Auteur: Verschenen in: Datum: Titel: mr. P.J.J. van Buuren met noot van mr. R. Olivier i Tijdschrift voor Bouwrecht Editie 7, juli 2017

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Auteur: Verschenen in: Datum: Titel: mr. P.J.J. van Buuren met noot van mr. R. Olivier i Tijdschrift voor Bouwrecht Editie 7, juli 2017"

Transcriptie

1 Auteur: Verschenen in: Datum: Titel: mr. P.J.J. van Buuren met noot van mr. R. Olivier i Tijdschrift voor Bouwrecht Editie 7, juli 2017 Verjaring van bestuursrechtelijke dwangsommen. Een invorderingsbeschikking stuit de verjaring niet. Uitstel van betaling verlengt de verjaringstermijn alleen als dit uitstel bij besluit is verleend. De ABRvS overweegt dat het niet reageren op een verzoek om uitstel van betaling niet betekent dat ook daadwerkelijk uitstel van betaling is verleend en de verjaringstermijn is gestuit. Daarbij neemt de ABRvS in aanmerking dat uit art. 4:94 lid 3 Awb voortvloeit dat uitstel van betaling bij beschikking moet worden verleend, hetgeen in dit geval niet is gebeurd. Voor zover het college stelt dat het binnen één jaar na de dag waarop de dwangsommen zijn verbeurd, een invorderingsbeschikking heeft genomen, geldt dat, zoals de ABRvS eerder heeft overwogen in de uitspraak van 4 mei 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1203, een invorderingsbeschikking de verjaring niet stuit. Uitspraak op het hoger beroep van: Shabu Shabu Rotterdam Zuid B.V., gevestigd te Rotterdam, appellante, tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 10 mei 2016 in zaak nr. 15/3399 in het geding tussen: Shabu Shabu en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Procesverloop Bij besluit van 30 juli 2014 heeft het college aan Shabu Shabu een last onder dwangsom opgelegd strekkende tot het naleven van artikel van het Activiteitenbesluit Milieubeheer (hierna: het Activiteitenbesluit), in samenhang gelezen met artikel 3.103, eerste lid, van de Activiteitenregeling Milieubeheer (hierna: de Activiteitenregeling). Bij besluit van 21 april 2015 heeft het college het door Shabu Shabu daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij besluit van 20 augustus 2015 heeft het college een dwangsom van ,00 ingevorderd. Bij besluit van 31 augustus 2015 heeft het college een dwangsom van ,00 ingevorderd. Bij uitspraak van 10 mei 2016 heeft de rechtbank de door Shabu Shabu tegen de besluiten van 21 april 2015 en 20 augustus 2015 ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft Shabu Shabu hoger beroep ingesteld. Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting ingediend. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 april 2017, waar Shabu Shabu, vertegenwoordigd door mr. T. van der Weijde, rechtsbijstandverlener te Amsterdam, en het college, vertegenwoordigd door mr. M. Griep en R.E. Franse, zijn verschenen. Overwegingen Inleiding 1. Shabu Shabu exploiteerde ten tijde van de besluiten van 30 juli 2014 en 21 april 2015 een restaurant op het perceel Cor Kieboomplein 109 te Rotterdam. Inmiddels is het restaurant verplaatst naar het perceel Cor Kieboomplein 90 te Rotterdam. Op het perceel Cor Kieboomplein 109 (hierna: het perceel) was het restaurant gevestigd op de begane grond. Daarboven is een appartementencomplex aanwezig. Door de bewoners van het appartementencomplex werd geklaagd over geuroverlast vanuit de keuken van het restaurant. Het college heeft vervolgens bij besluit van 16 juli 2013 een last onder dwangsom aan Shabu Shabu opgelegd, strekkende tot de naleving van artikel 3.132, van het Activiteitenbesluit in samenhang gelezen met artikel 3.103, eerste lid, van de Activiteitenregeling. Dat besluit is onherroepelijk. Na afloop van de in het besluit van 16 juli 2013 gehanteerde begunstigingstermijn is bij Shabu Shabu een bedrag van in totaal ,00 aan verbeurde dwangsommen ingevorderd. Omdat de overtreding voortduurde is door het college bij besluit van 30 juli 2014 nogmaals een last onder dwangsom opgelegd, eveneens strekkende tot de naleving van artikel van het Activiteitenbesluit, in sa-

