Ondernemen in de Industrie 2004

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ondernemen in de Industrie 2004"

Transcriptie

1 Sectorscoop Ondernemen in de Industrie 2004 drs. P. Gibcus drs. M.J. Overweel drs. R.M. Braaksma Zoetermeer, januari 2004

2 ISBN: Bestelnummer: A Prijs: 40,- Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken. Wij willen langs deze weg Rob van Engelenburg (Metaalunie) bedanken voor zijn inhoudelijke suggesties. Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van EIM. EIM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with EIM. Quoting of numbers and/or text as an explanation or support in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of EIM. EIM does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections. 2

3 Inhoudsopgave Samenvatting: Hoofdlijnen van de sectorscoop industrie 5 1 Inleiding 7 2 De Nederlandse industrie in 2002, 2003 en Kenmerken van de industrie Classificatie van de industrie Kerngegevens en exploitatiestructuur van de industrie in Belang van de industrie binnen de Nederlandse economie De industrie in internationaal perspectief Algemene trends voor de industrie Algemene prognoses voor de industrie voor 2003 en De subsectoren van de Nederlandse industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Textiel-, kleding-, papier- en grafische industrie Hout-, bouwmaterialen-, meubel- en overige industrie Aardolie- en chemische industrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie Apparaten- en transportmiddelenindustrie 38 4 Ondernemen in een laagconjunctuur De huidige conjunctuur in Nederland Verwachtingen van industrieel MKB Beoordeling van de laagconjunctuur Reactie op de laagconjunctuur Verwachtingen over beginjaar conjunctuurverbetering Hoofdpunten 51 Bijlagen I Statistische afbakening van de subsectoren 53 II Kerngegevens per branche 55 III Begrippenlijst 57 3

4

5 Samenvatting: Hoofdlijnen van de sectorscoop industrie MKB-ondernemingen in de industrie gevoelig voor de laagconjunctuur De laagconjunctuur gaat niet onopgemerkt aan MKB-ondernemingen in de industrie voorbij. Bijna driekwart van de MKB-ondernemingen in de industrie is (op zijn minst) enigszins gevoelig voor conjunctuurschommelingen. De gevoeligheid voor de laagconjunctuur komt tot uiting in de verwachtingen die MKB-ondernemers in de industrie hebben over de omzet, de werkgelegenheid en de winst. Over de winst zijn MKBondernemers in de industrie het minst positief gestemd. Daarnaast loopt in vergelijking met voorgaande jaren de investeringsbereidheid terug. De verwachtingen over het conjunctuurverloop hebben bij een derde van de industriële MKB-ondernemingen een dusdanige invloed gehad dat het bedrijfsbeleid wordt aangepast. De veranderingen in het bedrijfsbeleid betreffen vooral het verbeteren van efficiency door middel van uitstel of afstel van investeringen, maar ook het intensiveren van voorraden. Een andere veel toegepaste verandering is het niet verhogen of zelfs verlagen van de prijzen. Bijna 70% van de MKB-ondernemers in de industrie verwacht dat de conjunctuurverbetering of conjunctuuromslag uiterlijk in 2004 zal plaatshebben. Voorzichtig herstel van de industrie in is net als 2002 voor de Nederlandse industrie een bewogen jaar geweest. De industrie is hard getroffen door de economische malaise. Dit uitte zich in een negatieve ontwikkeling van de omzet. Ook voelden bedrijven in de industrie zich genoodzaakt om prijsdalingen te accepteren. Een logisch vervolg op de gesignaleerde omzetontwikkelingen is een dalende werkgelegenheid in de industrie. In totaal zijn in 2003 ongeveer arbeidsjaren verloren gegaan. Doordat de industrie een grootschalige sector is als het gaat om werkgelegenheid, zijn de gevolgen van de dalende werkgelegenheid ook merkbaar binnen andere sectoren van het particuliere bedrijfsleven. Naar verwachting zullen de industriële omzet en de winst zich in 2004 voorzichtig herstellen. Dit kan niet voorkomen dat de industrie wederom prijsdalingen moet incasseren. De werkgelegenheid zal in 2004 licht aantrekken. Werkgelegenheid loopt het hardst terug in de textiel-, kleding-, papier- en grafische industrie De voedings- en genotmiddelenindustrie en de hout- en bouwmaterialen- en meubelindustrie lijken zich het minst aan te trekken van de conjuncturele schommelingen, maar ook in deze sectoren zijn dalingen van de omzet, prijzen en werkgelegenheid waarneembaar. De andere subsectoren hebben het op deze fronten beduidend moeilijker. De meest negatieve omzetontwikkeling komt op naam van de apparaten- en transportmiddelenindustrie. De werkgelegenheid liep het hardst terug in de textiel-, kleding-, papier- en grafische industrie. De werkgelegenheidsdaling bedraagt in deze sector 6,25%. De grootste prijsdalingen deden zich voor in de aardolie- en chemische industrie. In 2004 zal de aardolie- en chemische industrie nog te maken krijgen met prijsdalingen, terwijl in de andere takken van industrie de prijzen stabiliseren of zelfs gematigd stijgen. De textiel-, kleding-, papier- en grafische industrie neemt in 2004 ook de grootste procentuele werkgelegenheidsdaling voor haar rekening. In de hout-, bouwmaterialen-, meubel- en overige industrie, de basismetaal- en metaalproductenindustrie en de apparaten- en transportmiddelenindustrie zal een herstel van de werkgelegenheid waarneembaar zijn. 5

6

7 1 Inleiding Aanleiding De industrie speelt van oudsher een zeer belangrijke rol in de Nederlandse economie. Niet alleen verzorgt de industrie een aanzienlijk deel van de werkgelegenheid en de bruto toegevoegde waarde van het totale particuliere bedrijfsleven, maar ook zijn veel andere sectoren voor een belangrijk deel van de industrie afhankelijk. De industrie in haar geheel, en een aantal deelsectoren in het bijzonder, beleeft moeilijke tijden. Ondersteuning van de ondernemer, adviseurs en beleidsmakers door het evalueren van sectorgerichte ontwikkelingen in het recente verleden, het signaleren van actuele trends en het bieden van prognoses voor de korte termijn zijn in deze situatie onmisbaar. De Sectorscoop geeft deze ondersteuning. De rapportage 'Ondernemen in de Industrie 2004' schetst een actueel beeld van de industrie in Nederland. Natuurlijk is het niet mogelijk om in één rapport alle facetten van de industrie te belichten. Deel I van deze sectorscoop spitst zich dan ook toe op een aantal centrale onderwerpen. In deel II wordt het thema 'ondernemen in een laagconjunctuur' uitgelicht. Leeswijzer Dit rapport bestaat uit twee delen. Deel I (de hoofdstukken 2 en 3) geeft inzicht in de structuur van de Nederlandse industrie. Hoofdstuk 2 handelt over de totale industrie en start met een beschrijving van de kenmerken en de classificatie van deze sector. Vervolgens worden de kerngegevens van de industrie en het belang daarvan binnen de Nederlandse economie belicht. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met de trends en prognoses voor de jaren 2003 en In hoofdstuk 3 wordt goeddeels de opbouw van hoofdstuk 2 gevolgd, zij het voor de zes binnen de industrie te onderscheiden subsectoren: de voedings- en genotmiddelenindustrie, de textiel-, kleding-, papier- en grafische industrie, de hout-, bouwmaterialen-, meubel- en overige industrie, de aardolie- en chemische industrie, de basismetaal- en metaalproductenindustrie en de apparaten- en transportmiddelenindustrie. Tegen de achtergrond van de huidige laagconjunctuur wordt in deel II van dit rapport ingegaan op de strategieën die het MKB en de industrie hanteren als preventie voor, of in reactie op de bezuinigingsoperaties van consumenten. De bijlagen aan het eind van het rapport betreffen de onderwerpen: de statistische afbakening van de industrie in zes subsectoren (I), de kerngegevens per subsector (II) en de definities van de gehanteerde begrippen (III). Herkomst van het cijfermateriaal Dit rapport bouwt onder meer voort op de informatie die eerder is gepubliceerd in het EIM-rapport 'Kleinschalig Ondernemen 2003' en geeft daar een sectorale verdieping aan. Het economische beeld in de Sectorscopen past op hoofdlijnen binnen het kader van de ramingen die het CPB in december 2004 in zijn CPB-Report 2003/4 heeft gepubliceerd. Uitgangspunt bij de ramingen zijn de gedetailleerde bedrijfstakkenprognoses die het Centraal Planbureau eerder aan EIM ter beschikking heeft gesteld, maar die door EIM aangepast zijn aan het actuele economische beeld zoals geschetst in het CPB-Report. Bij het maken van de prognoses door EIM is statistisch materiaal gebruikt dat is verschenen tot 22 december

