Innovatietraject MEEDOEN in Leiden NOORD

Transcriptie

1 Innovatietraject MEEDOEN in Leiden NOORD Plan van aanpak Wijkgerichte inburgering Hoofdstuk 1 Inleiding Deltaplan inburgering Gemeente Leiden en Deltaplan inburgering Visie op wijkaanpak Prioritaire doelgroepen... 3 Hoofdstuk 2 keuze van de wijk Aantallen inburgeraars Wijkontwikkelingsplan Leiden Noord Partners in de wijk in de Brede School Voorlopige analyse van spanningen/kansen wijkaanpak en inburgering... 6 Hoofdstuk 3: Van knelpunt naar resultaat Knelpunten Visie op aanpak Doelstellingen Acties Resultaten kwalitatief Resultaten kwantitatief Concrete producten Hoofdstuk 4 Plan van aanpak, concrete uitwerking Werving vanuit BPI en werving inburgeringsbehoeftigen Toeleiding Inburgeringstrajecten Uitstroom Hoofdstuk 5 Organisatie Positionering Inburgering Positionering Wijkgerichte Inburgering Projectorganisatie Communicatie Verslaglegging Hoofdstuk 6 Tijds- en financiële planning Tijdsplanning Begroting op jaarbasis Marieke Ouwerkerk Beleidsmedewerker team Stadsleven Afdeling Realisatie Gemeente Leiden plan van aanpak wijkgerichte inburgering 17 okt

2 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Deltaplan inburgering In september 2007 heeft het Kabinet Balkenende IV het Deltaplan Inburgering gelanceerd. Het Deltaplan formuleert de ambities van dit kabinet om de inburgeringsregelgeving beter uitvoerbaar te maken en de inburgering kwalitatief te verbeteren. Participatie staat daarbij centraal. Door wetswijzigingen en innovatietrajecten moet de inburgering een kwalitatieve impuls krijgen. Als hier de eerste resultaten bereikt zijn volgt een volumeverhoging. In de loop van 2008 zijn verschillende innovatietrajecten gestart. Leiden is ingeloot voor het innovatietraject Wijkgerichte inburgering. Met dit innovatietraject wil het rijk de mogelijkheden verkennen voor het bereiken van specifieke doelgroepen en voor participatie. Het gaat hier vooral om doelgroepen die relatief geïsoleerd van de samenleving leven. Om de kwalitatieve en kwantitatieve doelen te bereiken is het nodig om ook deze groepen te werven en toe te leiden naar inburgering. De verwachting is dat een wijkgerichte benadering kan bijdragen aan beter bereik van de doelgroep. Door werkwijzen uit te proberen en te ontwikkelen hoopt het rijk hier ervaring op te doen die naar andere gemeenten uitgezet kunnen worden. Er nemen 8 gemeenten deel aan dit innovatietraject. 4 daarvan hebben een krachtwijk, 4 daarvan niet. Het gaat om Alkmaar, Almelo, Leeuwarden, Leiden, Roermond, Schiedam, Utrecht, Zoetermeer. Het voorbereidingstraject is gestart in mei 2008, de plannen voor de projecten moeten in oktober 2008 klaar zijn. De uitvoeringsfase loopt vervolgens tot en met Leiden doet graag mee aan dit innovatietraject omdat zij gelooft dat een wijkgerichte aanpak de sleutel tot participatie kan zijn voor die doelgroepen die niet of nauwelijks deelnemen aan de samenleving. Op allerlei gebieden is een integralere aanpak mogelijk voor inburgeraars. De kleinschaligheid van de wijk biedt kansen om te experimenteren met ideeën en wensen die de gemeente heeft op gebied van samenwerking met organisaties en het koppelen van beleidsterreinen. 1.2 Gemeente Leiden en Deltaplan inburgering Volwaardig participeren in de samenleving staat in het Leidse beleid centraal. Voor veel allochtonen is dat niet eenvoudig. De Leidse allochtonen -zo staat in de nota Leiden in kleur: visie op integratie van scoren qua opleidingsniveau en arbeidsparticipatie de Leidse allochtonen beter dan in andere grote steden. Toch is er sprake van achterstand op de arbeidsmarkt, spreken veel allochtonen de Nederlandse taal onvoldoende, kunnen ze de weg binnen de sociale infrastructuur niet vinden en zijn er aanwijzingen voor discriminatie. En de contacten tussen de autochtone en allochtone inwoners zijn minimaal. Die constatering vraagt om een samenhangend inburgeringsbeleid. Een beleid waarbij het leren van de taal zoveel mogelijk wordt geplaatst in een relevante context, waardoor niet alleen de kans op het succesvol aanleren hiervan vergroot wordt, maar ook die op duurzaam participeren. Een visie die aansluit bij de beleidsopvattingen uit het Deltaplan Inburgering, waarin de kwaliteitsverbetering moet leiden tot Verbeteringen in de inburgeringsprogramma s (waaronder meer maatwerk en versterking van de verbinding tussen inburgering en participatie) Vereenvoudiging in de regelgeving Versterking van de uitvoering. plan van aanpak wijkgerichte inburgering 17 okt