2 menhang gelezen met artikel 3.103, eerste lid, van de Activiteitenregeling. Wettelijk kader 2. Artikel van het Activiteitenbesluit luidt: Bij het bereiden van voedingsmiddelen wordt ten behoeve van het voorkomen dan wel voor zover dat niet mogelijk is het tot een aanvaardbaar niveau beperken van geurhinder voldaan aan de bij ministeriele regeling gestelde eisen. Artikel 3.103, eerste lid, van de Activiteitenregeling luidt: Ten behoeve van het voorkomen, dan wel, voor zover dat niet mogelijk is, het tot een aanvaardbaar niveau beperken van geurhinder als bedoeld in artikel van het besluit, worden afgezogen dampen en gassen van het bereiden van voedingsmiddelen als bedoeld in artikel 3.130, onder b, c en d, van het besluit die naar de buitenlucht worden geëmitteerd: a. ten minste twee meter boven de hoogste daklijn van de binnen 25 meter van de uitmonding gelegen bebouwing afgevoerd; of b. geleid door een doelmatige ontgeuringsinstallatie. De last onder dwangsom 3. Vast staat dat het college bevoegd was aan Shabu Shabu een last onder dwangsom op te leggen wegens overtreding van artikel van het Activiteitenbesluit, in samenhang gelezen met artikel 3.103, eerste lid, van de Activiteitenregeling, omdat zij tijdens controles op 2 en 3 april 2014 niet voldeed aan het bepaalde in voormelde artikelen. Er is toen onder meer geconstateerd dat de ontgeuringsinstallatie niet doelmatig werkte en dat geurhinder voor omwonenden werd veroorzaakt. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met een last onder bestuursdwang of dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd, dit niet te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisering bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien. 4. Shabu Shabu betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat zij niet aan de opgelegde last onder dwangsom kan voldoen. Daartoe voert zij aan dat de afvoer van het nabijgelegen restaurant Malakka niet gebruikt kan worden voor het bovendaks afvoeren van de lucht, wegens problemen met de eigenaar. Voorts is het niet mogelijk gebleken ter plaatse te voorzien in een doelmatige ontgeuringsinstallatie, aldus Shabu Shabu, nu het afvoerkanaal in de keuken van Shabu Shabu te klein is en het grote afvoerkanaal niet is doorgetrokken. Dat betekent volgens Shabu Shabu dat een dermate grote ontgeuringsinstallatie moet worden aangebracht dat een zeer groot deel van de keuken van het restaurant moet worden opgeofferd waardoor een normale, rendabele bedrijfsvoering niet meer mogelijk is. Bovendien is volgens haar van belang dat na het aanbrengen van een ontgeuringsinstallatie maximaal 70% van de geur kan worden gefilterd. Zij verwijst in dat kader naar een ongedateerd rapport van Arco luchttechniek. De rechtbank heeft verder ten onrechte niet van belang geacht dat het college niet middels een deskundigenrapport heeft aangetoond dat het wel mogelijk is te voldoen aan de last, aldus Shabu Shabu De rechtbank heeft terecht overwogen dat Shabu Shabu kan voldoen aan het bepaalde in de artikelen van het Activiteitenbesluit en 3.103, eerste lid, van de Activiteitenregeling. Dat de lucht niet bovendaks kan worden afgevoerd via de afvoer van restaurant Malakka, betekent niet dat niet aan de last kan worden voldaan. De last biedt immers ook de mogelijkheid om in het pand een doelmatige ontgeuringsinstallatie te installeren. Het feit dat een dergelijke doelmatige ontgeuringsinstallatie, wanneer deze in het eigen pand wordt geplaatst, groter en duurder is dan verwacht, doet, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, er niet aan af dat moet worden voldaan aan voornoemde artikelen en dat daarmee aan de last kan worden voldaan. De rechtbank heeft daarbij kunnen betrekken dat uit een rapport van Woningkeur van 15 december 2014 kan worden opgemaakt dat het betreffende pand van origine niet is gebouwd om een restaurant in te vestigen. Het is de verantwoordelijkheid van Shabu Shabu, dat wanneer zij toch een restaurant wenst te exploiteren in het pand, de technische maatregelen om te kunnen voldoen aan artikel van het Activiteitenbesluit en 3.103, eerste lid, van de Activiteitenregeling, worden getroffen. Anders dan Shabu Shabu aanvoert volgt uit het rapport van Arco luchttechniek niet dat na het aan-

