ALGEMEEN BESTUUR. Datum: 21 maart

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ALGEMEEN BESTUUR. Datum: 21 maart 2012. www.vggm.nl"

Transcriptie

1 ALGEMEEN BESTUUR Datum: 21 maart

2 AGENDA Overleg : Algemeen Bestuur / Bestuurscommissie Veiligheid en Gezondheid Datum : 21 maart 2012 Tijd : 9.30-uiterlijk uur Plaats : Van der Valk hotel, Duiven AGENDAPUNTEN: Behandelwijze: 1. Opening en medelingen 2. Verslagen en algemene organisatie a. Verslag en besluitenlijst d.d. 14 december 2011 Ter besluitvorming b. Besluitenlijst vergadering DB d.d. 29 februari 2012 Ter informatie c. Lijst ingekomen stukken Ter besluitvorming d. Verslag voortgangsgesprek ministerie V&J d.d. 19 oktober 2011 Ter besluitvorming e. Voortgang gevolgen brief VWS inzake Wet Publieke Gezondheid Ter bespreking f. Vertegenwoordiging bestuursadviescommissies Veiligheidsberaad Ter informatie 3. Financiën a. Advies Financiële Commissie Ter bespreking b. Brief BTW-herziening Ter informatie 4. Brandweer a. Aanwijzing bedrijfsbrandweer Ter besluitvorming Regionalisering brandweer: b. Stand van zaken regionalisering brandweer Ter informatie c. Organisatieplan op hoofdlijnen Ter besluitvorming d. Bouwstenen financieel beleid Ter besluitvorming e. Standstill Ter besluitvorming 5. Risicobeheersing en rampenbestrijding a. Crisiscommunicatie Ter besluitvorming b. Evaluatierapport RBT oefening Viking Ter besluitvorming c. Natuurbrandbestrijding Ter bespreking d. Ambtsbericht Commissaris van de Koningin 2011 Ter informatie e. Overeenkomst Nordrhein-Westfalen Ter besluitvorming f. Stand van zaken meldkamer Ter informatie 6. Rondvraag en sluiting

3 2a Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Algemeen Bestuur Vergadering 21 maart 2012 Agendapunt 2a Verslag en besluitenlijst AB d.d. 14 december 2011 Voorstel: Ter besluitvorming

4 VERSLAG Verslag van : Algemeen bestuur VGGM / Bestuurscommissie Veiligheid en Gezondheid Gehouden op : 14 december 2011 Plaats : Arnhem, Stadhuis Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente P. Krikke (voorzitter) H. Kok A. van Dijk A. Troost C. Luesink H. Zomerdijk J. van Groningen C. van der Knaap B. van Eeten G. Renkema E. Tuijnman J.P. Gebben P. van Wingerden-Boers T. Vugts M. Slinkman J.H. Klein Molekamp J. Colijn G. van Rumund J. Breunissen H. Staring J. Lucas T. Lith Y. Schat P. Joosten M. Meijer E. van Neerrijnen (notulist) J. de Warle Verslag tekst: Arnhem Arnhem Barneveld Barneveld Doesburg Duiven Duiven Ede Lingewaard Nijkerk Overbetuwe Renkum Rheden Rheden Rijnwaarden Rozendaal Scherpenzeel Wageningen Westervoort Zevenaar HovJ / Openbaar Ministerie Plv. Korpschef Politie Gelderland-Midden Dir. Publ. Gezondheid, VGGM Dir. Brandweer, VGGM Controller, VGGM Directiesecretaris, VGGM Bestuurssecretaris Politie Gelderland-Midden J. Bouman G. Ligtelijn H. de Vries G. de Graaf R. Weeda T. van Rooijen H. Vreeswijk S. Efdé J. Geukers J. de Ruiter P. Miltenburg T. Visser Doesburg Ede Lingewaard Nijkerk Renkum Overbetuwe Scherpenzeel Wageningen Westervoort Zevenaar Korpschef Politie Gelderland-Midden Coördinerend functionaris gemeenten Voorgestelde behandeling 1. Opening en medelingen De voorzitter opent de vergadering en heet de heer van Dijk in het bijzonder welkom. Tevens wijst zij op de nieuwe vertegenwoordiging uit de gemeente Ede door mevrouw Ligtelijn. 2. Verslagen a. Verslag en besluitenlijst vergadering AB d.d. 26 oktober 2011 Ter besluitvorming Met inachtneming van een redactionele wijziging in de besluitenlijst wordt het verslag en de besluitenlijst vastgesteld. b. Conceptverslag Veiligheidsberaad d.d. 11 november 2011 Ter informatie Ter kennisgeving aangenomen. c. Concept-besluitenlijst DB d.d. 30 november 2011 Ter informatie Ter kennisgeving aangenomen. 3. Financiën a. Advies Financiële Commissie Ter bespreking 1

5 Verslag De heer Zomerdijk geeft een toelichting bij het advies van de Financiële Commissie aan de hand van de volgende onderwerpen: Fiscale gevolgen wijziging wet Veiligheidsregio's Als gemeenten onroerende goederen niet overdragen (de kazerne dus ter beschikking blijven stellen) of roerende en onroerende goederen pas overdragen na inwerkingtreding van de gewijzigde wet, moet er herzienings-btw betaald worden. De inschatting is dat het landelijk gaat om een probleem van 55 miljoen en voor Gelderland-Midden om 1,9 miljoen. Voorzien wordt dat de wetswijziging in juni 2012 in werking treedt. Er wordt een overgangsregeling tot 1 januari 2013 overwogen: de herziening kan achterwege blijven als de overdracht daadwerkelijk voor 1 januari 2013 plaatsvindt. Richting het ministerie van Financiën vindt een lobby plaats om de overdrachtstermijn te verlengen naar 1 januari Daarnaast wordt onderzocht of de zogenaamde 'verhuur-plus constructie' uitkomst biedt. Dit onderwerp wordt nog vervolgd. De Financiële Commissie houdt de vinger aan de pols. Concept Boardletter 2011 De accountant concludeert dat de organisatie 'in control' is. En er wordt voortvarend gewerkt aan nog te verbeteren zaken. Controleprotocol jaarrekening 2011 De Financiële Commissie adviseert het controleprotocol vast te stellen. Concept Kaderbrief 2013 Loon- prijsindex: De Financiële Commissie adviseert in afwachting van een betrouwbare raming van de loonkostenontwikkeling in 2013 vooralsnog uit te gaan van 1%. Digitaal Dossier JGZ: De Financiële Commissie onderschrijft de wens de bijdrage vanuit gemeenten aan VGGM op te nemen in de inwonerbijdrage. De jaarlijkse bijdrage van alle gemeenten was groot en dus per inwoner 0,49. Voorgesteld wordt een verlaging van de bijdrage in 2013 naar en dat is 0,40 per inwoner. Samenwerking gemeentelijke kolom rampenbestrijding en crisisbeheersing: De afgelopen jaren heeft de samenwerking tussen gemeenten vorm gekregen in het zogenaamde 'adoptiemodel' waarbij vijf AOV-er (samen één fte) vanuit hun werkplek aan de Beekstraat voor de regio werkzaam zijn. In een oorspronkelijk voorstel werd voorzien om per 2013 hiervoor twee fte structureel beschikbaar te maken. De Financiële Commissie adviseert hier mee voorlopig mee te wachten en eerst de gekozen samenwerkingsvorm in 2012 te evalueren. Als dat voor de zomer van 2012 gebeurt, kunnen de conclusies en de aanbevelingen worden betrokken bij de finale besluitvorming over de begroting In 2008 (in het kader van de begroting 2009) is een besluit genomen over verevening van kosten tussen gemeenten. In de begroting 2009 is een vereveningsbijdrage van 0,10 voor concentratie van AOV-capaciteit (equivalent van 1 fte inzet) en 0,05 voor piketkosten opgenomen. Verevening vindt in de jaren 2009, 2010, 2011 en 2012 niet plaats omdat incidenteel geld beschikbaar is. Deze middelen zijn eind 2012 opgebruikt. Vanaf 2013 moet dus wel verevening plaats gaan vinden. De voorzitter dankt de Financiële Commissie voor hun inspanningen en constateert dat de aanwezigen het advies van de Financiële Commissie onderschrijven. De heer Troost geeft aan blij te zijn met de gemaakte opmerking over de verlaging van de bijdrage voor het digitaal dossier JGZ naar 0,40 per b. Fiscale gevolgen wijziging Wet Veiligheidsregio's Ter informatie De voorzitter constateert dat, met inachtneming van hetgeen onder agendapunt 3a hierover is opgemerkt, er geen aanvullende vragen of opmerkingen worden gemaakt. 2

6 Verslag c. Boardletter accountant Ter besluitvorming Zonder inhoudelijke beraadslaging wordt ingestemd met het voorstel. d. Controleprotocol 2011 Ter besluitvorming Zonder inhoudelijke beraadslaging wordt ingestemd met het voorstel. e. Kaderbrief 2013 Ter besluitvorming Zonder inhoudelijke beraadslaging wordt ingestemd met het voorstel. 4. Algemene organisatie a. Lijst ingekomen stukken Ter besluitvorming Er wordt ingestemd met de voorgesteld afhandeling. b. Regeling toe- en uittreding Ter besluitvorming Zonder inhoudelijke beraadslaging wordt ingestemd met het voorstel. 5. Volksgezondheid / Ambulancezorg a. Brief Minister VWS inzake invoering Wet Publieke Gezondheid Ter informatie Voor kennisgeving aangenomen. 6. Brandweer a. Stand van zaken regionalisering brandweer Ter informatie De heer Joosten wil graag de complimenten overbrengen aan de gemeentelijke medewerkers die de afgelopen maanden veel werk hebben verzet in het kader van het regionaliseringproces. Er is inmiddels veel informatie beschikbaar (P&O afspraken) op grond waarvan in een later stadium keuzes kunnen worden gemaakt over de wijze van harmonisatie met de rechtspositie van VGGM als uitgangspunt. Ook door de gemeentelijke brandweerkorpsen is veel inspanning geleverd, onder meer op het gebied van de nulmeting kwaliteit. Er vinden momenteel informatieronden plaats om personeel te informeren over het conceptorganisatieplan op hoofdlijnen. Er worden vanuit een positief-kritische houding veel vragen gesteld. Ook zijn er weer bijeenkomsten geweest van de klankbordgroepen. Voortkomend uit de klankbordgroep gemeentesecretarissen zal aan medewerkers worden gevraagd wat "de identiteit van de post" is. Wat hoort daar bij? Dit zodat kan worden bezien of deze elementen geheel of gedeeltelijk in stand kunnen worden gehouden. De heer Troost vraagt of het juist is dat dit reorganisatieproces niet valt onder het gemeentelijk Georganiseerd Overleg maar onder het Bijzonder Georganiseerd Overleg. De heer Joosten bevestigt dit. Hij geeft aan dat het instellingbesluit van het BGO nog wel formeel bekrachtigd dient te worden. Voorzien wordt dat in januari 2012 het instellingsbesluit wordt besproken door de bonden zodat de Colleges het instellingsbesluit in februari kunnen bekrachtigen. In afwachting hiervan is reeds constructief overleg gaande met het BGO in oprichting. De heer Troost stelt voor dat gemeenten bij eventuele vragen over de rol van het gemeentelijk GO hierover gelijkluidend antwoorden. De voorzitter ondersteunt dit voorstel en stelt vast dat het voorstel door het algemeen bestuur wordt overgenomen. 3

7 Verslag 7. Risicobeheersing en rampenbestrijding a. Multidisciplinair opleidings- en oefenplan Ter besluitvorming Zonder inhoudelijke beraadslaging wordt ingestemd met het voorstel. b. Bestuurlijke bijeenkomst natuurbrandbestrijding 10 november Ter informatie Voor kennisgeving aangenomen. c. Stand van zaken meldkamer (bespreking aan de hand van een Ter informatie oplegnotitie voor de leden van het Veiligheidsberaad) De heer Schat geeft een mondelinge weergave van de stand van zaken op dit dossier. In het regeerakkoord is de ontwikkeling van één landelijke meldkamerorganisatie opgenomen, met drie locaties. De minister heeft vervolgens de ruimte gegeven voor alternatieven mits geen afbreuk werd gegaan aan de kwalitatieve verbeteringen en de financiële voordelen. De afgelopen maanden is een alternatief voorstel besproken uitgaande van 10 meldkamers. Op verzoek van het ministerie van V&J is door TNO een aanvullende onderzoek gedaan waarin drie scenario's zijn onderzocht en doorgerekend. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de intake en de uitgifte. De drie scenario's die zijn onderzocht zijn: - 3 intakelocaties / 10 uitgiftelocaties - 3 intakelocaties / 3 uitgiftelocaties - 10 intakelocaties / 10 uitgiftelocaties Binnenkort zal door het Veiligheidsberaad een advies worden gedaan aan de beide ministers van V&J en VWS. Duidelijk is dat het de bedoeling is dat al het personeel en materieel van de meldkamers in één landelijke organisatie komt. Over dit voornemen bestaan verschillende opvattingen. De heer van Rumund vraagt wat hij zal merken van de veranderingen, bijvoorbeeld ten aanzien van de performance. De heer Schat antwoordt dat de schaalvergroting niet alleen vanuit financieel maar ook vanuit kwalitatief perspectief is ingestoken. De heer van Rumund stelt dat problemen vaak te maken hebben met een gebrek aan kennis van de lokale situatie. Hij voorziet met de schaalvergroting hier geen verbetering in. De heer Schat geeft aan dat het van belang is te kunnen sturen op straatniveau. De lokale verankering zal op de meldkamer geborgd moeten worden. Of dit lukt op de schaal van 10 politieregio's is de vraag. De voorzitter wijst op de totstandkoming van het voorstel om te komen tot een landelijke meldkamerorganisatie en noemt daarbij voorbeelden van meldkamers uit het buitenland. Er is een kwalitatieve verbetering mogelijk. Vervolgens wijst zij er op dat er al een landelijke meldkamer is, bij het KLPD. In de praktijk gaan we langzaam de kant op van één meldkamer. Zij hoopt dat deze ontwikkeling niet ten koste gaat van de kwalitatieve verbetering en hoopt dat er financiële ruimte is voor de benodigde investeringen. 8. Rondvraag en sluiting Mevrouw Colijn vraagt n.a.v. agendapunt 3b naar de mogelijkheid om het extra betaling terug te vragen aan het Rijk. Zij stelt voor hierover een brief op te stellen. Dit voorstel wordt overgenomen. De voorzitter sluit de vergadering. 4

8 Besluitenlijst AB Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden d.d. 14 december 2011 A. Het AB neemt het advies van de Financiële Commissie d.d. 2 november 2011 over. B. Het AB stemt in met de boardletter C. Het AB stelt het controleprotocol 2011 vast. D. Het AB stelt de kaderbrief 2013 vast. E. Het AB stelt de regeling voor toe- en uittreding vast. F. Het AB stelt het multidisciplinair opleidings- en oefenplan vast. G. Het AB verzoekt de directie een brief op te stellen over de problematiek rondom BTW-herziening in het kader van de regionalisering van de brandweer

9 2b Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Algemeen Bestuur Vergadering 21 maart 2012 Agendapunt 2b Concept-besluitenlijst DB d.d. 29 februari 2012 Voorstel: Ter informatie

10 Concept-besluitenlijst BB Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland- Midden d.d. 29 februari 2012 A. Het DB neemt het advies van de Financiële Commissie d.d. 13 februari 2012 over B. Het DB stemt in met het verslag van het voortgangsgesprek V&J d.d. 19 oktober 2011 C. Het DB besluit t.a.v. de afvaardiging voor de bestuursadviescommissies onder het Veiligheidsberaad de heer Zomerdijk af te vaardigen voor de bestuursadviescommissie informatievoorziening en mevrouw Tuijnman af te vaardigen voor de bestuursadviescommissie GHOR. Voor de bestuursadviescommissie wordt iemand afgevaardigd. Besloten wordt het verloop van deze commissie via de vergaderstukken te monitoren D. Het DB stemt in met de "aanwijzing bedrijfsbrandweer" t.a.v. North Sea Group Storage B.V. E. Het DB stemt in met het "organisatieplan op hoofdlijnen" (regionalisering brandweer) F. Het DB stemt in met de "bouwstenen financieel beleid" (regionalisering brandweer) G. Het DB stemt in, met inachtneming van redactionele wijzigingen, met het voorstel "Standstill" (regionalisering brandweer) H. Het DB stemt in met het evaluatierapport oefening Viking en neemt de daarin genoemde conclusies en aanbevelingen over.

11 2c Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Algemeen Bestuur Vergadering 21 maart 2012 Agendapunt 2c Lijst ingekomen stukken Voorstel: Instemmen met voorgestelde afhandeling

12 MEMO Datum : 6 maart 2012 Aan : Algemeen Bestuur Van : Dagelijks Bestuur Betreft : Lijst ingekomen stukken In deze notitie wordt een overzicht gegeven van (een selectie van) ingekomen stukken gericht aan het bestuur. Tevens wordt een voorstel gedaan voor de verdere afhandeling van deze stukken. De stukken zijn desgewenst op te vragen bij de directiesecretaris van VGGM. Ingekomen: a. Brief van : Waterschap Rivierenland Datum : 17 januari 2012 Onderwerp : Jaarplan calamiteitenzorg 2012 Korte Inhoud : In het plan staan de activiteiten vermeld op het gebied van de calamiteitenzorg Voorstel : Voor kennisgeving aannemen. b. Brief van : Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland Datum : 23 januari 2012 Onderwerp : Totstandkoming RUD's Korte Inhoud : Namens de drie Gelderse veiligheidsregio's is een brief verzonden aan de Provincie over de samenwerking met de veiligheidsregio's. Concreet wordt verzocht om overleg met de kwartiermakers RUD's bij het opstellen van bedrijfsplannen/inrichtingsplannen. Voorstel : Voor kennisgeving aannemen. c. Brief van : Veiligheidsberaad Datum : 25 januari 2012 Onderwerp : Invoering Standaardisatie Incidenttypering Korte Inhoud : Eerder is door het Veiligheidsberaad besloten tot landelijke invoering van standaard meldingsclassificaties voor de meldkamer. Afgesproken is de landelijke standaard vóór 1 juli 2012 ingevoerd te hebben. Een gedetailleerde planning is toegevoegd. In de brief wordt gevraagd de landelijke set van incidenttyperingen en de bijbehorende werkwijze over te nemen en zorg te dragen voor operationalisering binnen de gestelde termijn. Voorstel : De directie draagt zorg voor uitvoering van dit verzoek. d. Brief van : Waterschap Rijn en IJssel Datum : 27 januari 2012 Onderwerp : Aanpak hoog water Postbus EJ Arnhem

13 MEMO Korte Inhoud : Naar aanleiding van de beïndiging van het programma Viking wordt gepleit voor een vervolgtraject Voorstel : De directie zal een voorstel doen voor de wijze waarop voldoende aandacht voor de voorbereiding op hoog water kan blijven bestaan. e. Brief van : Ministerie van Infrastructuur en Milieu Datum : 6 februari 2012 Onderwerp : Voortgangsrapportage implementatie BAG Korte Inhoud : In de rapportage wordt een overzicht gegeven van de stand van zaken m.b.t. de implementatie van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen in de veiligheidsregio's. De regio Gelderland-Midden loopt, evenals veel andere regio's, achter met de implementatie. Voorzien wordt om de implementatie in de tweede helft van 2012 af te ronden. Voorstel : Voor kennisgeving aannemen. f. Brief van : Dhr. A.J. van Zanten Datum : 24 februari 2012 Onderwerp : Vergaderprotocol AB Korte Inhoud : De heer van Zanten gaat in een brief d.d. 24 febuari 2012 in de inhoud van het vergaderprotocol van het algemeen bestuur. Voorstel : Het algemeen bestuur draagt de afhandeling van deze brief én eventuele toekomstige brieven van dhr. van Zanten over aan het dagelijks bestuur. Postbus EJ Arnhem

14 2d Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Algemeen Bestuur Vergadering 21 maart 2012 Agendapunt 2d Verslag voortgangsgesprek ministerie V&J d.d. 19 oktober 2011 Voorstel: Ter besluitvorming

15 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus EA Den Haag De voorzitter van de veiliglieidsregio Gelderland-Midden Mevrouw P. Krikke Postbus ED ARNHEM DG-Politie Relatiebeheer Postbus EA Den Haag wvkw.riiksoverheid.nl Contactpersoon Patrick van Hilst T patrick.hilst@dgv.minvenj.nl Kenmerk Datum 6 februari 2012 Betreft Verslag voortgangsgesprek Bijlagen 1 Geachte mevrouw Krikke, In het kader van de voortgang van de veiligheidsregio Gelderland-Midden is een gesprek gevoerd tussen uw vertegenwoordigers van de veiligheidsregio en de directeur Nationale Veiligheid van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Van dit gesprek is bijgevoegd verslag gemaakt. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, De minister van Veiligheid en Justitie, voor deze, de programmamanager Relatiebeheer Veilighetds- en Gezondheidsregio Getdorland-Midden 1 Ornxi. m i [- 4 Pagina 1 van 1

16 Ministerie van Veiligheid en justitie DG-Politie Relatiebeheer verslag Vergaderdatum 19 OktOber 2011 Postbus EA Den Haag Contactpersoon Patrick van Hilst T patrick.hilst@idgv.minvenj.nl Verslag voortgangsgesprek veiligheidsregio Gelderlandi,A-jj - Datum M'dden 6 februari 2012 Kenmerk Aanwezig Veiliqheidsreqio: Paul Joosten Ype Schat Pim Miltenburg Eric van Neerrijnen Directeur Brandweer Directeur Publieke Gezondheid/GHOR/RAV Korpschef Politie Gelderland-Midden Directiesecretaris Ministerie van Veiligheid en Justitie: Ruth Clabbers Directeur Nationale Veiligheid Donna Landa Programma Nationale Veiligheid Regionaal op Orde (NVROO) Patrick van Hilst Relatiebeheerder Algemene voortgang van de veiligheidsregio Het ministerie wordt van harte welkom geheten. Mevrouw Clabbers constateert dat Gelderland-Midden een goede veiligheidsregio is en complimenteert de regio met het kwaliteitsniveau. De heer Joosten spreekt zijn dank uit en meldt dat de bestuurders en de operatiën tevreden zijn. Met de verbetersuggesties van de Inspectie is de regio voortvarend aan de slag gegaan. De regio is in het bijzonder trots op de voortrekkersrol die het speelt op het gebied van de informatievoorziening/netcentrisch werken. Zo is LCMS 2.0 gebaseerd op de netcentrische voorziening EAGLE die Gelderland-Midden heeft ontwikkeld. Volgende week hoopt de heer Joosten bestuurlijk akkoord te krijgen voor de laatste planverplichting, het crisisplan. Mevrouw Clabbers informeert in welke mate het bestuur keuzes maakt, zoals de wet ook heeft beoogd. Dit is zeker het geval bij de inschatting van de specifieke risico's in de gemeenten, aldus de heer Joosten. Als voorbeeld noemt hij dat, naast de aandacht voor de klassieke rampen, de gemeenten nu ook goed voorbereid willen zijn op crises als grieppandemieën, die zich in de regio ingrijpend hebben voorgedaan. De veiligheidsregio richt zich nadrukkelijk ook op het verbeteren van de gemeentelijke processen, als een gelijke 'kolominzet' naast brandweer, politie en GHOR. Pagina 1 van 5

17 De heer Joosten, Schat en Miltenburg vinden dat de samenwerking tussen de Datum operationele partners goed verloopt. De heer Schat beschouwt het frequente ^ februan 2012 overleg tussen de operationele diensten als zeer waardevol, waardoor de besturen op maat kunnen worden bediend. Hij stelt dat het succes van de veiligheidsregio in belangrijke mate te danken is aan de bestuurlijke betrokkenheid en bestuurlijke samenhang tussen de veiligheidsregio en de publieke gezondheid. Verbeterkansen ziet de heer Joosten vooral voor de gemeentelijke processen. Hierin zal de komende periode extra geïnvesteerd moeten worden. De heer Miltenburg geeft aan dat het evenementenbeleid op dit moment in discussie is. In een werkgroep met bestuurlijke en operationele vertegenwoordiging wordt besproken hoe een beleidskader kan worden ontwikkeld dat passend maatwerk levert voor alle soorten evenementen. Het gaat daarbij onder meer over eisen die gesteld worden aan organisatoren als ook de operationele inzet. Regionalisering van de brandweer De heer Joosten legt uit dat de Arnhemse brandweer in 2002 al is geregionaliseerd en die van de gemeente Renkum vorig jaar volgde. De bestuurders hebben inmiddels besloten opdracht te geven de regionalisering voor te bereiden gezien de te verwachten wijziging van de Wet Veiligheidsregio's. Er is alertheid voor het behoud van de kwaliteit van de brandweer en de verschillende 'instapniveaus'. Hij vindt het gunstig dat de regio min of meer met een schone lei kan beginnen. De regio informeert bij de andere regio's wat de kansen en risico's zijn van het traject richting regionalisering. Het is de inschatting dat in 2014 het proces van regionalisering kan zijn voltooid. Er is tijd nodig om draagvlak bij de gemeenten te creëren. Het bestuur heeft besloten tot een zorgvuldig voorbereidingsproces, aldus de heer Joosten. Mevrouw Clabbers geeft aan dat de minister snelheid wil in het proces en koerst op een eerder tijdstip dan 2014 voor het voltooien van de regionalisering. Ze vult aan dat er uiteraard ruimte moet zijn voor een zorgvuldig proces. De Tweede Kamer heeft hier ook om gevraagd. Maar de exacte data worden uiteraard nog bepaald bij ingang wetsvoorstel. Mevrouw Clabbers verhaalt over de veelheid en diversiteit aan vragen van de Tweede Kamer over het wetsvoorstel regionalisering en Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). Er zijn relatief veel vragen over het IFV, de positionering van het Veiligheidsberaad, de relatie met de nationale politie en het brandweeronderwijs. Ten aanzien van dit laatste is de minister geen voorstander van het wettelijk regelen van het centraliseren van de onderwijstaken. De heer Joosten geeft aan hier, net zoals vele anderen, wel voorstander van te zijn. Mevrouw Clabbers is van mening dat met het wettelijk regelen van centralisatie het hele brandweerstelsel gaat schuiven. Desgevraagd merkt ze op dat geen enkele Kamerfractie zich tegen de regionalisering van de brandweer keert. Ze constateert wel dat de brandweer in het algemeen een groot politiek onderwerp is geworden en een sterke lobby kent. Mevrouw Clabbers legt uit dat de minister de huidige schaal van de veiligheidsregio's niet ter discussie stelt. Op dit moment is er ook een aanzienlijk verschil in kwaliteit tussen de regio's. De evaluatie van de wet veiligheidsregio's zal handvatten moeten bieden voor verdere kwaliteitsverbetering van de veiligheidsregio's. Financiering van de veiligheidsregio De heer Joosten haalt de wens aan om de variabele 'natuur en bos' aan de BDUR toe te voegen, alsmede de vergoeding voor de inzet bij natuurbranden elders in Nederland. Over het eerste stelt mevrouw Clabbers dat dit nauwelijks zal leiden tot Pagina 2 van 5

18 een hogere bijdrage voor de regio. Zeker niet gezien het gegeven dat andere Datum regio's op hun beurt ook nieuwe variabelen zullen willen toevoegen. 6 februan 2012 Zij ziet wel kansen voor het traject van expertregio's. Gelderland-Midden zou samen met Noord- en Oost Gelderland expertregio voor de bestrijding van natuurbranden kunnen worden. Voor de financiering hiervan kan het Veiligheidsberaad besluiten de aangewezen expertregio's middelen beschikbaar te stellen. De heer Joosten vertelt dat de gemeentelijke bezuinigingen op het regiobudget vorig jaar zijn doorgevoerd. De taakstelling van 8 procent heeft niet tot problemen geleid. Mevrouw Clabbers merkt op dat de regio bijzonder is vanwege het uitblijven van felle discussies over de financiën van de veiligheidsregio. De heer Schat neemt aan dat meespeelt dat de regio de naam heeft, ook in de rest van Nederland, een relatief goedkope regio te zijn. De heer Joosten vult aan dat het sluiten van posten in een veiligheidsregio als in Gelderland-Midden, waarin de brandweer nog niet is geregionaliseerd, een gemeentelijke discussie blijft en geen issue is voor de regio. Regionaal is besloten in het regionaliseringsproces geen posten te sluiten. Het CEBEON onderzoek naar de kosten van de regionalisering heeft nog geen nadere vragen van de Tweede Kamer opgeleverd. Wel zijn er vragen over beschikbaar stellen van extra rijksmiddelen voor de regionalisering van de brandweer. Hier staat de minister afwijzend tegenover, aldus mevrouw Clabbers. De heer Joosten merkt op dat de regio de rijksmiddelen de afgelopen periode heeft ingezet voor de kwaliteitsverbetering van de rampenbestrijding. Nu is er geen geld meer om de kosten van de regionalisering van de brandweer te dekken. De niet geregionaliseerde regio's hebben ook minder van het rijk ontvangen, aldus de heer Joosten. Voort stelt hij dat de regio last krijgt van de BDUR-korting van 6 procent. Mevrouw Clabbers stelt dat de daling van anderhalf procent per jaar gedurende vier jaar door de veiligheidsregio's goed op te vangen moet zijn. Daarnaast stelt ze zich op het standpunt dat het niet zo kan zijn dat het Rijk de bezuinigingen van de gemeenten moet gaan opvangen. Evaluatie van de wet veiligheidsregio's Mevrouw Clabbers licht toe dat het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie Centrum (WODC) de evaluatie van de wet veiligheidsregio's zal verrichten. Onderwerp van evaluatie is ook de set besluiten. WODC stelt momenteel een plan van aanpak op. De evaluatie zal starten in 2012 en het is de planning in 2013 met een rapport te komen. Bij de evaluatie van de wet veiligheidsregio's staat de hybride financiering met stip op nummer 1. Mevrouw Clabbers kent de wens van velen om de taken van de veiligheidsregio, net zoals bij de politie, centraal te gaan financieren. Ze vraagt zich af of centrale financiering te verenigen is met verlengd lokaal bestuur. De heer Schat kaart de integraiiteit aan tussen de veiligheidsregio en de publieke gezondheid. Hij vindt het van groot belang dat de besturen van GGD en veiligheidsregio's dichter bij elkaar gaan functioneren. Hij informeert naar de interpretatie van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel publieke gezondheid (WPG). Mevrouw Clabbers antwoordt dat de ministeries van VWS en V en J dit gezamenlijk verkennend hebben besproken. Het voorstel ligt op tafel om de betreffende regio's en de beide ministeries in nader overleg te treden. Mevrouw Clabbers biedt derhalve aan om het ministerie een toelichting te laten geven, zoals met een aantal andere regio's staat te gebeuren. De aansluiting van de Wvr op de Pagina 3 van 5

