Procedureregels voor aanstelling tot geassocieerd docent, hoofddocent, hoogleraar

Transcriptie

1 KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN Procedureregels voor aanstelling tot geassocieerd docent, hoofddocent, hoogleraar Het decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen bepaalt dat de omvorming van de hogeschoolopleidingen van twee cycli naar de bamastructuur een academisering van deze opleidingen vereist. Om deze academiseringsopdracht verder te ondersteunen heeft de Academische Raad op 11 december 2006 (AR 362) ingestemd met de invoering van het statuut geassocieerd docent, hoofddocent, hoogleraar voor onderzoekers uit de partnerhogescholen met een bewezen staat van dienst. 1. Aanstellingsprocedure Het statuut kan worden toegekend aan individuele docenten, hoofddocenten en hoogleraren van de partnerhogescholen, die aan de volgende voorwaarden voldoen: -een aanstelling van onbepaalde duur hebben of vastbenoemd zijn in de hogeschool -een substantiële opdracht aan de hogeschool vervullen (minimaal 70%) met een duidelijke verwevenheid tussen de onderzoeksactiviteiten en de onderwijsopdracht in de academiserende opleidingen -een onderzoeksdossier hebben dat voldoet aan de basiscriteria die gelden voor het ZAP en een engagement aannemen om dit dossier substantieel verder uit te bouwen -2 jaar geaffilieerd onderzoeker of vrijwillig medewerker aan de K.U.Leuven zijn. Uitzonderingen hierop zijn mogelijk indien de kandidaat hiervoor een afdoende motivering aanbrengt Aan docenten van de partnerhogescholen kan enkel het statuut van geassocieerd docent worden toegekend, aan hoofddocenten dat van geassocieerd hoofddocent en aan hoogleraren dat van geassocieerd hoogleraar. Geassocieerd docenten, hoofddocenten en hoogleraren worden aangesteld als personeelsleden van de K.U.Leuven. Ze behoren tot de personeelscategorie van de bijzonder gastprofessoren en maken deel uit van de geïntegreerde of de geassocieerde faculteiten. Ze behoren tevens, als ze tot de groepen Wetenschap & Technologie of Biomedische wetenschappen behoren, tot een departement van de K.U.Leuven, en als ze tot de groep Humane wetenschappen behoren, tot een onderzoekseenheid in een faculteit van de K.U.Leuven. Inzake toegang tot de onderzoeksfinanciering van de K.U.Leuven en inzake kredietbeheer van verworven onderzoeksfinanciering hebben ze dezelfde rechten als de leden van het ZAP van de universiteit. Voor het overige genieten ze de faciliteiten van de bijzonder gastprofessoren. De aanstelling gebeurt door de Bijzondere academische raad, op voorstel van het betrokken Bijzonder groepsbestuur, na beoordeling van de onderzoekscompetenties van de kandidaat door een daartoe door het betrokken Groepsbestuur aangestelde adviescommissie. De aanstelling gebeurt op basis van vastgelegde selectiecriteria in verband met uitgevoerd onderzoek en dienstverlening die goedgekeurd werden door de Academische raad op 11 juni 2007 (AR 367, Bijlage 1). Het statuut wordt toegekend voor een periode van drie jaar. De aanstelling kan hernieuwd worden door de Bijzondere academische raad op voorstel van het betrokken Bijzonder groepsbestuur, na advies van de bevoegde adviescommissie.