3 Leiden heeft deze visie in de Inburgeringsagenda vastgelegd (oktober 2008). In de Leidse Inburgeringsagenda wordt participatie centraal gesteld. Dit participatiedoel concreet maken betekent innovatie, verbreding en verbetering van de activiteiten op het gebied van inburgering. De innovatie ligt vooral in de uitvoering van de pilot Wijkgerichte inburgering, waarbij we (om te beginnen in Leiden Noord) meer inburgeraars 1 willen bereiken en betrekken, door aan te sluiten bij de mogelijkheden die de wijk zelf biedt. De ervaring die met dit innovatieproject wordt opgedaan benutten we zodra mogelijk ook in andere wijken. Het ministerie van VROM faciliteert dit innovatietraject. 1.3 Visie op wijkaanpak In de Inburgeringsagenda is duurzame participatie van de inburgeraars het overkoepelende begrip. Dat vraagt om een aanpak waarin maatwerk voor de individuele inburgeraar voorop staat. Niet zozeer het centraal stellen van het leren van de taal, maar het vanuit het perspectief van de inburgeraar kiezen voor participatie vraagt om meer differentiatie en flexibiliteit. En dat geldt voor de inburgeraar, de gemeente, de taalaanbieders, maar ook voor de sociale infrastructuur in de wijk. Door op wijkniveau te investeren in het bereiken van potentiële inburgeraars en de inburgering te verbinden met wonen, werk, onderwijs, zorg, welzijn en leefbaarheid ín de wijk moet de participatiedoelstelling worden gerealiseerd. 1.4 Prioritaire doelgroepen De gemeente Leiden heeft bij de invoering van de Wet inburgering in 2007 de uitkeringsgerechtigden, de mensen zonder werk en zonder uitkering, vluchtelingen en geestelijk bedienaren tot prioritaire doelgroepen benoemd. Met de doelgroep zonder werk en uitkering wilde de gemeente vooral vrouwen met kinderen en een werkende echtgenoot bereiken. Naar aanleiding van het Deltaplan inburgering en de uitbreiding van de gemeentelijke doelgroepen is daaraan toegevoegd dat alle zelfmelders in principe een aanbod krijgen en de nieuwkomers ook automatisch opgeroepen worden en een aanbod krijgen. In de praktijk betekent dit dat iedereen die onder de regelgeving valt, een traject via de gemeente kan volgen. Ouders, en met name moeders, met jonge kinderen zijn voor de gemeente een belangrijke doelgroep. Dit is echter ook de doelgroep die tot nu toe moeilijk bereikbaar blijkt, zeker als het om niet-uitkeringsgerechtigden gaat. Er is in Leiden nog geen actieve wervingsstrategie in gang gezet. Waar de gemeente deze doelgroep tegen komt, pakt zij ze op. Met de pilot wijkgerichte inburgering gaat de gemeente met de werving aan de slag. 1 inburgeraars kunnen inburgeringsplichtig of inburgeringsbehoeftig zijn. plan van aanpak wijkgerichte inburgering 17 okt

4 Hoofdstuk 2 keuze van de wijk 2.1 Aantallen inburgeraars Leiden Noord is gekozen vanwege het feit dat Leiden Noord, inclusief Slaaghwijk, het hoogst scoort in het BPI 2. Ook het aantal genaturaliseerde Nederlanders en het aantal EU burgers is in Noord het hoogst, waardoor er vanuit gegaan wordt dat de meeste vrijwillige inburgeraars in Noord te vinden zijn. Leiden Noord en Slaaghwijk zijn in de opbouw van dit project uit elkaar gehaald, omdat aansluiting is gezocht met de Brede School in Leiden Noord (zie 2.3.). Zie ook bijlage 2 voor een uitgebreidere bestandsanalyse. Wijk BPI Genaturaliseerden EU burgers Leiden Noord Merenwijkdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Overig Totaal Wijkontwikkelingsplan Leiden Noord Een inhoudelijke reden om voor Noord te kiezen is het Wijkontwikkelingsplan (WOP) Leiden Noord. De fysieke kant van het WOP maakt dat de wijk ingrijpend verandert. In 2007 is een kadernota 3 Sociaal programma opgesteld om de samenhang tussen fysiek en sociaal programma tot stand te brengen. Op basis van dit kaderprogramma kunnen partners, bewoners en uitvoeringsorganisaties projecten starten. De wijkgerichte inburgering past goed binnen de sociaal economische doelstellingen van het WOP. Sociaal economisch omdat inburgering voor bepaalde doelgroepen een noodzakelijke stap is om te stijgen op de sociaal economische ladder. Inburgering kan een bijdrage leveren aan de scholing van mensen, kan ouders helpen hun kinderen te ondersteunen bij het volgen van onderwijs, kan een onderdeel zijn van een traject richting betaald werk. Sociaal maatschappelijk kan inburgering een bijdrage leveren doordat inburgeraars actief in de wijk worden en hopelijk ook blijven. Dit bevordert de samenhang, de contacten in de buurt en wijk en kan een impuls geven aan bijvoorbeeld het vrijwilligerswerk in de wijk. Het project wijkgerichte inburgering past binnen de volgende doelen en subdoelen van WOP Noord: Doelstelling 1: versterken van de sociaal economische positie van de wijk Om te voorkomen dat de segregatie zich verder ontwikkelt moet de sociaal economische positie van bewoners versterkt worden. Onder dit kader zijn subdoelen benoemd. Subdoel stijging, kader onderwijs: ondersteun scholen als bron van educatie voor ouders en kinderen. 2 BPI: Bestand Potentieel Inburgeringsplichtigen. Dit is een bestand van de Informatie Beheer Groep waarin gegevens over oudkomers met verblijfsvergunning uit de gemeentelijke basisadministratie en informatie over diploma s zijn verwerkt. Van de personen op de lijst is niet vastgesteld dat ze niet inburgeringsplichtig zijn. De gemeente kan vaststellen of mensen op deze lijst inderdaad inburgeringsplichtig zijn. 3 De Kadernota Sociaal programma Leiden Noord is op 18 december 2007 vastgesteld voor de inspraak. De definitieve vaststelling en aansluitende uitvoeringsprogramma s worden in het najaar van 2008 verwacht. plan van aanpak wijkgerichte inburgering 17 okt

5 Subdoel stijging, kader economie: aanpakken opvoed- en gezinsproblematiek verkleinen van afstand tot de arbeidsmarkt streven naar combinatie van werk en opleiding verminderen werkloosheid Doelstelling 2: vergroting van de sociale samenhang en het wederzijds respect Subdoel stijging, kader vrije tijd leg het accent bij voorzieningen niet op achterstandsbestrijding maar op brede groep bewoners met ambities 2.3 Partners in de wijk in de Brede School Een belangrijke reden om te kiezen voor de wijk Leiden Noord is het feit dat daar al langere tijd een Brede school in ontwikkeling is. Uitgaande van de specifieke doelgroep ouders van minderjarige kinderen, is dit een samenwerkingsverband dat de succesfactor van de wijkgerichte inburgering enorm kan vergroten. Interessant hierbij is dat het thema integratie belangrijk is voor de Brede school, en dat de meeste partners hebben aangegeven de taalachterstand van ouders op verschillende manieren zorgwekkend te vinden. Inburgering kan een rol spelen bij sociaaleconomische achterstanden, bij onderwijsachterstanden, bij opvoedingsproblemen en bij preventief gezondheid. Thema s waar de partners in de Brede School mee te maken hebben. Allen staan voor een meer integrale aanpak van problemen. Inburgering kan daar een bijdrage aan leveren. Partners in de Brede school zijn: 1. 4 basisscholen: Viersprong, Dolfijn, Singel en Springplank 2. Stichting Jeugd en Samenleving (JES), o.a. coördinatie gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid 3. ROC Leiden (volwasseneneducatie en inburgeringstrajecten) 4. GGD/HARA (Vrouwengezondheidscentrum) 5. GGD/jeugdgezondheidszorg 4-12 jarigen 6. Activite (consultatiebureau) 0-4 jarigen 7. Kwadraad, (school) maatschappelijk werk 8. Libertas (welzijnsinstelling) 9. SPL, Stichting peuterspeelzalen Leiden 10. Pinokkio Speel-o-theek 11. BplusC, bibliotheek Leiden Noord Andere belangrijke spelers in de wijk Naast de partners die in de Brede School samenwerken, zijn er nog tal van anderen (vrijwilligers)organisaties in Leiden Noord. Vooral de organisaties die gericht zijn op allochtonen (bijvoorbeeld moskee en zelforganisaties) worden betrokken bij het project waar het gaat om werving. Dit gebeurt nadat de toeleidingsprogramma s zijn ontwikkeld. Gesprekken en voorlichting bij andere organisaties moeten snel tot actie kunnen leiden. Daarom wordt dit pas gestart als diverse onderdelen van het project uitgewerkt zijn. Voor de ontwikkeling van het toeleidingstraject kijken we wel naar mogelijkheden voor een inhoudelijke bijdrage door zelforganisaties. Slaaghwijk In Slaaghwijk is in september 2008 een convenant gesloten met basisschool SPL, Openbare basisschool de Merenwijk, Libertas, Stedelijk Gymnasium, Jes, Gezinscentrum en Woningcorporatie Portaal. Het gaat weliswaar om een andere Brede school maar de overlap met partners is groot. Daarom wordt zo snel mogelijk aansluiting gezocht met de Wijkgerichte inburgering. plan van aanpak wijkgerichte inburgering 17 okt

