Polar 3. Muscle patterning non-structural shoulder

Transcriptie

1 Polar 3 Muscle patterning non-structural shoulder

2 Werkgroep Instabiliteit Schouder Ellen Grobben Bas Hassels Mönning Wendy Lever Eric Melchert Marike Bisschop Karin Hemmer Joyce Olde Scholtenhuis

3 Stanmore Triangle

4 Kenmerken Jonge hypermobiele adolescenten, vrouw meer dan man A-traumatisch Geen structuurschade Geen dysfunctie kapsel Laxiteit meestal bi-lateraal Abnormale motorcontrol Party-shoulder

5 Wat valt op? Abnormale bewegingspatronen Overactiviteit van m. Lat. Dorsi en M. Pectoralii (Malone et al 2008, Labriola et al 2005, Konrad et al 2006) Back sway, ipsilateroflexie. Inhibitie van de antagonisten. 60 % pect. major actief bij anterieure instabiliteit en 80 % latt.dorsi activiteit bij posterieure instabiliteit (Jaggi 2012)

6 Voorwaarden voor succes 1. Sleutel naar succes is motorcontrol training (sensomotoriek) Trainen van het brein, niet de kracht!! 2. Training van de gehele keten is een must!! (core en scapula), niet alleen de schoudergordel (Jaggi 2010); 3.De patiënt moet overtuigd zijn van succes van therapie en vertrouwen hebben hierin.

7 Ad 1. motorcontrol. Trainen volgens model van Fitts en Posner Motorisch leerproces: 1. de cognitieve fase 2. de associatieve fase 3. de autonome fase

8 Cognitieve fase Voordoen, nadoen, deelhandelingen Veel feedback Visuele en tactiele informatie Weinig variatie, nadruk op nauwkeurigheid van uitvoering

9 Associatieve fase Uitvoering wordt een eenheid In staat eigen fouten op te sporen Verband tussen alle feedback en de actie Veel variatie in oefenstof Tempo wordt hoger, oefenstof doelgerichter

10 Autonome fase Automatisme Geen aandacht meer voor uitvoering Nauwkeurigheid in variabele omstandigheden Timing en snelheid nemen toe, sportspecifieke en functionele fase

11 Aanvulling motorisch leren Interne focus Externe focus (Beek,2011) Expliciet leren Aandacht is gericht op uitvoering van de beweging Veel feedback Impliciet leren (Masters,1992) Aandacht is gericht op het resultaat van bewegen Weinig feedback Inslijpen van bewegen Differentieel leren (Bernstein, 1967), Schöllhorn,1999)

12 Ad 2 Kinetische keten Training van de keten faciliteert de normale recruteringspatronen via fasciale verbindingen Training van de keten faciliteert de lokaal geinhibeerde musculatuur Training van de keten geeft herkenbare patronen voor de motor cortex Training van de keten vermindert abnormale krachten op de schoudergordel. (A.Maenhout 2010, J.Gibson2012, NavpreetKaur 2014, T. Myers2001)

13 Ellenbecker 2001

14 Ad 3 Motivatie Prochaska + DiClimente(1983),Deci en Ryan (1980) Miller en Rollnick (2002),den Boon & Geeraerts(2005) Patiënt moet overtuigd zijn van het nut van trainen (intrinsieke motivatie). Prochaska + DiClimente(1983),Deci + Ryan (1980) Miller + Rollnick (2002),den Boon+Geeraerts (2005)

15 Best practice Doel van trainen dominantie opheffen, optrainen van inhibitie Gehele kinetische keten trainen met accent op trainen scapula in externe en opwaartse rotatie. Accent op dorsale cuffmusculatuur Low load recrutering Train vanuit gecorrigeerde ruststanden

16 Praktijk Leuk filmpje/foto van een partyshoulder..

17 Oefeningen cognitieve fase Buiklig, passief positioneren van de scapula en positie handhaven Zijlig, positioneren van scapula en positie handhaven Gesloten keten, positioneren van scapula en positie handhaven

18 Oefeningen cognitieve fase Tactiel positioneren Tactiel positioneren Tactiel positioneren met Isometrische weerstand

19 Cognitieve fase en overgang naar associatieve fase Push up plus scapula Wall slides Isometrische weerstandsoefening via been

20 Associatieve fase Wall slides met exorotatie en theraband Superman met exorotatie schouder en motor control mbv bal of foamrol etc. Planking instabiele ondergrond

21 Associatieve fase Lunge met barbell in overhead positie Wall step up met maximale elevatie arm en heupflexie 90 graden heterolaterale zijde Steunende squathouding en dubbeltaak met materiaal in handen

22 Associatieve fase Turkish get up

23 Associatieve fase Zwaardere oefenvormen, wellicht niet voor elke polar 3 patient maar mogelijk uitdaging..

24 Autonome fase Sportspecifiek en functioneel Sportspecifiek en functioneel

25 Vragen???