schoorsteen in de rookgasbuis kan komen. 44

45 Montageverloop Verwarmingswaterzijde aansluiten Opmerking Er mogen alleen geregelde verwarmingscircuits met mengklep worden aangesloten. A Beschermkappen op de aansluitingen verwijderen. Veiligheidsleidingen installeren. Montagehandleiding kleinverdeler B Toegel. bedrijfsdruk Testdruk 3 bar (0,3 MPa) 4,5 bar (0,45 MPa) C Opmerking De verwarmingsketels moeten van een veiligheidsklep zijn voorzien, die gekeurd is volgens de Duitse TRD 721 en afhankelijk van de uitvoering van de installatie gemarkeerd moet zijn. Schroefverbindingen aan verwarmingswaterzijde op dichtheid controleren, indien nodig natrekken. Montage D Afb. 33 A Aansluiting kleinverdeler G 1½ (veiligheidsaansluitingen) B Ketelaanvoer G 1½ C Ketelretour G 1½ D Aftap R R ¾ Retourtemperatuurverhoging monteren Bij gebruik van de automatisch geregelde retourtemperatuurverhoging (accessoire) moet deze nu gemonteerd worden. Montagehandleiding retourtemperatuurverhoging Veiligheidsaansluitingen maken Montagehandleiding kleinverdeler Veiligheidsleidingen installeren. 45

46 Montageverloop Verwarmingswaterzijde aansluiten (vervolg) Min. diameters Vermogen Verwarmingsketel Leiding naar het expansievat 6 18 kw DN 15 (R ½) 8 24 kw kw kw kw DN 20 (R ¾) Opmerking De verbinding verwarmingsketel - expansievat mag niet door afsluitinrichtingen onderbroken zijn! Inlaataansluiting Veiligheidsklep Afblaasleiding DN 15 (R ½) DN 20 (R ¾) Aanwijzingen bij de veiligheidsklep De verwarmingsketels moeten van een veiligheidsklep zijn voorzien, die gekeurd is volgens de Duitse TRD 721 en afhankelijk van de uitvoering van de installatie gemarkeerd moet zijn. Montage Typeplaatje aanbrengen Afb. 34 A Typeplaatje A op de rechter bekledingsplaat plakken. 46

47 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina 1. Verwarmingsinstallatie vullen Alle aansluitingen aan verwarmingswaterzijde controleren op lekkage 3. Netspanning inschakelen en inbedrijfstellingsreeks starten Taal instellen Basisinstelling laden Datum instellen Tijd instellen Transportsysteem/toevoerschema configureren Sensor pellettank selecteren Aantal buffertemperatuursensoren instellen Type verwarmingswaterbuffer selecteren Extra verwarmingsketel selecteren Aansluiting voor verwarmingscircuit 1 4 selecteren Aansluiting warm water selecteren Circulatie selecteren Aansluiting zonnesysteem selecteren Type zonnesysteem selecteren Naam van de verwarmingscircuits wijzigen Diagnose Uitgangen (actoren) en sensoren controleren O 2 -sonde afstellen Zuigmodule vullen Ingebruikneming afsluiten Menustructuur weergeven Transporttijden voor brandstoftoevoer instellen (bij zuigsysteem) Regeling aan de verwarmingsinstallatie aanpassen Stooklijnen instellen Emissie meten Installatie buiten bedrijf stellen Asreservoir legen Overzicht onderhouds- en reinigingswerkzaamheden in de verwarmingsketel Vuurhaard reinigen Nageschakelde verwarmingsoppervlakken reinigen Rookgasbuis reinigen 35. Vliegas uit de schoorsteen verwijderen 36. Rookgasventilator, lambdasonde en rookgastemperatuursensor reinigen Askamer en ontassing reinigen Aanzuigrooster en pelletsensor in de pellettank reinigen Aandrijfkettingen en lagers van de aandrijfeenheden smeren (om de 3 jaar) 47

48 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie (vervolg) Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina 40. Alle positieschakelaars controleren 41. Expansievat en druk van de installatie controleren Veiligheidskleppen op werking controleren 43. Emissie meten Instrueren van de installatiegebruiker

49 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Verwarmingsinstallatie vullen Vulwater! Opgelet Ongeschikt vulwater bevordert afzettingen en corrosievorming en kan beschadiging aan het toestel veroorzaken. Verwarmingsinstallatie vóór het vullen grondig spoelen. Uitsluitend met water van tapwaterkwaliteit vullen. Aan het vulwater kan een speciaal voor verwarmingsinstallaties geschikt antivriesmiddel worden toegevoegd. De fabrikant van het antivriesmiddel moet de geschiktheid ervan aantonen. Vulwater en toegevoegd water met een waterhardheid boven de volgende waarden moeten worden onthard, bijv. met een kleine onthardingsinstallatie voor verwarmingswater. Toegestane ale hardheid van het vulwater en toegevoegde water Totaal vermogen Specifiek installatievolume kw < 20 l/kw 20 l/kw < 50 l/kw 50 l/kw 50 3,0 mol/m 3 (16,8 dh) 2,0 mol/m 3 (11,2 dh) < 0,02 mol/m 3 (0,11 dh) 2. Terugslagkleppen openen. 3. Verwarmingsinstallatie met water vullen en ontluchten de vuldruk 0,1 0,2 bar (10 20 kpa) hoger is dan de voordruk van het expansievat. Toegel. werkdruk: 3 bar (0,3 MPa) Testdruk: 4 bar (0,4 MPa) 4. Vuldruk aan de manometer A markeren. 5. Terugslagkleppen opnieuw in werkingspositie terugplaatsen. Afb Voordruk van het expansievat controleren. Als de voordruk lager is dan de statische druk van de installatie, stikstof bijvullen de voordruk 0,1 0,2 bar (10 20 kpa) hoger is dan de statische druk van de installatie. Als de voordruk te hoog is, adequaat aanpassen. Alle aansluitingen aan verwarmingswaterzijde controleren op lekkage 49

50 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Netspanning inschakelen en inbedrijfstellingsreeks starten Na het inschakelen van de netspanning wordt een inbedrijfstellingsreeks gestart. Als deze niet automatisch start, toetsen Ù en Ú ca. 5 seconden tegelijk indrukken. Tijdens de volgende invoer kunnen ook deze toetsen worden ingedrukt: ä voor een stap terug å om de structuur van het menu voor ingebruikneming weer te geven Taal instellen Even na het inschakelen van de netspanning verschijnt Taal instellen. 2. d ter bevestiging. De volgende toetsen indrukken: 1. /~ voor de gewenste taal. Basisinstelling laden De volgende toetsen indrukken: 2. d ter bevestiging. 1. /~ voor Ja of Neen. Datum instellen De volgende toetsen indrukken: 2. d ter bevestiging. 1. /~ voor de gewenste datum. Tijd instellen De volgende toetsen indrukken: 2. d ter bevestiging. 1. /~ voor de gewenste tijd. Transportsysteem/toevoerschema configureren In de fabriek is het transportsysteem voor de verspreiding door een zuigtransportsysteem uit een pelletsilo ingesteld (instelling 1 ) De volgende toetsen indrukken: 1. /~ voor het gewenste transportsysteem 1, 2, 4, 5 of 7. (meer transportsystemen zie pagina). 2. d ter bevestiging. 50

51 Transportsysteem/toevoerschema configureren (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Bij de configuratie van het transportsysteem kunnen de volgende transportsystemen worden geselecteerd: Instelling 1 (toestand bij levering) voor pellettoevoer door zuigtransportsysteem uit een pelletsilo en bij afname met manuele omschakeleenheid uit een pelletopslagplaats Afb. 36 Instelling 2 voor pellettoevoer met schroeftoevoer uit een pelletopslagplaats en verder transport d.m.v. een zuigtransportsysteem: Afb

52 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Transportsysteem/toevoerschema configureren (vervolg) Instelling 2 voor pellettoevoer met mol uit een pelletopslagplaats en verder transport door een zuigtransportsysteem (vereiste bruggen op stekker sba in aanmerking nemen, zie pagina): Afb. 38 Instelling 4 voor pellettoevoer met zuigsondes uit een pelletopslagplaats, met automatische omschakeleenheid en verder transport d.m.v. een zuigtransportsysteem: Afb

53 Transportsysteem/toevoerschema configureren (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Instelling 5 voor pellettoevoer uit pelletsilo met flexibele worm: Afb. 40 Instelling 7 voor pellettoevoer met wormtransportsysteem en flexibele worm: Afb. 41 Sensor pellettank selecteren Om aan te geven of in de pellettank een niveausensor voorhanden is, de volgende toetsen indrukken: 2. d ter bevestiging. 1. /~ voor sensor pellettank ja/nee 53

54 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aantal buffertemperatuursensoren instellen De volgende toetsen indrukken: 2. d ter bevestiging. 1. /~ voor temperatuursensor buffer nee, 3, 4 of 5 De instelling nee is vooraf ingesteld. Type verwarmingswaterbuffer selecteren Als het registratiepunt voor de systeemtemperatuur gekozen moet worden, de volgende toetsen indrukken: 2. d ter bevestiging. 1. /~ voor buffertype. 0 voor eenvoudige verwarmingswaterbuffer 1 voor combiboiler Extra verwarmingsketel selecteren Als een extra warmtegenerator moet geselecteerd worden, de volgende toetsen indrukken: 2. d ter bevestiging. 1. /~ voor extra verwarmingsketel ja/nee Aansluiting voor verwarmingscircuit 1 4 selecteren Om aan te geven waar het desbetreffende verwarmingscircuit is aangesloten, de volgende toetsen indrukken: 2. d ter bevestiging. 1. /~ voor nee : Niet aanwezig. voor op ketel : Aangesloten op interne printplaat. voor op mengklepmodule : via KM-BUS op uitbreidingsset aangesloten. Aansluiting warm water selecteren Om aan te geven waar de tapwaterverwarming is aangesloten, de volgende toetsen indrukken: 2. d ter bevestiging. 1. /~ voor nee : Niet voorhanden of tapwaterverwarming op een combiboiler aangesloten. voor op ketel : Aangesloten op interne printplaat. voor op mengklepmodule : via KM-BUS op uitbreidingsset aangesloten. 54

55 Circulatie selecteren Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Om aan te geven of een tapwatercirculatiepomp is aangesloten, de volgende toetsen indrukken: 2. d ter bevestiging. 1. /~ voor circulatie ja/nee Aansluiting zonnesysteem selecteren De volgende toetsen indrukken: 1. /~ voor nee : Niet aanwezig. voor op ketel : Aangesloten op interne printplaat. voor Op de zonnemodule extern : via KM-BUS op Vitosolic aangesloten. 2. d ter bevestiging. Opmerking Voor de berekening van de zonne-opbrengst moet het nominale debiet van de zonnecircuitpomp in codeeradres 75 ingesteld worden (zie pagina 82). Type zonnesysteem selecteren Enkel beschikbaar als voordien Op ketel werd aangeduid. 2. d ter bevestiging. De volgende toetsen indrukken: 1. /~ voor omschakelklep ja/nee Naam van de verwarmingscircuits wijzigen De volgende toetsen indrukken: 1. /~ om de letters te veranderen. 2. Ù/Ú om het volgende teken te selecteren. 3. d ter bevestiging. Diagnose Achter elk begrip op de weergave moet een waarde of een tekst verschijnen. Als niets wordt weergegeven, de overeenkomstige elektrische aansluiting controleren. Met toets d verder naar de volgende weergave. De volgende weergaven verschijnen achtereenvolgens: Algemeen Ketel Buffer Toevoer Verwarmingscircuit 1 Verwarmingscircuit 2 Verwarmingscircuit 3 Verwarmingscircuit 4 Warm water Zonnesysteem 55

56 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Uitgangen (actoren) en sensoren controleren De volgende ketelactoren en sensoren kunnen worden aangestuurd: Algemeen Algemeen alarm Verwarmingsketel Rookgasventilator Ontsteking Primaireluchtklep openen Primaireluchtklep sluiten Secundaireluchtklep openen Secundaireluchtklep sluiten Ketelpomp Opmerking Na vervanging van de mengklepmotor: Draairichting controleren. Ketelklep openen Ketelklep sluiten Ontassing Toevoer Invoerworm Invoer aan Wormtransporteur Zuigmodule Uitvoer Hydraulica Extra ketel Verwarming Verwarmingscircuit 1 - pomp Verwarmingscircuit 1 - klep openen Verwarmingscircuit 1 - klep sluiten Verwarmingscircuit 2 - pomp Verwarmingscircuit 2 - klep openen Verwarmingscircuit 2 - klep sluiten Verwarmingscircuit 3 - pomp Verwarmingscircuit 3 - klep openen Verwarmingscircuit 3 - klep sluiten Verwarmingscircuit 4 - pomp Verwarmingscircuit 4 - klep openen Verwarmingscircuit 4 - klep sluiten Warm water Warm water - pomp Warm water - klep openen Warm water - klep sluiten Circulatie (op verwarmingsketel, printplaat HKK) Circulatie - pomp Zonnesysteem (op verwarmingsketel, printplaat HKK) Zonnesysteem - pomp Zonnesysteem - klep openen Zonnesysteem - klep sluiten De uitgevoerde instellingen worden weergegeven: Overzicht warmteverdeling verwarmingscircuit 1 Overzicht warmteverdeling verwarmingscircuit 2 Overzicht warmteverdeling verwarmingscircuit 3 Overzicht warmteverdeling verwarmingscircuit 4 Overzicht warm water Overzicht circulatie Overzicht zonnesysteem O 2 -sonde afstellen Opmerking Bij de ingebruikneming moeten de sondes niet afgesteld worden. De sonde-instelling, die bij de vervanging van de lambdasonde vereist is, kan enkel manueel gebeuren. Lambdasonde afstellen zie pagina 98. Zuigmodule vullen De volgende toetsen indrukken: 1. /~ voor ja Instelling manueel : niet mogelijk. Instelling automatisch : Zuigturbine start automatisch na het indrukken van d. 56

57 Ingebruikneming afsluiten Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud De volgende toetsen indrukken: 2. d ter bevestiging. 1. /~ voor ja/nee : Bij de selectie van Ja : De inbedrijfstellingsreeks is afgesloten. Weergave gaat naar het basismenu. Bij de selectie van Nee : Inbedrijfstelling wordt opnieuw gestart Menustructuur weergeven Als de inbedrijfstellingsreeks met de toets å verlaten wordt, wordt de structuur van het inbedrijfstellingsmenu weergegeven. Van hieruit kan met ä naar het basismenu gegaan worden. Transporttijden voor brandstoftoevoer instellen (bij zuigsysteem) Bepaalde tijden waarin niet moet worden getransporteerd, kunnen individueel worden ingesteld. Bedieningshandleiding Vitoligno 300-C Regeling aan de verwarmingsinstallatie aanpassen De regeling moet afhankelijk van de uitrusting aan de installatie worden aangepast. Verschillende installatiecomponenten worden door de regeling automatisch herkend en de codering wordt automatisch ingesteld. Alle adressen van codering 1controleren en instellen (zie hoofdstuk Codering 1 ). Opmerking Overige instelmogelijkheden zijn in codering 2 aangegeven. Stooklijnen instellen De stooklijnen tonen het verband tussen de buitentemperatuur en de aanvoertemperatuur. Eenvoudiger gezegd: hoe lager de buitentemperatuur, hoe hoger de aanvoertemperatuur. Van de aanvoertemperatuur is vervolgens de kamertemperatuur afhankelijk. Ingesteld bij levering: Steilheid = 1,4 Niveau = 0 57

58 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stooklijnen instellen (vervolg) Aanvoertemperatuur in C Gew. ruimtetemperatuur in C ,0 3,2 3,4 2,6 2,8 2,4 2,2 2,0 1,8 Steilheid 1,6 1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 C B A Buitentemperatuur in C Afb. 42 Voorbeeld voor buitentemperatuur 14 C: A Vloerverwarming, steilheid 0,2 0,8 B Lagetemperatuurverwarming, steilheid 0,8 1,6 C Verwarmingsinstallatie met aanvoertemperatuur boven 75 C, steilheid 1,6 2,0 Gewenste kamertemperatuur instellen Voor elk verwarmingscircuit apart in te stellen. De stooklijn wordt langs de as met de gewenste kamertemperatuur verschoven. Deze leidt bij geactiveerde CV-pomplogica een gewijzigd in- en uitschakelgedrag van de CV-pomp. Normale kamertemperatuur 110 A 26 C 20 C De volgende toetsen indrukken: 1. å. 2. /~ voor keuze van het verwarmingscircuit. C D Afb. 43 B -20 C E Wijziging van de normale kamertemperatuur van 20 naar 26 C A Aanvoertemperatuur in C B Buitentemperatuur in C C Gewenste kamertemperatuur in C D CV-pomp uit E CV-pomp aan 3. d ter bevestiging. 4. Ù/Ú voor de selectie van Verwarm.circuit 1 (VC1), Verwarm.circuit 2 (VC2), Verwarm.circuit 3 (VC3) of Verwarm.circuit 4 (VC4). 5. /~ voor Normale kamertemp.. 6. d ter bevestiging. 7. /~ voor gewenste waarde. 8. d ter bevestiging.

