Wat is de optimale behandeling bij gemetastaseerde pancreaskanker?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wat is de optimale behandeling bij gemetastaseerde pancreaskanker?"

Transcriptie

1 Academiejaar Wat is de optimale behandeling bij gemetastaseerde pancreaskanker? Ilya CARPENTIER Promotor: Prof. Dr. S. Van Belle Masterproef voorgedragen in de 2 de Master in het kader van de opleiding tot MASTER OF MEDICINE IN DE GENEESKUNDE

2

3 Academiejaar Wat is de optimale behandeling bij gemetastaseerde pancreaskanker? Ilya CARPENTIER Promotor: Prof. Dr. S. Van Belle Masterproef voorgedragen in de 2 de Master in het kader van de opleiding tot MASTER OF MEDICINE IN DE GENEESKUNDE

4

5

6

7 VOORWOORD Bij de naderende tot slot komst van deze masterrscriptie wil ik graag enkele mensen bedanken. Namelijk mijn promotor prof. Dr. Simon Van Belle wil ik bedanken voor zijn bereikbaarheid en feedback. Ook wil ik een woord van dank uiten aan mijn zus, die mij geholpen heeft in het nalezen en tot stand brengen van deze masterscriptie.

8

9 INHOUDSOPGAVE 1. Abstract 1 2. Inleiding Probleemstelling 2 3. Methodologie 3 4. Behandeling tot Evolutie Fluoouracil monotherapie Gemcitabine monotherapie Gerandomiseerde studies met gemcitabine als monotherapie Gemcitabine bij patiënten met progressie na behandeling met 5FU Investigational New Drug Treatment van gemcitabine Target therapie gecombineerd met gemcitabine Conclusie Behandeling vanaf Evolutie FOLFIRINOX FOLFIRINOX inleiding FOLFIRINOX fase 3 studies Gemcitabine Combinatietherapie Gemcitabine + sorafenib Inleiding Fase 3 studies Gemcitabine + aflibercept Inleiding Fase 3 studies Gemcitabine + nab-paclitaxel Inleiding Fase 3 studies Gemcitabine en capectiabine + GV Inleiding Fase 3 studies Gemcitabine + elpamotide Inleiding Fase 3 studies Gemcitabine + ganitumab Inleiding Fase 3 studies Gemcitabine + mastinib Inleiding fase 3 studies Gemcitabine + rigosertib Inleiding Fase 3 studies Gemcitabine + erlotinib + capecitabine Inleiding Fase 3 studies S1, Teysuno Inleiding 26

10 Fase 3 studies Tweedelijnsbehandlelingen na éérstelijn gemcitabine therapie OFF vs FF Inleiding Fase 3 studies Irinotecan + FU en LV Inleiding Fase 3 studies Guidelines Eerstelijns therapie Tweedelijnstherapie Fase 2 studies Inleiding Eerstelijn studies Gemcitabine combinatietherapie Gemcitabine + bevacuzimab + 5FU Gemcitabine + Nafamostat Mesilate Gemcitabine + tigatuzumab Gemcitabine + FOLFIRI Gemcitabine + ɯ-3 fish oil Gemcitabine + TH GEMOXEL Docetaxel + gemcitabine + capecitabine Gemcitabine + capecitabine + erlotinib + bevacuzimab Capecitabine combinatietherapie Capecitabine + nab-paclitaxel Capecitabine + everolimus Capecitabine + sorafenib + oxaliplatin S Bevacuzimab + cetuximab Tweedelijns studies Docetaxel + oxaliplatin FOLFIRI Gemcitabine + S Nab-paclitaxel Selumetinib + erlotinib Capecitabine + lapatinib Capecitabine + PHY Vatalinib Sequentie studies FOLFOX. 6 gevolgd door gemcitabine Maintenance studies Sunitib Actieve en ongepubliceerde clinical trials Discussie Referenties 47 Appendix 1 a Appendix 2 c

11 1. ABSTRACT Doel: Pancreaskanker, de 4 de grootste oorzaak van kankersterfte, heeft weinig therapeutische mogelijkheden. Vaak wordt de diagnose van pancreaskanker pas gesteld in een gemetastaseerd stadium. Mediane overleving in dit stadium bedraagt slechts 4 à 6 maanden. Deze masterscriptie heeft een overzicht van de behandelingsopties en tracht na te gaan of er een optimale behandeling bestaat. Methodologie: Deze masterscriptie werd onderverdeeld in 3 hoofdstukken: behandeling tot 2012, behandeling vanaf 2012 en fase 2 studies. Studies werden gezocht aan de hand van PubMed, Google Scholar en ClinicalTrials.gov. Resultaten: In 1996 werd gemcitabine als standaard care geaccepteerd. Veel combinatietherapieën met gemcitabine zijn onderzocht, echter met beperkt resultaat. Slechts 1 studie, die combinatie van gemcitabine met erlotinib onderzocht, gaf een significante beperkte winst in overleving. Eind 2011 kwam er vordering in de behandeling. FOLFIRINOX toonde een significante verbetering aan in overleving in vergelijking met gemcitabine, in patiënten met een goede performance status. In 2013 werd ook aangetoond dat combinatie van gemcitabine en nab-paclitaxel in vergelijking met gemcitabine een significante langere overleving opbracht. Echter ook in een goede performance status populatie. Studies bij patiënten in een slechte algemene toestand werden niet uitgevoerd. Eén studie slaagde er in om een non-inferiority van S1 t.o.v. gemcitabine aan te tonen en zou een mogelijks alternatief kunnen vormen voor gemcitabine. In een tweedelijns setting kon aangetoond worden dat toevoeging van oxalipatin aan FF en irinotecan toevoeging aan FF, in gemcitabine refractaire patiënten, een significante winst in overleving opbracht. Een overzicht van 24 fase 2 studies die een potentieel positief effect hebben werd weergegeven. Verder onderzoek in de vorm van een fase 3 trial is nodig. Conclusie: Er bestaat geen echte optimale behandeling voor gemetastaseerde pancreaskanker. Behandeling is sterk afhankelijk van de algemene toestand van de patiënt, waarbij een costbenfit analyse moet worden gemaakt. Bij patiënten in een goede algemene toestand (ECOG 1) is zowel gemcitabine/nab-paclitaxel als FOLFIRINOX aangewezen. Bij patiënten in een minder goede algemene toestand (ECOG=2) wordt gemcitabine met eventueel 1

12 toevoeging van erlotinib of capecitabine aanbevolen. Bij patiënten in slechte algemene toestand (ECOG 3 of 4) wordt BSC aangeraden. Als tweedelijnstherapie wordt irinotecan/ff of OFF aangeraden indien progressie onder gemcitabine bij patiënten met een ECOG 2. In geval van progressie onder een ander eerstelijns chemotherapeuticum, is het verdedigbaar afhankelijk van PS, co morbiditeit en toxiciteit onder voorgaande therapie geëvalueerd te worden om een ander eerstelijns chemotherapeuticum te krijgen. Verder onderzoek in de behandeling van gemetastaseerde pancreaskanker is aanbevolen. 2

13 2. INLEIDING 2.1. Probleemstelling Pancreaskanker is een maligne ziekte, gekenmerkt door ongecontroleerde celgroei van de pancreas. Deze aandoening komt voor bij 1 tot 10 personen per inwoners.(1) Dit komt overeen met ongeveer 3% van alle nieuwe vormen van kanker. De ziekte komt het vaakst voor bij patiënten tussen de 65 en 74 jaar. (2) Histologisch bestaan er veel vormen van pancreaskanker, bij 95% is de oorzaak echter te wijten aan een adenocarcinoom. (3) Pancreaskanker vormt een steeds actueler probleem. In de voorbije jaren werd pancreaskanker gekenmerkt door een continue stijgende incidentie.(3) Deze stijgende incidentie brengt een verhoogd aantal doden met zich mee omdat de prognose van pancreaskanker in de voorbije 20 jaar praktisch onveranderd gebleven is, namelijk een gemiddelde vijfjaarsoverleving die schommelt rond de 5%.(3) Een groot probleem met pancreaskanker is de snelle systemische verspreiding evenals de late diagnose. Zowel in de EU als in de Verenigde Staten wordt pancreas neoplasie als vierde grootste oorzaak genoteerd van sterfte ten gevolge van kanker.(1, 3) In de Europese Unie alleen wordt verwacht dat er in 2014, mensen aan zijn overleden.(4) De prognose van pancreaskanker is slecht, daar pancreaskanker op vele therapieën amper reageert. Chirurgische resectie is de enige potentiële curatieve behandeling voor pancreaskanker. Chirurgie is echter slechts mogelijk bij minder dan 20% van de patiënten, afhankelijk van locatie en lokale doorgroei.(3) Deze chirurgische behandeling bestaat uit een pancreatectomie en wordt aangevuld met chemotherapie. Bij tumoren die zich in een verder gevormd stadium bevinden (advanced stage), vormt chemotherapie de standaardbehandeling. Of de tumor resecteerbaar is wordt uitgemaakt of er al dan niet een tumorvrije marge kan bekomen worden bij resectie. De mediane overleving bij resectie met adjuvante chemotherapie (gemcitabine) is ongeveer 22 maanden.(3) Bij gemetastaseerd pancreascarcinoom is de prognose nog slechter, bij deze patiënten treft men een mediane overleving van 4 à 6 maanden.(5) Bij de diagnose van pancreaskanker wordt bij 60% van de gevallen al uitzaaiingen op afstand aangetroffen.(5) Deze vorm is niet geneesbaar of chirurgisch resecteerbaar, de enige behandelingsvorm momenteel is oncologische therapie aangevuld met palliatieve en ondersteunende behandeling.(3) Oncologische therapie is bijzonder onresponsief bij pancreaskanker, vandaar de nood om verder de biologische mechanismen te visualiseren en nieuwe therapiemogelijkheden te onderzoeken. De laatste jaren is de oncologische behandeling van gemetastaseerd 3