6 2.4 Voorlopige analyse van spanningen/kansen wijkaanpak en inburgering Allochtoon en autochtoon Leiden Noord is een wijk waar de verhouding tussen autochtoon en allochtoon niet altijd even goed is. Bevolkingsgroepen leven langs elkaar heen. Diverse organisaties in de wijk geven aan dat het moeilijk is om autochtonen te betrekken bij projecten rond integratie. De wijk is verdeeld in diverse buurten die er fysiek en sociaal anders uit zien. In WOP Noord is leefbaarheid een belangrijk thema, waarbij ook gezocht wordt naar kansen om tussen bevolkingsgroepen en de verschillende buurten verbindingen te maken. De komst van nieuwe woonwijken is zo n kans. Menselijke maat De aanpak rond de werving is gecompliceerd. Alle samenwerkingspartners in de Brede school hebben aangegeven dat zij graag meedoen en allen staan een menselijke maat voor. Daarmee wordt vooral bedoeld dat signalen sowieso moeten worden opgepakt, ook als ze niet binnen de doelstellingen van dit project vallen. De bedoeling is om mensen niet los te laten totdat ze warm zijn overgedragen aan een organisatie of persoon die de juiste middelen heeft om iemand verder te helpen. Dat vraagt van betrokken organisaties én van de gemeente een andere manier van werken. Interne organisatie De unit die verantwoordelijk is voor de inburgering moet op een andere manier gaan werken binnen dit project. Participatie in bredere zin is in het project het leidend thema, de prestatieafspraken moeten niet de kwalitatieve doelen in de weg gaan staan. We kijken op een andere manier naar (potentiële) inburgeraars. Als iemand geen inburgeringsklant blijkt te zijn, kijken we toch nog verder naar andere vormen van participatie en educatie. De samenwerking met partners in de wijk en het vertrouwen van inburgeraars hangt samen met een zorgvuldige begeleiding vanaf het moment dat iemand aangemeld wordt. De unit krijgt daarom de ruimte om mensen die zij spreken goed te begeleiden naar welke vorm van participatie dan ook. Naast de reguliere werkzaamheden, die voor een deel verplaatst worden naar de wijk, worden dus casemanagers ingezet die zonder caseload in de wijk kunnen werken aan goede werving, toeleiding en doorverwijzing. plan van aanpak wijkgerichte inburgering 17 okt

7 Hoofdstuk 3: Van knelpunt naar resultaat In dit hoofdstuk worden de knelpunten benoemd die de gemeente Leiden ervaart op gebied van inburgering. Per knelpunt wordt een visie op de aanpak gegeven. Daarop volgen per knelpunt doelstellingen, gevolgd door acties en resultaten. Het vijfde thema wordt niet overal specifiek benoemd. (NB we proberen dit in een schema te vatten zodat het overzichtelijker wordt) Elk onderdeel is verdeeld in 5 thema s: 1. Werving 2. Toeleiding 3. Kinderopvang 4. Bevorderen van participatie van inburgeraars 5. Verbinden van beleidsterreinen 3.1 Knelpunten De invoering van de Wet inburgering heeft landelijk en locaal problemen veroorzaakt. Een belangrijk probleem was de gecompliceerde regelgeving. Maar er zijn vele factoren die maken dat het moeilijk blijkt om inburgeraars te vinden en succesvol te laten inburgeren. De problemen zijn in bijna alle gemeenten te vinden, ook in Leiden: 1. De gemeente heeft geen werkwijze voor het werven van niet-uitkeringsgerechtigden, met name de inburgeringsbehoeftigen binnen die groep. Verder is het een wens van de gemeente om allochtone vrouwen te bedienen. Deze groep is in de praktijk moeilijk te vinden en te motiveren. 2. De gemeente kan niet inspelen op de grote drempel die sommige groepen inburgeraars ervaren bij het starten met de inburgering. Dit is deels bepaald door regelgeving en financieringsstructuur, maar de gemeente kan creatieve oplossingen bedenken. Dat is in Leiden nog niet gebeurd. 3. De gemeente heeft geen oplossing voor het probleem van gebrek aan kinderopvang terwijl ze juist graag de doelgroep moeders met jonge kinderen wil bereiken. Alternatieven voor kinderopvang stuiten vaak op veiligheidsrisico s, waardoor het moeilijk is om creatief te zijn op dit punt. Inzet vanuit gemeente en rijk is hier nodig. Verder zijn er gezinnen voor wie kinderopvang financieel niet haalbaar is. Inburgeringsbehoeftigen vallen bijvoorbeeld niet onder de Wet kinderopvang als zij een inburgeringstraject gaan volgen. 4. De gemeente heeft geen duurzame uitstroomdoelen met betrekking tot participatie gekoppeld aan de inburgeringstrajecten. Dit gebeurt alleen bij trajecten die gericht zijn op uitstroom naar werk. De overige trajecten zijn duaal op korte termijn. Investeren in duurzame participatie vraagt om een gedifferentieerdere aanpak. 5. Een abstracter probleem dat speelt bij inburgering is dat het een schakel kan zijn bij veel beleidsthema s maar niet altijd op de kaart staat. De gemeente heeft nog geen uitvoering gegeven aan de wens om beleidsterreinen rond inburgering te verbinden (met uitzondering van re-integratie). Vooral op gebied van onderwijsachterstanden, welzijn, gezondheid en integratie/leefbaarheid ziet de gemeente kansen. Dit probleem speelt door de verschillende thema s en wordt niet overal specifiek toegelicht. In de wijkaanpak richten we ons vooral op het Onderwijsachterstandenbeleid, opvoedingsondersteuning, sociale cohesie en participatie in brede zin. 3.2 Visie op aanpak 1. Voor de werving moet inburgering een plek krijgen bij verschillende netwerken en samenwerkingsverbanden, waarbinnen de gemeente al een (actieve of passieve) rol speelt. Voorbeelden zijn Centra voor Jeugd en Gezin, Brede scholen, Onderwijs achterstanden, plan van aanpak wijkgerichte inburgering 17 okt