59 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stooklijnen instellen (vervolg) Gereduceerde kamertemperatuur 110 A 14 C 2. /~ voor keuze van het verwarmingscircuit. 3. d ter bevestiging. C D Afb C B -20 C E Wijziging van de gereduceerde kamertemperatuur van 3 naar 14 C A Aanvoertemperatuur in C B Buitentemperatuur in C C Gewenste kamertemperatuur in C D CV-pomp uit E CV-pomp aan 4. Ù/Ú voor de selectie van Verwarm.circuit 1 (VC1), Verwarm.circuit 2 (VC2) of Verwarm.circuit 3 (VC3) of Verwarm.circuit4 (VC4), indien aanwezig. 5. /~ voor Gereduceerde kamertemperatuur. 6. d ter bevestiging. 7. /~ voor gewenste waarde. 8. d ter bevestiging. De volgende toetsen indrukken: 1. å. Steilheid en niveau veranderen Voor elk verwarmingscircuit apart in te stellen. 2. /~ voor keuze van het verwarmingscircuit ,5 3. d ter bevestiging. Ketelwater- resp. aanvoertemperatuur in C A Buitentemperatuur in C Afb. 45 B 1,4 0,2 A Steilheid wijzigen. B Niveau wijzigen (verticale parallelle verschuiving van de stooklijn) 4. Ù/Ú voor de selectie van Verwarm.circuit 1 (VC1), Verwarm.circuit 2 (VC2) of Verwarm.circuit 3 (VC3) of Verwarm.circuit4 (VC4), indien aanwezig. 5. /~ voor Stooklijn. 6. d ter bevestiging. 7. /~ voor Inclinatie of Niveau. 8. d ter bevestiging. 9. /~ voor gewenste waarde. 10. d ter bevestiging. 11. Met de toets ä naar het basisscherm. De volgende toetsen indrukken: 1. å. 59

60 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Emissie meten Op het einde van de eerste inbedrijfstelling moet een emissiemeting uitgevoerd worden (zie pagina 68). Installatie buiten bedrijf stellen Gevaar Het aanraken van onder spanning staande of hete onderdelen kan gevaarlijke verwondingen veroorzaken. Voor het begin van reinigingswerkzaamheden de netspanning aan de zekering of de hoofdschakelaar uitschakelen. De hoofdschakelaar van het toestel op de verwarmingsketel (zie pagina 137) schakelt niet het volledige toestel spanningsvrij. Wachten de verwarmingsketel is afgekoeld. 1. Verwarmingsketel met toets START/STOP aan de regeling uitschakelen. 2. Nalooptijd afwachten en verwarmingsketel laten afkoelen. 3. Hoofdschakelaar van de installatie uitschakelen en tegen opnieuw schakelen beveiligen. Asreservoir legen Opmerking Als het asreservoir wordt leeggemaakt, zonder dat een melding op het scherm van de regeling is verschenen, moet het asniveau op de regeling gereset worden: voor Uitgebreid menu Informatie Gegevens resetten Asreservoir selecteren Geg. resetten ja - nee d ter bevestiging. Gevaar Inademen van as- of pelletstof kan de gezondheid schaden. Ter bescherming van de luchtwegen een stofbeschermingsmasker dragen. 60

61 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Asreservoir legen (vervolg) B D Afb. 46 A E C 01. Verwarmingsketel met START/STOP -toets op de regeling uitschakelen en wachten op het display Afname buffer of Restwarmtegebruik verschijnt. 02. Alleen bij pellettoevoer met zuigsysteem: Linker voorplaat (deur) A openen. 03. Spanbeugelafsluitingen B openen, daartoe spanbeugelbeveiliging indrukken. Asreservoir iets naar links schuiven. 04. Ontgrendelingsbout C eruit trekken. Asschot D de aanslag naar achteren schuiven. 05. Het asreservoir E naar voor eruit trekken. 06. Asreservoir leegmaken. Daartoe het deksel van het asreservoir nemen. 07. Bodemplaat van asresten reinigen. 08. Asreservoir weer met deksel sluiten. 09. Asreservoir inschuiven en verwarmingsketel sluiten in omgekeerde volgorde. Opmerking Voor het sluiten van de verwarmingsketel moet het asschot D opnieuw geopend worden. 10. Verwarmingsketel met toets START/STOP aan de regeling weer inschakelen. Opmerking De telescopische handgreep aan de bovenkant van het asreservoir kan op verschillende lengtes gezet worden. 61

62 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Overzicht onderhouds- en reinigingswerkzaamheden in de verwarmingsketel Gevaar Inademen van as- of pelletstof kan de gezondheid schaden. Ter bescherming van de luchtwegen een stofbeschermingsmasker dragen. Werk Na pelletverbruik van 6000 kg bij 18 en 24 kw kg bij kw of min. 1x per jaar Installatiedruk controleren. X Verbrandingsruimte reinigen. X Lamellenrooster reinigen. X Ontstekingselement en ontstekingsbuis reinigen. Omkeerkamer reinigen. X Rookgasverzamelkamer reinigen. X Nageschakelde verwarmingsoppervlakken reinigen. Rookgasbuis reinigen. X Vliegas uit de schoorsteen verwijderen. X Rookgasventilator reinigen. X Lambdasonde met penseel reinigen. X Rookgastemperatuursensor reinigen. X Askamer en ontassing reinigen. X Aanzuigrooster in pellettank afzuigen. X Pelletsensor in pellettank met penseel reinigen. Zuigmodule uitzuigen X Alle pakkingen van het deksel controleren en evt. vervangen. Onderhoud van bewegende onderdelen (aandrijfkettingen, tandwielen, assen en lagers) Alle positieschakelaars controleren. X X X X X Na pelletverbruik van kg bij 18 en 24 kw kg bij kw of min. om de 3 jaar X 62

63 ! Vuurhaard reinigen Opgelet Uit de vuurhaard kunnen hete gassen uittreden. Deur van de vuurhaard tijdens de werking niet openen. Deur alleen openen als de installatieschakelaar is uitgeschakeld. Vuurhaard alleen bij afgekoelde verwarmingsketel reinigen. A B C Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 01. Voorplaat C naar boven licht lostrekken en eruit hangen. 02. Deur vuurhaard A openen. 03. Isolatieblok B eruit nemen en reinigen. 04. Verbrandingskamer inclusief vuurhaardstenen met spatel en stofzuiger reinigen. 05. Lamellenrooster met een stofzuiger reinigen. 06. Ontstekingselement en ontstekingsbuis reinigen. 07. Isolatieblok B opnieuw monteren en vuurhaarddeur sluiten. 08. Vuurhaarddeur A op dichtheid controleren. In geval van twijfel met een papierstrook controleren. Een geklemde papierstrip (circa 20 mm breed) mag niet worden uitgetrokken. 09. Indien nodig, beschadigde pakking vervangen. 10. Voorplaat C weer inhangen. Afb

64 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Nageschakelde verwarmingsoppervlakken reinigen Opmerking De nageschakelde verwarmingsoppervlakken minstens eenmaal per verwarmingsperiode reinigen. A B C D E F 1. Bovenplaat A eraf nemen. Daartoe de achterste 2 schroeven losdraaien. 2. Isolatiemat B verwijderen. 3. Reinigingsdeksel C demonteren. 4. Reinigingsspiralen D eruit trekken. Opmerking Aantal reinigingsspiralen en nageschakelde verwarmingsoppervlakken (verbrandingskanalen) 18 en 24 kw: 6 stuks kw: 10 stuks 5. Omkeerkamers E en nageschakeld verwarmingsoppervlakken (verbrandingskanalen) F met reinigingsborstel en stofzuiger reinigen. 6. In omgekeerde volgorde opnieuw samenbouwen. Afb. 48 Rookgasbuis reinigen Vliegas uit de schoorsteen verwijderen 64

65 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Rookgasventilator, lambdasonde en rookgastemperatuursensor reinigen F A B C 6x Afb. 49 E D 1. Flensmoeren M5 aan de rookgasventilator A losmaken en motor B met ventilatorwaaier eruit trekken. Opmerking Ventilatorwaaier niet demonteren. De lengte van de elektrische kabels is niet voldoende om de motor op de bodem te plaatsen. 2. Ventilatorwaaier met spatel en stofzuiger reinigen. 3. Ventilatorwiel op zichtbare beschadigingen en vaste zit controleren. 4. Lambdasonde C met penseel en stofzuiger reinigen, voorzichtig uitkloppen en op beschadigingen controleren. 6. Dompelhuls D eruit draaien en met penseel reinigen. 7. Asreservoir en sensor in omgekeerde volgorde opnieuw monteren. 8. Condensaatval F (indien aanwezig) reinigen. 9. Alle onderdelen in omgekeerde volgorde terugplaatsen. Daarbij op schone afdichtvlakken letten. Opmerking Plaats van inbouw van de motor B met elektrische kabels zoals in afbeelding weergegeven. 5. Klemschroeven aan de dompelhuls K van de rookgastemperatuursensor losmaken en de sensor E eruit halen. 65

66 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Askamer en ontassing reinigen A B C Afb Asreservoir B eruit trekken (zie pagina 60) 2. Deksel A en C demonteren. Daartoe de flensmoeren losschroeven. 3. Beide deksels aan de binnenkant reinigen. Pakkingen op beschadigingen controleren en evt. vervangen. Askamer A B 1. Askamer A en B met stofzuiger reinigen. 2. Indien nodig de wormen en het aandrijfmechanisme met reinigingsborstel reinigen. 3. In omgekeerde volgorde opnieuw samenstellen. Opmerking De flensmoeren van de deksels gelijkmatig kruislings aantrekken. Afb

67 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanzuigrooster en pelletsensor in de pellettank reinigen A C E D B F H G Afb Bovenplaat A openen. Daartoe de achterste 2 schroeven losdraaien. 2. Spanbeugelafsluitingen B openen, daartoe spanbeugelbeveiliging indrukken. 3. Deksel C verwijderen. 4. Pelletsensor D met penseel reinigen en op beschadigingen controleren. 6. Deksel weer op pellettank zetten en met spanbeugelafsluitingen bevestigen. 7. Kunststofbochten G van zuigmodule F afhalen. 8. Luchtinlaatopening H met stofzuiger schoonmaken. 9. Kunststofbochten en bovenplaat weer monteren. 5. Zeef E aan de onderkant van het deksel met penseel of stofzuiger reinigen. Aandrijfkettingen en lagers van de aandrijfeenheden smeren (om de 3 jaar) Alle positieschakelaars controleren Expansievat en druk van de installatie controleren Controle bij koude installatie uitvoeren. 67

68 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Expansievat en druk van de installatie (vervolg) 1. Installatie zo ver aftappen manometer 0 aangeeft of kapventiel op expansievat sluiten en druk verlagen manometer 0 aangeeft. 2. Als de voordruk van het expansievat lager is dan de statische druk van de installatie, stikstof bijvullen de voordruk 0,1 0,2 bar (10 bis 20 kpa) hoger is dan de statische druk van de installatie. 3. Water bijvullen bij afgekoelde installatie de druk minimaal 1,0 bar (0,1 MPa) bedraagt en 0,1 0,2 bar (10 20 kpa) hoger is dan de voordruk van het expansievat. Toegel. werkdruk: 3 bar (0,3 MPa) Veiligheidskleppen op werking controleren Emissie meten Op het einde van de eerste inbedrijfstelling moet een emissiemeting uitgevoerd worden. Ook latere emissiemetingen op de beschreven manier uitvoeren. Voorbereiding Rookgaswegen en schoorsteen ten laatste 3 dagen voor de meting reinigen. Als de lambdasonde in koude toestand minder dan 20 % O 2 weergeeft, lambdasonde reinigen en afstellen (zie pagina 98). Verwarmingsketel tussen reiniging en meting minstens 24 uur continu laten werken. Verwarmingsketel voor de meting laten afkoelen. Meetplaats Voor de meetplaats de volgende punten in aanmerking nemen: sondekop van de meting in het midden van de rookgasbuis niet vlak bij de rookgasventilator niet voor een rookgasbocht Indien voorhanden in het meettraject: schoorsteenklep/trekregelaar sluiten. Voor de meetplaats: afstand de rookgasaansluiting van de verwarmingsketel of de laatste buisbocht: tweemaal Ø van de rookgasbuis Na de meetplaats: kalmeringstraject (rechte buis) met minstens één- tweemaal Ø van de rookgasbuis Meting Doorslaggevend voor te reproduceren meetresultaten is een continue verwarmingswerking. Een modulerende werking moet daarom vermeden worden. In testwerking verwarmt de ketel met een constant vermogen de maximale ketelwatertemperatuur. 1. Warmteopname garanderen. Modulerende verwarmingswerking wordt vermeden. 2. Verwarmingsketel starten. 3. In het basismenu: Testwerking activeren. Op het display verschijnt Voorbereiding. De ketel verwarmt de lastwerking. Van zodra een constante verwarmingswerking bereikt is, verschijnt Meting actief. 4. Emissiemeting uitvoeren. Opmerking De duur van de meting kan in het menu Testwerking ingesteld worden. 68

69 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Emissie meten (vervolg) 5. Beëindigen selecteren. Opmerking Na de meetduur of na het bereiken van de maximumtemperatuur wordt de meetwerking automatisch beëindigd. Naar het menupunt Testwerking : Informatie : Weergave van temperaturen, O 2 - waarde enz. Meetduur : Tijd instellen en met OK bevestigen. Meetduur begint opnieuw. Bij de ketelstart is de meetduur op 60 min ingesteld. De verwarmingsketel gaat over naar regelwerking. Instrueren van de installatiegebruiker Bedienings- en servicedocumentatie Alle onderdelenlijsten, bedienings- en servicehandleidingen in de ordner leggen en aan de beheerder van de installatie overhandigen. Instrueren van de installatiegebruiker De installateur moet de gebruiker van de installatie over de bediening instrueren en de reinigingsborstel overhandigen. 69

70 Coderingen Codering 1 Codering 1 oproepen De volgende toetsen indrukken: 1. d + å circa 4 s gelijktijdig. Het menu Service verschijnt. 2. /~ voor Codering d ter bevestiging. 4. /~ voor de gewenste groep. 5. d ter bevestiging. 6. Ù/Ú Bij Verwarming : voor de selectie van Verwarm.circuit 1 (VC1), Verwarm.circuit 2 (VC2) of Verwarm.circuit 3 (VC3) of Verwarm.circuit4 (VC4), indien aanwezig. 7. /~ voor gewenste codeeradres. 8. d ter bevestiging. 9. /~ voor gewenste waarde. 11. ä Servicemenu verlaten Overzicht De codeeradressen worden afhankelijk van de installatieconfiguratie in groepen weergegeven: Hardware Zie pagina 70 Algemeen Zie pagina 72 Ketel Zie pagina 73 Toevoer Zie pagina 74 Opslagtank Zie pagina 75 Extra warmtegenerator Zie pagina 76 Verwarming Zie pagina 78 Warm water Zie pagina 80 Zonnesysteem Zie pagina d ter bevestiging. Op het display verschijnt kort Overgenomen. Coderingen Hardware Coderingen Codering in uitlevertoestand Buffer Buffer:Nee Buffertype Buffertype:0 Geen verwarmingswaterbuffer aanwezig Werkelijke systeemtemperatuur bij warmte-afname uit verwarmingswaterbuffer = temperatuur aan buffertemperatuursensor 1 Enkel beschikbaar als codering Buffer: 3, 4 of 5. (eenvoudige verwarmingswaterbuffer) Mogelijke omstelling Buffer:3 Buffer:4 Buffer:5 Buffertype:1 Verwarmingswaterbuffer met 3 buffertemperatuursensoren aanwezig Verwarmingswaterbuffer met 4 buffertemperatuursensoren aanwezig Verwarmingswaterbuffer met 5 buffertemperatuursensoren aanwezig Werkelijke systeemtemperatuur bij warmte-afname uit verwarmingswaterbuffer = temperatuur aan buffertemperatuursensor 2 (combiboiler) 70

71 Coderingen Codering 1 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Circulatie Circulatie:Nee Extra verwarmingsketel Extra ketel:nee Sensor brandstofopslagruimte Sensor brandstofopslagruimte:nee Toevoerschema Toevoerschema:1 Verwarmingscircuit 1 Verwarmingscircuit 1:Nee Verwarmingscircuit 2 Verwarmingscircuit 2:Nee Er is geen circulatie aan de regeling van de verwarmingsketel aangesloten. Geen extra verwarmingsketel aanwezig Geen niveausensor in brandstofopslagruimte voorhanden Automatisch vullen met zuigmodule bij zuigtransportsysteem uit een pelletsilo en bij afname met manuele omschakeleenheid uit een pelletopslagplaats Er is geen verwarmingscircuit 1 aanwezig. Er is geen verwarmingscircuit 2 aanwezig. Mogelijke omstelling Circulatie:Ja Extra ketel:ja Sensor brandstofopslagruimte:ja Toevoerschema:0 Toevoerschema:2 Toevoerschema:3 Toevoerschema:4 Toevoerschema:5 Toevoerschema:6 Toevoerschema:7 Toevoerschema:8 Verwarmingscircuit 1:Op de ketel Verwarmingscircuit is aan de regeling van de verwarmingsketel aangesloten. Verwarmingscircuit 1:Op de mengklepmodule Verwarmingscircuit 2:Op de ketel Verwarmingscircuit is aan de regeling van de verwarmingsketel aangesloten. Verwarmingscircuit 2:Op de mengklepmodule Er is een circulatie aan de regeling van de verwarmingsketel aangesloten. Extra verwarmingsketel aanwezig Niveausensor in brandstofopslagruimte voorhanden Geen automatische toevoer van de verwarmingsketel (enkel bij verwarmingsketels 12 kw) Autom. toevoer met zuigmodule en uitvoervijzel Zuigmodule met externe toevoer Zuigmodule met omschakeleenheid (2 8 zuigsondes) Uitvoervijzel (enkel bij verwarmingsketels >12 kw) Externe toevoer (enkel bij verwarmingsketels >12 kw) Wormtransporteur en uitvoervijzel (enkel bij verwarmingsketels >12 kw) Wormtransporteur en externe toevoer (enkel bij verwarmingsketels >12 kw) Verwarmingscircuit is op de uitbreidingsset aangesloten. Verwarmingscircuit is op de uitbreidingsset aangesloten. Coderingen 71

72 Coderingen Codering 1 (vervolg) Coderingen Codering in uitlevertoestand Verwarmingscircuit 3 Verwarmingscircuit 3:Nee Verwarmingscircuit 4 Verwarmingscircuit 4:Nee Warm water Warm water:nee Zonne-omschakelklep Zonne-omschakelklep:Nee Zonnesysteem Er is geen verwarmingscircuit 3 aanwezig. Er is geen verwarmingscircuit 4 aanwezig. Er is geen warmwaterbereiding aanwezig. De op de verwarmingsketel aangesloten zonnegroep heeft geen omschakelklep om de verwarmingswaterbuffer te laden. Enkel beschikbaar als coderingen zonnesysteem: Op ketel en Buffer voorhanden en Warm water voorhanden zijn ingesteld. Er is geen zonnegroep aanwezig. Mogelijke omstelling Verwarmingscircuit 3:Op de ketel Verwarmingscircuit is aan de regeling van de verwarmingsketel aangesloten. Verwarmingscircuit 3:Op de mengklepmodule Verwarmingscircuit 4:Op de ketel Verwarmingscircuit is aan de regeling van de verwarmingsketel aangesloten. Verwarmingscircuit 4:Op de mengklepmodule Warm water:op de ketel Warm water:op de mengklepmodule Zonne-omschakelklep:Ja Zonnesysteem:Nee Zonnesysteem:Op de ketel De zonnegroep is aan de regeling van de verwarmingsketel aangesloten. Zonnesysteem:Op zonnemodule extern Verwarmingscircuit is op de uitbreidingsset aangesloten. Verwarmingscircuit is op de uitbreidingsset aangesloten. Warmwaterbereiding is aan de regeling van de verwarmingsketel aangesloten. Warmwaterbereiding is op de uitbreidingsset aangesloten. De op de verwarmingsketel aangesloten zonnegroep heeft een omschakelklep om de verwarmingswaterbuffer te laden. De zonnegroep is op een externe Vitosolic 100 of 200 aangesloten. Algemeen Coderingen Codering in uitlevertoestand Eengezinswoning/meergezinswoning 7F:1 Eengezinswoning, vakantieprogramma van alle verwarmingsgroepen gelijk Mogelijke omstelling 7F:0 Meergezinswoning, aparte instelling van vakantieprogramma mogelijk. 72