8

9 DEEL I 9

10

11 2 De Nederlandse industrie in 2002, 2003 en Kenmerken van de industrie De kernactiviteit van de industrie is het vervaardigen van goederen. Dit behelst de bewerking van primaire grondstoffen (delfstoffen, agrarische producten) tot halffabrikaten en eindproducten voor gebruik en verbruik door consumenten en zakelijke gebruikers. Kenmerkend voor het productieproces in de industrie is de inzet van machines. Bewerking gebeurt binnen een productieketen vaak in een aantal stappen, bijvoorbeeld: erts staal plaatmateriaal omkasting eindproduct (apparaat, machine), of: olie raffinage monomeer polymeer kunststofplaat vormstuk main supply (bijv. dashboard) eindproduct (auto). Aan elke stap komen specialisten te pas die hun product doorgeven aan de volgende schakel in de productieketen. Bedrijven gaan zich steeds meer specialiseren in hun kernvaardigheden. Hierdoor heeft de opdeling van de vervaardiging van (complexe) eindproducten in deelbewerkingen een grote vlucht genomen. In een toenemend aantal gevallen komen alle modules, onderdelen en halffabrikaten waaruit het product wordt vervaardigd van elders, en zelfs het assembleren van het eindproduct wordt al regelmatig uitbesteed aan specialisten. Deelbewerkingen worden daar uitgevoerd waar dat tegen de laagste kosten kan. Als gevolg daarvan vindt een voortschrijdende internationale herverdeling van arbeid plaats, waarbij grote series standaardproducten en arbeidsintensieve producties verdwijnen uit landen zoals Nederland, en het accent sterker komt te liggen op producties met een hoge toegevoegde waarde en een bovenmodale 'kennisinhoud'. 2.2 Classificatie van de industrie Het bedrijfsleven in Nederland kan worden opgesplitst in twee delen, namelijk het particuliere bedrijfsleven en het overige bedrijfsleven. Binnen het particuliere bedrijfsleven kan een onderscheid gemaakt worden naar industriële en andere sectoren zoals de bouw, groothandel, detailhandel en commerciële dienstverlening. De industrie is in het kader van dit rapport ingedeeld in zes subsectoren, namelijk: voedings- en genotmiddelenindustrie textiel-, kleding-, papier- en grafische industrie hout-, bouwmaterialen-, meubel- en overige industrie aardolie- en chemische industrie basismetaal- en metaalproductenindustrie apparaten- en transportmiddelenindustrie. Bijlage I bevat een nadere beschrijving van de industriële branches waaruit deze subsectoren zijn opgebouwd. In figuur 1 is de plaatsbepaling van de industrie en de zes industriële hoofdgroepen binnen het particuliere bedrijfsleven in Nederland weergegeven. 11

12 figuur 1 Plaats van de industrie in het Nederlandse bedrijfsleven Bedrijfsleven Industrie Landbouw en visserij Particulier bedrijfsleven Voedings- en genotmiddelen Textiel en papier Bouwmaterialen, meubel en overige Aardolie en chemie Metaal en metaalproducten Apparaten en transportmiddelen Bouw Groothandel Overig bedrijfsleven Delfstoffenwinning Openbaar nut Exploitatie onroerend goed Maatschappelijke diensten Gezondheidszorg Sport en cultuur niet-commercieel Detailhandel Commerciële dienstverlening Bron: EIM. 2.3 Kerngegevens en exploitatiestructuur van de industrie in Kerngegevens Apparaten- en transportmiddelenindustrie grootste aandeel in werkgelegenheid In 2002 omvatte de Nederlandse industrie bijna ondernemingen die samen goed waren voor een omzet van 239 miljard euro (tabel 1). De werkgelegenheid in de industrie bedroeg circa arbeidsjaren. Meer dan een kwart van de werkgelegenheid bevindt zich binnen de apparaten- en transportmiddelenindustrie, die daarmee de grootste werkgever binnen de Nederlandse industrie is. Aardolie- en chemische industrie grootschaligste sector De aardolie- en chemische industrie genereert van alle subsectoren de hoogste omzet. Dit is ook de subsector met de hoogste gemiddelde bedrijfsomvang welke gemiddeld genomen 54 arbeidsjaren per onderneming bedraagt. Voor de hout-, bouwmaterialen-, meubel- en overige industrie geldt het tegenovergestelde, evenals voor de textiel-, kleding-, papier- en grafische industrie: hier overweegt relatief kleinschalige en arbeidsintensieve bedrijvigheid. De apparaten- en transportmiddelenfabricage neemt wat schaal betreft een tussenpositie in. Arbeidsproductiviteit in industrie ligt hoog In vergelijking met de andere sectoren die deel uitmaken van het particuliere bedrijfsleven is de gemiddelde arbeidsproductiviteit in de industrie hoog te noemen. Tussen de subsectoren in de industrie zijn wel grote verschillen waar te nemen. De arbeidsproductiviteit is het hoogst in de aardolie- en chemische industrie. Deze sector wordt gedomineerd door grootschalige en kapitaalintensieve procesindustrie. Ook de voedings- en genotmiddelenindustrie kent een bovengemiddelde arbeidsproductiviteit. Deze twee sectoren hebben een duidelijk geringer aandeel in het aantal ondernemingen en de werkgelegenheid dan in de omzet. 12

13 Helft van omzet is behaald door export Meer dan de helft van de omzet in de industrie wordt behaald door export. De buitenlandse afzet komt voornamelijk voor rekening van de apparaten- en transportmiddelenindustrie, gevolgd door de aardolie- en chemische industrie en de voedings- en genotmiddelenindustrie. tabel 1 Kerngegevens van de industrie in 2002 Ondernemingen per Werkgelegenheid (arbeidsjaren) Waarvan export ( mln.) Bruto toegevoegde waarde ( mln.) Arbeidsproductiviteit ( ) Omzet ( mln.) Voedings- en genotmiddelenindustrie Textiel- en papierindustrie Bouwmaterialen-, meubel- en overige industrie Aardolie- en chemische industrie Metaal- en metaalproductenindustrie Apparaten- en transportmiddelenindustrie Totaal Bron: CBS, bewerking EIM Exploitatiestructuur De industrie is een grond- en hulpstofintensieve sector. Het overzicht van de exploitatiestructuur in tabel 2 laat zien dat de kosten voor grond- en hulpstoffen gemiddeld 54% van de brutoproductie zijn. De voedings- en genotmiddelenindustrie en de aardolie- en chemische industrie geven aan grond- en hulpstoffen het meeste uit. Door het procesmatige karakter van de industrie zijn de loonkosten relatief laag in vergelijking met andere sectoren in het particuliere bedrijfsleven. De loonkosten bedragen gemiddeld 16% van de brutoproductie. De metaal- en metaalproductenindustrie betaalt relatief het meeste aan lonen en salarissen. De textiel- en papierindustrie en de bouwmaterialen-, meubel- en overige industrie blijven hier niet ver bij achter. De winst voor belastingen bedraagt gemiddeld 8% van de brutoproductie. Er bestaan behoorlijke verschillen tussen de diverse subsectoren. De hoogste winst voor belastingen (11%) komt op naam van de aardolie- en chemische industrie. Daarentegen werd de laagste winst voor belastingen (3%) behaald in de metaal- en metaalproductenindustrie. Hiermee blijft de winst voor belastingen in deze subsector aanzienlijk achter bij die in de rest van de industrie. 13

14 tabel 2 Exploitatiestructuur van de industrie in 2002 (in % van de brutoproductie) Apparaten- Voedings- en Textiel- Bouwmaterialen-, Aardolie- en Metaal- en en trans- genotmiddelen- en papier- meubel- en chemische metaalproduc- portmidde- Omschrijving Totaal industrie industrie overige industrie industrie tenindustrie lenindustrie Brutoproductie Bedrijfskosten Waarvan: grond- en hulpstoffen energie overig verbruik loonsom afschrijvingen rente saldo indirecte belastingen en subsidies Saldo bijzondere baten en lasten Winst voor belastingen Bron: CBS, bewerking EIM. 2.4 Belang van de industrie binnen de Nederlandse economie De industrie speelt een belangrijke rol in de Nederlandse economie. Het aandeel van de industrie in de totale productie en werkgelegenheid is in de afgelopen decennia weliswaar afgenomen, maar de industriële sector heeft hierin nog altijd een fors aandeel. Daarbij is de industrie sterk internationaal gericht en neemt zij een zeer groot deel van de Nederlandse export voor haar rekening. Tabel 3 vergelijkt de industrie aan de hand van een aantal kerngegevens met andere sectoren uit het Nederlandse bedrijfsleven: de bouwnijverheid, de groothandel, de detailhandel en de dienstverlening. In figuur 2 wordt het aandeel van de industrie in het totale particuliere bedrijfsleven in beeld gebracht. 14

