Eindrapportage vervolgtrajecten LCMS (OP 5.4)
|
|
- Jelle Hermans
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Eindrapportage vervolgtrajecten LCMS (OP 5.4) Jenny Brakels (Technische Universiteit Delft) André Koehorst (Universiteit Maastricht) Tijmen Koet (Hogeschool Leiden) Marleen van der Laan (Hogeschool Zuyd) Marjana Rhebergen (Universiteit Leiden) Ellen Sjoer (Technische Universiteit Delft, projectleider) Eindrapportage LCMS-project (Op 5.4) 1 van 26
2 Inhoud 1 Inleiding 2 Inventarisatie bestaande en geplande initiatieven 3. Problemen met en oplossingen voor het delen van onderwijsmateriaal 3.1 Inleiding 3.2 Resultaten Universiteit Leiden 3.3 Resultaten Hogeschool Zuyd 3.4 Resultaten Technische Universiteit Delft 3.5 Resultaten Universiteit van Maastricht 3.6 Resultaten Hogeschool Leiden 4. Bewustmaking van resultaten binnen de eigen instelling 5 Conclusie en Aanbevelingen Bijlagen: Deelrapporten werkpakket 2 (separaat bestand) Eindrapportage LCMS-project (Op 5.4) 2 van 26
3 1 Inleiding Voor u ligt de eindrapportage van het E-merge project Vervolgtrajecten LCMS (OP 5.4.). Het project werd vervolgtrajecten genoemd, omdat het voortbouwt op de eerste fase van E-merge waarin vier projecten in het kader van het thema LCMS zijn uitgevoerd 1. Het doel van Vervolgtrajecten LCMS was het stimuleren van het gebruik van een LCMS of social software of een combinatie van beide voor het (gezamenlijk) ontwikkelen, opslaan en uitwisselen van (onderwijsgerelateerd) materiaal binnen de Emerge instellingen (Projectplan, p.3). De titel vervolgtrajecten LCMS was echter niet goed gekozen, omdat het projectteam heeft gewerkt vanuit de visie een doordachte inzet van technologie te willen ondersteunen. Niet zozeer het systeem is daarin leidend, maar de toepassingen, en vooral de positieve randvoorwaarden waaraan voldaan moest worden en de belemmeringen binnen instellingen die waar mogelijk uit de weg geruimd moesten worden om deze toepassingen een succes te laten worden. Eerdere LCMS-projecten uit de eerste fase hadden namelijk geleerd dat het delen van onderwijsmateriaal in de breedste zin van het woord - dus hergebruik in al zijn vormen, geen sinecure is. Een tweede uitgangspunt bij dit project was dat het budget bewust niet is besteed aan het vullen van repositories, omdat daar veel geld mee is gemoeid en het rendement vanuit de E-merge doelstellingen gezien laag. Er is gekozen voor een aanpak waarin projectmedewerkers zijn aangezocht van alle E- merge instellingen die kennis en ervaringen met elkaar wilden delen, de colour locale aan elkaar wilden uitleggen en die als linking pin voor de eigen organisatie wilden optreden. Uiteindelijk hebben vijf van de zes E-merge instellingen meegewerkt aan dit project: Universiteit Leiden, Hogeschool Zuyd, Technische Universiteit Delft, Universiteit Maastricht en de Hogeschool Leiden. De insteek van het project was om te bekijken binnen iedere instelling welke bestaande en geplande initiatieven er waren rond het ontwikkelen, opslaan en online delen van onderwijsmateriaal. Wat maakte dat deze projecten succesvol waren en tegen welke belemmeringen werd er aangelopen? (werkpakket 1) Vervolgens is er door iedere instelling een keuze gemaakt voor een initiatief dat verder geholpen kon worden of een bepaald probleem dat kon worden uitgezocht. Het uiteindelijke doel was het delen van onderwijsmateriaal in eerste instantie binnen de eigen instelling te bevorderen. (werkpakket 2). Om oplossingsrichtingen te bepalen voor de geconstateerde problemen of gewenste voordelen te behalen werden ervaringen gedeeld binnen de projectgroep en werd bestaande literatuur geraadpleegd (werkpakket 4). Ten slotte zijn de ervaringen gedissemineerd binnen de eigen instelling (werkpakket 3) en gedeeld met andere instellingen en geïnteresseerden (werkpakket 5). Het project is met kleine aanpassingen verlopen volgens projectplan. De selectie voor een aantal initiatieven in werkpakket 2 is beperkt tot één initiatief waar vervolgens meer tijd aan kon worden besteed, wat de kwaliteit van de resultaten ten goede is gekomen. Er is een groslijst van randvoorwaarden, succes- en faalfactoren gemaakt op basis van de interviews gehouden in het kader van werkpakket 1. Die groslijst is voor een aantal initiatieven uitgewerkt, maar het kostte te veel tijd om dat voor alle initiatieven te doen. Men wilde gezien tijd en budget op dat moment ook aan de slag met het eigen instellingsprobleem. 1 De E-merge projecten binnen het thema LCMS die in de eerste fase zijn uitgevoerd: Op 1.1 Het uitwisselen van digitaal beschikbaar studiemateriaal (content) ten behoeve van (activerend of competentiegericht) onderwijs met behulp van een LCMS Op 1.2 Het ontwikkelen en verzorgen van professionaliseringsactiviteiten over het gebruiken van een LCMS als Hive in het onderwijs Op 1.3 Onderzoek naar het effect van gebruik van een LCMS als Hive op het onderwijs Op 1.4 De digitale bibliotheek in een digitale leeromgeving Eindrapportage LCMS-project (Op 5.4) 3 van 26
4 Het project is in tijd - met toestemming van de programmaleiders - drieeneneenhalve maand uitgelopen. De startbijeenkomst was op 13 september twee weken later dan gepland. Werkpakket 1 betrof de inventarisatie van initiatieven binnen de instellingen en die is afgerond voor kerstvakantie, evenals een opzet voor werkpakket 2. In deze opzet is een selectie gemaakt per instelling voor een geconstateerd probleem, met een plan van aanpak om dat probleem aan te pakken. Tijdens de ingelaste midterm review op 22 januari 2007 zijn de resultaten van werkpakket 1 en de vijf voorstellen van werkpakket 2 besproken. Vervolgens bleek voor het bepalen van oplossingsrichtingen van de geconstateerde problemen in het projectplan te weinig tijd uitgetrokken (slechts drie weken). Het kostte meer tijd om een goed beeld te krijgen van wat er over een bepaald probleem is geschreven en welke ervaringen elders zijn opgedaan. Bovendien kregen in deze periode twee van de vijf projectmedewerkers een andere baan binnen de eigen instelling, wat organisatorisch enige aanpassingen vergde. Gelukkig zijn zij in staat gebleken het project af te ronden. De projectgroep is vijf keer face-to-face bijeengekomen: a. startbijeenkomst Delft; b Maastricht; c Leiden; d. midtermreview Utrecht en e Eindhoven. Notulen van deze vergaderingen zijn op te vragen bij de projectleider. Bovendien heeft de projectgroep een aantal keer via Flashmeeting online vergaderd. De deliverables die zijn opgeleverd worden in dit eindrapport samengevat. De deliverable van werkpakket 1 gaat over de inventarisatie van bestaande en geplande initiatieven met het online delen van onderwijsmateriaal bij vier van de vijf deelnemende E-merge instellingen en heeft een uitgebreide rapportage opgeleverd waarvan in hoofdstuk 2 de belangrijkste conclusies worden weergegeven. Werkpakket 2 heeft vijf deelrapporten opgeleverd. Een samenvatting vindt u in hoofdstuk 3; in de bijlage zijn de volledige rapporten opgenomen. Het resultaat van werkpakket 3 is een lijst van activiteiten door de projectleden ondernomen om de resultaten van werkpakket 2 over het voetlicht te brengen bij de verantwoordelijke personen in de instelling. Deze lijst is te vinden in hoofdstuk 4. In de conclusie wordt gereflecteerd op de resultaten van dit project. De nadruk heeft in dit project gelegen op het aanpakken van instellingsspecifieke belemmeringen en het vooruithelpen van potentieel kansrijke initiatieven, gebruikmakend van elkaars expertise en contacten. De disseminatie van de resultaten is daardoor in eerste instantie gericht op de eigen instellingen. Op 13 april j.l. is evenwel het project gepresenteerd door middel van een poster op de toogdag die door E-merge is georganiseerd. Een van de uitgewerkte initiatieven van werkpakket 2 betreft overigens een aanpak van de disseminatie van kennis over de instellingen heen (zie hoofdstuk 3.6). Ten slotte is een kort Engelstalig artikel over het project in voorbereiding dat mogelijk wordt gepresenteerd op een Europese conferentie. Eindrapportage LCMS-project (Op 5.4) 4 van 26