14 pancreaskanker sterk in opmars. Tot 2012 werd gemcitabine monotherapie als de standaardbehandeling geaccepteerd. Studies hebben echter aangetoond dat er een betere behandeling bestaat. Vanaf 2012 werd ontdekt dat FOLFIRNOX en gemcitabine +nabpaclitaxel een betere mediane overleving oplevert. Momenteel worden er volop in studies geëxperimenteerd met verschillende behandelingen om een optimale behandeling te vinden. Het doel van deze masterscriptie is om een overzicht te geven van de verschillende behandelingen, bij een gemetastaseerde pancreas adenocarcinoom, die gehanteerd werden tot op heden en de evidentie waarop die gebaseerd waren, evenals een overzicht van huidige klinische studies die zich nog in een vroege fase bevinden. En aan de hand van deze gegevens nagaan of er een ideale behandeling bestaat voor gemetastaseerde pancreaskanker. 3. METHODOLOGIE Deze literatuurstudie heeft zich toegelegd op de behandeling van gemetastaseerd pancreaskanker, specifiek op de adenocarcinoom vorm. Er werd besloten om de behandeling op te splitsen in 3 hoofdpunten, namelijk: behandeling tot 2012, behandeling vanaf 2012 en fase 2 studies. Deze indeling werd gehanteerd op basis van een belangrijke mijlpaal, in 2012, in de behandeling. Ook vanwege de recente opmars in onderzoek naar nieuwe behandelingsmethoden voor gemetastaseerd pancreaskanker, werd besloten om ook fase 2 studies aan de selectie toe te voegen. Voor het onderdeel van de behandeling tot 2012 werd besloten om enkel de meest relevante artikelen, die een statische relevante verbetering in objectieve parameters aantoonde, op te nemen in deze literatuurstudie. Gezien het opnemen van niet significante studies een te grote uitdaging zou vormen en deze studies niet relevant zijn voor het onderwerp van deze literatuurstudie. Aan de hand van de database PubMed werd gezocht naar studies, gaande over de behandeling tot 2012, over gemetastaseerd pancreaskanker. Deze artikelen werden gevonden met behulp van de volgende zoekterm: advanced pancreatic cancer + chemotherapy. Inclusiecriteria waren: studies voor 2012, randomised controlled clinical trials, statistische significante resultaten en advanced pancreatic cancer. Ook werd er via Google Scholar meta-analyses gelezen over de behandeling, om de belangrijkste studies op te nemen. Studies die gemcitabine combineerden met een platinum agens werden niet opgenomen wegens gelimiteerde evidentie. 4

15 Voor het onderdeel gaande over de behandeling vanaf 2012 tot nu, werd besloten om alle fase 3 studies vanaf 01/01/2012 tot 01/11/16 te bespreken. Studies werden gezocht aan de hand van database PubMed. In PubMed werd volgende zoekterm gehanteerd: pancreatic Neoplasms/drug therapy. Na filteren op artikels vanaf 01/01/2012 en fase 3 clinical trials, werden 49 resultaten behouden. Aan de hand van de sneeuwbal methode werd getracht artikels te vinden die relevant waren, maar niet gevonden werden met bovenstaande zoekterm. Na het handmatig doornemen van deze artikels werd besloten om 15 artikels te behouden. Relevantiecriteria voor behoud waren onder andere: gemetastaseerde of advanced pancreatic cancer, clinical trial, adenocarcinoom... Er werd besloten om deze 15 artikels uitgebreid te bespreken, omdat fase 3 studies voldoende evidentie geven om een behandeling te aanvaarden als eventuele standaard care. Ook behandelingsopties die geen significant verschil met de controle arm toonden in een fase 3 studie werden besproken, omdat deze studies vaak gebaseerd zijn op een fase 2 studie die wel een veel belovend effect voorspelde. Evidentie uit deze fase 3 clinical trials werd vergeleken met de huidige ESMO en ASCO guidelines. Deze guidelines werden verkregen door volgende zoekopdracht in google: ESMO guidelines pancreatic cancer en ASCO guidelines pancreatic cancer. Het laatste onderdeel zijn de fase 2 studies. Ook deze studies werden gevonden aan de hand van PubMed, met volgende zoekterm: pancreatic neoplasms/ drug therapy. Na gefilterd te hebben op fase 2 clinical trials en datum 01/01/12 werden 141 artikels gevonden. Deze zoekterm werd voor het laatst uitgevoerd op 01/11/16. Aan de hand van de sneeuwbal methode werd getracht gemiste relevante studies te vinden. Na handmatig door te nemen van deze 141 artikelen werd op basis van relevantie (gemetastaseerde of advanced pancreatic cancer) en potentieel effect 24 studies geselecteerd. Deze studies werden volgens hetzelfde sjabloon besproken. Er werd besloten om enkel studies met een mogelijks potentieel effect te bespreken omdat wegens het grote aanbod aan fase 2 studies en de beperkte omvang van deze masterscriptie er een selectie moest gebeuren, tevens zijn deze studies minder relevant voor het onderwerp. Het potentieel effect van een studie werd bepaald als zelf gerapporteerd door de auteurs van de betreffende studie. Tot slot werd met behulp van de database van ClinicalTrials.gov, aan de hand van de zoekterm metastatic pancreatic cancer, gezocht naar actieve en afgeronde clinical trials. De 36 geselecteerde studies, uit de 84 gevonden, werden geselecteerd op basis van relevantie. 5

16 4. BEHANDELING TOT Evolutie Bij gemetastaseerd pancreaskanker vormt chemotherapie aangevuld met de beste ondersteunende behandeling de enige behandelingsoptie, zoals eerder vermeld. Pancreaskanker werd vroeger als relatief chemotherapieresistent beschouwd. Het doel van de palliatieve chemotherapie is de symptomen zoals gewichtsverlies, asthenie, pijn, anorexie en misselijkheid, te reduceren evenals de mediane overleving te verbeteren. Ontwikkeling van chemotherapie wordt gehinderd door het feit dat patiënten met zo'n ver gevorderde ernstige aandoening chemotherapie niet goed tolereren. De pancreas is ook relatief ontoegankelijk, waardoor de monitoring van objectieve parameters moeilijk is. Voor 1996 werd 5 fluorouracil (5FU) als de standaardbehandeling gebruikt. Vanaf 1996 werd gemcitabine gebaseerde chemotherapie gebruikt als de nieuwe standaard care fluorouracil monotherapie Vijf fluorouracil is een chemische stof uit de familie van de antimetabolieten. Antimetabolieten oefenen hun werking uit door het remmen van biochemische processen of door zich te laten inbouwen in macromoleculen en zo hun werking te blokkeren.(6) 5FU bekomt zijn cytotoxisch effect door het verkeerd inbouwen van fluor nucleotiden en inhibitie van het enzym thamydylaatsynthase.(6) Het cytotoxisch effect van 5FU maakt de chemische stof een potentiële agens voor anti metabole chemotherapie. 5 FU heeft een respons rate die in studies meestal niet meer dan 20% haalt. Meestal ligt de respons rate tussen de 0% en 19%, met een mediane overleving tussen de 4.2 en 5.5 maanden. (7) Vele andere stoffen en combinaties zijn geprobeerd maar deze bleken slechts geringe verbetering met zich mee te brengen, in vergelijking met monotherapie van 5 FU.(7) Meestal hadden deze combinaties nadelig effect door verhoogde toxiciteit voor de patiënt.(7) 4.3. Gemcitabine monotherapie Gemcitabine (2',2'-difluorodeoxycytidine) is een pyrimidine nucleotide analoog dat de DNAsynthese van de cel remt. Gemcitabine wordt ingebouwd in het nucleïnezuur en hindert verdere inbouw van basen. Dit resulteert in apoptose van de cel. Ook zorgt het voor remming van de synthese van dctp, inhibitie van afbreking gemcitabine en promotie van gemcitabinefosforylatie.(8) Deze mechanismen maken gemcitabine een potentieel cytotoxine. 6

17 Gerandomiseerde studies met gemcitabine als monotherapie Howard A. Burris III et al.(7) bestudeerden het effect van 5FU in vergelijking met gemcitabine in een single blind randomised fase 3 clinical trial. 126 patiënten met pancreaskanker, in een onresecteerbare toestand, deden mee aan het onderzoek. Om de effecten van de therapie te bestuderen werd clinical benefit respons (CBR) als maatstaaf gebruikt. De primaire parameters van CBR zijn pijn (pijnscore en gebruik analgetica) en performance status (aan de hand van de Karnofsky index). Een CBR werd geobserveerd als ofwel beide primaire parameters verbeterd waren of in het geval dat er 1 van beide verbeterde terwijl de andere stabiel bleef, dit voor ten minste 4 weken. Als secundaire component werd gewicht gebruikt, in het geval dat pijn en de performance status stabiel bleven. Ook harde eindpunten zoals mediane overleving, toxiciteit en tumor respons rate werden geobserveerd. Vooraleer aan de behandeling begonnen werd werden alle patiënten 2 à 7 dagen voor de start van de therapie onderworpen aan pijnstabilisatie om beter de effecten van beide medicatie op vlak van pijn te vergelijken. 63 patiënten werden ingedeeld in de groep die behandeling met gemcitabine onderging. In de eerste cyclus kregen de patiënten gemcitabine IV 1000mg/m² eenmaal per week gedurende 7 weken, gevolgd door een week rust. Het tweede deel van de behandeling bestond uit toediening van dezelfde dosering maar dan 1 keer per week voor 3 weken, telkens gevolgd door een week rust. De andere groep van 63 patiënten onderging behandeling met 5FU 600mg/m², toegediend in hetzelfde doseringsschema als bij gemcitabine. Een verbetering in CBR werd genoteerd bij 23,8%(n=15) van de behandelde met gemcitabine in vergelijking met 4,8%(n=3) van de patiënten die behandeld werden met 5FU (p=0.0022). De nodige tijd om een positieve CBR te bekomen was 3 weken voor 5FU en 7 weken voor gemcitabine. Patiënten die behandeld werden met gemcitabine vertoonden dus een significante verbetering in hun algemeen klinische beeld. Ook op harde eindepunten vertoonde gemcitabine een positieve invloed, mediane overleving was 5.65 maanden voor gemcitabine en 4.41 maanden voor 5FU, wat een verbetering van 28% is. De 1- jaaroverleving steeg van 2% naar 18% bij gemcitabine. Bij de Tumor respons kon geen significante verbetering vastgesteld worden. Tomografisch werd vastgesteld dat zowel bij 5FU en gemcitabine de respons laag is, respectievelijk 0% en 5.4% Toxiciteit werd in beide takken van de studie relatief goed aanvaard, wat erg belangrijk is bij deze populatie. Behandeling met gemcitabine gaat wel gepaard met een licht verhoogd risico op graad III en IV-myelosuppressie hoewel deze effecten laag blijven in vergelijking met andere cytotoxines. 7