19 wetgeving in de witte kolom is ook als onderwerp opgevoerd voor de evaluatie van Datum de Wvr ^ februari 2012 Mevrouw Clabbers stelt voor om intelligent met de spanning om te gaan en adviseert de heer Schat om vraagpunten eerst samen met de ministeries te bespreken alvorens andere stappen te ondernemen. De heer Joosten zegt over de opkomsttijden dat de regio landelijk gezien gemiddeld scoort. Aangezien de normtijden in Nederland vaak niet worden gehaald oppert hij of de wet niet moet worden aangepast aan de realiteit. Mevrouw Clabbers antwoordt dat er nu in de Tweede Kamer geen ruimte is de wettelijke opkomsttijden ter discussie te stellen. Ze geeft mee dat het niet helpt als de professie in de openbaarheid roept dat de opkomsttijden niet haalbaar zijn. De veiligheidsregio moet idealiter laten zien dat bestuurlijk serieus wordt nagedacht over brandveiligheid en dat wanneer opkomsttijden niet worden gehaald, daar een bestuurlijk besluit over wordt genomen en indien noodzakelijk ook andere maatregelen worden getroffen: bijvoorbeeld door het verbeteren van de brandveiligheid met sprinklerinstallaties, rookmelders en afspraken met bewoners. De heer Joosten is van mening dat preventieve maatregelen een bijdrage kunnen leveren, maar de discussie over het kunnen halen van de opkomsttijden gezien de grote verschillen niet wegpoetst. De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid zal een nieuwe kwaliteitsmeting verrichten. Mevrouw Clabbers verwacht dat de Inspectie niet alleen naar het halen van de opkomsttijden zal kijken, maar ook nadrukkelijk oog zal hebben voor de andere activiteiten die de regio ontplooit om de brandveiligheid te vergroten, zoals het nemen van preventieve maatregelen. Ze is ervan overtuigd dat met het totaalplaatje van wat de regio's doen om de brandveiligheid te vergroten de discussie over de opkomsttijden vruchtbaarder zal verlopen. De heer Joosten geeft aan dat er gesproken wordt over de opkomsttijden, maar dat de gemeenten onderkennen dat het maximaal haalbare wordt verwezenlijkt. Gemeenten voelen zich zelf verantwoordelijk. Mevrouw Clabbers noemt de regio redelijk uniek in die zin dat er relatief veel saamhorigheid is over de brandweer en de veiligheidsregio. Overig First Respons De heer Joosten wijst op de succesvolle resultaten van het project "First Respons". Evaluaties laten zien dat de FRB teams en de ambulances momenteel zeer goed op elkaar zijn ingespeeld en als teams samenwerken ten behoeve van de patiënten. C2000 De heer Miltenburg informeert naar de actuele situatie ten aanzien van de frequenties zodat de geplaatste C2000 masten in Gelderland-Midden ook daadwerkelijk functioneren. Hij toont zich bezorgd over de veiligheid van de medewerkers. Mevrouw Clabbers zegt toe dat het ministerie hierover snel uitsluitsel zal geven. Noodnet Mevrouw Clabbers vraagt aandacht voor het Noodnet. KPN heeft kenbaar gemaakt dat op 1 januari 2012 de stekker eruit gaat. De heer Joosten antwoordt dat de regio tempo maakt met het inventariseren en vaststellen zodat de regio het voor 1 januari 2012 op orde heeft. Pagina 4 van 5

20 Datum NL Alert ^ februari 2012 Mevrouw Clabbers meldt dat NL Alert landelijk wordt uitgerold en dat het ministerie van V en J dit bekostigt. Het doel is om binnen 1 a 2 jaar een dekkingsgraad van 90 % te hebben gerealiseerd. Actiepunten 1. Mevrouw Clabbers zegt toe dat het ministerie snel uitsluitsel zal geven over de beschikbaarheid van frequenties voor de C2000 masten in Gelderland- Midden, zodat deze operationeel kunnen worden. 2. Mevrouw Clabbers biedt aan het ministerie een toelichting te laten geven over de wijze waarop het wetsvoorstel Publieke Gezondheid en de wet Veiligheidsregio's zich tot elkaar verhouden. Pagina 5 van 5

21 2e Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Algemeen Bestuur Vergadering 21 maart 2012 Agendapunt 2e Voortgang gevolgen brief VWS inzake Wet Publieke Gezondheid Voorstel: Ter bespreking

22 MEMO Datum : 6 maart 2012 Aan : Algemeen Bestuur Van : Dagelijks Bestuur Betreft : Voortgang gevolgen brief VWS inzake Wet Publiek Gezondheid In de vorige bestuurscyclus is gesproken over de brief van de minister van VWS d.d. 17 november 2011 over de invoering van de Wet Publieke Gezondheid. De minister stelt daarin dat het op grond van artikel 14 van deze wet noodzakelijk is dat de GGD een zelfstandig openbaar lichaam is, met de naam GGD, met een eigen bestuur en een eigen begroting. Aangegeven is dat ambtelijk overleg zou plaatsvinden over de consequenties van de stellingname van de minister voor de wijze waarop wij in Gelderland-Midden invulling hebben gegeven aan de gemeenschappelijk regeling. Uit dit overleg zijn de volgende aandachtspunten naar voren gekomen: 1. De minister houdt vooralsnog strikt vast aan haar eerder ingenomen stellingname. De minister gaat er van uit dat deze keuze de samenwerking tussen GGD en Veiligheidsregio (landelijk) ten goede komt. 2. De wijze van invulling van het bestuur van de GGD is geheel vrij. Dit schept kansen om de huidige integrale werkwijze van het bestuur (één vergadering met één agenda met afvaardiging vanuit gemeenten door wethouders en burgemeesters) te behouden. 3. Het is wellicht noodzakelijk de gemeenschappelijke regeling aan te passen. In het licht van andere ontwikkelingen (o.a. meldkamer) blijkt de minister bereid om soepel om te gaan met de termijn waarbinnen deze nieuwe gemeenschappelijke regeling vorm zou moeten krijgen. Onderzocht wordt of het mogelijk is om binnen één gemeenschappelijke regeling meerdere openbare lichamen te vormen. Deze constructie zou tegemoet komen aan de integrale organisatorische werkwijze. Postbus EJ Arnhem

23 2f Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Algemeen Bestuur Vergadering 21 maart 2012 Agendapunt 2f Vertegenwoordiging bestuurscommissies Veiligheidsberaad Voorstel: Ter informatie

24 Oplegnotitie Onderwerp: Vertegenwoordiging bestuurscommissies Veiligheidsberaad Voorgestelde behandelwijze: Planning bespreking: Ter besluitvorming Veiligheidsdirectie d.d.: Ter informatie DB VGGM d.d.: 29 februari 2012 Vertrouwelijk Algemeen Bestuur d.d.: 21 maart 2012 Samenvatting: Het Veiligheidsberaad heeft eind 2011 besloten tot de instelling van drie bestuurlijke adviescommissies. De onderliggende brief gaat hier nader op in. Er komen drie commissies voor de volgende onderwerpen: Informatievoorziening (bestaat al), Brandweer, GHOR. Het DB is gevraagd een vertegenwoordiger uit haar midden te laten deelnemen aan deze overleggen. Besluitvorming DB: 1. Het DB heeft besloten de afvaardiging voor de bestuursadviescommissie informatievoorziening ongewijzigd te laten. Namens Gelderland-Midden neemt de heer Zomerdijk zitting in de commissie; 2. Het DB heeft besloten de voor de bestuursadviescommissie GHOR mevrouw Tuijnman af te vaardigen om zitting te nemen in de commissie; 3. Ten aanzien van de bestuursadviescommissie brandweer heeft het DB besloten de voortgang van deze commissie aan de hand van de vergaderstukken te monitoren zonder afvaardiging in de commissie.

25 yeilighpidshpmnd \ ^'eüigheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland Midden Het Dagelijks Bestuur Postbus EL ARNHEM : wrv. t n DEC doorkiesnummer (026) bijlage(n) Onderwerp ons kenmerk Datum 16 december 2011 ii^i^oo Geachte leden van het Dagelijks Bestuur van de veiligheidsregio, Het Veiligheidsberaad laat zich adviseren door dhe bestuurscommissies: voor Brandweer, GHOR en Informatievoorziening. De bestuurscommissies zijn ingesteld om het Veiligheidsberaad te adviseren over een kolom of aspect van de veiligheidsregio's. In de bestuurscommissie Informatievoorziening (BC IV) zijn alle veiiigheidsregio's vertegenwoordigd; in de beide andere BC's niet, maar circa tien veiiigheidsregio's. De bestuurscommissies zijn onlangs geëvalueerd. Om het draagvlak te verhogen voor de advisering vanuit de bestuurscommissies en alle veiligheidsregio's te betrekken bij belangrijke ondenwerpen die in het Veiligheidsberaad worden behandeld, heeft het Veiligheidsberaad ermee ingestemd de bestuurscommissies Brandweer en GHOR uit te breiden en alle 25 veiligheidsregio's te vragen een vertegenwoordiger af te vaardigen. Voorts is besloten dat de naam van de bestuurscommissies zal worden veranderd in - bestuurlijke - adviescommissie. Namens de voorzitter van het Veiligheidsberaad en de portefeuillehouder Brandweer / GHOR, in het Dagelijks Bestuur Veiligheidsberaad, nodig ik u uit een lid van uw Dagelijks Bestuur, bij voorkeur de portefeuillehouder in kwestie, af te vaardigen in de bestuurlijke adviescommissie Brandweer en één in de bestuurlijke adviescommissie GHOR. De data waarop de bestuurlijke adviescommissies in de nieuwe samenstelling vergaderen staan vermeld in de bijlage. Graag verneem ik van u wie uw veiligheidsregio zal vertegenwoordigen in de bestuurlijke adviescommissie Brandweer respectievelijk GHOR. Indien uw veiligheidsregio ai vertegenwoordigd is in de huidige bestuurscommissie Brandweer en/of GHOR en er binnen uw Dagelijks Bestuur geen behoefte bestaat om dat te wijzigen, is geen reactie vereist. Hoogachtend, Mevrouw drs. W.R. de Boer Secretaris Veiligheidsberaad info@veiligheidsberaad.nl

26 Veiligheidsberaad Vergaderschema bestuurlijl^e adviescommissies Brandweer en GHOR Veiligheidsberaad 2012 Bestuurlijke Datum locatie adviescommissie GHOR Vrij 9 maart u Jaarbeurs (Beatrixgebouw) Utrecht, inci. lunch Wo 25 april u Jaarbeurs (Beathxgebouw) Utrecht Wo 5 september u Jaarbeurs (Beatrixgebouw) Utrecht, incl. lunch Vrij 19 oktober u Hoog Brabant, Utrecht (in winkelcentrum Hoog Catharijne Radboudkwartier 23, 3511 CC Utrecht) Wo 12 december u Hoog Brabant, Utrecht, incl. lunch (in winkelcentrum Hoog Catharijne Radboudkwartier 23, 3511 CC Utrecht) Brandweer Wo25 april u VRU, vergaderruimte LOOI, inci. lunch ( u) Do 6 september u VRU, vergaderruimte LOOI, incl. lunch ( u) Wo 17 oktober u VRU vergaderruimte LOOI, incl. lunch ( u) info@veiligheidsberaad.nl

27 3a Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Algemeen Bestuur Vergadering 21 maart 2012 Agendapunt 3a Advies Financiële Commissie Voorstel: Ter bespreking

28 Advies Financiële Commissie Aanwezig Dhr. H Zomerdijk Dhr. J.P. Gebben Dhr. De Vries Dhr. B. de Graaf Dhr. P. Joosten Mevr. M. Meijer Dhr. E. van Neerrijnen Afwezig Voorzitter Dir. Brandweer Controller Directiesecretaris Dhr. Y. Schat Dir. Publieke Gezondheid Advies Tijdens de vergadering van 13 februari 2011 heeft de Financiële Commissie advies uitgebracht over de bouwstenen van het financieel beleid van de geregionaliseerde brandweer. De Financiële Commissie adviseert in te stemmen met het voorstel van de directie over de financiële structuur. De voordelen van de gemengde structuur (DVO per gemeente en inwonerbijdrage voor regionale taken) wegen op tegen de nadelen. De Financiële Commissie kan zich voorstellen de DVO's worden afgesloten voor een periode van vijf jaar met tussentijdse evaluatie en jaarlijkse aanpassingen voor loon- en prijscompensatie. De Financiële Commissie benadrukt wel het belang van inhoudelijke sturing op de brandweerzorg vanuit de gemeente. De jaarlijkse vaststelling van de DVO draagt daar aan bij. De Financiële Commissie adviseert in te stemmen met het voorstel van de directie over de afschrijvingsmethodiek + afschrijvingstermijnen. Dat betekent dat harmonisatie naar de regionale systematiek m.b.t. de huidige activa niet plaatsvindt en bij nieuwe investeringen wel. De Financiële Commissie adviseert in te stemmen met het voorstel van de directie over het eigen vermogen. De Financiële Commissie ziet een advies over het weerstandsvermogen met belangstelling tegemoet. De Financiële Commissie adviseert in te stemmen met het voorstel van de directie over de waarderingsgrondslag over te dragen bezittingen. De Financiële Commissie vraagt aandacht voor het vraagstuk van onderhoudslasten bij het lang in gebruik houden van reeds afgeschreven materieel. Uit de investeringsplanning zal moeten blijken wat de meest efficiënte manier van werken is. De Financiële Commissie adviseert in te stemmen met het voorstel van de directie over de indexeringssystematiek. De Financiële Commissie adviseert in te stemmen met het voorstel van de directie over de investeringsraming. De Financiële Commissie benadrukt het belang van een meerjarig personeelsplan en een meerjarig investeringsplan omdat dat instrumenten zijn waarmee kan 1

29 Advies worden gestuurd op vergroting van de doelmatigheid. De Financiële Commissie adviseert in te stemmen met het voorstel van de directie over de methodiek van ontvlechten. 2

30 3b Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Algemeen Bestuur Vergadering 21 maart 2012 Agendapunt 3b Brief BTW-herziening Voorstel: Ter informatie

31 Oplegnotitie Onderwerp: Brief BTW herziening Voorgestelde behandelwijze: Planning bespreking: Ter besluitvorming Veiligheidsdirectie d.d.: Ter informatie DB VGGM d.d.: 29 februari 2012 Vertrouwelijk Algemeen Bestuur d.d.: 21 maart 2012 Samenvatting: In de laatste vergadering van het Algemeen Bestuur vroeg burgemeester Colijn (Scherpenzeel) aandacht voor de problematiek van de herzienings-btw. Zij stelde voor een brief te sturen om aandacht te vragen voor de ontstane rechtsongelijkheid en met als doel financieel gecompenseerd te worden. Hierop is onderliggende brief verzonden (bijlage 1). Er is tevens vanuit de NVBR een brief gestuurd aan het Ministerie van Financiën. (bijlage 2).

32 Ministerie van V&J Directeur Nationale Veiligheid T.a.v. mevrouw R. Clabbers Postbus EA DEN HAAG Datum : 16 februari 2012 Uw kenmerk : Ons kenmerk : Contactpersoon : Eric van Neerrijnen Doorkiesnummer : Onderwerp: Fiscale gevolgen wijziging wet op de veiligheidsregio's Geachte mevrouw Clabbers, Graag vragen wij uw aandacht voor het volgende. De wijziging van de Wet op de Veiligheidsregio's is van invloed op de omzetbelasting en in het bijzonder op de mogelijkheid BTW-kosten op de brandweertaken te compenseren via het btw compensatiefonds. Gelukkig wordt het probleem van de kostenverhoging op toekomstige uitgaven van de brandweer gecompenseerd middels een verhoging van de brede doeluitkering voor rampenbestrijding en crisisbeheersing. Maar helaas bereiken mij verontrustende signalen over de BTW-herziening op in het verleden gedane uitgaven. Vanuit het ministerie van Financiën is aangegeven dat gemeenten de BTW die op grond van het BTWcompensatiefonds is ontvangen conform de herzieningsregeling (herzieningstermijn 5 jaar roerende goederen en 10 jaar voor onroerende goederen) terug moet gaan betalen als de gemeenten geen wettelijke taak meer hebben op het gebied van de brandweer. Er moet dan herziening plaatsvinden voor de investeringen waarover btw is geclaimd. Er werd, binnen de ruimte van de huidige wet, een tijdelijke fiscale voorziening getroffen. De regio s die tussen 2008 en 2011 over gingen tot regionalisering van de brandweer, hebben de tijd gehad gebruik te maken van die voorziening. Het beëindigen van de voorziening betekent dat de regio s die vanaf 2012 het proces van regionalisering in gaan hier geen gebruik meer van kunnen maken. Hierdoor ontstaat in mijn ogen een rechtsongelijkheid tussen de regio s. Het ministerie van Financiën heeft bij monde van de heer J. Kamminga (Directoraat Generaal Belastingdienst, cluster fiscaliteit) tevens gemeld dat als de wetswijziging in juni 2012 in werking treedt een overgangsregeling tot 1 januari 2013 overwogen wordt. Als de overdracht van activa van de gemeenten naar de veiligheidsregio voor die datum plaatsvindt, kan de herziening achterwege blijven. Het algemeen bestuur van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden maakt bezwaar tegen bovenbeschreven rechtsongelijkheid en maakt bezwaar tegen de noodzaak uit financiële overwegingen alle activa vanuit de gemeenten over te dragen aan de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden. Het past in onzer ogen niet bij de kerntaak van de veiligheidsregio op grote schaal onroerend goed te beheren. Wij kiezen voor in gebruikstelling van de kazernes door de gemeenten aan de regio maar worden geconfronteerd met een regeling die deze keuze feitelijk onbetaalbaar maakt. Wij vragen u vriendelijk om, mede in overleg met het Ministerie van Financiën, te bewerkstelligen dat: - de herzieningsregeling óók voor nog niet geregionaliseerde regio's niet van toepassing wordt verklaard c.q. dat de tijdelijke voorziening wordt verlengd tot 1 januari 2015; - regio's zelf kunnen kiezen in hoeverre zij deze activa in eigen beheer willen nemen; - eventuele negatieve gevolgen a.g.v. BTW-herziening aan gemeenten één op één worden gecompenseerd door een extra uitkering aan de regio. De zorg voor 16 gemeenten in de regio Gelderland-Midden: Brandweer, GGD, RAV en GHOR. Bezoekadres: Postadres: T: Eusebiusbuitensingel 44 Postbus 5364 F: HZ Arnhem 6802 EJ Arnhem I:

33 Datum : 16 februari 2012 Kenmerk : Pagina : 2 Graag vernemen wij van u op korte termijn welke fiscale effecten de wijziging van de Wet Veiligheidsregio's met zich meebrengt en in hoeverre hier in het rijksbeleid rekening wordt gehouden met bovenbescheven ongewenste (neven-)effecten. Met vriendelijke groet, Het algemeen bestuur Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden De voorzitter, De secretaris Pauline Krikke Paul Joosten

34

35

36

37 4a Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Algemeen Bestuur Vergadering 21 maart 2012 Agendapunt 4a Aanwijzing bedrijfsbrandweer Voorstel: Ter besluitvorming

38 Oplegnotitie Onderwerp: Aanwijsbeschikking bedrijfsbrandweer North Sea Group Storage B.V., Terminal Wageningen, Grebbedijk 21 te Wageningen. Voorgestelde behandelwijze: Planning bespreking: Ter besluitvorming Veiligheidsdirectie d.d.: Ter informatie Dagelijks Bestuur d.d.: 29 februari 2012 Vertrouwelijk Algemeen Bestuur d.d.: 21 maart 2012 Bestuurscommissie d.d.: Veiligheid en Gezondheid Samenvatting: Het bestuur van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden is op grond van artikel 31 Wet veiligheidsregio s bevoegd om bepaalde inrichtingen die bij brand of ongevallen een bijzonder gevaar opleveren voor de openbare veiligheid, de aanwezigheid van een bedrijfsbrandweer voor te schrijven. Op basis van het door NSG Wageningen ingediende bedrijfsbrandweerrapport is geoordeeld dat de inrichting ingeval van brand of ongevallen een bijzonder gevaar kan opleveren voor de openbare veiligheid zoals bepaald in artikel 7.3 lid 1 Besluit veiligheidsregio's. De aanwijsbeschikking schrijft een bedrijfsbrandweer voor bestaande uit tenminste één opgeleide functionaris en stelt eisen aan de stationaire installaties zodat NSG Wageningen ingeval van een incident zelf tijdig kan ingrijpen om in afwachting van de komst van de overheidsbrandweer escalatie zo veel mogelijk te voorkomen. Inhoudelijke overwegingen: NSG Wageningen heeft ervoor gekozen zijn geloofwaardige bedrijfsbrandweerscenario s zoveel mogelijk te beheersen en/of bestrijden met automatisch werkende stationaire installaties. Het koelsysteem van de verticale opslagtanks moet echter handmatig ingeschakeld worden. De bediening is ingeval van een tankbrand alleen veilig bereikbaar voor opgeleid en van beschermende kleding voorzien (brandweer)personeel. Om in afwachting van de komst van de overheidsbrandweer de koeling tijdig en veilig te kunnen activeren dient NSG te beschikken over tenminste minimaal één bedrijfsbrandweerfunctionaris. Communicatie: Het besluit wordt toegezonden aan NSG Wageningen, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wageningen en de Arbeidsinspectie, directie Major Hazard Control. Vervolgprocedure: Na bekendmaking van het besluit heeft NSG Wageningen gedurende 6 weken de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen tegen genomen besluit indien zij daartoe aanleiding heeft.

39 Aanwijsbeschikking Bedrijfsbrandweer North Sea Group Storage B.V. Terminal Wageningen Grebbedijk 21 te Wageningen

40 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSREGIO GELDERLAND-MIDDEN Inhoudsopgave Considerans 3 Bevoegdheid 3 Milieuvergunning 3 Bedrijfsbrandweerrapport 3 Toetsing aan algemeen beleid 3 Beoordeling bedrijfsbrandweerrapport 3 Conclusie 4 Adviezen Arbeidsinspectie en gemeente Wageningen 5 Zienswijze en hoorzitting 5 Besluit 6 Mogelijkheid tot bezwaar 6 Voorschriften 7 1. Definities/begrippen 7 2. Bedrijfsbrandweer: personele en materiële component 7 3. Bestaande brandbeveiligingsinstallaties 8 4. Uitgangspuntendocument brandbeveiligingsinstallaties 8 5. Inspectierapport oplevering brandbeveiligingsinstallaties 8 6. Inspectieplan brandbeveiligingsinstallaties 8 7. Inspectie brandbeveiligingsinstallaties 9 8. Algemene bepalingen bedrijfsbrandweren 9 9. Controle en toezicht Inwerking treden aanwijzingsbeschikking 9 Ondertekening 10 Bijlagen Algemene bepalingen bedrijfsbrandweren 12 Aanwijsbeschikking Bedrijfsbrandweer North Sea Group Storage B.V. - Terminal Wageningen Pagina 2

41 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSREGIO GELDERLAND-MIDDEN Considerans Bevoegdheid Het dagelijks bestuur van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden is, op grond van artikel 31 Wet veiligheidsregio s, per 1 oktober 2010 bevoegd om bepaalde inrichtingen die bij brand of ongevallen een bijzonder gevaar opleveren voor de openbare veiligheid, de aanwezigheid van een bedrijfsbrandweer voor te schrijven. Op grond van genoemd artikel 31 is op 1 oktober 2010 een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) van kracht geworden genaamd Besluit veiligheidsregio s. In hoofdstuk 7 van het Besluit veiligheidsregio s is bepaalt welke inrichtingen kunnen worden aangewezen, welke eisen er aan de brandweerorganisatie gesteld kunnen worden en de procedure die leidt tot de uiteindelijke aanwijzing. Milieuvergunning De inrichting North Sea Group Storage B.V., Terminal Wageningen aan de Grebbedijk 21 te Wageningen, kadastraal bekend Gemeente Wageningen, sectie G, nr. 1758, (hierna te noemen: NSG Wageningen) voldoet aan de criteria die in artikel 7.1 Besluit veiligheidsregio s zijn beschreven. Door Burgemeester en Wethouders van de gemeente Wageningen is aan NSG Wageningen een milieuvergunning afgegeven, meest recent op 3 augustus 2010, op basis waarvan het aanwezig hebben van en het werken met gevaarlijke stoffen is toegestaan. Met het van kracht worden van de milieuvergunning op 3 augustus 2010 heeft NSG Wageningen de verplichting opgelegd gekregen om uiterlijk zes maanden na het inwerking treden van de milieuvergunning een bedrijfsbrandweerrapport te overleggen. Bedrijfsbrandweerrapport Op 23 maart 2011 heeft NSG Wageningen het bedrijfsbrandweerrapport "Rapport inzake de bedrijfsbrandweer" opgesteld door European Fire Protection Consultants B.V. met documentdatum 22 maart 2011 en kenmerk (hierna te noemen: bedrijfsbrandweerrapport) ingediend bij het bestuur van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden. Het bedrijfsbrandweerrapport is op verzoek van het bestuur van de veiligheidsregio door NSG Wageningen op 24 juni, 26 september en op 11 november 2011 aangevuld. Alle betrokken partijen beschouwen het bedrijfsbrandweerrapport (11 november 2011, Rev2) als de definitieve versie van dit rapport waarop dit besluit is gebaseerd. Toetsing aan algemeen beleid Het bedrijfsbrandweerrapport is beoordeeld volgens het Aanwijsbeleid bedrijfsbrandweren, zoals op 12 oktober 2011 vastgesteld door het dagelijks bestuur van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden. Het toetsingskader voor het beoordelen van een brandweerrapportage wordt gevormd door de PGS 6: Aanwijzingen voor implementatie van BRZO 1999, in het bijzonder bijlage 5: Brandweerscenario's. Beoordeling bedrijfsbrandweerrapport Op basis van het bedrijfsbrandweerrapport en de inhoudelijke beoordeling is door het bestuur is geoordeeld dat NSG Wageningen in geval van brand of ongevallen een bijzonder gevaar kan opleveren voor de openbare veiligheid zoals bepaald in artikel 7.3 lid 1 Besluit veiligheidsregio's, hetgeen blijkt uit de volgende in het bedrijfsbrandweerrapport beschreven en uitgewerkte geloofwaardige scenario s: Full-surface tankbrand in opslagtank met klasse 1 product in tankput 2. Rimsealfire in opslagtank met klasse 1 product in tankput 2. Aanwijsbeschikking Bedrijfsbrandweer North Sea Group Storage B.V. - Terminal Wageningen Pagina 3

42 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSREGIO GELDERLAND-MIDDEN Plasbrand op het laad- en losstations voor tankauto s. Plasbrand productpompkamer. Plasbrand op de dampretourinstallatie (VRU). Plasbrand op water bij de scheepverladingssteiger. Toxisch scenario bij de scheepverladingssteiger. Volgens artikel 7.3 lid 5 Besluit veiligheidsregio s kunnen wij onder andere eisen stellen aan voorzieningen inzake bluswater, melding, alarmering, verbindingen en blusmaterieel. Stationaire voorzieningen zoals blusinstallaties, inclusief de branddetectie en branddoormeldinstallatie zijn aan te merken als automatisch werkend stationair opgesteld blusmaterieel waaraan eisen kunnen worden gesteld. NSG Wageningen heeft ervoor gekozen zijn geloofwaardige bedrijfsbrandweerscenario s te beheersen en/of te bestrijden met automatisch werkende stationaire installaties. Deze installaties moeten een betrouwbaarheid, robuustheid en beschikbaarheid hebben die tenminste gelijk is aan die van een bedrijfsbrandweer. De verticale opslagtanks zijn in afwijking van de overige installaties voorzien van een handmatig - middels een drukknop - bediend koelsysteem. Ingeval van een tankbrand in opslagtank T509 ligt de locatie (werkplaats) waar de bediening zich bevind binnen de 1 kw/m 2 contour. Hierdoor is het voor nietbrandweer personeel - zijnde personeel niet in bezit van en getraind met het gebruik van beschermende middelen niet mogelijk om veilig op te kunnen treden binnen de 1 kw/m 2 -contour, cq niet veilig om de bediening te activeren bij een ontwikkelde brand. Wij achten het dan ook noodzakelijk om een operationele basissterkte met een minimale bezetting van één bedrijfsbrandweerfunctionaris te eisen en eisen op te leggen aan de opleiding en benodigde beschermende middelen van deze functionaris, zodat hij binnen de 1 kw/m 2 -contour kan optreden om de koeling te kunnen activeren. Vanwege de vastgestelde alarmeringsgrenswaarde (AGW) van benzine (1000 mg/m 3 ) zal een lekkage op het water als gevolg van een breuk van de losslang leiden tot een toxisch scenario. De effecten reiken per definitie buiten de terreingrens, aangezien de haven geen onderdeel uitmaakt van de inrichting. Gelet op de directe omgeving van de inrichting, de relatief geringe toxiciteit van benzine, de te verwachten blootstellingstijd van personen buiten de inrichting en de uitvoerbaarheid van het afdekken van een benzinelekkage op water ingeval van dit scenario, kunnen wij instemmen met het feit dat NSG Wageningen ervoor gekozen heeft om de sprinklerinstallatie bij het scheepsverlaadstation niet te voorzien van schuimbijmenging. Derhalve leggen wij geen nadere eisen (schuimbijmenging) op aan de te realiseren sprinklerinstallatie bij het scheepsverlaadstation. Conclusie Op basis van de informatie uit het bedrijfsbrandweerrapport komen wij op een omvang van de bedrijfsbrandweer die bestaat uit een personele component zijnde een operationele basissterkte met een minimale bezetting van één bedrijfsbrandweerfunctionaris en een materiële component bestaande uit (automatisch werkende) stationaire installaties zoals beschreven in het bedrijfsbrandweerrapport. Aanwijsbeschikking Bedrijfsbrandweer North Sea Group Storage B.V. - Terminal Wageningen Pagina 4