73 Coderingen Codering 1 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Minimumtemperatuur buffersensor boven 91:0 Geen minimumtemperatuur 91:1 91:95 Mogelijke omstelling Als een gecombineerde verwarmingswaterbuffer voorhanden is, kan een minimumtemperatuur van de verwarmingswaterbuffer boven (geregistreerd door PTS 1) ingesteld worden. Ketel Coderingen Codering in uitlevertoestand Looptijd verwarmingsketel belasting 01:... Max. looptijd van de verwarmingsketel bij volledige belasting in minuten, voor de verwarmingsketel op roosterreiniging overschakelt. Rookgas rest 02 gewenst 0C:... Keteltemperatuur grenswaarde 0E:... Ketelretour minimaal Gewenste waarde van de concentratie restzuurstof in het rookgas Max. ketelwatertemperatuur van de verwarmingsketel in C Mogelijke omstelling 01:180 01:1000 0C:... 0C:... 0E:70 0E:90 12:... Minimale ketelretourtemperatuur 12:... 12:... Rookgasventilator starttoerental 3C:... Toerental van de rookgasventilator bij start van de verwarmingsketel (opstoken) in % Rookgasventilator minimumtoerental 3D:... Min. toerental van de rookgasventilator in % Rookgasventilator maximumtoerental 3E:... Externe vraag Max. toerental van de rookgasventilator in % 44:0 Er is geen externe vraag (digitaal) van de verwarmingsketel aangesloten. Vermogensinvoer 45:0 Er is geen externe vermogensinvoer (0-10 V) van de verwarmingsketel aangesloten. 3C:... 3C:... 3D:... 3D:... 3E:... 3E:... Instelbereik van de max. looptijd volledige belasting roosterreiniging in min. Instelbereik van de gewenste waarde restzuurstof in stappen van 0,1% Instelbereik van de max. ketelwatertemperatuur van de verwarmingsketel in C Instelbereik in C Instelbereik in % Instelbereik in % Instelbereik in % 44:1 Een externe vraag (digitaal) van de verwarmingsketel is aangesloten. 45:1 Er is externe vermogensinvoer (0-10 V) van de verwarmingsketel aangesloten. Coderingen 73

74 Coderingen Codering 1 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Toevoerlooptijd ketel ontsteken bijvullen 4D:... Min. looptijd ketel naloop 8C:... Enkel beschikbaar bij ketelgrootte > 50 kw. Max. looptijd van de toevoervijzel bij het ontsteken Min. nalooptijd van in minuten voor de verwarmingsketel uitschakelt. Mogelijke omstelling 4D:... 4D:... 8C:... 8C:... Instelbereik in s Instelbereik in min Toevoer Staat ter beschikking als codering Toevoerschema, groep hardware, ingesteld is. Coderingen Coderingen Codering in uitlevertoestand Invoerworm puls opstoken 14:... Startpuls van de toevoervijzel in % na het ontsteken van de verwarmingsketel Invoerworm puls maximaal 15:... Begrenzing van de max. puls van de toevoervijzel in % Dagreservoir leeglooptijd (man. vulling) 27:30 Leeglooptijd van de schepradsluis van 30 min. bij manuele vulling van de verwarmingsketel. Codering staat alleen bij verwarmingsketel mte manuele toevoer ter beschikking. Dagreservoir leeglooptijd (autom. vulling) 2C:... Transportschroef vertraging Leeglooptijd van de schepradsluis in minuten, voor de zuigmodule start. Codering staat alleen bij toevoer met zuigmodule ter beschikking. Mogelijke omstelling 14:... 14:... 15:... 15:... 27:1 27:100 2C:... 2C:... 2E:... Vertraging in seconden 2E:0 2E:100 Uitvoer puls AAN 30:... Puls uitvoer in seconden (uitvoer loopt... s) 30:2 30:30 Instelbereik in % Instelbereik in % Instelbereik in min Instelbereik in min Instelbereik in s Instelbereik in s 74

75 Coderingen Codering 1 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Uitvoer snelheid UIT Mogelijke omstelling 31:... Pauze uitvoer in seconden 31:0 Uitvoer zonder pauze: Permanente werking Uitvoer vertraging 31:1 31:100 32:... Vertraging in seconden 32:0 32:100 Externe toevoer puls AAN 40:... Puls van de externe toevoer in seconden (externe toevoer loopt... s) Externe toevoer puls UIT 41:... Pauze van de externe toevoer in seconden Externe toevoer vertraging 42:... Vertraging van de externe toevoer in seconden 40:2 40:30 Instelbereik in s (pauze uitvoer instelbaar van s) Instelbereik in s Instelbereik in s 41:0 Externe toevoer zonder pauze: Continue werking 41:1 41:100 42:0 42:100 Instelbereik in s (pauze van de externe toevoer instelbaar van s) Instelbereik in s Buffer Coderingen Codering in uitlevertoestand Maximale buffertemperatuur 34:... Max. gemiddelde temperatuur van de verwarmingswaterbuffer in C (bovengrens regelbereik) Minimale buffertemperatuur 35:... Max. gemiddelde temperatuur van de verwarmingswaterbuffer in C (ondergrens regelbereik) Bufferlading sensor 36:3 De verwarmingsketel laadt de verwarmingswaterbuffer de derde buffertemperatuursensor. Mogelijke omstelling 34:30 34:100 35:30 35:100 Instelbereik in C Instelbereik in C 36:1 De verwarmingsketel laadt de verwarmingswaterbuffer de eerste buffertemperatuursensor (boven). 36:2 De verwarmingsketel laadt de verwarmingswaterbuffer de tweede buffertemperatuursensor. 36:4 De verwarmingsketel laadt de verwarmingswaterbuffer de vierde buffertemperatuursensor. 36:5 De verwarmingsketel laadt de verwarmingswaterbuffer de vijfde buffertemperatuursensor. Coderingen 75

76 Coderingen Codering 1 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Bufferlading temperatuur 37:... De verwarmingsketel laadt de verwarmingswaterbuffer de temperatuur van... C op de ingestelde sensor (codering 36:1-5, groep buffer) wordt bereikt. Ketelstart sensor 39:1 Als de gewenste systeemtemperatuur op de eerste buffertemperatuursensor (boven) niet bereikt wordt, start de verwarmingsketel. Mogelijke omstelling 37:30 37:100 Instelbereik in C 39:2 Als de gewenste systeemtemperatuur op de tweede buffertemperatuursensor niet bereikt wordt, start de verwarmingsketel. 39:3 Als de gewenste systeemtemperatuur op de derde buffertemperatuursensor niet bereikt wordt, start de verwarmingsketel. 39:4 Als de gewenste systeemtemperatuur op de vierde buffertemperatuursensor niet bereikt wordt, start de verwarmingsketel. 39:5 Als de gewenste systeemtemperatuur op de vijfde buffertemperatuursensor niet bereikt wordt, start de verwarmingsketel. Coderingen Extra warmtegenerator Beschikbaar als codering Extra ketel: Ja, groep hardware, ingesteld is. Coderingen Codering in uitlevertoestand Bufferlading sensor D0:1 De extra warmtegenerator laadt de verwarmingswaterbuffer de eerste buffertemperatuursensor. Opmerking Alleen zinvol als de extra warmtegenerator een eign ketelcircuitpomp heeft. Mogelijke omstelling D0:0 De temperaturen van de verwarmingswaterbuffer worden genegeerd. D0:2 De extra warmtegenerator laadt de verwarmingswaterbuffer de tweede buffertemperatuursensor. D0:3 De extra warmtegenerator laadt de verwarmingswaterbuffer de derde buffertemperatuursensor. D0:4 De extra warmtegenerator laadt de verwarmingswaterbuffer de vierde buffertemperatuursensor. D0:5 De extra warmtegenerator laadt de verwarmingswaterbuffer de vijfde buffertemperatuursensor. 76

77 Coderingen Codering 1 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Bufferlading temperatuur D1:75 De extra warmtegenerator laadt de verwarmingswaterbuffer de temperatuur van 75 C op de ingestelde sensor (codering D0:1-5 ) bereikt wordt. Inschakelvertraging D2:10 Inschakelvertraging van de extra warmtegenerator van 10 min Inschakeltemperatuur gewenste systeemtemperatuur D3:-10 Looptijd minimaal Inschakeltemperatuur van de extra warmtegenerator. Voorwaarde voor het inschakelen: Werkelijke systeemtemperatuur < gewenste systeemtemperatuur min ingestelde waarde (hier: 10 K) D4:5 Minimale looptijd van de extra warmtegenerator 5 min Pauzetijd minimaal D5:5 Minimale pauzetijd van de extra warmtegenerator 5 min Onvertraagd inschakelen systeemtemp. gewenst D6:-20 Parallelle werking Onvertraagd inschakelen van de extra warmtegenerator. Voorwaarde: Werkelijke systeemtemperatuur < gewenste systeemtemperatuur min ingestelde waarde (hier: 20 K) D7:1 Parallelle werking van beide warmtegenerators is mogelijk. Mogelijke omstelling D1:50 D1:100 D2:0 D2:250 D3:-100 D3:-1 D4:0 D4:250 D5:0 D5:250 D6:-100 D6:0 Instelbare waarde in C Instelbare waarde in min Instelbare waarde in K Instelbare waarde in min Instelbare waarde in min Instelbare waarde in K D7:0 Parallelle werking van beide verwarmingsketels is niet mogelijk. Coderingen Opmerking Parallelle werking alleen mogelijk als de extra warmtegenerator een ketelcircuitpomp heeft. 77

78 Coderingen Codering 1 (vervolg) Verwarming Coderingen Codering in uitlevertoestand Afstandsbediening A0:0 Alleen beschikbaar als afstandsbediening wordt aangesloten. Zonder afstandsbediening Zomerspaarwerking kamertemperatuur A5:5 Met functie voor CV-pomplogica (spaarschakeling): CV-pomp Uit als buitentemperatuur (AT) 1 K hoger is dan gewenste kamertemperatuur (RT Gewenst ) Mogelijke omstelling A0:1 Met Virol 200A. Wordt automatisch herkend. A0:2 Met Virol 300A. Wordt automatisch herkend. A0:3 Met Virol 350. Wordt automatisch herkend. A5:0 Zonder functie voor CV-pomplogica A5:1 A5:15 Met functie voor CV-pomplogica (zie volgende tabel) Coderingen Parameter adres A5 : CV-pomp Uit Zomerspaarwerking actief 1 AT > RT gewenst + 5 K 2 AT > RT gewenst + 4 K 3 AT > RT gewenst + 3 K 4 AT > RT gewenst + 2 K 5 AT > RT gewenst + 1 K 6 AT > RT gewenst 7 AT > RT gewenst 1 K 15 AT > RT gewenst 9 K Codering in uitlevertoestand Zomerspaarwerking absoluut A6:36 Uitgebreide spaarschakeling inactief Mogelijke omstelling A6:5 A6:35 Uitgebreide spaarschakeling actief, d.w.z. bij een variabel instelbare waarde van 5 35 C plus 1 C wordt de CV-pomp uitgeschakeld. De mengklep wordt gesloten. Als basis geldt de gecorrigeerde buitentemperatuur, die samengesteld is uit de werkelijke buitentemperatuur en een tijdconstante. De tijdconstante houdt rekening met de afkoeling van een gemiddeld gebouw. Aanbevolen instelling: A6:16 A6:18 78

79 Coderingen Codering 1 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mengklepspaarfunctie Mogelijke omstelling A7:0 Zonder mengklepspaarfunctie A7:1 Met mengklepspaarfunctie (uitgebreide CV-pomplogica): CV-pomp aanvullend Uit : de mengklep werd langer dan 20 min gesloten CV-pomp Aan : mengklep gaat in regelfunctie of Bij vorstgevaar Kamersensor kamerbijschakeling B0:0 Staat ter beschikking als codering A0:1 of A0:2, groep verwarming, ingesteld is. Verwarming/gereduc. Werking: Weersafhankelijke werking zonder kamertemperatuurbijschakeling Kamersensor kamerinvloedfactor B2:0 Geen kamerinvloedfactor B2:1 B2:31 Kamersensor zomerspaarwerking B5:0 Zonder CV-pomp logica afhankelijk van de kamertemperatuur B0:1 Verwarmingswerking: Weersafhankelijke werking zonder kamertemperatuurbijschakeling Gereduceerde werking: Weersafhankelijke werking met kamertemperatuurbijschakeling B0:2 Verwarmingswerking: Weersafhankelijke werking met kamertemperatuurbijschakeling Gereduceerde werking: Weersafhankelijke werking zonder kamertemperatuurbijschakeling B0:3 Verwarming/gereduc. Werking: Weersafhankelijke werking met kamertemperatuurbijschakeling B5:1 B5:8 Kamerinvloedfactor instelbaar van 1 31 Staat ter beschikking als codering A0:1 of A0:2, groep verwarming, ingesteld is. Met CV-pomplogica afhankelijk van de kamertemperatuur (zie volgende tabel) Coderingen Parameter adres B5 : CV-pomp Uit Zomerspaarwerking actief CV-pomp Aan Zomerspaarwerking passief 1 RT Werkelijk > RT Gewenst + 5 K RT Werkelijk < RT Gewenst + 4 K 2 RT Werkelijk > RT Gewenst + 4 K RT Werkelijk < RT Gewenst + 3 K 3 RT Werkelijk > RT Gewenst + 3 K RT Werkelijk < RT Gewenst + 2 K 4 RT Werkelijk > RT Gewenst + 2 K RT Werkelijk < RT Gewenst + 1 K 5 RT Werkelijk > RT Gewenst + 1 K RT Werkelijk < RT Gewenst 6 RT Werkelijk > RT gewenst RT Werkelijk < RT Gewenst 1 K 7 RT Werkelijk > RT Gewenst 1 K RT Werkelijk < RT Gewenst 2 K 8 RT Werkelijk > RT Gewenst 2 K RT Werkelijk < RT Gewenst 3 K 79

80 Coderingen Codering 1 (vervolg) Coderingen Codering in uitlevertoestand Aanvoertemperatuur minimumbegrenzing C5:20 Minimumbegrenzing van de aanvoertemperatuur 20 C Aanvoertemperatuur maximumbegrenzing C6:75 Maximumbegrenzing van de aanvoertemperatuur 75 C Kamersensor begrenzing C8:31 Staat ter beschikking als codering A0:1 of A0:2 en B0:1 of B0:2 of B0:3, groep verwarming, ingesteld is. Geen begrenzing van de kamerinvloed. Partywerking tijdbegrenzing F2:8 Tijdbegrenzing van de partywerking 8 uur Warmte afvoeren F3:1 Bij de functie Warmte afvoeren wordt op de ingestelde max. aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit (codering C6, groep verwarming) geregeld. Gewenste looptijd F4:140 De klep wordt voor de looptijd van 140 s geregeld, daarna omgeschakeld op continue werking. Mogelijke omstelling C5:1 C5:100 C6:10 C6:100 C8:1 C8:31 Instelbaar van C Instelbaar van C Begrenzing kamerinvloed instelbaar van 1 31 C F2:0 Geen tijdbegrenzing voor partywerking. Partywerking wordt bij de omschakeling van het werkingsprogramma naar Verwarmen gedeactiveerd. F2:1 F2:12 Tijdbegrenzing instelbaar van 1 12 uur F3:0 Voor het gekozen verwarmingscircuit is de functie Warmte afvoeren gedeactiveerd. F4:15 F4:254 Instelbare waarde in s Warm water Coderingen Codering in uitlevertoestand Warm water verschil 0C:0 Temperatuurverschil van de tapwaterverwarming (verschil systeemtemperatuur en warmwatertemperatuur) wordt automatisch bepaald. Warm water retourtemperatuur 0D:10 Debietregeling actief. Gewenste retourtemperatuur gelijk aan warmwatertemperatuur plus 10 C 80 Mogelijke omstelling 0C:0 0C:20 Temperatuurverschil vast instelbaar van 1 C 20 C 0D:0 Debietregeling uitgeschakeld. Klep is altijd helemaal geopend. 0D:1 0D:30 Debietregeling actief. Gewenste retourtemperatuur gelijk aan warmwatertemperatuur plus ingestelde waarde in C.