15 tabel 3 Intersectorale vergelijking 2002 Onder- Werkgelegen- Bruto toege- nemingen heid Omzet Brutowinst Exportomzet voegde waarde Arbeidspro- per (arbeidsjaren) ( mln.) ( mln.) ( mln.) ( mln.) ductiviteit ( ) Particulier bedrijfsleven* Waarbinnen: industrie bouw groothandel** detailhandel commerciële diensten*** * Sectoren tellen niet bij elkaar op. ** Inclusief tussenpersonen. *** De commerciële diensten overlappen deels de overige sectoren. Een voorbeeld hiervan is de installatiebranche die zowel tot de commerciële dienstverlening als de bouwnijverheid wordt gerekend. Bron: CBS, EIM. figuur 2 Aandeel van de industrie in het totale particuliere bedrijfsleven in 2002 Ondernemingen Werkgelegenheid in arbeidsjaren Omzet 8% 19% 27% 92% 81% 73% Brutowinst Exportomzet Bruto toegevoegde waarde 50% 24% 36% 64% Bron: CBS, EIM. 50% 76% 15

16 Industrie is relatief grootschalig Met ruim ondernemingen heeft de industrie een aandeel van 8% in het totale aantal bedrijven binnen het particuliere bedrijfsleven. Het aandeel van de industrie in de werkgelegenheid is een stuk groter: 19%. De industrie is dus een relatief grootschalige sector. Het gemiddelde aantal werkzame personen per bedrijf in het totale particuliere bedrijfsleven ligt iets beneden de 8 arbeidsjaren, terwijl in de industrie de werkgelegenheid per onderneming bijna 18 arbeidsjaren bedraagt. Het aandeel in de werkgelegenheid is in de voorbije decennia wel gestaag afgenomen, ten faveure van met name de dienstensector. Dit is het gevolg van een optelsom van drie ontwikkelingen. Ten eerste wordt met name in de industrie hetzelfde werk met steeds minder mensen gedaan (arbeidsproductiviteitsverbetering via mechanisatie en automatisering). Ten tweede verdwijnt de arbeidsintensieve en relatief eenvoudige serieproductie naar lagelonenlanden, zoals Polen. En ten derde besteden industriële bedrijven allerlei voorheen in eigen beheer gehouden diensten uit aan externe specialisten en dienstverleners. Daarmee zorgt de industrie voor veel indirecte werkgelegenheid. Hoge arbeidsproductiviteit door kapitaalintensiviteit De industrie realiseert een productie van ongeveer 61 miljard euro met arbeidsjaren. Dit betekent dat per arbeidsjaar een arbeidsproductiviteit van wordt gerealiseerd. De gemiddelde arbeidsproductiviteit in de industrie steekt met kop en schouders uit boven de andere sectoren die deel uitmaken van het particuliere bedrijfsleven. Het kapitaalintensieve karakter van het productieproces in de industrie ligt ten grondslag aan deze hoge arbeidsproductiviteit. Export belangrijk voor industrie De industrie heeft een sterke internationale oriëntatie. Maar liefst 55% van de omzet in de industrie wordt behaald door export. In het totale particuliere bedrijfsleven blijft dit aandeel steken op 29%. In het particuliere bedrijfsleven nemen de industriële bedrijven de helft van de totale exportomzet voor hun rekening. De industriële producten vinden hun weg naar het buitenland via de directe weg (export door de producerende ondernemingen zelf) of via de indirecte weg, middels tussenhandel. 2.5 De industrie in internationaal perspectief Het internationaliseringsproces van de industrie loopt langs een drietal wegen. In de eerste plaats wordt door een groot deel van de industrie geëxporteerd, ten tweede wordt er door industriële ondernemingen geïmporteerd en ten derde investeren Nederlandse industriële ondernemingen in vestigingen in het buitenland. Dit laatste fenomeen wordt wel omschreven met de term Direct Foreign Investments of kortweg DFI. Er zijn aanwijzingen dat DFI steeds belangrijker wordt in het internationaliseringsproces. In deze paragraaf wordt kort ingegaan op recente en te verwachten ontwikkelingen voor de industriële export, import en DFI Export Onderscheid tussen passieve en actieve export Industriële ondernemingen kunnen passief en actief deelnemen aan het exportproces. Van passieve export, ook wel indirecte export genoemd, is sprake wanneer een industrieel bedrijf een deel van zijn producten verkoopt aan bijvoorbeeld een grote handelsonderneming, die op haar beurt de producten verkoopt aan een buitenlandse afnemer. Actieve export, meestal aangeduid met directe export, vindt plaats wanneer de industriele onderneming direct levert aan een buitenlandse afnemer. 16

17 Duitsland en België zijn de voornaamste bestemmingslanden De lidstaten van de Europese Unie zijn de belangrijkste afnemers van Nederlandse industriële producten. Binnen de lidstaten zijn Duitsland en België de belangrijkste bestemmingslanden van de export van industriële producten met aandelen in de totale export van industriële producten van respectievelijk 25 en 12% (zie tabel 4). De ontwikkeling van de export van industriële producten naar Nederlands belangrijkste handelspartners was in 2002 weinig florissant. Zo liep de export naar Duitsland met 7% in waarde terug. Beter ontwikkelde de export zich op de verder gelegen markten zoals Amerika en Afrika. tabel 4 Exportaandeel en ontwikkeling van de uitvoer van industriële goederen in 2002 naar bestemming (%) Bestemming Aandeel in totale export Mutatie t.o.v Europa totaal 84-4,0 Waarvan EU 75-5,0 Frankrijk 10-6,0 België en Luxemburg 12-2,5 Duitsland 25-7,0 Italië 6-5,0 Verenigd Koninkrijk 11-5,0 Afrika 2 4,0 Amerika 7 5,5 Azië totaal 7 1,5 Waarvan Zuidoost-Azië 5 0,0 Oceanië 0 2,5 Wereld 100-3,0 Bron: CBS, Comext, Bewerking EIM, De exportquote van het MKB is kleiner dan die van het grootbedrijf De exportquote van het kleinbedrijf is kleiner dan die van de grote bedrijven (figuur 3) of anders gezegd het kleinbedrijf exporteert een kleiner deel van de omzet dan het grootbedrijf. Hiervoor is een aantal redenen. In de eerste plaats exporteert maar een klein percentage van het kleinbedrijf, terwijl bijvoorbeeld in het grootbedrijf het deelnamepercentage aan export de 100 nadert. In de tweede plaats is de exportquote van het exporterende MKB aanmerkelijk lager dan die van het exporterende grootbedrijf (tabel 5). Voor kleine bedrijven is export dikwijls door allerlei oorzaken, zoals gebrek aan kennis en gebrek aan financieringsmogelijkheden, niet weggelegd. Voor grote bedrijven is export dikwijls een must vanwege de kleine omvang van de Nederlandse markt. 17

18 figuur 3 Exportquote industrie naar grootteklasse in 2002 Kleinbedrijf 2-9 werkzame personen 11% Middenbedrijf werkzame personen 17% Middenbedrijf werkzame personen 27% Middenbedrijf werkzame personen 41% Grootbedrijf 100 en meer werkzame personen 54% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Bron: ERBO, bewerking EIM, Hoogste exportquote in aardolie- en chemische industrie Behalve de grootteklasse is ook het type bedrijfsactiviteit van invloed op de mate waarin wordt geëxporteerd. Dit wordt duidelijk in tabel 5. Hout, bouwmaterialen, meubelen en dergelijke worden door het MKB en zelfs door het grootbedrijf in die sector grotendeels in het binnenland afgezet. In de chemie en kunststofverwerking (in de aardolie-industrie komen nauwelijks kleinere bedrijven voor) gaat zelfs bij het MKB het merendeel van de producten de grens over. Overigens is dat vooral te danken aan het MKB in de chemische industrie. In de kunststofverwerkende industrie is de exportquote lager. In de sectoren waar de exportquote laag is, is het aandeel van het MKB in het totale aantal bedrijven het hoogst. Voorbeelden hiervan zijn de metaalproductenindustrie en de textielindustrie. tabel 5 Exportquote naar industriële deelsector voor MKB en grootbedrijf (GB), 2002 Industriële deelsector Exportquote MKB Exportquote GB Voedings- en genotmiddelen Textiel, kleding, papier en grafische prod Hout, bouwmaterialen, meubelen en ov Aardolie, chemie en kunststofverwerking Basismetaal en metaalproducten Apparaten en transportmiddelen Bron: EIM, gebaseerd op CBS en KvK,

