Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden"

Transcriptie

1 Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang Besluit van 21 maart 2007 tot het stellen van veiligheidsvoorschriften bij het tatoeëren en piercen (Warenwetbesluit tatoeëren en piercen) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 november 2006, kenmerk VGP/PSL , gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en Onze Minister van Justitie; Gelet op de artikelen 5, eerste lid, onderdelen a en b, 14, 24, derde en vierde lid, 25, vierde lid, 32b, eerste lid en 33, eerste lid, onderdeel b, van de Warenwet; De Raad van State gehoord (advies van 4 januari 2007, nr. W / III); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 19 maart 2007, VGP/PSL , uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en Onze Minister van Justitie; Hebben goedgevonden en verstaan: 1. Algemene bepalingen Artikel 1 1. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. tatoeëren: huidpenetrerende handeling waarmee een kleurstof of pigment intradermaal wordt geïnjecteerd; b. tatoeagemateriaal: waren die bestemd zijn of gebruikt worden voor het tatoeëren; c. piercing: de waar die bestemd is of gebruikt wordt om als sieraad in een doorboring van de huid, slijmvliezen, kraakbeen of spierweefsel te worden achtergelaten; d. piercen: het doorboren van de huid, slijmvliezen, kraakbeen of spierweefsel waardoor het mogelijk wordt in de doorboring een piercing achter te laten; e. piercingmateriaal: waren die bestemd zijn of gebruikt worden voor het piercen; f. veiligheidscode: een richtlijn voor het veilig gebruik van tatoeage- en piercingmateriaal; Staatsblad

2 g. ondernemer: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een onderneming in stand houdt waarin tatoeage- of piercingmateriaal wordt gebruikt. 2. Dit besluit is niet van toepassing indien tatoeagemateriaal door een arts wordt gebruikt in een op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen toegelaten instelling. 2. Verbodsbepaling Artikel 2 Het is verboden te handelen in strijd met de voorschriften gesteld bij of krachtens artikel 3, 6 en Vergunning Artikel 3 1. Een ondernemer beschikt over een vergunning van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het gebruik van tatoeage- en piercingmateriaal voor de ruimte waar het gebruik plaatsvindt. 2. Het eerste lid is niet van toepassing: a. op de ondernemer, die een onderneming in stand houdt waarin uitsluitend piercingmateriaal wordt gebruikt om een oorlel te piercen; b. op de ondernemer, die ter gelegenheid van een onderzoek dat plaatsvindt in het kader van een vergunningaanvraag ten overstaan van de met het toezicht op de naleving van dit besluit belaste ambtenaar, tatoeage- of piercingmateriaal gebruikt. Artikel 4 1. De vergunning, bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt op aanvraag verleend. 2. De aanvrager van de vergunning is een retributie verschuldigd aan Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 3. Een besluit tot verlening van een vergunning wordt niet genomen voordat is onderzocht of er een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat die ondernemer voor de ruimte waarvoor de vergunning wordt gevraagd, niet zal voldoen aan de voorschriften gesteld bij of krachtens dit besluit, dan wel aan de voorschriften gesteld bij of krachtens artikel 24 van de Warenwet. 4. Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport weigert de vergunning indien: a. de ondernemer zijn medewerking weigert aan het onderzoek, bedoeld in het derde lid, of b. er een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de ondernemer voor de ruimte waarvoor de vergunning wordt gevraagd, niet zal voldoen aan de voorschriften gesteld bij of krachtens dit besluit, dan wel aan de voorschriften gesteld bij of krachtens artikel 24 van de Warenwet. 5. Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stelt ter uitvoering van het eerste tot en met derde lid nadere regels. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op: a. de geldigheidsduur van de vergunning; b. de hoogte van de retributies; c. de wijze en de termijn waarop de vergunning wordt aangevraagd; d. de inhoud van de aanvraag; e. de intrekking van de vergunning; f. de registratie van de vergunning; g. de activiteiten waarvoor de vergunning wordt verleend. Staatsblad

3 Artikel 5 Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kan de vergunning, bedoeld in artikel 3, eerste lid, intrekken indien een voorschrift, gesteld bij of krachtens dit besluit, een voorschrift verbonden aan de vergunning, dan wel artikel 24, eerste lid, van de Warenwet is overtreden. 4. Veilig tatoeëren en piercen Artikel 6 1. Een ondernemer draagt er zorg voor dat: a. het gebruik van tatoeage- en piercingmateriaal op zodanige wijze geschiedt, dat daardoor geen gevaar kan ontstaan voor de veiligheid of de gezondheid van de mens; b. het gebruik van tatoeage- en piercingmateriaal geschiedt in een ruimte die in zodanige staat is en zodanig is ingericht, dat daardoor geen gevaar kan ontstaan voor de veiligheid of de gezondheid van de mens; c. de personen die werkzaam zijn in de ruimte, bedoeld in onderdeel b, een zeer goede persoonlijke hygiëne betrachten en waar nodig met het oog op de veiligheid en gezondheid van de mens, beschermende kleding dragen; d. personen, als bedoeld in onderdeel c, tatoeage- en piercingmateriaal niet gebruiken, indien daarbij ten gevolge van verwondingen of huidziekten gezondheidsrisico s kunnen ontstaan; e. de voorschriften worden nageleefd, die zijn gesteld bij of krachtens artikel 24, derde lid, onderdeel b en c, van de Warenwet. 2. Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kan met betrekking tot het eerste lid nadere regels stellen. Artikel 7 1. Een veiligheidscode kan slechts als zodanig worden gebruikt, indien die veiligheidscode door Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is aangewezen. 2. Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kan een veiligheidscode aanwijzen indien die code als leidraad kan dienen voor de naleving van artikel 6. Artikel 8 1. Een ondernemer wordt bij controle, dan wel ter gelegenheid van het onderzoek dat plaatsvindt in het kader van de vergunningaanvraag door een met het toezicht op de naleving van dit besluit belaste ambtenaar, vóóraf door die ambtenaar in de gelegenheid gesteld te kennen te geven of voor die ruimte gewerkt wordt volgens een aangewezen veiligheidscode als bedoeld in artikel Een ondernemer die te kennen heeft gegeven te werken volgens een aangewezen veiligheidscode: a. voldoet aan de bij of krachtens artikel 6 gestelde voorschriften indien hij heeft gehandeld volgens de voorschriften in die veiligheidscode die daarop betrekking hebben; b. dient, indien hij niet volgens de voorschriften in die veiligheidscode blijkt te hebben gehandeld, alsnog ten overstaan van de in het eerste lid bedoelde ambtenaar, aannemelijk te maken dat zijn bedrijfsvoering en de door hem gehanteerde werkwijze voldoen aan de bij of krachtens artikel 6 gestelde voorschriften. Staatsblad