81 Coderingen Codering 1 (vervolg) Zonnesysteem Coderingen Codering in uitlevertoestand Verschil warm water 6E:10 Temperatuurverschil van 10 K tussen zonnesysteem en warmwaterbereiding voor de inschakeling van de verwarming van het warm water door de zonne-installatie Maximumtemperatuur warm water 6F:70 Max. begrenzing temperatuur warm water bij verwarming door de zonne-installatie. Tot deze temperatuur wordt warm water door de zonneinstallatie geladen. Bij tapwaterverwarming door combiboiler heeft deze temperatuur betrekking op de eerste buffertemperatuursensor. Verschil buffer 70:20 Temperatuurverschil van 20 K tussen zonnesysteem en verwarmingswaterbuffer voor de inschakeling van de verwarming van de verwarmingswaterbuffer door de zonne-installatie Extra functie zonnesysteem 71:0 Extra functie van de boilerverwarming door de zonne-installatie gedeactiveerd. Codering staat alleen bij aansluiting van de tapwaterverwarming op de verwarmingsketel ter beschikking. Extra functie looptijd Mogelijke omstelling 6E:1 6E:50 6F:0 6F:100 70:1 70:50 71:0 71:23 72:0 Circulatiepomp uit. 72:0 72:180 Zonnecircuitpomp maximaal toerental 73:100 Maximaal toegelaten toerental van de zonnecircuitpomp van 100 % van het maximaal mogelijke pomptoerental 73:10 73:100 Instelbereik van de verschiltemperatuur in K Instelbereik in C Instelbereik in C Tijdstip van de start van de extra functie zonnesysteem. Extra functie zonnesysteem: Signaal voor het inschakelen van de omlaadpomp van de zonne-installatie. Daarmee wordt ook het onderste gedeelte van de warmwaterboiler de gewenste temperatuur verwarmd. Tijdstip instelbaar van 1.00 uur ( 71:1 ) uur ( 71:23 ) Tijdstip van de functie moet tussen de vrijgavetijden van de warmwaterbereiding liggen. Looptijd van de omlaadpomp zonnesysteem in min. instelbaar van 1 min 180 min. Enkel beschikbaar bij codering 71:1-23. Instelbereik in % Coderingen 81

82 Coderingen Codering 1 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Zonnecircuitpomp minimaal toerental 74:30 Minimaal toegelaten toerental van de zonnecircuitpomp van 30 % van het maximaal mogelijke pomptoerental Nominaal debiet collectorcircuit Mogelijke omstelling 74:10 74:100 75:0.0 Geen debiet 75:0.1 75:50.0 Maximumtemperatuur zonnecollector 76:140 Maximale temperatuur in de zonnecollector Zonnegroep wordt bij het overschrijden van 140 C uitgeschakeld. Bij het niet bereiken van de ingestelde temperatuur met 10 K (130 C) schakelt de zonnegroep in. 76:50 76:150 Instelbereik in % Nominaal debiet van het collectorcircuit in l/min. Instelbaar van 0,1 l/min 50 l/min. Instelbereik in C Codering 2 Codering 2 oproepen Coderingen Opmerking Op codeerniveau 2 zijn alle coderingen bereikbaar, ook de coderingen van codeerniveau 1. Coderingen die door de uitvoering van de verwarmingsinstallatie of instelling van andere coderingen niet relevant zijn, worden niet getoond. De volgende toetsen indrukken: 1. d + å circa 4 s gelijktijdig. Het menu Service verschijnt. 8. /~ voor gewenste codeeradres. 9. d ter bevestiging. 10. /~ voor gewenste waarde. 11. d ter bevestiging. Op het display verschijnt kort Overgenomen. 12. ä Servicemenu verlaten ä + d circa 4 s gelijktijdig. In het menu Service verschijnt Codering /~ voor Codering d ter bevestiging. 5. /~ voor de gewenste groep. 6. d ter bevestiging. 7. Ù/Ú Bij Verwarming : voor de selectie van Verwarm.circuit 1 (VC1), Verwarm.circuit 2 (VC2) of Verwarm.circuit 3 (VC3) of Verwarm.circuit4 (VC4), indien aanwezig. Overzicht De codeeradressen worden afhankelijk van de installatieconfiguratie in groepen weergegeven: Algemeen Zie pagina 83 Ketel Zie pagina 83 Toevoer Zie pagina 85 Opslagtank Zie pagina 86 Verwarming Zie pagina 86 Warm water Zie pagina 88

83 Coderingen Codering 2 (vervolg) Algemeen Coderingen Codering in uitlevertoestand Vertraging storingsmeldingsuitgang 80:6 Minimumduur van de storing van 30 s storingsmelding volgt. Automatische omschakeling zomer-/wintertijd 81:1 Automatische omschakeling zomer-/wintertijd Tijdconstante buitentemperatuur 90:128 Tijdconstante voor de berekening van de gewijzigde buitentemperatuur 21,5 h Offset buitentemperatuur 92:0 Geen correctie van de buitentemperatuur. Mogelijke omstelling 80:0 80:199 Instelbaar van 0 s bis 995 s. 1 instelstap 5 s. 81:0 Handmatige omschakeling zomer-/ wintertijd 90:0 90:199 92: :10 Afhankelijk van de ingestelde waarde snelle (lagere waarden) of langzame (hogere waarden) aanpassing van de aanvoertemperatuur bij wijziging van de buitentemperatuur; 1 instelstap 10 min Correctie van de buitentemperatuur met de ingestelde waarde in C. Ketel Coderingen Codering in uitlevertoestand Rookgas rest 02 correctie deellast 0D:... Keteltemperatuur vertraging 0F:... Aanvoerregelaar actief Gewenste rest-o 2 in het rookgas met... % verhoogd. Uitschakelvertraging in seconden bij het overschrijden van de max. ketelwatertemperatuur (codering 1, adres E, groep ketel) 11:0 Regeling van de aanvoertemperatuur van de verwarmingsketel is niet actief. Mogelijke omstelling 0D:0 0D:5,0 0F:0 0F:240 Instelbereik 0 5,0 in % Instelbereik in s 11:1 Regeling van de aanvoertemperatuur van de verwarmingsketel is actief. De aanvoertemperatuur van de ketel wordt via de instelling van de ketelklep geregeld de in het menu ingestelde gewenste ketelwatertemperatuur min 3 K. Coderingen 83

84 Coderingen Codering 2 (vervolg) Coderingen Codering in uitlevertoestand Gewenste systeemtemperatuur minimaal 13:1 Als de verwarmingscircuits niet door de regeling van de verwarmingsketel geregeld worden, kan een min. gewenste temperatuur van het systeem ingesteld worden. Instelling van de min. gewenste temperatuur van het systeem is geactiveerd. Ketelpomp minimumtoerental 1C:... Ketelpomp maximumtoerental 1D:... Rookgastemperatuur minimaal 3F:... Vermogensregelaar 84 Min. toerental van de ketelcircuitpomp bedraagt... % van het max. toerental. Codering is enkel actief bij ketelcircuitpomp met PWM-signaal. Toerental van de ketelcircuitpomp in % Codering is enkel actief bij ketelcircuitpomp met PWM-signaal. Begrenzing van de min. rookgastemperatuur een bepaalde temperatuur Mogelijke omstelling 13:0 Instelling van de min. gewenste temperatuur van het systeem is gedeactiveerd. 1C:15 1C:100 1D:15 1D:100 3F:... 3F:... 46:... Niet wijzigen. 46:... 46:... Materiaalregelaar 47:... Niet wijzigen. 47:... 47:... Materiaalregelaar vertraging 4A:... Niet wijzigen. 4A:... 4A:... Materiaalregelaar volledige belasting 53:... Niet wijzigen. 53:... 53:... Materiaalregelaar deellast 56:... Niet wijzigen. 56:... 56:... Materiaalregelaar rookgasventilator 57:... Niet wijzigen. 57:... 57:... Primaireluchtklep max. ketelvermogen 82:... Niet wijzigen. 82:... 82:... Instelbereik in % Instelbereik in % Instelbereik in C Instelbereik Instelbereik Een kleine waarde vertraagt, een grote waarde versnelt de regelaar. Instelbereik Instelbereik Instelbereik Instelbereik Instelbereik

85 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Primaireluchtklep deellast 83:... Niet wijzigen. 83:... 83:... Primaireluchtklep ketelstart 84:... Niet wijzigen. 84:... 84:... Secundaireluchtklep minimaal 87:... Niet wijzigen. 87:... 87:... Lambdasonde automatisch afstellen F9:1 Instellingen voor het afstellen van de lambdasonde Automatische inschakeling verwarming lambdasonde Afstelling van de lambdasonde enkel handmatig Type O2-sonde Mogelijke omstelling Instelbereik Instelbereik Instelbereik F9:0 Verwarming lambdasonde altijd aan Afstelling van de lambdasonde enkel handmatig F9:2 Automatische inschakeling verwarming lambdasonde Automatische afstelling van de lambdasonde FF:... Type lambdasonde FF:0 Lambdasonde type LSM 11 FF:1 FF:2 FF:3 Lambdasonde type NGK Stroomsignaal ma Breedbandsonde met printplaat BLS Toevoer Staat ter beschikking als codering Toevoerschema, groep hardware, ingesteld is. Coderingen Coderingen Codering in uitlevertoestand Puls maximaal deellast 16:... Enkel beschikbaar bij ketelgrootte > 50 kw. Max. toevoerpuls bij deellast Vultijd vuurhaard 1E:... Vultijd worm 1F:... Brandstofverbruik Looptijd van de toevoervijzel in seconden Looptijd van de toevoervijzel in seconden om de toevoervijzel te vullen Mogelijke omstelling 16:... 16:... 1E:... 1E:... 1F:... 1F:... 22:... Instelling van het brandstofverbruik 22:... 22:... Instelbereik in % Instelbereik in s Instelbereik in s Instelbereik in kg/uur (transporthoeveelheid brandstof van de invoervijzel in één uur) 85

86 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Omschakeleenheid 64:... Instelling hoeveel sondes de omschakeleenheid heeft. Codering enkel beschikbaar als een omschakeleenheid is aangesloten. Omschakeleenheid looptijd 65:... Looptijd van de omschakeleenheid in minuten. Codering enkel beschikbaar als een omschakeleenheid is aangesloten. Mogelijke omstelling 64:1 64:8 65:10 65:120 Instelbereik: een sonde acht sondes Instelbereik in min Intern vindt een minimale looptijd van de zuigsonde plaats om een lege zuigsonde te herkennen. Buffer Coderingen Coderingen Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Berekening reikwijdte buffervolume (enkel in combinatie met Virol 350) 95:... Volume warmwaterbuffer in liter 95:1 95: Berekening reikwijdte stooklast gebouw (enkel in combinatie met Virol 350) 96:... Stooklast gebouw aal voor berekening reikwijdte van de verwarmingswaterbuffer 96:1 96: Instelbereik in l Instelbereik in 0,1 kw/h Berekening reikwijdte genormeerde buitentemperatuur (enkel in combinatie met Virol 350) 97:... Instelling van de genormeerde buitentemperatuur voor berekening reikwijdte van de verwarmingswaterbuffer in C Verwarming Coderingen 97:-50 97:50 Instelbereik in C Codering in uitlevertoestand Warm water voorrang A2:0 Geen voorrangsschakeling bij boilerverwarming 86 Opmerking Voor elk verwarmingscircuit individueel in te stellen. Keuze van het verwarmingscircuit met Á Mogelijke omstelling A2:1 Tijdens de boilerverwarming gaat de mengklep dicht. Bij bedrading van het verwarmingscircuit aan de regeling van de verwarmingsketel: CVpomp blijft ingeschakeld. Bij gebruik van een uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit: CV-pomp wordt uitgeschakeld. A2:2 Tijdens de boilerverwarming gaat de mengklep dicht, de CV-pomp wordt uitgeschakeld. A2:3 Tijdens de boilerverwarming wordt de gewenste aanvoertemperatuur op de gewenste waarde van de gereduceerde verwarmingswerking ingesteld, de CV-pomp wordt uitgeschakeld.

87 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Temperatuur vorstbescherming A3:2 Buitentemperatuur onder 1 C: Vorstbeschermingsfunctie Aan Buitentemperatuur boven 3 C: Vorstbeschermingsfunctie Uit Mogelijke omstelling A3:-9 A3:15 Vorstbeschermingsfunctie Aan / Uit zie volgende tabel! Opgelet Indien de temperatuur voor de vorstbescherming op een buitentemperatuur van minder dan 1 C wordt ingesteld, kunnen niet geïsoleerde leidingen bevriezen. Vooral voor leidingen in openlucht en bij uitschakelwerking, bijv. tijdens vakantie, bestaat er gevaar. Leidingen isoleren en uitschakelwerking zonder toezicht vermijden. Parameter adres A3 Vorstbeschermingsfunctie/CVpomp Aan 9 10 C 8 C 8 9 C 7 C 7 8 C 6 C 6 7 C 5 C 5 6 C 4 C 4 5 C 3 C 3 4 C 2 C 2 3 C 1 C 1 2 C 0 C 0 1 C 1 C 1 0 C 2 C 2 1 C Vorstbeschermingsfunctie/CVpomp Uit 3 C C 16 C Coderingen Coderingen Codering in uitlevertoestand Vorstbescherming activeren A4:0 De vorstbeschermingsfunctie is geactiveerd. In- en uitschakeltemperatuur van de functie kunnen ingesteld worden (codering A3, groep verwarming). Vorstbeschermingsfunctie: CVpomp wordt bij desbetreffende buitentemperatuur ingeschakeld, een minimumtemperatuur van de aanvoer van 10 C opgegeven. Bij desbetreffende buitentemperatuur wordt deze automatisch uitgeschakeld. Mogelijke omstelling A4:1 De vorstbeschermingsfunctie is gedeactiveerd. Instelling alleen mogelijk als codering A3:-9 ingesteld is. Opmerking Aanwijzing codering A3 respecteren. 87

88 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Kamersensor offset E2:50 Staat ter beschikking als codering A0:1 of A0:2, groep verwarming, ingesteld is. Geen correctie van de werkelijke kamertemperatuur Estrikdroging Mogelijke omstelling E2:0 E2:49 E2:51 E2:99 F1:0 Estrikdroging niet actief F1:1 F1:6 Correctie - 5 K indicatiecorrectie - 0,1 K Indicatiecorrectie + 0,1 K indicatiecorrectie + 4,9 K Estrikdroging instelbaar met 6 temperatuur-tijdprofielen naar keuze (meer informatie zie hoofdstuk 'Estrikdroging'). Warm water Coderingen Codering in uitlevertoestand Gewenste warmwatertemperatuur nalaadonderdrukking 67:0 Nalaadonderdrukking van de externe zonneregeling gedeactiveerd Inschakelhysterese warm water 85:0 Pomp aan: Van zodra WW werkelijk < WW gewenst - 2,5 K Mogelijke omstelling 67:0 67:90 85:1 85:10 Gewenste waarde warm water bij actieve nalaadonderdrukking van de externe zonneregeling in C Instelbereik in K. Pomp aan: Van zodra warm water 1 10 K onder WW gewenst Coderingen 88

89 Servicefuncties Service-opvragingen De volgende servicefuncties kunnen worden geselecteerd: Diagnose, zie vanaf pagina 89 Actortest, zie vanaf pagina 56 Codering 1, zie vanaf pagina 70 Codering 2, zie vanaf pagina 82 Ketel Fouthistorie, zie vanaf pagina 90 Servicefuncties Sonde afstellen Zuigmodule vullen Omschakeleenheid Basisinstelling laden Service beëindigen Beginnen met het servicemenu Het servicemenu kan in ieder menu worden geactiveerd. 2. /~ voor gewenste servicefunctie. De volgende toetsen indrukken: 1. d + å circa 4 s gelijktijdig. Het menu Service verschijnt. Verlaten van het servicemenu Het servicemenu kan als volgt worden verlaten: Met de toets ä Automatisch na 30 min. Menupunt Servicemenu beëindigen Bedrijfstoestanden en sensoren opvragen In het informatiemenu van het Uitgebreide menu en het Servicemenu (submenu Diagnose + Ketel) kunnen bedrijfstoestanden en sensoren worden opgevraagd. Diagnose 89

90 Storingen oplossen Storingsindicatie Storingindicatie: Display geeft Storing weer. Rode storingsindicatie knippert. Een op stekker gö aangesloten meldinrichting voor algemeen alarm wordt ingeschakeld. Storing uitlezen en bevestigen Opmerking Als een bevestigde storing niet wordt opgeheven, verschijnt de storingsmelding de volgende dag om 7.00 uur opnieuw: De volgende toetsen indrukken: 1. d Storing zoeken 3. d om de storingsmelding te bevestigen. 4. /~ voor Ja of Nee. 5. d ter bevestiging. Na het verhelpen van de storingen de toets START indrukken om de verwarmingsketel weer te starten. 2. /~ voor de weergave van andere storingsmeldingen als er meerdere storingen zijn. Bevestigde storingsmeldingen oproepen De volgende toetsen indrukken: 1. å. 3. d ter bevestiging. 4. /~ voor de lijst met actuele storingen. 2. /~ voor Storingsmeldingen. Storingsindicaties in volle tekst De volgende storingen worden in volle tekst aangegeven. De betekenis van de storing en de storingscode rechts daarnaast staan in de tabel op pagina 91. Te hoge temperatuur Opstoken herhalen Storing O2 sonde Ketelaanvoer Ketelretour Rookgassensor Buitensensor Buffersensoren Aanvoersensor Warmwatersensor Retoursensor KM-BUS Diagnose Storingscodes in storingsgeheugen uitlezen (fouthistorie) De laatste 10 opgetreden storingen worden opgeslagen en kunnen worden opgevraagd. De storingen zijn volgens actualiteit geordend. De nieuwste storing krijgt storingsnummer 1. De volgende toetsen indrukken: 1. d + å circa 4 s gelijktijdig. Het menu Service verschijnt. Storing Buitensensor Storing O2-sonde /~ voor Fouthistorie. 3. d ter bevestiging. 4. /~ voor Indicaties. 5. ä zo vaak het basisscherm verschijnt. Afb Bevestigen met OK

91 Storingen oplossen Storingsindicatie (vervolg) Opgeslagen storingscodes uit het storingsgeheugen wissen De volgende toetsen indrukken: 1. d + å circa 4 s gelijktijdig. Het menu Service verschijnt. 2. /~ voor Fouthistorie. 3. d ter bevestiging. 4. /~ voor Wissen. 5. /~ voor Ja. 6. d ter bevestiging. 7. ä zo vaak het basisscherm verschijnt. Storingscodes Storingscode op het display 0A Gedrag van de installatie Storingsoorzaak Maatregel Regeling van de installatiecircuits niet mogelijk Geen verbinding met verwarmingscircuit-printplaat (HKK) 11 Brander geblokkeerd Geen verbinding met extra printplaat (ZPK) 20 Brander geblokkeerd Kortsluiting keteltemperatuursensor 21 Klep retourtemperatuurverhoging opent Ketelcircuitpomp schakelt in Kortsluiting ketelretourtemperatuursensor 22 Brander geblokkeerd Kortsluiting rookgastemperatuursensor 24 Instelling op 0 C buitentemperatuur Kortsluiting buitentemperatuursensor 25 Geen warmwaterbereiding Kortsluiting buffertemperatuursensor boven 26 Regelwerking Kortsluiting buffertemperatuursensor 2 27 Regelwerking Kortsluiting buffertemperatuursensor 3 28 Regelwerking Kortsluiting buffertemperatuursensor 4 29 Regelwerking Kortsluiting buffertemperatuursensor 5 30 Brander geblokkeerd Onderbreking ketelaanvoertemperatuursensor 31 Klep retourtemperatuurverhoging opent Ketelcircuitpomp schakelt in Onderbreking ketelretourtemperatuursensor 32 Brander geblokkeerd Onderbreking rookgastemperatuursensor 34 Instelling op 0 C buitentemperatuur Onderbreking buitentemperatuursensor Verbinding tussen ketelprintplaat en verwarmingscircuit-printplaat controleren. Verwarmingsfirma verwittigen. Verbinding tussen ketelprintplaat, verwarmingscircuit-printplaat en extra printplaat controleren. Verwarmingsfirma verwittigen. Keteltemperatuursensor controleren. Ketelretourtemperatuursensor controleren. Rookgastemperatuursensor controleren. Buitentemperatuursensor controleren. Buffertemperatuursensor boven controleren. Buffertemperatuursensor midden controleren. Buffertemperatuursensor beneden controleren. Buffertemperatuursensor beneden controleren. Buffertemperatuursensor beneden controleren. Ketelaanvoertemperatuursensor controleren. Ketelretourtemperatuursensor controleren. Rookgastemperatuursensor controleren. Buitentemperatuursensor controleren. 91 Diagnose