8 netwerken voor zelforganisaties. Inburgering kan voor mensen een antwoord zijn op een probleem en kan onderdeel zijn van een integrale aanpak in verschillende situaties. 2. We vinden een goede toeleiding bij bepaalde groepen essentieel voor de motivatie en het succes van de inburgering. De inburgeringstrajecten stellen eisen die voor sommige mensen hoog zijn of lijken. Deze mensen dan maar niet laten inburgeren is geen oplossing. Beter is het om deze mensen te motiveren en te begeleiden naar de inburgering toe. 3. Kinderopvangproblemen lossen we op door kinderopvang, waaronder ook peuterspeelzalen en inburgeringstrajecten nadrukkelijker aan elkaar te koppelen. Daarbij richten we ons op kinderopvang waarbij VVE programma s worden gebruikt. Er zijn creatieve oplossingen nodig waaraan gemeente, rijk en aanbieders meewerken. We werken samen met JES, speelzalen en ROC om nieuwe vormen van kinderopvang te ontwikkelen. Voor ouders en kinderen moeten oplossingen kansen en gemak bieden. Kinderopvang mag geen financiële drempel zijn. 4. Duurzame participatie als uitstroomdoel stellen is mogelijk en nodig om ervoor te zorgen dat mensen de Nederlandse taal blijven gebruiken en zich meer thuis voelen in de samenleving. Door participatie van inburgeraars te koppelen aan de wijk, pak je ook knelpunten rond sociale cohesie aan. 3.3 Doelstellingen 1. De gemeente weet inburgeraars te vinden en nog belangrijker: inburgeraars weten de gemeente te vinden. Via instanties, zelforganisaties, vrienden, familie. 2. Door maatwerk te bieden bij de toeleiding naar inburgering beginnen deelnemers goed voorbereid aan de inburgeringstrajecten. Randvoorwaarden om deel te nemen zijn geregeld, waardoor voortijdige uitval wordt voorkomen en motivatie goed is. 3. Vraag naar kinderopvang wordt deels opgevangen door het combineren van VVE binnen de peuterspeelzalen en inburgering, door het stimuleren van gastouderopvang en door oppasvormen te ontwikkelen voor kortere trajecten. De gemeente voelt zich mede verantwoordelijk voor het wegnemen van financiële belemmeringen voor ouders. 4. Het project beoogt een volwaardige en duurzame participatie van allochtonen in Leiden Noord te realiseren. Vanuit het perspectief van de inburgeraar is de beheersing van de Nederlandse taal een stap naar participatie. Maar de taal is niet voldoende. Door taal te combineren met actief deelnemen in de samenleving (door werk, onderwijs, vrijwilligerswerk etc) bereikt de inburgeraar veel meer. Het project probeert de wijk nadrukkelijk te betrekken bij de participatiedoelen voor de inburgeraar. Door vraag en aanbod op gebied van participatie goed in kaart te brengen en organisaties en burgers daar een actieve rol in te geven. 5. Inburgering heeft aansluiting bij Onderwijsachterstanden, Opvoedingsondersteuning, Volwasseneneducatie, Integratie en Preventieve gezondheidszorg. De ervaring die wordt opgedaan bij het verbinden van (de uitvoering van) verschillende beleidsterreinen wordt benut bij het ontwikkelen van nieuw beleid. Successen worden voortgezet en verspreid naar andere delen van de stad. 3.4 Acties De doelstellingen brengen ons op de volgende acties. Deze worden uitgewerkt in hoofdstuk Een wervingsstrategie ontwikkelen en uitvoeren voor inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeftigen zonder uitkering. Het Servicepunt inburgering komt naar de wijk. 2. Een effectieve toeleidingsmethodiek ontwikkelen voor moeilijk te activeren vrijwillige inburgeraars 3. Een combinatie van kinderopvang, peuterspeelzalen met VVE en gastouderopvang ontwikkelen die afgestemd is op de inburgeringstrajecten 4. Het duale onderdeel van de inburgeringsprogramma s (die niet gericht zijn op uitstroom naar werk) worden dualer en leidt tot duurzame participatie in de wijk. Er komt een plan van aanpak wijkgerichte inburgering 17 okt