4 3. Een ondernemer die te kennen heeft gegeven niet te werken volgens een aangewezen veiligheidscode, dient ten overstaan van de in het eerste lid bedoelde ambtenaar, aannemelijk te maken dat zijn bedrijfsvoering en de door hem gehanteerde werkwijze voldoen aan de bij of krachtens artikel 6 gestelde voorschriften. 5. Overige bepalingen Artikel 9 Bij regeling van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kunnen regels worden gesteld omtrent: a. de schriftelijke informatie over de mogelijke gevolgen verbonden aan het aanbrengen van een tatoeage of piercing; b. het voorhanden zijn en bijhouden van documenten, die de voorlichting over gevolgen, bedoeld in onderdeel a, en het toezicht op de naleving van de regels gesteld bij of krachtens artikel 24 van de Warenwet, kunnen bevorderen. Artikel 10 Artikel 24, tweede lid, van de Warenwet is niet van toepassing: a. bij het aanbrengen van een tepelpiercing bij meisjes; b. bij het aanbrengen van een genitale piercing; c. bij het aanbrengen van een tatoeage op hoofd, hals, polsen of handen. Artikel 11 De bijlage van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten wordt als volgt gewijzigd: A In de inhoudsopgave wordt op numerieke volgorde een onderdeel ingevoegd dat luidt: C-43 Warenwetbesluit tatoeëren en piercen B In de rubriek A Warenwet wordt een omschrijving met bijbehorende vermeldingen ingevoegd, luidende: A-4a.1 art. 24, lid 1 680,- 1360,-. C De gegevens uit onderstaande tabel worden op numerieke volgorde bij de omschrijvingen van de overtredingen en de boetecategorieën ingevoegd. Omschrijving van de overtreding Boetebedrag per categorie I II C-43 Warenwetbesluit tatoeëren en piercen C art. 2, j o art. 3 lid C art. 2, j o art. 6 lid C art. 2, j o art. 6 lid C art. 2, j o art Staatsblad

5 6. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 12 Artikel 3, eerste lid, is niet van toepassing: a. gedurende de eerste twee maanden na inwerkingtreding van dit besluit, indien de ruimte waar het tatoeage- en piercingmateriaal worden gebruikt op het moment waarop dit besluit in werking treedt, reeds voor dat doel in gebruik was; en b. aansluitend aan de periode, bedoeld onder a, indien in die periode ten aanzien van die ruimte een vergunning is aangevraagd, tot het tijdstip waarop door Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op de aanvraag voor een vergunning voor die ruimte is beslist. Artikel 13 Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst. Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 10 april 2007, nr. 69. Artikel 14 Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit tatoeëren en piercen. Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. s-gravenhage, 21 maart 2007 Beatrix De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink Uitgegeven de negenentwintigste maart 2007 De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin STB10944 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2007 Staatsblad

6 NOTA VAN TOELICHTING Algemeen Inleiding De populariteit van tatoeages en piercings is de laatste jaren in brede groepen van de samenleving toegenomen. In Nederland hebben naar schatting personen van 12 jaar en ouder (6%) één of meerdere tatoeages en 5,1 miljoen personen van 12 jaar en ouder (37%) één of meerdere piercings (C. Stam en W. Schoots, Tatoeages en piercings, een eerste analyse van OBiN-gegevens, Stichting Consument en Veiligheid, april 2005). Bij tatoeages moet ook worden gedacht aan cosmetische tatoeages. Deze cosmetische tatoeages zijn onder te verdelen in enerzijds permanente make-up (PMU), zoals het aanbrengen van lipcontouren, eyeliner en wenkbrauwen, en anderzijds het camoufleren van huidaandoeningen, zoals littekens en hyperpigmentatie. Ook bij postoperatieve reconstructies speelt tatoeëren een steeds grotere rol. Het tatoeëren van een tepel na een borstoperatie is een bekende behandeling. Tot voor kort werden geen eisen gesteld aan de gebruikte tatoeagekleurstoffen. Het kwam dan ook voor dat mensen werden getatoeëerd met balpeninkt of autolak. Veiligheid van tatoeagekleurstoffen In september 2001 heeft de Keuringsdienst van Waren (KvW) een onderzoek uitgevoerd naar de chemische en microbiologische veiligheid van kleurstoffen die worden gebruikt in tatoeageshops en schoonheidssalons. Hieruit bleek dat in 18% van de genomen kleurstofmonsters sprake is van microbiologische besmetting en eveneens in 18% van de monsters werden carcinogene aromatische aminen aangetroffen. Deze resultaten zijn de aanleiding geweest voor de totstandbrenging van het Warenwetbesluit tatoeagekleurstoffen. In september 2003 is dit besluit in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2003, 342). Het besluit stelt eisen aan de microbiologische en chemische veiligheid van kleurstoffen die gebruikt worden bij het zetten van tatoeages en permanente make-up (PMU). Het onderzoek van de KvW wees echter ook uit dat de werkwijze (gebrek aan hygiëne) een bepalende rol speelt in de besmetting van de kleurstofmonsters. In het advies van de Raad van State over het Warenwetbesluit tatoeagekleurstoffen (advies van 14 juli 2003, nr. W /III) signaleert de Raad dat het besluit zich alleen richt op het verhandelen van de kleurstoffen, terwijl de werkwijze een bepalende rol speelt in de besmetting van de kleurstofmonsters. De Raad meent dat hygiënisch werken zo snel mogelijk gereguleerd dient te worden. Hij adviseert daarvoor een wettelijke grondslag te creëren. Het Warenwetbesluit tatoeagekleurstoffen is destijds in het Regulier Overleg Warenwet (ROW) besproken. Het ROW is een regulier overleg tussen de overheid en het maatschappelijke veld dat betrokken is bij de toepassing van de Warenwet. In het ROW wordt onder meer gesproken over voorgenomen regelgeving in het kader van de Warenwet. In het ROW zijn onder andere de tatoeagebranche, piercingbranche, schoonheidsspecialisten en juweliers vertegenwoordigd. Tijdens dit ROW kwam duidelijk naar voren dat het belang van hygiënisch werken bij tatoeëren en piercen zeer groot is. Met voorliggend besluit wordt het hygiënisch werken wettelijk geregeld. Staatsblad