92 Storingen oplossen Storingsindicatie (vervolg) Diagnose Storingscode op het display 92 Gedrag van de installatie Storingsoorzaak Maatregel 35 Geen warmwaterbereiding Onderbreking buffertemperatuursensor 1 (boven) 36 Regelwerking Onderbreking buffertemperatuursensor 2 37 Regelwerking Onderbreking buffertemperatuursensor 3 38 Regelwerking Onderbreking buffertemperatuursensor 4 39 Regelwerking Onderbreking buffertemperatuursensor 5 Buffertemperatuursensor controleren. Buffertemperatuursensor controleren. Buffertemperatuursensor controleren. Buffertemperatuursensor controleren. Buffertemperatuursensor controleren. 3D Brander geblokkeerd Asreservoir ontbreekt. Positie asreservoir controleren. 3E Brander geblokkeerd Actueel toerental rookgasventilator komt niet overeen met gewenste toerental. 41 Geen regelwerking op verwarmingscircuit 1 (KM-BUS) 42 Geen regelwerking op verwarmingscircuit 2 (KM-BUS) 43 Geen regelwerking op verwarmingscircuit 3 (KM-BUS) 44 Geen kamerinvloed naar afstandsbediening met kamertemperatuurregistratie 1 (KM- BUS) 45 Geen kamerinvloed naar afstandsbediening met kamertemperatuurregistratie 2 (KM- BUS) 46 Geen kamerinvloed naar afstandsbediening met kamertemperatuurregistratie 3 (KM- BUS) 51 Geen regelwerking op verwarmingscircuit 1 (KM-BUS) 52 Geen regelwerking op verwarmingscircuit 2 (KM-BUS) 53 Geen regelwerking op verwarmingscircuit 3 (KM-BUS) Onderbreking naar uitbreidingsset 1 (KM-BUS) Onderbreking naar uitbreidingsset 2 (KM-BUS) Onderbreking naar uitbreidingsset 3 (KM-BUS) Onderbreking naar afstandsbediening met kamertemperatuurregistratie 1 (KM-BUS) Onderbreking naar afstandsbediening met kamertemperatuurregistratie 2 (KM-BUS) Onderbreking naar afstandsbediening met kamertemperatuurregistratie 3 (KM-BUS) Kortsluiting aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit 1 (KM-BUS) Kortsluiting aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit 2 (KM-BUS) Kortsluiting aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit 3 (KM-BUS) 54 Geen warmwaterbereiding Kortsluiting boilertemperatuursensor 55 Geen debietregeling Kortsluiting warm water retourtemperatuursensor 56 Geen opbrengst zonnesysteem 57 Geen opbrengst zonnesysteem 58 Geen regelwerking op verwarmingscircuit 4 (KM-BUS) Kortsluiting collectortemperatuursensor Kortsluiting zonnesysteem referentiesensor Kortsluiting aanvoertemperatuursensor Rookgasventilator controleren. Verbinding naar uitbreidingsset 1 controleren. Verbinding naar uitbreidingsset 2 controleren. Verbinding naar uitbreidingsset 3 controleren. Verbinding naar afstandsbediening met kamertemperatuurregistratie controleren. Verbinding naar afstandsbediening met kamertemperatuurregistratie controleren. Verbinding naar afstandsbediening met kamertemperatuurregistratie controleren. Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit 1 controleren. Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit 2 controleren. Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit 3 controleren. Boilertemperatuursensor controleren. Retourtemperatuursensor controleren. Collectortemperatuursensor controleren. Zonnesysteem referentiesensor controleren. Aanvoertemperatuursensor controleren.

93 Storingen oplossen Storingsindicatie (vervolg) Storingscode op het display Gedrag van de installatie Storingsoorzaak Maatregel 61 Geen regelwerking op verwarmingscircuit 1 (KM-BUS) 62 Geen regelwerking op verwarmingscircuit 2 (KM-BUS) 63 Geen regelwerking op verwarmingscircuit 3 (KM-BUS) Onderbreking aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit 1 (KM- BUS) Onderbreking aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit 2 (KM- BUS) Onderbreking aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit 3 (KM- BUS) 64 Geen warmwaterbereiding Onderbreking boilertemperatuursensor 65 Geen debietregeling Onderbreking warm water retourtemperatuursensor 66 Geen opbrengst zonnesysteem 67 Geen opbrengst zonnesysteem 68 Geen regelwerking op verwarmingscircuit 4 (KM-BUS) Onderbreking collectortemperatuursensor Onderbreking zonnesysteem referentiesensor Onderbreking aanvoertemperatuursensor 8A Brander geblokkeerd Rookgastemperatuur in lastwerking te laag 8C Brander geblokkeerd Retourtemperatuur wordt tijdens werking niet bereikt. 8F Brander geblokkeerd Zuurstofgehalte in het rookgas is tijdens de lastwerking te laag. 90 Brander geblokkeerd Lambdasonde onnauwkeurig 91 Brander geblokkeerd Lambdasonde sterk vervuild Lambdasonde defect Fout in de elektronica 93 Brander geblokkeerd Rookgas restwaarde O 2 is tijdens de lastwerking te hoog. Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit 1 controleren. Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit 2 controleren. Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit 3 controleren. Boilertemperatuursensor controleren. Retourtemperatuursensor controleren. Collectortemperatuursensor controleren. Zonnesysteem referentiesensor controleren. Aanvoertemperatuursensor controleren. Positie van de asbox controleren, evt. juist monteren. Retourtemperatuursensor controleren. Bij nominaal vermogen verwarmingsketel van kw: juiste positie van de stekker op de mengklepmotor van de retourtemperatuurverhoging controleren (zie montage- en servicehandleiding retourtemperatuurverhoging). Lambdasonde controleren. Reiniging van de verbrandingskamer, lambdasonde en dompelhuls van de rookgastemperatuursensor Lambdasonde opnieuw afstellen Bevestigen met d Lambdasonde na vervanging opnieuw afstellen. Lambdasonde reinigen Lambdasonde opnieuw afstellen Bevestigen met d Lambdasonde na vervanging opnieuw afstellen. Evt. materiaal in de dagcontainer aanvullen. Diagnose 93

94 Storingen oplossen Storingsindicatie (vervolg) Diagnose Storingscode op het display A3 Gedrag van de installatie Storingsoorzaak Maatregel Brander geblokkeerd Storingscode A3: Niet bij verwarmingsketel 8 48 kw Storing fotocel gloeivoorraadbewaking Fotocel en kijkglas reinigen. A4 Brander geblokkeerd Storing materiaaltekort Niveau van de brandstofopslagplaats controleren Bij 8 en 12 kw - Manueel vullen: Niveau dagreservoir controleren Bij kw - Pellettoevoer met zuigsysteem: Vermogensniveau van de zuigmodule controleren. Evt. hoger vermogensniveau instellen (zie hoofdstuk Zuigmodule instellen ). A5 Brander geblokkeerd Storing materiaalgebruik door tijdoverschrijding: De blokkeertijd van de zuigmodule is te lang ingesteld. A6 Brander geblokkeerd Asreservoir vol of reiniging nageschakelde verwarmingsoppervlakken geblokkeerd AA Brander geblokkeerd Verwarmingsketel oververhit. Blokkeertijd zuigmodule in regeling aanpassen. Asreservoir legen Storing bevestigen Als de storing opnieuw optreedt: Mechanisme van de reiniging nageschakelde verwarmingsoppervlakken en vlotte loop van de wirbulatoren controleren. Zie hoofdstuk nageschakelde verwarmingsoppervlakken reinigen en Asruimte en ontassing reinigen. Gewenste waarden in de regeling controleren Pomp controleren Kleppen controleren Sensoren controleren AB Brander geblokkeerd Waterdruk is te laag. Waterdruk controleren. AC Brander geblokkeerd Waterdruk is te hoog. Waterdruk controleren. B4 Regelwerking Brandstofopslagplaats leeg BD Brander geblokkeerd Onderhoudsdeksel/deur brandstofopslagplaats open Niveau brandstofopslagplaats controleren. Onderhoudsdeksel/deur brandstofopslagplaats controleren. BE Brander geblokkeerd Afgifte uitvoer vuil Benaderingsschakelaar reinigen. C8 Brander geblokkeerd Omschakeleenheid heeft positie niet bereikt. C9 Geen brandstoftransport Zuigmodule is te lang in continue werking. E0 Brander geblokkeerd Bruggen op de steekplaatsen 97 en 98 zijn niet ingestoken. Omschakeleenheid testen. Zuigleidingen op verstopping controleren en evt. verwijderen. Voor voldoende brandstof in de brandstofopslagplaats zorgen. Verwarmingsfirma verwittigen. 94

95 Storingen oplossen Storingsindicatie (vervolg) Storingscode op het display Gedrag van de installatie Storingsoorzaak Maatregel F9 Brander geblokkeerd Rooster heeft eindpositie niet bereikt. Storing bevestigen Als storing opnieuw optreedt, rooster controleren Rooster evt. reinigen FA Brander geblokkeerd Benaderingsschakelaar in pellettank is continu vuil. Benaderingsschakelaar reinigen. Zuigsondes/automatische omschakeleenheid manueel bedienen In het servicemenu omschakeleenheid kan voor elke zuigsonde zuigen en spoelen manueel ingesteld worden. Met d kan de zuigmodule worden ingeschakeld. De gewenste positie (witte pijl) en werkelijke positie (donkere pijl) moeten daartoe overeenkomen. Omschakeleenheid ES nulpunt ES Positie Drukschakelaar Kiezen met Afb Boven worden de 2 digitale ingangen van de omschakeleenheid weergegeven. Een pijl links ervan betekent dat de ingang geschakeld heeft resp. de positie bereikt is, d.w.z. dat er aan de ingang spanning is. Diagnose 95

96 Onderhoud Zekeringen Positie zie pagina 145. F10 T10A 250V 50/60 Hz Voedingskabel printplaat KSK F30 T5A 250V 50/60 Hz Voedingskabel printplaat HKK F20 T5A 250V 50/60 Hz Voedingskabel printplaat ZPK Batterij De batterij dient voor de stroomvoorziening voor het opslaan van de tijd en de datum bij stroomuitval. Positie zie pagina 145. Knoopcel, type CR2032, 3 V Vervangen: om de 5 jaar Veiligheidstemperatuurbegrenzer De veiligheidstemperatuurbegrenzer is een onderdeel van de verwarmingsketel. De veiligheidstemperatuurbegrenzer bevindt zich achter de bedieningseenheid van de verwarmingsketel. Opmerking Wanneer de veiligheidstemperatuurbegrenzer actief is geworden, moet u deze handmatig ontgrendelen. Activeren van de functie De veiligheidstemperatuursensor wordt actief wanneer de aanvoertemperatuur hoger wordt dan 100 C. Opheffen van de functie Instandhouding Opmerking Het terugstellen is pas mogelijk bij een aanvoertemperatuur van ca. 70 C.! Opgelet Wanneer het terugstellen niet plaatsvindt, wordt de werking van het veiligheidssysteem gehinderd en kan er schade aan de installatie optreden. Nadat de veiligheidstemperatuursensor is geactiveerd, de terugstelling van de thermische afvoerbeveiliging controleren. 96

97 Onderhoud Veiligheidstemperatuurbegrenzer (vervolg) 2. Groene knop van de veiligheidstemperatuurbegrenzer indrukken. U hoort een zacht klakken. De veiligheidstemperatuurbegrenzer is teruggesteld. 3. Afdekking A aan de bedieningseenheid opnieuw sluiten. 4. Te hoge temperatuur aan de bedieningseenheid van de regeling bevestigen met d. Afb. 55 A 1. Afdekking A aan de bedieningseenheid naar rechts schuiven. Sensoren Sensortype Pt1000: Aanvoertemperatuursensor Buffertemperatuursensor Retourtemperatuursensor Rookgastemperatuursensor Buitentemperatuursensor Stooklijn van de sensor uit de uitbreidingsset voor verwarmingscircuit met mengklep: Montagehandleiding uitbreidingsset Aansluiting Zie hoofdstuk Aansluit- en bedradingschema vanaf pagina 145. Sensoren controleren Rookgastemperatuursensor 1,75 1,25 0,75 0 A Temperatuur in C Afb. 56 Weerstand in kω Instandhouding A Afgebeeld gegevenspunt: weerstand van 1,1 kω bij een temperatuur van 25 C 97

98 Onderhoud Sensoren (vervolg) Overige sensoren 1,20 1,15 1,10 Weerstand in kω 1,05 1,00 0,95 0,90 0, Temperatuur in C Afb Betreffende stekker lostrekken. 2. Weerstand van de sensor aan de stekker meten. 3. Meetresultaat met werkelijke temperatuur vergelijken. Opvragen van de werkelijke temperatuur zie hoofdstuk Diagnose. Bij sterke afwijking montage controleren en eventueel sensor vervangen. Lambdasonde Voor de registratie van het resterende zuurstofgehalte in het rookgas. Lambdasonde controleren 1. Lambdasonde op verontreiniging en beschadigingen controleren en reinigen (zie pagina 65). 2. Aansluitkabel op beschadigingen controleren. Aanwijzingen De sonde mag niet met lak, was e.d. worden behandeld. De schroefdraad mag uitsluitend met speciaal voor lambdasonden aanbevolen vet worden ingevet. De lambdasonde krijgt de referentielucht via de aansluitkabel. Daarom moeten de aansluitstekkers steeds schoon en droog zijn en mogen ze niet met contactspray, corrosiewerende middelen enz. worden behandeld. De aansluitkabel mag niet met soldeertin worden behandeld, maar alleen gecrimpt, geklemd of vastgeschroefd worden. Instandhouding Lambdasonde afstellen 1. Sonde minstens 15 minuten buiten de verwarmingsketel zonder massacontact in de installatieruimte hangen. 2. Servicemenu aan regeling oproepen. 3. Met /~ menupunt Ketel selecteren. Met d bevestigen. Aansluiting 4. Met /~ menupunt O2-sonde afstellen kiezen. Met d bevestigen. De wachttijd van 3 minuten wordt in s weergegeven. Technische gegevens van de lambdasonde zie pagina 99. De lambdasonde is met stekker a:k aangesloten. (Zie hoofdstuk Aansluit- en bedradingschema vanaf pagina 145.) 98

99 Onderhoud Lambdasonde (vervolg) Technische gegevens van de lambdasonde Merk NGK, type OZAS-S1 Karakteristiek Zuurstofgehalte O2 in rookgas in % Afb. 58 Sondespanning Us in mv Meetpunt: Stekker a:k, nr. 3 en 4, zie pagina 149 Sondetype OZAS-S1 Toegestane omgevingstemperatuur bij opslag en transport C bij werking Elementpunt: C Buiten: C Uitbreidingsset voor verwarmingscircuit met mengklep Mengklepmontage bestelnr Wandmontage bestelnr Onderdelen: Mengklepmotor, met aansluitkabel Stekker voor aansluiting van de CV-pomp Aanvoertemperatuursensor (klemtemperatuursensor) Aanvoertemperatuursensor Aanvoertemperatuursensor Sensortype NTC 10 kω bij 25 C Beschermingsgraad Toegestane omgevingstemperatuur bij werking C bij opslag en transport C IP 53 conform EN te waarborgen door opbouw/ inbouw Instandhouding 99

100 Onderhoud Uitbreidingsset voor verwarmingscircuit met (vervolg) Karakteristiek 20 Weerstand in kω ,8 0,6 0, Temperatuur in C Afb. 59!! Ontstekingselement vervangen Opgelet Contactdraden van het ontstekingselement kunnen licht beschadigd worden door te buigen. Bij het insteken van het ontstekingselement en de stekker: de beschikbare contactopeningen gebruiken. Voorzichtig insteken. Tot de aanslag in elkaar steken. Opgelet Het ontstekingselement wordt door oververhitting beschadigd. Bij de start en de verwarming moeten de deur van de verbrandingskamer en het deksel op het ketellichaam altijd gesloten zijn. Als de deur van de verbrandingskamer of het deksel open zijn, wordt aan het ontstekingselement de nodige luchttoevoer onttrokken. Instandhouding 100

101 Onderdelenlijsten Overzicht van de modules Onderdelen Voor de bestelling van onderdelen zijn de volgende gegevens vereist: Serienummer (zie typeplaatje A) Module uit deze onderdelenlijst Positienummer van het onderdeel binnen de module (uit deze onderdelenlijst) A E D B A F C K G H L M Afb. 60 A Typeplaatje B Module bekleding voor verwarmingsketel met zuig- systeem en pellettank C Module bekleding voor verwarmingsketel met flexi- bele vijzel Module regeling Module pellettank Module flexibele vijzel Module invoer Module asreservoir Module verwarmingsketel D Module retourtemperatuurverhoging E Module overig F G H K L M 101

102 Onderdelenlijsten Module bekleding voor verwarmingsketel met zuigsysteem 0005 Onderdelen Afb

103 Onderdelenlijsten Module bekleding voor verwarmingsketel met (vervolg) Pos. Onderdeel 0001 Voorplaat 0002 Voorplaat boven 0003 Zijplaat rechts 0004 Achterplaat rechts 0005 Bovenplaat rechts 0006 Achterplaat links 0007 Zijplaat links 0008 Deur ontassing 0009 Bovenplaat links 0010 Scharnier met demper 0011 Fassonbout M Kantbescherming 0013 Set dwarsliggers basisketel 0014 Set ophangrails basisketel 0015 Set dwarsliggers zuigsysteem 0016 Set ophangrails zuigsysteem 18 en 24 kw: met 1 hoekelement (voor) kw: met 2 hoekelementen (achter en voor) 0017 Kabelbinder met spreidanker 210 x 4,7 Onderdelen 103

104 Onderdelenlijsten Module bekleding voor verwarmingsketel met flexibele worm Onderdelen Afb

105 Onderdelenlijsten Module bekleding voor verwarmingsketel met (vervolg) Pos. Onderdeel 0001 Voorplaat 0002 Voorplaat boven 0003 Zijplaat rechts 0004 Achterplaat rechts 0005 Zijplaat flexibele worm 0006 Bovenplaat flexibele worm 0007 Set dwarsliggers basisketel 0008 Set ophangrails basisketel 0009 Fassonbout M Kantbescherming 0011 Kabelbinder met spreidanker 210 x 4,7 Onderdelen 105

106 Onderdelenlijsten Module retourtemperatuurverhoging Onderdelen Afb

107 Onderdelenlijsten Module retourtemperatuurverhoging (vervolg) Pos. Onderdeel 0001 Spreiringen (set) 0002 Bevestigingsset mengklep en VC Mengklepmotor 0004 Mengklepinzetstuk 0005 Mengklepgreep voor DN O-ring voor mengklep 3+4 (slijtagegevoelig onderdeel) 0007 Pakkingring 50 x 3 voor mengklep (slijtagegevoelig onderdeel) 0008 Circulatiepomp Yonos PARA 0009 Kogelkraan Pakkingset A 32 x 44 x 2 (5 stuks) (slijtagegevoelig onderdeel) 0011 Pakkingset A 32 x 39 x 2 (5 stuks) (slijtagegevoelig onderdeel) 0012 Aansluitkabel ketelcircuitpomp 0013 Aansluitkabel ketelklep 0014 Aansluitleiding PWM signaal 0015 Isolatie retourtemperatuurverhoging 0016 Isolatie buizen 0017 Montagehandleiding retourtemperatuurverhoging Onderdelen 107