18 Gemcitabine bij patiënten met progressie na behandeling met 5FU M.L. Rothenberg et al. onderzocht samen met Burris et al., zie hoger, de potentie van gemcitabine als potentiële behandeling van Stage 3 en 4 pancreaskanker naar aanleiding van een hoopgevende fase 2 studie. In deze studie werd aangetoond dat, zelfs bij patiënten die geen objectieve veranderingen in de afname van tumorgrootte toonden, er een verbetering in de klinische symptomen van de patiënt was. Namelijk afname van subjectieve pijngewaarwording evenals objectief meetbaar gebruik van analgetica. Rothenberg et al.(8) onderzochten in hun fase 2 klinische studie of gemcitabine bij patiënten waarbij progressie van vergevorderd pancreaskanker optrad onder voorgaande behandeling van 5FU, effectief zou kunnen zijn. De eindpunten die geobserveerd werden in deze studie zijn CBR (zie hoger), mediane overleving, tumor respons, tijd tot progressie en toxiciteit. Van de 63 patiënten die deelnamen aan de studie, had 87.3% metastasen op moment van start. Deze patiënten hadden voorafgaande pijnstabilisatie doorlopen en werden daarna behandeld met gemcitabine. Deze pijnstabilisatie werd, zoals hogervermeld, uitgevoerd om te kunnen inschatten of er een stijging of daling is in het gebruik van analgetica. De hoeveelheid analgetica na de stabilisatie wordt als indicatie gebruikt. De mediane tijd tussen voorafgaande behandeling met 5FU en start behandeling gemcitabine bedroeg 4 weken. Gemcitabine werd toegediend IV gedurende 30 min in een dosis van 1000mg/m². De eerste cyclus duurde 7 weken met wekelijkse toediening. Daarna een week rust om over te gaan tot de tweede cyclus: 1 keer per week voor 3 weken, telkens gevolgd door een week rust. 27% van de 63(n=17) patiënten ondervonden een CBR tijdens de behandeling. De mediane tijd om deze CBR te bereiken is 3 weken, mediaan duurde deze CBR 14 weken (range 4-69 weken). Een mediane overleving van 3.85 maanden werd waargenomen met een 1- jaarsoverleving van 4%. Mediane tijd tot progressie van de ziekte is 2.5 maanden. Bij geen enkele van de patiënten werd een volledige tumor respons waargenomen, wel een partiële respons bij 10,5% en 29.8% was stabiel voor (ten minste) 8 weken. Toxiciteit werd ook in deze studie niet als een probleem geïdentificeerd. 11.4% ontwikkelde graad III of IV-anemie en 17.5% had nood aan rode bloedcellen-transfusie. Graad III of IVgranulocytopenie werd gezien bij 26.2% van de patiënten met slechts 1.6% graad IV. Trombocytopenie werd als niet significant beschouwd. 8

19 Investigational New Drug Treatment van gemcitabine In 1995 werd een Investigational New Drug(IND) Treatment program(9) voor gemcitabine opgestart. Het doel van een IND behandelingsprogramma is het product, voor erg zieke patiënten, zo vroeg mogelijk toegankelijk te maken voor een breed publiek. Behandeling met gemcitabine vertoonde in eerdere studies(7, 8) dat het een significante verbetering met zich meebrengt op vlak van symptomen en mediane overleving bij patiënten met gemetastaseerd pancreaskanker. Aan deze studie, die bestudeerde of gemcitabine effectief enig effect had bij pancreaskanker, deden 3032 patiënten mee. Met dit patiënten aantal vormt dit de huidige meest grootschalig studie die gemcitabine als monotherapie bestudeerd bij onresecteerbare pancreaskanker. Pancreaskanker werd in gemetastaseerde vorm aan getroffen bij 80%(n= 1989). Volgende eindpunten werden geobserveerd: disease related symptom improvement(drsi), overleving, tumor respons rate (RR), progressie en toxiciteit. DRSI komt overeen met CBR (zie hoger) alleen werd dit in deze studie retrospectief bepaald. DRSI werd toegekend indien, in vergelijking met de start, er een verbetering was in één of meer van de volgende parameters (zonder achteruitgang bij een andere parameter): pijn en/of analgetica klasse en/of Karnofsky performance status(kps). Indien alle parameters stabiel bleven kon ook een DRSI worden toegekend bij een gewichtstoename van ten miste 7%. Gemcitabine werd opnieuw gedoseerd in 2 cycli. In de eerste cyclus kregen de patiënten gemcitabine IV 1000mg/m² eenmaal per week gedurende 7 weken, gevolgd door een week rust. Het 2de deel van de behandeling bestond uit toediening van dezelfde dosering maar dan 1 keer per week voor 3 weken, telkens gevolgd door een week rust. Na 4 weken behandeling werd een DRSI geobserveerd bij 18.4% (n=455) van de patiënten. Mediane overleving (overal survival OS) bij behandelde patiënten was 4.8 maanden (95%BI, maanden) met een 1-jaarsoverleving van 15%. De mediane tijd tot progressie (progression free survival PFS) in deze studie, was 2.7 maanden (95%BI, maanden). Een tumor RR (partieel 10.6% en volledig 1.4%) van 12.0% (95%BI, %) werd geobserveerd. Toxiciteit door gemcitabine was mild, slechts 4.6% van de deelnemers moesten stoppen door neveneffecten. 9

20 Target therapie gecombineerd met gemcitabine. Vele studies hebben getracht om target therapie toe te passen bij pancreaskanker. Echter in tegenstelling tot bij vele andere kankers zijn de resultaten bij pancreaskanker teleurstellend.(10) De enige fase III- studie die een significant verschil aantoonde, op vlak van overleving, was de studie van Moore et. Al.(11). Deze gerandomiseerde studie toonde het verschil aan in behandeling tussen gemcitabine monotherapie en gemcitabine in combinatie met erlotinib. Aan deze double blind, placebogecontroleerde, internationale fase III-studie namen 596 patiënten deel aan. 285 werden toegewezen aan de arm die behandeling kreeg met gemcitabine en erlotinib en 284 aan gemcitabine en placebo. Deze studie had als primair hardeindpunt OS. Secundaire eindpunten zijn de volgende: PFS, RR, toxiciteit, respons tijd en HER1/EGFR-niveau. De behandeling bestond uit 2 cycli. In de eerste cyclus kregen de patiënten gemcitabine IV 1000mg/m² eenmaal per week gedurende 7 weken, gevolgd door een week rust. Het tweede deel van de behandeling bestond uit toediening van dezelfde dosering maar dan 1 keer per week voor 3 weken, telkens gevolgd door een week rust. Dit werd telkens aangevuld door ofwel mg erlotinib of mg placebo. Mediane OS bij combinatietherapie van gemcitabine met erlotinib was significant langer dan bij de controlegroep, namelijk respectievelijk 6.24 maanden en 5.91 maanden (hazard ratio van 0.82). PFS was ook significant beter bij de combinatietherapie groep dan bij de placebogroep met een geschatte hazard ratio(hr) van jaarsoverleving was niet statistisch significant verschillend met als objectieve tumor respons parameters. Ook kon er geen quality of life (QOL) verbetering aangetoond worden bij toevoeging van erlotinib. Negatieve effecten kwamen significant meer voor bij gemcitabine plus erlotinib in vergelijking met gemcitabine plus placebo. Meestal waren deze bijwerking graad 1 of 2. Bij de gemcitabine plus erlotinib groep werden werd zowel protocol gerelateerde sterfte als interstitial lung disease(ild) frequenter waargenomen (8 vs 0 overlijdens, 7 vs 1 ILD). De voornaamste bijwerking bij de toediening van erlotinib is een skin rash. Van de 282 behandelde patiënten met erlotinib kregen 102 patiënten een rash waarvan 101 een graad 2 of hoger skin rash. Het krijgen van een skin rash werd wel geassocieerd met betere survival rates. 10

21 4.4. Conclusie In 1996 werd aangetoond dat gemcitabine een betere behandeling was dan de toen standaard care voor gemetastaseerd pancreaskanker, namelijk het chemotherapeuticum 5FU (mediane overleving van 5.6 maanden vs 4.2). Gemcitabine vertoonde zowel op het vlak van overleving als op de kwaliteit van de overleving een beter resultaat. De 1-jaarsoverleving bij gemcitabine bedroeg 18% versus 2% bij 5FU. Ook werd er een klinisch positief effect waargenomen door een verbetering in pijn, performance status of gewicht bij 24% in vergelijking met 5%. Beide chemotherapeuticum werden door patiënten ervaren met een gelijkaardige toxiciteit. Na enkele doorslaggevende studies werd gemcitabine dan ook als standaard care geaccepteerd. Deze therapie is echter ver van ideaal. Vele studies hebben geprobeerd gemcitabine monotherapie te vergelijken met gemcitabine in combinatie met andere therapie. Deze studies omvatten onder andere: erlotinib, irinotecan, 5-FU, cisplatin, oxaliplatin en capecitabine. (3) Geen van deze studies bracht echter een significant resultaat met zich mee, met uitzondering van de toevoeging van erlotinib. Erlotinib bracht ongeveer een extra mediane overleving met zich mee van 2 weken. Echter door verhoogde toxische effecten en de skin rash, ten opzichte van het kleine overlevingseffect werd ook deze therapie niet gebruikt. Van 1996 tot 2012 vormde gemcitabine monotherapie de standaardbehandeling voor gemetastaseerd pancreaskanker. Deze therapie laat echter nog steeds veel te wensen over. 11

22 5. Behandeling sinds Evolutie Achttien jaar lang was gemcitabine monotherapie de eerstelijns behandeling bij gemetastaseerde pancreaskanker. Deze therapie heeft echter slechts een mediane overleving van 5.6 maanden. In die 18 jaar heeft geen enkele studie voor baanbrekende verandering in therapie gezorgd. Eind 2011 kwam daar echter verandering in. Een studie toonde aan dat FOLFIRINOX een betere behandeling vormde dan gemcitabine bij patiënten in goede algemene conditie.(12) Een tweede grote doorbraak in de behandeling was in 2013 door combinatie van gemcitabine met nab-paclitaxel.(13) In dit hoofdstuk worden alle fase 3 studies betrekkende tot hetzelfde onderwerp besproken over de behandeling van gemetastaseerde pancreaskanker, sinds 2012 tot de stopzetting van deze masterscriptie (zie methodologie). Ook wordt een vergelijking gemaakt met de huidige guidelines van de American Society of Clinical Oncology(ASCO) en de European Society for Medical Oncology (ESMO) FOLFIRINOX FOLFIRINOX inleiding FOLFIRINOX is een chemotherapie regime bestaande uit 4 verschillende chemotherapeuticum, namelijk leucovorin, FU, irinotecan en oxaliplatin. In eerdere studies werd aangetoond dat irinotecan enig effect had bij advanced pancreaskanker, evenals een synergetisch effect met oxaliplatin. Indien irinotecan toegediend werd voor leucovorin en 5FU, heeft het ook een synergetisch effect met deze betrekkende stoffen.(12) Oxaliplatin heeft enkel effect in combinatie met 5FU.(12)Deze resultaten gaven aanleiding tot het onderzoek van deze stoffen in een regime FOLFIRINOX fase 3 studies Conroy et al.(12) publiceerden in 2011 in the New England Journal of Medicine het vervolg op hun fase 2 studie. Deze fase 3 studie randomiseerde 342 chemotherapie naïeve patiënten, met gemetastaseerde pancreaskanker, onder in twee armen. De ene arm werd behandeld met FOLFIRINOX en de andere studie arm met gemcitabine. Inclusiecriteria waren onder andere: volwassen leeftijd, Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG) performance van 0 of 1 (waarbij dat 0 betekent dat de patiënt ongehinderd kan functioneren in zijn dagelijkse 12

