VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING EN VISIE. Artikel 0 Algemene stedenbouwkundige voorschriften

Transcriptie

1

2

3 VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING EN VISIE Artikel 0 Algemene stedenbouwkundige voorschriften 0.1 Algemene inrichtingsstudie Bij vergunningsaanvragen voor toeristisch-recreatieve projecten in kader van erfgoed (i.h.b. WOI) alsook natuurinrichtingsprojecten wordt een inrichtingsstudie gevoegd. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. De inrichtingsstudie geeft ook aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is in het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten. De algemene stedenbouwkundige inrichtingsstudie geeft op een duidelijke wijze de beoogde inrichting en functioneren van de volledige site gelegen binnen onderhavig provinciaal RUP grafisch en vergezeld van een toelichting weer. In het bijzonder bevat de inrichtingsstudie maatregelen naar de visuele integratie in het landschap, de verhouding met de aanwezige natuur- en parkwaarden, de (belevings)waarde ten opzichte van het aanwezige erfgoed en de impact van de beoogde ingrepen op de omgeving. De inrichtingsstudie geeft aan op welke wijze het project in overeenstemming is met de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP. Volgende zaken dienen onderdeel uit te maken van de inrichtingsstudie: Inplanting van de gebouwen; Landschappelijke inpassing; Relatie met erfgoed; Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.3

4 Materiaalgebruik; Parkeerplaatsen, verkeerscirculatie en -afwikkeling; Waterbeheersing en maatregelen naar duurzaam watergebruik; Milieutechnische maatregelen. 0.2 Werken en constructies in functie van openbaar nut en milieutechnische ingrepen Werken en constructies in functie van openbaar nut en milieutechnische ingrepen kunnen in alle zones toegelaten worden, voor zover de schaal en de bouwkarakteristieken (inplanting, gabariet en materiaalgebruik) ervan geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de betreffende bestemmingszone. Handelingen van algemeen belang zijn toelaatbaar op basis van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Bij werken van algemeen nut dient de regelgeving ter zake gerespecteerd te worden. Werken en constructies in functie van openbaar nut zijn bijvoorbeeld het onderhoud en inspectie van waterlopen, verdeelcabines voor distributie, bushaltes (bij wegenis), enz. Milieutechnische ingrepen zijn bijvoorbeeld het omleggen van waterlopen, aanpassingswerken aan rioleringen, sluizen, pompinstallaties, enz. 0.3 Werken en handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is Werken en handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is blijven ook binnen voorliggend RUP vrijgesteld van vergunningsplicht. Werken en handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is worden bepaald in het besluit van de Vlaamse regering van 1 december 2010 en latere wijzigingen. Deze ingrepen zijn dermate beperkend dat deze de gewenste zonekarakteristieken niet zullen ondermijnen. 0.4 Afsluitingen Enkel omwille van het functioneren van specifieke terreinen kan een afsluiting geplaatst worden. De afsluitingen mogen maximum 1m50 hoog zijn. Enkel in functie van specifieke doeleinden en mits grondige motivatie kan hierop afgeweken worden. Als afsluitingen zijn alleen toegelaten: - Levende hagen van inheems groen. Met specifieke terreinen wordt bedoeld: percelen in gebruik voor begrazing, terreinen af te schermen omwille van veiligheidsredenen of het afbakenen in functie van aanwezigheid van dieren. Het streven moet gaan naar zo min mogelijk afsluitingen en indien nodig afgestemd op de eigenlijke doeleinden. Met specifieke doeleinden wordt bedoeld: afscherming om dieren veiligheid te bieden (vb. kippenrenafsluiting tegen vossen heeft nood Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.4

5 - Natuurlijke afsluitingen. - Alleen afsluitingen bestaande uit houten palen en metalen prikkeldraad en/of metalen gaas voor weideafsluiting zijn toegestaan met een voldoende transparantheid. aan een hoogte van 2m) Onder voldoende transparant wordt niet verstaan: Afsluitingen voor paarden met planken. Deze opbouw verstoort immers de doorzichten. De afscherming moet op een kwalitatieve manier te gebeuren die de integrale visueel landschappelijke samenhang van het gehele gebied niet schaadt. Als afsluiting zijn niet toegestaan: - Volle wanden. - Geplastificeerd gaas en/of prikkeldraad. - Palen in andere materialen dan hout. - Volledig uit hout opgetrokken afsluitingen (zowel de palen als de liggers). - Vaste metalen panelen. 0.5 Waterbeheersing Het waterbergend vermogen van het plangebied mag door de (her)aanleg van de site niet verminderd worden. De maatregelen die genomen worden in functie van waterbeheersing en drainage moeten gezien worden in relatie met de betrokken bestemmingszone. De schaal en de bouwkarakteristieken (inplanting, gabariet en materiaalgebruik) ervan mogen geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de betreffende bestemmingszone. Het graven van poelen en opstuwing van beken (bufferbekken en cascadevijver), aanleg van een sluis en drainage wordt mogelijk gelaten in alle bestemmingen. Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.5