19 Export MKB groeit harder dan die van het grootbedrijf Een analyse van de ontwikkeling van de Nederlandse export in het MKB en het grootbedrijf tussen 1994 en 2002 laat zien dat de export van het MKB in deze periode over het geheel genomen harder groeide dan de export van het grootbedrijf 1. Alleen tussen 1998 en 2000 lag de exportgroei van het grootbedrijf het hoogst, dankzij het gerealiseerde exportvolume, maar meer nog dankzij de sterker gestegen exportprijzen. Die exportprijzen blijken voor het grootbedrijf meer op en neer te gaan dan voor het MKB, maar dat is vooral een gevolg van de fluctuerende exportprijzen van de uitsluitend uit grootbedrijf bestaande aardolie-industrie. figuur 4 Procentuele verandering van de exportprijzen tussen 1994 en % 10% procentuele verandering 8% 6% 4% 2% 0% -2% MKB Grootbedrijf Totaal Bron: ERBO, bewerking EIM, Duitse malaise ongunstig voor Nederlandse exportvooruitzichten De vooruitzichten voor de Nederlandse export in het algemeen, en die van het MKB in het bijzonder, worden enigszins verduisterd door de trage ontwikkeling van de economie van Duitsland, 2 dat zeker voor het MKB verreweg de belangrijkste buitenlandse exportmarkt is. Voorgenomen aanpassingen in Duitsland om de economie weer op gang te helpen zullen pas op wat langere termijn effect hebben, en kunnen op korte termijn zorgen voor onrust en overgangsproblemen Importen Na de groothandel is de industrie de belangrijkste importeur Behalve export maakt ook import deel uit van de internationale handel. Import is een handelsstroom die doorgaans veel minder aandacht krijgt dan export. Het grondstofarme Nederland haalt van oudsher een belangrijk deel van zijn grondstoffen uit het buitenland. De laatste paar decennia zijn daarnaast de handel in halffabrikaten en het uitbesteden van deelbewerkingen in het buitenland sterk toegenomen. Op het gebied van importen is de industrie na de groothandel de belangrijkste handelssector. 1 Braaksma, R.M. (2003), Mini-rapportage 'Exportontwikkeling van het industriële MKB', EIM, Zoetermeer. 2 Bakker, K. en M.J. Overweel (2002), Exportthermometer 2001, EIM, Zoetermeer. 19

20 Importen kunnen aanleiding zijn om te gaan exporteren Er is een relatie tussen export en import. Bedrijven die importeren blijken relatief vaker ook te exporteren dan bedrijven die niet importeren 1. Het aandeel importen in het verbruik van de industrie is aanzienlijk. Meer dan de helft van de Nederlandse industriële importeurs importeert meer dan 10% van het totale verbruik aan grondstoffen en halffabrikaten. 30% van de industriële importeurs importeert zelfs meer dan de helft van het verbruik. Veel van de door de industrie geïmporteerde producten (67%) kunnen worden omschreven als concurrerende importen. Dit houdt in dat deze producten ook in Nederland voortgebracht worden. In dit opzicht is het importeren van deze producten niet noodzakelijk. Meestal is de (lagere) prijs of de betere prijs-kwaliteitverhouding de reden waarom de industriële bedrijven deze goederen importeren. Het komt ook voor dat goederen (of diensten) worden geïmporteerd omdat deze producten niet in Nederland voortgebracht worden Outsourcing en Direct Foreign Investment Een trend die al langer waarneembaar is maar in het verleden vooral met het grootbedrijf in verband werd gebracht betreft outsourcing en Direct Foreign Investment (DFI). Bij outsourcing gaat het erom dat delen van het productieproces door het moederbedrijf buiten het bedrijf geplaatst worden. Ook het Nederlandse bedrijfsleven, waaronder het MKB in de industrie, doet aan outsourcing. Het gaat hierbij om de verschuiving (van delen) van de productie naar goedkopere landen. Men doet dat onder andere door het openen van eigen fabrieken of door uitbesteding van (delen van) de productie aan buitenlandse ondernemingen. In het eerste geval wordt gesproken van DFI. Verwacht wordt dat grote delen van industrie op korte termijn naar Oost-Europa zullen trekken, voorzover dat al niet gebeurd is. Met name Polen en Tsjechië kunnen zich als vestigingsland verheugen in de warme belangstelling van de Nederlandse industrie. Ook delen van Rusland hebben een gunstig vestigingsklimaat. De combinatie van goedkope grond en de aanwezigheid van hooggekwalificeerd personeel en relatief lage loonkosten heeft een duidelijke aantrekkingskracht op buitenlands kapitaal. Werkgelegenheid en outsourcing De mogelijke effecten van DFI door middel van het verhuizen van de eigen industrie zijn: verdwijnen van werkgelegenheid uit Nederland, grotere importen en wellicht het verdwijnen van een deel van de export. Daarnaast kan het zo zijn dat delen van de R&D in het buitenland ondergebracht gaan worden. Dit kan ten koste gaan van de innovativiteit van de Nederlandse industrie. Aan de andere kant wordt outsourcing wel gebruikt om delen van de productie waar weinig toegevoegde waarde gegenereerd wordt, naar andere (lagelonen)landen te verplaatsen. De eindbewerking geschiedt dan vaak binnen de Nederlandse grenzen. Op deze manier is wat wel de kop-staart industrie wordt genoemd ontstaan. Een andere motivatie om tot outsourcing over te gaan, is het gebrek aan vakbekwaam personeel in Nederland. In dat geval heeft outsourcing, zeker daar waar het een nieuwe of extra activiteit betreft, geen direct effect op de Nederlandse werkgelegenheid in de industrie. 1 Graaff, C.G.M. van de en M.J. Overweel (2002), Het belang van importen voor het Midden- en Kleinbedrijf, EIM, Zoetermeer. 20

21 De maakindustrie De laatste tijd verschijnen tal van artikelen en rapporten met als onderwerp 'Het verdwijnen van de Maakindustrie' 1. Een eenduidige omschrijving van het begrip maakindustrie is er echter (nog) niet. Sommigen hebben het over de totale industrie en anderen spreken over de niet-procesmatige industrie. Binnen de industrie lijkt op het gebied van het verdwijnen van (delen) van de maakindustrie een domino-effect op gang gekomen te zijn. De grotere bedrijven die (delen van) hun machinepark naar het buitenland verhuizen, maken dat hun leveranciers zich ook in het buitenland gaan vestigen. Ook delen van de dienstverlening volgen de grotere bedrijven en hun leveranciers. 2.6 Algemene trends voor de industrie Werkgelegenheidsdaling in de industrie Aan de jaren van krapte op de arbeidsmarkt is wat de industrie betreft een eind gekomen. Na jaren van een toenemend aantal vacatures trad in 2000 voor het eerst sinds jaren een stabilisatie op. Vanaf 2001 daalde het aantal vacatures in de industrie fors. Doordat de industrie een grootschalige sector is als het gaat om werkgelegenheid, zijn de gevolgen van dalende werkgelegenheid ook merkbaar binnen andere sectoren van het particuliere bedrijfsleven. Ondanks de dalende werkgelegenheid is het gat tussen de vraag en het aanbod op de arbeidsmarkt in de industrie niet gedicht. Het tekort aan gekwalificeerd personeel is nog steeds aanwezig. Internationale oriëntatie sterk aanwezig De industrie in Nederland heeft een sterke internationale oriëntatie. Grote delen van de productie wordt in het buitenland afgezet, maar ook concurrerende importen nemen toe. Internationale concurrentie is voornamelijk afkomstig uit Oost-Europa en Zuidoost- Azië. Ruim een jaar geleden trad bijvoorbeeld China toe tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Voor de westerse industrie is nog onduidelijk of dit land een substantiële bedreiging vormt of juist een geweldige kans. Veel bedrijven in de industrie zijn inmiddels geconfronteerd met zeer lage prijzen van Chinese producten. Het gevolg van de sterke internationale oriëntatie is dat de Nederlandse industrie de laatste jaren steeds meer afhankelijk is geworden van internationale economische ontwikkelingen. Toenemend aantal strategische allianties en samenwerkingsverbanden Onder andere door de toenemende internationalisering kan de Nederlandse industrie op het gebied van arbeidskosten niet meer concurreren. De oplossing voor de industrie is het aanbieden van producten met een hogere toegevoegde waarde. Hierdoor komt binnen de Nederlandse industrie steeds meer nadruk te liggen op prototypes, hoogwaardige producten en kleine series. De complexiteit van producten en processen neemt toe. Door innovatief te werk te gaan, kunnen de industriële bedrijven in Nederland zich onderscheiden van de lagelonenlanden. Het gaat daarbij zowel om innovaties binnen het eigen productieproces als om de producten die in opdracht van de afnemer geproduceerd worden. De realisatie van deze innovaties is vaak alleen mogelijk door allerlei disciplines bij elkaar te brengen. Er is daardoor sprake van een groeiend aantal strategische allianties en (tijdelijke) samenwerkingsverbanden, horizontaal en verticaal door ketens heen. Zo ontstaat een toenemende 'ketenafhankelijkheid' binnen netwerken van toeleveranciers en uitbesteders. 1 Zie onder andere Deloitte & Touche (2002 en 2003), Made in Holland I en II. 21