23 activiteiten zoals voor disease onset en waarbij 1 betekent dat de patiënt symptomatisch, maar ambulant; in staat is lichte werkzaamheden uit te voeren) en een goede beenmerg, lever en nierfunctie. Het primaire eindpunt van deze studie is OS, secundaire eindepunten zijn QOL, veiligheid, tumor RR, en PFS. De gemcitabine studiearm kreeg 1000mg/m² in de vorm van een 30 min infuus wekelijks gedurende 7 weken, gevolgd door een week rust. Na deze week rust werd dezelfde dosering toegediend in een cyclus van 3 weken gevolgd door een week rust. FOLFIRINOX bestond uit oxaliplatin 85 mg/m², toegediend als een 2 uur infuus. Dit werd onmiddellijk gevolgd door leucovorin, 400 mg/m² als 2 uur infuus, met additie na 30 minuten van irinotecan, 180mg/m² als 90 min infuus. Het beëindigen van bovenstaand infuus werd gevolgd door een FU(400mg/m²) intraveneuze bolus, gevolgd door een continu infuus(2400mg/m²) over 46 uur. Dit regime werd 2-wekelijks herhaald. FOLFIRINOX toonde een statistisch significant effect aan in overleving, mediane OS was 11.1 maanden (95% BI, ) bij de FOLFIRINOX-arm in vergelijking met 6.8 maanden (95% BI, ) bij patiënten behandeld met gemcitabine. Op tijdstippen 6, 12 en 18 maanden waren 75.9%, 48.4% en 18.6% nog in leven, respectievelijk bij de FOLFIRINOX in vergelijking met 57.6%, 20.6% en 6.0%, bij gemcitabine. De onderzochte RR werd gedefinieerd als een complete respons(cr) of een partiële respons(pr), meer dan 30% regressie van laesies. RR op therapie met FOLFIRINOX was 31.6% (95% BI, ), 53 patiënten met een partiële respons en 1 patiënt met een complete respons. Gemcitabine s RR lag significant lager, 9.6% (95% BI, ) toonde respons op de therapie. Zestien patiënten vertoonden een PR. Stabilisatie van laesies werd bij 38.6% en 41.6% waargenomen, bij respectievelijk FOLFIRINOX en gemcitabine. Disease control rate (DCR) (som van RR en stabilisatie) lag significant hoger bij de FOLFIRINOX arm, 70.2% (95% BI, ) in vergelijking met 50.9% (95% BI, ) bij gemcitabine. Mediane tijd tot progressie toonde bij beide therapieën een gelijkaardige trend, bij FOLFIRINOX 5.9 maanden (95% BI, ) en bij gemcitabine 3.9(95% BI, ). QOL werd tweewekelijks gemonitord via European Organization for Research and Treatment of Cancer (EORTC) quality-of-life core questionnaire (QLQ-C30, version 3.0). Zes maanden in de studie had 31% in de FOLFIRINOX-arm een score vermindering in vergelijking met 66% bij gemcitabine (hazard ratio, 0.47; 95% BI, ; P<0.001). Functionele status, dyspnoe, verlies van eetlust en constipatie vergden allemaal een statistische significantere langere tijd om te detoriëren bij FOLFIRINOX. Op vlak van diarree, insomnia en financiële instabiliteit door ziekte, kon geen significant verschil waargenomen worden. 13

24 Incidentie van graad 3 of 4 neutropenie, febriele neutropenie, trombocytopenie, diarree en sensoriële neuropathie waren significant hoger aanwezig in de FOLFIRINOX arm. In respons hierop werd Filgrastim toegediend bij 42.5% van de patiënten die behandeld werden met FOLFIRINOX en in 5.3% van de patiënten behandeld met gemcitabine (p<0.001). Ook graad 2 alopecie werd frequenter waargenomen bij FOLFIRINOX 11.4% versus 1.2% (p<0.001). Bij gemcitabine kwam frequenter een graad 3 of 4 gestegen alanine aminotransferase niveau voor. Ondanks de hogere incidentie van bijwerkingen, vertoonden patiënten, behandeld met FOLFIRINOX, een significante verbetering in QOL en tijd tot detoriatie van het ziekteproces. Mediane overleving werd verlengd met 4.3 maanden. FOLFIRINOX wordt dus aanbevolen als basistherapie bij patiënten in goede algemene toestand Gemcitabine Combinatietherapie Gemcitabine + sorafenib Inleiding Sorafenib is een multitarget kinase inhibitor van vascular endothelial growth factor (VEGF) receptors (VEGFR) 2 en 3,platelet-derived growth factor (PDGF) receptor en Ras accelerated fibrosarcoma (RAF) kinase.(14) Sorafenib zou zijn potentiële werking uitvoeren door in te werken op de angiogenese van de kankercellen, door inhibitie van VEGF en PDGF, en het storen van cel proliferatie en differentiatie van het Kirsten rat sarcoma (KRAS)-Brapidly accelerated fibrosarcoma (BRAF)-mitogen-activatedprotein/extracellular signal-regulated kinase kinase/extracellular signal-regulated kinase (MEK/ERK) pathway.(14) Gezien KRAS mutatie voorkomt bij meer dan 90% van de pancreaskanker patiënten zou het nuttig kunnen zijn om op deze mutatie therapie te richten.(3) Fase 3 studies Een double blind randomised fase 3 placebo controlled trial om de combinatie van gemcitabine en sorafenib te evalueren werd in 2012 uitgevoerd door Gonçalves et al.(14) Aan deze studie participeerden 104 patiënten met lokaal uitgebreide of gemetastaseerde pancreaskanker. Inclusiecriteria waren: 18 jaar, ECOG score van 0 tot 2, levensverwachting > 12 maanden, minsten 1 meetbare laesie voor Response Evaluation Criteria in Solid Tumors (RECIST) 1.0, geen voorafgaande chemotherapie (bij een uitgebreid stadium) en een goede lever, nier en beenmergfunctie. 14

25 Patiënten werden behandeld met gemcitabine, 1000mg/m² infuus over 30 min, wekelijks, voor 7 weken, gevolgd door 1 week rust. Daarna wekelijks 3 keer om de 4 weken. De ene arm kreeg 200mg sorafenib dagelijks, continu over het volledige studieverloop, en de ander studiearm werd behandeld met 2 comprimés placebo. Het primair eindpunt van deze studies was progression free survival (PFS). In PFS werd geen statistisch significant verschil waargenomen (P = 0.902). Mediane PFS in de gemcitabine/placebo arm was 5.7 maanden (95% BI, ) in vergelijking met 3.8 maanden (95% BI, 3.1 6) in de gemcitabine/sorafenib. Ook was er geen verschil in mediane overleving. De mediane overlevingstijd bedroeg 9.2 maanden (95% BI, ) en 8 maanden (95% BI, ), respectievelijk voor de placebo en sorafenib arm. Respons rates waren vergelijkbaar, bij 23% van patiënten behandeld met gemcitabine/sorafenib en bij 19% behandeld met gemcitabine/placebo kon een objectieve RR geregistreerd worden. Ook op het gebied van QOL kon geen significant verschil waargenomen worden. Toxiciteit was vergelijkbaar in beide armen. Deze studie faalde erin om een significant verschil aan te tonen in PFS tussen gemcitabine/placebo en de combinatietherapie gemcitabine/sorafenib. Andere objectieve parameters slaagden er ook niet in om een verschil aan te tonen. Sorafenib in combinatie met gemcitabine heeft dus geen plaats in de behandeling van gemetastaseerde pancreaskanker Gemcitabine + aflibercept Inleiding Aflibercept is een recombinante fusie proteïne met als therapeutisch doel inhibitie van VEGF.(15) VEGF medieert de angiogenese van cellen. VEGF overexepressie is vaak aanwezig en geassocieerd met een slechte prognose.(15) VEGF inhibitie zou de groei van pancreaskankercellen volgens die rationale afremmen Fase 3 studies Rougier et al.(15)publiceerden in 2013 een gerandomiseerde, double blind controlled fase 3 trial, met als doel om aflibercept te evalueren in patiënten met gemetastaseerde pancreaskanker. Aan deze studie namen 546 patiënten deel. Inclusiecriteria waren: 18 jaar oud, ECOG 2, cytologische of histologische bevestigde gemetastaseerde adenoom carcinoom van de pancreas, adequate orgaanfunctie en geen voorafgaande chemotherapie (met uitzondering van gemcitabine/capecitabine als radiosensisitief agens 3 maanden). Het 15

26 primair eindepunt van deze studie was OS met als secundaire eindpunten: PFS, RR en veiligheid. Patiënten kregen gemcitabine in twee cyclussen. In de eerste cyclus kregen de patiënten gemcitabine IV 1000mg/m² eenmaal per week gedurende 7 weken, gevolgd door een week rust. Het 2de deel van de behandeling bestond uit toediening van dezelfde dosering maar dan 1 keer per week voor 3 weken, telkens gevolgd door een week rust. Daarbij werd aflibercept 4mg/kg of placebo intraveneus (IV) toegediend over 1 uur om de 2 weken. Het onderzochte primaire eindpunt OS kon geen statistisch verschil aantonen tussen de twee studiearmen (p=0.2034). Mediane overleving was 6.5 maanden (95% BI, ) in de aflibercept arm en 7.8 maanden (95% BI, ) in de placeboarm. PFS was voor beide armen 3.7 maanden (placebo 95% BI, ) (aflibercept 95% BI, ). Eénjaarsoverleving voor de placeboarm was 25% (95% BI, 18 33) en 21% (95% BI, 13 28) voor de aflibercept arm. Toxiciteit was vergelijkbaar in beide armen, behalve het vaker voorkomen van hypertensie en hemorragische events bij patiënten behandeld met aflibercept. Toevoeging van aflibercept aan behandeling met gemcitabine werd algemeen goed getolereerd maar leverde geen verbetering op voor de OS van de patiënt. Angiogenese remmen in patiënten, aan de hand van toevoeging van aflibercept, aan de behandeling met gemcitabine is niet relevant Gemcitabine + nab-paclitaxel Inleiding Nanoparticle albumin bound paclitaxel of kortweg nab-paclitaxel is een vorm van injecteerbare paclitaxel. In deze vorm is paclitaxel, een chemotherapeuticum afkomstig uit Taxus Brevifolia, gebonden aan albumine als vector.(16) Paclitaxel zorgt voor cel destructie door de normale afbraak van microtubuli tijdens de celdeling te verhinderen Fase 3 studies In 2013 werd een fase 3 studie gepubliceerd door Von Hoff et al.(13) om de effectiviteit van gemcitabine in combinatie met nab-paclitaxel versus gemcitabine monotherapie. 861 patiënten werden gerandomiseerd (1:1) over de 2 studiearmen. Inclusiecriteria waren: 18 jaar, KPS 70, chemotherapie naïef voor gemetastaseerde ziekte en een RECIST meetbare laesie. Het primaire eindpunt van deze studie was OS. Secundaire eindpunten waren PFS en RR. 16