43 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSREGIO GELDERLAND-MIDDEN Adviezen Arbeidsinspectie en gemeente Wageningen Op grond van het gestelde in artikel 7.2 lid 3 Besluit veiligheidsregio's zijn de Arbeidsinspectie, directie Major Hazard Control en de Burgemeester en Wethouders van de gemeente Wageningen zowel als Wabo bevoegd gezag en het college van de gemeente waarin de inrichting is gelegen, in de gelegenheid gesteld om advies uit brengen op de concept aanwijsbeschikking. Hierop zijn geen reacties ontvangen. Zienswijze en hoorzitting Gelet op het bepaalde in artikel 7.3, lid 2 Besluit veiligheidsregio s, is de directie van NSG Wageningen in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze op de aanwijsbeschikking bedrijfsbrandweer kenbaar te maken en deze desgewenst mondeling toe te lichten. Door NSG Wageningen zijn geen zienswijzen ingediend op de concept aanwijsbeschikking. Aanwijsbeschikking Bedrijfsbrandweer North Sea Group Storage B.V. - Terminal Wageningen Pagina 5

44 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSREGIO GELDERLAND-MIDDEN Besluit Gelet op het bepaalde in artikel 31 Wet veiligheidsregio s, juncto hoofdstuk 7 Besluit veiligheidsregio s heeft het bestuur van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden besloten om North Sea Group Storage B.V., Terminal Wageningen gelegen aan de Grebbedijk 21 te Wageningen, kadastraal bekend Gemeente Wageningen, sectie G, nr. 1758, aan te wijzen als bedrijfsbrandweerplichtig. De inrichting North Sea Group Storage B.V., Terminal Wageningen dient uiterlijk 1 augustus 2013 te beschikken over een bedrijfsbrandweer die voldoet aan de in deze beschikking opgenomen voorschriften. Het bedrijfsbrandweerrapport (11 november 2011, Rev2) maakt onderdeel uit van de aanwijsbeschikking, voor zover de voorschriften daarin geen verandering brengen. Aspecten zoals nieuwe ontwikkelingen binnen of buiten de inrichting, evaluaties van incidenten en voortschrijdend inzicht kunnen in de toekomst een heroverweging van deze beschikking mogelijk maken. Hierbij kan het hoofd of de bestuurder van de inrichting verzocht worden een nieuw of aangepast bedrijfsbrandweerrapport te overleggen. Mogelijkheid tot bezwaar Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunt u tegen dit besluit schriftelijk bezwaar maken bij het bestuur van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken en begint op de dag, gelegen na de datum van verzending van dit besluit. Het bezwaarschrift moet tenminste bevatten: Uw naam en adres. De datum. een aanduiding/omschrijving van dit besluit. De gronden (motivering) van uw bezwaar. Het bezwaarschrift moet u sturen naar: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Postbus EJ Arnhem Als u niet wilt dat dit besluit blijft gelden in de tijd dat uw bezwaarschrift in behandeling is, kunt u op grond van het bepaalde in artikel 8:81 Algemene wet bestuursrecht aan de voorzitter van de Arrondissementsrechtbank Arnhem vragen een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet u richten aan: Arrondissementsrechtbank Arnhem Postbus EM Arnhem. Aanwijsbeschikking Bedrijfsbrandweer North Sea Group Storage B.V. - Terminal Wageningen Pagina 6

45 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSREGIO GELDERLAND-MIDDEN Voorschriften 1. Definities/begrippen In deze voorschriften wordt verstaan onder: Bevoegd gezag Het bevoegd gezag ex. artikel 31 Wet veiligheidsregio s, in deze het bestuur van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland- Midden of zijn aangewezen vertegenwoordigers. CCV Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. Handreiking Certificatie Brandbeveiligingsystemen Werkwijzer voor het bevoegd gezag en de brandweer in verband met het toepassen van certificatie voor het borgen van de kwaliteit van brandbeveiligingssystemen, uitgeven door de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg & Rampenbestrijding (NVBR). Klasse 1 producten (Aardolie)producten met een vlampunt van 0 tot 21 o C, conform de International Petroleum Code No. 19. Klasse 3 producten (Aardolie)producten met een vlampunt van 55 tot 100 o C, conform de International Petroleum Code No Bedrijfsbrandweer: personele en materiële component North Sea Group Storage B.V., Terminal Wageningen dient uiterlijk 1 augustus 2013 te beschikken over een bedrijfsbrandweer, bestaande uit: Een personele component, zijnde een operationele basissterkte met een minimale bezetting van één bedrijfsbrandweerfunctionaris. De betreffende functionaris dient te voldoen aan de eisen ten aanzien van opleiding, oefening, beschermende middelen, etc. zoals deze volgen uit de algemene bepalingen bedrijfsbrandweren verbonden aan deze beschikking. En een materiële component, zoals beschreven in het bedrijfsbrandweerrapport bestaande uit: Een redundante bluswatervoorziening, bestaande uit twee bluswaterpompen met ieder een minimaal pompdebiet van 650 m 3 /uur, zodanig ontworpen dat onder alle omstandigheden de bluswaterleidingen en stationaire brandbeveiligingsinstallaties ten minste 120 minuten gevoed kunnen worden en een druk van 10 bar (±1 bar) wordt geleverd op het hydraulisch meest ongunstig gelegen punt. Een of meerdere bluswatertanks met voldoende inhoud om gedurende een standtijd van 120 minuten voldoende water te kunnen leveren om te voldoen aan het debiet bij de grootste gelijktijdigheid van de blussystemen. De bluswatertank(s) dienen voorzien te zijn van een aansluitmogelijkheid (Storz koppeling) zodat de tank(s) te allen tijde door de overheidsbrandweer vanaf een, voor een standaard tankautospuit, goed bereikbare en veilige locatie, zijnde buiten de 1 kw/m 2 stralingscontour, bijgevuld kunnen worden. Een schuimblusinstallatie, bestaande uit: - Een of meerdere schuimpomp(en). - Een schuimvoorraadtank met een voorraad 3%-AFFF alcoholbestending schuimvormend middel van minimaal liter. Een bovengrondse bluswaterringleiding rondom de tankput, voorzien van Storz aansluitingen. Een stationaire automatische sprinklerinstallatie, gestuurd door een automatische brandmeldinstallatie, met schuimbijmenging op de volgende locaties: - Het laadrek voor tankauto's. - De productpompen opstelplaats voor klasse 1 producten. - De dampretourinstallatie (VRU). Een automatische sprinklerinstallatie zonder schuimbijmenging, gestuurd door een automatische brandmeldinstallatie, bedoeld voor koeling op de volgende locaties: - De additieventanks. - Het scheepsverlaadstation (manifoldhuisje aan de loskade). Een stationaire automatische schuimblusinstallatie, gestuurd door een automatische brandmeldinstallatie, met twee foam chambers per opslagtank voor klasse 1 producten. Aanwijsbeschikking Bedrijfsbrandweer North Sea Group Storage B.V. - Terminal Wageningen Pagina 7

46 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSREGIO GELDERLAND-MIDDEN Een op afstand - handmatig middels een drukknop - te activeren koelsysteem (Brieselbak) op de verticale opslagtanks voor klasse 3 producten. Twee mobiele schuimblusaanhangers met ieder een voorraad van 900 liter 3%-AFFF alcoholbestending schuimvormend middel. De schuimblusaanhangers dienen op een dusdanige locatie binnen de inrichting gestationeerd te worden dat ze te allen tijde goed bereikbaar zijn en tenminste buiten de 3 kw/m 2 -stralingscontour van een geloofwaardige bedrijfsbrandweerscenario staan. Een branddetectie- en ontruimingsinstallatie, bestaande uit: - Handbrandmelders in het kantoorgebouw, het CBG gebouw en verdeeld over het terrein. - Automatische melders op de VRU, de additieventanks, het laadrek voor tankauto's, het scheepverlaadstation, de klasse 1 product opslagtanks en de productpompenkamer. 3. Bestaande brandbeveiligingsinstallaties Tot de ingebruikname van de nieuwe stationaire bluswatervoorzieningen zoals genoemd in voorschrift 2 dienen de huidige bestaande installaties in stand gehouden te worden. 4. Uitgangspuntendocument brandbeveiligingsinstallaties Voor de in voorschrift 2 genoemde brandbeveiligingsinstallaties moet aan het bevoegd gezag ter beoordeling uiterlijk 1 januari 2013, een uitgangspuntendocument worden overgelegd. In het uitgangspuntendocument moeten alle uitgangspunten voor het gebruik en voorzieningen (lees: installaties, bouwkundige en organisatorische maatregelen) voor het beheersen of reduceren van de aanwezige risico s, inclusief rapporten over gelijkwaardigheid, zijn beschreven. Het uitgangspuntendocument moet minimaal de volgende informatie bevatten: Het brandscenario voor het object waarvoor de installatie is aangelegd. Voorschriften, normatief referentiekader, regelgeving en richtlijnen die van toepassing zijn op het brandbeveiligingsconcept. Indien van toepassing, de uitkomsten van een veiligheidsstudie. De omvang van het brandbeveiligingsconcept en de bewaking-/beveiligingsomvang door de brandbeveiligingsinstallaties. De gekozen maatregelen in relatie tot het brandbeveiligingsconcept. De gekozen organisatorische maatregelen in relatie tot het beveiligingsconcept. De prestatie-eisen die aan de brandbeveiligingsinstallatie worden gesteld. Elke wijziging van het uitgangspuntendocument moet gecommuniceerd worden met het bevoegd gezag. Zodra een wijziging invloed heeft op het beschreven brandveiligheidsconcept, zal het uitgangspuntendocument opnieuw ingediend en beoordeeld moeten worden door het bevoegd gezag en haar (wettelijk) adviseurs. 5. Inspectierapport oplevering brandbeveiligingsinstallaties De in voorschrift 2 genoemde stationaire brandbeveiligingsinstallaties mogen niet eerder in gebruik worden genomen dan nadat een goedkeurend inspectierapport door een voor deze verrichting geaccrediteerde inspectie A-instelling is afgegeven, of nadat een certificaat door een daartoe op basis van EN door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerde certificatie-instelling is afgegeven. De inspectie-instelling moet op basis van NEN-EN-ISO/IEC zijn geaccrediteerd door de Stichting Raad voor Accreditatie. Uit het goedkeurend inspectierapport of het certificaat moet blijken dat de installaties zijn aangelegd en opgeleverd conform de door het bevoegd gezag goedgekeurde uitgangspunten als vastgelegd in het uitgansgpuntendocument als bedoeld in voorschrift 4. Het goedkeurend inspectierapport of het certificaat moet binnen de inrichting aanwezig zijn. 6. Inspectieplan brandbeveiligingsinstallaties Voor de in voorschrift 2 genoemde brandbeveiligingsinstallaties moet aan het bevoegd gezag uiterlijk 1 augustus 2013 ter beoordeling een inspectieplan, opgesteld door een door de Raad van Accreditatie voor dit werk erkende inspectie-instelling type A volgens ISO/IEC 7020, worden overgelegd waaruit blijkt welke aspecten van de stationaire installaties wanneer, door wie en tegen welke criteria worden geïnspecteerd of getest om de integriteit en werking van deze installaties redelijkerwijs te waarborgen. Aanwijsbeschikking Bedrijfsbrandweer North Sea Group Storage B.V. - Terminal Wageningen Pagina 8

47 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSREGIO GELDERLAND-MIDDEN 7. Inspectie brandbeveiligingsinstallaties De in voorschrift 2 genoemde brandbeveiligingsinstallaties moeten na in gebruik name van de installaties iedere twaalf maanden, of korter indien de ontwerpnorm dat voorschrijft, door een door de Raad van Accreditatie voor dit werk erkende inspectie-instelling type A volgens ISO/IEC 7020, worden geïnspecteerd of de installaties functioneren en zijn onderhouden tegen de criteria die zijn opgenomen in het inspectieplan als bedoeld in voorschrift 6. De inspectierapporten moeten binnen de inrichting aanwezig zijn. 8. Algemene bepalingen bedrijfsbrandweren North Sea Group Storage B.V., Terminal Wageningen dient in aanvulling op hetgeen gesteld in deze voorschriften en voor zover van toepassing te voldoen aan hetgeen gesteld in de meest actuele versie van de Algemene bepalingen bedrijfsbrandweren zoals vastgesteld door het bestuur van de Veiligheidsen Gezondheidsregio Gelderland-Midden. De ten tijde van het opstellen van deze aanwijsbeschikking meest actuele versie van de Algemene bepalingen bedrijfsbrandweren is als bijlage bij deze beschikking gevoegd. 9. Controle en toezicht Controle en toezicht op de naleving van het middels deze aanwijsbeschikking bepaalde geschiedt op basis van de meest actuele versie van het Toezicht en Handhavingbeleid Industriële Veiligheid zoals vastgesteld door het bestuur van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden. 10. Inwerking treden aanwijzingsbeschikking Deze beschikking treedt in werking de dag na de dag waarop het besluit bekend is gemaakt aan North Sea Group Storage B.V., Terminal Wageningen en geldt voor onbepaalde tijd. Aanwijsbeschikking Bedrijfsbrandweer North Sea Group Storage B.V. - Terminal Wageningen Pagina 9

48 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSREGIO GELDERLAND-MIDDEN Ondertekening Arnhem, 21 maart 2012 Het algemeen bestuur Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden, De voorzitter, De secretaris, Pauline Krikke Paul Joosten Aanwijsbeschikking Bedrijfsbrandweer North Sea Group Storage B.V. - Terminal Wageningen Pagina 10

49 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSREGIO GELDERLAND-MIDDEN Aanwijsbeschikking Bedrijfsbrandweer North Sea Group Storage B.V. - Terminal Wageningen Pagina 11

50 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSREGIO GELDERLAND-MIDDEN Bijlagen 1. Algemene bepalingen bedrijfsbrandweren Aanwijsbeschikking Bedrijfsbrandweer North Sea Group Storage B.V. - Terminal Wageningen Pagina 12

51 4b Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Algemeen Bestuur Vergadering 21 maart 2012 Agendapunt 4b Stand van zaken regionalisering brandweer Voorstel: Ter besluitvorming

52 MEMO Datum : 4 maart 2012 Aan : Algemeen Bestuur Van : Directie Betreft : Stand van zaken project regionalisering brandweer - februari 2012 Inleiding Door alle betrokkenen in de deelprojectgroepen, maar vooral door diverse mensen in de gemeenten en korpsen, wordt hard gewerkt om de huidige situatie in de korpsen in beeld te brengen. In korte tijd wordt veel gevraagd van de organisaties, én geleverd. We komen nu in de fase dat de gegevens geanalyseerd worden en scenario's worden uitgewerkt. Deelprojectgroep kwaliteit De kwaliteitsnulmetingen hebben allemaal plaatsgevonden tot eind De uitkomsten zijn verwerkt in rapportages per gemeente die gebundeld zijn tot één rapportage over de gemeenten en één rapportage over VGGM. Vanaf half januari hebben gesprekken plaats gevonden door Berenschot met de individuele burgemeesters, gemeentesecretarissen en commandanten om de uitkomsten terug te koppelen. De kwaliteitsmeting vormt de basis voor verdere uitwerking waarbij tijdens de bestuurlijke themadag van het AB in mei, wanneer ook de financiële doorvertaling gereed is, wordt gesproken over het instapniveau. Deelprojectgroep bedrijfsvoering De gegevens voor de financiële nulmetingen zijn aangeleverd door de gemeenten en worden vanaf half januari nader beschouwd in gesprekken per gemeente. Het doel daarvan is om het verhaal achter de cijfers goed te kennen. Vervolgens zal een analyse gemaakt worden van de gegevens van de financiële nulmeting in relatie tot de kwaliteitsnulmeting om te komen tot scenario's voor het instapniveau van de nieuwe organisatie. Samen met de kwaliteitsmeting resulteert dit in een totaaloverzicht dat wordt besproken in mei (themadag) en zal worden vastgesteld in de vergadering van het AB van juni In de oorspronkelijk projectopzet werd er overigens van uit gegaan dat beide deelrapporten separaat zouden worden behandeld. De bouwstenen voor het financieel beleid zijn voorgelegd voor advies aan controllers, klankbordgroep gemeentesecretarissen en Financiële Commissie. De Financiële Commissie brengt een advies uit aan het AB in de vergadering van 21 maart Het DB heeft 29 februari 2012 het advies van de Financiële Commissie overgenomen. Deelprojectgroep P&O De analyse van de geïnventariseerde gegevens door de deelprojectgroep P&O, heeft geleid tot een overzicht van onderwerpen die input zijn voor het sociaal plan. Dit zal in het traject met het BGO verder besproken worden. Postbus EJ Arnhem

53 MEMO Er is gestart met een analyse van de verscheidene functies in de regio om een goed beeld te hebben van de huidige situatie. De opzet van het nieuwe functieboek wordt vanaf mei gemaakt. Deelprojectgroep organisatie Het concept organisatieplan op hoofdlijnen is in december 2011 opgeleverd. Er is een adviesaanvraag gedaan bij de BOR over dit plan en de BOR heeft een positief advies uitgebracht. De formele vaststelling van het organisatieplan op hoofdlijnen staat geagendeerd voor het AB van 21 maart Het DB adviseert in te stemmen met het organisatieplan. Klankbordgroep gemeentesecretarissen In december en februari is de klankbordgroep van gemeentesecretarissen bijgepraat over de stand van zaken van het project. Eén van de secretarissen neemt ook deel aan de overleggen met het BGO. Klankbordgroep vrijwilligers Medio december hebben twee bijeenkomsten plaatsgevonden van de klankbordgroep vrijwilligers. Hierbij was een goede opkomst namens bijna alle posten in de regio. Met de klankbordgroep is gesproken over het concept organisatieplan op hoofdlijnen en allerhande vragen die leven rondom de regionalisering. Klankbordgroep lokaal commandanten In de reguliere maandelijkse vergadering van het commandantenoverleg is telkens tijd gepland om invulling te geven aan de rol als klankbordgroep. BGO OP 25 januari heeft een eerste overleg plaatsgevonden met het BGO i.o. Het concept instellingsbesluit is daar besproken en zal na afronding door de Colleges van B&W worden vastgesteld. Tevens zijn procesafspraken gemaakt voor de komende periode. BOR Het BOR convenant is door alle betrokkenen ondertekend waardoor er sinds begin december 2011 formeel een BOR is. De BOR heeft half januari twee trainingsdagen gehad waarin zij met elkaar hun rol hebben geduid en afspraken hebben gemaakt voor het voorliggende traject. Tevens heeft een eerste gesprek plaatsgevonden naar aanleiding van de adviesaanvraag over het organisatieplan op hoofdlijnen, met Paul Joosten. De BOR heeft in lijn met het projectjournaal een eerste BOR journaal uitgebracht. Communicatie Er is elke maand een editie verschenen van het projectjournaal met de actuele ontwikkelingen rondom het project. Op het projectjournaal komen positieve reacties binnen. In de decemberuitgave van Brandende Kwesties heeft een apart middenkatern gezeten met achtergrond informatie over het project. In december heeft een zestal informatiebijeenkomsten plaatsgevonden voor de beroepsmedewerkers in de regio. Deze zijn goed bezocht. Eind januari is een viertal informatiebijeenkomsten gegeven voor de vrijwilligers in de regio. De opkomst hierbij was beperkt. Deze stand van zaken memo kunt u gebruiken om de gemeenteraad te informeren over de stand van zaken van het project. Indien gewenst kan VGGM deze omzetten naar een raadsinformatiebrief. Postbus EJ Arnhem

54 MEMO Tevens bieden wij aan om vanaf september 2012 een ronde te maken langs de raadscommissies om hen te informeren over de stand van zaken van het project op dat moment. Tweede Kamer De Tweede Kamer heeft op 14 februari 2012 ingestemd met de aanpassing van de Wet Veiligheidsregio's die regionalisering van de brandweer verplicht stelt. Tevens is een aantal amendementen en één motie aangenomen. Onze planning van het regionaliseringproces ligt in lijn met de besluitvorming door de Tweede Kamer. Nog niet bekend is wanneer de verschillende onderdelen van de Wet in werking treden. In de aangenomen motie (van het lid Slob) wordt het kabinet gevraagd, in overleg met de betrokken partijen te onderzoeken welke aanvullende mogelijkheden er nog zijn om het brandpreventiebeleid in het land verder te versterken. Met de aangenomen amendementen wordt een aantal punten in de Wet nader aangescherpt: De geregionaliseerde brandweerzorg wordt beter lokaal geborgd door de gemeenteraad tenminste eenmaal in de vier jaar de doelen te laten vaststellen die de gemeente betreffende de brandveiligheid en de werkwijze van de brandweerzorg nastreeft; De besluitvorming door de Colleges tot het opheffing van de lokale brandweerkorpsen is verruimd zodat het ontvlechtingsproces zorgvuldig kan gebeuren. De in de wet opgenomen termijn van drie maanden na inwerkingtreding werd te kort geacht. Deze termijn is verlengd naar twaalf maanden; In aanvulling op het stelsel van rangen worden "tekens van bijzondere verdiensten" ingevoerd als blijk van waardering en erkenning voor het uitvoerende werk. Een vergelijkbaar amendement was ook aangenomen bij de behandeling van de nieuwe Politiewet; Er zijn regels toegevoegd over de betrokkenheid van het personeel bij de besluitvorming door het Instituut Fysieke Veiligheid, zodat gewaarborgd wordt dat zowel beroepskrachten als vrijwilligers betrokken worden bij de eisen waaraan zij moeten voldoen en de materialen waarmee ze moeten werken. Er is een bepaling opgenomen over de evaluatie van het IFV na vijf jaar; Postbus EJ Arnhem

55 4c Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Algemeen Bestuur Vergadering 21 maart 2012 Agendapunt 4c Organisatieplan op hoofdlijnen Voorstel: Ter besluitvorming

56 Oplegnotitie Onderwerp: Regionalisering brandweer: Organisatieplan op hoofdlijnen Voorgestelde behandelwijze: Planning bespreking: Ter besluitvorming Veiligheidsdirectie d.d.: Ter informatie Dagelijks Bestuur d.d.: Vertrouwelijk Algemeen Bestuur d.d.: Bestuurscommissie d.d.: Veiligheid en Gezondheid Samenvatting: Een onderdeel van de regionalisering van de brandweer is het opstellen van een organisatieplan van de op te zetten nieuwe brandweerorganisatie binnen VGGM. Zoals in het projectplan regionalisering brandweer is beschreven wordt allereerst een "organisatieplan op hoofdlijnen" opgesteld. In een later stadium wordt dit organisatieplan in detail uitgewerkt. Voor de totstandkoming van het organisatieplan op hoofdlijnen heeft er een verkenning plaatsgevonden van organisatiemodellen van geregionaliseerde brandweerorganisaties. Dit heeft geleid tot de beschrijving van een drietal hoofdmodellen: het districtenmodel het districtenmodel met domeinen het procesgestuurde model De projectgroep regionalisering heeft de voorkeur uitgesproken voor het procesgestuurde organisatiemodel. Argumentatie: Het voordeel van het procesgestuurde model is dat hiermee echt één brandweerorganisatie wordt vormgegeven en niet een organisatie waarbinnen nog losse koninkrijkjes ontstaan. Het is van belang in één keer een goede organisatie op te zetten. In het procesgestuurde model staan de drie primaire processen centraal van de brandweer: risicobeheersing, operationele voorbereiding en incidentbestrijding. Daarnaast zijn er verticale processen die door de drie afdelingen heen georganiseerd worden en voor verbinding en samenwerking zorgen. In dit model wordt de meest optimale schaal van de diverse werkprocessen georganiseerd. Voor de repressieve organisatie wordt een indeling gemaakt van repressieve clusters. Een aantal posten tezamen zal in zo'n cluster vallen. Dit is puur gericht op de incidentbestrijding. Voor operationele voorbereiding en risicobeheersing moet in de detaillering worden uitgewerkt wat de optimale schaal is. De organisatie zal van onderop worden opgebouwd, gedacht vanuit de medewerker. Het is de bedoeling dat de medewerker goed gefaciliteerd wordt om zijn werk te doen. Naar verwachting levert dit model ook de meest efficiënte organisatie op. Draagvlak: 1. Het organisatieplan op hoofdlijnen is ter advies voorgelegd aan de Bijzondere Ondernemingsraad (BOR). De BOR heeft een positief advies gegeven. 2. Het organisatieplan op hoofdlijnen is breed uitgedragen in het projectjournaal en diverse informatiebijeenkomsten voor beroeps en vrijwilligers. 3. Het organisatieplan op hoofdlijnen is besproken in de verschillende klankbordgroepen. 4. De inhoud van het organisatieplan op hoofdlijnen is aan de orde gesteld tijdens de bestuurlijke themadag van 25 mei jl. Samenvattend kan worden gesteld dat de voorgesteld lijn breed wordt ondersteund. Beslispunten: 1. Het bestuur wordt gevraagd het organisatieplan op hoofdlijnen vast te stellen. 2. Het bestuur wordt gevraagd in te stemmen het voorstel om de verdere uitwerking van het organisatieplan ("organisatieplan in detail") volgens de lijn van het procesgestuurde model vorm te geven.

57 Bijlagen: Organisatieplan op hoofdlijnen Adviesaanvraag BOR Advies BOR Communicatie: Nadat bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden in het Algemeen Bestuur, zal dit in het projectjournaal gepubliceerd worden.

58 Project regionalisering brandweer Gelderland-Midden Organisatieplan op hoofdlijnen DEFINITIEF CONCEPT versie

59 Voorwoord Beste brandweercollega s, Op dit moment staan wij met z n allen voor de uitdagende opdracht om samen één brandweerorganisatie te bouwen in Gelderland-Midden. De startdatum voor deze nieuwe organisatie, als onderdeel van Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden, is 1 januari Dit lijkt nu nog ver weg, maar we zijn al volop bezig met de voorbereidingen. Het traject van samen bouwen aan de brandweerorganisatie gaat nu echt van start. Een belangrijke eerste stap in dit traject is de keuze over hoe de brandweerorganisatie in Gelderland- Midden er uit komt te zien vanaf 1 januari Voor je ligt het organisatieplan op hoofdlijnen dat hiervoor de eerste aanzet geeft. Het Algemeen Bestuur besluit in maart 2012 over dit organisatieplan. In de tussentijd wordt het plan ter advies voorgelegd aan de Bijzondere Ondernemingsraad en besproken met de diverse klankbordgroepen. En uiteraard worden alle brandweercollega s in Gelderland-Midden hierover bijgepraat in de belegde bijeenkomsten in december en januari waar jullie voor uitgenodigd zijn. Natuurlijk kijkt iedereen uit naar het organisatieplan op hoofdlijnen, omdat het een eerste blik vooruit werpt op de nieuwe organisatie. Wij zijn ons bewust dat het een spannende tijd is voor iedereen. Vragen als bij wie kan ik straks terecht voor vragen over een oefening? of waar moet ik zijn voor reparatie van mijn bluskleding?, onder welke afdeling val ik straks? en waar kom ik te zitten? komen veel naar voren. Maar deze specifieke vragen worden nog niet beantwoord in het voorliggende stuk. Ik spreek nadrukkelijk van een eerste blik vooruit bij het organisatieplan op hoofdlijnen, omdat het gaat over de hoofdlijnen van de nieuwe organisatie. Het organisatieplan in detail, dat in augustus 2012 wordt opgeleverd, geeft een volledig beeld van de nieuwe organisatie weer met de verschillende afdelingen, teams en functies voor de brandweer in Gelderland-Midden. Dus ik vraag van jullie om in deze periode, waarin we samen bouwen aan de nieuwe organisatie, rekening te houden met het feit dat we op dit moment nog niet alles precies kunnen invullen. Wel zal ik proberen om in de bijeenkomsten zo veel als mogelijk al het toekomstbeeld van de organisatie voor jullie te schetsen en de vragen te beantwoorden. Gekozen is voor een organisatieplan waarin we ook daadwerkelijk als regiokorps kunnen functioneren. In het plan wordt een procesgestuurd organisatiemodel voorgesteld dat is opgebouwd uit de drie kernprocessen van de brandweer, Incidentbestrijding, Risicobeheersing en Operationele Voorbereiding. Eigenlijk zoals de meeste korpsen zijn opgebouwd, maar dan op regionale schaal. De organisatiestructuur volgt uit deze drie kernprocessen. De kernprocessen vormen drie afdelingen binnen de nieuwe organisatie die voor iedereen hopelijk ook herkenbaar zijn vanuit het dagelijks werk. De voorgestelde organisatiestructuur wordt op basis van deze belangrijkste werkprocessen ingericht en niet op basis van een gebiedsindeling. Een ander uitgangspunt van het model is dat de organisatie van onderaf wordt opgebouwd. Het model is zo ingericht dat toekomstige ontwikkelingen opgepakt kunnen worden zonder dat deze direct invloed hebben op de manier waarop de posten zijn georganiseerd binnen Gelderland-Midden. Ik vertel graag nog wat meer over enkele hoofdpunten uit het organisatieplan. Medewerkers in de uitruk Voor de afdeling Incidentbestrijding blijven een groot aantal zaken gaan zoals ze op dit moment gaan. De kracht van de brandweer zit in de lokale aansluiting en de identiteit van de verschillende posten. Dit wil iedereen juist behouden in Gelderland-Midden. De wijze waarop de posten zijn opgebouwd, is en blijft herkenbaar voor alle collega s. Zo houden de posten allemaal een eigen ploegchef. De ploegchef is aanspreekbaar voor de dagelijkse gang van zaken. Ook houden de posten hun 2

60 brandweervereniging (als die er nu ook is). Wat wel verandert, is dat meerdere posten samen een repressief cluster gaan vormen. Het hiervoor aangestelde clusterhoofd heeft als hoofdtaak om de zorgen en vragen van vrijwilligers en beroepsmedewerkers in de uitrukdienst op te lossen en te beantwoorden. Jij kunt dus naast je ploegchef ook terecht bij het clusterhoofd. Zoals je kunt lezen in het organisatieplan, zal de schaalgrootte van een repressief cluster in een later stadium worden bepaald. Een ander punt dat verandert met de komst van de nieuwe organisatie, is dat gezamenlijk met de zestien gemeenten in Gelderland-Midden een basisniveau brandweerzorg wordt gekozen. Daar verbinden de repressieve clusters zich aan. Natuurlijk is daar ruimte voor maatwerk op basis van de bestaande risico s in het verzorgingsgebied. Medewerkers dagdienst De overige twee afdelingen van de nieuwe brandweerorganisatie vertegenwoordigen de kernprocessen Risicobeheersing en Operationele Voorbereiding. Een aanspreekbare manager voor iedereen is een belangrijk uitgangspunt bij de verdere inrichting van deze afdelingen. Bovendien wordt bij deze afdelingen de nadruk gelegd op uniformiteit en continuïteit. De afdelingen worden vormgegeven met een gelijkluidend kwaliteitsniveau in Gelderland-Midden. Dit betekent nadrukkelijk niet dat alle taken centraal worden belegd. De lokale contacten met posten en gemeenten blijven in stand. Dit wordt decentraal georganiseerd. Alleen wordt gekozen voor het centraal vaststellen van werkprocessen met daarin ruimte voor lokaal maatwerk. Er is dus ook geen sprake van het vormen van één groot bureau in Gelderland-Midden. Het werk wordt verspreid over de gehele regio. Je werkplek volgt uit het werkproces en de lokale aansluiting. De schaalgrootte van de nieuwe brandweerorganisatie maakt het ook mogelijk om de uitruksterkte in de dagsituatie beter te borgen door de inzet van medewerkers uit de dagdienst. Het principe dat iedereen kan werken op verschillende posten in Gelderland-Midden is van toepassing. Ik wens iedereen veel leesplezier. Als er vragen zijn, dan kun je die uiteraard stellen op de informatiebijeenkomsten. Met vriendelijke groet, Paul Joosten 3