6 Artikel 1: Zone voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen Categorie van gebiedsaanduiding: gemeenschaps- en nutvoorzieningen 1.1 Bestemming Het gebied is bestemd als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen. Alle werken, handelingen, en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het aanbieden van gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen zijn toegelaten. De betrokken werken, handelingen en wijzigingen kunnen worden toegelaten ongeacht het publiek- of privaatrechtelijk statuut van de initiatiefnemer of het al dan niet aanwezig zijn van winstoogmerk. 1.2 Inrichting en beheer Inplanting De inplanting van gebouwen en constructies binnen de zone is vrij. Hierbij dient een compacte terreinbezetting nagestreefd te worden Verharde oppervlaktes Bij aanleg van verharde oppervlaktes dient er maximaal ingezet te worden op het gebruik van waterdoorlatende materialen Functionele parking Bij oprichting van gebouwen met een gemeenschapsfunctie dient er een minimale parkeerruimte voorzien te worden die zowel rekening houdt met gemotoriseerde voertuigen alsook fietsenstalplaatsen. Dit in functie van personeel. Bezoekersparking wordt voorzien op de met P aangeduide zone in het parkgebied. Onder verharde oppervlakte wordt ondermeer verstaan: parking, onthaalplatform etc. Omwille van een goede werking en gezien de ruime oppervlakte van het provinciedomein moet het mogelijk zijn dat het personeel bij de werkplaatsen zelf op een ordelijke manier kan parkeren. Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.6

7 1.2.4 Aanleg van een parking bij site Hill60 De strook aan de oostzijde van de Hill60 wordt voorzien als parkingsite. Deze geplande parking naast de historisch waardevolle site Hill 60 dient kwalitatief ingericht te worden waarbij minstens de volgende randvoorwaarden moeten zijn uitgewerkt: - Werken met waterdoorlatende materialen; - Maximale parkeeroppervlakte van 800m² waarbij circulatie (o.a. draaicirkels) inbegrepen moeten zijn; - Voldoende ruime fietsparking; - Voldoende kwalitatieve buffering naar de aanpalende bewoning: - Voldoende kwalitatieve visuele buffering naar de Hill60; - Verbindingsweg voor zwakke weggebruikers op basis van de indicatief aangegeven verbinding; Gezien het historische belang dient de parking langsheen de Hill60 zich discreet te positioneren waarbij ontsluiting van het erfgoed van belang is maar waarbij deze parking en het gebruik ervan de landschappelijkhistorische beleving niet mag verstoren. Op een ruimte van 800m² is het mogelijk een parkingzone in te richten die geschikt is voor ca. 3 toerbussen en wagens met bijhorende circulatie. Op basis van de verwachte aantallen aan toeristen is dit een afdoende programma voor een parking. (Schetsconcepten louter indicatief) Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.7

8 1.3 Architectuur Er dient een kwalitatieve architectuur uitgewerkt te worden die rekening houdt met de landschappelijke en historische context van het gebied. Hierbij moet zowel de schaal als de gehanteerde vormentaal evenwichtig worden uitgewerkt. De architecturale uitwerking van een project moet rekening houden met de belevingswaarde van het gebied. Zo kan een project zich gerust tonen maar het mag een serene beleving van het WOI-erfgoed niet schaden noch de waardevolle natuurlijke omgeving. Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.8

9 Artikel 2: Zone voor parkgebied Categorie van gebiedsaanduiding: overig groen 2.1 Bestemming Het gebied is bestemd voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van een park of parken. Dit gebied heeft ook een sociale functie. Binnen dit gebied zijn natuurbehoud, bosbouw, landschapszorg en recreatie nevengeschikte functies. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor deze functies zijn toegelaten. Aanleg van een groepsparking kan enkel in het specifiek aangeduide gebied (cf. art ). De sociale functie verwijst in deze context in hoofdzaak naar de publieke toegankelijkheid van openbare parken en het gebruik en de betekenis die deze site heeft als bovenlokale groenvoorziening. Het behoud van de ruimtelijke samenhang en de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van het gebied wordt als randvoorwaarde ingeschreven. Recreatie moet hier verstaan worden in verhouding tot de andere functies van het gebied. Het is een nevengeschikte functie en geen enige functie noch de enige hoofdfunctie. Het recreatieve karakter moet dan ook eerder laagdynamisch zijn. Zo moet het mogelijk zijn een speeltuin in te richten, een picknickzone, trekkershutten etc. waarbij de schaal en inrichting zich afstemt op de voor de rest natuurlijk waardevolle omgeving. De in artikel 2.1 tot 2.4 genoemde handelingen zijn toegelaten voor zover de ruimtelijke samenhang in het gebied, de cultuurhistorische waarden, horticulturele waarden landschapswaarden en natuurwaarden in het gebied bewaard blijven. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een functioneel ondersteunende parking die eerder kleinschalig is en bestaat voor het personeel en enkele bezoekers (vb. mindervaliden die dichter moeten kunnen parkeren). Voor het grote publiek alsook toerbussen is er een groepsparking aangegeven. In de stedenbouwkundige voorschriften worden geen bepalingen opgenomen m.b.t. zonevreemde woningen en andere constructies noch bepalingen inzake toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen. De vigerende regelgeving dient als basis bij het opmaken van een stedenbouwkundige aanvraag. Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.9