7 Hygiënisch werken bij tatoeëren en piercen Hygiëne is zowel bij het zetten van tatoeages als bij het zetten van piercings van groot belang. In een tatoeageshop kunnen vaak zowel tatoeages als piercings gezet worden. Onhygiënisch werken brengt zowel bij piercen als tatoeëren ernstige gevaren voor de volksgezondheid met zich mee (infecties, Hepatitis B en C en HIV). Gezien de ernst van de gezondheidseffecten en de hoge blootstelling aan het gevaar is interventie noodzakelijk. Ten aanzien van het hygiënisch werken bij het zetten van tatoeages en piercings is het van belang dat er landelijk overal dezelfde hygiënevoorschriften in acht worden genomen. Op dit moment wordt in een enkele gemeente (zoals Amsterdam) in een gemeenteverordening bepaald dat ondernemers zich dienen te houden aan de hygiënevoorschriften vastgesteld door de gemeente (raadsbesluit van 13 mei 1987, nr. 800, Gemeenteblad 1987, afd. 3 volgnr. 55). De GGD houdt in die situaties toezicht op de naleving van die voorschriften. Deze gemeentelijke aanpak kent geen uniforme landelijke navolging. De praktijk is dat in de ene gemeente volgens bepaalde (per gemeente verschillende) hygiënevoorschriften wordt gewerkt terwijl in een andere gemeente dergelijke voorschriften niet eens bestaan. Met dit besluit wordt hygiënisch werken in deze branche landelijk hetzelfde ingevuld. Kennis over de manier waarop hygiënisch gewerkt moet worden, is vooral bij GGD en aanwezig. In de Wet collectieve preventie volksgezondheid is de technische hygiëne omschreven als een basistaak van gemeenten. Gezien deze kennis is het zinvol de GGD een rol te laten spelen bij het toezicht op de naleving van de hygiënevoorschriften bij het zetten van tatoeages en piercings. Wijziging Warenwet De oplossing die is gekozen voor het regelen van het hygiënisch werken bij het zetten van tatoeages en piercings, heeft ertoe geleid dat de Warenwet gewijzigd moest worden. Door de wijziging van de Warenwet (Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2) is het thans mogelijk regels te stellen over het gebruik van waren, en dus ook van tatoeage- en piercingmateriaal. Het besluit Tot nu toe is gesproken over hygiënisch werken. De wettelijke regels hebben echter niet alleen betrekking op hygiënisch werken, maar ook op veiligheidsaspecten. In het vervolg wordt daarom gesproken over veilig werken, waar het hygiënisch werken dus een onderdeel van is. Het besluit stelt twee eisen aan de ondernemer: 1. De ondernemer moet beschikken over een vergunning van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om tatoeage- en piercingmateriaal te mogen gebruiken. 2. De ondernemer moet zodanig veilig werken dat er geen gevaar voor de veiligheid of gezondheid van de mens ontstaat. De vergunning zal gebonden zijn aan de inrichting waar de materialen worden gebruikt. Op dit onderdeel zal gebruik worden gemaakt van de expertise waarover de GGD en beschikken. De vergunningverlening zal onder mandaat door de GGD en worden uitgevoerd. Voor de mandatering is de instemming van degene onder wiens verantwoordelijkheid de GGD en werkzaam zijn ((samenwerkende) gemeenten) noodzakelijk. De mandaatverlening zal ook worden neergelegd in een mandaatregeling van de Minister van VWS. Staatsblad

8 In het kader van de vergunningaanvraag stelt de GGD een onderzoek in naar de vraag of er gronden zijn om aan te nemen dat de ondernemer niet aan de wettelijke voorschriften zal voldoen. Een GGD-ambtenaar zal een bezoek afleggen aan de tatoeage/piercingshop, de schoonheidsspecialist of andere onderneming waar deze handelingen worden verricht. Indien de GGD constateert dat de ondernemer niet aan de wettelijke voorschriften zal voldoen, bijvoorbeeld omdat de situatie zodanig is dat niet verwacht zal worden dat in die inrichting veilig zal worden gewerkt, wordt de vergunning geweigerd. Bij ministeriële regeling wordt nader uitgewerkt waar de vergunning moet worden aangevraagd, hoe lang deze geldig is enz. Een ondernemer die zijn activiteiten als tatoeëerder of piercer uitoefent zonder vergunning, is in overtreding. De eis van de vergunning geldt niet voor de ondernemer die alleen gaatjes in de oorlel aanbrengt. Het instrument van de vergunning is noodzakelijk en proportioneel. Uitgangspunt is dat dit middel nodig en geëigend is om te voorkomen dat op onveilige wijze tatoeages en piercings worden aangebracht. Dat is hier het geval. Er vindt immers een selectie plaats van bedrijven, die in staat moeten worden geacht veilig te werken. Zonder die selectie is dat onvoldoende zeker en loopt de consument onnodig risico op bijvoorbeeld het oplopen van infecties. Die selectie, die periodiek herhaald zal worden en een goede mogelijkheid biedt om ondernemers die risico s vormen van de markt te weren, is een gerechtvaardigd middel om ernstige infecties bij de doelgroepen te voorkomen. Indien daarbij wordt gevoegd dat de daaraan voor de ondernemer verbonden kosten verre van onoverkomelijk zijn en zich zullen beperken tot werkelijk gemaakte kosten, moet de conclusie zijn dat deze constructie aan de Europeesrechtelijke normen voldoet. Minder verstrekkende instrumenten bieden de hiervoor bedoelde zekerheden niet of in onvoldoende mate. De vergunning zal gebonden zijn aan de ruimte waarin de activiteiten plaatsvinden. Dat betekent dat een tatoeëerder of piercer zijn activiteiten buiten die vestiging niet mag ontplooien, dus ook niet op beurzen, conventies en andere evenementen. Artikel 16, tweede lid, van de Warenwet, biedt echter de mogelijkheid voor dit soort evenementen een ontheffing te verlenen. Er kan dan ontheffing van de vergunningverplichting worden verleend, doch de veiligheidsvoorschriften zullen onverkort van toepassing zijn. Voor beurzen waar door de deelnemers niet volgens de vereiste veiligheidsregels gewerkt zal kunnen worden, zal geen ontheffing kunnen worden verleend. De tweede eis heeft betrekking op het zodanig veilig werken dat er geen gevaar voor de veiligheid of de gezondheid van de mens ontstaat. Een ondernemer wordt geacht hieraan te voldoen indien hij werkt volgens een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangewezen veiligheidscode. Het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (LCHV) heeft hygiënerichtlijnen opgesteld. In deze richtlijnen worden onder meer eisen gesteld aan de personen die de handelingen verrichten, de instrumenten en de werkomgeving. Het LCHV heeft in totaal vier hygiënerichtlijnen opgesteld: hygiënerichtlijnen voor piercen hygiënerichtlijnen voor tatoeëren hygiënerichtlijnen voor personen die gaatjes prikken in oorlellen, het vlakke gedeelte van het kraakbeen van het oor en de neusvleugels met behulp van een in de richtlijn genoemd piercinginstrument hygiënerichtlijnen voor cosmetische tatoeage en permanent make-up Staatsblad