5 2. Inventarisatie bestaande en geplande initiatieven 2.1 Inleiding De inventarisatie naar bestaande initiatieven, geplande initiatieven en potentiële gebruikers is uitgevoerd bij vier E-merge instellingen: Universiteit Leiden, Hogeschool Zuyd, Technische Universiteit Delft en Universiteit van Maastricht. De Hogeschool Leiden is later aangehaakt. De inventarisatie van het (geplande) gebruik van een LCMS systeem of social software zoals een wiki, waarbij het gaat om het (gezamenlijk) ontwikkelen, opslaan en uitwisselen van onderwijsgerelateerd materiaal was gericht op de volgende groepen gebruikers: - Docenten die materiaal ontwikkelen en delen ofwel materiaal van buiten halen eventueel aanpassen en beschikbaar stellen aan anderen. - Studenten die leermateriaal maken dat bedoeld is om hergebruikt te worden door andere studenten en docenten. (dus niet het inleveren van opdrachten voor een vak waarmee verder niets wordt gedaan) - Andere groepen die (gezamenlijk) leermateriaal ontwikkelen met de bedoeling dat uit te wisselen met anderen, zoals multimediagroepen. De term LCMS werd ruim opgevat; het gaat om systemen die het gezamenlijk ontwikkelen, opslaan en delen van onderwijsmateriaal ondersteunen. De methode om te achterhalen wat er speelt binnen de instellingen, was per instelling enigszins verschillend, maar betrof voor elke instelling een aantal interviews op basis van een interviewschema dat door de projectgroep gezamenlijk is opgesteld. Alvorens het interviewschema te gebruiken, is het getest op een bestaand initiatief waarover al veel bekend was: Digibeeld in Leiden. Naar aanleiding van deze test zijn de vragen bijgesteld. De resultaten uit de interviews zijn aangevuld met eerdere inventarisaties en beleidsplannen (documentanalyse). In deliverable 1 zijn de resultaten per instelling beschreven. In deze eindrapportage zal worden volstaan met de enigszins aangepaste conclusie van deliverable Conclusie deliverable 1 Het onderwerp van deze inventarisatie, uitgevoerd bij vier instellingen voor hoger onderwijs, was het beschrijven van initiatieven die het gezamenlijk ontwikkelen, opslaan en uitwisselen van onderwijsmateriaal tot doel hebben. Veelal wordt voor de technische ondersteuning daarvan een LCMS gebruikt, maar ook initiatieven met social software zijn meegenomen. Het ging zowel om bestaande als geplande initiatieven. De termen LCMS, repository, database, DAMS (data asset management system), document management system worden in deze rapportage gebruikt, omdat de terminologie die de geïnterviewden zelf bezigden, is aangehouden. Uitwisselen binnen en/of buiten de eigen instelling In totaal zijn bij de inventarisaties van de vier instellingen 16 initiatieven verder uitgewerkt. Het gaat hier in de meeste gevallen om bestaande initiatieven, wat maakt dat tevens succes- en faalfactoren in kaart gebracht konden worden. Bij een derde van de initiatieven wordt er materiaal gedeeld met partijen van buiten de eigen instelling. Deze repositories zijn veelal in het kader van (inter)nationale projecten opgezet: Medischonderwijs.nl, Active media, Ellips (Leiden), Proeftuin (Heerlen), Open Course Ware (Delft, gepland). LOREnet Eindrapportage LCMS-project (Op 5.4) 5 van 26
6 (Learning Object Repositories Network), dat zich richt op het gebruiken en hergebruiken van onderwijsmateriaal binnen het Nederlandse hoger onderwijs is in een experimenteel stadium en wordt in het najaar van 2006 door de instellingen nog weinig gebruikt. De overige initiatieven zijn volledig op het uitwisselen van onderwijsmateriaal binnen de eigen instelling gericht. De meeste initiatieven zijn faculteit- of opleidingsbreed georiënteerd dan wel voor de gehele instelling bedoeld. Alleen bij de TU Delft worden naast een vanuit centraal geïnitieerde repository, twee vakspecifieke casussen uitgewerkt die tot doel hebben om het onderwijs te vernieuwen. Het ligt voor de hand dat het gezamenlijk ontwikkelen, opslaan en uitwisselen van onderwijsmateriaal vooral zinvol is als het plaatsvindt over grotere organisatie-eenheden, en het heeft bovendien te maken met de ambitie. Er wordt in bijna alle instellingen nagedacht over een centrale repository. Omdat alle vier de instellingen Blackboard gebruiken, is het bij drie van de vier tevens aangeschafte Blackboard Content System daarvoor een mogelijke kandidaat. In Delft, Heerlen en Maastricht zijn er projecten geformuleerd die tot doel hebben de implementatie en het gebruik van Blackboard Content System te stimuleren. Overigens zijn in alle instellingen ook andere systemen aanwezig waarmee materiaal wordt ontwikkeld, opgeslagen en gedeeld, meestal bottom up geïnitieerd. De vraag hoe Blackboard Content System zich verhoudt tot deze initiatieven, is daarom relevant. I2I: wie zijn de instructors? Het ontwikkelen en opslaan van het onderwijsmateriaal wordt meestal door docenten, soms geassisteerd door student-assistenten, gedaan in de beschreven initiatieven. Bij drie projecten: Grassrootproject: wiki (Delft), Digibeeld (Leiden, bij één van de initiatieven) en Proeftuin (Heerlen) wordt dat - bewust - (mede) door studenten uitgevoerd, of in samenwerking met de bibliotheek, bijvoorbeeld bij Digitool (Leiden) en E-readers (Maastricht). Bij Webstroom (Maastricht) wordt materiaal aangekocht en soms bewerkt door docenten. De uitlevering gebeurt zowel aan docenten als aan studenten. Voorbeelden van een traditionele Instructor-to-Instructor database zijn de Demonstration database (Delft) en Livelink in de opleiding PLIC (Heerlen). Ambities De ambities lopen uiteen. Het efficiënter en effectiever ontwikkelen, beheren, ontsluiten en delen van content is een belangrijke. Een voorbeeld is medischonderwijs.nl waar studenten zelfstandig tijd- en plaatsonafhankelijk patientensimulaties kunnen doornemen wat uiteindelijk goedkoper is. Het streven van de centrale Blackboard initiatieven gaat ook in deze richting. In de huidige Blackboard omgeving is er veel content verborgen, of dubbel aanwezig. Door het overzichtelijk en inzichtelijk maken van bestaand materiaal binnen de instelling wordt het gestructureerde en gemeenschappelijke gebruik ervan gestimuleerd. Een virtuele harde schijf maakt het onderwijsmateriaal ook gemakkelijker overdraagbaar aan een opvolger. Soms zijn er praktische redenen waarom het delen en uitleveren van materiaal eenvoudiger verloopt via een database dan via kopieermachines of zware powerpointbestanden, zoals bij respectievelijk Active Media (Japans lesmateriaal) en Digibeeld (Leiden). Eenmaal aanwezig in een database worden de afbeeldingen van Digibeeld inmiddels voor een groot aantal toepassingen gebruikt: toetsen, opdrachten, colleges. Daar komt bij dat bijvoorbeeld diaprojectoren om het beeldmateriaal te tonen in de toekomst niet meer voorhanden zijn. Bij adaptieve oefenprogramma s is een grote hoeveelheid materiaal nodig wat een reden kan zijn om gezamenlijk aan een database te werken. Ten slotte gebruikt men een LCMS of wiki om onderwijsvernieuwing te ondersteunen, zoals het faciliteren van individuele leerpaden of om studenten meer te laten bijdragen aan de ontwikkeling van een vak. Techniek Om de ambitie waar te maken is de wijze waarop het ontwikkelen, opslaan en delen van onderwijsmateriaal technisch wordt ondersteund van belang. Uit een korte inventarisatie blijkt dat met uitzondering van MedischOnderwijs.nl, het onderwijsmateriaal altijd in het systeem zelf wordt Eindrapportage LCMS-project (Op 5.4) 6 van 26
7 opgeslagen. MedischOnderwijs.nl linkt naar het materiaal. Het is opvallend dat bij zes van de dertien systemen het materiaal alleen via het systeem raadpleegbaar is. Bij de overige zeven systemen kan er vanuit een ander systeem, bijvoorbeeld de elektronische leeromgeving, gelinkt worden naar het materiaal. Bij vijf systemen hoeft hiervoor niet extra ingelogd te worden. Verder is opvallend dat meer dan de helft van de systemen een extra onderwijslaag hebben bovenop de beheerlaag. Randvoorwaarden, succes- en faalfactoren De eenheid van opslag de grootte van een leerobject varieert van (enkele) afbeeldingen, tot wordbestanden tot modules of lessen in de beschreven voorbeelden, wat van invloed is op de herbruikbaarheid. Deze en andere hiervoor genoemde verschillen kunnen leiden tot verschillende randvoorwaarden, en succes- en faalfactoren. Vooruitlopend op werkpakket twee, is tijdens de interviews gevraagd naar randvoorwaarden, succesen faalfactoren die bij een initiatief van belang werden geacht. Deze eerste inventarisatie heeft meer dan honderd scores opgeleverd over een breed scala van factoren. Een deel daarvan had betrekking op factoren die bekend zijn uit de literatuur rond ICT- en onderwijsprojecten, een voorbeeld daarvan is de factor infrastructuur (die benoemd werd als randvoorwaarde, als succesfactor en als knelpunt). Een ander deel had betrekking op factoren die meer toegespitst zijn op het gebied waarop we ons in dit project concentreren. Een voorbeeld van een dergelijke factor is de classificatie van de inhoud. Het lijkt zinvol om een onderscheid aan te brengen tussen algemene succes- en faalfactoren en factoren die specifiek betrekking hebben op het samen ontwikkelen, delen en uitleveren van leermiddelen. Eindrapportage LCMS-project (Op 5.4) 7 van 26