27 De gemcitabine/nab-paclitaxel studiearm kregen een min IV-infuus nab-paclitaxel met dosis 125mg/m², gevolgd door een gemcitabine infuus met een dosis van 1000mg/m². Deze behandeling werd toegediend op dag 1, 8 en 15 iedere 4 weken. De gemcitabine monotherapie studiearm kregen alleen een gemcitabine infuus(1000mg/m²), wekelijks voor 7 weken gevolgd door een week rust. In alle hierop volgende cyclussen werd behandeling toegediend op dag 1, 8 en 15 om de 4 weken. De effectieve behandelde populatie was 421 met nabpaclitaxel en 402 met gemcitabine. De mediane overleving bij de intention to treat populatie was 8.5 maanden (95% BI, ) met nab-paclitaxel/gemcitabine, vergeleken met 6.7 maanden (95% BI, ) met gemcitabine. Patiënten die additie van nab-paclitaxel ontvingen leefden statistisch gezien significant langer (p=0.001). PFS was ook significant beter bij nabpaclitaxel, namelijk 5.5 maanden (95% BI, ) versus 3.7 maanden (95% BI, ) (p=0.001). Eénjaarsoverleving was 35% (95% BI, 30 39%), bij gemcitabine alleen 22% (95% BI, 18 27%)(p<0.001). De RR was volgens review door een onafhankelijke partij significant hoger bij de nab-paclitaxel arm. Bij de nab-paclitaxel arm werd bij 23% (95% BI, 19 27) een respons waargenomen versus 7 % (95% BI, 5 10) bij de gemcitabine monotherapiearm. QOL-beoordeling werd niet uitgevoerd. Vaak voorkomende niet hematologische neveneffecten van de therapie waren: vermoeidheid (54%), alopecie (50%) en nausea (49%). Graad 3 of hoger toxiciteit die vaker voorkwam, bij de nab-paclitaxel arm, waren neutropenie, leukopenie, vermoeidheid en perifere neuropathie. In 8% van de behandelde patiënten moest de behandeling met nab-paclitaxel stop gezet worden wegens perifere neuropathie (alle graden), bij 10% was een dosisreductie noodzakelijk. Het aandeel van de patiëntenpopulatie met serious adverse effects (AE) was gelijkaardig, 50% bij nab-paclitaxel plus gemcitabine en 43% bij gemcitabine. Vaker voorkomend bij nab-paclitaxel en gemcitabine was sepsis (5 vs 2%) en pneumonie (4 vs 1%). Bij de vorige studie was 80% van de patiëntenpopulatie overleden bij rapportering van OS cijfers. Goldstein et al. (17) deed een lange termijn follow-up onderzoek van de 861 patiënten die deelnamen aan de fase 3 MPACT trial.(13) Studie design en patiënten criteria werd eerder al besproken. De data van deze studie is gebaseerd op 774 overlijdens, wat overeenkomt met 90% van de patiëntenpopulatie. De mediane overleving bij behandeling met gemcitabine/nab-paclitaxel (8.7 maanden, 95% BI, ) was significant langer dan bij gemcitabine alleen (6.6 maanden, 95% BI,

28 7.20) (p<0.001). Door deze langdurige follow-up konden ook patiënten waargenomen worden die nog in leven waren na 2 jaar. Bij gemcitabine monotherapie was na 24 maanden nog 5% in leven, na 36 maanden waren alle patiënten overleden. Gemcitabine/nab-paclitaxel heeft betere lange termijn overlevingscijfer, na 24 maanden was nog 10% in leven en aan 36 maanden 4%. Baseline karakteristieken bij patiënten met een overleving van 2 jaar waren niet significant verschillend, op uitzondering van geslacht (48% patiënten van het mannelijk geslacht bij gemcitabine alleen versus 64%) en CA19-9 spiegels. Een hoger aandeel van patiënten behandeld met gemcitabine/nab-paclitaxel, die na 2 jaar nog in leven was, had bij de aanvang van de studie verhoogde CA19-9 waarden (55% versus 15%).Bij patiënten met een baseline spiegel van CA19-9 mediaan (2470 U/ml) was OS statistisch gezien significant langer bij degene die gemcitabine/nab-paclitaxel toegediend kregen dan bij gemcitabine alleen. OS was bij behandeling met gemcitabine/nab-paclitaxel op zich onafhankelijk van het baseline CA19-9 niveau (p=0.470). Daarentegen was bij gemcitabine monotherapie OS significant beter bij CA19-9 spiegels lager dan de mediaan in vergelijking met spiegels mediaan (p<0.001). CA19-9 zou volgens een andere studie echter geen onafhankelijke voorspellende factor voor OS zijn.(18) In dit model werd wel een slechte KPS score(70-80 vs ) en de aanwezigheid van levermetastasen geassocieerd met een verhoogde overlijdenskans.(18) Een neutrophil-to-lymphocyte ratio(nlr) van 5 hadden een significante langere OS in vergelijking met een NLR >5 (p<0.001). Gemcitabine/nab-paclitaxel vertoonde, in vergelijking met gemcitabine monotherapie, een significante betere OS bij een NLR 5 (p<0.001). Bij een NLR > kon een trend richting gemcitabine/nab-paclitaxel waargenomen worden, maar deze trend was niet significant (p= 0.079). Nab-paclitaxel gecombineerd met gemcitabine heeft een significant beter effect dan gemcitabine monotherapie. Zowel het primaire eindpunt OS als secundaire eindpunten FS en RR waren significant hoger. Additie van nab-paclitaxel zorgt wel voor meer myelosuppressie en perifere neuropathie, meestal van reversibele aard. Patiënten met een NLR 5 en CA19-9 < 2470 U/ml hadden een significante beter OS indien behandeld met gemcitabine/nab-paclitaxel in vergelijking met gemcitabine monotherapie. In een andere studie werd CA19-9 niet waargenomen als onafhankelijke predicitieve factor voor OS. (18) 18

29 Gemcitabine en capectiabine + GV Inleiding GV1001 is een synthetisch peptide vaccin, bevattend een 6 aminozuur humaan telomerase reverse transcriptase peptide.(19) Dit vaccin heeft een potentiële werking door activatie van cytotoxische T-lymfocyten die inwerken op kankercellen met telomerase expressie.(19) Telomerase komt tot over expressie in de meeste tumorcellen en heeft een sleutelrol in de cel proliferatie Fase 3 studies Middleton et al.(19) publiceerde in 2014 een studie die wou nagaan of GV1001 vaccinatie effectief was bij chemotherapie. Aan deze 3 groep, randomised, open label fase 3 controlled trial namen 1062 patiënten deel. Patiënten met gemetastaseerde of lokaal uitgebreide pancreaskanker die in aanmerking kwamen voor de behandeling waren 18 jaar, chemotherapie naïef, ECOG 2 en hadden een adequate orgaanfunctie. Deze studie onderzocht OS als primair eindpunt, secundaire eindpunten waren: veiligheid, PFS, RR, QOL, veranderingen in CA19-9 spiegels en immuunrespons (gemeten als "delayed-type hypersensitivity" of een positieve "proliferation assay"). Van de 1062 gescreende patiënten werden 358 gerandomiseerd om behandeld te worden met chemotherapie (gemcitabine + capecitabine), 350 met chemotherapie plus sequentieel GV1001 en 354 met chemotherapie plus concurrent GV1001. Patiënten die gerandomiseerd werden om enkel chemotherapie te krijgen werden behandeld met gemcitabine (1000 mg/m², 30 min iv infusie op dagen 1, 8 en 15) en capecitabine (830 mg/m² oraal2 maal daags voor 21 dagen) voor 28 dagen (1 cyclus). Deze cyclus werd 6 maal herhaald. Patiënten toegewezen aan sequentiële chemo-immunotherapie kregen twee cyclussen van bovenvermelde chemotherapie, gevolgd door een intradermale injectie van recombinant GM-CSF (75 μg), in het lager abdomen minuten later wordt dit gevolgd door op dezelfde plaats een injectie toe te dienen van 0.56 mg GV1001. Deze immunisatie werd uitgevoerd op dagen 1,3 en 5 van week 1, hierna wekelijks op week 2,3,4 en 6, waarna maandelijks. Patiënten die at random toegewezen werden tot de concurrente chemoimmunotherapie groep werden behandeld met combinatie chemotherapie, op dezelfde wijze als de chemotherapie alleen groep, voor 6 cycli en GV1001 immunisatie therapie vanaf dag 1 volgens het therapieschema van de sequentiële groep. 19

30 Mediane OS was niet significant verschillend in de chemotherapie groep (7.89 maanden,95% BI, ) in vergelijking met de sequentiële groep (6.94 maanden, 95% BI ) (HR1.19,98.25%, BI , p=0.05), of in vergelijking met de concurrente groep (8.3 maanden, 95% BI ) (HR 1.05, 98.25% BI, , p=0.64). PFS was ook niet significant verschillend over de 3 groepen, namelijk 6.4 maanden (95% BI, ) bij de chemotherapie groep, 4.5 maanden (95% BI, ) bij de sequentiële groep en 6.6 (95% BI, ) bij de concurrente groep (p<0.0001). Een objectieve RR werd waargenomen bij 18% in de chemotherapie alleen groep, 9% bij de sequentiële chemo-immunotherapie en 16% van de patiënten in de concurrente chemo-immunotherapie. Patiënten behandeld met de sequentiële chemo-immunotherapie hadden significant een lagere RR (p=0.001). In de 2 groepen die behandeld werden met monotherapie kon er geen verschil aangetoond worden in de proportie van de patiënten die een delayed-type hypersensitivity positieve reactie vertoonden (12% van de sequentiële groep vs 20% van de concurrente, p=0.053). Bij de patiënten die een positieve delayed-type-hypersensitivity reactie vertoonden kon er geen verschil aangetoond worden, op gebied van OS, in vergelijking met een patiënten die een negatieve delayed-type-hypersensitivity reactie vertoonden. T-celproliferatie werd slechts gemeten bij een beperkte subgroep van patiënten, er was geen significant verschil in T-cel proliferatie tussen de 2 immunotherapie groepen. Patiënten die een positieve T-cel proliferatie vertoonden hadden geen significant verschil in OS, in beide groepen, in vergelijking met patiënten met een negatieve proliferatie. In een univariabele analyse werden het klinisch stadium, CA19-9 spiegels en ECOG scores geassocieerd met een betere overleving (p<0.001). Toxiciteit was vergelijkbaar over de 3 groepen, er was geen evidentie van enige additionele toxische effecten veroorzaakt door de immuno-chemotherapie. Patiënten die gerandomiseerd werden in de sequentiële groep hadden wel significant hogere pijnscores dan de patiënten toegewezen aan de chemotherapie alleen groep rond week 20. Toevoeging van GV1001 aan chemotherapie met gemcitabine en capecitabine gaf geen effect op OS bij patiënten met gemetastaseerde pancreaskanker. 20

Wel of Niet starten?

Wel of Niet starten? Chemotherapie in de palliatieve setting van het pancreascarcinoom Wel of Niet starten? Dick Richel AMC / MST 3 e Verpleegkundig Congres 10 januari 2014 Pancreascarcinoom feiten Incidentie in Nederland

Nadere informatie

Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst

Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst 18 mei 2006 Jaarbeurs Utrecht Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst Jan Ouwerkerk Research Coördinator Oncologie Leids Universitair Medisch Centrum Pancreas Carcinoom Incidencie: 33.730 nieuwe patiënten

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse samenvatting Longkanker is een ziekte waaraan jaarlijks in Nederland ongeveer evenveel mensen overlijden als borst-, prostaat- en darmkanker bij elkaar. Ondanks de

Nadere informatie

Lage tractus digestivus. Lieke Simkens Internist-oncoloog Máxima Medisch Centrum

Lage tractus digestivus. Lieke Simkens Internist-oncoloog Máxima Medisch Centrum Lage tractus digestivus Lieke Simkens Internist-oncoloog Máxima Medisch Centrum Disclosure (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld

Nadere informatie

OLIJFdag 3 oktober 2015

OLIJFdag 3 oktober 2015 OLIJFdag 3 oktober 2015 Nieuwe behandelingen bij eierstokkanker Els Witteveen Internist-oncoloog Huidige en nieuwe inzichten Intraperitoneale toediening Toevoeging van bevacizumab Dose dense toediening

Nadere informatie

Behandelen in de palliatieve fase zin of onzin?