61 Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Inhoudsopgave Inleiding... 5 Leeswijzer Context organisatieplan Ontwikkelingen in onze omgeving... 6 Borging vrijwilligers... 6 Professionalisering brandweer... 6 Brandweer Overmorgen... 6 Oprichting Instituut Fysieke Veiligheid (IFV)... 6 Regionale uitvoeringsdiensten (RUD)... 7 Schaalvergroting politie... 7 Schaalvergroting meldkamers... 7 Financiën Bouwstenen voor keuze organisatiemodel De organisatie VGGM De korpsen De organisatie Inleiding Stip op de horizon... 9 Sturingsfilosofie Districtenmodel Kenmerken Plus en min Bezien vanuit de medewerker Besturing Districtenmodel met onderverdeling in domeinen Kenmerken Plus en min Bezien vanuit de medewerker Besturing Procesgestuurd model Kenmerken Plus en min Bezien vanuit de medewerker Besturing Advies Organisatieplan in detail Inhoud organisatieplan in detail Optimale schaal van werkprocessen Incidentbestrijding Operationele voorbereiding en risicobeheersing Tijdpad Bijlage 1: verantwoording verkenning modellen

62 1. Inleiding Het project regionalisering brandweer Gelderland-Midden richt zich in de eerste fase vooral op het in beeld brengen van de huidige situatie, maar ook op het richten van de eerste blik vooruit. De opdracht die ten grondslag ligt aan dit document is de vraag: wat is het organisatiemodel voor de brandweer in Gelderland-Midden vanaf 2014? We spreken nadrukkelijk van een eerste blik vooruit. Het organisatieplan wordt in twee fasen opgeleverd. Het voorliggende document is een organisatieplan op hoofdlijnen, dat door bestuurlijke vaststelling van de voorgestelde richting, leidt tot een organisatieplan in detail, inclusief formatieplan. Met verschillende geregionaliseerde brandweerorganisaties zijn gesprekken gevoerd over welke uitgangspunten zij hebben gekozen voor hun besturingssysteem en managementmodel en hoe dat in de praktijk werkt. Diverse organisatieplannen zijn besproken en beoordeeld. Ook buiten de brandweer is een beeld gevormd van grote organisaties die met gedecentraliseerde werklocaties werken. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de organisaties die wij gesproken hebben. Het proces dat doorlopen is, is gedegen en kritisch geweest en biedt voldoende basis om een richting te duiden, te kiezen en daarna verder uit te werken. Er is een keuze gemaakt voor een aantal organisaties, waar binnen wij in gesprek zijn gegaan met één of meerdere betrokken personen. Meningen zijn in beeld gebracht, maar kunnen natuurlijk verschillen tussen personen. Deze oriëntatie heeft geleid tot het beeld dat er drie hoofdmodellen te onderscheiden zijn in Brandweer Nederland. Alle drie deze modellen zijn in deze notitie uitgewerkt en van nadere toelichting voorzien. Elementen zoals sturing, de medewerker en werkprocessen worden daarin uitgewerkt. Wij hanteren daarbij de criteria zoals die in het bestuurlijk vastgestelde projectplan zijn gedefinieerd. Er wordt beargumenteerd toegelicht welk model de voorkeur heeft. Na bestuurlijke vaststelling van dit organisatieplan en de organisatievorm op hoofdlijnen, zal het plan verder worden uitgewerkt, zodat in het najaar van 2012 de gedetailleerde versie gereed is. Leeswijzer In hoofdstuk 2 zal worden ingegaan op de context van het organisatieplan: de relevante ontwikkelingen die spelen in de omgeving, de bouwstenen om de keuze te maken voor een organisatiemodel en de relatie tussen de brandweerorganisatie en Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden komen aan bod. Vervolgens worden in hoofdstuk 3 drie verschillende organisatiemodellen beschreven. Dit hoofdstuk sluit af met een advies over het voorkeursmodel. Hoofdstuk 4 schetst een beeld van de onderwerpen die terugkomen in het organisatieplan in detail. 5

63 2. Context organisatieplan Een organisatiemodel staat niet op zichzelf. De context waarbinnen dit plan tot stand is gekomen, wordt in dit hoofdstuk beschreven Ontwikkelingen in onze omgeving Niet alleen de brandweer is in ontwikkeling. De omgeving waarin de brandweer opereert, is continu onderhevig aan veranderingen. Zo worden op landelijk niveau besluiten genomen die direct van invloed zijn op het functioneren van de brandweer. Bovendien zijn meer organisaties en samenwerkingsverbanden om ons heen in beweging. Er wordt enerzijds steeds meer op grotere schaal georganiseerd, bijvoorbeeld de politie en de Regionale uitvoeringsdiensten. Anderzijds vindt ook decentralisatie van taken plaats vanuit het rijk. Deze ontwikkelingen zijn sterk van invloed op onze organisatiekeuze. Het is belangrijk dat de nieuw te bouwen organisatie toekomstbestendig is en in kan spelen op deze veranderende omgeving. Zij zal enerzijds op grotere schaal acteren en anderzijds dicht bij de gemeenten blijven staan. Wij zien de volgende ontwikkelingen: Borging vrijwilligers Brandweervrijwilligers vormen samen met beroepsmedewerkers het hart van de brandweerorganisatie. De afnemende beschikbaarheid van de vrijwilliger is een belangrijk punt van zorg voor de brandweer. Op een aantal plaatsen leidt dit, vooral in de dagsituatie, frequent tot problemen in de bezetting. Het type vrijwilliger dat 24 uur per dag en 7 dagen in de week beschikbaar is voor de brandweer is niet langer de maat. De borging van vrijwilligers vormt een speerpunt voor de nieuwe organisatie. Er is aandacht voor hoe vrijwilligheid binnen de brandweer kan worden behouden. Professionalisering brandweer Verdere professionalisering van de brandweer staat hoog op de landelijke politieke agenda. De opkomsttijden, de variabele voertuigbezetting maar ook het (landelijke) dekkingsplan zijn belangrijke onderwerpen. Het ministerie van Veiligheid en Justitie ondersteunt diverse onderzoeken die een bijdrage kunnen leveren aan het presterend vermogen van de brandweer. Ook zijn er diverse besluiten op landelijk niveau die direct van invloed zijn op ons functioneren, zoals het nieuwe Besluit veiligheidsregio s en het Besluit personeel veiligheidsregio s waarbij strenge eisen worden gesteld aan vakbekwaamheid van brandweerpersoneel. Brandweer Overmorgen Landelijk heeft de brandweer een visie ontwikkeld voor de toekomst van de brandweerorganisatie. Deze strategische reis verkent andere organisatieconcepten voor de brandweer in een veranderende maatschappelijke omgeving. Het legt het accent op het voorkomen van brand aan de voorkant van de veiligheidsketen. Brand veilig leven vormt daarin een belangrijk thema. Oprichting Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) In 2012 wordt het IFV opgericht, een instituut van en voor de veiligheidsregio s, dat de regio s kan ondersteunen op materieel, personeel en organisatorisch gebied. In dit instituut, bestuurd door de 25 voorzitters van de veiligheidsregio's, worden taken op het gebied van brandweeronderwijs en examinering, kennis en expertiseontwikkeling ondergebracht. Het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV) en het Nederlands bureau brandweerexamens (Nbbe) gaan onder meer op in het IFV. Daarnaast zal het instituut de bovenregionale samenwerking vorm geven en stimuleren, door in opdracht van de veiligheidsregio's gemeenschappelijke taken uit te voeren. 6

64 Regionale uitvoeringsdiensten (RUD) De RUD krijgt momenteel gestalte in de provincie Gelderland. Nog niet duidelijk is of er binnen het gebied Gelderland-Midden één of twee fysieke RUD organisaties komen. In dit project wordt aangenomen dat preventietaken binnen de brandweerorganisatie blijven. Voor wat betreft de overige RUD taken zullen, op het moment dat die organisatie gevormd is, werkafspraken gemaakt worden voor de één loket functie richting de RUD. Schaalvergroting politie De politie in Nederland staat een enorme schaalvergroting te wachten. In 2012 komt er één nationale politie met 10 regionale eenheden. Op dit moment zijn er nog 26 politiekorpsen, 25 regionale korpsen en het Korps landelijke politiediensten. Schaalvergroting meldkamers Met de opschaling van de meldkamer, zal meer uniformering van werkprocessen plaatsvinden en zal er minder regio-eigen gestuurd kunnen worden. De vraag is of de opschaling van de meldkamer effect heeft op de crisisbeheersingsorganisatie. Financiën De gevolgen van de economische crisis trekken een grote financiële wissel op de (gemeentelijke) overheid. Bezuinigingsvoorstellen vanuit het rijk hebben een groot negatief effect op de gemeentelijke financiële huishouding. Bij de regionalisering is vooraf geen bezuinigingsopdracht meegegeven, maar de huidige financiële situatie heeft invloed op het door te lopen proces. Het uitgangspunt hierbij is het ontwikkelen van een toekomstbestendige organisatie Bouwstenen voor keuze organisatiemodel Om tot de keuze van een organisatiemodel te komen, geldt een aantal uitgangspunten waaraan de organisatie moet voldoen. Deze uitgangspunten komen voort uit het projectplan en worden hieronder nader gedefinieerd. Een efficiënte organisatie Efficiëntie komt tot uiting in het realiseren van een eenvormige werkomgeving door te kiezen voor één standaard, zoals op het gebied van materieel en materiaal. Maar ook door te organiseren in enkelvoud: bijvoorbeeld één rechtspositie en één verantwoordelijk management team. Hierbij is oog voor het minimaliseren van overhead en coördinatiedrukte. Uitvoering van wettelijke brandweertaken en taken op het terrein van rampenbestrijding & crisisbeheersing De brandweerorganisatie voert de taken uit op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing zoals omschreven in de Wet veiligheidsregio's. De brandweer voert daarnaast de multidisciplinaire coördinatie uit in de voorbereiding van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Een eenduidig en stuurbaar organisatiemodel voor de brandweerorganisatie als onderdeel van VGGM De nieuwe organisatie wordt ingericht op basis van een organisatie- en besturingsmodel dat duidelijke sturing biedt. De leidinggevenden in dit organisatiemodel hebben de positie en middelen om sturing te geven aan de werkprocessen waarvoor zij verantwoordelijk zijn. In de organisatie wordt de repressieve brandweerzorg herkenbaar neergezet voor de vrijwilliger en de beroepsmedewerker. Een slagvaardige organisatie die snel inzetbaar is en voldoende kritische massa heeft Paraatheid en slagkracht zijn kerneigenschappen van de brandweerorganisatie. Dit uit zich in beschikbaarheid, gekwalificeerd personeel, goede voorbereiding en geoefendheid. De brandweer kan in korte tijd veel mensen en materiaal in stelling brengen. Slagvaardigheid heeft ook betrekking op de 7

65 beheersorganisatie: de uitvoering van risicobeheersing, operationele voorbereiding, bedrijfsvoering wordt op een slagvaardige wijze neergezet. Een uniform kwaliteitsniveau voor het gemeenschappelijke deel en als afgeleide daarvan eensluidende werkwijzen De organisatie voert haar taken uit op alle schakels van de veiligheidsketen op basis van een bestuurlijk vastgesteld uniform kwaliteitsniveau voor de gehele regio. Er ontstaat een basispakket dat in de gehele regio wordt geleverd volgens regionaal geldende werkwijzen. Daarnaast heeft elke gemeente de mogelijkheid om aanvullende werkzaamheden in te kopen of een hoger kwaliteitsniveau uit te laten voeren. Korte informatielijnen met betrokken gemeenten op bestuurlijk en ambtelijk niveau In overleg met de gemeenten wordt per gemeente de dienstverlening bepaald. Afspraken worden vastgelegd in individuele dienstverleningsovereenkomsten. Aan de voorkant worden ook duidelijke afspraken gemaakt over vaste aanspreekpunten bij de advisering vanuit de brandweer aan de gemeenten op bestuurlijk en ambtelijk niveau De organisatie VGGM Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) is één dienst die als wettelijk aangewezen hulpverleningsorganisatie op het terrein van brandweer, volksgezondheid rampen en crises fungeert. De organisatie kent drie sectoren: brandweer, volksgezondheid en facilitaire zaken. De gemeentelijke brandweerkorpsen in de regio gaan samen met de sector brandweer van VGGM één nieuwe brandweerorganisatie vormen. In het proces van regionalisering worden de andere twee sectoren binnen VGGM niet opnieuw ingericht. Uiteraard wordt de sector facilitaire zaken wel aangepast op de uitbreiding aan de brandweerkant. Dit valt buiten de verantwoordelijkheid van het project regionalisering. De directie van VGGM leidt dit proces. De herinrichting van de brandweerorganisatie vindt plaats binnen de context van de bestaande VGGM organisatie. Dit betekent dat het voorgestelde organisatiemodel van de brandweer moet aansluiten op de rest van de organisatie van VGGM. Dat geldt vooral op het aspect bedrijfsvoering. De PIOFACH taken (personeel & organisatie, financiën, automatisering, communicatie en huisvesting) zijn op dit moment centraal belegd binnen de sector facilitaire zaken. Het hierop aansluiten is als randvoorwaarde meegenomen in de uitwerking van deze notitie. Daar waar significante voordelen kunnen worden behaald door af te wijken van dit centrale gedachtegoed voor de sector brandweer, zal dat worden benoemd. 2.4 De korpsen In de regio Gelderland-Midden zijn momenteel 10 brandweerkorpsen, waarvan een aantal meerdere gemeenten bedient. In de regio zijn 41 uitrukposten van waaruit de brandweerzorg geleverd wordt. Dat gebeurt met de inzet van ruim 800 vrijwilligers en ruim 100 beroeps. Er werken zo'n 150 medewerkers met een beheersmatige functie bij de brandweer, waarvan een deel ook een repressieve functie vervult. 8

66 3. De organisatie 3.1. Inleiding Voorafgaand aan het schrijven van dit organisatieplan heeft een brede oriëntatie plaatsgevonden op organisatiemodellen die elders in het land terugkomen bij geregionaliseerde brandweerorganisaties. Een lijst van regio's en organisaties die zijn bezocht is terug te vinden in bijlage 1. Die oriëntatie leidt tot drie hoofdmodellen waarvoor gekozen kan worden. Elk model wordt in dit hoofdstuk uitgewerkt met een toelichting op hoe het organisatiemodel in elkaar zit, een overzicht van voor- en nadelen, de rol van de medewerker in het model en de besturing. Dit alles leidt tot een advies voor een organisatiemodel dat verder uitgewerkt kan worden in de volgende fase van het project. Dit advies treft u aan het eind van dit hoofdstuk. Een aantal aspecten is van belang voor de toekomstige organisatie, maar staat los van het te kiezen model. In elk model valt namelijk rekening te houden met deze aspecten. Het gaat daarbij om: De koppeling van warme en koude functies. De paraatheid van de brandweerorganisatie wordt nu opgelost door de koppeling van warme en koude functies. De preventist die overdag tevens kan bijspringen op de tankautospuit is van groot belang. Deze koppeling zal blijven bestaan om de paraatheid overdag te kunnen garanderen. De operationele leiding bij repressief optreden. Deze wordt nader uitgewerkt in het organisatieplan in detail. De bijdrage aan de multidisciplinaire samenwerking. De huidige situatie van sterke kolommen (politie, brandweer, GHOR en gemeenten) die allen hun bijdrage leveren aan de multidisciplinaire samenwerking binnen het veiligheidsbureau, blijft bestaan. Ook de coördinatie van het veiligheidsbureau blijft binnen de brandweerkolom belegd. De modellen zijn uitgewerkt in organisatie-eenheden, functies zijn in deze fase nog niet benoemd. Daar waar in de omschrijving van de modellen functies worden benoemd, is dit voor de helderheid van de tekst. De genoemde functies komen niet vanzelfsprekend met dezelfde naam terug in het organisatieplan in detail en het functieboek Stip op de horizon In de volgende paragrafen zijn de drie hoofdmodellen nader uitgewerkt. Eerst wordt kort ingegaan op het beeld van waaruit het verkenningsproces begonnen is, een toekomstbeeld dat wij voorstaan. Hieruit vloeit de beoogde sturingsfilosofie voor de nieuw te vormen brandweerorganisatie voort. Brandweer Gelderland-Midden is straks één van de 25 brandweerkorpsen in Nederland. Het korps is gericht op de taken behorend bij de veiligheidsketen (pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg). Bij het uitvoeren van deze taken is de veiligheidsketen herkenbaar in de organisatie en een gesloten en krachtige keten. Het korps zorgt voor een continue paraatheid van de basisbrandweerzorg. Om dit te bereiken is samenwerking tussen medewerkers uit de diverse afdelingen, beroepskrachten èn vrijwilligers van onze regio van groot belang. Voor alle medewerkers geldt dat er sprake zal zijn van een herkenbare werkeenheid, met een aanspreekbare leidinggevende (bevoegd om te beslissen) èn een herkenbaar bovenliggend leidinggevend niveau. Concreet: iedereen kent zijn baas en de 'baas van zijn baas'. Hiermee is herkenbaarheid en betrokkenheid geborgd. De brandweer Gelderland-Midden is een bekwame organisatie, die werkt vanuit de wetenschap dat brandweerzorg in belangrijke mate wordt verzorgd door vrijwilligers. De organisatie is op 1 januari 2014 toekomstbestendig ingericht en houdt rekening met de relevante omgevingsontwikkelingen. Hiermee wordt voorkomen dat binnen korte tijd na totstandkoming het korps weer moet veranderen. Dit omdat stabiliteit van taken en werkeenheden bijdraagt aan een goede taakuitvoering. 9

67 In de uitvoering van de werkzaamheden is er ruimte voor het verrichten van extra taken voor gemeenten als onderdeel van een zogenaamd 'pluspakket'. De hoogste besturingslaag van de brandweerorganisatie is gezamenlijk verantwoordelijk voor de totale resultaten en voor de afstemming tussen bestuur en de organisatie. Deze samenhang is in de gehele organisatie herkenbaar. Werkzaamheden zijn op elkaar afgestemd en medewerkers zijn daarin aanvullend aan elkaar. Niet alleen de eigen werkzaamheden, maar juist ook de bijdrage aan de herkenbare producten voor onze klanten zijn bepalend. Sturingsfilosofie Brandweer Gelderland-Midden wordt gevormd uit gemeentelijke brandweerkorpsen en de sector brandweer van VGGM; ieder met een eigen identiteit en eigen manier van werken. Dit betekent dat het belangrijk is een eenduidige sturingsfilosofie te hebben. Leiderschap dat zich kenmerkt door leidinggevenden die zich niet alleen verantwoordelijk voelen voor hun eigen organisatieonderdeel, maar gezamenlijk staan voor het belang van het geheel. Leiderschap is werken aan identiteit, cultuur en gedrag. Dit creëren we door: Te sturen op samenhang. Het management draagt uit hoe de eigen taken samenhangen met andere taakgebieden in de organisatie, om de doelstellingen van het geheel te kunnen realiseren. Naast de verbondenheid met het primaire taakgebied bestaat er ook een collectieve ambitie. Te sturen op resultaten met het accent op goedlopende processen, output en samenwerking. Te sturen op kostenbewustzijn en efficiëntie met een accent op goed budgetbeheer van geld en tijd. De bereidheid om prestatieafspraken te maken en elkaar daarop aan te spreken. Het management maakt prestatieafspraken maar geeft ook de nodige vrijheid en ruimte bij de uitvoering van de taken zodat kennis en ervaring optimaal worden benut. Het management is in staat om coachend te sturen maar ook directief als het nodig is. Werkprocessen bevorderen effectieve samenwerking met collega s en externe partners. Processen zijn beschreven en bieden daardoor voldoende informatievoorziening. 10

68 3.3. Districtenmodel Kenmerken Het districtenmodel wordt gekenmerkt door de vorming van een aantal geografische districten in de regio. Elk district kent eigen afdelingen voor incidentbestrijding, operationele voorbereiding en risicobeheersing. De uitvoerende taken zijn belegd in de districten. Daarnaast worden vaak twee inhoudelijke lijnafdelingen gevormd die voor de gehele organisatie de beleidsvorming op het gebied van risicobeheersing en operationele voorbereiding verzorgen. De gezamenlijke beleidskaders worden daar vormgegeven. De organisatie bestaat feitelijk uit kleine uitvoeringsorganisaties met een redelijk grote autonomie. Met dit model lijkt de brandweer in de regio niet enorm te veranderen, de districten zijn equivalenten van de bestaande korpsen, de inhoudelijke lijnafdelingen zijn equivalenten van de huidige regionale beleidsafdelingen en de beleidsvorming rondom de basisbrandweerzorg. Plus en min Dit districtenmodel wordt veelvuldig toegepast in andere regio s en is duidelijk herkenbaar voor het brandweerveld. De inrichting van de organisatie volgens het districtenmodel behelst in aanzet ook weinig verandering ten opzichte van de huidige manier waarop de brandweer georganiseerd is. De lokale korpsen worden als het ware opgeplust. Maar de echte bindende kracht die dwingt tot samenwerking als één gezamenlijke organisatie, ontbreekt. De centrale krachtenbundeling voor beleid zorgt dat kwaliteit en continuïteit in de organisatie beter geborgd worden. Het districtenmodel biedt ook ruimte voor eigen invulling van uitvoerende taken. Dit is tevens het grootste risico van het districtenmodel; in dit model is het lastig om regionale uniformiteit uit te stralen en eensluidend te werken. Er kunnen districtelijke eilanden ontstaan waarbij het eigen belang overheerst. Er is relatief veel overleg nodig op verschillende lagen om de gewenste eenheid wel te organiseren. Het model biedt ook weinig ruimte om in te spelen op toekomstige ontwikkelingen. De districten worden als geografische werkeenheden georganiseerd. Op het moment dat de schaal van de regio verandert, of de schaal van specifieke taken, heeft dit direct effect op de organisatie van het district en de medewerkers die in het district werken. 11

69 Bezien vanuit de medewerker De vrijwilliger werkt binnen een district op een post die wordt aangestuurd door een leidinggevende. De zaken die voor hem van belang zijn: de oefeningen, de uitrukken, de vereniging, worden op postniveau of districtniveau geregeld. Datzelfde geldt voor de beroepsmedewerker die in de 24- uursdienst werkt. De beroepsmedewerker, zoals een preventist of een oefencoördinator, werkt binnen een district in een eigen team risicobeheersing of operationele voorbereiding. De uitvoering van het werk wordt binnen dat district gecoördineerd. Op het moment dat er vanuit zo'n team in een district een slimme aanpassing van het werk wordt bedacht, kan het zijn dat dit niet verder gedeeld wordt met de andere teams in de districten. Of de ontwikkeling moet via de lijn districtshoofd-managementteam-afstemming met de beleidsinhoudelijke afdeling worden doorgezet. Er worden dus intensieve overlegstructuren ingericht om dit soort ontwikkelingen organisatiebreed door te voeren. De medewerker kan prima zijn werk doen in dit model, waarbij de focus vooral ligt op het eigen district. Besturing De commandant is eindverantwoordelijk voor de gehele brandweerorganisatie. Voor de uitvoerende taken binnen de districten is deze verantwoordelijkheid gemandateerd aan de districtshoofden. Elk districtshoofd is dus verantwoordelijk voor de brandweerzorg in zijn verzorgingsgebied. Bovendien fungeert het districtshoofd als integraal aanspreekpunt voor de gemeentelijke bestuurders in zijn district. Dit betekent dat het districtshoofd zowel gaat over strategische zaken, zoals beleidsmatige wijzigingen en ontwikkelingen in de gemeente, als over de operationele gang van zaken. Bij het districtenmodel is echter wel sprake van een brede, en daardoor zware, top. Bovendien kent deze top een gemengde samenstelling, aangezien een deel van de hoofden een geografische portefeuille heeft en een ander deel alleen een inhoudelijke portefeuille. 12

70 3.4. Districtenmodel met onderverdeling in domeinen Kenmerken De basis van dit model komt overeen met het hiervoor toegelichte districtenmodel. Alleen is in dit model geen sprake meer van aparte lijnafdelingen waaronder de beleidsmatige taken van risicobeheersing en operationele voorbereiding zijn ondergebracht. In plaats hiervan hebben de districtshoofden naast hun geografische lijnverantwoordelijkheid ook een korpsbrede portefeuille (een zogenaamd domein). Binnen dit domein is het betreffende districtshoofd verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling, bijvoorbeeld op het gebied van risicobeheersing of operationele voorbereiding. Plus en min Beleidsdomeinen worden binnen het districtenmodel ingericht om beleid en operatie niet te ver uit elkaar te laten lopen en om te voorkomen dat districtelijke geografische eilanden ontstaan. De gezamenlijke kaders worden gesteld vanuit het beleidsdomein, maar er blijft ruimte voor eigen invulling van uitvoerende taken. De bemerkingen over de districten, zoals gemaakt in de vorige paragraaf, zijn ook hier van toepassing. Het is in dit model vaak niet duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is door de opsplitsing tussen domeinen en districten. Dat geldt zowel voor medewerkers als voor betrokken leidinggevenden. De top van de organisatie kan zowel sturen via de domeinlijn als via de districtslijn, dat werkt verwarrend. Bovendien is er veel overleg noodzakelijk om afstemming te realiseren tussen het district en het beleidsdomein. Er bestaan geen korte lijnen vanuit het inhoudelijk domein, veel zaken moeten eerst afgekaart worden in de top van de organisatie. 13

71 Bezien vanuit de medewerker De vrijwilliger werkt binnen een district op een post die wordt aangestuurd door een leidinggevende. De zaken die voor hem van belang zijn: de oefeningen, de uitrukken, de vereniging, worden op postniveau of districtniveau geregeld. Datzelfde geldt voor de beroepsmedewerker die in de 24- uursdienst werkt. De beroepsmedewerker, zoals een preventist of een oefencoördinator, werkt binnen een district in een eigen team risicobeheersing of operationele voorbereiding. De uitvoering van het werk wordt binnen dat district gecoördineerd. Op het moment dat er vanuit zo'n team in een district een slimme aanpassing van het werk wordt bedacht, kan het zijn dat dit niet verder gedeeld wordt met de andere teams in de districten. Of de ontwikkeling moet via de lijn specialist beleidsdomein-districtshoofdmanagementteam worden doorgezet. Er worden dus intensieve overlegstructuren ingericht om dit soort ontwikkelingen organisatiebreed door te voeren. De medewerker kan prima zijn werk doen in dit model, waarbij de focus vooral ligt op het eigen district. Besturing De commandant is eindverantwoordelijk voor de gehele brandweerorganisatie. Voor de uitvoerende taken binnen de districten en de toegewezen beleidsdomeinen is deze verantwoordelijkheid gemandateerd aan de districtshoofden. Het districtshoofd fungeert als integraal aanspreekpunt voor de gemeentelijke bestuurders in zijn district. Dit betekent dat het districtshoofd zowel gaat over strategische zaken, zoals beleidsmatige wijzigingen en ontwikkelingen in de gemeente, als over de operationele gang van zaken. Maar hier moet wel de kanttekening bij geplaatst worden dat het districtshoofd overal over gaat wat betreft zijn district, maar niet gaat over de beleidsdomeinen die bij de andere districtshoofden zijn belegd. In tegenstelling tot het districtenmodel is in dit model wel sprake van een kleine overzichtelijke top. Districtshoofden hebben in dit model veel verantwoordelijkheden en taken. Het districtshoofd heeft een herkenbare positie en is dichtbij, maar heeft beperkte tijd voor zowel de aansturing van het district als de aansturing van het betreffende beleidsdomein waarvoor hij verantwoordelijk is. De directe aansturing van het district wordt gemandateerd aan de laag functionarissen die onder het districtshoofd zit. Een districtshoofd kan tegengestelde belangen hebben in het aansturen van een district en een inhoudelijk domein, hij werkt immers met twee verschillende petten. Aan de andere kant ontstaan er niet zo snel districtelijke eilanden. Doordat een districtshoofd ook een beleidsverantwoordelijkheid heeft, is hij verplicht om over de schutting van zijn district te kijken. 14

72 3.5. Procesgestuurd model Kenmerken In het procesgestuurde model staan de primaire werkprocessen van de brandweer centraal. Zoals in het organogram weergegeven, zijn dit risicobeheersing, operationele voorbereiding en incidentbestrijding. Elk afdelingshoofd is in dit model verantwoordelijk voor één primair proces voor de gehele regio. Alle medewerkers in dit primaire proces vallen hiërarchisch onder de desbetreffende leidinggevende. Voor deze primaire processen is een hiërarchische (c.q. verticale) structuur noodzakelijk om het werk te kunnen doen. Maar een belangrijk kenmerk van het procesgestuurde model is dat de drie primaire processen verbonden zijn door horizontaal georganiseerde subprocessen. Deze afdelingsoverstijgende subprocessen lopen dwars door de hiërarchische structuur heen om onderlinge afstemming en informatie-uitwisseling tussen de primaire processen te borgen. Voor deze horizonaal georganiseerde subprocessen worden zogenoemde proceseigenaren benoemd die verantwoordelijk zijn voor het afdelingsoverstijgende eindresultaat. Een goed voorbeeld van zo n horizonaal georganiseerd subproces is de totstandkoming van bereikbaarheidskaarten. Bereikbaarheidskaarten worden opgesteld voor de incidentbestrijding met behulp van informatie vanuit de afdelingen risicobeheersing en operationele voorbereiding. Als resultaat heeft de bevelvoerder bij een uitruk juiste en volledige informatie tot zijn beschikking. Dit model is aan de ene kant anders dan gewend: het leidt tot vragen als "hoe werkt het ene proces samen met het ander?" en "waar zit een medewerker dan?". Aan de andere kant is het juist een herkenbaar model: dit is immers de grotere versie van hoe op dit moment een lokaal brandweerkorps georganiseerd is. Beleid en uitvoering worden in het procesgestuurde model niet uit elkaar getrokken, maar juist naadloos in één lijn georganiseerd. De repressieve organisatie (het primaire proces incidentbestrijding) wordt vanaf de post opgebouwd. Een aantal posten samen vormt een cluster. Omdat in het organogram geen geografische indeling zit voor de processen risicobeheersing en operationele voorbereiding, betekent het niet dat deze processen vanaf één werklocatie worden uitgevoerd. Deze activiteiten worden wel degelijk verspreid in de regio uitgevoerd. 15