8 3. Problemen met en oplossingen voor het delen van onderwijsmateriaal per instelling 3.1 Inleiding Na de inventarisatie van de bestaande en geplande initiatieven waarin in de interviews ook gevraagd is naar (instellingsspecieke) randvoorwaarden, succes- en faalfactoren voor het gezamenlijk ontwikkelen, opslaan en delen van onderwijsmateriaal, heeft iedere projectmedewerker nagedacht over de vraag: Wat gaat er goed in mijn instelling en wat heeft een duwtje nodig? Vervolgens heeft men gekeken of het geconstateerde probleem ook bij andere instellingen speelt. Daarna is per instelling een vraag geformuleerd waar deze instelling behoefte aan heeft/baat bij kan hebben. Ten slotte is een plan van aanpak gedefinieerd om er in het kader van dit E-merge project iets aan te doen. Deze opzet van werkpakket 2 is op 22 januari 2007 tijdens de midterm review voorgelegd aan Hannelore DeKeyser. Zij heeft commentaar geleverd op ieders opzet en dat commentaar is verwerkt in de uitwerking van werkpakket 2. In deze grassroots approach is iedere projectmedewerker in zijn of haar instelling aan de slag gegaan en heeft de projectgroep elkaar gebruikt voor feedback om verder te komen. Daartoe is er ook een aantal keer online vergaderd, via Flashmeeting. Deze grassroots aanpak bleek een vruchtbare methode: projectmedewerkers bepalen zelf waar de behoefte ligt voor de instelling en er vindt tevens kruisbestuiving plaats. Kennis die SamenWerkt bleek op deze manier in de praktijk gebracht. In dit hoofdstuk van de eindrapportage worden de resultaten per instelling samengevat. In de bijlage vindt u de volledige uitwerking van de deliverables van werkpakket Resultaten Universiteit Leiden In werkpakket 1 zijn verschillende toepassingen van LCMS/repository binnen de universiteit Leiden geïnventariseerd. Uit deze inventarisatie bleek dat binnen de universiteit Leiden er al veel ervaring is opgedaan in het gebruik van LCMS/repositories in het onderwijs en er is dus ook veel kennis over de succes- en faalfactoren. De faculteiten Geneeskunde en Letteren bijvoorbeeld beheren verschillende repositories en zetten ze al jaren in het onderwijs in. De faculteit Sociale Wetenschappen en Rechtsgeleerdheid zijn zich op dit moment aan het oriënteren op het gebruik van repositories. Beiden bezitten een groeiende hoeveelheid streaming video en audio bestanden die op een bepaalde manier opgeslagen, uitgewisseld en hergebruikt moeten worden. De keuze is gemaakt om in dit project deze faculteiten te ondersteunen in hun plannen. Aan de hand van de al opgedane ervaringen binnen Leiden, de andere deelnemende E-merge instellingen en bij externe video archieven 2 is een handreiking geschreven die - in eerste instantie - door Sociale Wetenschappen en Rechten gebruikt kan worden bij het het opzetten van een videorepository. Onder een video-repository wordt hier verstaan: een verzameling videomateriaal die digitaal ter beschikking wordt gesteld aan een bepaalde groep met een bepaald doel vanuit een bepaalde impliciete of expliciete onderwijsvisie. Het materiaal kan afkomstig zijn door aankoop, door zelfgemaakt materiaal of materiaal dat door derden is aangeboden. Het materiaal doorloopt een levenscyclus zoals dat van een leerobject. Fasen die binnen deze levenscyclus te onderscheiden zijn: 1. Verkrijgen van materiaal, 2. Materiaal gereed maken voor gebruik in het onderwijs, 3. Zoeken en vinden van materiaal, 2 Denk hierbij aan: Beeld en Archief, Surf Video Portal, You Tube en DiViDu. Eindrapportage LCMS-project (Op 5.4) 8 van 26
9 4. Gebruik van het materiaal en na afloop, 5. Revisie van het materiaal. Verkrijgen Voorbereiden Selecteren Gebruik Onderhoud In de handreiking worden aan de hand van deze fasen tips gegeven voor het inrichten en gebruik van een video-repository in het onderwijs, ondersteund met voorbeelden van bestaande projecten. De doelgroep van de handreiking zijn de ondersteunende diensten, niet zozeer de docent. In de handreiking worden de volgende aanbevelingen gedaan. Deze aanbevelingen worden vervolgens in een voorbeeld uitgewerkt. De volledige Handreiking video-repository van Marjana Rhebergen is te vinden in de bijlage. 1. Ga na wat de onderwijsvisie en ambities zijn en of zij invloed hebben op de repository. Denk hierbij na over: a. Doelgroepen die gebruik moeten maken van de repository b. De handelingen die de gebruikers moeten verrichten (gebruik) c. De toegang tot het systeem (accountbeheer) d. De taalinstellingen e. De ondersteuning (handleidingen, faq, helpdesk) 2. Ga na wat de onderwijsvormen zijn en of deze van invloed zijn op het repositorie-gebruik. In de voorbeelden is dit nagegaan aan de hand van de onderwijsfuncties: a. Vaststellen leerdoelen b. Kiezen leermiddelen/bronnen c. Structureren werkvorm d. Uitvoeren werkvorm e. Begeleiden en feedback f. Beoordeling opstellen 3. Definieer de groepen die het systeem mogen gebruiken en bepaal vervolgens welke rollen en rechten deze groepen hebben op het systeem. 4. Ga na met welke functies het videomateriaal in het onderwijs ingezet gaat worden en welke interactievormen (rechten) hiermee samenhangen. 5. Maak afspraken over het gebruik van materiaal dat aangekocht is of door derden aangeboden is. 6. Maak afspraken met de personen die opgenomen worden over het gebruik en distributie van het materiaal. 7. Bedenk welke rechten de maker heeft ook of beter gezegd zeker als hij of zij naar een andere werkgever gaat. 8. Het is voor docenten en studenten makkelijker als het materiaal automatisch omgezet wordt naar streaming format. 9. Bepaal de minimale set metadata. 10. Bepaal of de minimale set metadata verplicht moet worden ingevuld. Eindrapportage LCMS-project (Op 5.4) 9 van 26
10 11. Ga na of het mogelijk is om bij het uploaden van het materiaal een standaard set metadata toe te voegen. 12. Indien mogelijk: pas de interface aan de wensen van de gebruiker. 13. Betrek de gebruikers bij het ontwikkelen van de interface. 14. Maak aan de gebruikers duidelijk wat de omvang en inhoud van de repository is. 15. Ga na welke velden voldoende informatie geven over de assets. Moet hiervoor verplicht metadata toegevoegd worden of niet? 16. Maak afspraken met personen die opgenomen worden over: a. Het gebruik van het materiaal. b. Toegankelijkheid van het materiaal voor verschillende groepen c. Verwijderrechten of aanpassingsrechten 17. Bewaar een master voor later hergebruik. Zorg, indien mogelijk, dat het kwaliteitsniveau van het archiefbestand zo dicht mogelijk ligt van dat van het originele bestand. In verband met de duurzaamheid van het materiaal, kan gekozen worden om bestanden om te zetten naar een ander formaat dan wel te verplaatsen naar een andere drager. 18. Bepaal wie verantwoordelijk is voor het beheer van de master-bestanden. 19. Bepaal of het gebruik van de repository verplicht is of niet. Pas je ondersteuning daarop aan. 20. Zorg dat de ondersteuning makkelijk bereikbaar is voor docenten en/of studenten. Vooral tijdens onderwijsperiodes is het essentieel dat vragen en problemen zo snel mogelijk opgelost worden. 3.3 Resultaten Hogeschool Zuyd Een van de belangrijkste factoren om het gebruik van ICT-toepassingen in het onderwijs te laten slagen is de docent/gebruiker die met de nieuwe ICT-toepassing aan de slag moet. Deze factor is ook bepalend voor het invoeren en het gebruiken van LCMS systemen. Naar aanleiding van de inventarisatie gedaan in werkpakket 1 kan gesteld worden dat Hogeschool Zuyd nog in de beginfase staat van het gebruik van LCMS. De Hogeschool Zuyd wil graag het Blackboard Content System gebruiken om op grotere schaal onderwijsmateriaal te ontwikkelen, te beheren en toegankelijk te maken. Uit de interviews van de verschillende projecten geïnventariseerd door de verschillende collegainstituten in werkpakket 1 komt naar voren dat een (verwachte) voorwaarde van succes de meerwaarde is die gebruikers zien in het inzetten van het systeem. De uitdaging waar Hogeschool Zuyd dan ook voor staat, is het laten aansluiten van de gekozen ICToplossing op de behoefte van de onderwijsorganisatie en onderwijsvisie van de verschillende faculteiten. De afstemming tussen mogelijkheden van het systeem en wat de gebruikers er mee willen (wat ze er beter van worden) is nog niet helder. In dit project is door middel van literatuuronderzoek, gesprekken met de een aantal betrokken bij het E-merge project LCMS en met de vertegenwoordigers van de twee pilotprojecten, geprobeerd zicht te krijgen op de verschillende manieren die er gebruikt zijn om de gebruiker - de docent - te betrekken bij de ontwikkeling c.q. implementatie van ICT toepassingen zoals een LCMS systeem. Doel van dit onderzoek is dan ook te komen tot aanbevelingen die personen betrokken bij innovatieve projecten kunnen helpen om ten aanzien van het aspect gebruiker en toepassing een project succesvoller te laten zijn. In de praktijk van het hoger onderwijs worden de volgende knelpunten geconstateerd: - Projecten worden vaak vanuit de mogelijkheden van de techniek en centraal opgestart; Eindrapportage LCMS-project (Op 5.4) 10 van 26
11 - Projecten starten vaak als pilot met de bedoeling de resultaten verder in de organisatie uit te rollen / te implementeren. Gebruikers worden wel betrokken bij (pilot-projecten, maar vaak zijn dit enthousiaste op techniek georiënteerde gebruikers/medewerkers; - Bij de verdere implementatie ontbreekt er vaak tijd en geld om nieuwe medewerkers te faciliteren om het zich het systeem eigen te maken en in te passen in hun eigen omgeving. Vaak ontbreekt het deze nieuwe gebruiker aan inzicht waarom deze nieuwe toepassing voor hem of zijn organisatieonderdeel een meerwaarde biedt. Het MKB lijkt met dezelfde problematiek te maken te hebben als instellingen voor hoger onderwijs. De ontwikkeling en gebruik van ICT-toepassingen en ICT-gebruik bij het Midden en Klein bedrijf was de afgelopen 10 jaren onder de maat. Vaak was dit omdat de MKB er geen idee had wat hij er beter van kon worden. Afgelopen jaren is in het MKB de vraag van de bedrijven zelf steeds meer centraal komen te staan. Om deze vraag helder te krijgen en uiteindelijk centraal te laten staan bij de keuze of ontwikkelingen van ICT, zijn er vanuit diverse overheden, belangenorganisaties etc. initiatieven geweest om de MKB er zijn vraag te laten ontwikkelen. Ook in het onderwijs is het van belang om de gebruiker en dus de vraag centraal te stellen. Vanuit de literatuur is er het een en ander bekend over de motivatie van gebruikers om een product of toepassing te gaan gebruiken. Volgens Rogers blijkt dat een gebruiker over gaat tot gebruik van een product of toepassing naarmate