9 Naar verwachting zullen deze richtlijnen als veiligheidscodes worden aangewezen. Artikel 49 van het EG-verdrag bepaalt dat beperkingen die aan dienstverleners worden opgelegd in beginsel verboden zijn. Tatoeëerders en piercers uit andere EU-lidstaten die hun diensten in Nederland willen aanbieden, worden geconfronteerd met een verbod op het gebruik van tatoeage- en piercingmateriaal, indien zij niet over een vergunning beschikken. Het vergunningsvereiste kan daardoor worden gezien als een handelsbelemmering. Nu het vergunningstelsel echter uitsluitend in het leven is geroepen om een volksgezondheidsbelang te dienen, het stelsel een goed middel is om infecties van ernstige ziektes te verminderen en het middel niet onevenredig belastend is voor de ondernemers, is inbreuk op het verbod toegestaan. Gelet op de zwaarwegende belangen, weegt de winst voor de volksgezondheid ruimschoots op tegen het geringe ongemak en de relatief geringe onkostenpost waarmee ondernemers worden geconfronteerd. Meer specifiek zal bezien moeten worden of dit besluit voldoet aan de voorwaarden van richtlijn nr. 2006/123/EG van het Europees Parlement van 12 december 2006 betreffende de interne markt (PBEU L 376), hierna te noemen de dienstenrichtlijn. De dienstenrichtlijn stelt beperkingen aan de mogelijkheid vergunningstelsels in te richten. Uitgangspunt is dat een vergunningstel niet discriminerend is, het stelsel gerechtvaardigd is om een dwingende reden van algemeen belang en dat het subsidiariteitsbeginsel in acht wordt genomen, met name omdat een controle achteraf te laat zou komen om doeltreffend te zijn. De werking ten aanzien van ondernemers van buiten Nederland verschilt niet van die ten aanzien van Nederlandse ondernemers, het belang voor de volksgezondheid is evident en de omstandigheid dat besmettingen kunnen worden voorkomen, maken dat aan deze voorwaarden is voldaan. De dienstenrichtlijn geeft voorts aan dat het afgeven van een vergunning voor beperkte duur slechts is toegestaan om een dwingende reden van algemeen belang. Een dergelijke reden doet zich hier voor. Teneinde voldoende grip op gang van zaken rond de tatoeage- en piercingshops te krijgen, is het noodzakelijk dat de vergunning een beperkte geldigheid heeft. Op die wijze wordt bevorderd dat de inrichting waar tatoeage- of piercingmateriaal wordt gebruikt met het oog op de volksgezondheid periodiek wordt doorgelicht. Aanvankelijk om de twee jaar, in een later stadium om de drie jaar. Omdat een ontoereikende inrichting leidt tot weigering van een nieuwe vergunning, zal dat voor de ondernemer een extra stimulans zijn om zijn bedrijf overeenkomstig de regelgeving te voeren. Het ontwerpbesluit is besproken in het ROW. Er zijn geen bezwaren tegen het ontwerp geuit. Daar waar nodig is rekening gehouden met de gemaakte opmerkingen. Notificatie bij de Europese Commissie (richtlijn 98/34/EG) Het ontwerpbesluit is op 10 november 2006 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen, ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 204). De notificatie bij de Europese Commissie is noodzakelijk, aangezien het ontwerpbesluit vermoedelijk technische voorschriften bevat in de zin van richtlijn 98/34/EG. Naar aanleiding hiervan zijn noch door de lidstaten, noch door de Commissie opmerkingen gemaakt. Staatsblad

10 Bedrijfseffecten, administratieve lasten en nalevingskosten De eis dat tatoeages en piercings veilig moeten worden gezet en de nadere uitwerking bij ministeriële regeling van wat wordt verstaan onder veilig werken en de nadere uitwerking van de vergunning, brengen bedrijfseffecten, administratieve lasten en nalevingskosten met zich mee. Dit besluit en de ministeriële regeling brengen geen administratieve lasten voor burgers met zich mee. Bedrijfseffecten Om een indicatie te geven van de categorieën en aantallen bedrijven en de kosten kan het volgende gezegd worden. De veiligheidsvoorschriften richten zich voornamelijk tot de volgende categorieën van ondernemers: tatoeëerders, piercers, schoonheidsspecialisten (in verband met permanente make-up) en juweliers. In onderstaande tabel zijn de aantallen vestigingen weergegeven waar tatoeages worden gezet en piercings worden geplaatst (gegevens komen uit een inventarisatie van het LCHV). Ondernemer Juweliers Schoonheidsspecialisten Tatoeëerders/piercers Totaal Aantal De ondernemers worden verplicht een vergunning aan te vragen, met uitzondering van de juweliers die alleen de oorlellen piercen. De tijdsbesteding van de GGD zal per ondernemer verschillen. Zo heeft de GGD meer tijd nodig voor een tatoeëerder waar ook nog piercings worden geplaatst dan voor een schoonheidssalon. Het LCHV heeft voor de verschillende ondernemers gemiddeld de volgende tijdsbesteding geschat: combinatie tatoeëren en piercen: 5 uur permanente make-up: 3 uur Uitgaande van een gemiddeld GGD-uurtarief van 65, gaat het in totaal om: 5 x 65 x 397 = (tatoeëerders/piercers) 3 x 65 x 693 = (schoonheidsspecialisten) Totaal: Deze kosten worden door VWS bij de ondernemer in rekening gebracht. Een ander bedrijfseffect is de investering die gedaan moet worden om aan de veiligheidsvoorschriften te kunnen voldoen. Deze investeringskosten worden bij de ministeriële regeling verder uitgewerkt. De reden hiervoor is dat de voorschriften bij ministeriële regeling worden vastgesteld. Administratieve lasten De administratieve lasten bestaan uit twee onderdelen: het indienen van de aanvraag door de ondernemer bij VWS en het begeleiden van de GGD-ambtenaar bij het bezoek aan de ondernemer. Deze activiteiten nemen gemiddeld 1,5 uur in beslag. Uitgaande van het gemiddelde uurtarief van 45 voor ondernemers zijn de administratieve lasten op jaarbasis 1,5 x 45 x 1844 = Hierbij wordt uitgegaan van de situatie waarbij alle ondernemers jaarlijks een vergunning moeten aanvragen. Het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) heeft reeds over deze lasten geadviseerd in het kader van de wijziging van de Warenwet. Actal heeft het wetsvoorstel destijds niet geselecteerd voor een toets op de gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en de burger. Het College adviseerde te onderzoeken of er in de uitvoering in de algemene maatregel van bestuur mogelijkheden zijn om de administratieve lasten te verminderen. Het College gaf ook twee voorbeelden, namelijk het gebruik maken van een risicoanalyse per Staatsblad