73 Plus en min Het voordeel van een procesgestuurd model is dat het eindresultaat van het gehele proces centraal staat. Beleid en uitvoering liggen niet verspreid over de districten waardoor afstemming en eenheid beter te realiseren zijn. Medewerkers worden in het procesgestuurde model gestimuleerd om verder te kijken dan een afgebakende taak, zij zijn medeverantwoordelijk voor een proces. De taak is onderdeel van een groter geheel en draagt bij aan het einddoel. Bovendien wordt een proces van begin tot eind afgemaakt. In het procesgestuurde model is incidentbestrijding herkenbaar geografisch georganiseerd. De posten in een nader te bepalen geografisch gebied vormen samen een cluster. De repressieve doctrine wordt centraal afgestemd door het afdelingshoofd. Maar de uitvoering en de uitruk vindt lokaal plaats en wordt ook lokaal aangestuurd. De huidige manier waarop een post georganiseerd is, verandert niet. Bezien vanuit de medewerker De vrijwilliger werkt op een post die wordt aangestuurd door een leidinggevende (in het organogram benoemd als ploegchef). De zaken die voor hem van belang zijn: de oefeningen, de uitrukken, de vereniging, worden op postniveau of clusterniveau geregeld. Datzelfde geldt voor de beroepsmedewerker die in de 24-uursdienst werkt. De beroepsmedewerker, zoals een prevenist of oefencoördinator, werkt binnen een inhoudelijk team dat onderdeel uitmaakt van de procesafdeling risicobeheersing of operationele voorbereiding. De krachten voor een werkproces worden op deze manier gebundeld. Hiermee worden stevige vakafdelingen ontwikkeld die leuk en uitdagend werk bieden aan medewerkers. De preventist die ook een rol heeft in de uitruk, heeft twee leidinggevenden, één voor zijn repressieve functie en één voor zijn beheersmatige functie. Zijn beide leidinggevenden maken afspraken over de aansturing van de medewerker. Uitgangspunt is dat hij in staat gesteld moet worden om zijn repressieve functie te vervullen. Datzelfde geldt voor medewerkers die bijvoorbeeld Officier van Dienst zijn. De procesafdelingen zijn nadrukkelijk geen gescheiden werelden. Zoals eerder gezegd, werken mensen verspreid door de regio. Dat doen zij op een locatie waar andere medewerkers zitten van een andere procesafdeling. Op hun werkplek vinden deze mensen elkaar om verbindingen te leggen. Besturing De commandant is eindverantwoordelijk voor de gehele brandweerorganisatie. Hij stuurt op hoofdlijnen, de afdelingshoofden zijn integraal verantwoordelijk voor hun procesafdelingen. Afdelingshoofden dragen in het procesgestuurde model niet alleen verantwoordelijkheid voor het desbetreffende primaire proces, maar zijn ook gezamenlijk integraal verantwoordelijk voor het totale resultaat. Zij fungeren namelijk, ook voor de andere beleidsvelden buiten het eigen primaire proces om, als aanspreekpunt voor de gemeentelijke bestuurder. De onderlinge afstemming over de lopende zaken in de primaire processen is dus van cruciaal belang. Zo zal het afdelingshoofd risicobeheersing het bestuurlijk aanspreekpunt zijn voor gemeenten A, B en C. Het afdelingshoofd operationele voorbereiding is dat dan voor gemeenten D, E en F. Dit contact heeft betrekking op zowel de operationele gang van zaken als de zaken op strategisch niveau, zoals beleidsmatige wijzigingen, ontwikkelingen in de gemeente en aanpassingen in de dienstverleningsovereenkomst. Het procesgestuurde model biedt ruimte en regie om gemeentelijk maatwerk te kunnen leveren Advies Het neerzetten van een nieuw organisatiemodel is een belangrijke markering van de samenwerking die we als brandweer in Gelderland-Midden met elkaar willen bereiken. Het is van belang om dit in één keer goed te doen. Veranderen is onherroepelijk onrustig voor alle betrokken partijen. En na de verandering moet ook de rust kunnen indalen om met elkaar te bouwen aan de nieuwe organisatie. De ronde langs verschillende regio's die inmiddels geregionaliseerd zijn, laat zien dat de regio's die gekozen hebben voor een districtenmodel (met of zonder domeinen) op dit moment weer aan het reorganiseren zijn. Het model blijkt niet effectief te werken. De doorontwikkeling van deze regio's gaat allemaal richting een procesgestuurd model. Het districtenmodel lijkt daarmee, op basis van de bezoeken die wij hebben afgelegd, een tussenstap te zijn. Vanwege de gelijkenis van de structuur van 16

74 de lokale korpsen is de stap naar het districtenmodel niet zo groot en daarmee een ogenschijnlijke veilige keuze. Maar het feit dat binnen een aantal jaar na de start toch de volgende reorganisatie moet worden ingestoken, geeft wederom onrust en brengt improductiviteit met zich mee. Toekomstbestendigheid komt in het districtenmodel niet voldoende tot uiting. Het districtenmodel met domeinen heeft als aanvullend nadeel dat het geen gemakkelijk stuurbaar model is. Sturingslijnen zijn complex en belangen van verschillende afdelingen lopen door elkaar via één leidinggevende. Daarnaast is het lastig om in het districtenmodel (met of zonder domeinen) uniformiteit te organiseren. Er kunnen districtelijke eilanden ontstaan waarbij het eigen belang overheerst. Er is relatief veel overleg nodig op verschillende lagen om de gewenste eenheid wel te organiseren. Bovendien biedt het procesgestuurde model meer ruimte om gemeentelijk maatwerk te kunnen leveren dan het districtenmodel (met of zonder domeinen), omdat een individuele gemeente in het procesgestuurde model maatgevend is. Dit in tegenstelling tot het districtenmodel waarbij de verschillende gemeenten in het district samen bepalend zijn. Bij de totstandkoming van het organisatieplan op hoofdlijnen is een gedegen verkenningsproces doorlopen. Dit leidt tot het advies om het procesgestuurde model te omarmen als toekomstig organisatiemodel voor de brandweer in Gelderland-Midden. Het procesgestuurde model is een sterk organisatiemodel dat staat voor dat wat we wettelijk verplicht zijn te doen: één brandweerorganisatie bouwen op de schaal van de regio. De primaire processen worden vanaf de werkvloer opgebouwd vanaf operationeel, naar tactisch en strategisch niveau. Verder worden afdelingsoverstijgende subprocessen horizontaal georganiseerd die afstemming en informatie-uitwisseling tussen de afdelingen borgen. Voor ieder proces wordt een proceseigenaar benoemd die verantwoordelijk is voor het eindresultaat van het integrale werkproces. De incidentbestrijding als essentieel brandweerproces wordt van onderaf opgebouwd: de posten hebben hun eigen ploegchef en houden hun eigen identiteit. Een aantal posten tezamen vormt een cluster met een clusterhoofd en de clusterhoofden stemmen onder leiding van het afdelingshoofd samen af voor wat betreft de gezamenlijke repressieve doctrine. De processen risicobeheersing en operationele voorbereiding worden als stevige vakinhoudelijke processen vormgegeven met een gelijkluidend kwaliteitsniveau overal in de regio. Daarnaast zijn er diverse horizontale processen die zorgen voor de onderlinge dwarsverbanden. Het procesgestuurde model sluit goed aan bij de voorgestelde sturingsfilosofie voor de brandweer in Gelderland-Midden. Dit organisatiemodel positioneert zich ook goed ten opzichte van gemeenten en ketenpartners. Gemeenten of kleine samenwerkingseenheden worden maximaal gefaciliteerd met één aanspreekpunt in de vorm van een afdelingshoofd op strategisch niveau. Ketenpartners zoals Rijkswaterstaat, waterschappen, RUD s en Prorail, zijn allemaal op soortgelijke schaal georganiseerd en kunnen met een regionale evenknie afspraken maken die voor de hele regio gelden. 17

75 4. Organisatieplan in detail 4.1 Inhoud organisatieplan in detail Met de vaststelling van het voorgestelde organisatiemodel kan de stap gezet worden naar de verdere uitwerking van het organisatieplan tot een organisatieplan in detail. In dat plan worden de volgende aspecten nader uitgewerkt: Taken en taaktoedeling o wettelijke context o taken brandweer o relatie tot de veiligheidsregio Inrichtingsprincipes organisatie o paraatheid o aansluiting vrijwilligheid o relatie met gemeenten o besturings- en managementconcept o cultuur / kernwaarden Directie / commandant Organisatiestructuur verfijnd: uitwerking van het organisatiemodel in de detaillering van de voorgestelde organisatieprocessen (Risicobeheersing, Operationele voorbereiding en Incidentbestrijding). Aan de hand van deze uitwerking worden taken en rollen beschreven, die vervolgens de basis zijn voor functies en organisatorische eenheden. o Risicobeheersing definitie doelstelling producten, diensten en activiteiten relaties structuur en functies gebiedsindeling o Operationele voorbereiding definitie doelstelling producten, diensten en activiteiten relaties structuur en functies gebiedsindeling o Incidentbestrijding definitie doelstelling producten, diensten en activiteiten relaties structuur en functies gebiedsindeling o Horizontale processen o Multidisciplinaire processen Formatieplan en functies Positionering algemene beleidsondersteuning en secretariële ondersteuning Aansluiting primair proces op bedrijfsvoeringsprocessen van de afdeling Facilitaire zaken. Het gaat om de volgende processen: o financiën o planning & control o P&O o communicatie en voorlichting o ICT o documentaire informatievoorziening / post / archief o juridische ondersteuning 18

76 o gebouwenbeheer o kwaliteitzorg De samenwerkingsrelaties tussen de afdelingen en Facilitaire zaken worden nader uitgewerkt alsmede de ondersteuning die vanuit Facilitaire zaken geleverd wordt aan de leidinggevenden en werknemers. Daarbij wordt ook beschreven welke processen een eventuele decentrale uitvoering kennen. Operationele hoofdstructuur 4.2 Optimale schaal van werkprocessen Wanneer we van het procesgestuurde model uitgaan, kan de vraag worden gesteld, wat de optimale schaal is waarop de primaire werkprocessen kunnen worden georganiseerd. Dit plan op hoofdlijnen geeft daar een eerste aanzet toe. De primaire hoofdprocessen waar de nieuwe brandweerorganisatie uitvoering aan geeft, zijn risicobeheersing, operationele voorbereiding en incidentbestrijding. Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds het warme proces incidentbestrijding, waarbij de repressieve eenheden als uitgangspunt worden genomen. En anderzijds de koude processen risicobeheersing en operationele voorbereiding, waarbij op te leveren diensten of producten als uitgangspunt worden genomen. Incidentbestrijding Voor het proces incidentbestrijding is de organisatie van de repressieve eenheden het uitgangspunt voor de schaalgrootte waarop het proces wordt georganiseerd. Daarbij wordt de repressieve brandweer geografisch ingedeeld in clusters van herkenbare eenheden die nog goed aan te sturen zijn. De repressieve eenheden in onze regio Gelderland Midden bestaan voor circa 85 % uit vrijwilligers en voor het overige uit beroeps- en deeltijdberoepsmedewerkers. De herkenbaarheid / aanspreekbaarheid van de direct leidinggevende is hierbij voor iedereen van belang. Zowel vrijwilligers als beroepsmedewerkers hebben behoefte aan een aanspreekpunt met mandaat om zaken te regelen. Daarnaast is het voor hen belangrijk om te weten wie de volgende in de hiërarchie is waar ze terecht kunnen met eventuele klachten. Het gaat dus om de relatie manschap - bevelvoerder/ploegchef/leidinggevende. Deze leidinggevende is een manager van een aantal kazernes/ploegen. Het is daarbij zeker niet de bedoeling om een kerstboom van veel hiërarchische niveaus op te tuigen die veel coördinatiedrukte veroorzaakt, maar eerder te kiezen voor een optimale span of control. Voor de vrijwilliger is zeker ook de identiteit van de post belangrijk bij het bepalen van de schaal voor clustering. Daarbij hoeft de lokaal georiënteerde vrijwilliger niet zoveel te merken van mogelijk toekomstige reorganisaties op regionaal niveau door bijvoorbeeld schaalvergroting, wanneer de basis zo is georganiseerd dat een eenmaal gekozen structuur één op één op kan gaan in een groter geheel. Samengevat wordt voor het warme proces incidentbestrijding in de verdere uitwerking in het organisatieplan in detail gekozen voor een clustering van de basiseenheden met oog voor: identiteit van de post en lokale focus voor de vrijwilliger; herkenbaarheid voor de medewerker van zijn direct en de eerst opvolgende leidinggevende; optimale span of control en vermijden van te veel gelaagdheid; Operationele voorbereiding en risicobeheersing Waar de warme organisatie vooral een lokale focus heeft, zal de koude organisatie vooral worden georganiseerd op basis van een optimale schaalgrootte voor de betreffende taak. Daarbij spelen diverse factoren als kritische massa, uniforme kwaliteit, eenduidige werkwijze, continuïteit, efficiëntie en sturing een rol. Deze factoren worden door de procesgerichte werkwijze bereikt. Ook is de borging van de informatiestroom in de veiligheidsketen voor de nieuwe brandweerorganisatie van belang. Dit vraagt om een koppeling tussen de koude en warme organisatie door interne samenwerking. Hiervoor vindt verbinding en samenwerking plaats op de werkvloer. 19

77 Naast deze interne samenwerking is ook de externe focus van belang. Vooral voor risicobeheersing (schakels pro-actie en preventie) is een focus op de gemeente of de te vormen regionale uitvoeringsdiensten essentieel voor het vraaggericht leveren van een kwalitatief goed product (bijvoorbeeld een advies). Tenslotte is op basis van huidige ervaring en inzichten de verwachting dat de medewerkers van de koude organisatie nodig zijn voor het borgen van de repressieve uitruksterkte op de posten. Dit belang kan uitstijgen boven het bereiken van de optimale schaal voor de organisatie van de koude processen. Samengevat is het voor de organisatie van de koude processen van belang om bij de uitwerking van het organisatieplan in detail te kiezen voor een optimale schaalgrootte op basis van: bedrijfsvoeringsfactoren: kritische massa, uniforme kwaliteit, eenduidige werkwijze, continuïteit, efficiëntie en sturing; borging van de veiligheidsketen door interne samenwerking op niveau van de werkvloer; klantgericht werken; de paraatheid van de repressieve brandweerzorg. 4.3 Tijdpad Het voorliggende organisatieplan op hoofdlijnen wordt begin december 2011 in concept opgeleverd. Daarna start de fase van klankborden met diverse groepen en de adviesaanvraag aan de Bijzondere Ondernemingsraad. De bestuurlijke agendering staat gepland voor het DB van 29 februari 2012 en het AB van 21 maart Het organisatieplan in detail wordt vervolgens uitgewerkt en eind augustus 2012 afgerond. Daarna start de fase van klankborden met diverse groepen en de adviesaanvraag aan de Bijzondere Ondernemingsraad. De bestuurlijke agendering staat gepland voor het DB van 6 december 2012 en het AB van 19 december

78 Bijlage 1: verantwoording verkenning modellen Om ervaringen van andere geregionaliseerde brandweerorganisaties te horen en kennis te nemen van de uitgangspunten die zij hebben gekozen voor hun besturingssysteem en managementmodel, zijn vertegenwoordigers van het project met een aantal brandweerorganisaties in gesprek gegaan. Daarnaast hebben een aantal vertegenwoordigers ook een bezoek gebracht aan externe organisaties die met gedecentraliseerde werkorganisaties te maken hebben. Hieronder is een overzicht terug te vinden van de geraadpleegde organisaties. De gesprekken zijn ingestoken op drie speerpunten: 1. Hoe is de geregionaliseerde brandweerorganisatie tot deze keuze gekomen? Wat zijn de ervaringen tot nu toe? 2. Hoe is de bestuurlijke borging geregeld? 3. Hoe is de lokale binding georganiseerd? Hoe is de vrijwilliger/ medewerker geborgd in het gekozen model? Geraadpleegde brandweerorganisaties Brandweer Hollands Midden Brandweer Amsterdam-Amstelland Brandweer Brabant-Noord Veiligheidsregio Utrecht Geraadpleegde externe organisaties Regionaal Opleidingen Centrum A12 Vilente (zorginstelling) Rabobank 21

79 Brandweer Aan de directie van VGGM De heer Paul Joosten Datum : 31 januari 2012 Uw kenmerk : Ons kenmerk : Contactpersoon : Claudia Renes Doorkiesnummer : adres : claudia.renes@vggm.nl Onderwerp: advies organisatiestructuur op hoofdlijnen Geachte heer Joosten, Op 19 december heeft de BOR uw adviesaanvraag ontvangen. Hierin vraagt u de BOR advies over uw voorgenomen besluit over de hoofdstructuur van de geregionaliseerde brandweer. Op basis van uw voorkeursmodel, de procesgestuurde organisatie, wilt u de organisatie verder in detail gaan uitwerken. Dit advies betreft de voorgestelde hoofdstructuur op het niveau van de processen Risicobeheersing, Operationele voorbereiding en Incidentbestrijding (de rode vlakken in het organogram). Zoals door u aangegeven, staat de structuur daaronder nog niet vast. De BOR ziet dit te zijner tijd graag terug in de adviesaanvraag over de detailstructuur. Informatie Dit advies is gebaseerd op onderstaande informatie: Informeel overleg tijdens BOR-vergadering op 22/11/2011 Adviesaanvraag organisatiestructuur op hoofdlijnen, d.d. 19/12/2011 Informeel overleg tijdens BOR-cursus op 13/01/2012 Presentatie organisatieplan op hoofdlijnen Onze schriftelijke vragen over de adviesaanvraag organisatiestructuur op hoofdlijnen, d.d. 18/01/2012 Uw schriftelijke antwoorden op de vragen van de BOR, d.d. 23/01/2012 Procedure Op 19 december heeft de BOR uw adviesaanvraag ontvangen. Op 13 januari jl. heeft de BOR hierover tijdens zijn cursus informeel met u gesproken. Op 18 januari hebben wij u vijf vragen schriftelijk voorgelegd die schriftelijk door u zijn beantwoord op 23 januari. Op 24 januari heeft de BOR deze intern besproken. De hoofdstructuur De BOR kan zich vinden in de uitgangspunten voor de nieuwe organisatie en de hieruit voorgestelde structuur op hoofdlijnen, dus het organiseren rond de drie beschreven processen en niet rondom districten. De BOR is benieuwd naar de uitwerking op detailniveau. Aandachtspunten en voorwaarden Hieronder geven wij u een aantal aandachtspunten (punten 1 t/m 3) en voorwaarden (punten 4 t/m 7) mee voor de verdere uitwerking van de hoofdstructuur. Over punt 8 worden binnenkort concrete afspraken gemaakt. De zorg voor 16 gemeenten in de regio Gelderland-Midden: Brandweer, GGD, RAV en GHOR. Bezoekadres: Postadres: T: Van der Molenallee 10 Postbus 5364 F: CG Doorwerth 6802 EJ Arnhem I:

80 Datum : 31 januari 2012 Kenmerk : Pagina : 2 1. Communicatie Zoals ook al aangestipt in onze brief van 18 januari jl., is een zorgpunt van de BOR de communicatielijnen binnen de organisatie. De BOR vindt het belangrijk dat deze zo kort mogelijk worden gehouden en dat het helder is voor de medewerker voor wat hij of zij bij wie terecht kan. Dit moet een continu punt van aandacht zijn, zowel in de uitwerking als in de uitvoering. 2. Afstemming centraal-decentraal Operationele Voorbereiding en Risicobeheersing worden verspreid in de regio uitgevoerd. Dit vraagt extra afstemming tussen de centrale en decentrale locaties binnen deze processen, naast het samenwerken tussen de processen. 3. Proces naar de nieuwe organisatie Zorgvuldigheid, frequente en eenduidige communicatie en het creëren van betrokkenheid zijn belangrijke aandachtspunten én succesfactoren in het proces naar een nieuwe organisatie. 4. Identiteit korpsen De lokale aansluiting en identiteit van de korpsen benoemt u als kracht van de brandweer. Dit ondersteunt de BOR. De BOR ziet graag terug hoe dit een plek krijgt in de uitwerking van de organisatie. 5. Samenwerking Een van de valkuilen van het procesgestuurde model is de samenwerking. Zoals beschreven in het organisatieplan wordt er samengewerkt in de processen, maar ook tussen de processen. De BOR vraagt u hier expliciet aandacht aan te besteden en dit uit te werken in het detailplan. 6. Eisen medewerkers en leidinggevenden Een procesgestuurde organisatie stelt bepaalde eisen aan leidinggevenden, maar dit vraagt ook veel van medewerkers. Er wordt een andere manier van werken verwacht met nieuwe verantwoordelijkheden en werkafspraken, die nieuwe eisen en competenties vraagt van leidinggevenden en medewerkers. Verantwoordelijkheden komen lager in de organisatie te liggen en dus wordt van medewerkers meer eigen verantwoordelijkheid gevraagd en een andere manier van aansturen door de leidinggevenden. Het is dan ook erg belangrijk dat alle medewerkers en alle leidinggevenden goed in dit proces worden meegenomen en dat zij de ondersteuning krijgen die zij nodig hebben. De BOR wil in het detailplan terugzien hoe medewerkers en leidinggevenden hierin worden ondersteund. 7. Evaluatie Het is in dit stadium lastig om de gevolgen voor de toekomstige organisatie te overzien. De BOR vermoedt dat die wel eens groter zouden kunnen zijn dan nu wordt ingeschat. De BOR adviseert u daarom gedurende het proces regelmatig te evalueren of de organisatieverandering nog op koers zit en of wordt voldaan aan de gestelde doelen en uitgangspunten. De BOR ziet graag dat de eerste evaluatie plaatsvindt voordat de adviesaanvraag over de detailstructuur (gepland in het derde kwartaal 2012) aan de BOR wordt voorgelegd. 8. Betrokkenheid BOR Zoals op 13 januari met u besproken maakt de BOR graag gebruik van de uitnodiging om te participeren bij de uitwerking van het model. De BOR-commissies zullen hiertoe aansluiting moeten krijgen bij de deelprojecten. Wij zullen hierover met u nog concrete werkafspraken maken.

81 Datum : 31 januari 2012 Kenmerk : Pagina : 3. Besluit Op basis van de informatie die is voorgelegd en het constructieve overleg dat heeft plaatsgevonden, is de BOR akkoord met het voorgenomen besluit om de hoofdstructuur van de regionale brandweerorganisatie in detail uit te werken op basis van het procesgestuurde model. Wij zien uw schriftelijke reactie op dit advies tegemoet. Met vriendelijke groet, Bijzondere Ondernemingsraad Regionalisering Brandweer Gelderland-Midden Vincent Bolt (voorzitter) Jeroen Beskers (secretaris)

82

83

84

85 4d Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Algemeen Bestuur Vergadering 21 maart 2012 Agendapunt 4d Bouwstenen financieel beleid Voorstel: Ter besluitvorming

86 Oplegnotitie Onderwerp: Regionalisering brandweer: bouwstenen financieel beleid Voorgestelde behandelwijze: Planning bespreking: Ter besluitvorming Veiligheidsdirectie d.d.: Ter informatie Dagelijks Bestuur d.d.: Vertrouwelijk Algemeen Bestuur d.d.: Bestuurscommissie d.d.: Veiligheid en Gezondheid Samenvatting: In het kader van het project regionalisering brandweer Gelderland-Midden worden verschillende inventarisaties uitgevoerd: op het gebied van personeel, kwaliteit en financiën & bedrijfsvoering. De resultaten van de verschillende nulmetingen vormen de basis voor de ontwerpen van de nieuwe organisatie en worden gebruikt om scenario's te ontwikkelen voor het instapniveau. Hierbij wordt met name gekeken naar zaken die mogelijk risico's kunnen opleveren of juridische en/of financiële consequenties hebben. Zaken waar dit niet voor geldt kunnen op orde gebracht worden in de periode tot 2014 óf geharmoniseerd binnen de nieuwe brandweerorganisatie vanaf Dit houdt in dat door deze gemeenten op een bepaald onderdeel een extra inspanning geleverd moet worden voor toetreding tot VGGM omdat er anders geen uniform kwaliteitsniveau bereikt kan worden. Vooruitlopend op de uitkomsten van de financiële nulmeting van de 16 korpsen in de regio wordt bestuurlijke besluitvorming gevraagd over een aantal bouwstenen van het financieel beleid. De navolgende onderwerpen aan bod: financiële structuur, afschrijvingsmethodiek + termijnen, eigen vermogen, waarderingsgrondslag, over te dragen bezittingen, indexeringsystematiek, investeringsplanning, methodiek ontvlechten. Beslispunten: 1. Instemmen met de in onderliggende notitie beschreven bouwstenen voor financieel beleid. Argumentatie: Besluitvorming is om twee redenen noodzakelijk: 1. Het financieel beleid dat de nieuwe brandweerorganisatie gaat voeren is van invloed op de beoordeling van de huidige financiële positie van de korpsen. Als er bijvoorbeeld wordt gekozen voor het standaardiseren van de afschrijvingstermijnen, dan kan dit betekenen dat het huidige budget van een korps te laag of juist te hoog is. 2. De nulmeting geeft richting aan de wijze waarop de financiële ontvlechting van de brandweer uit de gemeentelijke organisatie plaats gaat vinden. Draagvlak: 13 februari 2012: Financiële Commissie (Advies Financiële Commissie, zie agendapunt 3a) 8 februari 2012: Klankbordgroep gemeentesecretarissen (stemt in, geen aanvullende opmerkingen) 26 januari 2012 controllersoverleg De door de controllers gemaakte opmerkingen worden in het onderstaande nader benoemd: ad 1. Financiële structuur: Er wordt een gemengde structuur (DVO per gemeente en inwonerbijdrage voor regionale taken) voorgesteld. Controllers vinden een voordeel hiervan dat op die manier herverdeeleffecten op korte termijn tussen gemeenten voorkomen worden. Het nadeel de DVOstructuur zijn de administratieve lasten. Deze lasten zijn te beperken door DVO's af te spreken voor middellange termijn. Bij voorkeur voor vijf jaar met tussentijdse evaluatie en jaarlijkse aanpassingen voor loon- en prijscompensatie. Het belangrijkste nadeel van de DVO-structuur (budgetten per gemeente liggen vast) is in de ogen van de controllers het risico van een zekere conserverende

87 werking. Het gevaar bestaat dat alles bij het oude blijft. De regionalisering van de brandweer moet er nu juist toe leiden dat de brandweer effectiever en efficiënter gaat functioneren. Op voorhand is bij de regionalisering in Gelderland Midden geen bezuinigingstaakstelling meegegeven, maar dat neemt niet weg dat de controllers verwachten dat de meerwaarde van de regionalisering zich in klinkende munt vertaalt. De kansen voor optimalisering moeten worden aangegrepen en het mag niet zo zijn dat de DVO-structuur daarvoor een barrière vormt. ad. 2. Afschrijvingsmethodiek + termijnen: Een uniforme regionale werkwijze is te prevaleren. Het 'uitfaseren' van bestaande werkwijzen voorkomt schoksgewijze budgettaire effecten. Bij nieuwe investeringen is harmoniseren noodzakelijk. ad. 3. Eigen Vermogen: Het eigen vermogen van Arnhem en Ede zal ten goede moeten komen aan brandweerzorg in die twee gemeenten. Het kan niet zo zijn dat Arnhem en Ede vermogen inbrengen en de overige gemeenten daar van profiteren. Het weerstandsvermogen van VGGM als totaal zal onderwerp zijn van specifieke besluitvorming. Daartoe wordt een risicoanalyse uitgevoerd. ad. 4. Waarderingsgrondslag over te dragen bezittingen: Het is verstandig activa zonder boekwaarde om niet over te dragen omdat herwaardering leidt tot hogere rente- en afschrijvingslasten. Daarbij is het wel van belang de activa die voor vervanging in aanmerking komen te vertalen naar het budgettair kader. Op termijn leidt vervanging van die spullen natuurlijk wel tot rente- en afschrijvingslasten. ad. 5. Indexeringsystematiek: De controllers hechten waarde aan een eenvoudige en eenduidige methodiek. De VGGM-systematiek heeft als voordeel dat geen naheffing plaatsvindt maar een inhaaleffect zich vertaalt naar een volgende begrotingsjaar. ad. 6. Investeringsplanning: De controllers pleiten voor een investeringsplan met een perspectief voor de middellange termijn waarin een scherpe regionale prioriteitstelling tot uitdrukking komt. Een regionaal dekkingsplan voor huisvesting en materieel/materiaal en een daaruit afgeleid investeringsplan is bij uitstek het instrument waarin de keuzen gericht op vergroting van de efficiency tot uitdrukking komen. ad. 7. Methodiek ontvlechten: De controllers onderschrijven de pragmatische insteek van de financiële ontvlechting.