108 Onderdelenlijsten Module overig Onderdelen Afb

109 Onderdelenlijsten Module overig (vervolg) Pos. Onderdeel 0001 Steel voor borstel 0002 Reinigingsborstel (slijtagegevoelig onderdeel) 0003 Spuitbuslak vitozilver, spuitbus 150 ml 0004 Lakstift vitozilver 0005 Spuitbuslak antraciet, spuitbus 150 ml 0006 Montage- en servicehandleiding Vitoligno 300-C, kw 0007 Bedieningshandleiding Vitoligno 300-C, kw Onderdelen 109

110 Onderdelenlijsten Module regeling Onderdelen Afb

111 Onderdelenlijsten Module regeling (vervolg) Pos. Onderdeel 0001 Bedieningseenheid 0002 Opnamebehuizing 0003 Veiligheidstemperatuurbegrenzer 0004 Ribbelbuis DN Doorvoertule ovaal 0006 Kabeltule 0007 Zijdeel open 0008 Zijdeel open, lengte 90 mm 0009 Trekontlastingen 0010 Printplaat KSK Printplaat HKK Printplaat ZPK Voedingseenheid ketelcircuitregeling 0014 Timer aanvoermotor 0015 Bruggenset printplaten 0016 Aardingsbrug 0017 Batterij: Knoopcel, type CR2032, 3 V (slijtagegevoelig onderdeel) 0018 Zwakstroomzekeringen 0019 Stekkerset KSK laagspanning 0020 Stekkerset KSK 230 V 0021 Stekkerset HKK laagspanning 0022 Stekkerset HKK 230 V 0023 Stekkerset ZPK laagspanning 0024 Stekkerset ZPK 230 V 0025 Lambdasonde (slijtagegevoelig onderdeel) 0026 Aansluitkabel lambdasonde 0027 Aansluitkabel stappenmotor secundair 0028 Aansluitkabel stappenmotor primair 0029 Aansluitkabel roostermotor 0030 Aansluitkabel rooster bewaking 0031 Aansluitkabel ontassingsmotor 0032 Aansluitkabel ontstekingselement (slijtagegevoelig onderdeel) 0033 Aansluitkabel eindschakelaar ontassing 0034 Aanvoertemperatuursensor 0035 Retourtemperatuursensor 0036 Rookgastemperatuursensor 0037 Aansluitkabel invoerworm motor 0038 Aansluitkabel pelletsensor 0039 Temperatuursensor Pt Buitentemperatuursensor 0041 Aansluitkabel eindschakelaar reiniging 0042 Aardingskabel 0043 Afstandshouder (10 stuks) 0044 Afstandshouder Richco (4 stuks) 0045 Set afstandshouders 111 Onderdelen

112 Onderdelenlijsten Module pellettank Onderdelen Afb

113 Onderdelenlijsten Module pellettank (vervolg) Pos. Onderdeel 0001 Pakking pellettank (slijtagegevoelig onderdeel) 0002 Spansluiting 0003 Pelletsensor 0004 Zuigturbine 0005 Spiraalslang 50 x Bevestigingsset spiraalslang 0007 O-ring 30 x 3 (slijtagegevoelig onderdeel) 0008 Aansluitkabel zuigmodule incl. filter 0009 Pakking overgangsflens (slijtagegevoelig onderdeel) 0010 Pakking schepradsluis (slijtagegevoelig onderdeel) 0011 Aardingskabel 500 mm lang 0012 Adapter Onderdelen 113

114 Onderdelenlijsten Module flexibele worm Onderdelen Afb

115 Onderdelenlijsten Module flexibele worm (vervolg) Pos. Onderdeel 0001 Draaiverstelling 0002 Draai-eenheid 0003 Reductiemotor 0004 Flexibele spiraal 3 m 0005 Flexibele spiraal 4 m 0006 Motoras 0007 Schijven draai-eenheid 0008 Slang 3 m 0009 Slang 4 m 0010 Slangsteun 0011 Pelletsensor 0012 Spiraalbevestigingslus 0013 As spiralen 0014 Spindelafdichting 28 x 40 x 6 (slijtagegevoelig onderdeel) 0015 Slangklem 0016 Lagersteun 0017 Revisiedeksel draaiverstelling 0018 Pakking revisiedeksel (slijtagegevoelig onderdeel) 0019 Pakking draaiverstelling (slijtagegevoelig onderdeel) 0020 Aansluitkabel invoermotor 0021 Adapter Onderdelen 115

116 Onderdelenlijsten Module invoer 0006 Onderdelen Afb

117 Onderdelenlijsten Module invoer (vervolg) Pos. Onderdeel 0001 Invoereenheid compleet 0002 Wormeenheid invoer 0003 Kettingwielset invoer (slijtagegevoelig onderdeel) 0004 Pakkingset invoer (slijtagegevoelig onderdeel) 0005 Glijlager en bevestigingselementen (slijtagegevoelig onderdeel) 0006 Vlakkereductiemotor 0007 Steunschroef Onderdelen 117

118 Onderdelenlijsten Module asreservoir Onderdelen Afb

119 Onderdelenlijsten Module asreservoir (vervolg) Pos. Onderdeel 0001 Asreservoir 0002 Uittrekbare handgreep 0003 Pakking 12 x 12 (slijtagegevoelig onderdeel) 0004 Spansluiting 0005 Spanbeugelafsluiting 0006 Schaalvormige handgreep 0007 Set wieltjes 0008 Set rubberen poten (slijtagegevoelig onderdeel) Onderdelen 119

120 Onderdelenlijsten Module asreservoir Onderdelen 120

121 Overzicht verwarmingsketel Onderdelenlijsten Onderdelen Afb Isolatie verwarmingsketel 0002 Rookgasuitvoer 0003 Verbrandingskamer 0004 Luchtinlaat en aandrijving reiniging 0005 Ontsteking en deur verbrandingskamer 0006 Ontassing 121

122 Onderdelenlijsten Module isolatie verwarmingsketel 0001 Onderdelen Afb

123 Onderdelenlijsten Module isolatie verwarmingsketel (vervolg) Pos. Onderdeel 0001 Isolatiemat revisiedeksel 0002 Isolatiemat boven 0003 Set isolatie Onderdelen 123

124 Onderdelenlijsten Rookgasuitlaat (18 en 24 kw) Onderdelen Afb

125 Onderdelenlijsten Rookgasuitlaat (18 en 24 kw) (vervolg) Pos. Onderdeel 0001 Koelerbehuizing 0002 Radiaalventilator (slijtagegevoelig onderdeel) 0003 Isoleernippel 0004 Dompelhuls rookgastemperatuursensor 0005 Pakking rookgasventilator (slijtagegevoelig onderdeel) 0006 Revisiedeksel boven 0007 Pakking 16 x 12 (slijtagegevoelig onderdeel) 0008 Isolatieblok (slijtagegevoelig onderdeel) 0009 Dompelhuls 1/2" di=6, Scheidingsplaat rookgaskast (slijtagegevoelig onderdeel) 0011 Veer voor kabels Onderdelen 125

126 Onderdelenlijsten Rookgasuitlaat (32 48 kw) Afb Onderdelen 126

127 Onderdelenlijsten Rookgasuitlaat (32 48 kw) (vervolg) Pos. Onderdeel 0001 Koelerbehuizing 0002 Radiaalventilator (slijtagegevoelig onderdeel) 0003 Isoleernippel 0004 Dompelhuls rookgastemperatuursensor 0005 Pakking rookgasventilator (slijtagegevoelig onderdeel) 0006 Revisiedeksel boven 0007 Pakking 16 x 12 (slijtagegevoelig onderdeel) 0008 Isolatieblok (slijtagegevoelig onderdeel) 0009 Dompelhuls 1/2" di=6, Scheidingsplaat rookgaskast (slijtagegevoelig onderdeel) 0011 Veer voor kabels 0012 Isolatiesteen (slijtagegevoelig onderdeel) Onderdelen 127

128 Onderdelenlijsten Verbrandingskamer Onderdelen Afb

129 Onderdelenlijsten Verbrandingskamer (vervolg) Pos. Onderdeel 0001 Vuurhaardsteen (slijtagegevoelig onderdeel) 0002 Bovenste steen verbrandingskamer (slijtagegevoelig onderdeel) 0003 Middelste steen verbrandingskamer (slijtagegevoelig onderdeel) 0004 Onderste steen verbrandingskamer (slijtagegevoelig onderdeel) 0005 Ronde pakking (slijtagegevoelig onderdeel) 0006 Pakking roosterplaat (slijtagegevoelig onderdeel) 0007 Lamellenrooster (slijtagegevoelig onderdeel) 0008 Set afstandsbussen 0009 Pakking bodem verbrandingskamer (slijtagegevoelig onderdeel) Onderdelen 129

130 Onderdelenlijsten Aandrijfeenheid Onderdelen Afb

131 Onderdelenlijsten Aandrijfeenheid (vervolg) Pos. Onderdeel 0001 Stappenmotor 0002 Aandrijfeenheid luchtklep 0003 Pakking GF 9 x 7, L=2000 (slijtagegevoelig onderdeel) 0004 Synchrone motor 0005 Microschakelaar 30 V, 5 A 0006 Aandrijving lamellenrooster 0007 Pakking roosteraandrijving (slijtagegevoelig onderdeel) 0008 Kettingwielset aandrijfeenheid ontassing (slijtagegevoelig onderdeel) 0009 Lagerset (slijtagegevoelig onderdeel) 0010 Pakking aandrijfeenheid ontassing (slijtagegevoelig onderdeel) 0011 Isoleerbouten 0012 Houder microschakelaar Onderdelen 131

132 Onderdelenlijsten Ontsteking en deur verbrandingskamer Onderdelen Afb

133 Onderdelenlijsten Ontsteking en deur verbrandingskamer (vervolg) Pos. Onderdeel 0001 Deur vuurhaard 0002 Isolatieblok voor (slijtagegevoelig onderdeel) 0003 Pakking 16 x 12 (slijtagegevoelig onderdeel) 0004 Isolatieblok deur (slijtagegevoelig onderdeel) 0005 Ontstekingsbuiseenheid 0006 Pakkingset ontstekingsbuiseenheid (slijtagegevoelig onderdeel) 0007 Ontstekingselement (slijtagegevoelig onderdeel) 0008 Pakking revisiedeksel (slijtagegevoelig onderdeel) 0009 Set drukveren Onderdelen 133

134 Onderdelenlijsten Ontassing Onderdelen Afb

135 Onderdelenlijsten Ontassing (vervolg) Pos. Onderdeel 0001 Wirbulator (slijtagegevoelig onderdeel) 0002 Reinigingswip 0003 Flensbus 18 x 30 (slijtagegevoelig onderdeel) 0004 Aandrijfeenheid reinigingswip 0005 Astrog achter 0006 Astrog rooster 0007 Opzetplaat rooster astrog 0008 Worm 0009 Revisiedeksel ontassing 0010 Pakkingset ontassingsdeksel (slijtagegevoelig onderdeel) 0011 Pakking 16 x 12 (slijtagegevoelig onderdeel) 0012 Stelpoot Onderdelen 135

136 Functiebeschrijving Indicaties en bedieningselementen Display A B C START STOP Afname buffer Ketel Verwarming Warm water Informatie Kiezen met ( Functies Afb. 78 A B C Weergave van de werkingsfase Start-stop-toets Dialoogregel Terug-toets Een stap in het menu teruggaan of een begonnen instelling annuleren. d Cursortoetsen In het menu bladeren of waarden instellen. Keuze bevestigen of de ingevoerde instelling bewaren. Helptekst bij het gekozen menupunt oproepen Uitgebreid menu oproepen. Functie van de start-stop-toets Start-stop-toets: Brandt niet Brandt Knippert Verwarmingsketel is uit, geen vorstbescherming. Verwarmingsketel is in gereedheid en start automatisch na verzoek of verwarmingsketel is in werking. Verwarmingsketel is in uitbrand. of Externe vraag via codeeradres 44 werd geactiveerd. Opmerking De start-stop-toets is bij aansluiting van een extern bedieningsapparaat gedeactiveerd. De verwarmingsketel kan enkel via het externe apparaat in- en uitgeschakeld worden. Langzaam knipperen Snel knipperen Contact op stekker smö gesloten Er is een externe vraag. Contact op stekker smö geopend Er is geen vraag. 136

137 Functiebeschrijving Indicaties en bedieningselementen (vervolg) Functie van de hoofdschakelaar van het toestel Functies Afb. 79 A Achter de afdekking A bevindt zich de resetknop (groen) voor de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de hoofdschakelaar van het toestel. De hoofdschakelaar van het toestel dient om de regeling spanningsvrij te schakelen. De nettoevoerleiding wordt zo niet uitgschakeld. In de regelingsbehuizing bevinden zich na het uitschakelen nog steeds onderdelen die spanning geleiden. Gevaar Spanningsgeleidende onderdelen kunnen gevaarlijke letsels veroorzaken. Bij onderhoudswerkzaamheden de volledige installatie spanningsvrij schakelen en controleren of er geen spanning meer is. Regelingsfuncties Zonnecircuitregeling De zonnecircuitpomp wordt via het temperatuurverschil tussen het zonnecircuit en de warmwaterbereiding (codering 6E) gestuurd. Als het temperatuurverschil tussen het zonnecircuit en het warm water groter is dan ingesteld, worden pomp en mengklep voor de lading van het warm water door het zonnesysteem geactiveerd. De werkelijke temperatuur van de collector moet hoog genoeg zijn. Het warm water wordt geladen aan de volgende voorwaarden voldaan is: maximale temperatuur warm water (codering 6F) wordt bereikt. Of temperatuurverschil tussen zonnesysteem en warmwaterbereiding (codering 6E) is kleiner dan ingesteld. In beide gevallen wordt gecontroleerd of het temperatuurverschil tussen het zonnesysteem en de verwarmingswaterbuffer (codering 70) groter is dan ingesteld. 137

138 Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Verwarmingscircuitregeling Functies Korte beschrijving De gewenste aanvoertemperatuur van elk verwarmingscircuit wordt door de volgende parameters bepaald: Buitentemperatuur Gewenste kamertemperatuur Modus Steilheid en niveau van de stooklijn De aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits wordt door stapsgewijs openen of sluiten van de mengklep geregeld. De aansturing van de mengklepmotor verandert de regel- en pauzetijden afhankelijk van het regelverschil (regelafwijking). Codeeradressen die invloed hebben op de verwarmingscircuitregeling: A0 FB. Zie voor beschrijving overzicht van de coderingen. Functies De aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits wordt geregistreerd door de aanvoertemperatuursensor. Voorbeeld met de instellingen bij levering Tijdprogramma De schakelklok van de regeling schakelt overeenkomstig de geprogrammeerde tijden in het programma Verwarmen tussen kamerverwarming met normale kamertemperatuur en kamerverwarming met gereduceerde kamertemperatuur. Elke modus heeft zijn eigen gewenste niveau. Buitentemperatuur Voor afstemming van de regeling op het gebouw en de verwarmingsinstallatie moet een stooklijn worden ingesteld. Zie hoofdstuk Stooklijnen instellen. Het verloop van de stooklijn bepaalt de gewenste aanvoertemperatuur in relatie de buitentemperatuur. Er wordt geregeld volgens de gemiddelde buitentemperatuur. Deze wordt samengesteld uit de werkelijke en gecorrigeerde buitentemperatuur. 90 Ketelwatertemperatuur/ Aanvoertemperatuur in C Gewenste kamertemperatuur in C 30 A B Buitentemperatuur in C Afb. 80 A Stooklijn voor werking op normale kamertemperatuur B Stooklijn voor werking op gereduceerde kamertemperatuur 138

139 Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Kamertemperatuur In combinatie met afstandsbediening en kamertemperatuurbijschakeling (codeeradres B0 ): de kamertemperatuur heeft ten opzichte van de buitentemperatuur een grotere invloed op de gewenste aanvoertemperatuur (wijziging via codeeradres B2 ). Tapwatertemperatuur De voorrangsschakeling van de boilerverwarming kan voor elk verwarmingscircuit afzonderlijk ingesteld worden. Instelling via codering A2, groep verwarming voor elk verwarmingscircuit. Zo kan bepaald worden voor welk verwarmingscircuit de voorrangsschakeling tijdens de boilerverwarming van toepassing is. Met voorrangsschakeling: tijdens de boilerverwarming wordt de gewenste aanvoertemperatuur van het desbetreffende verwarmingscircuit op 0 C ingesteld. De mengklep sluit. De CV-pomp wordt uitgeschakeld. Zonder voorrangsschakeling: De CV-pomp blijft met ongewijzigde instelling draaien. Met gereduceerde voorrangsschakeling: tijdens de boilerverwarming wordt de gewenste aanvoertemperatuur van de desbetreffende verwarmingscircuits op de gewenste waarde van de gereduceerde werking ingesteld. Regeling van de aanvoertemperatuur CV-pomplogica (spaarschakeling) De CV-pomp wordt uitgeschakeld (gewenste aanvoertemperatuur op 0 C gezet) als de buitentemperatuur de via codeeradres A5 ingestelde waarde overschrijdt. Uitgebreide spaarschakeling De CV-pomp wordt uitgeschakeld en de gewenste aanvoertemperatuur wordt op 0 C gezet als aan een van de volgende criteria is voldaan: de buitentemperatuur overschrijdt de via codeeradres A6 ingestelde waarde. Een verlaging van de gewenste kamertemperatuur vindt plaats via codeeradres A9. De mengklep is gedurende 12 minuten dicht (mengklep-spaarfunctie, codeeradres A7 ). De werkelijke kamertemperatuur overschrijdt de via codeeradres B5 ingestelde waarde Vorstbescherming Bij buitentemperaturen onder +1 C wordt een aanvoertemperatuur van min. 10 ºC gegarandeerd. Omschakeling zie codeeradres A3, variabele vorstbeschermingsgrens. Functies Aanvoertemperatuur in C Gew. ruimtetemperatuur in C ,0 3,2 3,4 2,6 2,8 2,4 2,2 2,0 1,8 Steilheid 1,6 1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 C B A Buitentemperatuur in C Afb