10 2.2 Bestaande bebouwing In bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen kunnen behalve de activiteiten voor de realisatie van de in de overige artikels vermelde functies, ook de volgende activiteiten toegelaten worden: - Wonen; - nuts- en gemeenschapsvoorzieningen; - socio-culturele voorzieningen; - dagtoeristisch-recreatieve voorzieningen; - Kleinschalige toeristische logies en verblijfsrecreatie in de vorm van hoevetoerisme en trekkershutten (niet limitatief); - reca; Ten behoeve van deze functies is het toegelaten: - Alle instandhoudingswerken, ook structurele ingrepen uit te voeren; - Bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen te verbouwen, uit te breiden of te herbouwen tot een maximaal bouwvolume van 1000m³. Indien de gebouwen niet aangesloten zijn op een riolering, wordt de vergunningsaanvraag afhankelijk gemaakt van de aanleg van een installatie voor het behandelen van afvalwater. - Het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur die nodig of nuttig is voor het goed functioneren van de toegelaten activiteiten. Binnen het parkgebied en de bestaande vergunde bebouwing moet het wel mogelijk zijn om verblijfstoerisme in de zin van hoevetoerisme, trekkershutten, tentenweide uit te oefenen (niet limitatief). Puur hotelwezen als hoofdbestemming is evenwel te dynamisch van karakter en wordt niet toegelaten. Onder hotelfuncties wordt niet begrepen: hoevetoerisme, B&B Met reca wordt bedoeld restaurants en cafés. Het is in principe mogelijk in elk bestaand gebouw reca onder te brengen. Gezien evenwel de meerderheid van de eigendom in handen is van de Provincie West-Vlaanderen en er steeds gewerkt wordt vanuit een gebiedsvisie (die doorvertaald wordt binnen de inrichtingsstudie) is het absoluut niet de bedoeling overal reca effectief te realiseren. Vooreerst wordt verder gewerkt vanuit de bestaande aanwezige reca. Er moet rekening gehouden worden met de schaal en de ruimtelijke impact van deze activiteiten. Daarbij wordt, onverminderd de bepalingen van artikel 2.1, ten minste aandacht besteed aan: - de relatie met de in de omgeving aanwezige functies en Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.10

11 erfgoedwaarde; - de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers of bezoekers; - de invloed op de mobiliteit; - de relatie met de in de omgeving van het gebied vastgelegde bestemmingen Hoeve Lierman (symbolische aanduiding Hoeve Lierman) Het is mogelijk een tentenweide aan te leggen en maximaal 2 trekkershutten in de directe omgeving van de met aangeduide bebouwing. Hierbij is het oprichten van voor deze functie bijhorende noodzakelijke voorzieningen mogelijk. Deze tentenweide met mogelijke voorzieningen alsook de trekkershutten, kunnen niet ingericht worden in de zone voor Niemandsland. Het gebied tussen Hoeve Lierman en het restaurant kan tevens ook ingericht worden als speelzone. Deze zone wordt begrensd door de centrale toegangsweg en het in overdruk aangegeven Niemandsland. 2.3 Nieuwe bebouwing In nieuwe gebouwen conform de bestemming zoals bepaald in art. 2.1 kunnen de volgende activiteiten toegelaten worden: - nuts- en gemeenschapsvoorzieningen; - socio-culturele voorzieningen; De gemarkeerde bebouwing is de zogenaamde hoeve Lierman waar er ingezet kan worden op de omvorming en uitbouw van een onthaalgebouw voor het domein Palingbeek. Onder noodzakelijke voorzieningen voor een tentenweide en trekkershutten wordt verstaan: sanitaire voorzieningen, beperkte schuilruimte Er wordt een verbod op aanleg van een tentenweide in de zone voor Niemandsland gehanteerd daar op deze manier de tentenweide en de trekkershutten niet terechtkomen in de historisch waardevolle zone van het niemandsland. De aanleg van een speelzone wordt bij voorkeur uitgewerkt met nietgemechaniseerde speeltuigen waarbij natuurlijke materialen (vb. FSCgelabeld hout) de basis vormen. Nieuwe gebouwen dienen ondersteunend te werken in functie van het beheer van het provincie domein. Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.11