88 MEMO Datum : 9 februari 2012 Aan : Financiële Commissie Van : Directie Betreft : Bouwstenen financieel beleid Nut en noodzaak van bouwstenen Vooruitlopend op de uitkomsten van de financiële nulmeting van de 16 korpsen in de regio wordt bestuurlijke besluitvorming gevraagd over een aantal bouwstenen van het financieel beleid. Dat is om twee redenen noodzakelijk. In de eerste plaats is het financieel beleid dat de regionale brandweer gaat voeren van invloed op de beoordeling van de huidige financiële positie van de korpsen. Als er bijvoorbeeld wordt gekozen voor het standaardiseren van de afschrijvingstermijnen kan dat betekenen dat het huidige budget van een korps te laag of juist te hoog is. In de tweede plaats geeft de nulmeting richting aan de wijze waarop de financiële ontvlechting van de brandweer uit de gemeentelijke organisatie plaats gaat vinden. In het onderstaande komen de navolgende onderwerpen aan bod: 1. Financiële structuur 2. Afschrijvingsmethodiek + termijnen 3. Eigen Vermogen 4. Waarderingsgrondslag over te dragen bezittingen 5. Indexeringsystematiek 6. Investeringsplanning 7. Methodiek ontvlechten In een latere fase, op het moment dat aanvullend onderzoek is afgerond, volgt advies over: 8. Huisvestingarrangementen 9. Weerstandsvermogen VGGM 10. Methodiek doorbelasten indirecte kosten 11. Tarieven dienstverlening door de brandweer 12. Standaard dienstverleningsovereenkomst voor de brandweer ad. 1. Financiële Structuur Thema: De financiële structuur geeft aan op welke wijze de financiële relatie tussen de gemeenten en de regionale brandweer is vorm gegeven. In het projectplan regionalisering is afgesproken dat er een transparant financieel model moet zijn dat recht doet aan de gebiedsgebonden kenmerken en risico s. Overwegingen bij vormgeven financiële structuur: In het advies zijn de navolgende aspecten betrokken. De brandweer wordt hybride gefinancierd (landelijk beeld: door gemeenten 90% en door het rijk 10%) en deze financieringsmethodiek wordt onder de gewijzigde Wet op de Veiligheidsregio's voorgezet. Er zijn in Den Haag wel pleitbezorgers voor volledige financiering vanuit het rijk en in dat Postbus EJ Arnhem

89 MEMO geval wordt het brandweerbudget uit het gemeentefonds onttrokken ten gunste van een doeluitkering; De verschillen in brandweerkosten per gemeente zijn groot. De verschillen zijn voor een groot deel logisch te verklaren. De factoren die het kostenniveau met name beïnvloeden zijn grootte van de gemeente (oppervlakte en aantal inwoners) in relatie tot het aantal uitrukposten, het risico-profiel en de verhouding tussen vrijwilligers en beroepspersoneel; De financiële structuur moet niet leiden tot herverdeeleffecten tussen gemeenten; De financiële structuur moet transparant en flexibel zijn opdat de structuur in de loop van de tijd kan worden aangepast als daar beleidsinhoudelijke motieven voor aanwezig zijn; De financiële structuur heeft bij aanvang het karakter van inputfinanciering omdat de allocatie van budgetten voor alle onderdelen van de taakstelling van de brandweerorganisatie na de overgang vanuit de gemeenten nog niet stabiel is. Zodra een stabiel beeld van kosten en opbrengsten in relatie tot toegewezen budgetten is ontstaan, kan worden toegewerkt naar een vorm van outputfinanciering. De financiële structuur moet administratief eenvoudig zijn. Oriëntatie bij andere regio's: Wij hebben de financiële structuren van alle veiligheidsregio's bestudeerd en zijn in gesprek gegaan met Rotterdam-Rijnmond, Friesland, Gooi & Vechtstreek en Utrecht. Geen van de vier regio's heeft gekozen voor volledig vergoeding van de kosten van de brandweer via een geharmoniseerde inwonerbijdrage. De verschillen de in brandweerkosten per gemeente zijn te groot. Harmoniseren naar een standaard bedrag per inwoner leidt tot sterke herverdeeleffecten. Rotterdam-Rijnmond kiest wel voor een structuur via de inwonerbijdrage waarbij differentiatie plaatsvindt naar grootte van de gemeente (vier tarieven: kleine gemeenten, middelgrote gemeenten, grote gemeenten en stad Rotterdam). Bij de overige regio's sluit de vergoeding van de kosten van de basis brandweerzorg (in ieder geval incidentbestrijding) aan op de huidige begroting per gemeente. In een DVO met de individuele gemeente worden de afspraken over het budget vastgelegd. Advies: Wij adviseren het budget voor de regionale organisatie bij de start in 2014 aan te laten sluiten op het totaal van de huidige budgetten. In een DVO per gemeente wordt de bijdrage van de gemeente vastgelegd en daarnaast betaalt de gemeente een inwonerbijdrage voor de regionale taken. Onderdeel Verdeelsleutel Structuur Box 1 Lokale brandweerzorg (incidentbestrijding + onderdelen van operationele voorbereiding en risicobeheersing) Lokale facilitaire taken Feitelijke kosten per gemeente In DVO vastleggen Box 2 Regionale taken Boven lokale facilitaire taken Naar rato van aantal inwoners Postbus EJ Arnhem Inwonerbijdrage De voordelen van dit model zijn: de feitelijke kosten per gemeente zijn maatgevend en herverdeeleffecten tussen gemeenten door de keuze van het administratieve systeem blijven uit. De nadelen zijn: transactiekosten uit het afsluiten van 16 DVO's en het risico van suboptimalisatie. Ook in de structuur van DVO's en dus te onderscheiden gemeentelijke budgetten is een focus op het regionaal belang en onderlinge solidariteit gewenst. Suboptimalisatie ontstaat als gemeenten besluiten nemen die positief uitwerken op hun eigen budgettair kader maar nadelig uitpakken voor de regio als totaal.

90 MEMO De mogelijkheden om middels regionalisering optimalisatieslagen te maken moeten maximaal worden benut. Steeds opnieuw zal bekeken moeten worden of een concreet efficiencyvoordeel is 'terug te vertalen' naar het budgettair kader van de individuele gemeente of tot een verlaging van de inwonerbijdrage leidt. Ad. 2. Afschrijvingsmethodiek Thema: De afschrijvingsmethodiek en afschrijvingstermijnen maken deel uit van de waarderingsgrondslagen en zijn van bepalend voor de waardering van de bezittingen en de berekening van de lasten. Overwegingen bij keuze methodiek: De gemeenten hanteren verschillende richtlijnen voor de afschrijvingsmethodiek. Het harmoniseren naar een standaard methodiek kan achterwege blijven als de lasten van investeringen binnen de DVO per gemeente worden afgedekt. Advies: Bij nieuwe investeringen vindt harmonisatie naar de regionale methodiek plaats. Op basis van de uitkomsten van de nulmeting bepalen wij welke eenduidige richtlijn het best aansluit bij de methodiek die nu door gemeenten wordt gehanteerd. Bij die keuze laten wij ons leiden door budgettaire overwegingen (voorkomen van grote mutaties in lasten) maar natuurlijk ook door bedrijfseconomische argumenten. Onderdelen van de nog vast te stellen richtlijn zijn: De ondergrens voor het activeren van uitgaven; De afschrijvingsmethode (lineaire methode en in specifieke gevallen de annuïteitenmethode); Het tijdstip waarop de afschrijving aanvangt; Het percentage voor de rekenrente; De grondslag voor het berekenen van de rente; Het tijdstip waarop rentelasten worden toegerekend; De wijze waarop boekwinst bij het afstoten van een kapitaalgoed wordt verwerkt; De vraag of er rekening wordt gehouden met restwaarden dan wel wordt afgeschreven naar restwaarde nul. Overwegingen bij keuze termijnen: De vakvereniging van de brandweer (NVBR) heeft een advies uitgebracht over de afschrijvingstermijnen. Wij adviseren dat advies over te nemen. De gemeenten hanteren verschillende afschrijvingstermijnen. Het harmoniseren naar een standaard termijn kan achterwege blijven als de lasten van investeringen binnen de DVO per gemeente worden afgedekt. Advies: Bij nieuwe investeringen vindt harmonisatie naar de regionale methodiek plaats. Ad. 3. Eigen Vermogen Thema: De waardering van het Eigen Vermogen is van invloed op de ontvlechting van het korps uit de gemeentelijke organisatie en de invlechting in VGGM. Overwegingen bij waardering eigen vermogen: Postbus EJ Arnhem

91 MEMO Theoretisch bezit elk korps een eigen vermogen, namelijk het saldo van de bezittingen minus de schulden. Dit saldo is niet op een eenvoudige wijze vast te stellen omdat niet alle bezittingen en schulden administratief specifiek zijn toegewezen aan de brandweer. Wij stellen daarom voor het eigen vermogen te definiëren als het aan de brandweer toegewezen deel van de algemene reserve, de specifieke bestemmingsreserves voor de brandweer en het aan de brandweer toegewezen deel van de resultaatsbestemming. Conform die definitie is alleen bij Arnhem en Ede eigen vermogen aanwezig; Het eigen vermogen van Arnhem en Ede wordt ook na de regionalisering ingezet t.b.v. de brandweerzorg in de gemeente Arnhem en Ede; Negatieve reserves mogen conform het BBV niet bestaan en gaan in beginsel dus niet over. In de nulmeting zijn geen negatieve reserves in de vorm van bijvoorbeeld egalisatiereserves c.q. egalisatievoorzieningen aangetroffen. Advies eigen vermogen na regionalisering: Het bestuur zal vaststellen of en in welke mate VGGM eigen vermogen moet aanhouden. Voor de algemene reserve adviseren wij via een risico-analyse vast te stellen hoe hoog een weerstandsvermogen zou moeten zijn voor alle aangesloten korpsen inclusief de regio als één geheel. Daarover zal bestuurlijke besluitvorming plaatsvinden in het kader van de kaderbrief voor de begroting Voor de bestemmingsreserve loopt de besluitvorming via het aanwijzen van specifieke bestemmingen door het Algemeen Bestuur van VGGM. Ad. 4. Waarderingsgrondslag over te dragen bezittingen Thema: De waarderingsgrondslag geeft aan welke prijs VGGM aan de gemeenten betaalt voor de bezittingen die overgaan naar VGGM. Overwegingen bij keuze waarderingsgrondslag: De waarde moet eenduidig vastliggen of op een eenduidige manier vastgesteld kunnen worden. De boekwaarde is via afschrijving- en rentelasten vertaald naar het budgettair kader. Als een hogere waarde dan de boekwaarde voor overdracht naar VGGM wordt vastgesteld dan nemen de afschrijvings- en rentelasten toe. Bij veel korpsen zijn reeds afgeschreven bezittingen of nooit geactiveerde bezittingen in gebruik. De technische levensduur is blijkbaar langer dan de economische levensduur. Van de activa is dus geen boekwaarde beschikbaar. Door alsnog een waarde op te voeren, nemen de afschrijvings- en rentelasten toe. Advies: Materiële vaste activa De stoffelijk bezittingen (voertuigen, overig materieel, materiaal en inventaris) en brandweerspecifieke software gaan in beginsel tegen boekwaarde in eigendom over van de gemeente naar VGGM. Het effect van een hogere of lagere waarde dan de boekwaarde wordt vertaald naar het budgettair kader in de DVO. Niet geactiveerde bezittingen gaan om niet over naar VGGM. In het budgettair kader wordt voorzien dat vervanging mogelijk is. Het effect van een hogere waarde wordt vertaald naar het budgettair kader in de DVO. Postbus EJ Arnhem

92 MEMO De restwaarde van afgeschreven bezittingen wordt in beschouwing genomen bij de overdracht naar VGGM. Leaseverplichtingen in het kader van financial lease kunnen als het contract nog doorloopt niet worden overgedragen aan VGGM. Het contract wordt niet door VGGM afgekocht. N.B. Over huisvestingsarrangementen (ter beschikkingstelling, verhuur of overdracht) vindt specifieke besluitvorming plaats. Dit onderwerp wordt beïnvloed door besluitvorming door het rijk over fiscale aangelegenheden. Ad. 5. indexeringssystematiek Thema: De indexeringssystematiek geeft aan op welke wijze de ontwikkeling van de lonen en de prijzen wordt vertaald naar het budgettair kader. Overwegingen bij keuze uit methodiek: Het systeem moet eenduidig en eenvoudig zijn; Voor de regionale begroting moet met het oog op de besluitvormingsprocedures van de gemeenschappelijke regeling twee jaar voor het begrotingsjaar een betrouwbare raming van de loon- en prijsontwikkeling in de collectieve sector beschikbaar is; Voor de DVO moet een jaar voor het begrotingsjaar een betrouwbare raming van de loon- en prijsontwikkeling beschikbaar zijn. VGGM hanteert een systematiek voor loon- en prijscompensatie bestaande uit een voorcalculatie en nacalculatie. In de voorcalculatie voor de begroting jaar T wordt uitgegaan van de raming van het CPB in de Macro Economische Verkenning jaar T-2. In de nacalculatie wordt de werkelijk loonkostenontwikkeling jaar T-2 (het zogenaamde inhaaleffect) vastgesteld op basis van het Centraal Economisch Plan. Advies: Wij adviseren de systematiek van VGGM te hanteren voor de regionale begroting en voor de DVO per gemeente. Dat betekent dat het cijfer in de Macro Economische Verkenning maatgevend is voor de voorcalculatie en het cijfer in het Centraal Economisch Plan wordt gehanteerd voor de nacalculatie. De cijfers is de circulaires voor het gemeentefonds worden dus niet gebruikt. In de kaderbrief voor begroting 2014 (december 2012) wordt bestuurlijke besluitvorming gevraagd over de indexcijfers voor Ad. 6 Investeringsraming Thema: De methodiek van de investeringsraming geeft aan op welke wijze de besluitvorming over investeringen plaatsvindt. Overwegingen bij vormgeven methodiek investeringsplanning: De brandweerzorg moet ook na de regionalisering op peil blijven. Dat betekent dat er vervangingsinvesteringen en indien noodzakelijk uitbreidingsinvesteringen plaats gaan vinden. Gemeenten hanteren verschillende methoden voor de besluitvorming over investeringen: -besluitvorming voor afzonderlijke investeringen aan de hand van specifieke kredietaanvragen; Postbus EJ Arnhem

93 MEMO -besluitvorming over een meerjarig investeringsplan waarna het management gemandateerd is investeringen te doen. In de context van de gemeenschappelijke regeling moeten afspraken worden gemaakt over de wijze waarop de directie van VGGM mandaat verkrijgt; Voor een betrouwbare begrotingsraming is het van belang dat vervangingsinvesteringen aansluiten op een meerjarige investeringsplanning en dat deze planning is vertaald naar een meerjarig budgettair kader; Bij voorkeur zijn ook geplande uitbreidingsinvesteringen opgenomen in een meerjarige investeringsplanning en dus zijn vertaald naar een meerjarig budgettair kader. Advies: Wij adviseren met de directie van VGGM een meerjarige afspraak te maken op basis van een meerjarig investeringsplan. VGGM legt de investeringsplan voor aan het Algemeen Bestuur. De kapitaallasten zijn (of worden in geval van uitbreidingsinvesteringen) verdisconteerd in het budgettair kader dus opgenomen in DVO's of in de inwonerbijdrage gefinancierde begroting. Investeringen buiten de investeringsplanning behoeven vooraf bij het opstellen van de DVO de expliciete goedkeuring van de gemeente of bij regionale investeringen de goedkeuring van het Algemeen Bestuur. Voor gemeenten die nog niet met een meerjarig investeringsplan werken moet, met het oog op het opstellen van de DVO 2014, uiterlijk voor medio 2013 een investeringsplan worden opgesteld. Ad. 7. Methodiek van ontvlechten Thema: De methodiek van ontvlechten is van invloed op de concrete afspraken die tussen gemeente en VGGM worden gemaakt over de financiële afwikkeling van de overdracht van het brandweerkorps naar VGGM. Overwegingen: Bij de meeste gemeenten maakt de financiële administratie van de brandweer namelijk integraal onderdeel uit van de gemeentelijke administratie en wordt er geen separate jaarrekening voor de brandweer opgemaakt; Het volledig en juist in beeld brengen van de balansposten vraagt om spitwerk in onderliggende stukken om alle specifiek op de brandweer betrekking hebbende balansposten, te specificeren. Dat werk kan worden vereenvoudigd als de overdracht naar VGGM wordt teruggebracht tot een zogenaamde activa-transactie; Het feit dat de brandweer een integraal onderdeel uitmaakt van de gemeentelijke organisatie bepaalt de wijze waarop kosten vanuit het gemeentelijk apparaat worden toegerekend aan de brandweer. De wijze waarop dat gebeurt en de aard & de omvang van de indirecte kosten verschilt sterk per gemeente. Advies: De keuze voor een activa-transactie betekent dat bezittingen (in het voorstel: materieel en materiaal) en vermogensbestanddelen (reserves en voorzieningen) worden overgedragen. De gemeente draagt dan zelf voor de overdrachtsdatum zorg voor de afwikkeling van openstaande schulden en vorderingen. Met de prijs die VGGM betaalt voor de activa kunnen de schulden van de gemeente worden afgelost. Deze methodiek is ook toegepast bij de ontvlechting van het brandweerkorps Renkum; Postbus EJ Arnhem

94 MEMO Het volledig en juist in beeld brengen van de brandweerbudgetten vraagt bij budgetten voor indirecte kosten om een gedetailleerd inzicht in de methodiek van doorbelasting van gemeentelijke apparaatskosten aan het brandweerkorps. Om dit proces te vereenvoudigen stellen wij voor de ontvlechting te richten op de begrotingsposten voor directe kosten; Over de wijze waarop de dekking van de indirecte kosten van VGGM plaats gaat vinden, wordt separaat bestuurlijke besluitvorming gevraagd. Voor dit advies kan worden uitgebracht moet eerst duidelijk zijn hoe de organisatie van de ondersteunende functies er uit gaat zien: lokale facilitaire taken (dekking in box 1 DVO) + regionale facilitaire taken (dekking in box 2 inwonerbijdrage). Postbus EJ Arnhem

95 MEMO Advies ontvlechting Balanspost Materiële activa Financieel activa Voorraden Debiteuren Liquide middelen Overlopende activa Eigen Vermogen Voorzieningen Arbeidskosten gerelateerde voorzieningen Schulden Arbeidskosten gerelateerde schulden Crediteuren Overlopende passiva Overdracht naar VGGM Tegen boekwaarde Tegen boekwaarde Tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs Gaan niet over Gaan niet over Alleen posten die betrekking hebben op 2014 gaan over Zie specifiek advies Tegen boekwaarde Tegen boekwaarde tenzij de uitkomst van de onderhandeling over de arbeidsvoorwaarden herberekening noodzakelijk maakt Gaan niet over Tegen boekwaarde tenzij de uitkomst van de onderhandeling over de arbeidsvoorwaarden herberekening noodzakelijk maakt Gaan niet over Alleen posten die betrekking hebben op 2014 gaan over Postbus EJ Arnhem

96 4e Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Algemeen Bestuur Vergadering 21 maart 2012 Agendapunt 4e Standstill Voorstel: Ter besluitvorming

97 Oplegnotitie Onderwerp: Regionalisering brandweer: Standstill Voorgestelde behandelwijze: Planning bespreking: Ter besluitvorming Veiligheidsdirectie d.d.: Ter informatie Dagelijks Bestuur d.d.: Vertrouwelijk Algemeen Bestuur d.d.: Algemeen Bestuurscommissie d.d.: Veiligheid en Gezondheid Inleiding: In het kader van het project regionalisering brandweer Gelderland-Midden worden verschillende inventarisaties uitgevoerd: op het gebied van personeel, financiën, kwaliteit en bedrijfsvoering. De resultaten van de verschillende nulmetingen vormen de basis voor de ontwerpen van de nieuwe organisatie en worden gebruikt om scenario's te ontwikkelen voor een instapniveau. Indien wijzigingen plaatsvinden ten opzichte van de informatie in de nulmeting, kan dit gevolgen hebben voor de betrouwbaarheid van de verzamelde gegevens. Het blijft wel mogelijk wijzigingen aan te brengen, mits dit wordt gemeld. Beslispunten: 1. Voorgesteld wordt om, indien en voor zover de uitkomsten van de nulmetingen "kwaliteit", "personeel" en "financiën en bedrijfsvoering" bekend zijn, deze uitkomsten als "standstill" vast te stellen. Eventuele wijzigingen worden schriftelijk (vooraf) gemeld aan de projectleider. Advies DB: Het DB adviseert in te stemmen met het voorstel.

98 MEMO Datum : 6 maart 2012 Aan : Algemeen Bestuur Van : Dagelijks Bestuur Betreft : Standstill In het kader van het project regionalisering brandweer Gelderland-Midden worden verschillende inventarisaties uitgevoerd: op het gebied van personeel, financiën, kwaliteit en bedrijfsvoering. De resultaten van de verschillende nulmetingen vormen de basis voor de ontwerpen van de nieuwe organisatie en worden gebruikt om scenario's te ontwikkelen voor een instapniveau. Het is van groot belang dat de betrouwbaarheid van de gegevens, verzameld bij de nulmeting, gewaarborgd blijft. Indien wijzigingen plaatsvinden ten opzichte van de informatie in de nulmeting, zonder dat dit bekend is bij de projectleiding, kan dit gevolgen hebben. Bijvoorbeeld voor de onderhandelingen met het BGO en voor de vaststelling of, en zo ja in welke mate, een gemeente het been moet bijtrekken. Er zijn situaties denkbaar waarbij om verklaarbare redenen gemeentelijk wijzigingen worden aangebracht in de brandweerorganisatie (op het gebied van financiën, formatie, rechtspositie, etc.) vooruitlopend op de overgang naar de nieuwe organisatie in De mogelijkheid om wijzigingen aan te brengen blijft dus aanwezig. Indien de intensie bestaat wijzigingen door te voeren, verdient het aanbeveling te wachten met wijzigingen tot ná bespreking van de kwaliteitsmaatlat op 23 mei Immers, de keuze van de kwaliteitsmaat bepaalt mede of een, op basis van de nulmeting ogenschijnlijk knelpunt, ook feitelijk een knelpunt is waarvoor wijziging in de brandweerorganisatie nuttig kan zijn vooruitlopend op de overgang naar de nieuwe organisatie in Voorstel Voorgesteld wordt om, indien en voor zover de uitkomsten van de nulmetingen "kwaliteit", "personeel" en "financiën en bedrijfsvoering" bekend zijn, deze uitkomsten als "standstill" vast te stellen en gedurende het regionaliseringproces wijzigingen schriftelijk (vooraf) te melden aan de projectleider. Postbus EJ Arnhem

99 5a Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Algemeen Bestuur Vergadering 21 maart 2012 Agendapunt 5a Crisiscommunicatie Voorstel: Ter besluitvorming

100 Oplegnotitie Onderwerp: Crisiscommunicatie Voorgestelde behandelwijze: Planning bespreking: Ter besluitvorming Veiligheidsdirectie d.d.: Ter informatie Dagelijks Bestuur d.d.: Vertrouwelijk Algemeen Bestuur d.d.: Algemeen Bestuurscommissie d.d.: Veiligheid en Gezondheid Inleiding: In de bestuurlijke vergaderingcyclus van oktober 2011 is aan de hand van een notitie "Bestuurlijke regie bij communicatie" een aantal uitgangspunten benoemd voor de inrichting van de crisiscommunicatie. Het onderwerp crisiscommunicatie is vervolgens aan de orde gekomen tijdens de bestuurlijke themadag d.d. 23 november 2011 en in het DB van 30 november De vraag is gesteld in hoeverre de vastgestelde uitgangspunten voldoende ruimte gaven voor een goede werkwijze in relatie tot de opkomende social media. De directie heeft u toegezegd een nadere analyse te doen (zie bijlage). Analyse twitterberichten Alphen aan de Rijn en Kijfhoek: Van de recente incidenten gelden de incidenten in Alphen aan de Rijn en Kijfhoek als "good practice" voor de wijze waarop gebruik is gemaakt van de social media. In de onderliggende memo wordt een technische analyse gemaakt van het soort berichtgeving, verdeeld naar de soorten berichtgeving genoemd in de notitie "Bestuurlijke regie bij communicatie": informatievoorziening, schadebeperking en betekenisgeving. Een tweetal conclusies zijn opmerkelijk: 1. Het overgrote deel van de twitterberichten vallen in de categorie "informatievoorziening" 2. Het medium twitter heeft een grote bijdrage geleverd aan de informatie voorziening aan de bevolking en pers bij beide geanalyseerde incidenten. Rechtstreekse, snelle, juiste en betrouwbare informatie via de sociale media wordt zeer op prijs gesteld, naast de traditionele periodieke en veelal minder actuele persberichten. Nadere beschouwing vastgestelde uitgangspunten: In de notitie "Bestuurlijke regie bij communicatie" is een aantal uitgangspunten benoemd waarbij onderscheid is gemaakt in drie soorten berichten: informatievoorziening, schadebeperking en betekenisgeving. Voor wat betreft de informatievoorziening heeft het actiecentrum voorlichting de ruimte om, na akkoord van het totaalbeeld met kernboodschap (door het beleidsteam), zelf communicatieboodschappen te verwoorden, o.a. via de social media. Met betrekking tot de schadebeperking en betekenisgeving heeft het beleidsteam direct invloed en zicht op de inhoud van de berichten. In het beleidsteam is sinds enkele jaren een tweede ring waarbij onder meer een "persberichtschrijver" aanwezig is om, ter ondersteuning van het beleidsteam met daarin de woordvoerder, berichten voor te bereiden. Voor een snel en doeltreffend gebruik van social media is het goed voorstelbaar dat deze persoon in te tweede ring een actieve rol krijgt bij berichtgeving op het gebied van schadebeperking en betekenisgeving. Op deze manier blijft directe sturing vanuit het beleidsteam mogelijk en kan toch snel gecommuniceerd worden via social media. Nadere uitwerking van deze aangepaste werkwijze past binnen de huidige kaders, vastgelegd in de notitie "Bestuurlijk regie bij communicatie". Beslispunten: Concreet leidt de nadere beschouwing tot het volgende voorstel: 1. Er komt een mogelijkheid voor het versturen van twitterberichten via één account door de operationele voorlichters van het CoPI, het ROT en het actiecentrum voorlichting. Zij twitteren binnen het vastgelegde mandaat over onderwerpen aangaande de informatievoorziening.

101 2. In de tweede ring van het beleidsteam zit in bestaande werkwijze een "persberichtenschrijver". Deze functionaris gaat in de nieuwe vorm op hetzelfde account twitterberichten namens het beleidsteam / burgemeester verzenden aangaande de schadebeperking en betekenisgeving. Het beleidsteam heeft direct invloed en zicht op de inhoud van deze berichten. Argumentatie: Met de uitvoering van dit voorstel ontstaat er voor pers en bevolking één betrouwbaar account waar alle informatie over de crisis actueel en volledig te vinden is. Achter de schermen zijn er feitelijke meerdere accounts, onder beheer en coördinatie van het ROT. Door retweets onder de bevolking en opname van de informatie in berichtgeving op radio en tv wordt de informatie snel verspreid. Voordeel van deze werkwijze kan zijn een enorme toename in snelheid berichtgeving, ook van de berichten waarin schadebeperking en betekenisgeving van het incident aan de orde zijn. In het actiecentrum voorlichting worden al deze berichten gevolgd. Daarnaast worden in het actiecentrum voorlichting periodiek persberichten opgesteld. Input voor deze berichten vormen de twitterberichten van CoPI/ ROT/ actiecentrum voorlichting en Beleidsteam. Een aandachtspunt is nog hoe de informatiestroom op twitter is te integreren c.q. af te stemmen met de berichtgeving via persen publieksinformatienummers. Dit aandachtspunt wordt nog nader uitgewerkt. De regionale werkgroep voorlichting is bij de totstandkoming van dit voorstel nauw betrokken geweest. Na uw besluitvorming zal deze werkgroep de werkwijzen verder uitwerken zodat deze daadwerkelijk kunnen worden toegepast.