9 wijkuitzendbureau waarin vraag en aanbod voor activiteiten, cursussen, klussen, stages etc in de wijk samen komen. Voor inburgeraars, organisaties en andere wijkbewoners. 3.5 Resultaten kwalitatief Het verwezenlijken van de doelstellingen heeft een kwalitatieve en kwantitatieve kant. Kwalitatief gaat het om het ontwikkelen van werving, toeleiding en trajecten op maat van de inburgeraars in Leiden Noord en het creëren van een infrastructuur met participatiekansen voor de doelgroep. En kwantitatief wordt gestreefd naar het bereiken van zoveel mogelijk potentiële inburgeraars en het in dat kader kwantificeren van een aantal te ondernemen activiteiten. Met betrekking tot werving alle partners in de brede school kennen de route naar Servicepunt inburgering Noord alle aanmeldingen bij Servicepunt inburgering Leiden Noord zijn correct afgehandeld, waarbij inzichtelijk is gemaakt wat de mogelijkheden zijn op gebied van inburgering, onderwijs anders of hulpverlening anders. De gegevens over wáár mensen terecht zijn gekomen is inzichtelijk. Er is teruggekoppeld naar de verwijzers waar nodig. er is een systeem opgezet voor het bereik van inburgeringsbehoeftigen om te voorkomen dat ze nogmaals benaderd worden voor inburgering Van alle benaderde personen is in beeld gebracht waar zij naartoe zijn doorgestroomd Met betrekking tot de toeleiding er is een toeleidingstraject ontwikkeld voor potentiële deelnemers toeleidingstraject en intake zijn aan elkaar gekoppeld vanuit het toeleidingstraject stromen deelnemers direct door naar een inburgeringstraject. Met betrekking tot de kinderopvang Er is afgestemd tussen openingstijden van (VVE) speelzalen en inburgeringstrajecten. Er zijn andere vormen van kinderopvang ontwikkeld. Er is informelere kinderoppas voor de korter durende toeleidingstrajecten. Met betrekking tot duale inrichting van de trajecten alle deelnemers doen een duaal onderdeel (zo mogelijk in de wijk) groepen deelnemers organiseren tijdens hun traject een activiteit voor de wijk alle deelnemers participeren duurzaam in de wijk of stad aanbieders van trajecten benutten de expertise van partners in de wijk Met betrekking tot het wijkuitzendbureau er is een databank met een overzicht van alle organisaties die in de wijk actief zijn (bedrijven, overheid, zorg, welzijn, onderwijs, vrijwilligerswerk, etc,). faciliteiten om instroom inburgeraars te bevorderen.(koppeling met 3.4.) organisatie extern netwerk, bijv. Werkmatch (pilot allochtone vrouwen), woningcorporaties, ed. 3.6 Resultaten kwantitatief Tot juni 2009 gaat de aandacht uit naar de ontwikkeling van wervings- en toeleidingsmethodieken. In de loop van 2009 zijn de eerste effecten daarvan zichtbaar. Na het eerste halfjaar in 2009 worden de gesprekken gevoerd met de opdrachtgever over de kwantitatieve doelstellingen van het project. Halfjaarlijks worden kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Naar aanleiding van de bestandsanalyse kan wel een grove schatting gemaakt worden van het aantal deelnemers dat uiteindelijk start met een inburgeringstraject in de wijk. Met name het BPI is daarvoor een betrouwbare bron. plan van aanpak wijkgerichte inburgering 17 okt

10 BPI Leiden Noord is volledig bekend en waar nodig zijn personen thuis bezocht om inburgeringsplicht vast te stellen per 31 december % ( 95 personen) van het BPI Leiden Noord is ingestroomd in de inburgeringstrajecten per 31 december % van de genaturaliseerden (201 personen) in Leiden Noord is ingestroomd in de inburgeringstrajecten per 31 december 2011 voortijdige uitval is minder dan 20% 75 % participeert duurzaam in de wijk of gaat verder met onderwijs/werk Slaaghwijk is niet meegerekend in deze resultaten. We gaan uit van aansluiting van Slaaghwijk per september De resultaatafspraken voor Slaaghwijk worden besproken in juni Concrete producten Het plan van aanpak resulteert in de volgende concrete producten: 1 Servicepunt Inburgering Leiden Noord 2 Deelplan werving: Wervingsstrategie voor niet-uitkeringsgerechtigden, inburgeringsplichtig en inburgeringsbehoeftig Registratiesysteem voor aanmeldingen en doorverwijzingen van inburgeraars Route inburgering voor organisaties in de wijk Communicatieplan 2 Deelplan toeleiding: Toeleidingsmethodiek, een programma met ingebouwde intake Inventarisatie van diverse bestaande activiteiten in de wijk die kunnen dienen als activeringstraject Aanvullende trajecten via ROC Leiden 3 Deelplan Kinderopvang Kinderopvang in combinatie met peuterspeelzalen, ROC opleidingen en VVE 4 Deelplan participatie Ontwikkelen en uitvoeren van vernieuwde vormen van duaal leren. Afspraken met trajectaanbieders over (innovatie van) duale onderdelen en uitstroomdoelen Inpassing taalcoaches Wijkuitzendbureau, werkwijze voor vraag en aanbod activiteiten in de wijk Daarnaast is er kennis en kunde opgedaan met betrekking tot: Samenwerking met een Brede School voor werving en toeleiding en het leren voor ouders en kinderen samen Het brengen van de informerende taken rond inburgering naar wijkniveau Het combineren van een intake VVE en inburgering plan van aanpak wijkgerichte inburgering 17 okt

11 Hoofdstuk 4 Plan van aanpak, concrete uitwerking Uitgegaan wordt van voldoende flexibel aanbod bij de huidige aanbieders om ervoor te zorgen dat er passende trajecten binnen de wijk uitgevoerd kunnen worden. In de pilot richten we ons daarom vooral op de processen rond de inburgeringstrajecten. Uitgaande van de potentiële inburgeraar bestaat een traject uit 4 fasen. Die fasen kunnen anders ingericht zijn per persoon. 1 Werving 2 Toeleiding 3 Trajecten 4 Uitstroom 4.1 Werving vanuit BPI en werving inburgeringsbehoeftigen Werving vanuit BPI Het BPI van Leiden Noord wordt gescreend en mensen worden benaderd met als doel om vast te stellen of iemand inburgeringsplichtig is. Gestart wordt met ouders van kinderen tot 12 jaar. Er wordt een methodiek ontwikkeld waarin huisbezoek ene plek krijgt. Afhankelijk van de gezinssituatie wordt het huisbezoek gezamenlijk afgelegd met een medewerker van JES. Hierdoor wordt de combinatie van VVE en inburgering gerealiseerd. Met het BPI zijn ook andere combinaties of selecties te maken, dit wordt in de loop van het project verder onderzocht. Inburgeringsbehoeftigen: Van het bestand inburgeringsbehoeftigen is minder bekend over de mate van inburgering. Het is bovendien een grotere groep. Deze groep via huisbezoeken benaderen is erg intensief en schriftelijke oproepen leveren in de praktijk weinig positieve reacties op. Voor de werving van inburgeringsbehoeftigen, met name de ouders van minderjarige kinderen, gaan we daarom uit van het principe dat diverse andere organisaties het taalprobleem signaleren. De partners van de Brede School Leiden Noord werken mee aan het doorverwijzen van mensen waarbij zij een taalprobleem ervaren. Extra aandacht gaat uit naar gezinnen met zeer jonge kinderen. Daarbij worden 3 sporen gevolgd: Route inburgering Het project levert een duidelijke route naar het Servicepunt inburgering Leiden Noord. Partners weten waar ze moeten zijn als ze iemand willen doorverwijzen. Intake via JES Inburgering wordt nadrukkelijker dan nu gekoppeld de Operatie badeend van JES 4. JES gaat op huisbezoek en neemt voor de inburgering de begeleiding van de ouders met betrekking tot de taalproblematiek mee. Het voordeel van de inzet van JES is dat er sprake is van een blik op het hele gezin, waarbij de combinatie mogelijk wordt van het koppelen van VVE, Kinderopvang, inburgering, andere vormen van educatie. Pas als JES inschat dat de ouder(s) klaar zijn om een toeleidingstraject of een inburgeringstraject te volgen, wordt het contact met inburgering gelegd. Dit gebeurt met een warme overdracht. JES blijft in beeld voor de begeleiding van het gezin als dat nodig is. 4 Operatie Badeend van JES is opgezet om zoveel mogelijk kinderen met een (potentiele) achterstand toe te leiden naar VVE-speelzalen en kinderopvangcentra met een VVE programma. Daarnaast wordt getracht ouders en kinderen toe te leiden naar andere voorzieningen die voor de persoonlijke ontwikkeling van ouder en/of kind van belang kunnen zijn. Om zorgvuldige toeleiding en privacy te waarborgen vragen vragen organisaties zoals het consultatiebureau, of JES contact mag opnemen. Tijdens een huisbezoek brengt JES de behoeften van het hele gezin in kaart. Op dit moment onderzoekt JES of de felicitatiedienst, zoals ook in andere steden is opgezet, nog betere resultaten kan opleveren. plan van aanpak wijkgerichte inburgering 17 okt