het product of de toepassing: Goedkoper is; Beter zichtbaar en testbaar is; Minder complex is; Past bij eerdere ervaringen van de gebruiker; Statusverlenend is; En de gebruiker beschikt over financiële middelen; Over informatie beschikt; Meer behoefte heeft aan het product; Een sociaal netwerk heeft met meer goedgeïnformeerde personen; Een sociaal netwerk met meer statusgevoelige personen heeft; Een sociaal netwerk heeft waarin meer anderen het desbetreffende product gebruiken. Mensen met meer informatie, kennis en goede netwerken horen vaker bij de innovators. Daarbij zijn ook productkenmerken van belang. Wanneer een product minder duur is en of minder complex zal men ook eerder overgaan tot gebruik. Het lijkt dan ook verstandig om bij innovatieve trajecten c.q. producten en projecten rekening te houden met de doelgroep en de kenmerken van een innovatieve toepassing. Hoe beter deze met elkaar matchen hoe meer kans er is dat de gebruiker de toepassing omarmt. Werkpakket 2 leidt daarmee tot de volgende aanbevelingen die vertaald moeten worden naar het invoeren en gebruik van een LCMS systeem bij de Hogeschool Zuyd: Nulmeting Breng je onderwijsorganisatie in kaart en stel vast in welke mate welke onderdelen gebruik maken van innovatieve producten. Probeer zicht te krijgen op welke medewerkers/faculteiten meer of minder (onderwijs-)innovatie gericht zijn. Houdt met deze informatie rekening bij het starten van innovatieve projecten. Latente vraag De vraag is latent en de meerwaarde nog niet duidelijk voor een groot aantal potentiële gebruikers binnen een onderwijsorganisatie. Laat het ontwikkelen van latente vragen een continue proces zijn; Eindrapportage LCMS-project (Op 5.4) 11 van 26
12 - Maak ontwikkelingen aan de interne organisatie zichtbaar, houdt hierbij rekening met kenmerken van de doelgroep; - Maak het zichtbaar door dit te laten vertellen door collega s of door collega-instellingen; - Deel successen; - Maak het zichtbaar door voorbeelden te kiezen die herkenbaar zijn voor potentiële gebruikers; - Laat potentiële gebruikers de meerwaarde ervaren. Ontwikkeling van een innovatieve toepassing - Start met een doelgroep die grip heeft op de technologie/toepassing Grip hebben betekent dan: o De doelgroep heeft een herkenbare vraag; o De doelgroep is goed geïnformeerd en heeft een beeld van mogelijke oplossingen; o De doelgroep is bereid te investeren in het aanleren van het gebruik van de toepassing en het ontdekken van de mogelijkheden. - Stel vast of de door de betrokken doelgroep vastgestelde oplossing een oplossing is die potentie heeft om organisatiebreed een meerwaarde te hebben. Is dit het geval zorg er dan voor dat ook andere doelgroepen die in een latere fase met de toepassing moeten gaan werken, gedurende de ontwikkeling van een toepassing zicht krijgen op de meerwaarde. - Stel met hoofdgebruikers de uiteindelijke functionaliteiten van de toepassing vast; - Houdt in de ontwikkeling van de toepassing rekening met geavanceerde gebruikers die weet wat hij wil of bereid is daarin te experimenteren en met de minder ontwikkelde behoefte van toekomstige gebruikers. - Check bij en informeer toekomstige gebruikers ten aanzien van deze functionaliteiten. Ruim voor deze activiteit ruimte en middelen in, in het project. - Gebruik reacties van toekomstige gebruikers voor de verdere implementatie van het project. - Zorg bij verdere implementatie voor resources om gebruikers te leren omgaan met de toepassing en om de toepassing te integreren in hun eigen werkstructuur. Ten slotte zorg voor een continu proces van vraagontwikkeling en afstemming waardoor uiteindelijk de vraag van de gebruikers vertrekpunt wordt van projecten. De volledige tekst van De gebruiker bepaalt het succes van innovatieve toepassing van Marleen van der Laan is te vinden in de bijlage. 3.4 Resultaten Technische Universiteit Delft Uit de inventarisatie binnen werkpakket 1 blijkt dat bij de TU Delft een behoorlijk aantal projecten zowel bestaand als gepland kunnen worden geïdentificeerd waarin gezamenlijk onderwijsmateriaal wordt ontwikkeld, opgeslagen en gedeeld. Daarnaast is een aantal centrale initiatieven ontwikkeld en behoort het tot de ambitie van de TU Delft om een LCMS op grotere schaal te gaan toepassen. Zowel bij de initiatieven vanuit de opleidingen of faculteiten als bij de TU-brede initiatieven zal de uitdaging de komende jaren zijn de projecten meer sustainable te maken. Bij de initiatieven vanuit de docenten van bepaalde vakken is de opschaling naar vakgroep- of faculteitsbreed gebruik van een repository moeilijk gebleken. Bij de institutionele initiatieven wordt het gebruikte systeem gefaciliteerd en technisch ondersteund, maar om docenten, opleidingen of faculteiten daadwerkelijk op grote schaal gebruik te laten maken van deze systemen moet de (onderwijskundige en organisatorische) meerwaarde daarvan evident zijn. Het doel van dit tweede werkpakket is daarom het in kaart brengen van reële toepassingsmogelijkheden van een LCMS binnen de Delftse onderwijscontext waarbij een Eindrapportage LCMS-project (Op 5.4) 12 van 26
13 eerlijk beeld wordt gegeven van de bijbehorende succes- en faalfactoren en de meerwaarde die gebruik van het LCMS daarbij heeft opgeleverd. Met andere woorden: - In kaart brengen van de meerwaarde van het werken met LCMS en LO s bekend uit literatuur en projecten; - In kaart brengen van de succes- en faalfactoren in het gebruik van LCMS en LO s bekend uit literatuur en projecten; - Hoe wordt nieuwe technologie geaccepteerd? Hoe veranderen docenten? - Waar zit de ruimte voor de TU Delft? Wat kunnen we doen? Maar vooral, hoe komen we daar? Voorbeelden van succes- en faalfactoren uit de literatuur zijn: het werken vanuit een bepaalde onderwijswens, beschikbaarheid van tijd en middelen voor de docent, het besef dat het gebruik van een LCMS een onderwijsvernieuwing impliceert, niet alleen het gebruik van een nieuwe applicatie. Wat betekent dat voor de rol van de docent? Een volledig overzicht van de succesen faalfactoren en theorie over de stadia die een docent doorloopt om een verandering zoals het hergebruik van onderwijsmateriaal te accepteren, zijn te vinden in het volledige rapport Rapportage TU Delft van Jenny Brakels dat als bijlage is bijgevoegd. Hierna volgt een samenvatting van de implicaties van de theorie voor een instelling voor hoger onderwijs, in dit geval de TU Delft. Communicatie Om tot resultaat te komen, is communicatie het meest belangrijke aandachtspunt. Communicatie betekent ook werkelijk communiceren op alle niveaus: met docenten, met management, tussen docenten en management, tussen docenten en de ICT ondersteuning, etc. Een effectieve communicatiestrategie erkent dat er verschillende toehoorders zijn op verschillende plaatsen in de universiteit die wellicht een andere boodschap nodig hebben. Daarnaast houdt communicatie ook het communiceren van successen in. Laat weten wat binnen de instelling plaatsvindt, welke projecten worden uitgevoerd, welke resultaten worden behaald en vier deze successen. Docenten weten op die wijze ook van elkaars inspanningen af en zullen eerder geneigd zijn elkaar op te zoeken en van elkaars ervaringen te leren. Inspanningen beperken zich nu nog te vaak tot een enkele docent op de werkvloer. Onderwijsdoelen Bij onderwijsvernieuwingen moet er op worden gelet dat de vernieuwingen worden uitgevoerd in het licht van onderwijskundige doelstellingen, niet om het implementeren van ICT pur sang. Het implementeren van een nieuwe technologie om de technologie zelf, brengt het risico van falen dichterbij. De technologie wordt dan wellicht gebruikt voor oude praktijken, terwijl deze is ontwikkeld voor het ondersteunen van andere onderwijskundige visies. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het feit dat als het gaat om het implementeren van een nieuwe technologie met het oog op ondersteuning van onderwijskundige veranderingen, dit vernieuwing in het kwadraat betekent. De docent moet vaak in het kader van onderwijskundige veranderingen al wennen aan een nieuwe situatie, de implementatie van nieuwe tools kan dat proces dan vertragen. In dit soort situaties is het essentieel onderscheid te bewaken tussen ervaringen met het gebruik van de nieuwe technologie en de nieuwe onderwijskundige aanpak die wordt gehanteerd. Eindrapportage LCMS-project (Op 5.4) 13 van 26