3 brengen van een ontgeuringsinstallatie maximaal 70% van de lucht kan worden gefilterd, maar dat in de situatie ten tijde van het opmaken van dat rapport sprake was van een restgeur, omdat op dat moment maar 70% 75% van de lucht kon worden gefilterd. De rechtbank heeft ten slotte terecht geen grond gevonden voor het oordeel dat het college aan de hand van een deskundigenrapport diende aan te tonen dat het technisch mogelijk is aan de last onder dwangsom te voldoen. Het is aan Shabu Shabu om aan te tonen waarom volgens haar niet aan de last kan worden voldaan. Zoals hiervoor is overwogen is Shabu Shabu daarin niet geslaagd. Het betoog faalt. 5. Shabu Shabu betoogt voorts dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college in strijd met het evenredigheidsbeginsel heeft gehandeld. Volgens haar had het college bij zijn besluit moeten betrekken dat de bewoners van het appartementencomplex zelf ook een rol spelen bij het veroorzaken van geuroverlast, omdat zij de afvoeren van het restaurant blokkeren met stenen en plastic zakken. Volgens haar heeft het college, bij het bepalen van de hoogte van de dwangsom, onvoldoende rekening gehouden met voornoemde acties van de bewoners en heeft het ten onrechte geen rekening gehouden met de reeds door Shabu Shabu verrichte inspanningen om de geuroverlast te beperken. Bovendien diende het college bij zijn besluit te betrekken dat Shabu Shabu inmiddels is verhuisd en voor deze verhuizing en verbouwing ook hoge kosten heeft moeten maken, aldus Shabu Shabu De rechtbank heeft in het door Shabu Shabu aangevoerde terecht geen grond gezien voor het oordeel dat het college in strijd met het evenredigheidsbeginsel heeft gehandeld. Of de bewoners van het appartementencomplex de afvoer van het restaurant al dan niet hebben geblokkeerd hoefde voor het college geen reden te zijn van handhavend optreden af te zien. Hierbij neemt de Afdeling in aanmerking dat de klachten van omwonenden uiteindelijk zijn veroorzaakt door Shabu Shabu zelf, wegens het niet afdoende functioneren van de ontgeuringsinstallatie. Dat door Shabu Shabu reeds inspanningen waren verricht om de geuroverlast te beperken hoefde voor het college evenmin reden te zijn de hoogte van de dwangsom aan te passen, omdat, wat daar ook van zij, de getroffen maatregelen de geurhinder niet hebben weggenomen. Ook de verhuizing van het bedrijf en de daarmee gepaard gaande kosten hoefden voor het college geen reden te zijn de hoogte van de dwangsom aan te passen, reeds omdat de verhuizing dateert van na de besluiten van 30 juli 2014 en 21 april Het betoog faalt. Het invorderingsbesluit van 20 augustus Shabu Shabu betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college niet bevoegd was bij besluit van 20 augustus 2015 tot invordering van een dwangsom van ,00 over te gaan, omdat niet is komen vast te staan dat deze dwangsom is verbeurd. Volgens haar is geen sprake geweest van geuroverlast, althans dat de geuroverlast in strijd was met artikel van het Activiteitenbesluit en artikel 3.103, eerste lid, van de Activiteitenregeling. Daartoe voert zij aan dat uit de door het college overgelegde rapportages niet volgt op welke wijze de toezichthouders hebben vastgesteld dat er sprake was van geuroverlast en in welke mate. In de rapporten staat geen geurconcentratie vermeld, is geen vergelijking gemaakt met de voorgaande gemeten referentiewaarden, is de hedonische waarde van de geur niet vastgesteld en is geen gebruik gemaakt van een e-nose, aldus Shabu Shabu. Daarnaast is er volgens Shabu Shabu ten onrechte geen gebruikgemaakt van een gecertificeerd geurpanel en beschikte een van de inspecteurs tijdens de eerste meting nog niet over een Olfacto-certificaat, hetgeen duidt op een onzorgvuldige vaststelling van de geuroverlast Vaststaat dat Shabu Shabu al tot betaling van de bij besluit van 20 augustus 2015 ingevorderde dwangsom van ,00 is overgegaan, zodat nog een belang bestaat bij een inhoudelijke behandeling van het hoger beroep op dit punt Uit door het college overgelegde controlerapporten van controles op 31 maart 2015 en 1 april 2015, die aan het besluit van 20 augustus 2015 ten grondslag zijn gelegd, volgt dat door twee toezichthouders op verschillende tijdstippen en op verschillende plaatsen geuroverlast is geconstateerd. Uit het rapport van 31 maart 2015 volgt dat er van 15:45 uur tot 17:00 uur een controle is uitgevoerd bij Shabu Shabu, naar aanleiding van meldingen van geuroverlast. Tijdens deze controle is geuroverlast geconstateerd voor de ingang van het appartementencomplex aan de Puck van Heelstraat, op de galerij op de eerste verdieping aan de zijde van de Puck