11 doelgroep en het verlagen van de frequentie voor het aanvragen van een vergunning. De stijging van de administratieve lasten draagt niet bij aan de kabinetsdoelstelling om de administratieve lasten met 25% te verminderen. Het College adviseerde de stijging van de administratieve lastendruk hoe dan ook te compenseren. Naar aanleiding van de behandeling van de wijziging van de Warenwet in de Tweede Kamer en het advies van Actal is besloten de ondernemers die alleen de oorlellen piercen (de groep juweliers) buiten de vergunningplicht te laten vallen. De reden hiervoor is dat het piercen van de oorlellen met geringere risico s gepaard gaat dan de overige handelingen. Voor de overige ondernemers is de geldigheidsduur van de vergunning op twee jaar gesteld. Na twee keer twee jaar wordt de geldigheidsduur drie jaar. Door deze wijzigingen zullen de administratieve lasten per jaar uitkomen op: 1,5 x 45 x 693 x 1/2 = (schoonheidsspecialisten) 1,5 x 45 x 397 x 1/2 = (tatoeëerders/piercers) Totaal: Dit zijn de administratieve lasten voor de eerste vier jaar. Na deze vier jaar zullen de lasten verder dalen in verband met de langere geldigheidsduur. De lasten komen dan uit op: 1,5 x 45 x 693 x 1/3 = (schoonheidsspecialisten) 1,5 x 45 x 397 x 1/3 = (tatoeëerders/piercers) Totaal: Het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) heeft het besluit niet geselecteerd voor een toets op de gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en voor de burger. Nalevingskosten Dit besluit heeft ook directe nalevingseffecten. De vergunning is namelijk gebonden aan de ruimte waarin de activiteiten plaatsvinden. Dat betekent dat een tatoeëerder of piercer zijn activiteiten buiten die vestiging niet mag ontplooien, dus ook niet op beurzen, conventies en andere evenementen. De nalevingskosten worden zo laag mogelijk gehouden. De Warenwet biedt namelijk de mogelijkheid voor dit soort evenementen een ontheffing te verlenen. Deze ontheffing moet door de organisator van de beurs per brief worden gevraagd aan de Minister van VWS. Per jaar gaat het om ongeveer 20 beurzen/conventies. Deze methode is het minst belastende alternatief. Als deze ontheffingsmogelijkheid niet zou bestaan, zou elke tatoeëerder en piercer een aparte vergunning nodig hebben om op een beurs te mogen werken. Dit brengt veel meer administratieve lasten met zich mee. Artikelsgewijs Artikel 1 Dit besluit maakt het mogelijk om regels te stellen aan het gebruik van tatoeage- en piercingmateriaal. Tatoeage- en piercingmateriaal zijn waren in de zin van de Warenwet. Er kan daarbij zowel gedacht worden aan de piercings, in de betekenis van het sieraad dat na het doorboren van het lichaam wordt aangebracht, als aan de naald die gebruikt wordt voor het doorboren. Ook tatoeagepennen en tatoeagekleurstoffen vallen onder de reikwijdte van dit besluit. Onder het begrip tatoeëren wordt volgens de definitie in dit artikel ook begrepen het specifieke gebruik van tatoeagematerialen voor het aanbrengen van cosmetische tatoeages (PMU), het camoufleren van huidaandoeningen en postoperatieve reconstructies. Staatsblad

12 Artikel 2 Bij of krachtens artikel 3, 6 en 9 worden normen gesteld, waarvan de naleving wordt afgedwongen door artikel 2. Artikel 3 In artikel 3, eerste lid, wordt bepaald dat een ondernemer over een vergunning dient te beschikken om tatoeage- en piercingmateriaal te kunnen gebruiken. Deze eis geldt voor drie soorten ondernemers: 1. de ondernemer die alleen tatoeëert; 2. de ondernemer die alleen piercet; 3. de ondernemer die zowel tatoeëert als piercet. In het tweede lid worden twee uitzonderingen gemaakt op deze vergunningplicht. De eerste uitzondering heeft betrekking op ondernemers die alleen oorlellen piercen. De tweede uitzondering geldt voor ondernemers die ten overstaan van een toezichthouder tatoeage- of piercingmaterialen gebruiken in het kader van een vergunningaanvraag. Artikel 4 Bij of krachtens dit artikel wordt de aanvraag van de vergunning geregeld. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zal zich, alvorens hij ten aanzien van de vergunningverlening een besluit neemt, zich ervan vergewissen of er een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de ondernemer niet zal voldoen aan de gestelde voorschriften. De mandatering van de bevoegdheid tot vergunningverlening aan de GGD en bewerkstelligt dat de vereiste expertise beschikbaar is om de aanvraag te kunnen beoordelen. Ingevolge artikel 33, tweede lid, van de Warenwet zal de retributie voor de kosten van de behandeling van een aanvraag om een vergunning kostendekkend zijn. Regels omtrent de vergunningverleningen kunnen economische aspecten hebben. Indien dat aan de orde is zullen de regels worden vastgesteld na overleg met de Minister van Economische Zaken. Artikel 5 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de bevoegdheid een vergunning in te trekken indien een ondernemer zich niet aan de wettelijke verplichtingen of aan de vergunningvoorwaarden houdt. Artikel 6 In het eerste lid wordt aangegeven dat materialen zodanig moeten worden gebruikt dat geen gevaar kan ontstaan voor de veiligheid of gezondheid van de mens. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan maatregelen ter bescherming tegen bloedoverdraagbare ziekten. Ook moet de ruimte waarin de materialen worden gebruikt geen gevaar voor de veiligheid en gezondheid van de mens opleveren. De onderdelen c en d stellen eisen aan de personen die de materialen gebruiken. Zo wordt het risico van besmettingen ingeperkt. Waar nodig kan worden verlangd dat beschermende kleding wordt gedragen. Hierbij kan gedacht worden aan speciale handschoenen en dergelijke. Tot slot wordt in onderdeel e bepaald dat de ondernemer er zorg voor draagt dat de voorschriften die zijn gesteld bij of krachtens artikel 24, derde lid, onderdeel b en c, van de Warenwet worden nageleefd. Hierbij gaat het onder meer om de informatievoorziening over de mogelijke gevolgen verbonden aan het Staatsblad