22 Meer aandacht voor dienstverlening Massaproductie vindt in Nederland nauwelijks meer plaats. Een manier om meer toegevoegde waarde te bieden is om niet alleen een product te leveren, maar ook dienstverlening te bieden. Afnemers willen bijvoorbeeld niet alleen een printer, maar zien graag dat het apparaat geïnstalleerd wordt en dat de leverancier het onderhoud voor zijn rekening neemt. Het gevolg is dat de grenzen tussen industrie en dienstverlening aan het vervagen zijn. Voor veel (kleinere) industriële bedrijven betekent dit een grote aanpassing van hun bedrijfsvoering. Het bieden van een dergelijk serviceniveau heeft zowel gevolgen voor de verkoopafdeling als voor de eisen die gesteld worden aan het product. Een bijkomend voordeel is wel dat de producent een relatie kan opbouwen met de gebruiker. 2.7 Algemene prognoses voor de industrie voor 2003 en 2004 Herstel van de industrie De gehele particuliere sector is in 2003 getroffen door de economische malaise. Dit uitte zich in een negatieve ontwikkeling van de reële omzet (dit is de omzet gecorrigeerd voor prijsontwikkelingen). In 2004 is er sprake van een herstel van de omzet. Het herstel van de industrie gaat sneller dan in de rest van het particuliere bedrijfsleven (tabel 6). Dit betekent dat de industrie voor het eerst na een paar jaar qua belang voor het particuliere bedrijfsleven geen terrein meer prijsgeeft aan sectoren als de dienstverlening. tabel 6 Prognose van de volumeontwikkeling van de omzet van de industrie en andere sectoren in de nationale economie Omschrijving Mutatie in % ten opzichte van voorgaand jaar Particulier bedrijfsleven -1,25 1,75 Waarbinnen: industrie -0,75 3,00 bouw -2,25 1,00 groothandel -1,25 2,00 detailhandel -2,50 0,00 commerciële diensten -1,50 1,25 Bron: CPB, bewerking EIM. Prijsdalingen in zowel 2003 als 2004 In de industrie is de prijsontwikkeling van de omzet in 2003 achtergebleven ten opzichte van die in de rest van het particuliere bedrijfsleven (tabel 7). Pijnlijk duidelijk blijkt dit uit het feit dat de industrie zich genoodzaakt voelde om prijsdalingen te accepteren terwijl dat in geen van de andere sectoren het geval was. Contrasterend is vooral de ontwikkeling in de bouwnijverheid en de dienstensector. In deze sectoren was sprake van een nog negatievere reële ontwikkeling van de omzet. Toch slaagden de bedrijven erin om de prijzen behoorlijk te verhogen. Ook in 2004 moet de industrie genoegen nemen met prijsdalingen. Wederom springt het verschil met de bouwnijverheid en de dienstensector in het oog. Er is een aantal verklaringen voor dit contrast. In de eerste plaats zijn de prijsdalingen in de industrie een reactie op de ontwikkeling op buitenlandse markten en de internationale conjunctuur. In de tweede plaats is sprake van dalende inkoopprijzen in de industrie. Die daling 22

23 wordt doorgegeven aan de afnemers. De bouw is veel minder direct afhankelijk van buitenlandse ontwikkelingen. tabel 7 Prognose van de prijsontwikkeling van de omzet van de industrie en andere sectoren in de nationale economie Omschrijving Mutatie in % ten opzichte van voorgaand jaar Particulier bedrijfsleven 0,75 0,75 Waarbinnen: industrie -1,25-0,50 bouw 1,75 2,00 groothandel 1,00 0,50 detailhandel 0,75 0,75 commerciële diensten 1,75 2,00 Bron: CPB, bewerking EIM. In tabel 8 worden de verschillen tussen de ontwikkeling van de omzet van de industrie met de rest van het particuliere bedrijfsleven nog eens duidelijk. Vooral in 2003 blijft de omzetontwikkeling van de industrie aanzienlijk achter op de meeste andere sectoren van het particuliere bedrijfsleven. tabel 8 Prognose van de waardeontwikkeling van de omzet van de industrie en andere sectoren in de nationale economie Omschrijving Mutatie in % ten opzichte van voorgaand jaar Particulier bedrijfsleven -0,75 2,50 Waarbinnen: industrie -2,00 2,50 bouw -0,25 3,00 groothandel -0,25 2,50 detailhandel -1,75 0,50 commerciële diensten 0,25 3,25 Bron: CPB, bewerking EIM. Verlies aan werkgelegenheid in de industrie het hoogst Logisch vervolg op de hierboven gesignaleerde omzetontwikkelingen is een dalende werkgelegenheid in de industrie (tabel 9). In het totaal zijn in 2003 ongeveer volledige arbeidsjaren in de industrie verloren gegaan. Dit is bijna de helft van het totale verlies aan werkgelegenheid in de particuliere sector. Ook in 2004 is het arbeidsjarenverlies in de industrie relatief het hoogste van het totale particuliere bedrijfsleven. 23

24 tabel 9 Prognose van de werkgelegenheidsontwikkeling (arbeidsjaren) van de industrie en andere sectoren in de nationale economie Omschrijving Mutatie in % ten opzichte van voorgaand jaar Particulier bedrijfsleven -3,00-0,75 Waarbinnen: industrie -4,25 0,25 bouw -3,00-0,50 groothandel -2,00-0,50 detailhandel -3,50-1,75 commerciële diensten -2,25-0,25 Bron: CPB, bewerking EIM. Winstherstel in 2004 In het licht van het bovenstaande hoeft het geen verrassing te zijn dat 2003 voor de industrie qua winstontwikkeling geen jaar was om tevreden op terug te zien (tabel 10). De positieve ontwikkeling in 2004 zal het gat dat in 2003 is geslagen echter weer goedmaken. tabel 10 Prognose van de winstontwikkeling van de industrie en andere sectoren in de nationale economie Omschrijving Mutatie in % ten opzichte van voorgaand jaar Particulier bedrijfsleven -1,25 5,00 Waarbinnen: industrie -4,25 4,75 bouw 1,25 3,50 groothandel -1,00 2,50 detailhandel -6,50-2,25 commerciële diensten 1,00 7,00 Bron: CPB, bewerking EIM. 24

25 3 De subsectoren van de Nederlandse industrie In dit hoofdstuk wordt uitvoerig aandacht besteed aan de subsectoren waaruit de Nederlandse industrie is opgebouwd. Dit gebeurt naar analogie van de beschrijving van de industrie in zijn geheel. Per subsector wordt achtereenvolgens ingegaan op de kerngegevens, de subsectorspecifieke trends en de prognoses voor de subsector voor de jaren 2003 en Voedings- en genotmiddelenindustrie Tot de voedings- en genotmiddelenindustrie wordt een breed scala aan industriële ondernemingen gerekend. Zo omvat deze de conservenindustrie, en ook de zuivelindustrie, de veevoederindustrie, de tabaksindustrie en de dierlijke en plantaardige olie- en vettenindustrie De voedings- en genotmiddelenindustrie in 2002 De voedings- en genotmiddelenindustrie is internationaal georiënteerd De voedings- en genotmiddelenindustrie neemt met een omzet van ruim 55 miljard euro en een werkgelegenheid van bijna volledige arbeidsjaren een vooraanstaande positie binnen de Nederlandse industrie in. Meer dan de helft van de omzet vindt zijn weg naar het buitenland. Zowel de dierlijke-voedingsmiddelenindustrie als de overige-voedingsmiddelenindustrie en de genotmiddelenindustrie worden qua omzet en omzetontwikkeling gedomineerd door het grootbedrijf. In de genotmiddelenindustrie komt dit het duidelijkst naar voren: meer dan 90% van de omzet wordt voortgebracht door het grootbedrijf. Een aantal ondernemingen binnen de voedings- en genotmiddelenindustrie maakt deel uit van grote mondiaal opererende concerns zoals Unilever en Sara Lee. Hoge arbeidsproductiviteit De arbeidsproductiviteit in de voedings- en genotmiddelenindustrie behoort met tot de hoogste van de industrie. Deze hoge arbeidsproductiviteit, tezamen met de gemiddelde bedrijfsomvang van ruim 27 volledige arbeidsjaren, is tekenend voor het procesmatige karakter van een groot deel van de productie van de voedings- en genotmiddelenindustrie. tabel 11 Kerngegevens voedings- en genotmiddelenindustrie Omschrijving 2002 Aantal ondernemingen per Werkgelegenheid (in arbeidsjaren) Omzet (in mln.) Waarvan: export consumptiegoederen investeringsgoederen 0 intermediaire leveringen Bruto toegevoegde waarde (in mln.) Winst vóór belastingen (in mln.) Investeringen (in mln.) Bron: CBS, bewerking EIM. 25