4 van Heelstraat en op een balkon van een woning aan de Puck van Heelstraat. De geuroverlast is herleid naar de uitblaasopening van de ontgeuringsinstallatie van Shabu Shabu. Er is een warme lucht waargenomen die ruikt naar vet- en/of frituurlucht, zo volgt uit het rapport. Uit het rapport van 1 april 2015 volgt dat op deze datum van 13:00 uur tot 14:00 uur is gecontroleerd en eveneens geuroverlast is geconstateerd op dezelfde plekken als op 31 maart Het ging wederom om een vet- en/of frituurlucht. De rechtbank heeft terecht overwogen dat de beschrijving in de rapporten van 31 maart 2015 en 1 april 2015 van hetgeen is waargenomen voldoende inzichtelijk is, is waargenomen door deskundige medewerkers en dat er geen aanleiding is om aan de vaststelling van de waargenomen feiten te twijfelen. Door deze deskundige toezichthouders is in het rapport opgetekend dat ter plaatse meerdere malen geuroverlast is geconstateerd, hetgeen met zich brengt dat Shabu Shabu de geurhinder niet tot een aanvaardbaar niveau heeft beperkt. In het door Shabu Shabu aangevoerde wordt geen grond gevonden voor het oordeel dat het reukvermogen van de toezichthouders ten tijde van het onderzoek onvoldoende was en zij om die reden niet als deskundigen kunnen worden aangemerkt. Het enkele feit dat dat een van hen ten tijde van de controle op 31 maart 2015 niet over een geldig Olfacto-certificaat beschikte is, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, daartoe onvoldoende. Vergelijk de uitspraak van 6 mei 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1412. Dat in de rapporten geen geurconcentratie is vermeld, geen vergelijking is gemaakt met de voorgaande gemeten referentiewaarden, de hedonische waarde van de geur niet is vastgesteld en geen gebruik is gemaakt van een e-nose, betekent niet dat door de toezichthouders reeds daarom niet kon worden vastgesteld dat door Shabu Shabu ten tijde van de controles de geurhinder niet tot een aanvaardbaar niveau was beperkt. Niet is gebleken dat de toezichthouders, gelet op het door Shabu Shabu aangevoerde, onvoldoende deskundig waren om de geuroverlast te kunnen waarnemen. Het voorgaande brengt met zich dat Shabu Shabu niet heeft voldaan aan de bij besluit van 30 juli 2014 opgelegde last onder dwangsom. De rechtbank heeft derhalve terecht overwogen dat het college bevoegd was bij besluit van 20 augustus 2015 tot invordering van een dwangsom van ,00 over te gaan. Het betoog faalt. Het invorderingsbesluit van 31 augustus Ingevolge artikel 5:39, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) heeft het beroep tegen de last onder dwangsom mede betrekking op een beschikking die strekt tot invordering van de dwangsom, voor zover de belanghebbende deze beschikking betwist. 8. Bij besluit van 31 augustus 2015 heeft het college beslist tot invordering van een dwangsom ter hoogte van ,00. De rechtbank had het beroep van Shabu Shabu moeten aanmerken als mede betrekking hebbend op het besluit van 31 augustus 2015, nu dit besluit is genomen hangende het beroep van Shabu Shabu tegen het besluit van 21 april 2015 waarbij de last onder dwangsom is gehandhaafd en Shabu Shabu dit besluit gedurende de procedure bij de rechtbank heeft betwist. De rechtbank had hier te meer alert op dienen te zijn, nu het invorderingsbesluit van 31 augustus 2015 ter zitting bij de rechtbank ter sprake is gekomen. 9. Gelet op het voorgaande is het hoger beroep gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd, voor zover daarbij niet is beslist op het van rechtswege ontstane beroep van Shabu Shabu tegen het besluit van 31 augustus Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling dat beroep alsnog beoordelen. De aangevallen uitspraak dient voor het overige te worden bevestigd. 10. Shabu Shabu heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat de invorderingsbevoegdheid van het college is verjaard, nu meer dan een jaar is verstreken na de dag waarop de dwangsom is verbeurd, te weten op 20 mei Volgens Shabu Shabu is de verjaringstermijn niet gestuit door het verlenen van uitstel van betaling als bedoeld in artikel 4:111, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) Het college heeft ter zitting, naar aanleiding van het door Shabu Shabu ingenomen standpunt, gesteld dat de verjaringstermijn wel is gestuit. In dat verband stelt het college dat Shabu Shabu heeft verzocht om uitstel van betaling, dat daarop door het college weliswaar niet is gereageerd, maar dat het niet is overgegaan tot het innen van

5 dwangsommen. Dat betekent volgens het college dat stilzwijgend uitstel van betaling aan Shabu Shabu is verleend Indien ervan moet worden uitgegaan dat door Shabu Shabu is verzocht om uitstel van betaling, dan betekent het feit dat het college daarop niet heeft gereageerd niet dat, zoals het college stelt, ook daadwerkelijk uitstel van betaling aan Shabu Shabu is verleend en de verjaringstermijn is gestuit. Hierbij neemt de Afdeling in aanmerking dat uit artikel 4:94, derde lid, van de Awb voortvloeit dat uitstel van betaling bij beschikking moet worden verleend, hetgeen in dit geval niet is gebeurd. Voor zover het college stelt dat het op 31 augustus 2015, derhalve binnen een jaar na de dag waarop de dwangsommen zijn verbeurd, een invorderingsbeschikking heeft genomen, geldt dat, zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in de uitspraak van 4 mei 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1203, een invorderingsbeschikking de verjaring niet stuit. De bevoegdheid van het college om de op 20 mei 2015 verbeurde dwangsom in te vorderen is derhalve verjaard. Shabu Shabu heeft derhalve geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van haar beroep tegen de invorderingsbeschikking van 31 augustus Het voorgaande betekent dat Shabu Shabu ook niet langer tot betaling van voornoemde dwangsom verplicht kan worden. 11. Het beroep van Shabu Shabu tegen het besluit van 31 augustus 2015 is nietontvankelijk. Slotoverweging 12. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: I. verklaart het hoger beroep gegrond; II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 10 mei 2016 in zaak nr. 15/3399, voor zover daarbij niet is beslist op het van rechtswege ontstane beroep van Shabu Shabu Rotterdam Zuid B.V. tegen het besluit van 31 augustus 2015; III. bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige; IV. verklaart het beroep tegen het besluit van 31 augustus 2015, kenmerk /433946, niet-ontvankelijk. Noot 1. In de zaak die tot deze uitspraak heeft geleid, was aan Shabu Shabu (een all you can eat sushi restaurant) een last onder dwangsom opgelegd wegens geuroverlast. Concreet ging het om de naleving van art Activiteitenbesluit milieubeheer jo. art lid 1 Activiteitenregeling. Kennelijk voldeed Shabu Shabu niet aan de last en zijn twee invorderingsbeschikkingen van elk ,- genomen. In de zaak die tot deze uitspraak heeft geleid ontstaat debat over de vraag of de bevoegdheid tot invordering van één van deze dwangsommen verjaard is. Daarop ga ik hierna in. In deze noot ga ik niet in op de, overigens ook interessante problematiek, die speelt bij de feitenvaststelling bij geuroverlast (zie daarover ook: o.a. ABRvS 3 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1179). 2. De bevoegdheid om verbeurde dwangsommen in te vorderen verjaart op grond van art. 5:35 Awb één jaar na de dag waarop de dwangsommen zijn verbeurd. Daarmee wijkt de regeling voor verjaring van dwangsommen af van de algemene verjaringstermijn van vijf jaar die geldt voor bestuursrechtelijk geldschulden (art. 4:104 Awb). 3. Op grond van de Awb kunnen bestuursorganen de verjaringstermijn verlengen (art. 4:111 Awb) of stuiten (art. 4:105 en 4:106 Awb). Daarnaast is er op grond van rechtspraak van de ABRvS een buitenwettelijke mogelijkheid voor bestuursorganen om de verjaring te stuiten. 4. Bestuursorganen kunnen de verjaring op de volgende manieren stuiten: Het instellen van een daad van rechtsvervolging overeenkomstig art. 3:316 lid 1 BW (art. 4:105 lid 1 Awb). Een aanmaning die voldoet aan de eisen van art. 4:112 Awb (art. 4:105 lid 2 Awb). Zie ook ABRvS 22 juli 2015, AB 2015/302. Dat geldt zowel voor een eerste als voor een eventuele tweede aanmaning (o.a. ABRvS 6 mei 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1412 en 15 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:667). Een beschikking tot verrekening (art. 4:106 Awb). Een dwangbevel (art. 4:106 Awb). Dat geldt zowel voor een eerste als voor een eventueel tweede dwangbevel (ABRvS 19 april 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1068). Een daad van tenuitvoerlegging van een dwangbevel (art. 4:106 Awb). Een mededeling waarbij een bestuursorgaan ondubbelzinnig haar recht op nakoming voor-