12 2.4 Inrichting en beheer Inplanting De inplanting van gebouwen en constructies binnen de zone is vrij tenzij anders vermeld bij specifieke overdrukken. Er dient steeds een compacte terreinbezetting nagestreefd te worden Verharde oppervlaktes Bij aanleg van verharde oppervlaktes dient er maximaal ingezet te worden op het gebruik van waterdoorlatende materialen. Onder verharde oppervlakte wordt ondermeer verstaan: parking, onthaalplatform etc Architectuur Er dient een kwalitatieve architectuur uitgewerkt te worden die rekening houdt met de landschappelijke en historische context van het gebied. Hierbij moet zowel de schaal als de gehanteerde vormentaal evenwichtig worden uitgewerkt. De architecturale uitwerking van een project moet rekening houden met de belevingswaarde van het gebied. Zo kan project zich gerust tonen maar het mag een serene beleving van het WOI-erfgoed niet schaden noch de waardevolle natuurlijke omgeving. Overdruk voor groepsparking in parkgebied Categorieën van gebiedsaanduiding: overig groen 2.5 Bestemming Het met P aangegeven perceel komt expliciet in aanmerking voor de uitwerking tot een kwalitatieve groepsparking. Er dient een minimale voorziening verzorgd te worden voor het stallen van fietsen. 2.6 Inrichting en beheer Naast de aanleg van een parkingzone kunnen ook bijkomende inrichtingen in functie van het functioneren van de parking voorzien worden. Wanneer voor deze bijkomende inrichtingen constructies nodig zijn onder de vorm van gebouwen dienen deze Een expliciete aanduiding van een groepsparking is aangewezen om de parkeerbehoefte zoveel mogelijk te bundelen op strategisch gekozen plaatsen zodat in de overige delen van het park- en natuurgebied geen bijkomende publieksparking(s) moeten worden aangelegd. Deze groepsparking moet ook dienstig zijn voor het ontvangen van toerbussen. De schaal en inrichting van een groepsparking moet als onderdeel gezien worden van de informatief op te maken inrichtingsstudie. Onder bijkomende inrichtingen kan ondermeer worden verstaan: afvalcontainers, sanitaire voorzieningen, onthaalzone, informatiepunt. Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.12

13 te voldoen aan de voorschriften zoals bepaald in artikel 2.4. De parkingzone mag niet omzoomd worden met een omheining. Er moet een visuele samenhang met de omgeving uitgewerkt worden. Alle werken, handelingen, en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het aanbieden van gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen zijn toegelaten. Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.13

14 Artikel 3: Zone voor natuurgebied Categorie van gebiedsaanduiding: reservaat en natuur 3.1 Bestemming Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en bos. Recreatief medegebruik is een ondergeschikte functie. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de ontwikkeling, de instandhouding en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu, bos en van de landschapswaarden zijn toegelaten. In het natuurgebied is de hoofdfunctie natuur. Recreatief medegebruik laat evenwel toe dat bepaalde zones in het natuurgebied afgeschermd kunnen worden, niet toegankelijk zijn voor het publiek omwille van de natuurwaarde. Onder bos wordt begrepen ecologisch beheerd bos zoals bedoeld in het Bosdecreet in artikel 18 en volgende. Het aanbrengen van infrastructuren voor het beheer van het gebied als natuurgebied is mogelijk. Die infrastructuren zijn onder meer: veekerende rasters, het bouwen van schuilplaatsen voor dieren die ingezet worden bij het beheer van het gebied. In het gebied zijn uitsluitend gebouwen toegelaten die noodzakelijk zijn voor het beheer van of het toezicht op het betrokken natuurgebied, op voorwaarde dat ze niet samen gebruikt worden als woonverblijf. Het gaat om gebouwen en constructies met een beperkte omvang (schuilplaats, bergplaats voor materiaal ). Een dergelijke bebouwing kan slechts toegelaten worden voor zover ze landschappelijk inpasbaar is en de betrokken oppervlakte natuurgebied aanzienlijk is. In de stedenbouwkundige voorschriften worden geen bepalingen opgenomen m.b.t. zonevreemde woningen en andere constructies. De vigerende regelgeving dient als basis bij het opmaken van een stedenbouwkundige aanvraag. Conform de bepalingen van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn handelingen gericht op het sociale-culturele of recreatieve medegebruik vergunbaar voor zover ze door hun Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.14