2 Elke aanstellingsronde wordt voorafgegaan door een oproep tot kandidaatstelling die wordt verspreid binnen de betrokken hogescholen. Kandidaatstellingen worden aan de personeelsdienst van de K.U.Leuven bezorgd. De personeelsdienst van de K.U.Leuven houdt van elke geassocieerd docent, hoofddocent en hoogleraar een dossier bij. In de aanstellingsronde voor het aflopen van een aanstelling legt de personeelsdienst van de K.U.Leuven het dossier voor eventuele hernieuwing voor aan de bevoegde adviescommissie, het betrokken Bijzonder groepsbestuur en de Bijzondere academische raad. De aanstellingsrondes verlopen simultaan met de benoemings- of bevorderingsrondes voor het zelfstandig academisch personeel van de K.U.Leuven. 2. Kandidaatstellingsdossier Om zich kandidaat te stellen voor de aanstelling tot geassocieerd docent, hoofddocent, hoogleraar dient de kandidaat een dossier in bij de personeelsdienst van de K.U.Leuven. Dit dossier moet de adviescommissies, de Bijzondere groepsbesturen en de Bijzondere academische raad toelaten de opgestelde criteria voor geassocieerd docent, hoofddocent, hoogleraar, zoals goedgekeurd door de Academische raad van 11 juni 2007 (AR 367, Bijlage 1), te toetsen. Het kandidaatstellingsdossier bevat de volgende onderdelen: 1. Motivering van de aanvraag 2. Persoonsgegevens (met o.a. adres, masterdiploma s, PhD met datum waarop doctoraat werd behaald, huidige werkervaring, ) 3. Curriculum vitae. Dit onderdeel mag in een door de kandidaat zelf gekozen vorm aangeleverd worden en beschrijft de studies en de loopbaan van de kandidaat. Bij de beschrijving van de onderzoeksactiviteiten, de activiteiten van wetenschappelijke en/of maatschappelijke dienstverlening en de onderwijsactiviteiten dienen alleszins de elementen, weergegeven in Bijlage 2, meegedeeld te worden. Terwijl de aanstelling gebeurt op basis van de activiteiten van onderzoek en dienstverlening, worden de onderwijsactiviteiten hier ter informatie meegedeeld 4. Publicatielijst. Dit onderdeel mag in een door de kandidaat zelf gekozen vorm aangeleverd worden 5. Dossier van belangrijkste publicaties of andere intellectuele realisaties (maximum 5) met toelichting 6. Advies van de algemeen directeur van de hogeschool 3. Samenstelling en werking van de adviescommissies De bevoegde beoordelingscommissies van de K.U.Leuven treden op als adviescommissies. De beoordelingscommissies kunnen uitgebreid worden met leden vanuit de partnerhogescholen. De leden van de partnerhogescholen worden aangesteld door het betrokken groepsbestuur, hebben minstens de graad van hoogleraar en zijn bij voorkeur geassocieerd hoogleraren aan de K.U.Leuven, die onderzoek verrichten in de discipline van het domein van de commissie. Het advies van de commissie wordt schriftelijk uitgebracht. Het wordt afdoende gemotiveerd. 2

3 Bij de adviesverlening wordt gestreefd naar consensus. Elk advies dat een adviescommissie uitbrengt wordt beschouwd als uitgebracht door alle commissieleden die aan de beraadslaging hebben deelgenomen. Het advies maakt, in voorkomend geval, melding van afwijkende meningen die worden uitgebracht door leden van de adviescommissie zonder deze leden evenwel te identificeren. De leden van de adviescommissies zijn verplicht tot geheimhouding over de beraadslagingen. Vragen van kandidaten of andere personen van buiten de adviescommissie worden beantwoord met verwijzing naar deze geheimhoudingsplicht. 4. Evaluatie van de procedure Deze procedure wordt geëvalueerd na twee jaar. 5. Elektronische flow van kandidaatstelling, adviesverlening en aanstelling In de hogescholen van de associatie wordt een oproep tot kandidaatstelling verspreid. Deze oproep vermeldt de voorwaarden voor aanstelling, de inhoud van het kandidaatstellingsdossier en de timing van de procedure. Deze oproep vermeldt tevens de geïntegreerde, geassocieerde of andere faculteiten waarin aanstellingen mogelijk zijn alsook in voorkomend geval het maximaal aantal vacatures per faculteit en de weblocatie van de K.U.Leuven waar men zich kandidaat kan stellen. De kandidaatstelling gebeurt elektronisch op vergelijkbare wijze als de kandidaatstelling voor profielvacatures voor het ZAP. De belangstellenden moeten zich als kandidaat registreren via de betrokken weblocatie van de K.U.Leuven. Ze ontvangen een gebruikersnaam en een paswoord om hun dossier in te dienen. De kandidaatstelling omvat een zeer beperkte reeks persoonsgegevens waaraan volgende bijlagen worden toegevoegd: -Curriculum vitae, met inbegrip van studies, loopbaan, onderzoeksactiviteiten, activiteiten van dienstverlening en onderwijsactiviteiten, -Publicatielijst -Motivatiebrief -Dossier over belangrijkste publicaties of andere intellectuele realisaties (maximum: 5) -Advies algemeen directeur (op te vragen door de kandidaat en op te laden als bijlage bij de kandidaatstelling) De kandidaten ontvangen de dag na hun kandidaatstelling een ontvangstmelding per . De leden van de adviescommissies kunnen vervolgens de dossiers consulteren en de voorzitter van de commissie of zijn gedelegeerde voert het advies elektronisch in. De adviezen zijn, met de dossiers, onmiddellijk elektronisch ter beschikking van de leden van de Bijzondere groepsbesturen. De verslaggever van de Bijzonde groepsbesturen voert de voorstellen van deze Bijzondere groepsbesturen in. 3

4 Iedere kandidaat kan inzage nemen in het dossier van de adviescommissie dat op hem betrekking heeft. De kandidaten die deze inzage wensen, dienen hiertoe per een aanvraag in bij de dienst Personeelsbeheer ZAP. Het gehele dossier is onmiddellijk elektronisch ter beschikking van de leden van de Bijzondere academische raad. De verslaggever van de Bijzondere academische raad voert de beslissing in. De beslissing wordt per brief aan de kandidaten meegedeeld. De kandidaten kunnen zich vervolgens wenden voor verdere toelichting bij de motieven van de beslissing tot de decaan van de betrokken faculteit. 4