6 behoudt. Deze buitenwettelijke stuitingsmogelijkheid blijkt uit twee uitspraken van de ABRvS van 27 juli 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2087 & ECLI:NL:RVS:2016:2088. Daarnaast stuit ook erkenning van het recht door de schuldenaar de verjaring (art. 4:105 lid 2 Awb). 5. Naast de stuitingsmogelijkheden staan in de Awb ook situaties waarin de verjaringstermijn wordt verlengd. Ingevolge art. 4:111 Awb gaat het om de volgende situaties: indien de schuldenaar uitstel van betaling heeft gekregen (art. 4:111 lid 1 Awb). Indien de schuldenaar in surseance van betaling verkeert (art. 4:111 lid 2 sub a Awb). Indien de schuldenaar in staat van faillissement verkeert (art. 4:111 lid 2 sub b Awb). Indien de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op de schuldenaar van toepassing is (art. 4:111 lid 2 sub c Awb). Indien de tenuitvoerlegging van een dwangbevel is geschorst ingevolge een lopend rechtsgeding (art. 4:111 lid 2 sub d Awb). 5. In deze zaak was meer dan één jaar verstreken nadat de dwangsom was verbeurd. Shabu Shabu stelt zich dan ook op het standpunt dat de bevoegdheid tot invordering verjaard zou zijn. Het college zet twee verdedigingslinies in: (i) het zou uitstel van betaling hebben verleend; en (ii) de invorderingsbeschikking zou de verjaring hebben gestuit. Beide verdedigingslinies falen. 6. De ABRvS overweegt dat een invorderingsbeschikking de verjaring niet stuit. Dat is niet erg verrassend; dit is inmiddels vaste jurisprudentie (o.a. ABRvS 4 mei 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1203 & ABRvS 28 december 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3474). 7. Daarnaast stelt het college dat Shabu Shabu heeft verzocht om uitstel van betaling. Het college stelt dat het weliswaar niet heeft gereageerd op dat verzoek, maar dat het niet is overgegaan tot het innen van dwangsommen. Volgens het college is daarom stilzwijgend uitstel van betaling aan Shabu Shabu verleend. Deze redenering gaat naar het oordeel van de ABRvS echter niet op. Het feit dat het college niet op het verzoek om uitstel van betaling heeft gereageerd, betekent niet dat uitstel van betaling is verleend (en daarmee de verjaringstermijn is gestuit). De ABRvS betrekt bij haar oordeel dat uit artikel 4:94 lid 3 Awb voortvloeit dat uitstel van betaling bij beschikking moet worden verleend. Dat was in dit geval niet gebeurd. Gelet daarop was de verjaringstermijn niet verlengd en de bevoegdheid tot invordering derhalve verjaard. 8. Tot slot, tot 1 juni 2016 stond internetconsultatie open voor het voorstel voor de Evaluatiewet bestuursrechtelijke geldschuldenregeling. Indien de consultatieversie van deze wet daadwerkelijk wordt ingevoerd, dan zullen dit soort verjaringsperikelen in de toekomst naar verwachting veel minder vaak voorkomen. Het is namelijk de bedoeling dat de verjaringstermijn wordt opgeschort tot onherroepelijk op bezwaar en beroep tegen een invorderingsbeschikking, of een verzoek van een derde om een invorderingsbeschikking te nemen is beslist. Ook staat in de consultatieversie dat de verjaringstermijn wordt opgeschort voor de duur dat een invorderingsbeschikking door de voorzieningenrechter is geschorst. In ieder geval tot die tijd blijven de wettelijke regels en rechtspraak over verjaring, stuiting en verlenging onverminderd belangrijk bij geschillen over de handhaving van (bouwrechtelijke) regelgeving. Ronald Olivier i Mr. Ronald Olivier is advocaat bij Van der Feltz advocaten