Behandelen in de palliatieve fase zin of onzin? Behandelen in de palliatieve fase zin of onzin? Palliatieve chemotherapie Birgit Mispelaere Algemene medisch oncologie 16.09.2010 Palliatieve therapie Behandelen en voorkomen van symptomen en klachten

Nadere informatie

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van

Nadere informatie

BOM. Pembrolizumab als monotherapie bij niet-resectabel of gemetastaseerd melanoom

BOM. Pembrolizumab als monotherapie bij niet-resectabel of gemetastaseerd melanoom 49 Pembrolizumab als monotherapie bij niet-resectabel of gemetastaseerd melanoom Introductie De behandeling van niet-resectabel of gemetastaseerd (gevorderd) melanoom is in de laatste 5 jaar sterk verbeterd

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven

Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven Per jaar krijgen in Nederland tenminste 2150 patiënten een rectum tumor. Vijf jaar na behandeling leeft ongeveer de helft van die patiënten nog. Hierbij

Nadere informatie

Behandeling op maat. Mammacarcinoom en targeted therapy 4 e mammacongres Harderwijk. Carolien P. Schröder, MD, PhD Internist oncoloog UMCG

Behandeling op maat. Mammacarcinoom en targeted therapy 4 e mammacongres Harderwijk. Carolien P. Schröder, MD, PhD Internist oncoloog UMCG Behandeling op maat Carolien P. Schröder, MD, PhD Internist oncoloog UMCG Mammacarcinoom en targeted therapy 4 e mammacongres Harderwijk C.P. Schröder internist oncoloog Mammacarcinoom en targeted therapy

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Analyse van chromosomale afwijkingen in gastrointestinale tumoren In het ontstaan van kanker spelen vele moleculaire processen een rol. Deze processen worden in gang gezet door

Nadere informatie

Samenvatting. vatting

Samenvatting. vatting Samenvatting vatting Dit proefschrift gaat over de toepassing van ATP infusen in de palliatieve thuiszorg. De palliatieve fase begint op het moment dat genezing van kanker niet of niet langer mogelijk

Nadere informatie

PALLIATIEVE (CHEMO)THERAPIE JA OF NEE?

PALLIATIEVE (CHEMO)THERAPIE JA OF NEE? PALLIATIEVE (CHEMO)THERAPIE JA OF NEE? Astrid Demandt Internist-hematoloog OMC 10 November 2011 CHEMOTHERAPIE/ TARGETED THERAPY Curatief (Neo)-adjuvant Palliatief: geen locale therapie mogelijk of gemetastaseerde

Nadere informatie

Significante Fase III Studies in de Oncologie Wat betekent dit voor de practicus?

Significante Fase III Studies in de Oncologie Wat betekent dit voor de practicus? Significante Fase III Studies in de Oncologie Wat betekent dit voor de practicus? Dr. L. Dirix Medische Oncologie Behandeling van vaste tumoren Adjuverende therapie Uitgezaaide ziekte Gerandomizeerd onderzoek

Nadere informatie

Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom

Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom Wat is de stand van zaken Frank Jacobs sept 2017 Disclosures Frank Jacobs (potentiële) belangenverstrengeling geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

Coloncarcinoom. Inleiding 13/11/2009. Epidemiologie van het colorectaal carcinoom (CRC)

Coloncarcinoom. Inleiding 13/11/2009. Epidemiologie van het colorectaal carcinoom (CRC) Coloncarcinoom Ann Van Mechelen ZNA Stuivenberg Inleiding Definitie: kwaadaardige wildgroei van weefsel van de dikke darm. Epidemiologie van het colorectaal carcinoom (CRC) Belgie: 6.500 nieuwe gevallen/jaar

Nadere informatie

Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam

Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam Amsterdam, 19 Januari 2018 Pancreascarcinoom Slechte prognose (5 jaars-overleving,

Nadere informatie

Pancreascarcinoom

Pancreascarcinoom 7.1.3. Pancreascarcinoom 1. Pancreasadenocarcinoma: diagnose en staging 1.1. Symptomen Zeer aspecifiek. 10% van de patiënten presenteren zich met nieuwe DM. Bij oudere patiënten is acute pancreatitis vaak

Nadere informatie

Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands

Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands Maagcarcinoom Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands Inhoud Therapie Systemisch Gericht op klachten Nieuwe ontwikkelingen/toekomst Epidemiologie Verschil Europa en Noord-Amerika vs Azië,

Nadere informatie

10 e Post O.N.S. Meeting. Els Meuleman Verpleegkundig specialist oncologie Slingeland Ziekenhuis Doetinchem

10 e Post O.N.S. Meeting. Els Meuleman Verpleegkundig specialist oncologie Slingeland Ziekenhuis Doetinchem 10 e Post O.N.S. Meeting Els Meuleman Verpleegkundig specialist oncologie Slingeland Ziekenhuis Doetinchem Breast cancer update Update behandelopties bij hormoongevoeligheid Update behandelopties bij Her

Nadere informatie

BOM. Nivolumab gecombineerd met ipilimumab bij nietresectabel of gemetastaseerd melanoom

BOM. Nivolumab gecombineerd met ipilimumab bij nietresectabel of gemetastaseerd melanoom 43 Nivolumab gecombineerd met ipilimumab bij nietresectabel of gemetastaseerd melanoom Inleiding De behandeling van niet-resectabel of gemetastaseerd (gevorderd) melanoom is in de laatste 5 jaar sterk

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008

Nadere informatie

TRIPLE NEGATIEF BORSTKANKER. Nieuwe ontwikkelingen en onderzoek. Rianne Oosterkamp, internist-oncoloog Medisch Centrum Haaglanden

TRIPLE NEGATIEF BORSTKANKER. Nieuwe ontwikkelingen en onderzoek. Rianne Oosterkamp, internist-oncoloog Medisch Centrum Haaglanden TRIPLE NEGATIEF BORSTKANKER Nieuwe ontwikkelingen en onderzoek Rianne Oosterkamp, internist-oncoloog Medisch Centrum Haaglanden Triple negatief borstkanker TNBC Geen ER Geen PR Geen HER2 (Nog) geen target

Nadere informatie

Gebruik van prognostische en predictieve factoren bij de behandeling van het colorectaal carcinoom GIOCA congres 2017

Gebruik van prognostische en predictieve factoren bij de behandeling van het colorectaal carcinoom GIOCA congres 2017 Gebruik van prognostische en predictieve factoren bij de behandeling van het colorectaal carcinoom GIOCA congres 2017 Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam Colorectaal carcinoom Vroeger

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen binnen de GE Oncologie: wordt de behandeling te duur? Hanneke Wilmink Internist- oncoloog

Nieuwe ontwikkelingen binnen de GE Oncologie: wordt de behandeling te duur? Hanneke Wilmink Internist- oncoloog Nieuwe ontwikkelingen binnen de GE Oncologie: wordt de behandeling te duur? Hanneke Wilmink Internist- oncoloog Kosten kanker behandeling 2011 NL: 100.600 nieuwe gevallen kanker Vooral op oudere leedijd

Nadere informatie

Chemotherapie en de witte bloedcel

Chemotherapie en de witte bloedcel Chemotherapie en de witte bloedcel Marc De Man Digestieve Oncologie UZ GENT 04/12/2015 Neutropenie Aanpak neutropenie Optimaal klinisch resultaat Adjuvant Adjuvant Palliatief Palliatief 2 Neutropenie Aanpak

Nadere informatie

Behandelingsmogelijkheden en trials bij het oesophagus- en maagcarcinoom M. Wumkes, Medische Oncologie VUmc

Behandelingsmogelijkheden en trials bij het oesophagus- en maagcarcinoom M. Wumkes, Medische Oncologie VUmc Behandelingsmogelijkheden en trials bij het oesophagus- en maagcarcinoom 2017 M. Wumkes, 21-09-2017 Medische Oncologie VUmc 1 Te bespreken Standaardbehandeling Studiebehandeling Ontwikkeling nieuwe medicijnen

Nadere informatie

IMMUNOTHERAPIE BIJ LONGTUMOREN

IMMUNOTHERAPIE BIJ LONGTUMOREN IMMUNOTHERAPIE BIJ LONGTUMOREN HET GLAS IS NIET LANGER LEEG Paul Germonpré Pneumoloog Oncoloog geintegreerd Kankercentrum Gent Klinische Studiedienst Oncologie Disclaimer In the past I received unrestricted

Nadere informatie

Sarcoma State of the art deel 2

Sarcoma State of the art deel 2 19 mei 2009 Jaarbeurs Utrecht Sarcoma State of the art deel 2 Jan Ouwerkerk Research Coördinator Oncologie Leids Universitair Medisch Centrum Osteosarcoom Osteosarcoom is een primaire botkanker die zijn

Nadere informatie

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 200 SAMENVATTING Dikkedarmkanker is één van de voornaamste oorzaken van kanker-gerelateerde sterfte in geïndustrialiseerde landen. Als de darmtumor in een vroeg stadium wordt ontdekt, is genezing meestal

Nadere informatie

Radiotherapie bij het gemetastaseerd niercelcarcinoom. Dr Nathalie Meireson Universitaire Radiotherapie Antwerpen 28/02/2013

Radiotherapie bij het gemetastaseerd niercelcarcinoom. Dr Nathalie Meireson Universitaire Radiotherapie Antwerpen 28/02/2013 Radiotherapie bij het gemetastaseerd niercelcarcinoom Dr Nathalie Meireson Universitaire Radiotherapie Antwerpen 28/02/2013 inleiding casus heden toekomst radiotherapie en new drugs Inleiding Wat doet

Nadere informatie

Vectibix (panitumumab) Educatief materiaal voor de arts

Vectibix (panitumumab) Educatief materiaal voor de arts De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel Vectibix. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

PELICAN trial. Pancreatic Locally advanced Irresectable Cancer Ablation in the Netherlands. Afdeling Chirurgie, UMC Utrecht 2

PELICAN trial. Pancreatic Locally advanced Irresectable Cancer Ablation in the Netherlands. Afdeling Chirurgie, UMC Utrecht 2 PELICAN trial Pancreatic Locally advanced Irresectable Cancer Ablation in the Netherlands Hoofdonderzoekers: IQ Molenaar 1, MG Besselink 2 en HC van Santvoort 3 Studie coördinatoren: Lilly Brada¹, Marieke