14 Support Een derde belangrijk uitgangspunt bij het laten slagen van vernieuwingsprojecten op het gebied van LCMS is het geven van support aan de gebruikers. Docenten die zich in een vernieuwingstraject bevinden, zullen aanvankelijk meer tijd nodig hebben om zich dingen eigen te maken. Compensatie in tijd en financiële tegemoetkomingen zullen een docent motiveren om door te zetten. Financiële tegemoetkomingen kunnen ook plaatsvinden door het erkennen van publicaties over die vernieuwing. Bovendien is het zaak docenten de ruimte te geven om te experimenteren met de applicatie. Stel een versie van de technologie beschikbaar die het mogelijk maakt snel kennis te nemen van de mogelijkheden ervan en om deze kleinschalig in de praktijk te brengen. Communicatie van eerdere gebruikservaringen en successen elders is hierbij van belang. Naast support in tijd en geld is ondersteuning zowel op onderwijskundig als op technisch gebied noodzakelijk. Docenten moeten een plek hebben waar zij met vragen terecht kunnen en deze ook zo snel mogelijk beantwoord krijgen. Bij ingewikkelde onderwijskundige applicaties moet bovendien goed worden afgewogen of een docent überhaupt de meest geschikte persoon is om met die applicatie te werken. Professionaliseringstrajecten mogen, zeker in dergelijke situaties, daarom niet ontbreken. Door docenten die binnen de instelling met vernieuwingen bezig zijn bijeen te brengen, wordt ook aan support gewerkt. Op dat moment is de docent geen individu op de werkvloer meer maar lid van een team van onderwijsvernieuwers. Erkenning Om vernieuwingen te stimuleren, zal meer waardering moeten worden getoond voor docenten die bezig zijn met vernieuwingen in hun onderwijs. Dit betekent dat de kwaliteit van onderwijsactiviteiten en daarmee ook de ICTO-vaardigheden van de docent moeten worden opgenomen in het HR-beleid. Docenten worden dan jaarlijks geëvalueerd op niet alleen hun onderzoeksprestaties maar ook op hun onderwijsprestaties. Voorts moet bij het aantrekken van nieuw wetenschappelijk personeel de onderwijscompetenties van dat personeel een van de belangrijke selectiecriteria zijn. Ten slotte zal het management het belang van onderwijsvernieuwing moeten uitdragen binnen de werkomgeving van de docent. Als de doelen en visie met de veranderingen bij het management al niet helder zijn, dan is het niet waarschijnlijk dat een docent resultaten zal boeken in die richting. Afstemming tussen beide partijen is in dit opzicht essentieel. Eindrapportage LCMS-project (Op 5.4) 14 van 26
15 3.5 Resultaten Universiteit Maastricht Binnen instellingen voor Hoger Onderwijs hebben bibliotheken een sleutelrol bij het verzamelen en delen van wetenschappelijke informatie en leermiddelen. Bij de bibliotheken is enorm veel ervaring met collectievorming van fysieke bronnen en de technologie die daarvoor kan worden ingezet. Daarnaast is het aanbieden van elektronische bronnen, met name elektronische tijdschriften, de afgelopen jaren in een stroomversnelling gekomen. Ook op het gebied elektronische leermiddelen is, in het verlengde van de traditionele taken, de afgelopen jaren ervaring opgedaan. Binnen de Universiteit Maastricht wordt op verschillende plaatsen de mogelijkheden van collectievorming rond elektronische leermiddelen onderzocht. Het verst is de instelling op het gebied van e-readers, een eigen initiatief waarin digitale artikelen en gedigitaliseerde delen van moeilijk toegankelijke fysieke bronnen via het internet voor het onderwijs worden aangeboden. Daarnaast wordt voorzichtig gekeken naar de mogelijkheden van externe initiatieven, zoals Webstroom en Academia voor het aanbieden van digitale video en Merlot, het Blackboard Content Systemen en Lorenet voor het delen van leermiddelen. Het doel van werkpakket 2 binnen de Universiteit Maastricht is het verkennen van de bijdrage die bibliotheken kunnen leveren bij het voorkomen en verhelpen van knelpunten. Het rapport probeert op dit vlak aansluiting te vinden bij de ontwikkelingen op het gebied van ICT en onderwijs, en richting te geven bij het zoeken naar praktische methoden voor het beheersen van projecten op het gebied collectievorming voor het delen van digitale leermiddelen. Het samen maken van leermiddelen wordt daarbij buiten beschouwing gelaten, aan de ene kant omdat het maken van inhoud niet aansluit bij de bibliotheektraditie, aan de andere kant vanwege de praktische beperkingen binnen dit project. Dit onderzoek heeft niet de intentie om een kant-en-klare methode voor de beheersing van succes- en faalfactoren aan te reiken, het richt zich slechts op bewustwording rond de verschillende aspecten die een rol spelen bij het slagen of falen van initiatieven voor het delen van leermiddelen, de scope is daarbij in eerste instantie beperkt tot de Universiteit Maastricht. Het delen van leermiddelen is een onderwerp dat door de aanschaf van het Blackboard Content System en het project Lorenet 2.0 voor de Universiteit Maastricht bijzonder actueel is. Het delen van leermiddelen is niet vanzelfsprekend en is politiek gevoelig (met duidelijke voor- en tegenstanders). De uitdaging voor de nabije jaren zal liggen in de technische en conceptuele afstemming van de verschillende initiatieven en het vinden van mogelijkheden om een LCMS/repository in te zetten op een wijze die meerwaarde heeft voor de organisatie, docenten en studenten. Het werken met leermiddelenrepositories zal voor bibliotheken wennen zijn, omdat de doelstellingen afwijken van de andere collecties, en de rol van de bibliotheek mogelijk verschuift van uitvoerend werk rond collectioneren (= Het verzamelen, ordenen en beschikbaar maken van primaire bronnen), naar advies en opleiding van gebruikers buiten de bibliotheek. In dit rapport is die uitdaging niet aan de orde, het rapport verkent de wijze waarop je, als je eenmaal besloten hebt om leermiddelen te delen, grip kunt krijgen op de factoren om dat succesvol te doen. In het rapport hebben we daarbij drie invalshoeken geschetst die van invloed zijn op het succes of het falen van een vernieuwing: 1) De voor ICT-projecten gebruikelijke drivers, randvoorwaarden en succes- en faalfactoren. 2) De specifieke vragen die vanuit het veld van bibliotheek- en documentatie over het delen van leermiddelen kunnen worden gesteld 3) De keuze en inrichting van een systeem dat geschikt is voor een bepaalde toepassing. Op basis van het deze invalshoeken en de inventarisatie van succes- en faalfactoren bij de lopende initiatieven worden de volgende aanbevelingen gedaan: 1. De bibliotheek wordt geadviseerd om, voor zover dat niet gedaan is, kennis te nemen van algemene literatuur over randvoorwaarden, succes- en faalfactoren op het gebied van ICT- en onderwijs en deze kennis bij managen van projecten actief in te zetten. Voor het managen van een Eindrapportage LCMS-project (Op 5.4) 15 van 26
16 succesvol vernieuwingsproject is expertise noodzakelijk om op een veelheid aan factoren te monitoren en, indien noodzakelijk, te sturen. 2. De bibliotheek wordt geadviseerd om, voor projectmedewerkers, afdelingshoofden en directie, te werken met een overzichtelijke lijst van randvoorwaarden, succes- en faalfactoren die gebruikt kunnen worden bij communicatie over projecten en het maken van werkafspraken. Bijvoorbeeld: Betrokkenen - Management moet betrokken en competent zijn - Een competente en toegewijde projectleider - Betrek alle stakeholders (verbeeldingskracht) - Vorm een expertteam en een professioneel team - Rollen en verantwoordelijkheden duidelijk maken - Gebruikers rol geven van implementeerder 3. De bibliotheek wordt geadviseerd om, bij het opstellen functionele eisen met opdrachtgevers en eindgebruikers, gebruik te maken van een vragenlijst op basis van inhoudelijke vragen uit het veld van bibliotheek en documentatie. Bijvoorbeeld in het geval van een collectie van primaire bronnen: - Wie gebruikt de collectie waarvoor? - Welke typen primaire bronnen omvat de collectie? - Hoe en door wie worden bronnen geselecteerd? - Hoe en door wie worden bronnen aangeschaft? - Hoe en door wie worden bronnen beschikbaar gesteld? - Waar worden de bronnen beschikbaar gesteld? - Zijn er speciale eisen voor beschikbaar maken, het raadplegen of gebruiken van de bronnen? - Hoe en door wie worden bronnen afgevoerd? - Welke methode van ontsluiting wordt gebruikt? - Hoe en door wie worden bronnen ontsloten? - Worden de bronnen in één collectie verzameld, of betreft het een gedistribueerde colllectie? 4. De bibliotheek wordt geadviseerd om de toegang tot kennis te borgen op het gebied van technologische ontwikkelingen die relevant zijn voor het opzetten van een collectie voor het delen van leermiddelen. Het is daarbij relevant om niet alleen ontwikkelingen te signaleren, maar ook de bruikbaarheid van een ontwikkelen voor een bepaalde toepassing te kunnen beoordelen. Gezien de omvang van de te volgen ontwikkelingen, wordt geadviseerd om op dit gebied actief samen te werken met andere bibliotheken. De volledige tekst van Randvoorwaarden, succes- en faalfactoren voor het delen van elektronische leermiddelen vanuit bibliotheekperspectief van André Koehorst is te vinden in de bijlage. 3.6 Resultaten Hogeschool Leiden Binnen de Hogeschool Leiden wordt in het sociaal agogisch onderwijs gebruik gemaakt van externe deskundigen in het onderwijs. Deze externe deskundigen worden niet alleen ingezet voor gastlessen of stages, maar ook voor het individueel of per groep begeleiden en ondersteunen van studenten op aanvraag van deze studenten, bijvoorbeeld in het projectonderwijs. Ter bekendmaking van de aan de hogeschool verbonden expertise en voor het kunnen benaderen van externen is er nu een Blackboardsite ingericht waarop de gegevens van deze deskundigen staan aangegeven. Contacten tussen externen, studenten en hogeschool verlopen via een docent. De wens Eindrapportage LCMS-project (Op 5.4) 16 van 26