Uitspraak. per overtreding met een maximum van

Uitspraak. per overtreding met een maximum van Auteur: mr. R. Olivier 1 Verschenen in: Gemeentestem (Gst.), januari 2019, Gst. 2019/6 Datum: 20 juni 2019 Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Titel: Verjaring van bestuursrechtelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1791

ECLI:NL:RVS:2015:1791 ECLI:NL:RVS:2015:1791 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-06-2015 Datum publicatie 10-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201408896/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3368

ECLI:NL:RVS:2014:3368 ECLI:NL:RVS:2014:3368 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311559/1/A4 Eerste

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-05-2001 Datum publicatie 13-11-2001 Zaaknummer 200003521/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Omgevingsrecht

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201704039/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 18 juli 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Haaren Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Project strijd bestemmingsplan

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-05-2011 Datum publicatie 18-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201008844/1/H1 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Toezicht en handhaving

Toezicht en handhaving Toezicht en handhaving Praktijkdag VMR 2015 Jaap IJdema cjijdema@avdw.nl Modaliteit dwangsom Artikel 5:32b lid 1 Awb: Het bestuursorgaan stelt de dwangsom vast hetzij op een bedrag ineens, hetzij op een

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201003576/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201205237/1/A4 en 201205237/2/A4

Nadere informatie

JOM 2017/310 AR 2017/1305 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7543

JOM 2017/310 AR 2017/1305 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7543 ECLI:NL:RVS:2017:695 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201602860/1/A1 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. I.P». Feis 070-4264578

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. I.P». Feis 070-4264578 Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak IN14.0053S llltillullllllilllill College van burgemeester en wethouders van Beuningen Postbus 14 6640 AA BEUNINGEN GLD GEMEENTE BEÜNt, ocn INGEKOMEN 0 3 FEB 2011

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-04-2013 Datum publicatie 17-04-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201200753/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1059

ECLI:NL:RVS:2017:1059 ECLI:NL:RVS:2017:1059 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 19-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201602298/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:84 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 18-01-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604839/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201803876/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 17 oktober 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Cranendonck Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Kapvergunningen ECLI:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2348

ECLI:NL:RVS:2016:2348 ECLI:NL:RVS:2016:2348 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-08-2016 Datum publicatie 31-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201506454/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:7684, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:7684, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:313 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-02-2017 Datum publicatie 08-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600609/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:2013

ECLI:NL:RVS:2017:2013 ECLI:NL:RVS:2017:2013 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604962/1/A2 Eerste

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1...

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1... pagina 1 van 5 LJN: BR1463, Raad van State, 201011448/1/H1 Datum 13-07-2011 uitspraak: Datum 13-07-2011 publicatie: Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201701470/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 7 maart 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Staphorst Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 pagina 1 van 5 Uitspraak 201506029/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 14 september 2016 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied:

Nadere informatie

Art. - Stuiting van de verjaring van de invorderingsbevoegdheid

Art. - Stuiting van de verjaring van de invorderingsbevoegdheid PB 2015/4 Art. - Stuiting van de verjaring van de invorderingsbevoegdheidd Publicatie PB: Tijdschrift voor Praktisch Bestuursrecht Jaargang 6 Publicatiedatum 20-05-2015 Afleveringnummer 4 Artikelnummer

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1481

ECLI:NL:RVS:2017:1481 ECLI:NL:RVS:2017:1481 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-06-2017 Datum publicatie 07-06-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604831/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3390

ECLI:NL:RVS:2016:3390 ECLI:NL:RVS:2016:3390 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601294/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:2812

ECLI:NL:RVS:2014:2812 ECLI:NL:RVS:2014:2812 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-07-2014 Datum publicatie 23-07-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201404677/1/A1 en 201404677/2/A1 Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-11-2012 Datum publicatie 21-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201202162/1/V6 Bestuursrecht Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1997

ECLI:NL:RVS:2017:1997 ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:2365

ECLI:NL:RVS:2015:2365 ECLI:NL:RVS:2015:2365 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-07-2015 Datum publicatie 29-07-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201408647/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2008:BG1849

ECLI:NL:RVS:2008:BG1849 ECLI:NL:RVS:2008:BG1849 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-10-2008 Datum publicatie 29-10-2008 Zaaknummer 200802872/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB1302

ECLI:NL:RVS:2007:BB1302 ECLI:NL:RVS:2007:BB1302 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-08-2007 Datum publicatie 08-08-2007 Zaaknummer 200609244/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Uitspraak /1/A3

Uitspraak /1/A3 Uitspraak 201707842/1/A3 Datum van uitspraak: woensdag 22 augustus 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Den Haag Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Boete ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:2782

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:1268

ECLI:NL:RVS:2016:1268 ECLI:NL:RVS:2016:1268 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-05-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201505940/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Uitspraak /1