140 Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Functies Voorbeeld voor buitentemperatuur 14 C: A Vloerverwarming, steilheid 0,2 0,8 B Lagetemperatuurverwarming, steilheid 0,8 1,6 C Verwarmingsinstallatie met ketelwatertemperatuur boven 75 C, steilheid 1,6 2,0 Regelbereikgrens boven Elektronische maximumtemperatuurbegrenzing Instelbereik: C wijziging via codeeradres C6. Opmerking De begrenzing van de maximumtemperatuur is geen vervanging voor de temperatuurbewaker van de vloerverwarming. Temperatuurbewaker voor vloerverwarming: De temperatuurbewaker schakelt bij een overschrijding van de ingestelde waarde de CV-pomp uit. De aanvoertemperatuur daalt in deze situatie maar langzaam, d.w.z. het automatisch inschakelen kan enkele uren duren. Regelbereikgrens onder Elektronische minimumtemperatuurbegrenzing Instelbereik: C Wijziging via codeeradres C5. Alleen bij werking met normale kamertemperatuur actief. Boilertemperatuurregeling Korte beschrijving De boilertemperatuurregeling is een constante regeling. Voor de boileropwarming vindt deze door het inen uitschakelen van de circulatiepomp plaats. Tijdens de boilerverwarming wordt de kamerverwarming uitgeschakeld. Bij actieve boilervoorrangsschakeling, zie codering A2, groep verwarming. Codeeradressen die invloed hebben op de boilertemperatuurregeling: 0C, 0D(groep warm water) A2 (groep verwarming) Zie voor beschrijving overzicht van de coderingen. Functies Tijdprogramma Er kan een automatisch of een individueel tijdprogramma voor de tapwaterverwarming en de circulatiepomp worden gekozen. In het individuele tijdprogramma kunnen via de schakelklok max. 4 periodes per dag voor de tapwaterverwarming en 4 periodes voor de circulatiepomp worden ingesteld. Een eenmaal begonnen boilerverwarming wordt onafhankelijk van het tijdprogramma het einde voltooid. Voorrangsschakeling De voorrangsschakeling van de boilerverwarming kan voor elk verwarmingscircuit afzonderlijk ingesteld worden. Met voorrangsschakeling: (Codering 2 A2:2, groep verwarming): tijdens de boilerverwarming wordt de gewenste aanvoertemperatuur op 0 ºC gezet. De mengklep sluit en de CV-pomp wordt uitgeschakeld. Met voorrangsschakeling: (Codering 2 A2:1, groep verwarming): tijdens de boilerverwarming wordt de gewenste aanvoertemperatuur op 0 ºC gezet. De mengklep sluit, de CV-pomp loopt. Enkel mogelijk bij bedrading van het verwarmingscircuit op de interne printplaat van de verwarmingsketel. Bij gebruik van een uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit wordt de CV-pomp uitgeschakeld. Met gereduceerde voorrangsschakeling: (Codering 2 A2:3, groep verwarming) De CV-pomp blijft ingeschakeld. Zolang de gewenste aanvoertemperatuur tijdens de boilerverwarming niet wordt bereikt, wordt de gewenste aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit verlaagd de gewenste waarde van de gereduceerde werking. De gewenste aanvoertemperatuur wordt door de volgende parameters bepaald: Buitentemperatuur Verschil tussen gewenste en werkelijke ketelwatertemperatuur Steilheid en niveau van de stooklijn Zonder voorrangsschakeling: (Codering A2:0, groep verwarming) De CV-pomp blijft met ongewijzigde instelling draaien. Gewenste tapwatertemperatuur 140 De gewenste tapwatertemperatuur is instelbaar van C. Via het menu kan het gewenste gebied worden uitgebreid.

141 Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Tapwatercirculatiepomp De circulatiepomp transporteert op instelbare tijden warm water naar de tappunten. Op de schakelklok kunnen max. 4 periodes worden ingesteld. Installatie met Vitosolic Via codeeradres 67 kan een 2e gewenste tapwatertemperatuur worden ingesteld. Boven deze waarde is de nalaadonderdrukking door de verwarmingsketel actief. De warmwaterboiler wordt alleen door het zonnesysteem verwarmd. Regelverloop De circulatiepomp voor de boilerverwarming wordt ingeschakeld, als het verschil tussen buffertemperatuur (sensor boven) en werkelijke boilertemperatuur groter is dan de instelwaarde (codeeradres 0C ). De circulatiepomp voor de boileropwarming wordt uitgeschakeld, als de ketelwater-/buffertemperatuur (sensor boven) lager ligt dan de werkelijke boilertemperatuur met het verschil uit de waarden van codeeradres 0C. Warmwaterboiler wordt koud (gewenste waarde 10 K): Pomp aan: Van de ketelwatertemperatuur afhankelijke inschakeling van de circulatiepomp voor de boilerverwarming (codering 61:0 ): De circulatiepomp wordt ingeschakeld als de ketelwatertemperatuur hoger is dan de tapwatertemperatuur. Warmwaterboiler is warm: Pompnaloop: Als de verwarmingsketel in werking is, loopt de circulatiepomp na een boilerverwarming na een van de volgende criteria bereikt is: Het verschil tussen ketelwater- en tapwatertemperatuur is te laag (codering 0C, groep warm water) De gewenste tapwatertemperatuur wordt overschreden. Functies Estrikdroging Met de estrikfunctie is de droging van estrik mogelijk. Daarbij de gegevens van de estrikproducent respecteren. Bij geactiveerde estrikfunctie wordt de CV-pomp ingeschakeld en de aanvoertemperatuur op het ingestelde profiel gehouden. Na afloop (30 dagen) wordt het verwarmingscircuit met mengklep automatisch met de ingestelde parameter geregeld. EN 1264 in acht nemen. Het protocol dat door de verwarmingsmonteur wordt opgesteld, moet de volgende informatie over het verwarmen bevatten: Temperatuurprofiel 1 (EN ), codering F1:1 Aanvoertemperatuur C Afb Dagen Verwarmgegevens met de desbetreffende aanvoertemperaturen Bereikte maximale aanvoertemperatuur Bedrijfstoestand en buitentemperatuur bij overdracht Verschillende temperatuurprofielen zijn via codeeradres F1 instelbaar. Na stroomuitval of uitschakelen van de regeling wordt de functie voortgezet. Als de estrikdroging is beëindigd is of de codering F1:0 handmatig wordt ingesteld, wordt Verwarmen en warm water ingeschakeld. 141

142 Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Temperatuurprofiel 2 (ZV parket- en vloertechniek) codering F1:2 Aanvoertemperatuur C Dagen Afb. 83 Functies Temperatuurprofiel 3, codering F1:3 Aanvoertemperatuur C Afb Dagen Temperatuurprofiel 4, codering F1:4 Aanvoertemperatuur C Dagen Afb. 85 Temperatuurprofiel 5, codering F1:5 Aanvoertemperatuur C Afb Dagen Temperatuurprofiel 6, codering F1:6 Aanvoertemperatuur C Dagen Afb

143 Zuigtransportsysteem Functiebeschrijving Een onderdruksysteem transporteert de pellets door de aansluiting van de ruimteverspreiding of van de pelletsilo naar de pellettank aan de verwarmingsketel. Transport Als de aanvoermotor loopt, wordt de tijd waarin de motor is ingeschakeld, geregistreerd. Uit die tijd wordt bepaald welke pellethoeveelheid is verbrand en wanneer het volgende transportproces moet worden ingeleid. Bovendien moet de pelletsensor in de pellettank bevestigen dat een nieuw pellettransport nodig is. Als aan het bedieningsgedeelte van de regeling individuele transporttijden zijn geconfigureerd, kan een transport alleen in de vrijgegeven periodes worden ingeleid. Indien nodig, wordt op het einde van de vrijgegeven periode door de pelletsensor een transport ingeleid. De pellettank wordt nog een keer volledig gevuld. Als het transport ingeleid werd, wordt de zuigmodule eerst geactiveerd. Pellets die uit het vorige transport in het leidingsysteem zijn achtergebleven, worden verwijderd. Daarna wordt de pulswerking voor de verspreiding uit de pelletopslagplaats gestart. Functies Verloopdiagram van de pelletverwarming A A B C D E F G Rookgasventilator ra1 ra2 ra3 A ra4 Ontstekingselement Aanvoermotor e1 e2 Luchtkleppen z l1 l2 l3 l4 l5 Nageschakeld verwarmingsoppervlak reiniging en Roosteroppervlak reiniging w1 r1 Afb

144 Functiebeschrijving Verloopdiagram van de pelletverwarming (vervolg) Functies A' Inleiding branderstart A Spoelfase B Begin ontstekingsfase C Ontsteking D 2e ontstekingsfase E Regelwerking F Stop G Rusttoestand A Vermogensgeregeld ra1 Spoeltoerental ra2 Ontstekingstoerental ra3 Toerental 2e ontstekingsfase ra4 Stoptoerental e1 Registratie vultijd e2 Registratie 2e ontstekingsfase z Ontsteking aan l1 Luchtkleppen kalibreren l2 Luchtkleppen spoelpositie l3 Luchtkleppen ontstekingsstand l4 Luchtkleppen 2e ontstekingsfase (geregeld) l5 Luchtkleppen stoppositie w1 Reiniging nageschakelde verwarmingsoppervlakken r1 Roosterreiniging 144

145 1 2 Positie van de printplaten A Printplaten in de aansluitruimte van de regeling Overzicht van de printplaten ZPK Extra printplaat: Sturing van het brandstoftoevoer- en reinigingssysteem HKK Verwarmingscircuit-printplaat: Sturing van de verwarmingscircuits, tapwaterverwarming en zonnesysteem KSK Hoofdprintplaat: branderautomaat, voeding, KM- BUS, CAN-BUS, buffertemperatuursensoren, sturing van de automatisch geregelde retourtemperatuurverhoging Afb. 89 A PE N PE N PE N PE N PE N PE N PE N L L L L L L 5 GND AI 13V 13V M 1 ~ M 1 ~ M 1 ~ M 1 ~ M 1 ~ M 1 ~ M 1 ~ DI Aansluit- en bedradingschema Aansluit- en bedradingschema Aanhangsel ZPK 2.02 HKK 2.01 KSK DI + DI3 DI2 DI1 + DI + DI + GND V/20mA V/20mA AI mA GND mA AO E RFI D B C Afb. 90 B Zekering F20 C Zekering F30 D Zekering F10 E Batterij 145

146 Aansluit- en bedradingschema Aansluit- en bedradingschema (vervolg) Printplaat ZPK 2.02 Aanhangsel A B Afb. 91 C sxg Eindschakelaar ontassing sva Veiligheidseindschakelaar silodeur svj Niveau brandstofopslagplaats svk Pelletsensor (tank) sbö Eindschakelaar pelletomschakeleenheid sba Overvulbeveiliging pelletaanzuiging smö Externe vraag s;ö Externe vermogensinvoer s;g Reserve Toekenning klemmen stekker sbö: 1: 24 V+ 2: Ingang nulpunt 3: Ingang positie 4: Niet bezet s;a Vermogensmelding s:j Eindpositieschakelaar lamellenrooster A Brug voor parametrering uitgang s;ö, toestand bij levering: open B Brug voor parametrering uitgang s;a, toestand bij levering: open C Brug voor PWM-signaal, toestand bij levering: gesloten Voor de werking hiermee rekening houden: Als bij s;ö en s;a een stroomsignaal gewenst is, brug A/B sluiten. Aanwijzingen bij de bruggen Brug A voor uitgang s;g 20 ma Brug open: Spanningssignaal V 20 ma Brug gesloten: Stroomsignaal ma Brug B voor uitgang s;ö 20 ma Brug open: Spanningssignaal V 20 ma Brug gesloten: Stroomsignaal ma Brug C voor uitgang s;a 0-10 V Brug boven: Spanningssignaal V 0-10 V Brug beneden: PWM-signaal PWM PWM 146

147 Aansluit- en bedradingschema Aansluit- en bedradingschema (vervolg) Aanhangsel Afb. 92 s-ö Verbinding naar printplaat HKK 2.01 sya Lamellenrooster sys Ontassingsvijzel syd Invoerworm syf Zuigturbine *8 syg Aandrijfmotor pelletomschakeleenheid syh Motor flexibele vijzel *8 syk Uitvoerworm (motor) *8 syl Externe toevoer (potentiaalvrij) Toekenning klemmen stekker syg: 1: Bewegingsrichting omschakeleenheid naar rechts 2: Bewegingsrichting omschakeleenheid naar links *8 Standaardaansluiting: Is bij pellettransport met zuigmodule en bij pellettransport met flexibele vijzel nodig. 147

148 Aansluit- en bedradingschema Aansluit- en bedradingschema (vervolg) Printplaat HKK 2.01 L M 1 ~ Aanhangsel M 1 ~ M 1 ~ PE N L PE N L PE N GND AI GND AI GND AI GND AI GND AO mA mA Afb. 93 A d-a Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit 1 d-s Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit 2 of boilertemperatuursensor d-d Boilertemperatuursensor of collectortemperatuursensor of aanvoertemperatuursensor Verwarmingscircuit 3 d-f Boilertemperatuursensor zonne-energie d;ö Opgegeven toerental voor zonnecircuitpomp A Brug voor parametrering uitgang d;ö, toestand bij levering: gesloten (PWM), zonnecircuitpomp Opmerking De toekenning van de steekplaatsen op deze printplaat kan afhankelijk van de installatie variëren. Installatiespecifieke toekenning van de steekplaatsen: Installatievoorbeelden Afb. 94 Y1 Y2 PE N PE N Y1 Y2 PE N PE N N PE Y1 Y2 PE s-ö Verbinding naar printplaat ZPK 2.02 en KSK 2.03 dyö Pomp verwarmingscircuit 1 dya Klep verwarmingscircuit 1 dxö Pomp verwarmingscircuit 2 of Boilerlaadpomp dxa Klep Verwarmingscircuit 2 of circulatiepomp (Y2) dcö Circulatiepomp voor de boilerverwarming of pomp Verwarmingscircuit 3 of zonnecircuitpomp dca Circulatiepomp warm water (Y2) of klep verwarmingscircuit 3 of omschakelklep zonnesysteem N Opmerking De toekenning van de steekplaatsen op deze printplaat kan afhankelijk van de installatie variëren. Installatiespecifieke toekenning van de steekplaatsen: Installatievoorbeelden 148

149 Netaansluiting tapwatercirculatiepomp Tapwatercirculatiepompen met zelfstandige functies direct op 230 V aansluiten. De netaansluiting via de Viessmann-regeling of Viessmann-regelingsaccessoires is niet toegelaten. Printplaat KSK 2.03 M M DI + DI + DI + GND DI + GND AI mA mA GND AO AI GND 13V 13V GND mA AO mA GND AI GND AI 4 Aansluit- en bedradingschema Aansluit- en bedradingschema (vervolg) Aanhangsel Afb. 95 A! Buitentemperatuursensor *8? Aanvoertemperatuursensor ) Buffertemperatuursensoren *8 ag Rookgastemperatuursensor aj Retourtemperatuursensor sl Ketelcircuitpomp *8 slb Toerental ketelcircuitpomp *8 ksa Reinigen nageschakelde verwarmingsoppervlakken eindpositie lj Brug ingebouwd lk Brug ingebouwd a-öa Toerentalretour rookgasventilator a-öb Toerental rookgasventilator avg KM-BUS a:k Lambdasonde s-d Primaireluchtkleppen stappenmotor s-da Primaireluchtkleppen stappenmotor s-f Secundaireluchtkleppen stappenmotor s-fa Secundaireluchtkleppen stappenmotor CAN CAN-bus A Brug, CAN afsluitweerstand. Toestand bij levering: gesloten, voor Virol 350 *8 Standaardaansluiting: Is bij pellettransport met zuigmodule en bij pellettransport met flexibele vijzel nodig. 149

150 VTB HS Aansluit- en bedradingschema Aansluit- en bedradingschema (vervolg) N MAX 250VAC/5A N PE L VTB PE N VTB L LHS NHS 1 PE 2 1 PE 2 L N PE L N PE PE 1 2 PE N L PE N N M 1 ~ MAX 250VAC/5A M 1 ~ Aanhangsel Y1Y2 PE PE N Y1Y2 PE N M 1 ~ Afb. 96 sl Ketelcircuitpomp fö Netaansluiting 230 V, 50 Hz *8 göa Algemene storingsmelding gf Ontsteking jl Vrijgave extra warmtegenerator ks Reiniging nageschakelde verwarmingsoppervlakken a-ö Rookgasventilator abö Veiligheidstemperatuurbegrenzer en hoofdschakelaar abs Laagwaterstandbeveiliging abd Waterdrukbeveiliging a;a Reserve a;s Mengklepmotor retourtemperatuurverhoging *8 s-ö Verbinding naar printplaat HKK 2.01 *8 Standaardaansluiting: Is bij pellettransport met zuigmodule en bij pellettransport met flexibele vijzel nodig. 150

151 Protocollen Protocollen Eerste inbedrijfstelling Onderhoud/service Onderhoud/service op: door: Onderhoud/service Onderhoud/service Onderhoud/service op: door: Onderhoud/service Onderhoud/service Onderhoud/service Aanhangsel op: door: Onderhoud/service Onderhoud/service Onderhoud/service op: door: Onderhoud/service Onderhoud/service Onderhoud/service op: door: 151

152 Technische gegevens Technische gegevens Nominaal vermogensbereik kw Nominale spanning V 230 Nominale frequentie Hz 50 Nominale stroom A 10 Vermogensopname (rekenkundig gemiddelde) W 120 Beschermingsklasse I Beschermingsgraad volgens EN 60529, door opbouw/ inbouw te garanderen IP 20 Werking conform EN Type 1 B Toegestane omgevingstemperatuur bij werking (gebruik in woningen en verwarmingsruimtes, normale omgevingsvoorwaarden) C bij opslag en transport C Aanhangsel Nominale belasting van de relaisuitgangen bij 230 V CV-pompen A 4 (2) *9 Circulatiepomp voor de boilerverwarming A 4 (2) *9 Zonnecircuitpomp, alternatief voor CV-pomp M2 A 4 (2) *9 Tapwatercirculatiepomp A 4 (2) *9 Algemene storingsmelding A 4 (2) *9 Mengklepmotor A 0,2 (0,1) *9 Uitvoermotor ruimteverspreiding/silo, mol W max. 200 Vereiste opvoerdruk (bij volledige belasting) Pa mbar 0,05 0,05 0,05 0,05 0,05 Max. toegel. opvoerdruk *10 Pa Rookgas *11 Gemiddelde temperatuur (bruto) *12 mbar 0,15 0,15 0,15 0,15 0,15 bij hoogste nominale vermogen C bij deellast (30 % van het hoogste nom. vermogen) C CO 2 -gehalte in het rookgas bij hoogste nominale vermogen bij deellast (30 % van het hoogste vermogen) Massastroom Volume-% Volume-% bij hoogste nominale vermogen kg/h bij deellast (30 % van het hoogste nom. vermogen) kg/h De verwarmingsketel voldoet aan de grenswaarden conform EN CE-label volgens machinerichtlijn CE Ketelklasse volgens DIN EN 303-5: *9 Totaal max. 4 *10 In de schoorsteen moet een bijluchtinrichting (trekbegrenzer) worden ingebouwd. *11 Rekenwaarden voor de dimensionering van de rookgasinstallatie volgens DIN EN *12 Gemeten rookgastemperatuur als gemiddelde brutowaarde volgens DIN EN 304 bij 20 C verbrandingsluchttemperatuur. 152