15 3.2 Handelingen Voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt, zijn de volgende werken, handelingen en wijzigingen eveneens toegelaten: - het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur voor het al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer; - het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en nutsleidingen. Bestaande openbare wegen en nutsleidingen kunnen verplaatst worden voor zover dat noodzakelijk is voor de kwaliteit van het leefmilieu, het herstel en de ontwikkeling van de natuur en het natuurlijke milieu, de openbare veiligheid of de volksgezondheid. 3.3 Speelzone Binnen het natuurgebied kan de bestaande speelzone en bijhorende speeltuigen behouden blijven met een uitdovend karakter (bestaansrecht). Nieuwe ingrepen en uitbreidingen aan deze zone zijn niet toegelaten. beperkte impact de verwezenlijking van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen. Kleinschalige infrastructuur voor de sociale, educatieve of recreatieve functie van het natuurgebied zijn bijvoorbeeld: - voorzieningen gerelateerd aan het onthaal van bezoekers zoals informatieborden, wegwijzers, fietsenstallingen, parkeervoorzieningen, picknicktafels, zitbanken, vuilnisbakken... - voorzieningen gerelateerd aan het al dan niet toegankelijk maken van het natuurgebied voor recreatief medegebruik zoals toegangspoortjes, afsluitingen, knuppelpaden, vogelkijkhutten... Handelingen van algemeen belang zijn toelaatbaar op basis van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Daaronder vallen ook de aanleg van fiets- en wandelpaden, de herinrichting of aanpassing van lokale wegen, de aanleg van lokale nutsleidingen (elektriciteit, aardgas, drinkwater, telecommunicatie, afvalwater...)... Kleinschalige infrastructuur voor het al dan niet toegankelijk maken bestaat onder meer uit: toegangspoortjes, wegwijzers, verbodsborden, wegafsluitingen Kleinschalige infrastructuur voor natuureducatie is bijvoorbeeld: informatieborden, verrekijkers, knuppelpaden, vogelkijkhutten Kleinschalige infrastructuur voor recreatief medegebruik: zitbanken, picknicktafels, vuilnisbakken Niet-gemotoriseerd verkeer is onder meer: wandelen, fietsen, paardrijden... Verharde paden worden bij voorkeur aangelegd in een waterdoorlatende verharding. Onder openbare wegen worden ook verkeersveilige fietspaden begrepen. Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.15

16 Artikel 4: Zone voor natuurpark Categorie van gebiedsaanduiding: reservaat en natuur 4.1 Bestemming Het gebied is een natuurpark waarbij de functies natuurbehoud en recreatie nevengeschikt zijn. 4.2 Handelingen In het gebied gelden de volgende bepalingen: De voor functie recreatie vermelde werken, handelingen en wijzigingen zijn toegelaten voor zover de natuurwaarden van het gebied in stand gehouden worden. Het oprichten van gebouwen en gelijkaardige constructies is toegelaten in functie van het beheer van het natuurpark (educatie, sterrenwacht, onthaalgebouw). het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur voor het al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer; Het gebied moet beschouwd worden als een natuurgebied waarbij evenwel naar inrichting, uitwerking en beheer een zachte overgang gemaakt wordt tussen park en natuur. Op vlak van laagdynamische recreatie en bijhorende ingrepen zijn er dan ook meer mogelijkheden voorzien dan dit binnen natuurgebied kan, maar die dan wel strikter zijn dan in parkgebied. De functie recreatie en de functie natuurbehoud zijn nevengeschikt; die functies worden behouden zonder elkaar onderling te verdringen. Op deze manier worden beide doelstellingen voor het plangebied ondersteund: parkinrichting en bijkomend natuurgebied. Het domeinbeleid is gericht op de ruimtelijke ondersteuning van de verweving tussen de functie recreatie en de functie natuurbehoud. Dat houdt ruimtelijke voorwaarden in voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de aanwezige en gewenste natuurwaarden. Tegelijk moeten de ontwikkelingsmogelijkheden van functie recreatie met de aanwezige en gewenste natuurwaarden ruimtelijk ondersteund worden. Gebouwen die noodzakelijk zijn voor het beheer van of het toezicht op de als natuur beheerde gebieden zijn toegelaten, op voorwaarde dat ze niet samen gebruikt worden als woonverblijf. Het gaat om gebouwen en constructies met een beperkte omvang (schuilplaats, bergplaats voor materiaal, ). Een dergelijke bebouwing kan slechts toegelaten worden voor zover ze landschappelijk inpasbaar en de betrokken oppervlakte als natuur beheerd gebied aanzienlijk is. In voorkomend geval is een vastgesteld natuurrichtplan bepalend voor Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.16