13 aanbrengen van een tatoeage of piercing. Op grond van het tweede lid kunnen nadere regels worden gesteld. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan het verbod om tatoeage- en piercingmateriaal te gebruiken indien deze niet voorafgaande aan het gebruik zijn gesteriliseerd of als niet wordt voldaan aan de eisen die worden gesteld aan vloeren en wanden. Artikel 7 In artikel 7 wordt aangegeven hoe een veiligheidscode tot stand komt. De code zal worden besproken in het ROW. Na bespreking van de code in het ROW kan vervolgens de Minister Volksgezondheid, Welzijn en Sport de code aanwijzen indien en voor zover deze als leidraad kan dienen voor de naleving van de eisen uit artikel 6. Artikel 8 Het eerste lid bepaalt dat de toezichthoudende ambtenaar de ondernemer in de gelegenheid stelt aan te geven of hij gebruik maakt van een aangewezen veiligheidscode. Indien de ondernemer gebruik maakt van een aangewezen veiligheidscode en ook handelt volgens de voorschriften in die code, dan voldoet de ondernemer aan de voorschriften van artikel 6. Een ondernemer die niet blijkt te handelen volgens de voorschriften in die veiligheidscode, zal alsnog ten overstaan van de toezichthoudende ambtenaar aannemelijk dienen te maken dat zijn bedrijfsvoering en de door hem gehanteerde werkwijze voldoen aan de bij of krachtens artikel 6 gestelde voorschriften. Artikel 9 Artikel 9 is een uitwerking van artikel 24, derde lid, onderdeel b en c, van de Warenwet. In deze bepaling wordt bepaald dat bij ministeriële regeling regels worden gesteld over de wijze waarop personen worden geïnformeerd over de mogelijke gevolgen verbonden aan het aanbrengen van een tatoeage of piercing. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan schriftelijke informatie over de mogelijke gezondheidsrisico s, situaties waarin het aanbrengen van een tatoeage of piercing wordt afgeraden en de nazorg van een tatoeage of piercing. Tevens worden regels gesteld over het voorhanden zijn en bijhouden van documenten die het toezicht op de naleving van de regels gesteld bij of krachtens artikel 24 van de Warenwet kunnen bevorderen. Hierbij wordt dan gedacht aan het voorhanden zijn van de schriftelijke informatie, zodat de ondernemer de klant deze schriftelijke informatie kan meegeven. Artikel 10 Artikel 10 wijst drie gevallen aan waarin artikel 24, tweede lid, van de Warenwet niet van toepassing is. Het gaat hier om gevallen waarin bij kinderen tussen de 12 en 16 jaar geen tatoeage of piercing gezet mag worden, ook al worden zij begeleid door een wettige vertegenwoordiger. Allereerst geldt dit voor meisjes die een tepelpiercing willen. Ook mag geen genitale piercing worden gezet bij personen in deze leeftijd. Tot slot mag geen tatoeage worden gezet op het hoofd, de hals, de polsen of handen in verband met de onmiskenbare zichtbaarheid van tatoeages op deze plekken. Het gaat hier om de extreme gevallen van tatoeages en piercings waarbij het de vraag is of de mogelijke gevolgen op lange termijn door de betrokkenen voldoende worden overzien. Zo kan een tepelpiercing gevolgen hebben voor het geven van borstvoeding. Elke tatoeage is min of meer onomkeerbaar. Indien de betrokken op latere leeftijd spijt krijgt van zijn beslissing, is het later mogelijk een tatoeage op Staatsblad

14 een schouderblad of bovenarm te bedekken. Het bedekken van een tatoeage op het hoofd, de hals, de polsen of handen is ondoenlijk. Ze kunnen daardoor negatieve gevolgen hebben voor het maatschappelijk functioneren op latere leeftijd. Een genitale piercing bij kinderen tussen de 12 en 16 jaar is eveneens onwenselijk, aangezien de seksuele ontwikkeling op deze leeftijd nog niet is voltooid. Artikel 11 Aan overtreders van warenwettelijke voorschriften wordt in de regel een bestuurlijke boete opgelegd, als vastgesteld in het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten. Om het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten ook van toepassing te laten zijn op (overtreders van) voorliggend besluit, worden in artikel 11 de normstellende bepalingen van het besluit in de bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten opgenomen en wordt de hoogte van de boete vastgelegd. Artikel 12 Bij de inwerkingtreding van het besluit is er rekening mee gehouden dat bestaande ondernemers zich moeten kunnen voorbereiden op de nieuwe regels. Dit artikel zorgt ervoor dat ondernemers die tijdig, dat wil zeggen, gedurende de eerste twee maanden na inwerkingtreding van dit besluit, een aanvraag indienen, hun bedrijf kunnen continueren gedurende de tijd dat de aanvraag in behandeling is. Het brengt met zich mee dat, indien de vergunning door de minister wordt geweigerd, de ondernemer zijn activiteiten moet staken. Een mogelijk tegen de weigering ingediend bezwaar heeft immers geen schorsende werking (zie artikel 6: 16 Algemene wet bestuursrecht). Ook hier geldt overigens dat de ondernemers, ook al hoeven zij op grond van deze overgangsbepaling nog niet over een vergunning te beschikken, uiteraard wel de veiligheidsvoorschriften in acht moeten nemen. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink Staatsblad

Gelet op de artikelen 5, eerste lid, onderdelen a en b, 14, 25, vierde lid, 32b, eerste lid en 33, eerste lid, onderdeel b, van de Warenwet;

Gelet op de artikelen 5, eerste lid, onderdelen a en b, 14, 25, vierde lid, 32b, eerste lid en 33, eerste lid, onderdeel b, van de Warenwet; Besluit van tot vaststelling van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen versie 26 januari 2006 Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 2006, kenmerk VGP/PSL, gedaan

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 31 Besluit van 9 januari 2008 houdende wijziging van het Warenwetbesluit algemene productveiligheid teneinde de uitvoering van artikel 13 van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 388 Besluit van 28 augustus 2008, houdende wijziging van het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS) teneinde regels te stellen over