26 3.1.2 Trends in de voedings- en genotmiddelenindustrie De roep om functional foods wordt steeds sterker Met het nuttigen van functional foods beogen consumenten vitamine- of mineralentekorten als gevolg van hun levensstijl aan te vullen. Verwacht wordt dat de markt van 'gezondheidsbevorderende' producten zoals melk verrijkt met calcium, drinkontbijten met vezels, yoghurt met bacteriën voor de darmflora en sappen met extra vitamine-c, de komende vijf jaar zal verdubbelen. De gezondheidsbevordering richt zich daarbij op de instandhouding van een goede gezondheid, het verlagen van de kans op chronische ziekten en op de verbetering van lichaamsfuncties. Innoveren moeilijk voor MKB De hiervoor genoemde voedingsmiddelen kunnen als productinnovaties worden gezien. Dit soort innovaties worden in de meeste gevallen in opdracht van of door het grootbedrijf ontwikkeld en geïntroduceerd. Het midden- en kleinbedrijf kan dit soort innovaties nog maar zelden van de grond krijgen. Oorzaken zijn de wet- en regelgeving op het gebied van voedingsmiddelen en de eisen die aan de bedrijven gesteld worden. Deze zijn dermate ingewikkeld en streng dat kleinere ondernemingen daar zelden of nooit aan kunnen voldoen. Als er al productinnovaties in het MKB plaatsvinden, dan gaat het meestal om marginale aanpassingen van bestaande producten of om een wat andere portitionering van voedingssupplementen. Ketenbeheersing Met name in de dierlijke-voedingsmiddelenindustrie, maar ook in de niet-dierlijkevoedingsmiddelenindustrie is ketenbeheersing van belang. In de visserij en visindustrie en de vleesverwerkende industrie worden 'track and trace' systemen toegepast. Na de recente debacles in de vee- en pluimveehouderij zijn systemen in het leven geroepen die moeten garanderen dat in iedere fase van het verwerkingsproces van levensmiddelen de goederen op de juiste wijze worden verwerkt. De verwerking moet voldoen aan zware eisen op het gebied van hygiëne, verwerking en houdbaarheid. Deze eisen worden niet alleen aan het voortbrengingsproces gesteld, maar ook aan het transport en de distributie. Mocht aan het eind van de keten blijken dat er toch iets niet in orde is met de producten, dan kan altijd het voortbrengingspad terug gevolgd worden om de oorzaak van het falen te achterhalen. Een neveneffect van de invoering van deze kwaliteitscontroles is dat sommige vleesverwerkers er tegenwoordig eigen fokkerijen op na houden en dat sommige winkelketens zelf controles zijn gaan uitvoeren bij de toeleveranciers. Concentratie aan vraag- en aanbodkant Op de markt van de voedings- en genotmiddelenindustrie is sprake van een verdergaande concentratie aan zowel de vraag- (supermarktketens) als de aanbodkant. De supermarkten hebben aan de vraagkant een enorme macht ontwikkeld. Sinds de consument meer eurobewust is geworden, is hij meer gaan shoppen. Nog niet zo lang geleden was er sprake van winkeltrouw. Iemand die gewend was zijn of haar dagelijkse boodschappen bij een bepaalde supermarkt te doen ging niet zo snel naar een andere. Tegenwoordig gaat de consument ook voor de dagelijkse boodschappen shoppen. Dit heeft geleid tot de toename van supermarkten die als 'prijsvechters' omschreven worden, zoals Aldi en Lidl. Op feestjes durfde men niet zo lang geleden niet te vertellen dat men bij zo'n levensmiddelendiscounter had gewinkeld. Tegenwoordig is dat gemeengoed geworden. De traditionele grote supermarkten hebben hierdoor marktaandeel verloren en reageren hierop met prijsverlagingen. Vervolgens zetten zij hun toeleveranciers, waaronder de voedings- en genotmiddelenindustrie, onder druk teneinde de prijzen te verlagen. In antwoord hierop is ook de aanbodkant zich gaan concentreren. 26

27 3.1.3 Prognoses voor de voedings- en genotmiddelenindustrie De voedings- en genotmiddelenindustrie is een weinig conjunctuurgevoelige sector omdat een groot deel van de producten die door deze bedrijfstak worden voortgebracht bestaat uit noodzakelijke producten. De consument heeft deze goederen toch nodig, of de conjunctuur nu stijgend is of niet. Omvangrijke fluctuaties komen binnen deze bedrijfstak slechts bij uitzondering voor. Voorzover deze zich wel voordoen, ligt hun oorzaak doorgaans in externe gebeurtenissen, zoals dierziektes, veranderingen in de wetgeving of de toetreding van landen tot de EU. In 2003 neemt de omzet van de voedings- en genotmiddelenindustrie enigszins af (tabel 12). De voedings- en genotmiddelenindustrie moet dit jaar afscheid nemen van ongeveer volledige arbeidsjaren. Dit kan niet voorkómen dat de winsten voor belasting met 7,25% dalen. Voor 2004 zien de verwachtingen er rooskleuriger uit. De omzet trekt wat aan en ook de prijzen zullen enigszins verbeteren. De werkgelegenheid zal als gevolg van de gematigde groei van de omzet gecombineerd met een productiviteitsverhoging dalen, en wel met 0,75%. Omgerekend komt dit neer op een kleine arbeidsjaren. Een en ander leidt echter nog niet tot een winststijging. tabel 12 Prognose voor de voedings- en genotmiddelenindustrie Omschrijving Mutaties t.o.v. het voorgaande jaar in % Omzetvolume -2,50 1,00 Prijsontwikkeling van de omzet 2,75 0,75 Omzetwaarde 0,25 1,50 Werkgelegenheid (arbeidsjaren) -3,50-0,75 Winst -7,25-0,50 Bron: CPB, bewerking door EIM. 3.2 Textiel-, kleding-, papier- en grafische industrie Tot deze industrietak worden naast de textiel-, kleding-, papier- en grafische industrie ook de lederwarenindustrie en de uitgeverijen gerekend De textiel-, kleding-, papier- en grafische industrie in 2002 Kleinschalige industriële subsector De textiel-, kleding-, papier- en grafische industrie bestaat uit ruim ondernemingen (tabel 13). Deze tak van industrie is samen met de hout-, bouwmaterialen-, meubel- en overige industrie een vrij kleinschalige industriële subsector. De werkgelegenheid van een onderneming in de textiel-, kleding-, papier- en grafische industrie telt gemiddeld 12,2 arbeidsjaren. De arbeidsproductiviteit in de textiel-, kleding-, papier- en grafische industrie ligt iets beneden het gemiddelde van de totale industrie. Meeste aandacht gaat uit naar de nationale markt Gezamenlijk behaalden de ondernemingen in de textiel-, kleding-, papier- en grafische industrie in 2002 een omzet van 23,5 miljard euro. Op de buitenlandse markt wordt in deze industrietak bijna 28% van de omzet gerealiseerd. Hieruit valt af te leiden dat de textiel-, kleding-, papier- en grafische industrie vooral nationaal gericht is. Ruim de helft van de omzet is afkomstig uit intermediaire leveringen. Enerzijds draait het hierbij om 27

28 leveringen van stoffen, garens, papier en karton en anderzijds om het leveren van eindproducten aan handelsondernemingen. tabel 13 Kerngegevens textiel-, kleding-, papier- en grafische industrie Omschrijving 2002 Aantal ondernemingen per Werkgelegenheid (in arbeidsjaren) Omzet (in mln.) Waarvan: export consumptiegoederen investeringsgoederen 140 intermediaire leveringen Bruto toegevoegde waarde (in mln.) Winst vóór belastingen (in mln.) Investeringen (in mln.) Bron: CBS, bewerking EIM Trends in de textiel-, kleding-, papier- en grafische industrie Verschuiving van industrie naar handel De kledingindustrie kan zich nauwelijks onttrekken aan de ongunstige ontwikkelingen in de nationale economie. Eind jaren negentig kende de verkoop van kleding een aantal goede jaren, maar nu laten de verkopen een neergaande lijn zien. In de kledingbranche vindt een verschuiving plaats van industrie naar handel. De meeste bedrijven richten zich steeds meer op de inkoop van kleding. De productie vindt vaak in lagelonenlanden plaats. De bedrijven in deze deelsector kijken veelal naar het resultaat op korte termijn. Tegen een redelijke prijs moeten kleine hoeveelheden kleding op tijd in de winkels liggen. De invoer uit lagelonenlanden zal verder toenemen, doordat in 2005 volgens afspraken binnen de wereldhandelsorganisatie (WTO) alle quota en overige handelsbelemmeringen worden afgeschaft 1. Differentiatie van producten De consument wil kleding die onderscheidend is. Daarbij is de consumentenvraag vaak grillig. Een artikel dat vandaag in de schappen blijft liggen, kan morgen niet aan te slepen zijn, en andersom. Deze ontwikkeling wordt nog eens versterkt door meer concurrentie van producten uit andere culturen. Fabrikanten zijn door nieuwe productietechnieken in staat om producten in een groot aantal varianten aan te bieden, met als gevolg dat zij meer aandacht besteden aan het productontwerp en de industriële vormgeving. Sterke opkomst van technisch textiel In de textielindustrie is technisch textiel een opmars aan het maken. Een veelheid van producten wordt onder deze noemer geschaard. Het zijn vaak halfproducten of textiele componenten die in combinatie met andere materialen tot een eindproduct worden vervaardigd. Technisch textiel kent vele toepassingen, zoals in de vliegtuigindustrie, de 1 Agreement on Textile and Clothing (ATC). 28

Exportontwikkeling van het industriële MKB

Exportontwikkeling van het industriële MKB Exportontwikkeling van het industriële MKB Ro Braaksma Zoetermeer, 3 september 2003 Bestelnummer: M200305 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Exportprestaties van het industriële MKB in 2003