102 BIJLAGE Datum : 10 februari 2012 Aan : Paul Joosten Van : Jan Slakhorst Betreft : Bestuurlijke regie rampencommunicatie In het Algemeen Bestuur is de notitie "bestuurlijke regie rampencommunicatie" vastgesteld. Daarin wordt bepaald dat regie op de communicatie ligt bij het Beleidsteam. Communicatie heeft drie basisdoelstellingen: "informatievoorziening, schadebeperking en betekenisgeving". Communicatie met betrekking tot "schadebeperking" en "betekenisgeving" moeten inhoudelijk aan Beleidsteam worden voorgelegd voordat zij gecommuniceerd kunnen worden. Communicatie met betrekking tot "informatievoorziening" kan direct door het ROT/ actiecentrum communicatie worden uitgevoerd waarbij het Beleidsteam in principe een mandaat geeft voor communicatie van onderdelen van het Totaalbeeld. De "informatievoorziening" heeft betrekking op het communiceren over de informatie die "op straat ligt"; kortom de zichtbare operationele inspanningen, feiten en effecten. Een medium in opkomst is twitter. Tijdens daadwerkelijke incidenten, bij de brand in Kijfhoek en bij het schietincident in een winkelcentrum Alphen aan de Rijn is veel gebruik gemaakt van twitter. Een analyse van deze twitter berichten bij genoemde incidenten geeft het volgende weer; Brand Kijfhoek/ gemeente Zwijndrecht. Door het actiecentrum communicatie zijn 50 tweets verzonden. De inhoudelijke verdeling van deze berichten over de domeinen 'informatievoorziening", "schadebeperking" en "betekenisgeving" is daarbij als volgt: berichten informatievoorziening; 28 berichten over operationele inzet en 7 berichten over processen van de crisisorganisatie. berichten schadebeperking en betekenisgeving; 15 berichten. Daarbij zijn geen berichten die voor volle 100% betrekking op hebben op schadebeperking of betekenisgeving maar wel een relatie mee hebben; Dus eerder onder de categorie ïnformatievoorziening" met een link naar beide andere domeinen. Daarbij komt dat in een aantal van deze berichten wordt aangegeven dat de burgemeester wordt geciteerd. Onduidelijk is of daarbij direct in opdracht van BT deze informatie is verspreid of afgeleid is van interne berichtgeving. Voorbeelden: *tien woningen aan de Langeweg worden ontruimd. Brand nog niet onder controle, evacuatie ivm risico van uitbreiding brand* * burgemeester scholten "wij stellen alles in het werk om brand beheersbaar te houden" * er worden voortdurend metingen gedaan rond de brand. er zijn tot dusver geen gevaarlijke stoffen gemeten* Postbus EJ Arnhem

103 BIJLAGE * scholten; "nieuw schuim onderweg naar Kijfhoek voor een tweede blusaanval. Lukt dit niet dan rest gecontroleerd laten uitbranden" * opvang locatie is Festino in Zwijndrecht" * burgemeester scholten: "als wegduwen succesvol is zal risicogebied niet uitbreiden en wordt A16 mogelijk vrijgegeven" Alphen aan de Rijn Tijdens dit incident zijn er ruim twitteraars actief die gezamenlijk ruim berichten versturen. Daarbij zijn er 116 afkomstig van de gemeente Alphen aan den Rijn. Naast het twitteraccount van de gemeente zijn ook ook "officiele" accounts (?) van politie, brandweer en veiligheidsregio actief. Opvallend en bijzonder is tevens dat er vier andere twitteraccounts actief zijn die zich voordoen als gemeente Alphen aan den Rijn. (bron rapportage IOOV). Het incident wordt gemeld om 12.09uur. Om wordt het Ac voorlichting gealarmeerd. Het Ac voorlichting is om bemenst met 6 personen. Het eerste ROT overleg vindt plaats om 13.30uur, het eerste BT overleg vindt plaats om 13.48uur. Het aangeleverde bestand met twitterberichten bevat 275 berichten die op 9 april van uur tot 10 april 20.00uur zijn verstuurd. Er zijn geen berichten van officiele account van Alphen aan den Rijn in de bijlage opgenomen. Uit retweets is wel eea te herleiden. De eerste in het bestand opgenomen berichten zijn ruim 3 uur na aanvang incident en 1.5 uur na bemensing Ac voorlichting geplaatst op twitter. Er zijn geen berichten uit de begin periode van uur. Uit een analyse van de aangeleverde berichten tussen 9e april uur (160) blijkt volgende: Uit de retweets zijn 20 formele tweets van gemeente Alphen te herleiden. 13 hebben betrekking op informatievoorziening, 1 heeft deels betrekking op informatievoorziening en deels betekenisgeving, 2 berichten hebben een directle relatie met schade beperking en 4 met betekenisgeving. De overige tweets zijn naast veelvuldige herhaling door diverse twitteraars van een officieel bericht van de gemeente Alphen berichten met (positief) commentaar op de wijze waarop gemeente via twitter de bevolking informeert. Het mandaat van het Ac voorlichting van Alphen aan den Rijn luidt: "informatie die ook door burgers zelfstandig - uit eerste hand - is waar te nemen mag direct zonder goedkeuring van het Beleidsteam verspreid worden Berichten informatievoorziening; * op dit moment worden 3 andere winkelcentra in Alphen ontruimd * * uit voorzorg worden daarom de andere winkelcentra in Alphen ontruimd* * er is een publieksnummer geopend voor vragen (0172)...* * het landelijke publieksnummer is In de vorige tweet stond dat nummer verkeerd* * 20.00uur persconferentie in raadzeel gemeentehuis * * telefoonnummers landelijk informatienummer... slachtofferhulp...pers...* * condoleance register geopend * * slachtofferhulp ook morgen bereikbaar...* * morgenavond informatie bijeenkomsten winkeliers en ooggetuigen, nadere info volgt * Postbus EJ Arnhem

104 BIJLAGE Berichten schadebeperking; * het strafrechtelijk onderzoek heeft voldoende aanwijzingen gegeven voorzichtig te zijn* * wij verzoeken nu iedereen niet naar een winkelcentrum toe te gaan* Berichten betekenisgeving: * het aantal slachtoffers is inmiddels bijgesteld naar 7 personen* info/ betekenisgeving? * dader heeft geen militaire achtergrond* * ouders dader ongedeerd* * schutter lid van schietvereniging* enkele voorbeelden van berichten waarop de bevolking (veelal positief) op het gebruik van twitter door de gemeente reageert: * * ik zie nu de kracht van een reeds bekend betrouwbaar!* * groot compliment voor de collega's van * drama in alpen. gemeente maakt goed gebruik van twitter voor info* * hulde voor crisiscommunicatie vanmiddag #alphen en sterkte* goed gedaan info twitter top. Sterkte en rust* Conclusies en aanbevelingen. Het medium twitter heeft een grote bijdrage geleverd aan de informatie voorziening aan de bevolking en pers bij beide geanalyseerde incidenten. Rondvraag bij onze perscontacten geeft een beeld dat de pers rechtstreekse, snelle, juiste en betrouwbare informatie via de sociale media zeer op prijs stelt naast de traditionele periodieke en veelal minder actuele persberichten. Het algemeen bestuur van Gelderland Midden heeft onlangs in de notitie "bestuurlijke regie bij rampencommunicatie" vastgesteld. Het gebruik van twitter kan binnen de gestelde kaders een snel en doeltreffend instrument zijn. een mogelijke werkwijze verder uit te werken door de regionale werkgroep communicatie/ voorlichting. het versturen van twitter berichten via één account door de operationele voorlichters van het CoPI, het ROT en het actiecentrum voorlichting. Zij twitteren binnen genoemd mandaat over onderwerpen aangaande de informatievoorziening. In de tweede ring van het Beleidsteam zit in bestaande werkwijze een "persberichtenschrijver". Deze functionaris gaat in de nieuwe vorm op hetzelfde account twitterberichten namens het BT/ burgemeester verzenden. Zo ontstaat er voor pers en bevolking één betrouwbaar account waar alle informatie over de crisis actueel en volledig te vinden is. Door retweets onder de bevolking en opname van de informatie in berichtgeving op radio en tv wordt de informatie snel verspreid. In het actiecentrum voorlichting worden alle deze berichten gevolgd, aangevuld en zonodig incidenteel gecorrigeerd, ook weer op hetzelfde account. Aandachtspunt verder is hoe deze informatie stroom te integreren cq af te stemmen met de berichten via pers- en publieksinformatienummers. Postbus EJ Arnhem

105 BIJLAGE Daarnaast worden in het actiecentrum voorlichting periodiek persberichten opgesteld. Input voor deze berichten vormen de twitterberichten van CoPI/ ROT/ Ac voorlichting en Beleidsteam. Voordeel van deze werkwijze kan zijn een enorme toename in snelheid berichtgeving. Ook voor de berichten waarin schadebeperking en betekenisgeving van het incident aan de orde zijn. Het BT heeft direct invloed en zicht op de inhoud van deze berichten. Postbus EJ Arnhem

106 5b Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Algemeen Bestuur Vergadering 21 maart 2012 Agendapunt 5b Evaluatierapport RBT oefening Viking Voorstel: Ter besluitvorming

107 Oplegnotitie Onderwerp: Evaluatie RBT oefening Viking Voorgestelde behandelwijze: Planning bespreking: Ter besluitvorming Veiligheidsdirectie d.d.: 8 februari 2012 Ter informatie DB VGGM d.d.: 29 februari 2012 Vertrouwelijk Algemeen Bestuur d.d.: 21 maart 2012 Samenvatting: In het kader van het programma Viking heeft in de week van 21 november een internationale oefening plaatsgevonden ten aanzien van hoogwater gevolgbestrijding. Aan deze oefening genaamd "Frida" is deelgenomen door de Veiligheidsregio's in Gelderland, de Gelderse Waterschappen, de Provincie Gelderland, Rijkswaterstaat en de Duitse crisispartners. Op 24 november heeft een oefening plaatsgevonden voor de drie Regionaal Beleidsteams van de Veiligheidsregio's in Gelderland. Doelstellingen: De hoofddoelstelling van het programma Viking is het verbeteren van de coördinatie en informatievoorziening bij hoogwater. De daarvan afgeleide oefendoelen zijn: -informatievoorziening bij hoogwater; -afstemming tussen de teams; -aansturing van het proces voorlichting door het RBT. Beslispunten: 1. Instemmen met de conclusies en aanbevelingen (H3+4). Advies DB: Geadviseerd wordt in te stemmen met de voorgestelde besluitvorming Verdere behandeling: Na vaststelling zullen de aanbevelingen worden verwerkt in de oefenopzet van toekomstige oefeningen en/of worden interne procedures hier op aangepast.

108 EVALUATIERAPPORT RBT-oefening 24 november 2011 oefening Frida, programma Viking

109 KORTE OMSCHRIJVING OEFENING Oefening : RBT-oefening Deelnemers : voorzitter veiligheidsregio, betrokken burgemeesters, operationeel leider, coördinerend gemeentesecretaris, regionaal geneeskundig functionaris, korpsleiding politie, hoofd Officier van Justitie, communicatieadviseur RBT, dijkgraven waterschappen, voorlichters tweede ring, informatiemanager en plotter, liaison provincie Versie : 1.0 Datum : 29 november

110 INHOUDSOPGAVE PAGINANUMMER 1. Inleiding Beschrijving oefening Doelstelling Doelgroep Aard en omvang Resultaten van de evaluatie Aanbevelingen...6 3

111 1. Inleiding In het kader van het programma Viking heeft in de week van 21 november een internationale oefening plaatsgevonden ten aanzien van hoogwater gevolgbestrijding. Aan deze oefening genaamd "Frida" is deelgenomen door de Veiligheidsregio's in Gelderland, de Gelderse Waterschappen, de Provincie Gelderland, Rijkswaterstaat en de Duitse crisispartners. Op 24 november heeft een oefening plaatsgevonden voor de drie Regionaal Beleidsteams van de Veiligheidsregio's in Gelderland. In hoofdstuk 2 van dit rapport wordt de gehouden RBT oefening beschreven in termen van doelstelling, doelgroep, aard en omvang. De evaluatie van de oefening komt aan bod in hoofdstuk 3. Tenslotte worden er in hoofdstuk 4 conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. 2. Beschrijving oefening 2.1. Doelstelling De hoofddoelstelling van het programma Viking is het verbeteren van de coördinatie en informatievoorziening bij hoogwater. De daarvan afgeleide oefendoelen zijn: -informatievoorziening bij hoogwater; -afstemming tussen de teams; -aansturing van het proces voorlichting door het RBT Doelgroep De RBT-leden vormden de doelgroep van deze oefening Frida. Dit waren in deze oefening de voorzitter veiligheidsregio, de deelnemende burgemeesters van Overbetuwe, Arnhem, Rijnwaarden, Duiven, Zevenaar en Westervoort, operationeel leider, coördinerend gemeentesecretaris, regionaal geneeskundig functionaris, korpsleiding politie, RMC-Noord, de dijkgraaf Rijn & IJssel, de dijkgraaf Rivierenland, hoofd officier van justitie, communicatieadviseur RBT, liaison provincie, voorlichters tweede ring en informatiemanagers Aard en omvang Het was een scenariotraining zonder inzet van eenheden met behulp van een responsecel/oefenstaf. Het RBT maakte gebruik van de faciliteiten in de gemeente Arnhem (netcentrisch systeem en overige werkruimten c.q. faciliteiten). De vergadering heeft plaatsgevonden in het Stadskantoor Arnhem. De burgemeester van Overbetuwe trad conform procedure op als voorzitter van het RBT. Zij nam haar eigen communicatieadviseur mee. Het scenario was als volgt: In het stroomgebied van de Rijn valt in de periode half oktober, half november extreem veel neerslag. Het gevolg is dat de waterstand in de Rijn sterk stijgt. Op 19 november is de waterstand bij Lobith gestegen tot een stand van n.a.p m. Rijkswaterstaat verwacht een verdere stijging tot boven n.a.p m. De betrokken waterschappen besluiten op 19 november om beperkte dijkbewaking in te stellen en men treft voorbereidingen tot volledige dijkbewaking. Op 20 november bij een peil van besluiten de waterschappen volledige dijkbewaking in te stellen. Op 21 november is de actuele waterstand n.a.p m. De waterstandverwachtingen bij Lobith zijn: 21 november: november : november november: november: De weersverwachtingen geven aan dat er veel neerslag en harde tot stormachtige wind wordt verwacht voor de komende dagen, met zelfs op 26 november storm. 4

112 De sitraps van de verschillende WBT s ( Waterschap Beleidteams) en Rijkswaterstaat maken melding van diverse problemen. Het meeste urgent is echter de kritische situatie nabij Spijk in de gemeente Rijnwaarden en de situatie bij Doornenburg in de gemeente Lingewaard. 3. Resultaten van de evaluatie De oefening is direct na afloop met de deelnemers van het RBT geëvalueerd. Er zijn geen evaluatieformulieren uitgereikt aan de deelnemers. Informatievoorziening Het proces informatiemanagement verliep goed. De informatiemanager kon haar rol goed vervullen. De voorzitter van het RBT herhaalde de besluitvorming consequent ten behoeve van centrale beeldvorming en voor de informatiemanager. Het RBT werd strak geleid door de voorzitter, de vergaderingen verliepen gestructureerd. Het was voor de deelnemers lastig om in twee uur tijd het gehele oefenscenario -dat in werkelijkheid al twee weken loopt- goed te doorgronden. Voorafgaand aan de oefening is een bestuurlijk informatie-avond gehouden, echter niet alle deelnemers hebben deze informatie-avond kunnen bijwonen. Door de deelnemers is de wens geuit bij een volgende oefening aan de hand van dit ramptype meer schriftelijke voor-informatie te ontvangen. Leiding en coördinatie verliep in principe goed. Tijdens de oefening zijn naast het totaalbeeld en de voorgenomen besluitvorming een aantal schriftelijke aanvullingen uitgedeeld onder andere ten aanzien van de inundatiescenario's. Dit heeft enigszins verstorend gewerkt. Voorgesteld is om bij aanvang van de vergadering door de operationeel leider een toelichting op het totaalbeeld te laten verzorgen. Eventuele schriftelijke aanvullingen dienen -om een goede vergaderstructuur te waarborgen- voortaan primair via de operationeel leider ingebracht te worden. Afstemming tussen de teams Tijdens de eerste schorsing heeft de voorzitter separaat telefonisch contact gehad met de voorzitters van de Veiligheidsregio's Gelderland Zuid en Noord Oost Gelderland. Geconcludeerd is dat een gezamenlijk telefonisch gesprek door middel van een conference call of video conference, in deze situatie meer op zijn plaats geweest zou zijn. Inhoudelijk is de afstemming tussen de voorzitters van de veiligheidsregio's goed verlopen. Tijdens deze gesprekken is afgesproken dat de voorzitter van de veiligheidsregio Gelderland Zuid namens de drie Gelderse regio's als "primus inter pares" zou optreden richting de Duitse partners. Voorlichting Het aansturen van het proces voorlichting is in principe goed verlopen, in het Regionaal Beleidsteam is aan de orde geweest welke strategie richting pers en bevolking voorgesteld wordt. Tevens is besproken welke informatie met pers en publiek gecommuniceerd kan worden. Wel is door de deelnemers aangegeven dat een omgevingsanalyse is gemist tijdens de oefening. Daarnaast dient bij een volgende oefening aan de hand van dit ramptype meer tegenspel ten aanzien van communicatie opgenomen te worden samen met het gebruik van sociale media. Overig Door de deelnemers is aangegeven, dat men er in de praktijk vanuit gaat dat bij dit scenario de minister van Veiligheid en Justitie een meer nadrukkelijkere regierol zal spelen dan in deze casus het geval was. 5

113 4. Aanbevelingen - Om een goede vergaderstructuur te handhaven dient nieuwe informatie primair via de Operationeel Leider in het RBT ingebracht te worden. - Zorg ten behoeve van de afstemming tussen de voorzitters Veiligheidsregio dat gebruik gemaakt kan worden van een telefonische vergadering door middel van conference call of een video-conferentie (skype). Hetzelfde geldt voor de afstemming met de minister en de Duitse partners. - Zorg oefentechnisch voor een omgevingsanalyse en meer tegenspel ten aanzien van communicatie, zodat een goede communicatie-strategie kan worden opgesteld richting pers en bevolking. Maak hierbij net als bij de reguliere bestuurlijke oefeningen gebruik van de sociale media. - Aangezien het lastig is om in twee uur tijd het scenario dat in werkelijkheid al twee weken speelt goed te doorgronden, dient bij een volgende oefening gezorgd te worden voor meer voorinformatie of een oefening verspreidt over twee oefenmomenten. 6

114 5c Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Algemeen Bestuur Vergadering 21 maart 2012 Agendapunt 5c Natuurbrandbestrijding Voorstel: Ter bespreking

115 MEMO Datum : 6 maart 2012 Aan : Algemeen Bestuur Van : Dagelijks Bestuur Betreft : Natuurbrandpreventie Onderstaand volgt de stand van zaken over de landelijke en regionale natuurbrandpreventie. In 2007 heeft het kabinet de Strategie Nationale Veiligheid vastgelegd. Waarin een landelijk risicoprofiel is vastgesteld. Daaruit bleek dat natuurbranden een waarschijnlijkheid scenario is met aanzienlijke gevolgen. Vanwege het hoge risico De minister van VenJ heeft hoge prioriteit gegeven aan het veiligheidsbeleid voor natuurbranden. Landelijk zijn er daarom op dit moment diverse partijen met natuurbrand bezig: 1. De Landelijke kerngroep natuurbrand (Regelt ook het Landelijk Informatieknooppunt natuurbranden via infopuntveiligheid). 2. De NVBR Stuurgroep programma natuurbranden (of ook wel NVBR Stuurgroep Natuurbranden genoemd). 3. De expertregio's (VNOG en VGGM). Het hoofddoel van alle partijen voor natuurbrandpreventie is om de zelfredzaamheid van burgers te verhogen en de preventietaken voor natuurbrand meer gestructureerd en gecoördineerd met alle belanghebbende partijen uit te voeren door kennisdeling, samenwerking en adequate inzet van middelen. Landelijke kerngroep natuurbranden: Sinds 1 januari 2011 is er een landelijke kerngroep Natuurbranden samengesteld. De landelijke kerngroep is een initiatief van het ministerie van VenJ om de interbestuurlijke samenwerking, publiek en privaat, rondom het domein natuurbranden in Nederland te versterken. De landelijke kerngroep heeft een werkprogramma opgesteld: het Werkprogramma natuurbranden De 3 belangrijkste pijlers daarin zijn: 1. natuurbrandpreventie; 2. multidisciplinaire crisisorganisatie en nafase Natuurbranden; 3. onderzoek en randvoorwaarden. Voor elke pijler zijn concrete acties uitgewerkt met een planning en een actiehouder. Deze is in bijlage 1 opgenomen. Voor VGGM zijn de actiepunten: Afstemmen risicocommunicatiebeleid en voorlichting Natuurbranden in Gelderland Opstellen overzicht top 10 risicogebieden in Gelderland Ontwikkelen evacuatiestrategieën voor belangrijkste risicogebieden Postbus EJ Arnhem

116 MEMO NVBR Stuurgroep natuurbranden De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) heeft in 2011 de voorbereiding op natuurbranden in Nederland onderzocht en daarover aan de minister van VenJ gerapporteerd. Omdat de minister de uitkomsten zorgelijk vond is verzocht aan het VB, de NVBR en het NIFV om het beleid voor de voorbereiding op natuurbranden voortvarend op te pakken. Daarvoor is het Programma Natuurbrandbeheersing Versterkt opgesteld. De doelstellingen zijn in bijlage 2 opgenomen. De NVBR stuurgroep neemt de opdracht aan om dit programma te realiseren. Daarvoor zal zodra een budget dor het Ministerie van Veiligheid en Justitie ter beschikking komt een projectorganisatie worden opgestart. Natuurbrandpreventie VGGM Ook in het risicoprofiel van Gelderland-Midden komt natuurbrand naar voren als één van de grootste risico s binnen de regio. Natuurbrandpreventie wordt conform de landelijke doelen opgepakt: 1. Project Geen Nood Bij Natuurbrand! als variatie op Geen nood bij brand! Veiligheid in de zorg 1. Dit project is gericht op de interne veiligheid en natuurbrand met als doel: kennisoverdracht en het vergroten van veiligheidsbewustzijn van de recreatieondernemers en het vergroten van zelfredzaamheid voor de burgers. Er is een instructiemap gemaakt voor de brandweer waarin een stappenplan is opgenomen om bovenstaand doel te bereiken (zie bijlage 3). Gemeenten (brandweerkorpsen) zullen worden gevraagd om capaciteit vrij te maken voor de begeleiding van Geen nood bij natuurbrand. 2. Voortkomend uit het project Geen Nood Bij Natuurbrand! is het model ontruimingsplan recreatieterreinen, met het oog op het scenario natuurbrand" ontwikkeld en dit is aangeboden aan de RECRON. Het ontruimingsplan kan deel uitmaken van het bedrijfshulpverleningsplan van een bedrijf. Het is een dynamisch document en moet regelmatig worden getoetst in de praktijk d.m.v. een jaarlijkse ontruimingsoefening, bij voorkeur met deelname van de gasten op het recreatieterrein. De eigenaar en/of gebruiker van een recreatieterrein moet zorgen voor een inventarisatie van de in en om het terrein aanwezige risico s. Specifiek gaat de aandacht uit naar het gevaar van een natuurbrand. Vervolgens wordt (evt. in overleg met het bevoegd gezag en verzekeraars) een pakket van beveiligingsmaatregelen en -voorzieningen gekozen die betrekking hebben op een ontruiming, d.w.z. voorbereiding, communicatie, planvorming en oefening. RECRON zal samen met brandweer Gelderland-Midden dit model onder de aandacht van recreatieondernemers in de regio brengen. De brandweerkorpsen in de regio worden voorbereid om hierover te kunnen adviseren. 3. Gebiedsgerichte aanpak met betrokken partners in de belangrijkste geïdentificeerde risicogebieden om toe te werken naar het voorkomen of beheersen van het risico op natuurbranden. De provincie Gelderland geldt als eerste voorbeeldgebied. Zowel in VNOG als VGGM zal ieder aan de hand van een pilot een multidisciplinaire risicoanalyse uitvoeren met als doel om de risicobeheersing met de interne en externe veiligheidspartners te verbeteren. We richten ons daarbij op quick wins, activiteiten die eenvoudig mee te nemen zijn in de huidige taken. Het pilotgebied in onze regio zal waarschijnlijk Otterlo en omgeving zijn. Er wordt nauw samengewerkt met VNOG en andere partners. Zo heeft recent een gesprek plaatsgevonden van de directie Oost van de ANWB met burgemeester van de Knaap in Ede. 1 Winnaar Innovatieprijs brandveiligheid Postbus EJ Arnhem

117 MEMO 4. Risico- en crisiscommunicatie natuurbrand wordt samen met VNOG en het ministerie van VenJ uitgewerkt in een Landelijke Natuurlijke Boodschap, versie 2013'. 5. Gelderland Midden ontwikkelt samen met VNOG een landelijk eenduidig alerteringssysteem natuurbranden dat voor hulpverleners en voor natuurbeheerders voor gebruikt kan worden. Dit alerteringssysteem zou ook een rol kunnen spelen in het waarschuwen van de bevolking. Middelen Voor de realisatie van het landelijke programma natuurbranden (Bijlage 1) zullen de partners die deelnemen aan het interbestuurlijke overleg een aandeel leveren in het werkprogramma voor natuurbrand. Voor de speerpunten (zie bijlage 2) wordt er vanuit de regionale brandweerkorpsen een flinke inspanning verwacht om die te kunnen realiseren. Het Ministerie van VenJ zal waarschijnlijk een bedrag van ruim ter beschikking stellen voor het programma. Dat zal echter niet voldoende zijn om alle uren die de regio's leveren te vergoeden. Het idee is dat de regio's daarom 50 % van de gemaakte uren zullen declareren. Hierin is voorzien binnen de staande begroting. Postbus EJ Arnhem

118 MEMO Bijlage 1: Werkprogramma natuurbranden Postbus EJ Arnhem

Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente

Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente VERSLAG Verslag van : Algemeen bestuur VGGM / Bestuurscommissie Veiligheid en Gezondheid Gehouden op : 27 juni 2012 Plaats : Arnhem, Schelmseweg Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente P. Krikke (voorzitter)

Nadere informatie

Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente. HovJ / Openbaar Ministerie Plv. korpschef Politie

Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente. HovJ / Openbaar Ministerie Plv. korpschef Politie VERSLAG Verslag van : Algemeen bestuur VGGM / Bestuurscommissie Veiligheid en Gezondheid Gehouden op : 31 oktober 2012 Plaats : Arnhem, Schelmseweg Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente P. Krikke (voorzitter)

Nadere informatie

Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente

Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente VERSLAG van : Algemeen bestuur VGGM / Bestuurscommissie Veiligheid en Gezondheid Gehouden op : 16 maart 2016 Plaats : Arnhem, Schelmseweg 93 A Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente H. Kaiser A. Haga A. van

Nadere informatie

Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente

Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente VERSLAG Verslag van : Algemeen bestuur VGGM / Bestuurscommissie Veiligheid en Gezondheid Gehouden op : 26 oktober 2011 Plaats : Rhederoord, De Steeg Voorzitter : Pauline Krikke Notulist : Eric van Neerrijnen

Nadere informatie

Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente

Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente VERSLAG Verslag van : Algemeen bestuur VGGM / Bestuurscommissie Veiligheid en Gezondheid Gehouden op : 29 oktober 2014 Plaats : Arnhem, Schelmseweg 93 A Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente H. Kaiser (voorzitter)

Nadere informatie

VERSLAG. Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente

VERSLAG. Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente VERSLAG van : Algemeen bestuur VGGM / Bestuurscommissie Veiligheid en Gezondheid Gehouden op : 19 december 2012 Plaats : Arnhem, Openluchtmuseum Schelmseweg Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente P. Krikke

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum AB vergadering: 21 maart Agendapunt: 3. Portefeuillehouder: De heer Wolfsen. Onderwerp: Ingekomen stukken

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum AB vergadering: 21 maart Agendapunt: 3. Portefeuillehouder: De heer Wolfsen. Onderwerp: Ingekomen stukken VOORSTEL VOOR HET AB Datum AB vergadering: 21 maart 2011 Datum: 1 maart 2011 Agendapunt: 3 Contactpersoon: Lia van Rooijen Portefeuillehouder: De heer Wolfsen Telefoon: 0302404481 Onderwerp: Ingekomen

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders

Burgemeester en Wethouders Burgemeester en Wethouders de raad der gemeente EDE Behandelend ambtenaar Ginkel, van H.J. Tel.nr. (0318) 68 08 27 Verzameling Raadsstukken registratienummer sector datum: 2010/55 631916 COA 17 augustus

Nadere informatie

Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente

Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente VERSLAG van : Algemeen bestuur VGGM / Bestuurscommissie Veiligheid en Gezondheid Gehouden op : 22 juni 2016 Plaats : Arnhem, Schelmseweg 93 A Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente P. van Wingerden-Boers (Voorzitter)

Nadere informatie

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 10G / I. Drupsteen BVL Ke. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Twente.

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 10G / I. Drupsteen BVL Ke. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Twente. SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER BEHANDELEND AMBTENAAR SECTOR PORT. HOUDER 10G201737 390433 / 390433 I. Drupsteen BVL Ke AGENDANUMMER BELEIDSPROGRAMMA/BELEIDSLIJN 08 - Inwoners en bestuur REDEN VAN

Nadere informatie

Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Hollands Midden d.d. 12 november 2009 Agendapunt BG.2A Onderdeel AB Regionale Brandweer en GHOR Titel

Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Hollands Midden d.d. 12 november 2009 Agendapunt BG.2A Onderdeel AB Regionale Brandweer en GHOR Titel BG.2A Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Hollands Midden Bijlagen 5 d.d. 12 november 2009 Agendapunt BG.2A Onderdeel AB Regionale Brandweer en GHOR Titel Gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio

Nadere informatie

Voorstel: instemmen met de uitgangspunten zoals verwoord in de kadernota.

Voorstel: instemmen met de uitgangspunten zoals verwoord in de kadernota. Aan de raad AGENDAPUNT 6.11 Kadernota regionalisering brandweer Voorstel: instemmen met de uitgangspunten zoals verwoord in de kadernota. In 2006 besloten de gemeenten Bronckhorst, Doetinchem, Montferland

Nadere informatie

Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 16 november 2018

Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 16 november 2018 Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 16 november 2018 A Algemeen A.1 Opening en mededelingen A.2 Besluitenlijst (incl. presentielijst) reguliere vergadering BC Veiligheid

Nadere informatie

Raadsvoorstel Nummer: 242561

Raadsvoorstel Nummer: 242561 Raadsvoorstel Nummer: 242561 Datum: 3 februari 2015 Hoort bij collegeadviesnummer: 242560 Datum raadsvergadering: 2 april 2015 Portefeuillehouder: A. Vermeulen Onderwerp Kadernota 2016 VRU Voorgesteld

Nadere informatie

Raadsmededeling - Openbaar

Raadsmededeling - Openbaar Raadsmededeling - Openbaar Nummer : 85/2016 Datum : B&W datum : 17 mei 2016 Beh. ambtenaar : M. Nijmeijer Portefeuillehouder : G. Berghoef Onderwerp : wijziging Gemeenschappelijke Regeling VNOG 2010 Aanleiding

Nadere informatie

Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving

Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving 1 Betrekkingen (EWB) 070 370 7051 Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving Projectnaam Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135) 1. Evaluatie Wet veiligheidsregio's (Wvr) Bij de behandeling

Nadere informatie

2 8 AÜG /BdG Wijziging gemeenschappelijke regeling 1 J.A. Reddingius

2 8 AÜG /BdG Wijziging gemeenschappelijke regeling 1 J.A. Reddingius Brandweer veiligheidsregio Noord- en Oost- Gelderland Aan de colleges van Burgemeesters en Wethouders van de gemeenten in de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Postbus 234 7300 AE Apeldoorn Prins

Nadere informatie

Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente

Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente VERSLAG van : Algemeen bestuur VGGM / Bestuurscommissie Veiligheid en Gezondheid Gehouden op : 15 maart 2017 Plaats : Arnhem, Schelmseweg 93 A Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente C. van der Knaap (voorzitter)

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de raad,

Raadsvoorstel. Aan de raad, Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 765996 De heer H. ter Heegde, burgemeester Zienswijze indienen over de jaarstukken 2017 en de ontwerpbegroting 2019 Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Nadere informatie

AGENDAPUNT NO. 16. AAN DE RAAD

AGENDAPUNT NO. 16. AAN DE RAAD Voorstel tot instemming met wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland.. AGENDAPUNT NO. 16. AAN DE RAAD Samenvatting/Advies De Veiligheidsregio Noord en Oost

Nadere informatie

: Instellen van gemeenschappelijke regeling 'Veiligheidsregio Brabant-Noord"

: Instellen van gemeenschappelijke regeling 'Veiligheidsregio Brabant-Noord RAADSVOORSTEL Onderwerp : Instellen van gemeenschappelijke regeling 'Veiligheidsregio Brabant-Noord" Inleiding Momenteel kent de hulpverleningsdienst Brabant-Noord twee gemeenschappelijke regelingen, namelijk

Nadere informatie

Collegevoorstel 193/2002. Registratienummer 2.51404. Fatale datum raadsbesluit 18 december 2002

Collegevoorstel 193/2002. Registratienummer 2.51404. Fatale datum raadsbesluit 18 december 2002 Collegevoorstel 193/2002 Registratienummer 2.51404 Fatale datum raadsbesluit 18 december 2002 Opgesteld door, telefoonnummer L. Deurloo, 2230 en O. van Dijk, 2452 Programma Openbare gezondheid Portefeuillehouders

Nadere informatie

Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 8 februari 2019

Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 8 februari 2019 Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 8 februari 2019 A Algemeen A.1 Opening en mededelingen A.2 Besluitenlijst (incl. presentielijst) gezamenlijke vergadering Bestuurscommissie

Nadere informatie

Overzicht inkomende en uitgaande stukken

Overzicht inkomende en uitgaande stukken Bijlage A bij agendapunt 04: Inkomende en uitgaande stukken [AB20180219-04] Overzicht inkomende en uitgaande stukken Inkomende stukken Onderwerp BDuR 2016 Afzender Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding

Nadere informatie

6v/ pffis. 0 2cu\AwCpS-~ Veiligheidsberaad. Veiligheidsreqio Zeeland. Verschuivend werkgeverschap brandweer.