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 12 Besluit van 14 december 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding en van het Warenwetbesluit bestuurlijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 533 Besluit van 30 november 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit algemene chemische produktveiligheid in verband met verordening

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 137 Besluit van 7 maart 2011, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit cosmetische producten 2011 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 403 Besluit van 24 september 2008, houdende wijziging van het Warenwetbesluit drukverpakkingen en intrekking van het Warenwetbesluit nominale

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 178 Besluit van 10 mei 2007, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten inzake yohimbe/yohimbine, van het Warenwetbesluit Toevoeging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 599 Besluit van 12 november 2004, houdende intrekking en wijziging van diverse Warenwetbesluiten in verband met de intrekking van beschikkingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 211 Besluit van 24 mei 2007, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen, van het Warenwetbesluit Meel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 209 Besluit van 24 mei 2007, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten inzake het vetgehalte van gehakt en mager

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 443 Besluit van 19 augustus 2002, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten, van het Warenwetbesluit Visserijproducten,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 473 Besluit van 6 november 2003, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Verpakte waters en van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten Wij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 235 Besluit van 14 juni 2019 tot wijziging van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector, het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 420 Besluit van 30 mei 2005, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen in verband met Verordening (EG)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 264 Besluit van 23 mei 2001, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 22 Besluit van 31 december 2004, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen in verband met verordening (EG) 608/2004

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 38 Besluit van 21 december 1995 regelende de deponering van informatie betreffende preparaten (Warenwetbesluit deponering informatie preparaten)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 161 Besluit van 31 maart 2016, houdende regels inzake voor zuigelingen en peuters bedoelde levensmiddelen, voeding voor medisch gebruik en de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 223 Besluit van 11 juni 2007, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Toevoeging micro-voedingsstoffen aan levensmiddelen en van het Warenwetbesluit

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 182 Besluit van 3 april 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen in verband met richtlijn 2008/100/EG

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 497 Besluit van 20 augustus 2004, houdende wijziging van het Besluit bescherming tegen Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 127 Besluit van 20 februari 2002, houdende wijziging van het Besluit in-vitro-diagnostica Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 224 Wet van 11 mei 2007, houdende wijziging van de voorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 434 Besluit van 14 november 2017, houdende regels inzake nieuwe voedingsmiddelen en genetisch gemodificeerde levensmiddelen (Warenwetbesluit

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 260 Besluit van 15 juni 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Gereserveerde aanduidingen inzake het melkvetgehalte van roomijs Wij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 487 Besluit van 1 december 2014, houdende wijziging van het Besluit medische hulpmiddelen in verband met een verbod op de toepassing van permanente

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 397 27 844 Regels inzake de veiligheid en kwaliteit van lichaamsmateriaal dat kan worden gebruikt bij een geneeskundige behandeling (Wet veiligheid

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 513 Besluit van 25 november 2003, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen inzake maatjesharing en van het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 598 Besluit van 15 november 2012, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Meel en brood inzake het maximale zoutgehalte van brood 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 437 Besluit van 22 juli 2002, houdende wijziging van het Besluit medische hulpmiddelen in verband met derivaten van menselijk bloed Wij Beatrix,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27392 31 mei 2016 Advies Raad van State betreffende het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur, houdende regels

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 299 Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met de introductie van de bestuurlijke boete Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 330 Besluit van 28 mei 1998, houdende regels over de hoogte van de boete ingevolge de Wet inburgering nieuwkomers (Boetebesluit inburgering nieuwkomers)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 140 Besluit van 24 februari 1998, houdende vaststelling van de Instructie voor het militair gezag (Instructie voor het militair gezag) Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 55 Besluit van 26 januari 2004, houdende uitvoering van artikel 9, vierde lid, van de Tabakswet (Besluit tabaksautomaten) Wij Beatrix, bij de

Nadere informatie

Gelet op artikel 44b, eerste lid, van de Drank- en Horecawet; De Raad van State gehoord (advies van xx, nummer xx);

Gelet op artikel 44b, eerste lid, van de Drank- en Horecawet; De Raad van State gehoord (advies van xx, nummer xx); Besluit van houdende vaststelling van boetetarieven voor overtredingen van de Dranken Horecawet Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van juli 2004, kenmerk VGB/GB 2495278,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 84 Besluit van 22 februari 2012 tot wijziging van het Kansspelenbesluit en het Speelautomatenbesluit 2000 in verband met de instelling van de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 352 Besluit van 17 juli 2012 tot vaststelling van de procedure voor verlenging van vergunningen als bedoeld in artikel 20.2 van de Telecommunicatiewet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 439 Besluit van 18 september 1995 tot wijziging van het Mijnreglement 1964 en het Mijnreglement continentaal plat (explosieveilig materieel)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 323 Besluit van 22 juni 2011 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft in verband met de implementatie van titel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 559 Besluit van 3 december 2008, houdende wijziging van het Voertuigreglement ter implementatie van VN/ECE-reglementen nrs. 108 en 109 met uniforme

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 403 Besluit van 16 juli 2001, houdende een algemene maatregel van bestuur tot wijziging van het Destructiebesluit 1996 (sluitend maken van het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 448 Wet van 14 november 2016 tot wijziging van de Gezondheidswet en de Jeugdwet teneinde een mogelijkheid op te nemen tot openbaarmaking van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 459 Wet van 6 oktober 1999, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de afgifte en inname van kentekenplaten Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 164 Wet van 10 april 2008, houdende regels inzake het gebruik van het burgerservicenummer in de zorg (Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 147 Besluit van 3 maart 2005, houdende wijziging van het Besluit biotechnologie bij dieren (Handelingen met betrekking tot dieren waar geen vergunning

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 425 Besluit van 22 juli 2002, houdende bepalingen inzake het treffen van een inkomensvoorziening voor oudere gewezen zelfstandigen, MKZ-geruimden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 125 Besluit van 15 maart 2003, houdende regels met betrekking tot voedingssupplementen (Warenwetbesluit voedingssupplementen) Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 27 Besluit van 2 januari 2001, houdende wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 232 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2013/50/EU