17 bestaat om door gebruik van een content management systeem en daarmee slim gebruik maken van workflows, de docent uit dit proces te halen. In het uitwerken van bovenstaande en de wens vanuit e-merge om de aanwezige expertise op het gebied van ICT in het onderwijs beter in kaart te brengen en contacten tussen hulpvragers en bieders beter inzichtelijk en mogelijk te maken (één van de wensen komende uit de toogdag van 13 april) is gaandeweg het project OP 5.4 besloten de uitwerking van de Hogeschool Leiden om te vormen tot een voorstel tot gebruik van het LCMS voor uitwisseling van expertise binnen en tussen de e-mergeinstellingen op het gebied van ICT en onderwijs. Vanuit een onderwijsvisie die door de verschillende E-merge instellingen naar verwachting gedeeld zal worden, namelijk dat de vragen en wijze van leren van de vrager centraal staan, worden er twee hoofdgroepen van ondersteuning onderscheiden: Technische ondersteuning Vragen: 1. Is er een behoefte aan instellingsoverstijgend overleg tussen ICT diensten? 2. Zou het hebben van een bestand met expertises op het gebied van ICT toepassingen in het onderwijs (servicedesk voor e-merge) een meerwaarde hebben voor de verschillende instellingen? Onderwijskundige ondersteuning Voorbeelden zijn het geven van cursussen, ondersteunen bij het aanschaffen en implementeren van een ICT toepassing etc. Vragen: 3. Is er daadwerkelijk behoefte aan het uitwisselen van expertise over de instellingen heen? 4. Bestaat de mogelijkheid de binnen een instelling aanwezige expertise in andere instellingen in te zetten? 5. Is er behoefte aan het uitventen van de eigen expertise binnen e-mergeverband? 6. Vindt samenwerking en uitwisseling nu te weinig plaats op het gebied van ontwikkeling van nieuwe toepassingen en het gebruik ervan? 7. Zijn er hiaten in de ondersteuning binnen de verschillende instellingen? De wenselijkheid van de verschillende ondersteuningsvormen moet in E-merge verband in kaart worden gebracht. Vooruitlopend op het resultaten en om aan de wens tegemoet te komen die op de toogdag is uitgesproken, is in dit verslag gefocust op het inzichtelijk maken van de expertise binnen een instelling en de mate en wijze van ondersteuning die door deze instellingen geboden wordt. De achterliggende functie is tweeledig. Ten eerste zou het hebben van een deskundigenbestand inzicht kunnen geven in de expertise die al binnen de eigen instelling aanwezig is, maar tussen verschillende faculteiten of afdelingen niet bekend is. Ten tweede zou er makkelijker een beroep gedaan kunnen worden op andere instellingen als een bepaalde expertise in een instelling niet aanwezig is, of wanneer het aan menskracht ontbreekt om de ondersteuning binnen de eigen instelling vorm te geven. Een voorbeeld hiervan zou kunnen zijn het koppelen van de inschrijving voor een bepaalde cursus over meerdere instellingen (E-merge cursusssen) Om een dergelijk deskundigenbestand te realiseren, is een kader ingericht voor het inschakelen van experts met de volgende uitgangspunten: De communicatie tussen de expert en de hulpvrager dient zonder tussenkomst van derden plaats te vinden De communicatie wordt gestart vanuit de hulpvrager De hulpvrager dient op een zo simpel en snel mogelijke manier een expert te kunnen benaderen De expert beheert de eigen gegevens Eindrapportage LCMS-project (Op 5.4) 17 van 26
18 De expert bepaalt de wijze waarop en de tijd waarin hij/zij benaderd en geraadpleegd kan worden De benadering van experts vindt plaats binnen E-merge, maar is niet instellingsgebonden. Inschakelen van experts ter ondersteuning is kosteloos binnen E-mergeverband De term expert slaat op iedere persoon die zich op een deelgebied van ICT in het onderwijs verder ontwikkeld heeft door middel van (zelf)studie of ervaringsdeskundigheid. Uitgaande van deze uitgangspunten is binnen het project OP 5.4 een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden die social software en cms kunnen bieden in de facilitatie van het inschakelen van experts. Hierbij is uiteindelijk gekozen voor het gebruik van een E-merge breed cms, waarin de volgende mogelijkheden dienen te worden gerealiseerd: Vragers kunnen op kernwoorden/vakgebied zoeken naar beschikbare experts Vragers kunnen een mate van expertise aangeven, nodig voor de ondersteuning Vragers kunnen de experts binnen een week benaderen, op de in de informatie aangegeven wijze. Vragers kunnen hun voorkeur aangeven ten aanzien van de wijze van ondersteuning door de expert Experts kunnen de beschikbare tijd en gewenste werkwijze aangeven Experts worden niet benaderd in de tijd dat zij niet beschikbaar zijn voor ondersteuning Experts kunnen hun gegevens zelf up-to-date houden Experts worden alleen op hun expertise bevraagd Experts zij niet meer dan 10 minuten per sessie bezig met het invoeren of updaten van hun gegevens. De tempate die zou moeten worden ontwikkeld om dit proces te ondersteunen en de verschillende zoekmogelijkheden zijn uitgewerkt in het rapport Gebruik van experts in het onderwijs van Tijmen Koet dat is bijgevoegd in de bijlage. Zoals altijd met het breed invoeren van toepassingen over instellingen heen, zal er met name op het gebied van de organisatie en bereidheid/bevoegdheid duidelijkheid moeten komen over de (on)mogelijkheden van het vormgeven van een dergelijke expertbank. Openliggende vragen zijn bijvoorbeeld: Zijn experts bereid de eigen gegevens in te voeren in het LCMS? Zijn experts bereid de eigen gegevens bij te houden in het LCMS? Zijn ondersteuning en onderhoud van het LCMS gewaarborgd? Is het LCMS makkelijk bereikbaar voor experts en docenten Een eerste stap zou kunnen zijn een koppeling van bestaande intitiatieven (reeds ontwikkelde cursussen, spreekuren van deskundigen, onderzoeksverslagen, handleidingen) aan de op dit moment in ontwikkeling zijnde competentiemeter voor ICT in het onderwijs (DOCES). Een tweede fase zou ingezet kunnen worden door de expertise, aanwezig binnen een instelling, voor die instelling beschikbaar te maken in het E-merge LCMS. Wanneer daar een standaard template voor ontwikkeld is, zou de stap naar het gezamenlijk beschikbaar stellen van de informatie snel gemaakt kunnen worden. Eindrapportage LCMS-project (Op 5.4) 18 van 26
19 4. Bewustmaking van resultaten binnen de eigen instelling Het doel van werkpakket 3 van het project was het communiceren van de geconstateerde belemmerende factoren of kansen voor het stimuleren van het delen van onderwijsmateriaal binnen de eigen instelling. Het gaat om de bewustmaking van verantwoordelijke medewerkers binnen de instellingen van eventueel belemmerende factoren en de mogelijkheden om ze op te lossen. Hierna is een overzicht opgenomen van de activiteiten die door de verschillende projectmedewerkers zijn ondernomen of nog worden ondernomen in het kader van werkpakket 3: Werkpakket 3 Bewustmaking van mogelijke oplossingen binnen de eigen instelling/ verspreiding resultaten Partner: Universiteit leiden Contactpersoon: Marjana Rhebergen Onderwerp: Handreiking video-repositories Activiteit Doel (groep) Personen Functie- waarom deze groep Resultaat Datum Toesturen en bespreken rapport Kennisneming rapport Beheerder Videoserver & ICT&O coördinator FSW Het rapport is besproken. Het heeft hen bewuster gemaakt van de activiteiten die rond het beheer en gebruik van repositories om de hoek komen kijken. Activiteit Doel (groep) Personen Functie- waarom deze groep Resultaat Datum Toesturen gedeelte rapport & bespreken Metadateren van gecreëerd onderwijsmateriaal ICT&O coördinatoren Letteren Videomateriaal is van metadata voorzien. Er wordt verder nagedacht over archivering bestanden. Activiteit Doel (groep) Personen Functie- waarom deze groep Resultaat Datum Toesturen inventarisatie repositories Ter kennisgeving (op verzoek) Coördinator Lorenet-Universiteit Leiden Ontvangen Eindrapportage LCMS-project (Op 5.4) 19 van 26
20 Activiteit Doel (groep) Personen Functie- waarom deze groep Resultaat Datum Toesturen gedeelte rapport Ter kennisgeving (op verzoek) ICT&O coördinatoren Rechten Ontvangen Werkpakket 3 Bewustmaking van mogelijke oplossingen binnen de eigen instelling verspreiding resultaten Partner: Hogeschool Zuyd Contactpersoon: Marleen van der Laan Onderwerp: De gebruiker bepaalt het succes van een innovatieve toepassing Activiteit Gesprek Doel Bespreken resultaat werkpakket 2: Herkenbaarheid problematiek en bruikbaarheid aanbevelingen (groep) Personen 2 Functie Jack Pleumeekers, adviseur ICTOS en projectleider project BbCS, waarom deze adviesnota; groep Judith van Hooijdonk, medewerker bibliotheek Resultaat De problematiek geschetst in werkpakket 2 is herkenbaar voor de gesprekpartners. De aanbevelingen zijn relevant. Geadviseerd wordt de nota voor te leggen aan: de programmamanager ICT in het kader van het project Excellent. Dit project streeft beter projectmatig werken na. Het projectbureau Zuydpool. Datum Activiteit Informeren Programmamanagement ICT Informeren projectbureau Zuydpool Doel Verzoeken om nota te bespreken met projectteam c.q. medewerkers (groep) Personen Chris Kuijpers, programmamanager ICT en beleidsmedewerker ICT Functie Guido Dautzenberg, manager projectbureau Zuydpool waarom deze groep Resultaat Datum Activiteit Informeren projectleden Bibliotheek in kader van BbCS Eindrapportage LCMS-project (Op 5.4) 20 van 26
Scenario s voor Leren op Afstand in het MBO
Scenario s voor Leren op Afstand in het MBO 1 / 14 Scenario s voor Leren op Afstand in het MBO 2010 Kennisnet.nl Scenario s voor Leren op Afstand in het MBO 2 / 14 Samenvatting Scenario s voor Leren op
Nadere informatieEindrapportage Interactieve Leerlijnen. www.dnsleerroutes.net. Auteur(s) : Annemarieke Schepers Versienummer : januari 2010. Kennisnet.