Uitspraak /1 1 van 5 24-11-2015 21:22 Uitspraak 200305677/1 Datum van uitspraak: donderdag 6 mei 2004 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: ECLI: 200305677/1. Datum uitspraak: 6 mei 2004 het college van burgemeester

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:7377

ECLI:NL:RBMNE:2016:7377 ECLI:NL:RBMNE:2016:7377 Instantie Datum uitspraak 29-12-2016 Datum publicatie 07-02-2017 Zaaknummer UTR 15/6440 Rechtsgebieden Rechtbank Midden-Nederland Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1169

ECLI:NL:RVS:2014:1169 ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:3840

ECLI:NL:RBNHO:2014:3840 ECLI:NL:RBNHO:2014:3840 Instantie Datum uitspraak 28-04-2014 Datum publicatie 13-05-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland AWB-14_1317 bz Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001324 200608064/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, appellant, tegen

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2

Uitspraak /1/A2 Uitspraak 201802595/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3626 201802595/1/A2. Datum

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001320 200700456/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma Chinees Japans Specialiteitenrestaurant A., gevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2279

ECLI:NL:RVS:2016:2279 ECLI:NL:RVS:2016:2279 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-08-2016 Datum publicatie 17-08-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201602806/1/V3 Eerste

Nadere informatie

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK] Autoriteit Persoonsgegevens AANGETEKEND Datum Contactpersoon Onderwerp Besluit tot invordering en voornemen tot publicatie Geachte, Bij besluit van 11 mei 2017 met kenmerk heeft de Autoriteit Persoonsgegevens

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. OGR-Updates.nl JOM 2017/58 AR 2017/177 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7492

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. OGR-Updates.nl JOM 2017/58 AR 2017/177 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7492 ECLI:NL:RVS:2017:20 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-01-2017 Datum publicatie 11-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600568/1/A1 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/73976

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: Raad vanstatc 201002367/2/V6. Datum uitspraak: 1 september 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: wonend te handelend onder de naam

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.

Nadere informatie

Brief aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. G.A. van der Steur Postbus EH Den Haag

Brief aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. G.A. van der Steur Postbus EH Den Haag Concept wetsvoorstel tot aanpassing van de Algemene wet bestuursrecht naar aanleiding van de evaluatie van de regeling over bestuursrechtelijke geldschulden en het Besluit buitengerechtelijke kosten Dit

Nadere informatie

Essentie. Samenvatting

Essentie. Samenvatting Gst. 2015/109: Dat de schuur en de daarbij behorende gronden zijn overgedragen aan een derde, maakt niet dat appellante vanaf dat moment geen dwang... Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Datum:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12001023 200905925/1/V3 en 201108673/1/V3. Datum uitspraak: 13 april 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op de hoger beroepen van: [ ], appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : CBHO 2015/293 en 2015/293.1 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 12 januari 2016 Partijen : Appellant en Haagse Hogeschool Trefwoorden : bindend negatief studieadvies BNSA duidelijkheid

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3026

ECLI:NL:RVS:2014:3026 ECLI:NL:RVS:2014:3026 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 13-08-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311562/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1768

ECLI:NL:RVS:2015:1768 ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste

Nadere informatie

VMR Actualiteitendag 2013 Jurisprudentie en actualiteiten handhaving

VMR Actualiteitendag 2013 Jurisprudentie en actualiteiten handhaving VMR Actualiteitendag 2013 Jurisprudentie en actualiteiten handhaving mr. T.E.P.A. Lam advocaat Hekkelman Advocaten senior docent/onderzoeker Radboud Universiteit Nijmegen Thema s Artikel 5:39 Awb Betwisting

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied. Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / E-mail deze uitspraak

Print deze uitspraak rechtsgebied. Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / E-mail deze uitspraak Essentie uitspraak: Indien in een inrichting meerdere overslag- of laad- en losgedeelten aanwezig zijn, mag per overslag- of laad- en losgedeelte maximaal 10.000 kilogram gevaarlijke stoffen tijdelijk

Nadere informatie

De minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus EH Den Haag

De minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus EH Den Haag De minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 1 juni 2016 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 088-361 33 17 uw kenmerk 750380 cc bijlage

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:4843, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:4843, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:531 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-03-2017 Datum publicatie 01-03-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201605381/1/A2 Eerste

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 21 mei 2015 in zaak nr. 14/10078 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 21 mei 2015 in zaak nr. 14/10078 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2016:126 Instantie Raad van State Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 20-01-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201504420/1/A2 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet ECLI:NL:RVS:2016:934 Instantie Raad van State Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600302/1/A2 Eerste

Nadere informatie

/1. Datum uitspraak: 19 december 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

/1. Datum uitspraak: 19 december 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 200103469/1. Datum uitspraak: 19 december 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: 1. burgemeester-en wethouders van Hengelo, 2. de Staat der Nederlanden en de

Nadere informatie

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 Raad vanstatc 201203196/1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

GEMEENTE VALKE NSWAARD

GEMEENTE VALKE NSWAARD GEMEENTE VALKE NSWAARD de Hofnar 15 Postbus 10100 5550 GA Aan de raad van de gemeente Valkenswaard Valkenswaard Telefoon (040) 208 34 44 Telefax (040) 204 58 90 Kenmerk: lluit07547 e-mail gemeente@valkenswaard.nl