Exportprestaties van het industriële MKB in 2003 M200410 Exportprestaties van het industriële MKB in 2003 Exportthermometer Jolanda Hessels Kees Bakker Zoetermeer, november 2004 Exportprestaties van het industriële MKB in 2003 In 2003 laat de export

Nadere informatie

MKB-index april 2017

MKB-index april 2017 MKB-index april 2017 Zoetermeer, 4 mei 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) Prognose 2005 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2006 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Stijging van export en exportkansen in industrie, diensten en groothandel

Stijging van export en exportkansen in industrie, diensten en groothandel M200515 Stijging van export en exportkansen in industrie, diensten en groothandel Exportthermometer drs. S.C. Oudmaijer Zoetermeer, januari 2006 Exportprestaties en exportpotentieel van de industrie, de

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) prognose 2006 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2007 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage drs. C.M. Wiggers Zoetermeer, augustus 2003 Nummer: M200304 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Kengetallen ondernemerschap

Kengetallen ondernemerschap Kengetallen ondernemerschap Tabellenboek drs. N.G.L. Timmermans R. in 't Hout K. Bakker drs. W. H.J. Verhoeven Zoetermeer, 14 augustus 2009 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische

Nadere informatie

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 drs. K.L. Bangma drs. A. Bruins drs. D. Snel drs. N. Timmermans Zoetermeer, 5 juli 2013 Rapportnummer : A201337 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek

Nadere informatie

Nederlandse exportgroei houdt aan

Nederlandse exportgroei houdt aan M200712 Nederlandse exportgroei houdt aan Exportthermometer 2007 drs. B.H.G. Jansen Zoetermeer, oktober 2007 Nederlandse exportgroei houdt aan Net als in de voorgaande jaren realiseert het Nederlandse

Nadere informatie

BNA Conjunctuurmeting

BNA Conjunctuurmeting BNA Conjunctuurmeting September 2011 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

M200612. Positieve exportontwikkeling zet door. Exportthermometer 2006. drs. S.C. Oudmaijer

M200612. Positieve exportontwikkeling zet door. Exportthermometer 2006. drs. S.C. Oudmaijer M200612 Positieve exportontwikkeling zet door Exportthermometer 2006 drs. S.C. Oudmaijer Zoetermeer, november 2006 Exportthermometer Het gaat goed met de Nederlandse export, zowel in het grootbedrijf als

Nadere informatie

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Minirapportage ir. C.C. van de Graaff drs. W.H.J. Verhoeven drs. P. Vroonhof K. Bakker Zoetermeer, 18 september 2002 Dit onderzoek is uitgevoerd

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, oktober 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Peter Brouwer Zoetermeer, april 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2014 René Vogels Zoetermeer, 22 april 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Herstel in de industrie zet door. Samenvatting. Totale industrie. Omzet stijgt. Eerste kwartaal 2014

Herstel in de industrie zet door. Samenvatting. Totale industrie. Omzet stijgt. Eerste kwartaal 2014 Eerste kwartaal 214 Herstel in de industrie zet door Samenvatting Totale industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015 Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar René Vogels Zoetermeer, 10 april De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen,

Nadere informatie

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting Aanscherpingen glijdende schaal Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen Samenvatting WODC, Ministerie van Veiligheid en Justitie 2014 Drs. Zosja Berdowski; Ir. Alexandra Vennekens

Nadere informatie

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Brancheonderzoek BNA Conjunctuurpeiling voorjaar 2012 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36

Nadere informatie

De stand van Mediation in Nederland

De stand van Mediation in Nederland De stand van Mediation in Nederland drs. R.J.M. Vogels Zoetermeer, 17 november 2011 In opdracht van het Nederlands Mediation Instituut (NMI). De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus.

Nadere informatie

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Uitgave januari 2016 Rapport uitgebracht aan: Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart W. van der Geest C11540/2016/0188 Zoetermeer, 29 januari 2016

Nadere informatie

Zoetermeer, 28 februari 2018

Zoetermeer, 28 februari 2018 Cliëntenaudit BWRI Zoetermeer, 28 februari 2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 1,4 procent in Beperkte opwaartse bijstelling economische groei 2004

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 1,4 procent in Beperkte opwaartse bijstelling economische groei 2004 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-037 31 maart 2005 9.30 uur Economie groeit 1,4 procent in 2004 De Nederlandse economie is in 2004 met 1,4 procent gegroeid. Dat is een licht herstel

Nadere informatie

De oudere starter in Nederland Quick Service

De oudere starter in Nederland Quick Service De oudere starter in Nederland Quick Service Heleen Stigter Zoetermeer, januari 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie

Nadere informatie

Stemming onder ondernemers in het MKB

Stemming onder ondernemers in het MKB Stemming onder ondernemers in het MKB ISBN : 978-90-371-1130-9 Rapportnummer : A201424 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl) Panteia

Nadere informatie

Export- en Importindex MKB

Export- en Importindex MKB Export- en Importindex MKB Ontwikkelingen 2008-2012 ISBN : 978-90-371-1139-2 Rapportnummer : A201434 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl)

Nadere informatie

Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB. drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus

Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB. drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus Zoetermeer, december 2013 ISBN : 978-90-371-1096-8 Rapportnummer : A201363 Dit onderzoek is gefinancierd

Nadere informatie

Productiegroei industrie afgenomen in derde kwartaal

Productiegroei industrie afgenomen in derde kwartaal Derde kwartaal 214 groei industrie afgenomen in derde kwartaal Industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Productie licht gedaald in vierde kwartaal

Productie licht gedaald in vierde kwartaal Vierde kwartaal 14 Productie licht gedaald in vierde kwartaal Industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Naar Werk Meetjaar 2017/2018 Zoetermeer, 4-5-2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Van goede naar betere dienstverlening Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Inge van den Ende, Mandy Goes en Roxanne de Vreede Zoetermeer, 26 april 2018 De

Nadere informatie

Global Entrepreneurship Monitor 2002

Global Entrepreneurship Monitor 2002 Global Entrepreneurship Monitor 2002 Niels Bosma Zoetermeer, 14 november 2002 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie

Nadere informatie

Ondernemen in de Industrie 2001

Ondernemen in de Industrie 2001 Sectorscoop Ondernemen in de Industrie 2001 drs. R.M. Braaksma ISBN: 90-371-0795-8 Prijs: ƒ 75,- Bestelnummer: A0008 Dit onderzoek maakt deel uit van het Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat

Nadere informatie

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Effecten BTW-verandering op het gedrag van consumenten in de Schilders- en stukadoorsbranche drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Zoetermeer, 23 maart 2012 Dit onderzoek is gefinancierd door CNV Vakmensen, FNV

Nadere informatie

Lagere afzetprijzen drukken nog steeds omzet

Lagere afzetprijzen drukken nog steeds omzet Tweede kwartaal 216 Lagere afzetprijzen drukken nog steeds omzet Industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Bouwers en hun gemeente

Bouwers en hun gemeente Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 1 2 Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 drs. Pim van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Universiteit van Amsterdam, INTT De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Omzet industrie daalt door lagere prijzen

Omzet industrie daalt door lagere prijzen Eerste kwartaal 21 Omzet industrie daalt door lagere prijzen Industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Persbericht. Aardolie drukt prijsniveau industrie. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Aardolie drukt prijsniveau industrie. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB01-021 31 januari 2001 9.30 uur Aardolie drukt prijsniveau industrie De prijzen van Nederlandse industrieproducten zijn in december met 2,3% gedaald ten

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Licht herstel economie in derde kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Licht herstel economie in derde kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-071 13 november 2009 9.30 uur Licht herstel economie in derde kwartaal 2009 Kwartaal op kwartaal 0,4 procent groei economie Krimp 3,7 procent in vergelijking

Nadere informatie

Buitenlandse investeringen door het MKB

Buitenlandse investeringen door het MKB M00408 Buitenlandse investeringen door het MKB Toenemende investeringen in lagelonenlanden of op kousenvoeten naar buurlanden? Jolanda Hessels Maarten Overweel Zoetermeer, 13 oktober 004 Buitenlandse investeringen

Nadere informatie

Cliëntenaudit Bureau ABC

Cliëntenaudit Bureau ABC Cliëntenaudit Bureau ABC 2014 Zoetermeer 17 april 2015 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober 2012. Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober 2012. Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Brancheonderzoek BNA Conjunctuurmeting oktober 2012 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Innovatie in het MKB in Noord-Nederland

Innovatie in het MKB in Noord-Nederland Innovatie in het MKB in C10978 Petra Gibcus en Yvonne Prince Zoetermeer, 16 juli 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Accessio Inburgering Zoetermeer, woensdag 5 augustus 2015 In opdracht van Accessio Inburgering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

M MKB heeft internationale handelsgeest

M MKB heeft internationale handelsgeest M201019 MKB heeft internationale handelsgeest Arjan Ruis Petra Gibcus Zoetermeer, november 2010 MKB heeft internationale handelsgeest Ruim één op de drie MKB-bedrijven is op enige wijze actief op de internationale