Eindrapportage Interactieve Leerlijnen versie datum 1 / 7 Eindrapportage Interactieve Leerlijnen www.dnsleerroutes.net Auteur(s) : Annemarieke Schepers Versienummer : januari 2010 Kennisnet.nl www.dnsleerroutes.net
Nadere informatieGeleerde lessen van zes pilotprojecten Eindrapport Regie in de Cloud -project werkpakket 3
Ervaringen en aanbevelingen op het gebied van datamanagement Geleerde lessen van zes pilotprojecten Eindrapport Regie in de Cloud -project werkpakket 3 Introductie Onderzoekers in zes pilotprojecten hebben
Nadere informatieProjectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie (2009-2012)
-1- Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie (2009-2012) 1 Aanleiding voor het project Arbeidsparticipatie is een belangrijk onderwerp voor mensen met een chronische ziekte of functiebeperking
Nadere informatieSuccesvol implementeren
Succesvol implementeren Waarom begeleiding bij implementeren? Idealiter wordt een verandering op een school ingezet vanuit de onderwijsvisie. Deze veranderingen zijn veelal geformuleerd in het schoolplan
Nadere informatieOnderzoeksopdracht Crossmedialab. Titel Blended Learning & Crossmedia
Onderzoeksopdracht Crossmedialab Titel Blended Learning & Crossmedia Probleemomgeving De Faculteit Communicatie & Journalistiek (FCJ) van de Hogeschool Utrecht (HU) profileert zich als een instituut waar
Nadere informatieCEL. Bouwstenen voor een elektronische leeromgeving
CEL Bouwstenen voor een elektronische leeromgeving FACTSHEET CEL VERSIE 1.0 DECEMBER 2001 CEL - Bouwstenen voor een elektronische leeromgeving Inhoudsopgave Wat is CEL? 1 Uitgangspunten 1 De eindgebruiker
Nadere informatieNaam: Draaiboek decentrale implementatie PAUW en Tridion
Programma Aanpak Universitaire Website (PAUW) Draaiboek decentrale implementatie PAUW en Tridion Inleiding In het kader van het Programma Aanpak Universitaire Website (PAUW) is afgesproken dat alle decentrale
Nadere informatieEvaluatie Grassrootsproject 2012-2013: KENNISCLIPS VOOR ACTIVEREND ONDERWIJS (FNWI)
Evaluatie Grassrootsproject 2012-2013: KENNISCLIPS VOOR ACTIVEREND ONDERWIJS (FNWI) Evaluatieverslag van de projectleider over de resultaten van het Grassrootsplan maximaal 2 A4-tjes, Dit verslag wordt
Nadere informatieCursusontwikkeling / Centrale ELO
Cursusontwikkeling / Centrale ELO Leo Wagemans 7 september 2011 Overleg met Leeuwenborgh opleidingen Agenda Uitgangspunten van de OU Onderwijsontwerp en ontwikkeling ADDIE-cyclus Ontwikkelteam / Cursusteam
Nadere informatieVerspreiden en borgen: werkwijze om andere locaties binnen de organisatie veilig te maken
Verspreiden en borgen: werkwijze om andere locaties binnen de organisatie veilig te maken Dat men zich bewust is van een probleem en een mogelijke oplossing (een verbetertraject) leidt niet automatisch
Nadere informatieMonitoring. Uitwerking plan van aanpak monitoring project duurzame inzetbaarheid in de V&V. Oktober Uitvoerders: Disworks DISWORKS
Monitoring Uitwerking plan van aanpak monitoring project duurzame inzetbaarheid in de V&V Oktober 2012 Aanvrager: Opdrachtgevers: Uitvoerders: A+O VVT Bestuur A+O VVT en Bestuur SBCM CAOP Disworks DISWORKS
Nadere informatieWerkdocument Montessori voor een nieuwe tijd
Werkdocument Montessori voor een nieuwe tijd 1 oktober 2013 (revisie) Versie 2.3 1e Amstelveense Montessorischool Michelina Hoogeveen, Irene Simonis, Frank Versloot Inhoudsopgave Inleiding, doelen en uitgangspunten
Nadere informatieDe spilfunctie van het Leercentrum binnen het nieuwe onderwijs bij Avans Hogeschool
De spilfunctie van het Leercentrum binnen het nieuwe onderwijs bij Avans Hogeschool Ellen Simons en Rien Brouwers Leer- en Innovatiecentrum Inhoud Context Onderwijsvisie van Avans Van mediatheek naar Leercentrum
Nadere informatieDennis Boot. ondersteund door Web 2.0. Samenwerken en begeleiden
Samenwerken en begeleiden ondersteund door Web 2.0 Dennis Boot Evaluatie van Google Sites en Google Apps tijdens stages en projecten in het onderwijs. Inhoud Inleiding... 1 Google Sites i.c.m. Google Apps
Nadere informatieVier in Balans-tool. Individuele Rapportage
Vier in Balans-tool Individuele Rapportage 1 Inleiding Deze tool is gebaseerd op het Vier in Balans-model en is aangevuld met elementen uit Didactiek en Leiderschap in Balans. Dit model vat samen wat er
Nadere informatieSamenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg
Aanleiding en projectdoelstellingen Aanleiding In 2011 werd door de (toenmalige) portefeuillehouder Bevolkingszorg in het DB Veiligheidsberaad geconstateerd dat de nog te vrijblijvend door de gemeenten
Nadere informatieStichting Empowerment centre EVC
I N V E N T A R I S A T I E 1. Inleiding Een inventarisatie van EVC trajecten voor hoog opgeleide buitenlanders in Nederland 1.1. Aanleiding De Nuffic heeft de erkenning van verworven competenties (EVC)
Nadere informatieInleiding Sociale Wetenschappen. Studenten Aantal 953 Respondenten 54, 40 Ronde 1, 2. Datum uitvoering September 2010 Januari 2011 Collegeweblecture
Pilot Naam Instelling Vak naam Studenten Aantal 953 Respondenten 54, 40 Ronde 1, 2 Verrijke weblectures VU Inleiding Sociale Wetenschappen Datum uitvoering September 2010 Januari 2011 Variant Collegeweblecture
Nadere informatieEvaluatie AnatomyTOOL Effect op doelmatigheid
Evaluatie AnatomyTOOL Effect op doelmatigheid 26 sept 2017, O.P. Gobée, afd. Anatomie & embryologie, LUMC. Licentie: CC BY Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Samenvatting... 1 Doelstellingen en projectrealisatie...