6v/ pffis. 0 2cu\AwCpS-~ Veiligheidsberaad. Veiligheidsreqio Zeeland. Verschuivend werkgeverschap brandweer. Veiligheidsberaad Veiligheidsregio Zeeland Aan het bestuur van de veiligheidsregio Postbus 8016 4330 EA MIDDELBURG Veiligheidsreqio Zeeland Organisatieonderdeel 6v/ pffis Ontvangen, 3 jy N 2013 Behandelaar

Nadere informatie

Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente

Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente CONCEPTVERSLAG van : Algemeen bestuur VGGM / Bestuurscommissie Veiligheid en Gezondheid Gehouden op : 11 november 2015 Plaats : Arnhem, Schelmseweg 93 A Aanwezig Gemeente Afwezig Gemeente H. Kaiser A.

Nadere informatie

B&W-nota. gemeente Winterswijk : : 1 /5 datum nota : // ^, zaaknummer. : 10: Maatschappelijke Participatie & Zorg

B&W-nota. gemeente Winterswijk : : 1 /5 datum nota : // ^, zaaknummer. : 10: Maatschappelijke Participatie & Zorg B&W-nota zaaknummer programma werkdoel onderwerp :133467 : 1 /5 datum nota : 05-04-2017 : 10: Maatschappelijke Participatie & Zorg : 1092 / GG D NOG : Vergadering Algemeen Bestuur GGD Noord- en Oost-Gelderland

Nadere informatie

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Fryslân

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Fryslân Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Fryslân gelet op: - artikel 24 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen; - artikel 17 van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio

Nadere informatie

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Ministerie van Veiligheid en Justitie Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Het Veiligheidsberaad t.a.v. de voorzitter mw. G. Faber Postbus 7010 6801 HA ARNHEM Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Wijziging Samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

Wijziging Samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein Raad VOORBLAD Onderwerp Wijziging Samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel Agendering Commissie Bestuurlijk Domein x Gemeenteraad x Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal en

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 11. Portefeuillehouder: de heer Swillens

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 11. Portefeuillehouder: de heer Swillens VOORSTEL VOOR HET AB Datum vergadering: 7 november 2011 Agendapunt: 11 Datum: 17-10-11 Contactpersoon: P. van der Vlist en A.M. Buitink Telefoon: 030 240 4462/ 2404551 E-mail: p.van.der.vlist@vru.nl; a.buitink@vru.nl

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering van : 25 juni 2013 Agendanummer : 16 Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : drs. J.F.N. Cornelisse : Veiligheid, Vergunningen en Handhaving : E. Plomp Voorstel aan

Nadere informatie

Verzoek om medewerking bij opheffing Stichting GMK en wijziging Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden- en West Brabant

Verzoek om medewerking bij opheffing Stichting GMK en wijziging Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden- en West Brabant Aan de Raad Made, 9 oktober 2006 Raadsvergadering: 14 december 2006 Nummer raadsnota: 13 Onderwerp: Verzoek om medewerking bij opheffing Stichting GMK en wijziging Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio

Nadere informatie

AGENDAPUNT /10

AGENDAPUNT /10 AGENDAPUNT 2015.02.16/10 Voorstel voor de vergadering van: het algemeen bestuur Datum vergadering: 16 februari 2015 Onderwerp: Portefeuillehouder: Indiener: Wijziging GR zienswijzeprocedure De heer Van

Nadere informatie

Besluitenlijst AB Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden / Bestuurscommissie veiligheid en gezondheid d.d.

Besluitenlijst AB Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden / Bestuurscommissie veiligheid en gezondheid d.d. Besluitenlijst AB Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden / Bestuurscommissie veiligheid en gezondheid d.d. 16 december 2015 A. De gezamenlijke vergadering stelt het verslag en besluitenlijst

Nadere informatie

Agenda. Openbare vergadering van. Datum en tijdstip 15 september 2015 16:00 uur. Algemeen Bestuur GR Bleizo

Agenda. Openbare vergadering van. Datum en tijdstip 15 september 2015 16:00 uur. Algemeen Bestuur GR Bleizo Agenda Openbare vergadering van Algemeen Bestuur GR Bleizo Datum en tijdstip 15 september 2015 16:00 uur Gemeente Lansingerland - Dhr. A. Abee (voorzitter) - Dhr. J. Heuvelink - Dhr. S.A.F. Fortuyn Gemeente

Nadere informatie

Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007

Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007 Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007 1 Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord, in vergadering d.d. 28 februari 2007 bijeen; overwegende: 1. dat de Veiligheidsregio

Nadere informatie

Zienswijze ontwerp begroting 2018 Veiligheidsregio Brabant Zuidoost.

Zienswijze ontwerp begroting 2018 Veiligheidsregio Brabant Zuidoost. gemeente Eindhoven 17R7206 Raadsnummer Inboeknummer 17bst00423 B&W beslisdatum 04 april 2017 Dossiernummer 17.14.151 Raadsvoorstel Zienswijze ontwerp begroting 2018 Veiligheidsregio Brabant Zuidoost. Inleiding

Nadere informatie

Onderwerp Programmabegroting 2013 en meerjarenraming Veiligheidsregio Gelderland-Zuid

Onderwerp Programmabegroting 2013 en meerjarenraming Veiligheidsregio Gelderland-Zuid Raadsvoorstel Vergadering : 18 december 2012 Voorstelnummer : 12.09 Registratienummer : 12.022881 Portefeuillehouder : Mw. dr. M.W.M. de Vries Afdeling : BBO / Juridische Zaken Bijlage(n) : 2 B&W-datum/nummer

Nadere informatie

Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord

Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord Datum: 25-6-13 Onderwerp Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord Status Besluitvormend Voorstel Het college toestemming te verlenen tot het wijzigen

Nadere informatie

AGENDAPUNT /08

AGENDAPUNT /08 AGENDAPUNT 2014.07.04/08 Voorstel voor de vergadering van: het algemeen bestuur Datum vergadering: 4 juli 2014 Onderwerp: Portefeuillehouder: Indiener: Samenstelling bestuurlijke adviescommissies De heer

Nadere informatie

Bijlagen : 2 Portefeuillehouder: drs. A.E.H. van der Kolk

Bijlagen : 2 Portefeuillehouder: drs. A.E.H. van der Kolk Nota voor : vergadering Algemeen Bestuur Datum : 14 november 2012 Onderwerp : BTW-compensatie en onroerende zaken Agendapunt : 7 Kenmerk : AB/1219 Bijlagen : 2 Portefeuillehouder: drs. A.E.H. van der Kolk

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 3. Inleiding

Raadsvoorstel. 3. Inleiding Raadsvoorstel Agenda nr. 6 Onderwerp: Reactie geven op de onderzoeksvraagstelling en uitwerking daarvan voor de evaluatie van de Metropoolregio Eindhoven Soort: Besluitvormend Opsteller: J. v.d. Kolk Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 9 juni 2017

Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 9 juni 2017 Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 9 juni 2017 A Algemeen A.1 Opening en mededelingen A.2 Verslag (incl. presentielijst) reguliere vergadering BC Veiligheid d.d. 31

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. COMMISSIE ALGEMENE ZAKEN EN CONTROL d.d. 29 augustus 2013 AGENDANUMMER:4

RAADSVOORSTEL. COMMISSIE ALGEMENE ZAKEN EN CONTROL d.d. 29 augustus 2013 AGENDANUMMER:4 RAADSVOORSTEL COMMISSIE ALGEMENE ZAKEN EN CONTROL d.d. 29 augustus 2013 AGENDANUMMER:4 Onderwerp: Bijlage(n): Vergadering de dato: Voorgenomen besluit Regionalisering Brandweerzorg Agendanummer: p.h.:

Nadere informatie

Onderwerp: Wijziging gemeenschappelijke regeling GGD Midden Nederland tot gemeenschappelijke regeling GGD regio Utrecht

Onderwerp: Wijziging gemeenschappelijke regeling GGD Midden Nederland tot gemeenschappelijke regeling GGD regio Utrecht Raadsvergadering d.d. 26 november 2013 Nr. : 9 Aan de raad van de gemeente Lopik. Onderwerp: Wijziging gemeenschappelijke regeling GGD Midden Nederland tot gemeenschappelijke regeling GGD regio Utrecht

Nadere informatie

Voorstel aan de gemeenteraad

Voorstel aan de gemeenteraad Voorstel aan de gemeenteraad Aan de raad van de gemeente gouda dienst Directie (ab0100) Telefoon 0182-588725 gouda 25 april 2012 afdeling Veiligheid en Wijken Raadsnummer 757899 collegenummer 757806 steller

Nadere informatie

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten. BELEIDSPLAN 2011-2015 VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Bijlage 3. Sturing en organisatie De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband

Nadere informatie

Maak kennis met VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSREGIO GELDERLAND-MIDDEN

Maak kennis met VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSREGIO GELDERLAND-MIDDEN Maak kennis met VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSREGIO GELDERLAND-MIDDEN www.vggm.nl MAAK KENNIS MET VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSREGIO GELDERLAND-MIDDEN Wie denkt aan publieke gezondheid denkt aan de GGD en de

Nadere informatie

Naam portefeuillehouder: Naam behandelend ambtenaar: Telefoon behandelend ambtenaar: behandelend ambtenaar:

Naam portefeuillehouder: Naam behandelend ambtenaar: Telefoon behandelend ambtenaar:  behandelend ambtenaar: gemeente Raadsvoorstel Voorstel no: Agendapunt: 140717/13 13 Vergaderdatum 17 juli 2014 Registratie nr Z64103.RD14-00791 Naam portefeuillehouder: Naam behandelend Telefoon behandelend E-mail behandelend

Nadere informatie

AGENDAPUNT /03

AGENDAPUNT /03 AGENDAPUNT 2013.12.13/03 Voorstel voor de vergadering van: het algemeen bestuur Datum vergadering: 13 december 2013 Onderwerp: Portefeuillehouder: Steller: Ingekomen en uitgaande stukken De heer Wolfsen

Nadere informatie

Veiligheids beraad. Aan de voorzitter van de RDVR De heer N. van Mourik. Geachte heer Van Mourik,

Veiligheids beraad. Aan de voorzitter van de RDVR De heer N. van Mourik. Geachte heer Van Mourik, V-.C 1oô Veiligheids beraad veiligheidsberaad Postbus 7010 6801 HA Arnhem Kemperbergerweg 783, Arnhem www.veiligheidsberaad.nl info @veiligheidsberaadni 026 355 24 99 GGD-GHOR Nederland Aan de voorzitter

Nadere informatie

Historie en politiek-bestuurlijke context. Aan de Gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de Raad,

Historie en politiek-bestuurlijke context. Aan de Gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de Raad, Ingekomen stuk D12 (PA 18 januari 2012) Aan de Gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105 6500

Nadere informatie

Presentatie VGGM. Politieke maandag Wageningen 10 oktober Albert-Jan van Maren Masja Kruse

Presentatie VGGM. Politieke maandag Wageningen 10 oktober Albert-Jan van Maren Masja Kruse Presentatie VGGM Politieke maandag Wageningen 10 oktober 2016 Albert-Jan van Maren Masja Kruse 1 Brandweer Gelderland- Midden Brandweer Wageningen per 1-1-2014 geregionaliseerd: onderdeel van Brandweer

Nadere informatie

De nieuwe Brandweer Hollands Midden

De nieuwe Brandweer Hollands Midden De nieuwe Brandweer Hollands Midden Bijeenkomst gemeentebesturen (Leiden, 8 oktober 2010) Henk Meijer Regionaal Commandant Korte terugblik Discussie over regionalisering brandweer ruim 5 jaar geleden gestart

Nadere informatie

Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 28 mei 2013 Corr. nr.:

Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 28 mei 2013 Corr. nr.: Preadvies Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 28 mei 2013 Corr. nr.: 2013.08474 Onderwerp : Voorstel inzake jaarstukken 2012 en begroting 2014 Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Nadere informatie

Raadsvergadering van 9 juni 2011 Agendanummer: 7.2

Raadsvergadering van 9 juni 2011 Agendanummer: 7.2 RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 285516 Raadsvergadering van 9 juni 2011 Agendanummer: 7.2 Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant in verband met

Nadere informatie

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL GEMEENTERAAD MENAMERADIEL Menaldum : 16 mei 2013 Portefeuillehouder : T. van Mourik Punt : 8 Behandelend ambtenaar : G.J. de Haan en B. Roorda Doorkiesnummer : (0518) 45 29 10 Onderwerp : Wijziging gemeenschappelijke

Nadere informatie

COLLEGEBERICHT AAN DE RAAD Van : Burgemeester en Wethouders Reg. nr. : 4533853 Aan : Gemeenteraad Datum : 06-11-2013 Portefeuillehouder : B.J. Lubbinge, van Eijk, v. Muilekom ONDERWERP Planning programma

Nadere informatie

VERSLAG RUD UTRECHT 2.0

VERSLAG RUD UTRECHT 2.0 VERSLAG vergadering Constituerende vergadering Algemeen Bestuur RUD Utrecht 2.0 vergaderdatum 8 januari 2014 Aanwezig : J. Baerends (gemeente Baarn), mw. A.J.M. van Beek (gemeente Leusden), C. van Eijk

Nadere informatie

Overzicht inkomende en uitgaande stukken

Overzicht inkomende en uitgaande stukken Bijlage A bij agendapunt 04: Inkomende en uitgaande stukken [AB20170213-04] Overzicht inkomende en uitgaande stukken Inkomende stukken Onderwerp Uw brief met kenmerk 17.0000425 (Foto s damesteam) Afzender

Nadere informatie

MEMO WGR. 1. Inleiding

MEMO WGR. 1. Inleiding MEMO WGR Aan : de heer E. Lionarons Van : Bart van Meer en Jasper Molenaar Inzake : Voorstel herziening Samenwerkingsregeling Regio Achterhoek 24e herziening Datum : 12 maart 2018 1. Inleiding 1.1. De

Nadere informatie

ALGEMEEN BESTUUR. Datum 19 december 2012. www.vggm.nl

ALGEMEEN BESTUUR. Datum 19 december 2012. www.vggm.nl ALGEMEEN BESTUUR Datum 19 december 2012 www.vggm.nl AGENDA Overleg : Algemeen bestuur Datum : 19 december 2012 Tijd : 9.30 uur - circa 11.00 uur Plaats : LET OP: Openluchtmuseum (Kasteelboerderij) AGENDAPUNTEN:

Nadere informatie

Veiligheidsbureau VRHM, Peter Kessels Voorstel t.b.v. Algemeen Bestuur Datum: 30 juni Informatief H. Meijer (VD) - Datum: -

Veiligheidsbureau VRHM, Peter Kessels Voorstel t.b.v. Algemeen Bestuur Datum: 30 juni Informatief H. Meijer (VD) - Datum: - 6. 1. Samenvatting voorstel Op 27 mei jl. heeft het Veiligheidsberaad vergaderd. Op basis van de agenda en definitieve besluitenlijst vindt een terugkoppeling plaats. 2. Algemeen Onderwerp: Vergadering

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar A. Venema, (t.a.v. AA. Venema)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar A. Venema, (t.a.v. AA. Venema) Vergadering: Agendanummer: 9 Status: Opiniërend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar A. Venema, 0595 447724 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. AA. Venema) Aan de gemeenteraad, Onderwerp:

Nadere informatie

Onderwerp: 1e begrotingswijziging 2019, begroting 2020 en jaarverslag 2018 Veiligheidsregio Rotterdam- Rijnmond (VRR)

Onderwerp: 1e begrotingswijziging 2019, begroting 2020 en jaarverslag 2018 Veiligheidsregio Rotterdam- Rijnmond (VRR) Sector/stafafdeling: Portefeuillehouder: BZM/BOA Burgemeester Ter behandeling in de vergadering van: de commissie BZM d.d. 14 mei de Raad d.d. 28 mei 2018 Onderwerp: 1e begrotingswijziging 2019, begroting

Nadere informatie

Raadsvoorstel. H.P. Mittendorff 28 november oktober De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Raadsvoorstel. H.P. Mittendorff 28 november oktober De raad wordt voorgesteld te besluiten: Portefeuillehouder Datum raadsvergadering H.P. Mittendorff 28 november 2013 Datum voorstel 15 oktober 2013 Agendapunt Onderwerp Organisatie gemeenschappelijke gezondheidsdienst De raad wordt voorgesteld

Nadere informatie

BTW compensatiefonds in relatie tot overdracht onroerend goed

BTW compensatiefonds in relatie tot overdracht onroerend goed Voorstel Algemeen Bestuur VRU VRU Agendapunt: 5 Portefeuillehouders: Lamers en Swillens vergadering: 13 september 2010 Akkoord secretaris: Directie Bedrijfsvoering Inlichtingen Bovenkamp, J. van de 030-240

Nadere informatie

Verbindende schakel in rampenbestrijding

Verbindende schakel in rampenbestrijding Verbindende schakel in rampenbestrijding en crisisbeheersing 2 Veiligheidsberaad De voorzitters van de 25 veiligheidsregio s vormen samen het Veiligheidsberaad. Dit landelijke overleg is opgericht in februari

Nadere informatie

Onderwerp: Jaarrekening 2006 en begroting 2008 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Nummer:

Onderwerp: Jaarrekening 2006 en begroting 2008 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Nummer: Gemeente Boxmeer Onderwerp: Jaarrekening 2006 en begroting 2008 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer Boxmeer, 29 mei 2007 Aanleiding Ter uitvoering van het

Nadere informatie

Voorgesteld wordt de volgende uitgangspunten voor de begroting 2014 te hanteren:

Voorgesteld wordt de volgende uitgangspunten voor de begroting 2014 te hanteren: Nota voor : vergadering Algemeen Bestuur Datum : 19 december 2012 Onderwerp : Uitgangspunten begroting 2014 en planning besluitvorming Agendapunt : 5 Kenmerk : AB/1224 Bijlage: Planning en controlcyclus

Nadere informatie

Agenda commissie. Aan de leden van de commissie Algemene Bestuurlijke Aangelegenheden van de gemeente S t r i j e n. Geachte commissieleden,

Agenda commissie. Aan de leden van de commissie Algemene Bestuurlijke Aangelegenheden van de gemeente S t r i j e n. Geachte commissieleden, Agenda commissie Aan de leden van de commissie Algemene Bestuurlijke Aangelegenheden van de gemeente S t r i j e n Kenmerk : MB/ Onderwerp : Agenda vergadering Strijen, 26 augustus 2010 Geachte commissieleden,

Nadere informatie

gemeente Eindhoven RaadsvoorstelVaststellen Verordening raadscommissie herbenoeming burgemeester

gemeente Eindhoven RaadsvoorstelVaststellen Verordening raadscommissie herbenoeming burgemeester gemeente Eindhoven Raadsnummer 13R5322 Inboeknummer Dossiernummer RaadsvoorstelVaststellen Verordening raadscommissie herbenoeming burgemeester Inleiding Op 7 april 2008 is de heer Van Gijzel benoemd als

Nadere informatie

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,. Artikel PM1 A.4 Bijlage 4 De Wet veiligheidsregio s wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel door een puntkomma, toegevoegd korpschef:

Nadere informatie

AGENDAPUNT /14

AGENDAPUNT /14 AGENDAPUNT 2015.02.16/14 Voorstel voor de vergadering van: het dagelijks bestuur Datum vergadering: 16 februari 2015 Onderwerp: Portefeuillehouder: Indiener: Herzien voorstel Tijdelijke adviescommissie

Nadere informatie

ALGEMEEN BESTUUR. Datum 31 oktober 2012. www.vggm.nl

ALGEMEEN BESTUUR. Datum 31 oktober 2012. www.vggm.nl ALGEMEEN BESTUUR Datum 31 oktober 2012 www.vggm.nl AGENDA Overleg : Algemeen bestuur Datum : 31 oktober 2012 Tijd : 9.30 uur - circa 11.00 uur Plaats : Schelmseweg 93A, Arnhem AGENDAPUNTEN: 1. Opening

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Regeling Veiligheid & Gezondheidsregio Groningen (voorheen H&OG)

Gemeenschappelijke Regeling Veiligheid & Gezondheidsregio Groningen (voorheen H&OG) Gemeenschappelijke Regeling Veiligheid & Gezondheidsregio Groningen (voorheen H&OG) Onderwerp: Toelichting op Beleidsbegroting 2012 Bijlage: V&GR Beleidsbegroting 2012 Datum: 26 mei 2011 Hierna treft u

Nadere informatie

*ZEA006D8E93* Raadsvergadering d.d. 30 juni 2015

*ZEA006D8E93* Raadsvergadering d.d. 30 juni 2015 *ZEA006D8E93* Raadsvergadering d.d. 30 juni 2015 Agendanr. 13. Aan de Raad No.ZA.15-33292/DV.15-498, afdeling Samenleving. Sellingen, 18 juni 2015 Onderwerp: Jaarverslag en jaarrekening 2014, Actualisatie

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.19.0701 *B.19.0701* Landgraaf, 8 april 2019 ONDERWERP: Begroting 2020 Veiligheidsregio Zuid-Limburg PROGRAMMA 2. Veiligheid

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt 15

Raadsvoorstel agendapunt 15 Raadsvoorstel agendapunt 15 Vergadering d.d. 24 mei 2016 Datum B&W 17 mei 2016 Portefeuillehouder Drs. H. Nuijten Document-nr 016-025 Opsteller Mr. M. Olthuis Financiele stukken Veiligheidsregio Brabant-

Nadere informatie

Bijlage 4 Begroting 2016 Veiligheidsregio Noord-Holland Noord

Bijlage 4 Begroting 2016 Veiligheidsregio Noord-Holland Noord Bijlage 4 Begroting 2016 Veiligheidsregio Noord-Holland Noord Op grond van artikel 25 van de gemeenschappelijke regeling legt het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord elk begrotingsjaar

Nadere informatie

o~~çëîççêëíéä= jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 15 07/304

o~~çëîççêëíéä= jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 15 07/304 o~~çëîççêëíéä= låçéêïéêéw= Beslisdocument 2007 vorming Veiligheidsregio Drenthe Portefeuillehouder: H.G. Jumelet Concernstaf Concernstaf J. Habing, telefoon ((0591)68 55 57) = ^~å=çé=öéãééåíéê~~ç= sççêöéëíéäç=äéëäìáí=

Nadere informatie

Vastgestelde Besluitenlijst vergadering Dagelijks Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord, d.d. 27 maart 2013.

Vastgestelde Besluitenlijst vergadering Dagelijks Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord, d.d. 27 maart 2013. AGP 2a d 1 Vastgestelde Besluitenlijst vergadering Dagelijks Bestuur d.d. 27 maart 2013. Aanwezig: mr. dr. A.G.J.M. Rombouts, mw. drs. W.J.L. Buijs-Glaudemans (voorzitter), drs. J. Hamming, drs. H.A.G.

Nadere informatie

O 6 JUNI gemeente Neder-Betuwe Z/18/055694/UIT/18/ t. a.v. het Algemeen Bestuur Groenewoudseweg TV NIJMEGEN

O 6 JUNI gemeente Neder-Betuwe Z/18/055694/UIT/18/ t. a.v. het Algemeen Bestuur Groenewoudseweg TV NIJMEGEN gemeente Neder-Betuwe Bezoekadres: GGD Gelderiand-Zuid t. a.v. het Algemeen Bestuur Groenewoudseweg 275 6524 TV NIJMEGEN Burgemeester Lodderstraat 20, Oplieusden Postadres: Postbus 20, 4043 ZG Opheusden

Nadere informatie

1. Samenvatting voorstel Op 8 juni 2018 vonden de vergaderingen van het Veiligheidsberaad en het Algemeen Bestuur IFV plaats.

1. Samenvatting voorstel Op 8 juni 2018 vonden de vergaderingen van het Veiligheidsberaad en het Algemeen Bestuur IFV plaats. 6. 1. Samenvatting voorstel Op 8 juni 2018 vonden de vergaderingen van het Veiligheidsberaad en het Algemeen Bestuur IFV plaats. 2. Algemeen : Vergadering Veiligheidsberaad 8 juni 2018 Opgesteld door:

Nadere informatie

Aan de Raad. Jaarlijkse stukken 2013, 2014 en 2015 Veiligheidsregio Fryslân

Aan de Raad. Jaarlijkse stukken 2013, 2014 en 2015 Veiligheidsregio Fryslân Aan de Raad Agendapunt: 6 Onderwerp: Jaarlijkse stukken 2013, 2014 en 2015 Veiligheidsregio Fryslân Kenmerk: Status: BV/JS Besluitvormend Kollum, 10 juni 2014 Samenvatting De Veiligheidsregio Fryslân (hierna

Nadere informatie

Laat het ons weten! Als u niet tevreden bent over onze dienstverlening, laat het ons dan weten. Hoe u dat doet, leest u in deze brochure.

Laat het ons weten! Als u niet tevreden bent over onze dienstverlening, laat het ons dan weten. Hoe u dat doet, leest u in deze brochure. MA DI WO DO VR ZA ZO 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 JAN FEB MRT APR MEI JUN JUL AUG SEPT OKT NOV DEC KLACHTEN? Laat het ons weten! Als u niet tevreden bent over onze dienstverlening,

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 14 januari Agendapunt: 13. Portefeuillehouders: De heer Wolfsen/mevrouw Westerlaken

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 14 januari Agendapunt: 13. Portefeuillehouders: De heer Wolfsen/mevrouw Westerlaken VOORSTEL VOOR HET AB Datum vergadering: 14 januari 2013 Agendapunt: 13 Datum: 20 december 2012 Contactpersoon: Adriaan Buitink Telefoon: 06-21206470 E-mail: a.buitink@vru.nl Portefeuillehouders: De heer

Nadere informatie

Bestuursreglement IFV

Bestuursreglement IFV Bestuursreglement IFV Vastgesteld 26 maart 2018 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: Wet: IFV: Bestuur: AB: DB: Managementraden: Directie: Concerncontroller:

Nadere informatie

Rapport Fatale Woningbranden 2011 en Rapport Fatale woningbranden 2003 en 2008 t/m 2011: een vergelijking 1

Rapport Fatale Woningbranden 2011 en Rapport Fatale woningbranden 2003 en 2008 t/m 2011: een vergelijking 1 29517 Veiligheidsregio s 30821 Nationale Veiligheid Nr. 62 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 5 juli 2012 Met deze brief

Nadere informatie

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland

Nadere informatie

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden ü Aanleiding MOED ü Algemene informatie brandweer in de veiligheidsregio ü Inhoud MOED ü Samenvatting uitspraken algemeen bestuur 1. Aanleiding MOED De wereld

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp: Jaarrekening 2007 en begroting 2009 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. 1) Status

Raadsvoorstel. Onderwerp: Jaarrekening 2007 en begroting 2009 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. 1) Status Raadsvoorstel Agendanr. : Onderwerp: Jaarrekening 2007 en begroting 2009 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord Reg.nr. : B&W verg.. : Cie_verg. : Raadsverg.. : 1) Status Ter uitvoering van het bepaalde

Nadere informatie

Voorzitter Secretaris Lid Lid Lid Lid Wethouder Accountant Financiën Hoofd Financiën Rekenkamercommissie

Voorzitter Secretaris Lid Lid Lid Lid Wethouder Accountant Financiën Hoofd Financiën Rekenkamercommissie Raadsnummer 2014-432 Nieuwegein Auditcom missie Vergaderdatum Maandag 27 oktober 2014 Begin- en eindtijd 18.30-20.00 uur Aantal bijlagen verslag Voorzitter G. Bamberg Notulist Y. Mes Aanwezi Afwezig (m.k.)

Nadere informatie

Vooraf. Artikel 1 Vergaderingen en vergaderorde HUISHOUDELIJK REGLEMENT. Brede Sociaal Maatschappelijke Raad gemeente Doesburg

Vooraf. Artikel 1 Vergaderingen en vergaderorde HUISHOUDELIJK REGLEMENT. Brede Sociaal Maatschappelijke Raad gemeente Doesburg HUISHOUDELIJK REGLEMENT Brede Sociaal Maatschappelijke Raad gemeente Doesburg Vooraf De Brede Sociaal Maatschappelijke Raad (BSMR) van de gemeente Doesburg adviseert het College van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

1 De plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is gepland op 12 maart Artikel 1.2 Wet Gemeenschappelijke Regelingen

1 De plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is gepland op 12 maart Artikel 1.2 Wet Gemeenschappelijke Regelingen Inleiding De afgelopen periode is binnen de Regio Zuid-Holland Zuid (ZHZ) een aantal veranderingen in gang gezet. De veranderingen hebben een verschillende achtergrond en inhoud, maar vergen vrijwel allemaal

Nadere informatie

Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 24 mei 2011 Corr. nr.:

Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 24 mei 2011 Corr. nr.: Preadvies Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 24 mei 2011 Corr. nr.: 2011.06434 Onderwerp : Voorstel tot instemming met de begroting 2012 van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Nadere informatie

Datum 28 november 2012 Onderwerp Handreiking registratie afwijkingen en motivatie

Datum 28 november 2012 Onderwerp Handreiking registratie afwijkingen en motivatie 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Directie Weerbaarheidsverhoging NCTv Schedeldoekshaven 200 2511 EZ Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.nctv.nl Contactpersoon D.C. Landa T 070 426

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 31 oktober Geachte raad, Agendapunt: 19. Nummer: Behandeld door: J. van Dijk Datum:

Raadsvoorstel. 31 oktober Geachte raad, Agendapunt: 19. Nummer: Behandeld door: J. van Dijk Datum: Raadsvoorstel Nummer: 169781 Behandeld door: J. van Dijk Datum: 31 oktober 2017 Agendapunt: 19 Onderwerp: Uittreden gemeente Utrechtse Heuvelrug uit gemeenschappelijke regeling IW4 Geachte raad, Samenvatting:

Nadere informatie

Besluitenlijst van de vergadering van het college van Burgemeester en Wethouders

Besluitenlijst van de vergadering van het college van Burgemeester en Wethouders Besluitenlijst van de vergadering van het college van Burgemeester en Wethouders Nummer 9 Locatie Gemeentehuis Den Burg Datum 28 februari 2017 Aanwezig De heer M.C. Uitdehaag (voorzitter) De heer R. van

Nadere informatie