12 Inburgering sluit aan bij bestaande activiteiten in de wijk Het project onderzoekt met de partners in de Brede school bij welke bestaande activiteiten aangehaakt kan worden waar het gaat om voorlichting over inburgering. Samen met partners in de wijk kijken we bij welke programma s voorlichting over inburgering een toegevoegde waarde kan brengen, of van waaruit doorstroom naar inburgering een logische stap kan zijn. Er wordt gekeken naar de combinatie van diverse beleidsdoelen op gebied van participatie, bijvoorbeeld preventieve gezondheidszorg, arbeidstoeleiding, opvoedingsondersteuning, onderwijsachterstandenbeleid. Voorbeelden zijn Opstapje (JES), Moeders in de Buurt(JES), Taalbom (HARA), Ontspanning door Inspanning (HARA). 4.2 Toeleiding Toeleidingstraject voor inburgering Bekend is dat het voor bepaalde groepen inburgeraars moeilijk is om te starten met een traject. Het is intensief, het stelt hoge eisen en daarvoor moet je tijd hebben en motivatie. In dit project nemen we de tijd voor het toeleiden naar de inburgeringstrajecten. Een toeleidingstraject zorgt ervoor dat de twijfels, onzekerheden en drempels worden overwonnen. De inhoud van dit traject moet worden ontwikkeld. Het idee is om in groepsverband de informatie over inburgering in stukken over te brengen, te bespreken wat dat voor mensen betekent, en individueel na te gaan wat je moet regelen voordat deelname mogelijk is. Het is dus een serie bijeenkomsten, aangevuld met een individueel gesprek en een actieplan. We onderzoeken of de intake, inclusief taaltoets, kan worden meegenomen in dit traject. Vanuit dit toeleidingstraject stromen inburgeraars snel en zorgvuldig door naar een regulier inburgeringstraject. Waar mogelijk gebeurt dit met deelnemers die elkaar kennen uit de toeleidingstrajecten. Er mag geen wachttijd zitten tussen toeleiding en inburgering. Het toeleidingstraject is bedoeld voor mensen van wie bekend is dat de stap naar een inburgeringstraject niet meer heel groot is. Personen waar hele grote (gezins)problemen spelen hebben een andere aanpak nodig. Hier kan bijvoorbeeld het Maatschappelijk werk een belangrijke rol spelen. Ook andere partners van de Brede school hebben divers aanbod, niet alleen op gebied van hulpverlening maar ook activiteiten en cursussen. Partners melden potentiële deelnemers aan bij het project, maar de medewerkers van het project kennen ook de weg naar de partners voor diverse hulpvragen, routes naar andere onderwijsvormen of werk. Activeringstrajecten overig ROC Leiden is partner in de Brede school en kan via de Volwasseneneducatie diverse cursussen aanbieden. Er zijn verschillende cursussen die goed kunnen dienen als voortraject voor inburgering of juist als vervolgtraject. De behoefte hieraan wordt geïnventariseerd en in overleg met ROC Leiden opgestart. In elk geval wordt waar nodig Alfabetisering in de wijk georganiseerd, maar ook diverse vormen van Sociale activering behoren tot de mogelijkheden. Ook zijn er bij verschillende partners in de wijk activiteiten te vinden die kunnen fungeren als voortraject. Voorbeelden zijn te vinden in de buurthuizen en in het gezondheidscentrum GGD/Hara. Zie ook bij Werving, aansluiting bij bestaande activiteiten in de wijk. Kinderopvang De grootste drempel, vooral voor allochtone vrouwen, is kinderopvang. Vraag en aanbod sluiten niet goed aan en de afstemming tussen lestijden en kinderopvang is niet geregeld. In dit project gaan we in samenwerking met de relevante partners deze problemen inventariseren, waarna oplossingen worden gezocht en afspraken worden gemaakt voor goede afstemming. Naast kinderopvang bij de toeleidingstrajecten en reguliere trajecten moet er ook een aanbod komen voor flexibele oppas bij evenementen, informatiebijeenkomsten enzovoorts. Samenwerkingspartners: JES, Stichting Peuterspeelzalen, ROC Leiden, reguliere kinderopvang, scholen hebben aangeboden om ruimte beschikbaar te stellen voor kinderopvang. plan van aanpak wijkgerichte inburgering 17 okt