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1071

ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1071 ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1071 Instantie Datum uitspraak 04-06-2009 Datum publicatie 01-07-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-5093 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2013:3359

ECLI:NL:RBOVE:2013:3359 ECLI:NL:RBOVE:2013:3359 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 19-12-2013 Zaaknummer Awb 13/843 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Raad. vanstate AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. 200605599/1 en 200605599/3. Datum uitspraak: 24 augustus 2006

Raad. vanstate AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. 200605599/1 en 200605599/3. Datum uitspraak: 24 augustus 2006 Raad vanstate 200605599/1 en 200605599/3. Datum uitspraak: 24 augustus 2006 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, met toepassing

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:7224, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:7224, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:477 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-02-2017 Datum publicatie 22-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201504596/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3233

ECLI:NL:RVS:2015:3233 ECLI:NL:RVS:2015:3233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-10-2015 Datum publicatie 21-10-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500429/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2 en /1/A2

Uitspraak /1/A2 en /1/A2 Uitspraak 201707806/1/A2 en 201802043/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3603

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Datum 27 januari 2016 ECLI:NL:RVS:2016:155

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Datum 27 januari 2016 ECLI:NL:RVS:2016:155 M en R 2016 afl. 5 Eventuele toekomstige gaswinning hoeft niet te worden betrokken bij de beoordeling of in verband met de exploratieboring een milieueffectrapport moet worden gemaakt. Instantie Afdeling

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201106219/1/A4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY5083

ECLI:NL:RVS:2012:BY5083 ECLI:NL:RVS:2012:BY5083 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 05-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201109778/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:2992

ECLI:NL:RVS:2015:2992 ECLI:NL:RVS:2015:2992 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-09-2015 Datum publicatie 23-09-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201501779/1/A1 Eerste

Nadere informatie

LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012

LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012 LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1 Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 05-09-2012 Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Afwijzing handhavingsverzoek

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2014:539 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304989/1/A1 Omgevingsrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BW8140

ECLI:NL:RVS:2012:BW8140 ECLI:NL:RVS:2012:BW8140 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-06-2012 Datum publicatie 13-06-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201111524/1/A1 en

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOBR:2013:5574, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOBR:2013:5574, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2015:258 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-02-2015 Datum publicatie 04-02-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201309828/1/A3 Eerste

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 17 maart 2016 in zaak nr. ROE 15/2616 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 17 maart 2016 in zaak nr. ROE 15/2616 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2017:29 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-01-2017 Datum publicatie 11-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201603023/1/A3 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY5138

ECLI:NL:RVS:2012:BY5138 ECLI:NL:RVS:2012:BY5138 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 05-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201110184/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: r Raad vanstate 201108252/1/V2. Datum uitspraak: 14 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1925

ECLI:NL:RVS:2017:1925 ECLI:NL:RVS:2017:1925 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-07-2017 Datum publicatie 19-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201602656/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. H.W.H. Groenendijk (PVV) en B. Privé (PVV) (d.d. 12 mei 2015) Nummer 3037

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. H.W.H. Groenendijk (PVV) en B. Privé (PVV) (d.d. 12 mei 2015) Nummer 3037 van Gedeputeerde Staten op vragen van H.W.H. Groenendijk (PVV) en B. Privé (PVV) (d.d. 12 mei 2015) Nummer 3037 Onderwerp Administratieve blunders kosten bakken met geld Aan de leden van Provinciale Staten

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3387

ECLI:NL:RVS:2016:3387 ECLI:NL:RVS:2016:3387 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201507118/1/A1 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3038

ECLI:NL:RVS:2015:3038 ECLI:NL:RVS:2015:3038 Instantie Raad van State Datum uitspraak 30-09-2015 Datum publicatie 30-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500566/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001323 200607474/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: A., wonend te Breda, appellant, tegen de uitspraak in zaak no. 05/5140

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:2989

ECLI:NL:RVS:2015:2989 ECLI:NL:RVS:2015:2989 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-09-2015 Datum publicatie 23-09-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201502358/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Uitspraak 201403254/1/A4

Uitspraak 201403254/1/A4 1 van 7 8-3-2015 21:16 Uitspraak 201403254/1/A4 Datum van uitspraak: woensdag 14 januari 2015 Tegen: het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: \ Raad vanstate 2012Ö1424/1/V1. Datum uitspraak: 26 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:1061

ECLI:NL:RVS:2016:1061 ECLI:NL:RVS:2016:1061 Instantie Raad van State Datum uitspraak 20-04-2016 Datum publicatie 20-04-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201506028/1/A1 Omgevingsrecht Hoger

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 3 mei 2016 in zaak nr. 15/6422 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 3 mei 2016 in zaak nr. 15/6422 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2017:659 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604395/1/A2 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07000557 200606955/1. Datum uitspraak: 21 maart 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma A., gevestigd te Honselersdijk, appellante, tegen

Nadere informatie

het college van gedeputeerde staten van Zeeland.

het college van gedeputeerde staten van Zeeland. . Datum uitspraak: 5 augustus 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op de hoger beroepen van: [appellant A], [appellant B], wonend te [woonplaats], [appellant C], wonend te [woonplaats], [appellant

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/73977

Nadere informatie