Nadere informatie

SAMENVATTING EN CONCLUSIES

SAMENVATTING EN CONCLUSIES SAMENVATTING EN CONCLUSIES De afgelopen 10 jaar hebben de taxanen paclitaxel (Taxol ) en docetaxel (Taxotere ) een belangrijke plaats verworven in de chemotherapeutische behandeling van kanker. Beide geneesmiddelen

Nadere informatie

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn : Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009

Nadere informatie

Nieuwe middelen voor sarcomen

Nieuwe middelen voor sarcomen Nieuwe middelen voor sarcomen Anneke Westermann, internist-oncoloog AMC Amsterdam Contactdag Sarcomen 26 mei 2018 Vooruitgang behandeling wekedelensarcoom Vooruitgang behandeling botsarcoom Chemotherapie

Nadere informatie

Chapter 7. Algemene Discussie en Samenvatting

Chapter 7. Algemene Discussie en Samenvatting Algemene Discussie en Samenvatting 75 76 Algemene Discussie en Samenvatting Plaveiselcelcarcinoom van het oog bij runderen (BOSCC) en het vulva papilloma en carcinoma complex bij runderen (BVPCC) zijn

Nadere informatie

5-jaars Follow-up van de FAME studie

5-jaars Follow-up van de FAME studie 5-jaars Follow-up van de FAME studie WCN Congres 2015, Amsterdam 20-11-2015 Drs. L.X. van Nunen namens de FAME studiegroep Potential conflicts of interest Ik, Lokien X. van Nunen, heb GEEN conflicts of

Nadere informatie

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 6-12 maanden postoperatief

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 6-12 maanden postoperatief 9. Follow-up Aantal maanden? Datum: Setting: O klinisch O poliklinisch Beoordelaar: (naam) Algemeen Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 6- postoperatief Is de patient opgenomen geweest

Nadere informatie

Leven met kanker Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling bij longkanker. Judith Herder 2017

Leven met kanker Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling bij longkanker. Judith Herder 2017 Leven met kanker Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling bij longkanker Judith Herder 2017 Deze presentatie Enkele feiten over kanker Wat is longkanker nou eigenlijk? Behandeling bij uitgezaaid longkanker

Nadere informatie

Keytruda (pembrolizumab)

Keytruda (pembrolizumab) EMA/235911/2019 EMEA/H/C/003820 Een overzicht van Keytruda en waarom het is geregistreerd in de EU Wat is Keytruda en wanneer wordt het voorgeschreven? Keytruda is een geneesmiddel tegen kanker dat wordt

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING 2 NEDERLANDSE SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN In gezonde personen is er een goede balans tussen cellen die delen en cellen die doodgaan. In sommige gevallen wordt deze balans verstoord en delen cellen

Nadere informatie

Pegfilgrastim. Het afbeeldingonderdeel met relatie-id rid12

Pegfilgrastim. Het afbeeldingonderdeel met relatie-id rid12 Pegfilgrastim Jacqueline Wallage AIOS Anesthesiologie 21 augustus 2017 Het afbeeldingonderdeel met relatie-id rid2 is niet aangetroffen in het bestand. Casus Man met lymfoom en darmperforatie Na CHOP-kuur

Nadere informatie

Immuuntherapie: resultaten tot nu toe bij patiënten met een longcarcinoom Willemijn Theelen

Immuuntherapie: resultaten tot nu toe bij patiënten met een longcarcinoom Willemijn Theelen Immuuntherapie: resultaten tot nu toe bij patiënten met een longcarcinoom 15-06-2017 Willemijn Theelen w.theelen@nki.nl Risicofactoren Longcarcinoom Roken in 90% de oorzaak Passief roken : 1,2-1,3 x verhoogd

Nadere informatie

Systemische behandeling junctieen maagcarcinoom

Systemische behandeling junctieen maagcarcinoom Systemische behandeling junctieen maagcarcinoom Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog 11 maart 2019 The Netherlands Junctie- en maagcarcinoom Inhoud Epidemiologie Therapie in opzet curatief in opzet palliatief

Nadere informatie

NK cellen of Natural Killer cellen bieden een aangeboren bescherming tegen

NK cellen of Natural Killer cellen bieden een aangeboren bescherming tegen Nederlandse samenvatting NK cellen of Natural Killer cellen bieden een aangeboren bescherming tegen ziekteverwekkende indringers zoals virussen maar ook tegen kankercellen. In patiënten met kanker functioneren

Nadere informatie

Ontwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom. 17-9-2015 dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog

Ontwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom. 17-9-2015 dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog Ontwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom 17-9-2015 dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog Doelgerichte therapie bij het lokaal gevorderd en gemetastaseerd

Nadere informatie

Stereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau.

Stereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau. Stereotactic Radiation Therapy for Stage I Non-Small Cell Lung Cancer Nederlandse titel Stereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau.

Nadere informatie

Systeemtherapie bij erfelijke borstkanker (BRCA mutatie) Hans Wildiers Medisch oncoloog, UZLeuven, MBC

Systeemtherapie bij erfelijke borstkanker (BRCA mutatie) Hans Wildiers Medisch oncoloog, UZLeuven, MBC Systeemtherapie bij erfelijke borstkanker (BRCA mutatie) Hans Wildiers Medisch oncoloog, UZLeuven, MBC Wat is er speciaal aan BRCAm borstkanker? - BRCA = tumor suppresor gen - Zorgt voor herstel van double

Nadere informatie

Targeted Therapy Casus Oesofaguscarcinoom. Dokter, dit is mijn tumor. Marion Stevense AIOS Interne Oncologie 31-3-2015

Targeted Therapy Casus Oesofaguscarcinoom. Dokter, dit is mijn tumor. Marion Stevense AIOS Interne Oncologie 31-3-2015 Targeted Therapy Casus Oesofaguscarcinoom Dokter, dit is mijn tumor Marion Stevense AIOS Interne Oncologie 31-3-2015 Disclosure Belangen (Potentiële) Belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

Radium 223 therapie bij botmetastasen

Radium 223 therapie bij botmetastasen Radium 223 therapie bij botmetastasen PKS nov 2017 Dr. J. Lavalaye Nucleaire Geneeskunde Disclosure belangen spreker: lavalaye Bijeenkomst titel en datum: PKS (potentiële) Belangenverstrengeling Voor bijeenkomst

Nadere informatie

nederlandse Samenvatting

nederlandse Samenvatting nederlandse Samenvatting In de strijd tegen kanker kunnen we meerdere aspecten onderscheiden: preventie, vroege diagnose, operatieve verwijdering, bestraling en behandeling met geneesmiddelen. Het uiteindelijke

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35283 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35283 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35283 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Charehbili, Ayoub Title: Optimising preoperative systemic therapy for breast cancer

Nadere informatie

Informatie verstrekt onder het gezag van het FAGG

Informatie verstrekt onder het gezag van het FAGG Een Direct Healthcare Professional Communication (DHPC) is een schrijven dat naar de gezondheidszorgbeoefenaars wordt gezonden door de farmaceutische firma s, om hen te informeren over mogelijke risico

Nadere informatie

nederlandse samenvatting

nederlandse samenvatting Nederlandse Samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Inleiding Hartfalen is een syndroom, waarbij de pompfunctie van het hart achteruitgaat en dat onder andere gepaard kan gaan met klachten van kortademigheid

Nadere informatie

Responsevaluatie met 3T-DWI-MRI na inductie met FOLFIRINOX chemotherapie bij lokaal gevorderd PDAC (IMAGE-MRI)

Responsevaluatie met 3T-DWI-MRI na inductie met FOLFIRINOX chemotherapie bij lokaal gevorderd PDAC (IMAGE-MRI) Responsevaluatie met 3T-DWI-MRI na inductie met FOLFIRINOX chemotherapie bij lokaal gevorderd PDAC (IMAGE-MRI) Eran van Veldhuisen, Bengt van Rijssen, Remy Klaassen, Yung Nio, Hanneke Wilmink, Krijn Van

Nadere informatie

ASCO 2015 Behandeling van oesofagus/maag en pancreas carcinoom: The future starts now?

ASCO 2015 Behandeling van oesofagus/maag en pancreas carcinoom: The future starts now? ASCO 2015 Behandeling van oesofagus/maag en pancreas carcinoom: The future starts now? Hanneke W.M. van Laarhoven Medical Oncology Academic Medical Centre University of Amsterdam Disclosures Consultant

Nadere informatie

Samenvatting 129. Samenvatting

Samenvatting 129. Samenvatting Samenvatting 128 Samenvatting 129 Samenvatting Het mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen, met wereldwijd een jaarlijkse incidentie van 1,67 miljoen. De prognose van patiënten met

Nadere informatie

MSI/ KRAS/ NRAS consequenties behandeling? Hanneke Wilmink Internist-oncoloog AMC

MSI/ KRAS/ NRAS consequenties behandeling? Hanneke Wilmink Internist-oncoloog AMC MSI/ KRAS/ NRAS consequenties behandeling? Hanneke Wilmink Internist-oncoloog AMC Casus 1 74-jarige man, stadium II (T3N0M0) sigmoid carcinoom, nu 30 dagen na laparoscopische sigmoid resectie, MSS tumor,

Nadere informatie

19 mei 2009 Jaarbeurs Utrecht. Longkanker. Nieuwe inzichten en aanpak. Annemieke Kreiter Nurse practitioner oncologie SKB Winterswijk

19 mei 2009 Jaarbeurs Utrecht. Longkanker. Nieuwe inzichten en aanpak. Annemieke Kreiter Nurse practitioner oncologie SKB Winterswijk 19 mei 2009 Jaarbeurs Utrecht Longkanker Nieuwe inzichten en aanpak Annemieke Kreiter Nurse practitioner oncologie SKB Winterswijk Met dank aan Diane Paolilli, Elizabeth Waxman en Cynthia Chernecky Cijfers

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Chapter 8: Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Colorectale kanker (kanker aan de dikke darm of endeldarm) is de belangrijkste oorzaak van uitzaaiingen (metastasen)

Nadere informatie

Klinische implicaties van de EVOLVE studie

Klinische implicaties van de EVOLVE studie ASN Review 2012 Klinische implicaties van de EVOLVE studie Marc Vervloet, internist-nefroloog VU medisch centrum Associatie PTH met mortaliteit Kalantar-Zadeh, Kidney Int 2007 Welke evidence? Associatie

Nadere informatie

LONGKANKER. Wat is longkanker? Symptomen. Apotheker Bernard Vanhoutte AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV. Een kwaadaardig gezwel

LONGKANKER. Wat is longkanker? Symptomen. Apotheker Bernard Vanhoutte AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV. Een kwaadaardig gezwel LONGKANKER Apotheker Bernard Vanhoutte AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV Wat is longkanker? Een kwaadaardig gezwel Van de luchtpijpvertakkingen (bronchiën) Meestal niet van de longblaasjes Bronchuscarcinoom

Nadere informatie

Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie

Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie Annemie Rutten Medische Oncologie AZ St. Augustinus Maligne melanoma 10% van alle huidkankers, maar meest agressieve. Incidentie van maligne melanoma neemt

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 175

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 175 Samenvatting Chapter 11 174 Samenvatting In dit hoofdstuk worden de studies die in dit proefschrift worden beschreven samengevat en bediscussieerd. Dit proefschrift richt zich op kankercel specifieke middelen,