13 4.3 Inburgeringstrajecten De huidige aanbieders hebben in hun offertes aangegeven dat zij flexibel zijn met betrekking tot locatie en specifieke doelgroepen. Uitgegaan wordt dus van mogelijkheden met de huidige aanbieders. Zij worden gevraagd om de trajecten te voegen naar de volgende wensen: Aanbod in de wijk, bij voorkeur op locatie bij partners van de brede school Brede schoolpartners betrekken bij de inhoud van duale onderdelen Afstemmen van lestijden bij het te ontwikkelen aanbod op gebied van kinderopvang Groepen die zijn gestart in de wijk organiseren binnen hun traject een activiteit voor de wijk Duale onderdelen en uitstroom richting participatie afstemmen op het wijkniveau, gebruik makend van en input leverend aan het wijkuitzendbureau (zie 4.4) Inzet taalcoaches als aanvulling op het inburgeringstraject in overleg met casemanagers 4.4 Uitstroom Duurzame participatie is het uiteindelijke doel waarnaar we inburgeraars begeleiden. Om dit te realiseren zetten we in op aanpassingen binnen de inburgeringstrajecten (zie 4.3) en het wijkuitzendbureau. Met input vanuit trajectaanbieders, partners in de wijk én wijkbewoners zelf, willen we vraag en aanbod rond (vrijwilligers) werk matchen. Doel daarbij is om zo laagdrempelig mogelijk te werken. Ook is het doel om wijkbewoners te betrekken bij dit wijkuitzendbureau. De opzet van het wijkuitzendbureau is nog niet uitgewerkt. Doordat eerst sterk ingezet wordt op de werving en toeleiding wordt het wijkuitzendbureau pas in de loop van 2009 opgestart. Maar enkele ideeën en acties zijn: Starten met een inventarisatie van diverse soorten klussen, activiteiten, cursussen en werkzaamheden in de wijk. De koppeling tussen taalcoaches en inburgeraars vindt plaats in het wijkuitzendbureau Met team WIZ bespreken we of er onderdelen van re-integratie in het wijkuitzendbureau worden ondergebracht. Bijvoorbeeld ex-inburgeraars of 55-plussers met een uitkering die een bijdrage kunnen leveren in het wijkuitzendbureau. Maar ook activiteiten gericht op het vinden van werk. Met ROC Leiden onderzoeken of er stageplekken te realiseren zijn vanuit sociale opleidingen. Met de vrijwilligerscentrale en met enkele grote vrijwilligersorganisaties kijken naar een samenwerking in de wijk, op gebied van bemiddeling van vraag en aanbod vrijwilligerswerk. De partners in de Brede school kunnen een goede bijdrage leveren bij de participatie van exinburgeraars. De meeste organisaties hebben vrijwilligers of activiteiten waar ex-inburgeraars goed kunnen instromen en zo actief blijven in de wijk. Ook bij dit onderdeel wordt weer gekeken naar de combinatie van diverse beleidsdoelen op gebied van participatie, bijvoorbeeld preventieve gezondheidszorg, arbeidstoeleiding, opvoedingsondersteuning, onderwijsachterstandenbeleid. plan van aanpak wijkgerichte inburgering 17 okt

14 Hoofdstuk 5 Organisatie 5.1 Positionering Inburgering De uitvoering van de Wet inburgering is belegd bij de Backoffice dienstverlening, team Werk, inkomen en zorg (BOD/WIZ). Dit team is ook verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet werk en bijstand en de Wmo voorzieningen. Het beleid is bij de gemeente Leiden ondergebracht bij twee afdelingen: Sociaal en economisch beleid (SEB, verantwoordelijk voor de ontwikkeling van beleid en lange termijn beleidsplannen) en de afdeling Realisatie, team Stadsleven (voor de uitvoering van beleid). Inburgering bij WIZ is momenteel een aparte unit. De casemanagers inburgering zitten dicht bij het WWB-proces. Dit maakt dat de uitvoering van de inburgering voor een groot deel leunt op de processen van de WWB. Om uitkeringsgerechtigden het juiste aanbod te kunnen doen, is dit een goede positie. Maar het heeft als gevolg dat werving van niet-uitkeringsgerechtigden nog niet is opgepakt, terwijl de grootste groep inburgeraars geen uitkering heeft. Bij BOD/WIZ is een servicepunt inburgering ingericht. Dit servicepunt is telefonisch, per mail en fysiek bereikbaar op de gewone openingstijden van de gemeente. 5.1 Positionering Wijkgerichte Inburgering Door het project Wijkgerichte inburgering in Leiden Noord zijn meer onderdelen van de gemeente Leiden betrokken. Het WOP Noord wordt aangestuurd vanuit de afdeling Project Management Bureau (PMB). Bij de afdeling Realisatie is ook een team Stadsdelen, waar oa. wijkmanagers onder vallen. De regie van het project is belegd bij de afdeling Realisatie, team Stadsleven. Inzet van de unit inburgering Het Servicepunt inburgering wordt flexibel inzetbaar in de wijk. Er komt 1 locatie waar het Servicepunt inburgering Leiden Noord wekelijks enkele dagdelen bereikbaar is. Daarnaast is het Servicepunt op verzoek inzetbaar op andere locaties. Ook zal op sommige strategische momenten het Servicepunt inburgering aanwezig zijn bij partners van de Brede school. Bijvoorbeeld bij informatieavonden van scholen, bij cursussen waar veel inburgeraars zijn, op verzoek van organisaties of de inburgeraars zelf. Vanuit de unit inburgering worden 2 (of 3?) casemanagers aangewezen die gedeeltelijk vrijgesteld worden van een caseload. Zij bemensen het Servicepunt inburgering in de wijk, doen huisbezoeken en werken intensief samen met JES waar het gaat om toeleiding naar inburgering en de combinatie met VVE. Zij zijn voor vragen bereikbaar voor partners en potentiële inburgeraars. 5.3 Projectorganisatie Ambtelijk opdrachtgever is de afdelingsmanager Backoffice dienstverlening. Verantwoordelijk voor vormgeving en implementatie is de projectleider. De projectleider is contactpersoon voor het rijk. Mandaat: Afdelingsmanager Backoffice dienstverlening doorgemandateerd naar projectleider Middelen: Afdelingsmanager Backoffice dienstverlening gedelegeerd aan teamleider Stadsleven Bestuurlijke besluitvorming: het college. plan van aanpak wijkgerichte inburgering 17 okt