153 Technische gegevens Technische gegevens (vervolg) Nominaal vermogensbereik kw Afmetingen verwarmingsketel Hoogte mm Breedte (zonder pellettank of aansluiteenheid flexibele vijzel) mm Diepte (met ventilatormotor) mm Totaal gewicht verwarmingsketel met isolatie kg met isolatie en pellettank kg met isolatie en aansluiteenheid flexibele vijzel kg Aanhangsel 153

154 Afvalverwijdering Definitieve buitenbedrijfstelling en verwijdering De producten van Viessmann kunnen gerecycleerd worden. Componenten en bedrijfsstoffen van uw verwarmingsinstallatie horen niet thuis in het huisvuil. Voor de buitenbedrijfstelling de installatie spanningsvrij schakelen en de componenten evt. laten afkoelen. Alle componenten moeten deskundig verwijderd worden. Aanhangsel 154

155 Verklaringen Conformiteitsverklaring Vitoligno 300-C, type VL3C, kw Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid dat het volgende product in overeenstemming is met de bepalingen van de volgende richtlijnen en verordeningen: 2006/42/EG 2014/35/EU 2014/30/EU Machinerichtlijn Laagspanningsrichtlijn EMC-richtlijn Toegepaste normen: EN 303-5:2012 EN :2011 EN : Ber.:2008 EN 55011:2011 EN :2012 EN : A1:2010 EN :2012/AC:2014 EN 62233: Ber.:2008 Overeenkomstig de bepalingen van de genoemde richtlijnen wordt dit product met gekenmerkt: Aanhangsel Allendorf, 30 juni 2016 Viessmann Werke GmbH & Co. KG ppa. Manfred Sommer 155

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Pellettoevoer met flexibele worm. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-P

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Pellettoevoer met flexibele worm. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-P Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Pellettoevoer met flexibele worm voor Vitoligno 300-P Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Pellettoevoer met flexibele worm. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. voor Vitoligno 300-P

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Pellettoevoer met flexibele worm. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. voor Vitoligno 300-P Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Pellettoevoer met flexibele worm voor Vitoligno 300-P Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S Montagehandleiding voor de vakman VIESMA Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits voor Vitoligno 200-S Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-gasketel met MatriX-stralingsbrander

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-gasketel met MatriX-stralingsbrander Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocrossal 300 type CM3 HR-gasketel met MatriX-stralingsbrander VITOCROSSAL 300 5/2015 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIG 300. voor de vakman. Vitolig 300 type VL3A Verwarmingsketel voor houtpellets

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIG 300. voor de vakman. Vitolig 300 type VL3A Verwarmingsketel voor houtpellets Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitolig 300 type VL3A Verwarmingsketel voor houtpellets VITOLIG 300 8/2005 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Pelletsensor Pelletslang Zuigturbine. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-C

VIESMANN. Montagehandleiding. Pelletsensor Pelletslang Zuigturbine. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-C Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Pelletsensor Pelletslang Zuigturbine voor Vitoligno 300-C Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-C

VIESMANN. Montagehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-C Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Invoer voor Vitoligno 300-C Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade.

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitvoer met veerbladen voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W. voor de vakman. Vitocell 300-V Vitocell 300-W type EVA

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W. voor de vakman. Vitocell 300-V Vitocell 300-W type EVA Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 300-V Vitocell 300-W type EVA Extern verwarmde warmwaterboiler 130 en 200 l Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W 11/2013

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Lamellenrooster. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw

VIESMANN. Montagehandleiding. Lamellenrooster. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Lamellenrooster Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Reinigingssysteem nageschakelde verwarmingsoppervlakken en bekleding keerkamer

Reinigingssysteem nageschakelde verwarmingsoppervlakken en bekleding keerkamer Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Reinigingssysteem nageschakelde verwarmingsoppervlakken en bekleding keerkamer Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Pellettank met zuigsysteem. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Pellettank met zuigsysteem. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Pellettank met zuigsysteem voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander VITOCROSSAL 300 10/2011 Na montage deze handleiding recycl en! Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIGNO 300-P. voor de vakman. Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIGNO 300-P. voor de vakman. Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets VITOLIGNO 300-P 1/2010 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 5/2011 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Pellettank en zuigsysteem. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-P

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Pellettank en zuigsysteem. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-P Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Pellettank en zuigsysteem voor Vitoligno 300-P Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de vakman. Kamertemperatuurregelaar

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de vakman. Kamertemperatuurregelaar Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Kamertemperatuurregelaar Kamertemperatuurregelaar Open Therm met digitale schakelklok Voor Vitodens 100-W en 111-W Kamertemperatuurregelaar 11/2015

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIGNO 300-P. voor de vakman. Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIGNO 300-P. voor de vakman. Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets VITOLIGNO 300-P 4/2013 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Calorimeter Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium voor de montage op de Vitocell 100-U, type CVUB Geldigheidsverwijzing zie laatste

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Uitvoer met veerbladen voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-H 3/2012 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 11/2013 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIGNO 300-P. voor de vakman. Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIGNO 300-P. voor de vakman. Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets VITOLIGNO 300-P 4/2009 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 200. voor de vakman. Vitocrossal 200 type CM2, 87 tot 311 kw HR-gasketel met MatriX-stralingsbrander

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 200. voor de vakman. Vitocrossal 200 type CM2, 87 tot 311 kw HR-gasketel met MatriX-stralingsbrander Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocrossal 200 type CM2, 87 tot 311 kw HR-gasketel met MatriX-stralingsbrander VITOCROSSAL 200 3/2013 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding AM1 Bestelnr. 7429 152 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Bestelnr. 7429 151 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Ruimte-uitvoer met vijzeltransportsysteem. Veiligheidsinstructies. voor de vakman

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Ruimte-uitvoer met vijzeltransportsysteem. Veiligheidsinstructies. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Ruimte-uitvoer met vijzeltransportsysteem voor pellettoevoer naar de Vitoligno Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Lamellenrooster. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-C

VIESMANN. Montagehandleiding. Lamellenrooster. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-C Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Lamellenrooster voor Vitoligno 300-C Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 5/2011 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Gas-ventilatorbrander voor Vitocrossal 300, type CM3 Nominaal vermogen 87 tot 142 kw MatriX-stralingsbrander 11/2014 Na montage

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-V. voor de vakman. Vitocell 100-V type CVW. Warmwaterboiler 390 l. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-V. voor de vakman. Vitocell 100-V type CVW. Warmwaterboiler 390 l. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-V type CVW Warmwaterboiler 390 l Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-V 6/2014 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

Reinigingssysteem nageschakelde verwarmingsoppervlakken en bekleding keerkamer

Reinigingssysteem nageschakelde verwarmingsoppervlakken en bekleding keerkamer Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Reinigingssysteem nageschakelde verwarmingsoppervlakken en bekleding keerkamer voor Vitoligno 300-C Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 300. voor de vakman. Vitoplex 300 type TX3A, 90 tot 500 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 300. voor de vakman. Vitoplex 300 type TX3A, 90 tot 500 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoplex 300 type TX3A, 90 tot 500 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 300 3/2013 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter. Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter. Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Calorimeter Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Calorimeter 2/2015 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 100. voor de vakman. Vitoplex 100 type PV1, 150 tot 620 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 100. voor de vakman. Vitoplex 100 type PV1, 150 tot 620 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoplex 100 type PV1, 150 tot 620 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 100 3/2013 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 363 VITOTROL 200A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 100. voor de vakman. Vitoplex 100 type PV1, 780 tot 2000 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 100. voor de vakman. Vitoplex 100 type PV1, 780 tot 2000 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoplex 100 type PV1, 780 tot 2000 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 100 3/2013 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr.

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr. Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr. 7424 958 Uitbreidingsset 1/2010 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOLIGNO 300-C. voor de vakman. Vitoligno 300-C type VL3C, 8 en 12 kw Verwarmingsketel voor houtpellets

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOLIGNO 300-C. voor de vakman. Vitoligno 300-C type VL3C, 8 en 12 kw Verwarmingsketel voor houtpellets Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoligno 300-C type VL3C, 8 en 12 kw Verwarmingsketel voor houtpellets Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOLIGNO 300-C 9/2015 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 Rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex 200, Vitoplex 300 en Vitorond 200 met 80 tot 560 kw nom. vermogen. VITOTRANS 300 5/2011 Na montage

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 100. voor de vakman. Vitoplex 100 type PV1B 780 tot 2000 kw 08 tot 13 Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 100. voor de vakman. Vitoplex 100 type PV1B 780 tot 2000 kw 08 tot 13 Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoplex 100 type PV1B 780 tot 2000 kw 08 tot 13 Olie-/gasketel VITOPLEX 100 5/2014 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage-aanwijzing VITOLA 100. voor de vakman. Vitola 100 Type VC1A, 15 tot 33 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montage-aanwijzing VITOLA 100. voor de vakman. Vitola 100 Type VC1A, 15 tot 33 kw Olie-/gasketel Montage-aanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitola 100 Type VC1A, 15 tot 33 kw Olie-/gasketel VITOLA 100 1/2005 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsaanwijzingen Volg deze veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOLIGNO 300-C. voor de vakman. Vitoligno 300-C type VL3C Verwarmingsketel voor houtpellets

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOLIGNO 300-C. voor de vakman. Vitoligno 300-C type VL3C Verwarmingsketel voor houtpellets Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoligno 300-C type VL3C Verwarmingsketel voor houtpellets Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOLIGNO 300-C 10/2014 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 2/2010 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF2 Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 364 VITOTROL 300A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex met 575 tot 2000 kw nom. vermogen en voor Vitorond met 630 tot 1080 kw nom. vermogen. VITOTRANS 300

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 Rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex 200, Vitoplex 300 en Vitorond 200 met nom. vermogen 575 tot 1950 kw resp. 1080 kw Vitorond VITOTRANS

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E. voor de vakman. Vitocell 100-E type SVPA Verwarmingswaterbuffer 1500, 2000 l

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E. voor de vakman. Vitocell 100-E type SVPA Verwarmingswaterbuffer 1500, 2000 l Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-E type SVPA Verwarmingswaterbuffer 1500, 2000 l Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-E 3/2014 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoplex 200 type SX2, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 4/2007 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Elektrisch verwarmingselement. voor de installateur. Elektrisch verwarmingselement

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Elektrisch verwarmingselement. voor de installateur. Elektrisch verwarmingselement Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Elektrisch verwarmingselement 6 kw en 12 kw voor inbouw in warmwaterboiler Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Elektrisch verwarmingselement

Nadere informatie

VIESMANN VITOLIGNO 300-C Verwarmingsketel voor houtpellets 6 tot 48 kw

VIESMANN VITOLIGNO 300-C Verwarmingsketel voor houtpellets 6 tot 48 kw VIESMNN VITOLIGNO 00-C Verwarmingsketel voor houtpellets 6 tot 48 kw Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VITOLIGNO 00-C type VLC Verwarmingsketel voor houtpellets 6/2015 Vitoligno

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotronic als vervangingsregeling. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotronic als vervangingsregeling. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic als vervangingsregeling Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel VITODENS 200-W 1/2008 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 Rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitomax 100-LW, Vitomax 200-LW en Vitomax 300-LT met 1860 tot 6600 kw nom. vermogen. VITOTRANS 300 5/2007 Na

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding DIVICON. voor de vakman. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling

VIESMANN. Montagehandleiding DIVICON. voor de vakman. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Divicon Verwarmingscircuit-verdeling DIVICON 1/2010 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A afstandsbediening Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 300A 4/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 2/2010 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN VITOLIGNO 300-C Verwarmingsketel voor houtpellets 6 tot 48 kw

VIESMANN VITOLIGNO 300-C Verwarmingsketel voor houtpellets 6 tot 48 kw VIESMANN VITOLIGNO 300-C Verwarmingsketel voor houtpellets 6 tot 48 kw Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VITOLIGNO 300-C type VL3C Verwarmingsketel voor houtpellets 5/2016 Vitoligno

Nadere informatie

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels voor Vitocrossal type CM2 vanaf 400 kw en type CT3U Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOSOL-F/-FM. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOSOL-F/-FM. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitosol-F/-FM type SV en SH Vlakkeplaatcollector voor schuine daken Opdakmontage met spantflens VITOSOL-F/-FM 11/2016 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels voor Vitocrossal 200, type CM2 en type CT2 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoplex 200 type SX2, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 5/2007 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Kamerthermostaat met twee digitale schakelklokken en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1B Bestelnr.: 7296 065 VITOTROL

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de vakman. Kamertemperatuurregelaar

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de vakman. Kamertemperatuurregelaar Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Kamertemperatuurregelaar Kamertemperatuurregelaar Open Therm met digitale schakelklok Voor Vitodens 100-W en 111-W Kamertemperatuurregelaar 8/2015

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTA-RF Kamerthermostaat met analoge schakelklok en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1B Bestelnr.: 7296 064 VITOTROL 100 2/2008

Nadere informatie

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007 Servicehandleiding voor de vakman Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud VITOCELL 100-H 3/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Gelieve deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montageaanwijzing VITOROND 200. voor de vakman. Vitorond 200 Type VD2A, 125tot270kW Verwarmingsketel op olie of gas

VIESMANN. Montageaanwijzing VITOROND 200. voor de vakman. Vitorond 200 Type VD2A, 125tot270kW Verwarmingsketel op olie of gas Montageaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitorond 200 Type VD2A, 125tot270kW Verwarmingsketel op olie of gas VITOROND 200 4/2007 Na montage deze aanwijzing recycleren! Veiligheidsaanwijzingen Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 200. voor de vakman. Vitocrossal 200 type CM2 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 200. voor de vakman. Vitocrossal 200 type CM2 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocrossal 200 type CM2 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander VITOCROSSAL 200 8/2011 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 200. voor de vakman. Vitocrossal 200 type CM2 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 200. voor de vakman. Vitocrossal 200 type CM2 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocrossal 200 type CM2 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander VITOCROSSAL 200 2/2011 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E. voor de vakman. Vitocell 100-E type SVPA Verwarmingswaterbuffer 1500 en 2000 l

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E. voor de vakman. Vitocell 100-E type SVPA Verwarmingswaterbuffer 1500 en 2000 l Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-E type SVPA Verwarmingswaterbuffer 1500 en 2000 l Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-E 3/2015 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E/W. voor de vakman. Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 50 l

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E/W. voor de vakman. Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 50 l Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 50 l Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-E/W 5/2014 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOSOL-F. voor de vakman. Vitosol-F type SV en SH Vlakke plaatcollector voor schuine daken, opbouwmontage met spantanker

VIESMANN. Montagehandleiding VITOSOL-F. voor de vakman. Vitosol-F type SV en SH Vlakke plaatcollector voor schuine daken, opbouwmontage met spantanker Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitosol-F type SV en SH Vlakke plaatcollector voor schuine daken, opbouwmontage met spantanker VITOSOL-F 7/2013 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOLIGNO 300-C. voor de vakman. Vitoligno 300-C type VL3C Verwarmingsketel voor houtpellets

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOLIGNO 300-C. voor de vakman. Vitoligno 300-C type VL3C Verwarmingsketel voor houtpellets Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoligno 300-C type VL3C Verwarmingsketel voor houtpellets Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOLIGNO 300-C 1/2014 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-L. voor de vakman. Vitocell 100-L type CVL

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-L. voor de vakman. Vitocell 100-L type CVL Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-L type CVL Boiler voor tapwater-verwarmingsinstallaties in boilerlaadsysteem 500 tot 1000 liter inhoud Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V. voor de vakman

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V. voor de vakman Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 300-B type EVB Warmwaterboiler 300 en 500 liter Vitocell 300-V type EVI Warmwaterboiler 200 tot 500 liter Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCELL 100-V. voor de vakman. Vitocell 100-V type CVW. Intern verwarmde warmwaterboiler 390 liter inhoud

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCELL 100-V. voor de vakman. Vitocell 100-V type CVW. Intern verwarmde warmwaterboiler 390 liter inhoud Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-V type CVW Intern verwarmde warmwaterboiler 390 liter inhoud VITOCELL 100-V 9/2011 Na montage deze handleiding recycl en! Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Divicon. voor de installateur. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling

VIESMANN. Montagehandleiding. Divicon. voor de installateur. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling Montagehandleiding voor de installateur VIESMNN Divicon Verwarmingscircuit-verdeling Divicon 4/2017 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Veiligheidsopmerkingen

Veiligheidsopmerkingen Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 type WB3A, 49en66kW HR-ketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 300 10/2006 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsopmerkingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 3/2013 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF2 Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger IU302-A20 voor Vitodens 100-W Kamertemperatuurregelaar

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E/W. voor de vakman. Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 46 l

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E/W. voor de vakman. Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 46 l Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 46 l Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-E/W 3/2016 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300 Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Bestelnr. 7248 907 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de installateur. Kamertemperatuurregelaar

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de installateur. Kamertemperatuurregelaar Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Kamertemperatuurregelaar Kamertemperatuurregelaar Open Therm met digitale schakelklok Kamertemperatuurregelaar 2/2017 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.! Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN VITOSOL 11/2015 Bewaren a.u.b. Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 300. voor de vakman. Vitoplex 300 type TX3A, 620 tot 2000 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 300. voor de vakman. Vitoplex 300 type TX3A, 620 tot 2000 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoplex 300 type TX3A, 620 tot 2000 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 300 3/2013 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Klokthermostaat met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7160 432 VITOTROL 100 12/2007 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOSOL-F/-FM. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOSOL-F/-FM. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitosol-F/-FM type SV en SH Vlakkeplaatcollector voor schuine daken Opdakmontage met spanthaken of bevestigingsijzer VITOSOL-F/-FM 1/2017 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding EA1 Bestelnr. 7452 091 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montageaanwijzing VITOCROSSAL 200. voor de vakman

VIESMANN. Montageaanwijzing VITOCROSSAL 200. voor de vakman Montageaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitocrossal 200 Type CT2 Condenserende HR-gasketel met MatriX-cilinderbrander voor aardgas H-G20 en L-G25 VITOCROSSAL 200 5/2008 Na montage deze aanwijzing recycleren!

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 300. voor de vakman. Vitoplex 300 type TX3A, 90 tot 500 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 300. voor de vakman. Vitoplex 300 type TX3A, 90 tot 500 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoplex 300 type TX3A, 90 tot 500 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 300 4/2014 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie