pagina 1 van 7

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "pagina 1 van 7"

Transcriptie

1 Derdenbeslag. Voorzieningenrechter handhaaft door de ontvanger gelegde derdenbeslag nu belastingschuldige geen volledige opening van zaken verschaft. Rechtbank Breda 1 april 2011, nr / KG ZA V-N 2011/28.15 SAMENVATTING Aan de heer X en mevrouw X-Y (hierna X c.s.) zijn in het kader van het zogenoemde Project Bank Zonder Naam diverse aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en navorderingsaanslagen vermogensbelasting opgelegd. Deze aanslagen zijn opgelegd op grond van verzwegen buitenlands vermogen. De beroepsprocedures tegen deze aanslagen zijn bij de rechtbank aanhangig. De ontvanger heeft verzoeken om uitstel van betaling afgewezen. Dit omdat X c.s. geen inkomens- en vermogensgegevens heeft verstrekt. Op 29 november 2010 heeft de ontvanger executoriaal derdenbeslag gelegd onder de Sociale Verzekeringsbank betreffende het AOW-pensioen. X c.s. vorderen opheffing van het onder de Sociale Verzekeringsbank gelegde executoriale derdenbeslag, althans de ontvanger te bevelen genoemd executoriaal derdenbeslag op te heffen of op te schorten. Tevens vorderen zij dat de ontvanger wordt verboden om op grond van dezelfde titel nogmaals executoriaal beslag op enig aan X c.s. toebehorend vermogensbestanddeel en onder derden te leggen. Dit alles op straffe van een dwangsom. De voorzieningenrechter van Rechtbank Breda wijst beide vorderingen af. Ten aanzien van de door X c.s. gestelde persoonlijke omstandigheden die maken dat de ontvanger naar hun mening uitstel van betaling zou moeten verlenen als gevolg waarvan het executoriaal derdenbeslag opgeheven zou moeten worden, overweegt de voorzieningenrechter dat die stellingen niet kunnen slagen. De nijpendheid van hun persoonlijke omstandigheden hebben X c.s. onvoldoende aannemelijk gemaakt. De basis voor de afwijzing van de vorderingen van X c.s. is dat zij niet de door de ontvanger gevraagde inlichtingen hebben verstrekt. Voorts oordeelt de voorzieningenrechter dat geen sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel door de ontvanger. Uitspraak Het geschil betreft de vordering tot opheffing van het op of omstreeks 29 november 2010 onder de Sociale Verzekeringsbank gelegde executoriale beslag. Vaststaande feiten 3.1. Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen en de overgelegde producties wordt uitgegaan van de navolgende feiten: Aan X zijn in het kader van het zogenaamde Project Bank Zonder Naam diverse aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en navorderingsaanslagen vermogensbelasting opgelegd. Deze aanslagen zijn opgelegd, op grond van verzwegen vermogen. Het totale bedrag aan belastingschuld door X te betalen bedraagt ,51 en het bedrag door Y te betalen bedraagt X heeft tegen deze aanslagen bezwaar gemaakt en beroep ingesteld. De beroepsprocedures zijn bij deze rechtbank aanhangig onder de rolnummers 09/2915 tot en met 09/2929 en 09/2930 tot en met 09/2934. Bij brieven van 10 en 28 april 2008 heeft de Ontvanger, Belastingdienst Zuidwest/kantoor Roosendaal, naar aardleiding van het verzoek tot uitstel van betaling om nadere informatie verzocht om een actuele opgave van de vermogens- en inkomenspositie van X c.s. In die brieven is door de Ontvanger aangekondigd dat bij het uitblijven van de te verstrekken informatie binnen de aangegeven termijn de Ontvanger voornemens is het uitstel te weigeren. Aan het verzoek van de Ontvanger hebben X c.s. niet voldaan. Bij beschikking van 8 mei 2008 heeft de Ontvanger het verzoek van tot uitstel van betaling in verband met de opgelegd de aanslagen afgewezen. Tegen die weigering/intrekking hebben X c.s. bij brief van 15 mei 2008 een beroepschrift ingediend. Bij beschikkingen van 6 november 2009 heeft de Ontvanger het ingestelde beroep afgewezen. pagina 1 van 7

2 Bij brieven van 16 juli en 5 augustus 2009 is door X c.s. wederom om uitstel van betaling verzocht. Door de Ontvanger is nogmaals aan X c.s. verzocht om inkomens- en vermogensgegevens te verstrekken. Aan dat verzoek hebben X c.s. niet voldaan, zodat het verzoek is afgewezen, X c.s. hebben een beroepschrift ingediend en vervolgens is op 8 maart 2010 het beroep van X c.s. afgewezen. X c.s. hebben bij brieven van 19 november 2009 en 24 maart 2010 een klacht aan de Nationale Ombudsman voorgelegd. De Nationale Ombudsman heeft bij brief van 12 mei 2010 geconcludeerd dat de beslissing van de Ontvanger om voor de beoordeling van het verzoek om uitstel van betaling informatie bij belastingschuldigen op te vragen, past binnen het kader van de Leidraad Invordering De klacht is niet verder in behandeling genomen. Op 17 februari 2009 en 1 oktober 2010 is door de Ontvanger een dwangbevel met bevel tot betaling uitgevaardigd voor in totaal het bedrag van Op of omstreeks 29 november 2010 heeft de Ontvanger executoriaal derdenbeslag gelegd onder de Sociale Verzekeringsbank op het aan X toekomende AOW-pensioen. Op 29 november 2010 heeft de Ontvanger X c.s. bericht dat zij een vordering onder de Sociale Verzekeringsbank heeft gedaan op de AOW-uitkering van X. Geschil 2.1. X c.s. vorderen - samengevat -: I. het op of omstreeks 29 november 2010 onder de Sociale Verzekeringsbank gelegde executoriale beslag op te heffen, althans de Ontvanger te bevelen genoemd executoriaal derdenbeslag op te heffen met ingang van de dag van dit vonnis, zulks op straffe van een dwangsom, dan wel genoemd executoriaal beslag op te schorten totdat op het beroepschrift tegen de aan opgelegde navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en vermogensbelasting is beslist, II. de Ontvanger te verbieden om op grond van dezelfde titel nogmaals executoriaal beslag op enig aan X c.s. toebehorend vermogensbestanddeel en onder derden te leggen, een en ander op straffe van een dwangsom; III. de Ontvanger te veroordelen in de kosten van dit geding De Ontvanger voert verweer Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. Overwegingen van de rechtbank 3.2. X c.s. leggen aan hun vordering ten grondslag dat de Ontvanger niet beschikt over een executoriale titel, zodat hij niet gerechtigd was om executoriaal derdenbeslag te leggen onder de Sociale Verzekeringsbank en het beslag reeds om die reden dient te worden opgeheven. De Ontvanger heeft namelijk niet in (alle) aan X c.s. opgelegde navorderingsaanslagen schriftelijke aanmaningen verzonden. Bovendien heeft de Ontvanger nagelaten om een hernieuwd bevel tot betaling te betekenen. Voorts leggen X c.s. aan hun vordering ten grondslag dat de Ontvanger onrechtmatig handelt door in strijd met zijn rechtsplicht en gelet op het vaste beleid van het Project Bank Zonder Naam aan X c.s. geen uitstel van betaling te verlenen en door ten laste van X tot het executoriaal derdenbeslag over te gaan. Het vermogen van X c.s. biedt voldoende verhaal om de belastingschuld te voldoen indien de ingestelde beroepen door de bestuursrechter ongegrond worden verklaard, zodat de Staat niet in haar belangen zal worden geschaad. Gelet op vergelijkbare gevallen binnen voornoemd project handelt de Ontvanger in strijd met het gelijkheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel door aan geen uitstel van betaling te verlenen en over te gaan tot voornoemd executoriaal derdenbeslag. Voorts handelt de Ontvanger in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel omdat niet is gebleken dat de Ontvanger de navorderingsaanslagen heeft beoordeeld op rechtmatigheid en juistheid. Tot slot dient de persoonlijke situatie van X in de beoordeling te worden betrokken. X is ernstig ziek en de ziektekosten worden niet geheel vergoed. X c.s. leven van een ouderdomspensioen en zij ontvangen voor een deel AOW. pagina 2 van 7

3 Vanwege de te maken ziektekosten willen (zij) geen zekerheid stellen. Zij stellen dat het bestaan van een overwaarde op de woning van X c.s. voor de Ontvanger voldoende dient te zijn De Ontvanger voert daartegen aan dat hij op juiste gronden aan X c.s. uitstel van betaling heeft geweigerd en executoriaal derdenbeslag heeft gelegd. Hij stelt ten aanzien van het geweigerde uitstel van betaling dat X c.s. niet hebben voldaan aan het verzoek van de Ontvanger om nadere inlichtingen te verschaffen over hun inkomens- en vermogenspositie, zodat de inspecteur niet in staat was om de fiscale gevolgen hiervan vast te laten stellen. Bij de beslissing tot de weigering van het uitstel van betaling heeft de Ontvanger de aard en de omvang van de vordering betrokken. De aard van de vordering is gelegen in het feit dat X c.s. opzettelijk vermogen hebben verzwegen, welk vermogen zij in het buitenland hebben ondergebracht om aan het oog van de Nederlandse belastingdienst te onttrekken. De omvang is aanzienlijk, ongeveer Voorts stelt de Ontvanger dat meerdere aanslagen zullen worden opgelegd vanwege het verzwegen vermogen. Het risico van onverhaalbaarheid na afronding van de fiscale procedure is naar de stelling van de Ontvanger te groot en hij verwijst hiervoor naar de Leidraad Invordering Zolang X c.s. geen zekerheid verstrekken, mag de Ontvanger in redelijkheid uitstel van betaling weigeren en invorderingsmaatregelen treffen. Verder betwist de Ontvanger dat hij het gelijkheidsbeginsel heeft geschonden. De situatie van X c.s. staat op zichzelf en de Ontvanger heeft daarin een juiste met redenen omkleedde beslissing genomen gelet op voornoemde gang van zaken. De stelling van X c.s. dat de Ontvanger het zorgvuldigheidsbeginsel heeft geschonden, wordt door de Ontvanger betwist. De informatie op grond waarvan de Ontvanger aan de gegevens van X c.s. is gekomen, komt vanuit een betrouwbare bron en is authentiek. Bovendien wordt een dubbele check toegepast en vindt een chikwadraattoets plaats. De Ontvanger betwist dat hij niet zou beschikken over een executoriale titel. Uit de door de Ontvanger overgelegde schermprints blijkt dat aanmaningen zijn verzonden en voorts zijn op juiste wijze dwangbevelen verzonden. De Ontvanger stelt voorts dat het doen van een vordering onder de Sociale Verzekeringsbank geen onherroepelijke invorderingsmaatregel betreft, omdat het bedrag altijd weer kan worden terugbetaald Het spoedeisend belang is gelegen in de aard van de zaak. De voorzieningenrechter is van oordeel dat X c.s. voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat het beslag leidt tot een onmiddellijk verlies aan inkomsten en dat die situatie direct zijn invloed heeft op de dagelijkse kosten van het levensonderhoud, meer in het bijzonder het betalen van de medische kosten in verband met de ziekte van X Allereerst zal dienen te worden beoordeeld of de Ontvanger beschikt over een executoriale titel om te kunnen beoordelen of hij rechtsgeldig de vordering tot het leggen van het executoriale beslag onder de Sociale Zekerheidsbank heeft ingesteld. X c.s. betwisten ten eerste dat de Ontvanger aanmaningen heeft verzonden, zodat de Ontvanger niet bevoegd was om tot invordering door het opleggen van een dwangbevel over te gaan. Voor de vraag of aanmaningen aan X c.s. zijn verzonden is van belang artikel 15 van de Invorderingswet 1990 (hierna te noemen: Iw 1990). Dit artikel bepaalt dat met betrekking tot een naheffingsaanslag als bedoeld in artikel 9, achtste lid, en in de gevallen bedoeld in artikel 10: a. een dwangbevel zonder voorafgaande aanmaning kan worden uitgevaardigd, of indien reeds een aanmaning is verzonden, in afwijking van de daarbij gestelde betalingstermijn, terstond (kan) worden uitgevaardigd en b. een dwangbevel terstond na het bevel tot betaling ten uitvoer kan worden gelegd. In het onderhavige geval is sprake van een situatie zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid, sub g van de Iw De Ontvanger heeft namelijk een vordering ex artikel 19, eerste lid, sub b, van de Iw 1990 gedaan en de voorzieningenrechter acht het niet aannemelijk dat de schuld kan worden verhaald gelet op de weigering van X c.s. om inzicht te geven in hun inkomens- en vermogenspositie. Voorts is voldaan aan artikel 19, tweede lid, sub a van de Iw X c.s. komen namelijk naar het voorshands oordeel van de voorzieningenrechter op grond van artikel 25 van de Iw 1990 niet in aanmerking voor uitstel van betaling. De voorzieningenrechter verwijst naar de Leidraad Invordering 2008 (hierna te noemen: de Leidraad). Daarin is richting gegeven aan het antwoord op de vraag wanneer de Ontvanger mag weigeren om uitstel van betaling pagina 3 van 7

4 te verlenen. Dit hangt af van een aantal omstandigheden. Voorop staat dat de Ontvanger in deze een discretionaire bevoegdheid heeft. De Ontvanger heeft naar het voorshands oordeel van de voorzieningenrechter gemotiveerd onderbouwd waarom hij in dit specifieke geval geen uitstel van betaling heeft verleend. X c.s. hebben niet voldaan aan artikel sub c en d van de Leidraad. Immers, de Ontvanger heeft in zijn brieven X c.s. in de gelegenheid gesteld om nadere inlichtingen te verschaffen omtrent hun inkomens- en vermogenspositie. Aan dit verzoek hebben X c.s. niet voldaan. Enkel om deze reden heeft de Ontvanger in redelijkheid kunnen besluiten dat hij geen uitstel van betaling zou verlenen. Bovendien hebben X c.s. de gevraagde zekerheid niet gesteld. Ook dit kan voor de Ontvanger een reden zijn om het verzochte uitstel van betaling te weigeren. Vorenstaande leidt tot het oordeel dat het zenden van aanmaningen geen vereiste is. Bovendien blijkt uit de in het geding gebrachte brieven dat de Ontvanger in ieder geval ten aanzien van een aantal aanslagen aan X c.s. aanmaningen heeft verzonden en voorts geeft de overgelegde schermprint van de Ontvanger reden om van de juistheid daarvan uit te gaan bij gebrek aan gemotiveerde betwisting van de zijde van X c.s. Ten overvloede zij opgemerkt dat ook al zou de Ontvanger niet voor alle opgelegde navorderingsaanslagen aanmaningen hebben verzonden, zoals door X c.s. is betoogd, dan nog zou de Ontvanger mede als gevolg van de wel verzonden aanmaningen gerechtigd zijn executoriaal derdenbeslag te mogen leggen. Verder is van belang dat in afwijking van artikel 4:123 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna te noemen: Awb) geldt dat de betekening van het dwangbevel geschiedt overeenkomstig de regels van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering met betrekking tot de betekening van exploten. In afwijking van artikel 4:123 van de Awb kan de betekening van het dwangbevel met bevel tot betaling ook geschieden door het ter post bezorgen van een voor de belastingschuldige bestemd afschrift van het dwangbevel met bevel tot betaling door de Ontvanger, zie artikel 13, derde lid, van de Iw In beginsel dient, zoals door X c.s. is betoogd, door de Ontvanger een hernieuwd bevel tot betaling worden gedaan, echter in het onderhavige geval is de uitzondering van artikel 14, tweede lid, van de Iw 1990 van toepassing. Artikel 15, eerste lid, sub c, van de Iw 1990 is op het onderhavige geval van toepassing nu zich de situatie van artikel 10, eerste lid, sub g, van de Iw 1990 voordoet. De Ontvanger heeft op grond daarvan de bevoegdheid om de naheffingsaanslag terstond ten uitvoer te leggen. Vorenstaande leidt tot de conclusie dat de bedragen terstond en voor het gehele bedrag invorderbaar zijn en dat de Ontvanger de belastingaanslagen derhalve terstond ten uitvoer mag leggen, zodat de stelling van X c.s. dat de Ontvanger niet over een executoriale titel beschikt niet slaagt Het beroep van X c.s. op het gelijkheidsbeginsel is naar het voorshands oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende gemotiveerd onderbouwd. De voorzieningenrechter is van voorshands van oordeel dat X c.s. onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt dat de bodemrechter zal oordelen dat het gelijkheidsbeginsel met zich brengt dat aan X c.s. uitstel van betaling had moeten worden toegekend. De voorzieningenrechter overweegt daartoe dat in onvoldoende mate door X c.s. aannemelijk is gemaakt dat de beslissingen ten aanzien van derden, zoals door X c.s. overgelegd, zien op gelijke gevallen. Gelet op de in het geding gebrachte stukken kan niet worden beoordeeld of bijvoorbeeld de inkomens- en vermogensposities van die derden gelijk zijn. Immers hebben X c.s. daartoe geen gegevens overgelegd. Wel blijkt uit de stukken dat het steeds om andere bedragen gaat. Ook is onduidelijk of die derden, evenals X c.s., hebben geweigerd om binnen de daartoe gestelde termijn voornoemde gegevens te overleggen. Bovendien blijkt uit de stukken dat ten aanzien van een aantal derden het verleende uitstel is ingetrokken. Verder heeft te gelden dat het desbetreffende kantoor van de Ontvanger, Zuidwest, een bepaalde mate van vrijheid, discretionaire bevoegdheid, heeft als het gaat om het maken van een eigen afweging en beslissing. Tot slot is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat uit de Leidraad Invordering 2008 blijkt dat de aard van de aanslag ook een reden voor de Ontvanger kan zijn om het uitstel van betaling in te trekken in het geval de belastingschuldige geen zekerheid wil verschaffen. Daartoe is van belang dat aannemelijk is dat X c.s. opzettelijk vermogen hebben verzwegen en in het buitenland hebben ondergebracht. Voorts hebben zij geen medewerking verleend aan het verzoek van de inspecteur om de fiscale gevolgen daarvan te laten pagina 4 van 7

5 vaststellen. Naar het voorshands oordeel van de voorzieningenrechter slaagt het beroep van X c.s. op het gelijkheidsbeginsel dus niet De stelling van X c.s. dat de Ontvanger in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel heeft gehandeld, is door hen eveneens onvoldoende gemotiveerd onderbouwd. De inspecteur had volgens X c.s. moeten nagaan of het de juiste X c.s. zijn die in de onderhavige procedure zijn gedagvaard en ten aanzien van wie executoriaal beslag gelegd. De vraag is of de door de Ontvanger gehanteerde procedure op een dergelijke wijze is ingekleed dat de Ontvanger de juiste persoon zal benaderen. Onder meer in de beschikking op bezwaar van 18 juni 2009 is de Ontvanger uitgebreid ingegaan op de wijze waarop de gegevens die de Ontvanger heeft verkregen en hoe deze gegevens zijn geverifieerd. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat, gelet op de uitvoerige en gedetailleerde uitleg van de Ontvanger, het aannemelijk is dat het desbetreffende onderzoek met waarborgen is omkleed en X c.s. in het licht van deze door de Ontvanger verwoorde werkwijze hun stellingen onvoldoende gemotiveerd hebben onderbouwd. Vorenstaande leidt ertoe dat het beroep op het zorgvuldigheidsbeginsel van X c.s. naar het voorshands oordeel van de voorzieningenrechter niet zal slagen Ten aanzien van de door X c.s. gestelde persoonlijke omstandigheden die maken dat de Ontvanger uitstel van betaling zou moeten verlenen ais gevolg waarvan het executoriaal derdenbeslag opgeheven zou moeten worden, is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat die stellingen van X c.s. niet kunnen slagen. Daartoe overweegt de voorzieningenrechter dat X c.s. de nijpendheid van hun persoonlijke omstandigheden onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt. Die persoonlijke omstandigheden zouden erin bestaan dat X c.s. de (medische) kosten niet kunnen dragen uit hun ouderdomsvoorziening. Uit de in het geding gebrachte stukken is zulks echter niet af te leiden. Voorts is de voorzieningenrechter van oordeel dat X c.s. ervoor hadden kunnen kiezen zekerheid te stellen als gevolg waarvan door de Ontvanger uitstel zal worden verleend. Zoals zij zelf suggereren zou de overwaarde van hun woning en recreatiewoning kunnen dienen als zekerheid, echter zij willen de mogelijk behouden om eventuele gelden ten aanzien van medische behandelingen te kunnen bekostigen door middel van de overwaarde van voornoemde onroerende zaken. Dit heeft in de huidige situatie echter wel tot gevolg dat, naar de voorzieningenrechter niet onredelijk voorkomt, de Ontvanger daarmee in zijn belangen kan worden geschaad. Immers is niet zeker of de onroerende zaken in de loop van de tijd, gelet op vorenstaande informatie, niet door X c.s. zullen worden bezwaard waardoor de verhaalspositie van de Ontvanger wordt benadeeld Gelet op het vorenstaande zal de vordering onder I worden afgewezen. Nu de vordering onder II voortvloeit uit de vordering onder I zal ook deze vordering worden afgewezen. Bovendien overweegt de voorzieningenrechter dat X c.s. hun vordering onder II in het geheel niet hebben onderbouwd en deze reeds om die reden afgewezen kan worden. (Volgt afwijzing van de vorderingen van X c.s.) COMMENTAAR Algemeen In deze kortgedingprocedure gaat het om de vraag of een belastingschuldige (zwartspaarder) voor de aan hem opgelegde aanslagen recht heeft op uitstel van betaling zolang de bezwaaren beroepsprocedures omtrent die "zwarte" inkomsten niet zijn afgerond. Volgens (de adviseur van) belanghebbende handelt de ontvanger willekeurig omdat in andere zaken waarin aanslagen van vermeende buitenlandse tegoeden worden betwist, wél uitstel van betaling is/wordt verleend. Op dit punt is de uitspraak bovengemiddeld belangwekkend. Allereerst omdat in de uitspraak nadrukkelijk wordt ingegaan op het gelijkheidsbeginsel, maar ook omdat impliciet de vraag aan de orde is of belastingplichtigen die een navordering ontvangen wegens (vermeende) verzwegen buitenlandse tegoeden, eigenlijk reeds op voorhand zijn "veroordeeld". De facto is de enige reden om het uitstel te weigeren immers gelegen in het feit dat zij vermoed worden pagina 5 van 7

6 buitenlandse tegoeden te hebben verzwegen, terwijl daarover nu juist een fiscale procedure loopt. Daartegenover staat dat belanghebbenden het zelf in de hand hebben om de informatie te verstrekken die kennelijk voorwaarde is voor het gewenste betalingsuitstel. In de procedure wordt gesproken over het "Project Bank Zonder Naam". Deze binnen de Belastingdienst gebruikte geanonimiseerde benaming van de jacht op verzwegen buitenlandse tegoeden maakt in elk geval duidelijk dat het gaat om een gecoördineerde, projectmatige actie. Spoedeisend belang Bij een kort geding dient sprake te zijn van een spoedeisend belang. De voorzieningenrechter toetst de spoedeisendheid in r.o Die is naar het oordeel van de voorzieningenrechter in dit geval gelegen in "de aard van de zaak". Gelet op de vermogenspositie van belanghebbende (hij stelt in de procedure eigenaar te zijn van een woning en een recreatiewoning die als zekerheid kunnen dienen) kan daaraan getwijfeld worden. De praktijk laat echter zien dat voorzieningenrechters doorgaans "niet moeilijk doen" over het spoedeisend belang. Wij maken op dit punt even een uitstapje naar de bestuursrechtelijke voorlopige voorziening. Daar zien we dat de mogelijkheid om "kort te sluiten", dat wil zeggen: in de procedure naar aanleiding van het verzoek om een voorlopige voorziening direct in de hoofdzaak uitspraak te doen, ertoe leidt dat het spoedeisende belang van de gevraagde voorlopige voorziening in het geheel niet meer aan de orde komt. Als in de hoofdzaak is beslist, komt de voorzieningenrechter namelijk aan een inhoudelijke behandeling van het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer toe. "Kortsluiten" kan overigens alleen indien de voorlopige voorziening na of bij indiening van het beroepsschrift is gevraagd. Gaat het om een in de bezwaarfase gevraagde voorlopige voorziening, dan is kortsluiting niet mogelijk. Tot zover het bestuursrechtelijke uitstapje. Uitstel van betaling Het algemene beleid op het punt van uitstel van betaling in geval bezwaar of beroep is vrij helder. Normaliter krijgt men ongevraagd uitstel van betaling ingeval van bezwaar tegen de onderliggende belastingaanslag of voor bezwaar vatbare beschikking. Wanneer men tegen de (partieel) afwijzende beslissing op het bezwaar in (hoger) beroep komt, dient om uitstel van betaling te worden verzocht. De reden hiervoor is simpelweg dat de fiscus pas na ontvangst van de kennisgeving van het (hoger) beroep op de hoogte is van de voortgezette betwisting van de belastingaanslag. Slechts in kort geformuleerd bijzondere situaties kan de ontvanger van de hiervoor "quick and dirty" weergegeven regels afwijken. Dat betekent dat de rechter in casu dient te onderzoeken of er aanleiding bestaat om van de algemene regels af te wijken. Standpunt Nationale ombudsman Uit r.o. 3.1 blijkt dat de Nationale ombudsman reeds eerder had geoordeeld dat de ontvanger door, voorafgaande aan een eventueel te verlenen betalingsuitstel, om informatie omtrent de inkomens- en vermogenspositie van X c.s. te verzoeken, binnen de kaders van de Leidraad Invordering 2008 is gebleven. Kortom, door om informatie te vragen en het verstrekken daarvan als voorwaarde voor betalingsuitstel te hanteren, gaat de ontvanger zijn boekje niet te buiten. Ofschoon de rol van de burgerlijke rechter een andere is dan die van de Nationale ombudsman, nemen de kansen op een voor belastingschuldige gunstige uitspraak niet toe indien er reeds een afwijzend oordeel door de Nationale ombudsman is geveld. Diverse verweren X c.s. stellen dat de ontvanger niet beschikt over een executoriale titel en daarom de vordering ex art. 19 IW 1990 onder de SVB niet had kunnen doen. In r.o. 3.5 bespreekt de rechter dat aspect uitvoerig. Omdat sprake is van versnelde invordering (ex art. 10 en 15 IW 1990) mocht de ontvanger de diverse termijnen negeren en aanmaningen achterwege laten. Ook de betekening van dwangbevelen per post komt aan de orde. In r.o. 3.5 duikt ook opeens art. 19 lid 2 onderdeel a IW 1990 op. Uit de uitspraak blijkt niet dat sprake is van een in die bepaling bedoelde situatie. Art. 19 lid 2 geeft uitwerking aan art. 19 lid 1 laatste volzin IW 1990 en komt er op neer dat de ontvanger de mogelijkheid heeft om in gevallen waarin sprake is van een pagina 6 van 7

7 beslagverbod (dus ook van een verbod om een vordering te doen), toch 10% van een niet voor beslag vatbare uitkering door middel van een vordering op te eisen. Met betrekking tot de vraag of de ontvanger het verzochte uitstel van betaling mag weigeren, is met name het feit van belang dat X c.s. onwillig blijven de door de ontvanger gevraagde informatie (over hun inkomens- en vermogenspositie) te verstrekken. De voorzieningenrechter oordeelt onder verwijzing naar de Leidraad Invordering 2008 dat de ontvanger in dat geval inderdaad het gevraagde uitstel mag weigeren. De voorzieningenrechter gaat daarbij voorbij aan de juistheid van de inhoud van de Leidraad Invordering 2008, maar X c.s. hebben daarop ook geen beroep gedaan. De rechter hecht sterk aan het feit dat uitstelverlening een discretionaire bevoegdheid vormt. Gelijkheidsbeginsel X c.s. stellen dat de ontvanger het gelijkheidsbeginsel schendt door hen anders te behandelen dan anderen die zich volgens X c.s. in gelijke omstandigheden bevinden. De opgeworpen vraag is een zeer belangrijke. Van de overheid mag immers worden verwacht dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld. X c.s. menen kennelijk dat zij er in zijn geslaagd om "vergelijkbare" gevallen op te sporen. In r.o. 3.6 wordt op dit punt uitvoerig ingegaan. Kern van het bewijsprobleem waar X c.s. tegenaan lopen, is dat niet duidelijk is dát sprake is van gelijke gevallen. Gelet op de eisen die de voorzieningenrechter stelt, zal het niet eenvoudig zijn om aan te tonen dat de diverse gevallen "gelijk" zijn. Het gaat er om of de inkomens- en vermogensposities gelijk zijn, of die anderen ook weigerden desgevraagd informatie te verstrekken en of de gevorderde bedragen ook vergelijkbaar zijn. Daarnaast laat de voorzieningenrechter een bepaalde mate van vrijheid aan de diverse belastingdienstregio s en kent hij betekenis toe aan het feit dat een uitstelverlening ex art. 25 lid 1 IW 1990 een discretionaire bevoegdheid van de ontvanger is. CONCLUSIE De praktijk lijkt te worden dat belastingplichtigen van wie vermoed wordt dat zij over buitenlandse spaartegoeden (of andere buitenlandse vermogensbestanddelen) beschikken, slechts uitstel van betaling kunnen krijgen indien zij (ook) volledige openheid van zaken verschaffen inzake dat buitenlandse vermogen. Doen zij dat niet dan gaat de ontvanger over tot (dwang)- invordering. Het gaat dan om (dwang)invordering voor niet onherroepelijk vaststaande belastingaanslagen. Mochten die nadien worden verminderd of vernietigd, dan betekent dat volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad dat er sprake is van een onrechtmatige overheidsdaad. De schadevergoeding zal in omvang gematigd worden of zelfs geheel achterwege kunnen blijven als een belastingschuldige niet voldaan heeft aan zijn wettelijke plicht om desgevraagd informatie te verstrekken. Kortom, X c.s. hadden de schade kunnen voorkomen, althans kunnen beperken, indien X zich aan zijn wettelijke plicht van informatieverstrekking had gehouden. pagina 7 van 7

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 08-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 09/3509 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

1. Verzoekers zijn broers en drijven in firmaverband een tuinbouwbedrijf.

1. Verzoekers zijn broers en drijven in firmaverband een tuinbouwbedrijf. Rapport 2 h2>klacht Verzoekers klagen er over dat: a. de directeur van de Belastingdienst/Zuidwest bij de behandeling van de beroepschriften tegen de afwijzende beslissingen van de ontvanger op het verzoek

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:613

ECLI:NL:GHARL:2017:613 ECLI:NL:GHARL:2017:613 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00072 en 16/00073 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Rapport. Datum: 17 september 1999 Rapportnummer: 1999/404

Rapport. Datum: 17 september 1999 Rapportnummer: 1999/404 Rapport Datum: 17 september 1999 Rapportnummer: 1999/404 2 Klacht Op 13 juli 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw B. te Harlingen, met een klacht over een gedraging van de

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BM5546

ECLI:NL:RBARN:2009:BM5546 ECLI:NL:RBARN:2009:BM5546 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 24-11-2009 Datum publicatie 26-05-2010 Zaaknummer AWB 08/5062 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de directeur Belastingen van de Belastingdienst niet gegrond.

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de directeur Belastingen van de Belastingdienst niet gegrond. Rapport Een onderzoek naar de beslissing van de directeur Belastingen van de Belastingdienst op een beroepschrift tegen de afwijzing van een verzoek om uitstel van betaling. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Rechtsbijstandverzekering. Verzekeringsvoorwaarden. Relevante informatie en medewerking.

Rechtsbijstandverzekering. Verzekeringsvoorwaarden. Relevante informatie en medewerking. Uitspraak Commissie van Beroep 2014-017 d.d. 8 mei 2014 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG en mr. W.J.J. Los, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 17-09-2009 Datum publicatie 24-09-2009 Zaaknummer 99339 / KG ZA 09-274 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt er over dat de Belastingdienst executoriaal beslag heeft gelegd op onroerende zaken van haar ondanks het feit dat er - in verband met de door de Belastingdienst gestelde

Nadere informatie

RAPPORT 2008/205, NATIONALE OMBUDSMAN, 26 SEPTEMBER 2008

RAPPORT 2008/205, NATIONALE OMBUDSMAN, 26 SEPTEMBER 2008 RAPPORT 2008/205, NATIONALE OMBUDSMAN, 26 SEPTEMBER 2008 Samenvatting 1 Klacht 2 Beoordeling 2 Conclusie 6 Onderzoek 6 Bevindingen 7 Achtergrond 7 SAMENVATTING Over het jaar 2003 kreeg verzoekster in het

Nadere informatie

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 27 januari 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 27 januari 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman. Dossiernummer 09-2009 OORDEEL Verzoekster Mevrouw V. te Raalte. Datum verzoek Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 27 januari 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2016:4850

ECLI:NL:RBZWB:2016:4850 ECLI:NL:RBZWB:2016:4850 Instantie Datum uitspraak 19-07-2016 Datum publicatie 01-12-2016 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 15 _ 5497 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Het is mij bekend dat u meent dat in zo'n geval geen kwijtschelding mogelijk is.

Het is mij bekend dat u meent dat in zo'n geval geen kwijtschelding mogelijk is. Rapport 2 p class="c2">klacht Verzoekster klaagt erover dat de Belastingdienst Zuidwest/kantoor Roosendaal in zijn uitspraak van 21 november 2007 haar beroep tegen de beschikking van de ontvanger van de

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2487

ECLI:NL:CRVB:2017:2487 ECLI:NL:CRVB:2017:2487 Instantie Datum uitspraak 18-07-2017 Datum publicatie 24-07-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 17/3961 PW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Rapport Datum: 23 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/153

Rapport Datum: 23 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/153 Rapport Rapport over een klacht over de Belastingdienst te Almere (voorheen Belastingdienst/Randmeren) Datum: 23 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/153 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de ontvanger van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886

ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886 ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886 Instantie Datum uitspraak 14-04-2005 Datum publicatie 14-04-2005 Zaaknummer KG 05/243 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage Civiel recht

Nadere informatie

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties;

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties; RAAD VAN TUCHT VERENIGING VAN REGISTERCONTROLLERS Datum uitspraak: 4 november 2014 Zaaknummer: RvT VRC 2014-02 de heer [klager], wonende te [woonplaats 1] gemachtigde: de heer mr. R.M. Braat K L A G E

Nadere informatie

Een onderzoek naar de wijze van behandeling van een beroepschrift tegen de afwijzing van een verzoek om kwijtschelding.

Een onderzoek naar de wijze van behandeling van een beroepschrift tegen de afwijzing van een verzoek om kwijtschelding. Rapport Een onderzoek naar de wijze van behandeling van een beroepschrift tegen de afwijzing van een verzoek om kwijtschelding. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over waterschap De Dommel

Nadere informatie

pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:6145 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 04-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB-13_10151 Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:4015

ECLI:NL:RBOBR:2016:4015 ECLI:NL:RBOBR:2016:4015 Instantie Datum uitspraak 27-07-2016 Datum publicatie 16-02-2017 Zaaknummer 16 _ 1047 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht ECLI:NL:GHSHE:2015:2797 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 23-07-2015 Datum publicatie 27-07-2015 Zaaknummer F 200.160.279_01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:6102

ECLI:NL:RBDHA:2016:6102 ECLI:NL:RBDHA:2016:6102 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 26-05-2016 Datum publicatie 23-06-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 5196 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van het College voor zorgverzekeringen. Datum: 10 mei 2012. Rapportnummer: 2012/078

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van het College voor zorgverzekeringen. Datum: 10 mei 2012. Rapportnummer: 2012/078 Rapport Rapport betreffende een klacht over een gedraging van het College voor zorgverzekeringen Datum: 10 mei 2012 Rapportnummer: 2012/078 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het College voor zorgverzekeringen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:4777

ECLI:NL:GHARL:2017:4777 ECLI:NL:GHARL:2017:4777 Instantie Datum uitspraak 07-06-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 16/00619 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901 ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 04-06-2013 Datum publicatie 04-06-2013 Zaaknummer AWB 13/675 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614 ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 08-02-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 06/8362 IB/PVV Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3463

ECLI:NL:CRVB:2014:3463 ECLI:NL:CRVB:2014:3463 Instantie Datum uitspraak 21-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 12-3170

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid wegens het onverantwoord verstrekken van een risicovolle lening

Bestuurdersaansprakelijkheid wegens het onverantwoord verstrekken van een risicovolle lening Bestuurdersaansprakelijkheid wegens het onverantwoord verstrekken van een risicovolle lening Brondatum: 07-07-2015 Een bestuurder is aansprakelijk gesteld voor de niet afgedragen loonheffingen van een

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:1265

ECLI:NL:RBOVE:2014:1265 ECLI:NL:RBOVE:2014:1265 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 06-03-2014 Datum publicatie 14-03-2014 Zaaknummer C-08-152106 - KG ZA 14-59 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 van

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 van Gemeente Haarlemmermeer Baan Kleef Aan DomJur 2008-432 Rechtbank Haarlem Zaak-/rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 en 151565 / KG ZA 08-641 Datum: 22 december 2008 Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer

Nadere informatie

Belastingdienst stuurt aanmaning direct na vermindering aanslag

Belastingdienst stuurt aanmaning direct na vermindering aanslag Rapport Belastingdienst stuurt aanmaning direct na vermindering aanslag Een onderzoek naar het door de Belastingdienst overgaan tot dwanginvordering nadat de belastingaanslag is verminderd en naar de informatieverstrekking

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3478

ECLI:NL:CRVB:2014:3478 ECLI:NL:CRVB:2014:3478 Uitspraak 14/5824 WWB-VV 27 oktober 2014 Centrale Raad van Beroep Voorzieningenrechter Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening Partijen: [Verzoekster]te [woonplaats] (verzoekster)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:5327

ECLI:NL:GHARL:2017:5327 ECLI:NL:GHARL:2017:5327 Instantie Datum uitspraak 27-06-2017 Datum publicatie 28-07-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00521 en 16/00522 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Rapport. Datum: 5 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/307

Rapport. Datum: 5 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/307 Rapport Datum: 5 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/307 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Belastingdienst/Directie Particulieren Utrecht haar beroep tegen de afwijzing door de Belastingdienst/Particulieren

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241 ECLI:NL:RBOVE:2014:3241 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 05062014 Datum publicatie 16062014 Zaaknummer C/08/156166 / KG ZA 14182 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18-04-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer C/08/154383 / KG-ZA 14-130 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat gerechtsdeurwaarder X het vonnis van de kantonrechter d.d. 18 december 2007 heeft betekend, terwijl hij verzoeker niet eerst heeft uitgenodigd dan wel heeft

Nadere informatie

Een onderzoek naar de beslissing op een beroepschrift tegen de afwijzing van een verzoek om uitstel van betaling.

Een onderzoek naar de beslissing op een beroepschrift tegen de afwijzing van een verzoek om uitstel van betaling. Rapport Een onderzoek naar de beslissing op een beroepschrift tegen de afwijzing van een verzoek om uitstel van betaling. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de directeur Belastingen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Rapport. Afwijzing kwijtscheldingsverzoek. Datum: 23 december 2014 Rapportnummer: 2014/223

Rapport. Afwijzing kwijtscheldingsverzoek. Datum: 23 december 2014 Rapportnummer: 2014/223 Rapport Afwijzing kwijtscheldingsverzoek Datum: 23 december 2014 Rapportnummer: 2014/223 2 Klacht Verzoekster klaagt er over dat de directeur van de Belastingdienst op 16 juni 2014 haar beroep tegen de

Nadere informatie

AH Z Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr.

AH Z Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr. AH 1471 2018Z24098 Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018-2019, nr. 1202 Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018-2019, nr. 1360 1 Kent u het bericht Bedrijven lamleggen met beslag

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 22-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 113824 / KG ZA 10-207 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

Rapport. Datum: 19 januari 2006 Rapportnummer: 2006/019

Rapport. Datum: 19 januari 2006 Rapportnummer: 2006/019 Rapport Datum: 19 januari 2006 Rapportnummer: 2006/019 2 Klacht Verzoekers klagen over de motivering van de uitspraak van 17 mei 2005 op het door hen ingestelde beroep op de directeur van de Belastingdienst/Zuidwest

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-106 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 januari 2015 Ingesteld door : Consument Tegen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:8624

ECLI:NL:GHARL:2013:8624 ECLI:NL:GHARL:2013:8624 Instantie Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 28-11-2013 Zaaknummer 13/00542 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ABM AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABM AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-144 d.d. 21 mei 2013 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. J.Th. de Wit, leden en mevrouw mr. F. Faes, secretaris)

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummers 11/00311 en 11/00312 uitspraakdatum: 20 september 2011 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van X te Z (hierna:

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat Bureau Jeugdzorg Zeeland: hem niet heeft betrokken bij de totstandkoming van het indicatiebesluit dat is opgesteld met betrekking tot zijn minderjarige kind;

Nadere informatie

Rapport 1994/198, Nationale ombudsman, 7 april 1994

Rapport 1994/198, Nationale ombudsman, 7 april 1994 Rapport 1994/198, Nationale ombudsman, 7 april 1994 Klacht 1 Achtergrond 2 Onderzoek 3 Bevindingen 3 Beoordeling en conclusie 5 KLACHT Op 31 augustus 1993 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 30 645 Voorstel van wet van de leden Dezentjé Hamming-Bluemink en Groot houdende wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en enige

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen

Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen aan LOVCK&T van Expertgroep Burgerlijk procesrecht datum 29 mei 2019 onderwerp Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen / reële

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7227

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7227 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7227 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 16-08-2007 Datum publicatie 06-11-2007 Zaaknummer 87248 - KG ZA 07-191 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is

Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is ECLI:NL:GHARL:2015:4336 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 16-06-2015 Datum publicatie 19-06-2015

Nadere informatie

Rapport. Oordeel: Gegrond. Datum: 27 september 2016 Rapportnummer:2016/087

Rapport. Oordeel: Gegrond. Datum: 27 september 2016 Rapportnummer:2016/087 Rapport Rapport over een klacht over de beslissing van de heffingsambtenaar van de gemeente Schiedam om geen gevolg te geven aan het verzoek tot vermindering van de aanslagen WOZ voor de jaren 2008 en

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN HELMOND

GEMEENTEBLAD VAN HELMOND GEMEENTEBLAD VAN HELMOND LEIDRAAD KWIJTSCHELDING GEMEENTELIJKE HEFFINGEN. Jaar : 2006 Nummer: 14 Besluit : B & W 1 februari 2006 Burgemeester en wethouders van Helmond, In aanmerking genomen, dat door

Nadere informatie

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK] Autoriteit Persoonsgegevens AANGETEKEND Datum Contactpersoon Onderwerp Besluit tot invordering en voornemen tot publicatie Geachte, Bij besluit van 11 mei 2017 met kenmerk heeft de Autoriteit Persoonsgegevens

Nadere informatie

LJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW. Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW. Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW Datum uitspraak: 23-09-2010 Datum publicatie: 13-12-2010 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:570

ECLI:NL:CRVB:2017:570 ECLI:NL:CRVB:2017:570 Instantie Datum uitspraak 17-02-2017 Datum publicatie 21-02-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/8100 AOW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024

ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024 ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024 Instantie Datum uitspraak 04-07-2007 Datum publicatie 06-07-2007 Zaaknummer KG 07/518 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage Civiel recht

Nadere informatie

2. Indienen van een aanvraag Een aanvraag om kwijtschelding moet worden ingediend middels een daartoe vastgesteld aanvraagformulier.

2. Indienen van een aanvraag Een aanvraag om kwijtschelding moet worden ingediend middels een daartoe vastgesteld aanvraagformulier. Jaar: 2010 Nummer: 9 Besluit: B&W 9 februari 2010 Gemeenteblad BELEIDSREGEL KWIJTSCHELDING HELMOND 2010 Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 4:81 tot en met 4:84 van de Algemene

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:872

ECLI:NL:CRVB:2015:872 ECLI:NL:CRVB:2015:872 Instantie Datum uitspraak 24-03-2015 Datum publicatie 25-03-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14-2865 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

het door Consument digitaal ingediende klachtformulier; het verweerschrift van de Bank; de repliek van Consument; de dupliek van de Bank.

het door Consument digitaal ingediende klachtformulier; het verweerschrift van de Bank; de repliek van Consument; de dupliek van de Bank. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-534 (mr. R.J. Paris, voorzitter, mr. A.M.T. Wigger, prof. mr. M.L. Hendrikse, leden en mr. D.W.Y. Sie, secretaris) Klacht ontvangen op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:4332

ECLI:NL:RBGEL:2017:4332 ECLI:NL:RBGEL:2017:4332 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-08-2017 Datum publicatie 22-08-2017 Zaaknummer AWB - 17 _ 2951 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:3627

ECLI:NL:RBNHO:2017:3627 ECLI:NL:RBNHO:2017:3627 Instantie Datum uitspraak 04-05-2017 Datum publicatie 08-05-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/258178 / KG ZA 17-309 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Geachte heer xxxxx, Op 12 oktober 2015 heeft u zich namens uw cliënt, xxxxx, gewend tot de Nationale ombudsman met een klacht over de Belastingdienst.