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

Darmkanker. darmkanker nederland. lotgenotencontact voorlichting belangenbehartiging

Darmkanker. darmkanker nederland. lotgenotencontact voorlichting belangenbehartiging Darmkanker en uw DNA darmkanker nederland lotgenotencontact voorlichting belangenbehartiging Darmkanker Nederland Darmkanker Nederland wordt gesteund door een Raad van Advies. Deze bestaat uit specialisten

Nadere informatie

Opmerkingen: Inductie 1, level 2, kuur 1 LET OP: alleen kuur 1 (langzaam R schema):

Opmerkingen: Inductie 1, level 2, kuur 1 LET OP: alleen kuur 1 (langzaam R schema): In studieverband :.. Buiten studieverband HOVON 109 inductie 1, level 2 Rituximab, Chloorambucil, Lenalidomide Therapielijst\ aftekenlijst\aanvraag cytostatica Patiëntsticker: Datum aanvraag Afdeling 12-NAT

Nadere informatie

CHAPTER 10. Nederlandse samenvatting

CHAPTER 10. Nederlandse samenvatting CHAPTER 10 Nederlandse samenvatting Om uit te groeien tot een kwaadaardige tumor met uitzaaiïngen moeten kankercellen een aantal karakteristieken verwerven. Eén daarvan is het vermogen om angiogenese,

Nadere informatie

Zijn distress en ziektestatus gerelateerd aan lichamelijke en emotionele problemen bij vrouwen met ovariumkanker?*

Zijn distress en ziektestatus gerelateerd aan lichamelijke en emotionele problemen bij vrouwen met ovariumkanker?* Zijn distress en ziektestatus gerelateerd aan lichamelijke en emotionele problemen bij vrouwen met ovariumkanker?* Floor Ploos van Amstel, RN, MSc, verpleegkundig expert, afd. Medische Oncologie Maaike

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nieuwe vooruitzichten in de karakterisering en behandeling van acute myeloïde leukemie Nederlandse samenvatting 134 Acute myeloïde leukemie (AML) is een vorm van bloedkanker, een kwaadaardige aandoening

Nadere informatie

Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG

Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG no disclosures Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG Pancreascarcinoom Slechte

Nadere informatie

Systemische therapie bij het colorectaal carcinoom

Systemische therapie bij het colorectaal carcinoom Systemische therapie bij het colorectaal carcinoom Dr W. Demey 19 april 2008 19/04/2008 Darmkanker na de Chirurg Surgical stage Patients at diagnosis (%) 5-year survival (%) I 15% 85 95% II (trans) 20

Nadere informatie

Nieuwe middelen in acute lymfatische leukemie. Anita W Rijneveld Erasmus MC, Rotterdam

Nieuwe middelen in acute lymfatische leukemie. Anita W Rijneveld Erasmus MC, Rotterdam Nieuwe middelen in acute lymfatische leukemie Anita W Rijneveld Erasmus MC, Rotterdam EFS bij volwassenen 100% 80% 1989-1994 1995-2000 2001-2006 2007-2012 RSR 60% 40% 2007-2012 20% 0% 1989-1994 0 1 2 3

Nadere informatie

Overzicht systemische behandeling pancreascarcinoom. Judith de Vos-Geelen 28 maart 2019

Overzicht systemische behandeling pancreascarcinoom. Judith de Vos-Geelen 28 maart 2019 Overzicht systemische behandeling pancreascarcinoom Judith de Vos-Geelen 28 maart 2019 (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld

Nadere informatie

Resultaten op tafel voor longkanker

Resultaten op tafel voor longkanker 17 maart 2017 Resultaten op tafel voor longkanker Franz Schramel Jos Kroon DISCLOSURE: SPREKERS BELANGEN Sprekers hebben voor deze bijeenkomst geen (potentiële) belangenverstrengeling met (commerciële)

Nadere informatie

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date:

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/46445 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for

Nadere informatie

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode maanden postoperatief

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode maanden postoperatief 9. Follow-up Aantal maanden? Datum: Setting: O klinisch O poliklinisch Beoordelaar: (naam) Algemeen Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 12- postoperatief Is de patient opgenomen geweest

Nadere informatie

Samenvat ting en Conclusies

Samenvat ting en Conclusies Samenvat ting en Conclusies Samenvatting en Conclusies 125 SAMENVAT TING EN CONCLUSIES In dit proefschrift werd de invloed van viscerale obesitas en daarmee samenhangende metabole ontregelingen, en het

Nadere informatie

BOM. Ceritinib als eerstelijns en derdelijns/vierdelijns behandeling voor gemetastaseerd ALK-positief niet-kleincellig longcarcinoom

BOM. Ceritinib als eerstelijns en derdelijns/vierdelijns behandeling voor gemetastaseerd ALK-positief niet-kleincellig longcarcinoom Ceritinib als eerstelijns en derdelijns/vierdelijns behandeling voor gemetastaseerd ALK-positief niet-kleincellig longcarcinoom Introductie Herschikkingen van het anaplastisch lymfoomkinase-gen (ALK-gen)

Nadere informatie

Adjuvante systeemtherapie Patiënte: DM type 2

Adjuvante systeemtherapie Patiënte: DM type 2 Take home messages Een 59 jarige vrouw met mammacarcinoom en diabetes. An Reyners Internist-oncoloog UMCG Kankerbehandeling: houd rekening met bijwerkingen op korte en langere termijn Stem af wie waarvoor

Nadere informatie

BRCA diagnostiek en PARP inhibitoren

BRCA diagnostiek en PARP inhibitoren BRCA diagnostiek en PARP inhibitoren Ovariumcarcinoom Hooggradig sereus ovariumcarcinoom (HGSOC) Ongeveer 50% vertoont een defect in een gen betrokken bij homologe recombinatie gemedieerde DNA reparatie

Nadere informatie

Onderste deel tractus digestivus: behandeling colorectaal carcinoom

Onderste deel tractus digestivus: behandeling colorectaal carcinoom Onderste deel tractus digestivus: behandeling colorectaal carcinoom 19-06-2014 Post-ASCO, Ede Miriam Koopman Internist-oncoloog, UMC Utrecht Disclosures Advisory role: Amgen, Bayer, Merck-Serono, Roche

Nadere informatie

Hoewel de incidentie van maagkanker daalt, staat het wereldwijd nog immer op de

Hoewel de incidentie van maagkanker daalt, staat het wereldwijd nog immer op de Samenvatting Hoewel de incidentie van maagkanker daalt, staat het wereldwijd nog immer op de tweede plaats als meest frequente doodsoorzaak aan kanker. Chirurgische series uit Europa en Noord-Amerika laten

Nadere informatie

Samenvatting 95 SAMENVATTING

Samenvatting 95 SAMENVATTING Samenvatting Samenvatting 95 SAMENVATTING Tijdens de ontwikkeling en groei van een solide tumor, staan de tumorcellen bloot aan een gebrek aan zuurstof (hypoxie). Dit is het gevolg van de snelle groei

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut

Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom M. van der Sangen, radiotherapeut Borstkanker in perspectief Borstkanker in Nederland Nieuwe borstkankers per jaar: 15.000 Metastasen bij diagnose: 750 (5%)

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de behandeling van ATTR amyloïdose

Ontwikkelingen in de behandeling van ATTR amyloïdose Ontwikkelingen in de behandeling van ATTR amyloïdose Amyloïdose informatiedag Hans Nienhuis Inhoud Amyloïd en amyloïdose ATTR amyloïdose Ontstaanswijze Erfelijke versus ouderdoms vorm Behandelopties: Huidige

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus

Nederlandse samenvatting. Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus Nederlandse samenvatting Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus Baarmoederhalskanker is de op een na meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Elk jaar krijgen wereldwijd ongeveer 500.000

Nadere informatie

Samenvatting. Reumatoïde artritis: biologicals en bot

Samenvatting. Reumatoïde artritis: biologicals en bot * Samenvatting Reumatoïde artritis: biologicals en bot Samenvatting In deel I van dit proefschrift worden resultaten gepresenteerd van onderzoek naar gegeneraliseerd botverlies (osteoporose) in patiënten

Nadere informatie

Prostaatkanker. - Metastasen en dan? M. Berends Internist-oncoloog Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis

Prostaatkanker. - Metastasen en dan? M. Berends Internist-oncoloog Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Prostaatkanker - Metastasen en dan? M. Berends Internist-oncoloog Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Botmetastasen Lymfeklier-en levermetastasen Gemetastaseerd prostaatkanker Hormoongevoelig Hoeksteen van

Nadere informatie

BIJLAGE I. Blz. 1 van 5

BIJLAGE I. Blz. 1 van 5 BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET DIERGENEESMIDDEL, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEG(EN), HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN IN DE LIDSTATEN Blz. 1 van 5 Lidstaat

Nadere informatie

Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau

Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau BIJLAGE II Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau Deze Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter zijn het resultaat

Nadere informatie

Het imagen van tumor heterogeniteit bij een patiënte met borstkanker: FEScinerend

Het imagen van tumor heterogeniteit bij een patiënte met borstkanker: FEScinerend Het imagen van tumor heterogeniteit bij een patiënte met borstkanker: FEScinerend Lemonitsa Mammatas, internist-oncoloog in opleiding NVMO Nascholing Targeted Therapy, 31 maart 2015 Geen belangenverstrengeling

Nadere informatie

HOVON EDUCATIONAL MYELOOM. Case 2

HOVON EDUCATIONAL MYELOOM. Case 2 HOVON EDUCATIONAL MYELOOM Case 2 NIELS VAN DE DONK SONJA ZWEEGMAN Department of Hematology, Amsterdam, Netherlands Amsterdam, Netherlands Clinical case: presentation 54-year-old patient with a diagnosis

Nadere informatie

Het colorectaal carcinoom en immunotherapie; wat is de huidige stand van zaken en wat biedt de toekomst?

Het colorectaal carcinoom en immunotherapie; wat is de huidige stand van zaken en wat biedt de toekomst? Het colorectaal carcinoom en immunotherapie; wat is de huidige stand van zaken en wat biedt de toekomst? 13-09-2016 Multidisciplinair Immuno-Oncologie Symposium, Amersfoort Miriam Koopman Internist-oncoloog,

Nadere informatie

Vlaams Indicatoren Project VIP²

Vlaams Indicatoren Project VIP² Vlaams Indicatoren Project VIP² Het initiatief voor het Vlaams Indicatoren Project VIP² gaat uit van de Vlaamse overheid, de Vlaamse vereniging van hoofdartsen en de ziekenhuiskoepels Zorgnet en Icuro.

Nadere informatie

(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam

(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam (Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam Adjuvante chemotherapie bij rectumcarcinoom in Nederland Geloof Gewoonte Evidence-based medicine

Nadere informatie

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam Bloedafname CAIRO5 Een gerandomiseerde fase 3 studie naar behandelingsstrategieën voor patiënten met dikke darmkanker met metastasen in alleen de lever, welke (nog) niet in aanmerking komen voor chirurgische

Nadere informatie