17 het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en nutsleidingen. Bestaande openbare wegen en nutsleidingen kunnen verplaatst worden voor zover dat noodzakelijk is voor de kwaliteit van het leefmilieu, het herstel en de ontwikkeling van de natuur en het natuurlijke milieu, de openbare veiligheid of de volksgezondheid. Alle werken, handelingen en wijzigingen voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en de landschapswaarden zijn toegelaten de inrichting en het beheer van het gebied. Een dergelijk natuurrichtplan wordt als een afwegingselement gehanteerd bij de beoordeling van de vergunningsaanvragen voor bovenvermelde werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en wijzigingen. In de stedenbouwkundige voorschriften worden geen bepalingen opgenomen m.b.t. zonevreemde woningen en andere constructies. De vigerende regelgeving dient als basis bij het opmaken van een stedenbouwkundige aanvraag. Conform de bepalingen van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn handelingen gericht op het sociale-culturele of recreatieve medegebruik vergunbaar voor zover ze door hun beperkte impact de verwezenlijking van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen. Kleinschalige infrastructuur voor de sociale, educatieve of recreatieve functie van het natuurgebied zijn bijvoorbeeld: - voorzieningen gerelateerd aan het onthaal van bezoekers zoals informatieborden, wegwijzers, fietsenstallingen, parkeervoorzieningen, picknicktafels, zitbanken, vuilnisbakken... - voorzieningen gerelateerd aan het al dan niet toegankelijk maken van het natuurgebied voor recreatief medegebruik zoals toegangspoortjes, afsluitingen, knuppelpaden, vogelkijkhutten... Handelingen van algemeen belang zijn toelaatbaar op basis van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Daaronder vallen ook de aanleg van fiets- en wandelpaden, de herinrichting of aanpassing van lokale wegen, de aanleg van lokale nutsleidingen (elektriciteit, aardgas, drinkwater, telecommunicatie, afvalwater...)... Kleinschalige infrastructuur voor het al dan niet toegankelijk maken bestaat onder meer uit: toegangspoortjes, wegwijzers, verbodsborden, Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.17

18 wegafsluitingen Kleinschalige infrastructuur voor natuureducatie is bijvoorbeeld: informatieborden, verrekijkers, knuppelpaden, vogelkijkhutten Kleinschalige infrastructuur voor recreatief medegebruik: zitbanken, picknicktafels, vuilnisbakken Niet-gemotoriseerd verkeer is onder meer: wandelen, fietsen, paardrijden... Verharde paden worden bij voorkeur aangelegd in een waterdoorlatende verharding. Onder openbare wegen worden ook verkeersveilige fietspaden begrepen. Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.18

19 Artikel 5: Zone voor bosgebied Categorie van gebiedsaanduiding: bos 5.1 Bestemming Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van bos, waarbij het recreatief medegebruik een ondergeschikte functie is. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de aanleg, het beheer en de inrichting van bos zijn toegelaten. Alle werken, handelingen en wijzigingen voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en de landschapswaarden zijn toegelaten. 5.2 Handelingen Voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet wordt overschreden, zijn de volgende werken, handelingen en wijzigingen eveneens toegelaten: - het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur, gericht op de sociale, educatieve of recreatieve functie van het gebied, waaronder sanitaire gebouwen of schuilplaatsen van één bouwlaag met een oppervlakte van ten hoogste 100 m², met uitsluiting van elke verblijfsaccommodatie; - het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur, gericht op het al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer; - het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en nutsleidingen. Bestaande openbare wegen en nutsleidingen kunnen verplaatst worden voor zover dat Bos moet in ruime zin geïnterpreteerd worden, zoals in het Bosdecreet. Open plekken in het bos vallen daar bijvoorbeeld ook onder. Het aanbrengen van infrastructuren voor het beheer van het gebied als bosgebied is mogelijk. Die infrastructuren zijn onder meer: veekerende rasters, het bouwen van schuilplaatsen voor dieren die ingezet worden bij het beheer van het gebied... In de stedenbouwkundige voorschriften worden geen bepalingen opgenomen m.b.t. zonevreemde woningen en andere constructies. De vigerende regelgeving dient als basis bij het opmaken van een stedenbouwkundige aanvraag. In het gebied zijn uitsluitend gebouwen toegelaten die noodzakelijk voor het beheer van en het toezicht op de bossen, op voorwaarde dat ze niet kunnen worden gebruikt als woonverblijf. Het gaat om gebouwen en constructies met een beperkte omvang (schuilplaats, bergplaats voor materiaal...). Een dergelijke bebouwing kan alleen toegelaten worden in bossen met een aanzienlijke oppervlakte. Recreatief medegebruik is een ondergeschikte functie in bosgebied. Ondergeschikt betekent van betrekkelijk minder grote betekenis. Kleinschalige infrastructuur voor de sociale, educatieve of recreatieve functie van het gebied is toegelaten. Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.19

20 noodzakelijk is voor de kwaliteit van het leefmilieu, het herstel en de ontwikkeling van de natuur en het natuurlijke milieu, de openbare veiligheid of de volksgezondheid. Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.20