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 393 Besluit van 31 augustus 1999, houdende wijziging van het Voertuigreglement met betrekking tot autogordels Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 980 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over samenhangende besluiten (Wet samenhangende besluiten Awb) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 169 Besluit van 4 april 2000, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Gereserveerde aanduidingen, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 29 863 Regeling van een onafhankelijke uitoefening van risicobeoordeling door de Voedsel en Waren Autoriteit (Wet onafhankelijke risicobeoordeling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 111 Wijziging van de Gezondheidswet en de Wet op de jeugdzorg teneinde een mogelijkheid op te nemen tot openbaarmaking van informatie over de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 135 Besluit van 9 april 2008 tot wijziging van enige algemene maatregelen van bestuur in verband met aanpassing aan de artikelen 8.8 en 8.11,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 150 Besluit van 17 maart 2000, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Produkten voor bijzondere voeding en van het Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 144 Besluit van 14 maart 2011, houdende wijziging van het Besluit Prudentiële regels Wft en het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 667 Besluit van 30 november 2006, houdende wijziging van het Besluit herverkaveling reconstructie concentratiegebieden (nieuwe grondslag Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 247 Regels ter bevordering van de totstandkoming en realisatie van maatschappelijke initiatieven gericht op duurzame ontwikkeling door na een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 108 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enkele andere wetten in verband met de implementatie van Verordening (EU) nr. 2017/1129

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 42 Besluit van 30 januari 1997, houdende regels betreffende een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen (Besluit certificaat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 767 Regels in verband met de uitbreiding van het toezicht op nieuwe zorgaanbieders (Wet toetreding zorgaanbieders) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 600 Besluit van 27 november 2009 tot wijziging van het Besluit Wfsv in verband met premiekorting oudere nabestaanden 0 Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 488 Besluit van 21 november 2003 tot uitvoering van artikel 8, tweede lid, van de Wet melding ongebruikelijke transacties, houdende goedkeuring

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 257 Besluit van 13 juni 2008, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Toevoeging micro-voedingsstoffen aan levensmiddelen, inzake het toevoegen

Nadere informatie

De citeertitel is door de wetgever vastgesteld.

De citeertitel is door de wetgever vastgesteld. pagina 1 van 14 (Tekst geldend op: ) Algemene informatie Eerst verantwoordelijke ministerie: Afkorting: Niet officiële titel: Citeertitel: Soort regeling: VROM Geen Geen De citeertitel is door de wetgever

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 494 Besluit van 18 november 2009, tot wijziging van het Meeteenhedenbesluit 2006, het Meetinstrumentenbesluit I en het Meetinstrumentenbesluit

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 240 Wet van 25 april 2002, houdende regels voor de bewaring, het beheer en de verstrekking van gegevens van donoren bij kunstmatige donorbevruchting

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 26 Besluit van 12 december 2018 tot wijziging van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten in verband met de uitvoering van

Nadere informatie

Regulier Overleg Warenwet. Tatoeëren en piercen

Regulier Overleg Warenwet. Tatoeëren en piercen Regulier Overleg Warenwet Tatoeëren en piercen Inhoud 1.Opening 2.Wet en wijzigingen 3.Relevante ontwikkelingen Warenwet tatoeëren en piercen Warenwet (art. 24): leeftijdsgrens en verbod op aanprijzen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 51 Wet van 10 februari 2017, houdende tijdelijke regels inzake het opleggen van vrijheidsbeperkende maatregelen aan personen die een gevaar vormen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 380 Regels inzake het gebruik van het burgerservicenummer in de zorg (Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 295 Besluit van 5 juli 2008, houdende wijziging van enkele bijlagen bij het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten en het Besluit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 21 228 Goedkeuring van het koninklijk besluit van 17 mei 1989 (Stb. 170) tot wijziging van het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 Nr.

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 157 Voorstel van wet van de leden Ploumen, Özütok, Jasper van Dijk en Van Brenk tot wijziging van de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 718 Besluit van 18 december 2006 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur betreffende de verlening van een tegemoetkoming aan

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 197 Besluit van 1 mei 2003 tot wijziging van het Organisatiebesluit raad voor de kinderbescherming Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 57 Besluit van 21 januari 2011, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit speelgoed 2011 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 428 Wet van 24 oktober 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 op een aantal punten van uiteenlopende aard alsmede wijziging van de Wet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 309 Besluit van 14 mei 1998 tot wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1989 Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 517 Wet van 18 oktober 2001, houdende wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet milieugevaarlijke stoffen en de Wet bodembescherming (verbetering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 429 Besluit van 23 september 1999, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen en van het Warenwetbesluit

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 239 Besluit van 22 mei 2012 houdende regels ter uitvoering van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES (Besluit

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 *** Voorstel van wet van de leden Ploumen, Özütok, Jasper van Dijk en Van Brenk tot wijziging van de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen in verband met de invoer van een certificaat als bewijs

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 77 Wet van 25 februari 2008 tot wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2006/21/EG van het Europees

Nadere informatie

Besluit van 4 juni 2003, houdende vaststelling van retributies krachtens de Warenwet (Warenwetbesluit retributies veterinaire controles)

Besluit van 4 juni 2003, houdende vaststelling van retributies krachtens de Warenwet (Warenwetbesluit retributies veterinaire controles) (Tekst geldend op: 12-04-2011) Besluit van 4 juni 2003, houdende vaststelling van retributies krachtens de Warenwet (Warenwetbesluit retributies veterinaire controles) Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 827 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 ter implementatie van richtlijn nr. 2003/59/EG (vakbekwaamheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 793 Preventief gezondheidsbeleid Nr. 53 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 556 Wet van 5 november 2012 tot wijziging van de Wet personenvervoer 2000 teneinde inbesteding van openbaar vervoer mogelijk te maken in een

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 258 Besluit van 3 juli 2007, houdende aanpassing van enige fiscale uitvoeringsbesluiten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 370 Besluit van 13 september 2000 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 208 Wet van 26 april 2012, houdende tijdelijke bepalingen over de ambulancezorg (Tijdelijke wet ambulancezorg) 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 98 Wet van 5 maart 2007 tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhaving

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 775 Wijziging van de Warenwet in verband met het verhogen van het maximum bedrag van de bestuurlijke boete en enkele andere wijzigingen waaronder

Nadere informatie

Handhavend optreden tegen illegale tatoeëerders & piercers en overtreders van de leeftijdgrenzen voor een tatoeage of piercing ( )

Handhavend optreden tegen illegale tatoeëerders & piercers en overtreders van de leeftijdgrenzen voor een tatoeage of piercing ( ) Handhavend optreden tegen illegale tatoeëerders & piercers en overtreders van de leeftijdgrenzen voor een tatoeage of piercing (2011-2014) September 2015 1 Colofon Projectnaam Tatoeeerders en Piercers

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 429 Wijziging van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen en de Geneesmiddelenwet in verband met de uitvoering van verordening

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 116 28 018 Wijziging van de Wet melding ongebruikelijke transacties en de Wet identificatie bij financiële dienstverlening 1993 met het oog

Nadere informatie