Nadere informatie

Algemeen beeld van het MKB in 2015

Algemeen beeld van het MKB in 2015 Algemeen beeld van het MKB in 2015 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl) Drs. K.L. Bangma Drs. D. Snel Zoetermeer, 9 februari 2015 De

Nadere informatie

Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002

Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002 Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002 Frits Suyver Zoetermeer, 17 februari 2004 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Werkfit maken Meetjaar 207/208 Zoetermeer, 4-5-208 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Financieringsproblemen in de binnenvaart

Financieringsproblemen in de binnenvaart Financieringsproblemen in de binnenvaart Drs. M.J. Overweel Drs. P.Th. van der Zeijden Zoetermeer, 26 maart 2014 ISBN : 978-90-371-1120-0 Rapportnummer : A201414 Dit onderzoek is gefinancierd door het

Nadere informatie

Industriële omzet stijgt opnieuw

Industriële omzet stijgt opnieuw Vierde kwartaal 217 Industriële omzet stijgt opnieuw Industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, farmaceutische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Exportmonitor 2011. Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler

Exportmonitor 2011. Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler Exportmonitor 2011 Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler Uit de Exportmonitor 2011 blijkt dat het noordelijk bedrijfsleven steeds meer aansluiting vindt bij de wereldeconomie. De Exportmonitor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB Tevredenheidsonderzoek 2015 Fox AOB Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Fox AOB De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Omzet daalt voor negende kwartaal op rij

Omzet daalt voor negende kwartaal op rij Derde kwartaal 216 daalt voor negende kwartaal op rij Industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, farmaceutische, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Uitgevoerd in opdracht van Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Zoetermeer, 17 september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Wederom meer omzet voor industrie

Wederom meer omzet voor industrie Derde kwartaal 217 Wederom meer omzet voor industrie Industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, farmaceutische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-038 15 mei 2009 9.30 uur Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Grootste krimp na de Tweede Wereldoorlog Export en investeringen vallen

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Zoetermeer, vrijdag 13 november 2015 In opdracht van Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport In opdracht van ROC Drenthe College Zoetermeer, donderdag 22 maart 2018 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Prijsafname zorgt opnieuw voor omzetdaling industrie

Prijsafname zorgt opnieuw voor omzetdaling industrie Eerste kwartaal 216 Prijsafname zorgt opnieuw voor omzetdaling industrie Industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Hogeschool van Amsterdam Zoetermeer, woensdag 9 november 2016 In opdracht van Hogeschool van Amsterdam De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

Persbericht. Prijzen industrie hoger door dure aardolie. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Prijzen industrie hoger door dure aardolie. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-148 30 juni 2000 9.30 uur Prijzen industrie hoger door dure aardolie Het prijsniveau van Nederlandse industriële producten ligt in mei van dit jaar 2,2%

Nadere informatie

Topsectoren in beeld Ontwikkelingen van de innovativiteit van de topsectoren

Topsectoren in beeld Ontwikkelingen van de innovativiteit van de topsectoren Topsectoren in beeld Ontwikkelingen van de innovativiteit van de topsectoren 2012-2014 ISBN : 978-90-371-1135-4 Rapportnummer : A201430 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en

Nadere informatie

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland Conjunctuur enquête Technologische Industrie Nederland Gunstig beeld met internationale onzekerheden Het CBS kopt donderdag 16 februari dat het ondernemersvertrouwen in Nederland nog nooit op zo n hoog

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Tevredenheidsonderzoek 2012 Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Zoetermeer, maandag 4 februari 2013 In opdracht van Jobcoach organisatie Trace Daelzicht De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

MKB investeert in kennis, juist nu!

MKB investeert in kennis, juist nu! M201016 MKB investeert in kennis, juist nu! drs. B. van der Linden drs. P. Gibcus Zoetermeer, september 2010 MKB investeert in kennis, juist nu! MKB-ondernemers blijven investeren in bedrijfsopleidingen,

Nadere informatie

Industriële omzet veert op

Industriële omzet veert op Vierde kwartaal 21 Industriële omzet veert op Industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, farmaceutische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Omzet industrie daalt

Omzet industrie daalt Tweede kwartaal 21 industrie daalt Industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie Elektrotechnische

Nadere informatie

Internationale handel visproducten

Internationale handel visproducten Internationale handel visproducten Marktmonitor ontwikkelingen 27-211 en prognose voor 212 Januari 213 Belangrijkste trends 27-211 Ontwikkelingen export De Nederlandse visverwerkende industrie speelt een

Nadere informatie

Persbericht. Afzetprijzen industrie gestegen. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Afzetprijzen industrie gestegen. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB01-071 30 maart 2001 9.30 uur Afzetprijzen industrie gestegen Na drie maanden van prijsdalingen zijn de prijzen van Nederlandse industrieproducten in februari

Nadere informatie

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel M201010 Starters en de markt drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2010 Starters en de markt Ondernemers die met een bedrijf zijn begonnen in de maanden voordat de economie in 2008 van groei omsloeg

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok De verantwoordelijkheid voor de

Nadere informatie

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei Persbericht PB14-050 14 augustus 2014 09.30 uur Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei - Economie groeit volgens de flashraming met 0,5 procent ten opzichte van eerste kwartaal 2014 - Volgens

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-144 21 december 2005 9.30 uur Groei economie derde kwartaal 2005 hoger dan eerder geraamd De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 met

Nadere informatie

Omzet industrie daalt opnieuw

Omzet industrie daalt opnieuw Vierde kwartaal 21 industrie daalt opnieuw Industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie Elektrotechnische

Nadere informatie

ISBN :

ISBN : MKB regionaal bekeken 2014 ISBN : 978-90-371-1137-8 Rapportnummer : A201432 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl) Panteia BV Panteia

Nadere informatie

Kostenstructuur zand en grindvaart 2015 en raming 2016

Kostenstructuur zand en grindvaart 2015 en raming 2016 Kostenstructuur zand en grindvaart 2015 en raming 2016 Uitgave januari 2016 Rapport uitgebracht aan: Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart W. van der Geest C11540/2015/0187 Zoetermeer, 29 januari

Nadere informatie

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik Persbericht PB14-032 15 mei 2014 9.30 uur CBS: economie krimpt door lager gasverbruik - Sterke afname binnenlands verbruik en export van aardgas door milde winter - Mede hierdoor economische krimp van

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei tweede kwartaal 2008 bijgesteld tot 3,0 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei tweede kwartaal 2008 bijgesteld tot 3,0 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-067 25 september 2008 9.30 uur Economische groei tweede kwartaal 2008 bijgesteld tot 3,0 procent Opwaartse bijstelling met 0,2 procentpunt Fors meer

Nadere informatie

MKB in regionaal perspectief 2006

MKB in regionaal perspectief 2006 MKB in regionaal perspectief 2006 Zoetermeer, juli 2006 ISBN: 90-371-0971-3 Bestelnummer: A200606 Prijs: 25,- Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 De Nieuwe Werkgever Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van De Nieuwe Werkgever De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Minder sterke groei industrie in tweede kwartaal

Minder sterke groei industrie in tweede kwartaal Minder sterke groei industrie in tweede kwartaal Totale industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Cliëntenaudit Stichting SEIN

Cliëntenaudit Stichting SEIN Cliëntenaudit Stichting SEIN Zoetermeer, 17 februari 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen,

Nadere informatie

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder Persbericht PB13-070 14 november 2013 09.30 uur Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder - Economie groeit in derde kwartaal met 0,1 procent ten opzichte van tweede kwartaal - 46 duizend

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Jaargang 75 Februari 2019 nr. 2. Statistisch bulletin. CBS Statistisch bulletin, 1

Jaargang 75 Februari 2019 nr. 2. Statistisch bulletin. CBS Statistisch bulletin, 1 Jaargang 75 Februari 2019 nr. 2 Statistisch bulletin CBS Statistisch bulletin, 1 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 2. Bevolking 10 3. Industrie en energie 17 4. Inkomen en bestedingen 19 5. Internationale

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-010 13 februari 2007 9.30 uur Economie groeit 2,9 procent in 2006 De Nederlandse economie is in 2006 met 2,9 procent gegroeid. Dit is bijna twee keer

Nadere informatie

De Exportindex MKB. Ontwikkelingen 2000-2006. drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven

De Exportindex MKB. Ontwikkelingen 2000-2006. drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven De Exportindex MKB Ontwikkelingen 2000-2006 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, juli 2007 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken. De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Benchmark klanten Qredits

Benchmark klanten Qredits Benchmark klanten Qredits Lia Smit Zoetermeer, maart 2013 Rapportnummer: A201308 Dit onderzoek is mede gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl). Voor alle

Nadere informatie

Economie groeit met 0,7 procent

Economie groeit met 0,7 procent Persbericht PB14 010 14 februari 08.30 uur Economie groeit met 0,7 procent Economie groeit in vierde kwartaal met 0,7 procent ten opzichte van het derde kwartaal 8 duizend banen minder dan in het derde

Nadere informatie