5 Bijlage 1: Criteria met betrekking tot het uitgevoerd onderzoek te hanteren door adviescommissies bij aanstellingen tot geassocieerd (hoofd)docent/hoogleraar (uit Nota AR367) De adviescommissie evalueert de onderzoekskwaliteit van de kandidaat op basis van volgende criteria, te hanteren volgens dalende mate van belang: 1. Publicaties : Hieronder wordt verstaan: - Publicaties i.v.m. wetenschapsverspreiding en technologievertaling - Publicaties in internationale tijdschriften - Publicaties in nationale (vak)tijdschriften - Publicaties op (inter)nationale conferenties (inclusief abstracts) - Bijdragen aan wetenschappelijke boeken - Postersessies op congressen (waarvan geen publicatie) 2. Coördinatie van en/of deelname aan onderzoeksprojecten (met inbegrip van contractonderzoek). 3. Leiderschap (coördinatie) : dit moet onverkort blijken uit de cv s. Desnoods kan de commissie mondeling peilen naar de omvang van de groep waarover men het leiderschap draagt. 4. Aanwezigheid op significante conferenties : Hieronder wordt actieve deelname verstaan bijvoorbeeld onder de vorm van het geven van een presentatie. De bedoeling is na te gaan of de onderzoeker nationale of internationale contacten opzoekt om zich aan anderen af te meten. Indicatieve indicatoren die de significantie van een congres moeten illustreren zijn bvb. de organiserende instantie, het aantal deelnemers (nationaal/internationaal publiek) en het aantal presentaties. 5. Wetenschappelijke en maatschappelijke dienstverlening : Hieronder wordt verstaan: - Organisatie van een (inter)nationale conferentie, cursus of studiedag - Technologietransfer naar en opleidingen in bedrijven - Octrooien, patenten en oprichting van spin-offs 6. Bijdrage tot een doctoraat : Hieronder wordt verstaan: - Copromotorschap van een doctoraat - Lidmaatschap van een doctoraatsjury - Lidmaatschap van de begeleidingscommissie van een doctoraat 5

6 Bijlage 2: Aandachtspunten bij de opmaak van het curriculum vitae. In het curriculum vitae worden naast basisinformatie over de opleiding en de loopbaan de onderzoeksactiviteiten, de activiteiten van wetenschappelijke en/of maatschappelijke dienstverlening en de onderwijsactiviteiten van de kandidaat weergegeven. Hierbij dienen de volgende elementen meegedeeld te worden: 1. Aanvragen voor, deelname aan en/of coördinatie van onderzoeksprojecten (inclusief contractonderzoek, geen onderwijsgerichte projecten) a) Coördinatie van onderzoeksprojecten b) Deelname aan onderzoeksprojecten c) Eventueel projectaanvragen die geen financiering ontvingen Hierbij dient steeds het onderwerp, de begin- en einddatum van het project, de financierende instelling en het ter beschikking gestelde bedrag vermeld 2. Leiderschap (coördinatie) Hierin kan onder andere een beschrijving van de grootte van de onderzoeksgroep gegeven worden 3. Aanwezigheid op congressen Actieve deelname aan congressen door het geven van een presentatie Hierbij dient het onderwerp, plaats, datum, organisator congres, aantal deelnemers (nationaal/internationaal publiek), aantal presentaties van elk congres en de wetenschappelijke output (proceedings, verslagboek) vermeld te worden 4. Wetenschappelijke en maatschappelijke dienstverlening a) Organisatie van een (inter)nationale conferentie, cursus of studiedag Vermeld hierbij het onderwerp, plaats, datum en aantal deelnemers (nationaal/internationaal publiek) b) Technologietransfer naar bedrijven, opleidingen in bedrijven c) Octrooien en oprichting van spin-offs 5. Begeleiding van doctoraten a) Copromotorschap van een doctoraat b) Lidmaatschap van een doctoraatsjury c) Lidmaatschap van de begeleidingscommissie van een doctoraat Hierbij dient steeds de naam van de doctoraatsstudent, onderwerp van het doctoraat en desgevallend datum van promotie vermeld te worden 6

7 6. Onderwijsdossier Mag worden bezorgd in een zelf gekozen vorm, waarbij naast een overzicht van de inhoud en omvang van de onderwijsopdracht, aandacht kan besteed worden aan resultaten van onderwijsevaluaties, realisaties van onderwijskundige professionalisering, realisaties van begeleide zelfstudie, deelname aan internationale uitwisselingsprogramma s, gastcolleges in het buitenland, participatie in raden en commissies betreffende onderwijs, onderwijsgerichte projecten, 7