21 Artikel 6: Zone voor bouwvrij agrarisch gebied Categorie van gebiedsaanduiding: landbouw 6.1 Bestemming Het gebied is bestemd voor de beroepslandbouw. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten, met uitzondering van het oprichten van gebouwen en vergelijkbare constructies. De stroken bouwvrij agrarisch gebied ondersteunen het belang van de nog aanwezige open zichtrelaties tussen diverse WOI-punten en het stadscentrum van Ieper. Deze assen waren tijdens de Groote Oorlog strategische zones die vandaag het landschappelijke verhaal van WOI helpen te duiden. De volgende constructies geplaatst voor beroepslandbouw zijn evenwel toegelaten. Ze worden niet als gebouwen en gelijkaardige constructies beschouwd: schuilhokken, plastictunnels, constructies voor oogstbescherming en constructies voor kleinschalige energieopwekking die tijdelijk geplaatst worden of gemakkelijk verplaatsbaar zijn (bv kleinschalige zonnepanelen om bv een waterpomp te laten werken in een weide of om stroom op te wekken voor schrikdraad) Serres daarentegen behoren tot de niet-toegelaten gebouwen en vergelijkbare constructies. Bouwvrij agrarisch gebied is een gebied dat een belangrijke functie heeft voor de landbouw op zich en bijgevolg zoveel mogelijk bouwvrij moet behouden blijven. Bebossing in agrarisch gebied is vergunningsplichtig op grond van artikel 35 van het Veldwetboek. Vergunningsaanvragen voor permanente bebossing moeten met de nodige omzichtigheid beoordeeld worden aangezien met dit ruimtelijk uitvoeringsplan het gebied bestemd wordt voor de landbouw. Dit geldt in mindere mate voor tijdelijke bebossing. Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.21

22 6.2 Handelingen Voor zover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen, zijn de volgende werken, handelingen en wijzigingen eveneens toegelaten: Natuurbehoud, landschapszorg en recreatief medegebruik zijn ondergeschikte functies in het agrarisch gebied. Ondergeschikt betekent van betrekkelijk minder grote betekenis. - het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur, gericht op het al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer; - het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en nutsleidingen; de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en de landschapswaarden. 6.3 Bestaande bebouwing In bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen kunnen aanwezige vergunde functies behouden blijven. Behalve de activiteiten voor de realisatie van de in de overige artikels vermelde functies, worden ook de volgende activiteiten toegelaten: - nuts- en gemeenschapsvoorzieningen; - socio-culturele voorzieningen; - dagtoeristisch-recreatieve voorzieningen - Kleinschalige toeristische logies en verblijfsrecreatie in de vorm van hoevetoerisme en trekkershutten (niet limitatief); Onder hotelfuncties wordt niet begrepen: hoevetoerisme, B&B Ten behoeve van deze functies is het toegelaten: - Bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen te verbouwen, uit te breiden of te herbouwen conform de vigerende wetgeving. Indien de gebouwen niet aangesloten Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.22

23 zijn op een riolering, wordt de vergunningsaanvraag afhankelijk gemaakt van de aanleg van een installatie voor het behandelen van afvalwater. - Het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur die nodig of nuttig is voor het goed functioneren van de toegelaten activiteiten. Er moet rekening gehouden worden met de schaal en de ruimtelijke impact van deze activiteiten. Daarbij wordt, onverminderd de bepalingen van artikel 4.1, ten minste aandacht besteed aan: - de relatie met de in de omgeving aanwezige functies en erfgoedwaarde; - de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers of bezoekers; - de invloed op de mobiliteit; de relatie met de in de omgeving van het gebied vastgelegde bestemmingen. 6.4 Bouwmogelijkheden bestaande landbouwbedrijfszetels grafische aanduiding met puntsymbool $ De op het ogenblik van de opmaak van het plan bestaande vergunde of vergund geachte landbouwbedrijven worden op het grafisch plan aangeduid met bovenstaand puntsymbool. Het verbod op oprichten van gebouwen en constructies geldt niet voor de met bovenstaand puntsymbool aangeduide landbouwbedrijfszetels. Een landbouwbedrijfszetel mag alleen de noodzakelijke bedrijfsgebouwen en de woning van de exploitanten bevatten, alsook verblijfsgelegenheid, verwerkende en dienstverlenende activiteiten voor zover die een integrerend deel van het bedrijf Enkel de grafisch aangeduide bestaande vergunde of vergund geachte landbouwbedrijven kunnen in principe herbouwen, verbouwen of uitbreiden. De afweging of het herbouwen, verbouwen of uitbreiden toegelaten kan worden gebeurt op het niveau van de behandeling van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning cfr. de algemene beoordelingscriteria zoals omschreven in de Vlaamse codex ruimtelijke ordening (art tot 4.3.8). Een aanduiding met dit symbool betekent derhalve geen absoluut recht om een landbouwbedrijf te herbouwen, te verbouwen of uit te breiden. Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.23

24 uitmaken. Ten aanzien van de uitbreiding van landbouwbedrijfszetels gelden volgende bijkomende specifieke bepalingen: - Het omvormen van bestaande landbouwbedrijven naar glastuinbouwbedrijven is niet toegelaten. Serres oprichten kan enkel bij bestaande glastuinbouwbedrijven. - Per landbouwbedrijf is maximaal één bedrijfswoning toegelaten. Het oprichten van bijkomende bedrijfswoningen is niet toegelaten. - Het wijzigen van de functie van bestaande landbouwbedrijven wordt beperkt tot de functies zoals bepaald in art Het aanbrengen van windturbines en windturbineparken zijn niet toegelaten. Ook andere installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie of energierecuperatie met een visueel storende impact zijn niet toegelaten. 6.5 Inrichting Nieuwe gebouwen zoals bepaald in art. 6.4 en wijzigingen aan bestaande gebouwen zoals bepaald in art. 6.3 dienen compact gehouden te worden en zoveel als mogelijk aansluiten op de aanwezige bebouwing. Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.24