Geachte heer xxxxx, Op 12 oktober 2015 heeft u zich namens uw cliënt, xxxxx, gewend tot de Nationale ombudsman met een klacht over de Belastingdienst. Geachte heer, Op 12 oktober 2015 heeft u zich namens uw cliënt,, gewend tot de Nationale ombudsman met een klacht over de Belastingdienst. Waar gaat het om? Uw cliënt is ondernemer. Hij exploiteert een

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur.

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur. Kenmerk: 99/03616 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer UITSPRAAK op het beroep van X B.V. te Z, belanghebbende, tegen een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen

Nadere informatie

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-373 d.d. 13 december 2013 (mr. R.J. Paris, voorzitter, terwijl mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Samenvatting Consument heeft drie betaalrekeningen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2009:21051

ECLI:NL:RBSGR:2009:21051 ECLI:NL:RBSGR:2009:21051 Instantie Rechtbank 's-gravenhage Datum uitspraak 03-11-2009 Datum publicatie 29-10-2014 Zaaknummer 342441 - KG ZA 09-925 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 631501/645034 Betreft: Beslissing op bezwaar Sapphire Media International B.V. Het Commissariaat voor de Media, gezien het besluit van 10 juni 2014, verzonden op 19 juni

Nadere informatie

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018 18-194/DB/ZWB ECLI:NL:TADRSHE:2018:65 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 18-194/DB/ZWB Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van

Nadere informatie

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/ Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20 08 2012 Datum publicatie 23 08 2012 Zaaknummer

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/304

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/304 Rapport Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/304 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het college van burgemeester en wethouders van Veendam zijn beroep tegen de beslissing om hem geen kwijtschelding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388

ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388 ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388 Instantie Datum uitspraak 06-10-2011 Datum publicatie 01-02-2012 Zaaknummer 11/00219 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Belastingrecht

Nadere informatie

tegen de mondelinge uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 10 november 2010, nummer AWB 10/1037, in het geding tussen

tegen de mondelinge uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 10 november 2010, nummer AWB 10/1037, in het geding tussen Uitspraak GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Sector belastingrecht Eerste meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 10/00867 Schriftelijke uitspraak op het hoger beroep van BigffiwnrrmBriWiflMI^^^^^ te hierna: belanghebbende,

Nadere informatie

Bij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1 17).

Bij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1 17). SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Arbitraal vonnis in kort geding van 28 november 2014 Kenmerk: SG KG 14/28 De fungerend voorzitter van het Scheidsgerecht, mr. R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem, bijgestaan

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BD7995 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00429

ECLI:NL:GHAMS:2008:BD7995 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00429 ECLI:NL:GHAMS:2008:BD7995 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 02-07-2008 Datum publicatie 23-07-2008 Zaaknummer 07/00429 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 maart 1999 Rapportnummer: 1999/113

Rapport. Datum: 18 maart 1999 Rapportnummer: 1999/113 Rapport Datum: 18 maart 1999 Rapportnummer: 1999/113 2 Klacht Op 10 november 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer B. te Roermond, met een klacht over een gedraging van de

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 13-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie awb 09-5337 wwb en awb 10-4936

Nadere informatie

3. Bij brief van 3 mei 2007 heeft het hoogheemraadschap naar aanleiding van een brief van verzoekster van 27 maart 2007 gesteld:

3. Bij brief van 3 mei 2007 heeft het hoogheemraadschap naar aanleiding van een brief van verzoekster van 27 maart 2007 gesteld: Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft geweigerd haar kwijtschelding te verlenen van de waterschapsbelasting 2007. Zij is het er niet mee

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2005:AT3000

ECLI:NL:CRVB:2005:AT3000 ECLI:NL:CRVB:2005:AT3000 Instantie Datum uitspraak 21-03-2005 Datum publicatie 01-04-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-1503 MAW-VV Bestuursrecht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 31 december 2002 Rapportnummer: 2002/399

Rapport. Datum: 31 december 2002 Rapportnummer: 2002/399 Rapport Datum: 31 december 2002 Rapportnummer: 2002/399 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat UWV Gak, kantoor Breda, haar niet die informatie heeft verstrekt, die zij nodig acht om te kunnen berekenen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2015:2857

ECLI:NL:RBZWB:2015:2857 ECLI:NL:RBZWB:2015:2857 Instantie Datum uitspraak 08-04-2015 Datum publicatie 13-05-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 14 _ 6290 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:634

ECLI:NL:GHARL:2017:634 ECLI:NL:GHARL:2017:634 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/01571 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:286

ECLI:NL:RBOVE:2016:286 ECLI:NL:RBOVE:2016:286 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18012016 Datum publicatie 29012016 Zaaknummer C/08/179852 / KG ZA 15391 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de directeur Belastingen van de Belastingdienst gegrond.

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de directeur Belastingen van de Belastingdienst gegrond. Rapport Een onderzoek naar de beslissing van de directeur Belastingen van de Belastingdienst op een beroepschrift tegen de beslissing op een verzoek om uitstel van betaling. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:4108

ECLI:NL:RBGEL:2017:4108 ECLI:NL:RBGEL:2017:4108 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 03-08-2017 Datum publicatie 03-08-2017 Zaaknummer AWB - 17 _ 1468 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2098

ECLI:NL:GHDHA:2017:2098 ECLI:NL:GHDHA:2017:2098 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-06-2017 Datum publicatie 14-07-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-17/00015 Belastingrecht

Nadere informatie

CENTRALE RAAD VAN BEROEP UITSPRAAK. A te B (Spanje), nader te noemen: betrokkene, en de Sociale Verzekeringsbank, nader te noemen: de SVB.

CENTRALE RAAD VAN BEROEP UITSPRAAK. A te B (Spanje), nader te noemen: betrokkene, en de Sociale Verzekeringsbank, nader te noemen: de SVB. CENTRALE RAAD VAN BEROEP 97/3836 AOW + 97/4659 AOW in het geding tussen: UITSPRAAK A te B (Spanje), nader te noemen: betrokkene, en de Sociale Verzekeringsbank, nader te noemen: de SVB. I. ONTSTAAN EN

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:1754

ECLI:NL:RBROT:2016:1754 ECLI:NL:RBROT:2016:1754 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-03-2016 Datum publicatie 09-03-2016 Zaaknummer ROT 16/920 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursprocesrecht

Nadere informatie