15 Ambtelijke besluitvorming: Afdelingsmanager Backoffice dienstverlening, ondersteund door teamleider Stadsleven en de projectleider. Verantwoording naar opdrachtgever: teamleider Stadsleven rapporteert aan de afdelingsmanager Backoffice dienstverlening. Projectgroep De projectleider is verantwoordelijk voor de implementatie van de Wijkgerichte inburgering in Leiden Noord en wordt daarin ondersteund en geadviseerd door de projectgroep. Daartoe horen onder andere het maken van keuzes over de uitvoering van het plan van aanpak en het doen van voorstellen voor bestuurlijke besluitvorming. In de schema s van bijlage 1 is aangegeven met welke activiteiten de projectleider zich in de komende maanden bezighoudt. De projectgroepleden vanuit de gemeentelijke organisatie zijn verantwoordelijk voor: - de inbreng vanuit hun eigen organisatieonderdeel en expertise - het informeren van hun leidinggevenden over (voorgenomen) besluiten van de projectgroep - het doorvertalen van genomen besluiten van de projectgroep naar hun eigen uitvoering De projectgroepleden die vanuit externe organisaties participeren zijn verantwoordelijk voor inbreng vanuit hun eigen organisatie en waar van toepassing nemen zij zaken uit het project mee terug naar hun organisatie. Samenstelling projectgroep: Gemeente Afdeling Realisatie, Stadsleven: projectleider Wijkgerichte inburgering (voorzitter) Backoffice Dienstverlening: teamleider Werk, Inkomen en Zorg Sociaal en Economisch Beleid (SEB): beleidsadviseur inburgering Project Management Bureau (PMB): procesmanager Wijkontwikkelingsplan Leiden Noord Afdeling Realisatie, Stadsleven: projectondersteuning Externe organisaties (optioneel) JES Rijnland: programmaleider opvoedingsondersteuning en participatie ROC Leiden: onderwijsmanager Afdeling Basiseducatie en inburgering SPL: directeur HARA: clustermanager Libertas: manager welzijn Noord De organisaties die een opdracht krijgen binnen het project, nemen deel aan de projectgroep. Op dit moment zijn de externe deelnemers aan de projectgroep nog niet bekend. Werkgroepen: De werkgroepen ontwikkelen producten en komen tot beslispunten die voorgelegd worden aan de projectgroep. Voor een paar specifieke onderdelen is nu al duidelijk dat er werkgroepen nodig zijn: werving (casemanager, unitleider inburgering, JES, vertegenwoordiging Brede School?, projectleider) inhoud inburgeringstrajecten (aanbieders, JES, unitleider inburgering, projectleider) toeleiding (uitvoerder, vertegenwoordiger Brede school?, JES, ROC, projectleider) kinderopvang (SPL, JES, unitleider inburgering, projectleider) interne afstemming unit inburgering en project Wijkgerichte inburgering (projectleider en unitleider inburgering, waar nodig aangevuld met teamleider WIZ) plan van aanpak wijkgerichte inburgering 17 okt

16 Arena (incidenteel): met het oog op de communicatie in de wijk wordt een arena ingericht, waarin op verschillende manieren de ervaringen worden uitgewisseld onder het motto al doende leren. Deelnemers zijn alle wijkorganisaties en afhankelijk van de thematiek worden kringen uitgenodigd (bijv. werken in de wijk, de zorg, vrijwilligerswerk, taalcoaches, etc.) 5.4 Communicatie Op diverse onderdelen is specifieke inzet nodig van de Afdeling Communicatie. De organisatie van de Arena s (zie 5.2) bijvoorbeeld, of het opzetten van een (digitale) nieuwsbrief en de Route inburgering voor deelnemende organisaties en andere betrokkenen. Bij de werving is communicatie een essentieel onderdeel. Het project gaat uit van veel persoonlijke contacten en informatiebijeenkomsten, uitgevoerd door de projectorganisatie. 5.5 Verslaglegging Deelname aan het innovatietraject betekent dat informatie en ervaringen die worden opgedaan vastgelegd moeten worden zodat het bruikbaar is voor overdracht naar andere delen van de gemeente, maar ook voor kennistransfer naar andere gemeenten. Van bijeenkomsten en werkwijzen wordt verslag gedaan. Ook wordt er op klantniveau goed bijgehouden hoe samenwerking met organisaties loopt, zodat dit later geevalueerd kan worden. Hoe dit er uit gaat zien, wordt nog uitgewerkt. Enkele concrete onderdelen van verslaglegging: beschrijving wervingsstrategie wordt opgeleverd in januari Deze beschrijving wordt elk halfjaar aangepast na evaluatie intern en met stuurgroep Brede School. beschrijving toeleidingsmethodiek wordt opgeleverd in januari Deze beschrijving wordt elk halfjaar aangepast na evaluatie met projectmedewerkers en uitvoerders toeleidingstrajecten. beschrijving aanpak kinderopvang wordt opgeleverd in maart Deze beschrijving wordt elk halfjaar aangepast na evaluatie met werkgroep kinderopvang, uitvoerders toeleidingstrajecten en aanbieders inburgeringstrajecten. Nieuwsbrief digitaal, met ontwikkelingen, ervaringen van deelnemers en organisaties plan van aanpak wijkgerichte inburgering 17 okt

17 Hoofdstuk 6 Tijds- en financiële planning 6.1 Tijdsplanning In 2008 worden alle voorbereidingen getroffen om in 2009 meteen van start te kunnen met de toeleidingstrajecten en waar mogelijk met inburgeringstrajecten. Dat betekent dat er in 2008 in korte tijd goede afspraken gemaakt moeten worden met alle betrokken partners. Er is hiervoor een uitgebreide planning gemaakt (zie bijlage 1). Uitgaande van het perspectief van de deelnemers (zie hoofdstuk 4) volgen de verschillende fasen logisch op elkaar. Van belang is om in 2008 al te starten met wervingsacties, om instroom in toeleidingstrajecten te realiseren. De inhoud van de toeleidingsmethodiek moet klaar zijn als de eerste wervingsacties ook deelnemers opleveren. De aanpassingen van de inburgeringstrajecten moeten afgerond zijn als de uitstroom van de toeleidingstrajecten klaar is. De ontwikkeling van de verschillende producten is een voortdurend proces. Halfjaarlijks worden producten en werkwijzen geëvalueerd en waar nodig aangepast. Ook dit is terug te vinden in de planning. 6.2 Begroting op jaarbasis De kosten zijn te onderscheiden in de direct met de inburgering verbonden uitgaven en die voor het inrichten van het innovatietraject. Voor de inburgeringsactiviteiten zijn verschillende financieringsbronnen beschikbaar (WWB, WEB, WI). De reguliere Wi-middelen, bedoeld voor de reguliere inburgeringstrajecten, worden aangevuld met financiering voor taalcoaches en duale trajecten. Deze middelen worden integraal ingezet in dit project, zeker waar het gaat om de duale onderdelen van de inburgeringstrajecten en de duurzame uitstroomdoelen. Een integrale aanpak die ook past in het vanaf 2009 te ontwikkelen participatiebudget. Bijdrage gemeente: Inburgeringstrajecten Duale onderdelen Toeleidingstrajecten Activiteiten wijk Wijkuitzendbureau Taalcoaches Middelen inburgering Middelen inburgering en Werkdeel Wet werk en bijstand, participatiebonus Middelen Wet educatie beroepsonderwijs Middelen inburgering, subsidies participatie, WOP Noord (afhankelijk van definitief deelplan) Werkdeel WWB Financiële bijdrage taalcoaches plan van aanpak wijkgerichte inburgering 17 okt

18 Bijlage 1: planning Bijlage 2: bestandsanalyse plan van aanpak wijkgerichte inburgering 17 okt