25 Artikel 7: Verkeers- en vervoersinfrastructuur Categorie van gebiedsaanduiding: lijninfrastructuur 7.1 Bestemming Dit gebied is bestemd voor verkeers- en vervoersinfrastructuur/ wegen- /spoor- /waterweginfrastructuur en aanhorigheden. 7.2 Handelingen In dit gebied zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die voor verkeers- en vervoersinfrastructuur/ wegen- /spoor- /waterweginfrastructuur en aanhorigheden. Zo is het mogelijk om de taluds langsheen de spoorweg te gebruiken binnen het zacht recreatieve netwerk van wandelpaden die doorheen het provincie domein lopen. Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen, jaagpaden, recreatienetwerk en waterwegennetwerk en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten. In de stedenbouwkundige voorschriften worden geen bepalingen opgenomen m.b.t. technische normen inzake aanleg en veiligheidsmarges. De vigerende regelgeving dient als basis bij het opmaken van een stedenbouwkundige aanvraag. Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.25

26 Artikel 8: Overdruk voorkooprecht Op de percelen in de aangeduide gebieden is een recht van voorkoop als bedoeld in artikel en van de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening (VCRO) van toepassing. Voorkooprecht wordt gegeven aan de provincie, stad Ieper en het Vlaamse Gewest (volgens deze rangorde) De VCRO (en wijziging van 16/07/2010) bepaald dat het voorkooprecht een periode van 15 jaar aanneemt, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan. Artikel 9: Overdruk Niemandsland Ingrepen binnen de aangeduide zone Niemandsland moeten rekening houden met de hoge erfgoedwaarde van deze zone. Binnen een inrichtingsstudie wordt informatief duidelijk gemaakt op welke manier ingrepen rekening houden met het landschappelijk erfgoed. Nieuwe bebouwing moet geweerd worden uit deze zone. Binnen deze zone kan een aangepaste kap of terreinbeheer (vb. via begrazing) deze historisch waardevolle strook landschappelijk benadrukken. Hierbij dienen de doelstellingen inzake het habitatgebied ondersteund te worden. Daarnaast is het vrij houden van bebouwing binnen deze strook ook van belang binnen de landschappelijke beleving. Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.26

27 Artikel 10: Overdruk langzaam verkeer (symbolische aanduiding) Om functionele relaties te leggen worden op verschillende plaatsen verbindingen gerealiseerd voor de zachte weggebruiker. De pijlen en verbindingslijnen duiden symbolisch aan welke plaatsen met elkaar verbonden moeten worden. Het te volgen tracé wordt vrij bepaald. Binnen een inrichtingsstudie kan nader uitgewerkt worden op welke manier/welk tracé gevolgd zal worden om de verbindingspunten aan elkaar te koppelen. Artikel 11: Overdruk oversteekplaats (symbolische aanduiding) Om functionele relaties te leggen over de spoorweg en de Palingbeek heen is het mogelijk om op verschillende plaatsen verbindingen te realiseren voor de zachte weggebruiker. De pijlen duiden symbolisch aan welke plaatsen wenselijk met elkaar verbonden worden. Deze verbindingen kunnen bovengronds of ondergronds gebeuren. Binnen een inrichtingsstudie kan nader uitgewerkt worden op welke manier de verbinding(en) tussen het domein Palingbeek en de omgeving gemaakt kunnen worden. Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.27

28 Artikel 12: Overdruk erfgoed (symbolische aanduiding) Het aangeduide erfgoed mag niet afgebroken worden. Ingrepen en aanpassingswerken in functie van het behoud van het erfgoed dienen steeds rekening te houden met de erfgoedwaarde. Bij ingrepen staat tevens de serene belevingswaarde van elke site op zich voorop. De aangeduide erfgoedsites zijn allen onderdeel van de inventaris onroerend erfgoed en/of erkend als beschermd monument. Binnen het aangeduide erfgoed wordt er grafisch geen onderscheid gemaakt. In de praktijk kan tussen het erfgoed een verschil gemaakt worden tussen gedenkplaatsen, bunkers, loopgraven, landschappelijke restanten, sites etc. Binnen een inrichtingsstudie kan nader uitgewerkt worden op welke manier er met elk onderdeel kan worden omgegaan. Bij de uitwerking van een langzaam verkeersas (cf. art. 9) is het aangewezen het erfgoed (i.h.b. begraafplaatsen) hiermee in verbinding te stellen maar dit niet als onderdeel van de hoofdas op zich (wel via zijtakken ). Op deze manier worden de erfgoedsites ontsloten maar tegelijkertijd bewaren ze een serene inbedding in het landschap. Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen PRUP Palingbeek-Hill60 p.28