Nadere informatieKwaliteitsbewaking en testen in ICT beheerorganisaties
DKTP Informatie Technologie Veembroederhof 1 1019 HD Amsterdam Telefoon 020 427 52 21 Kwaliteitsbewaking en testen in ICT beheerorganisaties Voor de meeste projectgroepen die software ontwikkelen vormt
Nadere informatieWilco te Winkel. De (digitale) toekomst van de readerregeling voor het wetenschappelijk onderwijs
De (digitale) toekomst van de readerregeling voor het wetenschappelijk onderwijs Wilco te Winkel Informatiemanager Coördinator auteursrechten 5 wetenschappelijke opleidingen Coördinator ICT Onderwijs Faculteit
Nadere informatieVerslag docententests
Verslag docententests t.b.v. Onderzoek Repository Samenwerking tussen Universiteitsbibliotheek Utrecht (UBU) en Faculteit Sociale Wetenschappen, Studion Support Uitgevoerd november 2007-januari 2008 20
Nadere informatieOpen & Online. De (mogelijke) rollen van bibliotheken. Onderwijs
Open & Online De (mogelijke) rollen van bibliotheken Onderwijs Enthousiasme om mee te werken aan het onderzoek De opkomst hier vandaag Vragen en nieuwsgierigheid Leidraad met vragen opgesteld Telefonische
Nadere informatieEvalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek
Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2
Nadere informatieSAMENVATTING VERKENNING MIGRATIE LANDELIJKE VOORZIENINGEN
SAMENVATTING VERKENNING MIGRATIE LANDELIJKE VOORZIENINGEN Met de komst van de Omgevingswet gaan per 1-1 2021 de drie landelijke voorzieningen (Activiteitenbesluit Internet Module (AIM), het Omgevingsloket
Nadere informatiePlan van Aanpak Format. Pilot functiecreatie gemeente/provincie SW bedrijf
Plan van Aanpak Format Pilot functiecreatie gemeente/provincie SW bedrijf Inhoudsopgave 1 Naar een inclusieve arbeidsorganisatie met functiecreatie. 1 2 Plan van aanpak pilot functiecreatie... 2 3 Projectstructuur
Nadere informatieTeleTrainer: training in de e van het leren
TeleTrainer: training in de e van het leren TeleTrainer voor elke docent die betrokken is bij ICT in het onderwijs geschikt voor beginner, gevorderde en specialist geschikt voor verschillende rollen rondom
Nadere informatieDatabank Digitale Dagbladen
Databank Digitale Dagbladen Astrid Verheusen Projectmanager Afdeling Research & Development Koninklijke Bibliotheek Belemmert het auteursrecht de ontsluiting van de 20 ste eeuw? Vereniging voor Auteursrecht
Nadere informatieManagement summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs
Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Van 24 t/m 28 maart vond de Week van Passend Onderwijs plaats. De Week is een initiatief van het ministerie van OCW en 22 onderwijsorganisaties,
Nadere informatieGebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning
Evaluatierapport Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning Bevindingen van leraren en leerlingen Drs. Gerard Baars Inleiding In de tweede helft van 2008 is op zes basisscholen in Rotterdam
Nadere informatieProjectmanagement 2.0
Projectmanagement 2.0 Inleiding In ieder bedrijf waar in projecten wordt gewerkt liggen scopechanges op de loer. Zo ook bij het CrossOverteam Projectmanagement 2.0. De eerste dag van het project is gelijk
Nadere informatieInformatiebijeenkomst Proeftuinen vernieuwing KK GZ. 15 December 2015 Domstad Utrecht
Informatiebijeenkomst Proeftuinen vernieuwing KK GZ 15 December 2015 Domstad Utrecht Programma 14:00: Welkom en toelichting programma 14:15: presentatie vernieuwd KK GZ 14:45: presentatie proeftuinen 15:15:
Nadere informatieKernmodules voor vervolgvakken
Pilot 3: Kernmodules voor vervolgvakken Pilot Naam Kernmodules voor vervolgvakken Instelling UU Vak naam ECB1Stat / Statistiek ECB1Wis / Wiskunde Studenten Aantal Ca. 800 = 400+400 Ronde 1 en 2 Datum uitvoering
Nadere informatieManagement. Analyse Sourcing Management
Management Analyse Sourcing Management Management Business Driven Management Informatie- en communicatietoepassingen zijn onmisbaar geworden in de dagelijkse praktijk van uw organisatie. Steeds meer
Nadere informatiePROJECT PLAN VOOR DE IMPLEMENTATIE VAN EEN STANDAARD SITE VOOR DE VERENIGING O3D
PROJECT PLAN VOOR DE IMPLEMENTATIE VAN EEN STANDAARD SITE VOOR DE VERENIGING O3D Auteur : P. van der Meer, Ritense B.V. Datum : 17 juli 2008 Versie : 1.3 2008 Ritense B.V. INHOUD 1 VERSIEBEHEER...1 2 PROJECT
Nadere informatieINTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme
INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS duurzame plaatsing van werknemers met autisme 1 Welkom bij toolbox AUTIPROOF WERKT Autiproof Werkt is een gereedschapskist met instrumenten die gebruikt kan worden bij
Nadere informatieChecklist (re)design website
Checklist (re)design website Inleiding Het maken van een website is een omvangrijk en kostbaar project. Daarom is het goed om eerst inzicht te krijgen in wat je wilt gaan doen, voor wie en waarom. Om op
Nadere informatieHandout PrOfijt. - Versie 1.1 - Versie: 1.1 Datum: 09-04-2014 Mike Nikkels / Olav van Doorn
Handout PrOfijt - Versie 1.1 - Versie: 1.1 Datum: 09-04-2014 Auteur(s): Mike Nikkels / Olav van Doorn 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave... 2 2 Inleiding... 3 3 Algemeen... 3 4 Visie op PrOfijt... 4 5 Techniek...
Nadere informatieHandleiding bij de LOB-scan voor het mbo
Handleiding bij de LOB-scan voor het mbo Inleiding Voor u ligt de handleiding bij de LOB-scan voor het mbo. De LOB-scan voor het mbo is in opdracht van MBO Diensten ontwikkeld en is te vinden op www.mbodiensten.nl.
Nadere informatieAd van Hest. Titel project Leerarrangementen samenstellen met Wimba Create
1 1. GEGEVENS AANVRAGER Onderwijsinstelling Naam Postadres Postbus 61 Bezoekadres Sterrenlaan Postcode/plaats Website schoolorganisatie Postbankrekeningnummer Bankrekeningnummer BRIN-nummer Volledige naam
Nadere informatieTaakcluster Operationeel support
Ideeën en plannen kunnen nog zo mooi zijn, uiteindelijk, aan het eind van de dag, telt alleen wat werkelijk is gedaan. Hoofdstuk 5 Taakcluster Operationeel support V1.1 / 01 september 2015 Hoofdstuk 5...
Nadere informatieEen Persoonlijke & Flexibele Leer en Werkomgeving voor Hogeschool Leiden
Een Persoonlijke & Flexibele Leer en Werkomgeving voor Hogeschool Leiden Nico Juist, IM, B&S, Hogeschool Leiden voor Challengeday, project FPLO, SURFnet, 7 maart 2017 Hogeschool Leiden 12000 studenten
Nadere informatieTussenrapportage project professionaliseren functioneel beheer instellingssystemen September 2011
Universitair Informatiemanagement Kenmerk: SECR/UIM/11/0914/FS Datum: 14-09-11 Tussenrapportage project professionaliseren functioneel beheer instellingssystemen September 2011 1. Inleiding Begin 2011
Nadere informatieDigitalisering & Studiesucces E-merge 2011-2014 Anka Mulder Secretaris TU Delft Directeur Onderwijs TU Delft. Challenge the future
Digitalisering & Studiesucces E-merge 2011-2014 Anka Mulder Secretaris TU Delft Directeur Onderwijs TU Delft 1 Digitalisering 1. Waar staan we? 2. Waarom digitaliseren? De vraagkant 3. Studiesucces 4.
Nadere informatieTU Delft Library. Een open source. TU Delft Library
TU Delft Library Een open source TU Delft Library TU Delft Library Een open source De wereld digitaliseert. Dat geldt dus ook voor een bibliotheek als TU Delft Library. Een steeds groter deel van onze
Nadere informatieWerkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding
portfolio handleiding Werkgroep portfolio & coaching 1 De plaats van portfolio in het leren op het VMBO. In enkele notities en werkdocumenten is het kader voor het nieuwe onderwijs geschetst. Dit komt
Nadere informatieFIT-traject onderwijsvernieuwing met ICT en sociale media. draagvlak inspiratie motivatie vernieuwing 21st century skills borging
FIT-traject onderwijsvernieuwing met ICT en sociale media draagvlak inspiratie motivatie vernieuwing 21st century skills borging Via het Klavertje 4 Model zet u sociale media en ICT breed in Didactische
Nadere informatieVier in Balans-tool. Rapportage Teamlid
Vier in Balans-tool Rapportage Teamlid 1 Inleiding Deze tool is gebaseerd op het Vier in Balans-model en is aangevuld met elementen uit Didactiek en Leiderschap in Balans. Dit model vat samen wat er uit
Nadere informatieE-book. In 7 stappen naar een effectieve HR-cyclus
7 5 6 3 4 2 1 E-book In 7 stappen naar een effectieve HR-cyclus Inleiding Het doel van de HR-cyclus is: medewerkers ondersteunen in het leren en presteren, zodat zij maximaal bijdragen aan het succes van
Nadere informatieBent u ook zoveel tijd kwijt met het zoeken naar de laatste en enig juiste! - versie van uw marktonderzoek
Bent u ook zoveel tijd kwijt met het zoeken naar de laatste en enig juiste! - versie van uw marktonderzoek Heeft u zich ook al eens afgevraagd waarom uw concurrent zo veel goedkoper kan zijn? Waarschijnlijk
Nadere informatieZaakgericht samenwerken. Visie en Koers
Zaakgericht samenwerken Visie en Koers 2009032816 We staan voor diverse ambities en knelpunten Burgers 7x24 inzicht in status aanvragen Efficiënter werken Borgen rechtmatigheid Inzicht bij medewerkers
Nadere informatiePitstop Een onderzoek naar innovatie binnen het TT-Instituut
Pitstop Een onderzoek naar innovatie binnen het TT-Instituut A S S E N E M M E N M E P P E L De aanleiding Innovatie in het mbo moet omdat: - Technologie en digitalisering leiden tot andere (inhoud van)
Nadere informatieBouwend Nederland biedt al zijn afdelingen een eigen webomgeving met content uit centraal beheerde informatiebronnen
Bouwend Nederland biedt al zijn afdelingen een eigen webomgeving met content uit centraal beheerde informatiebronnen Bouwend Nederland realiseerde met Microsoft SharePoint Server 2007 een effectieve doelgroepencommunicatie
Nadere informatieSCALA: Efficiënt tussentijds feedback geven op schriftelijke werkstukken
SIG Digitaal Toetsen 5 juni 2012 SCALA: Efficiënt tussentijds feedback geven op schriftelijke werkstukken Patris van Boxel (p.van.boxel@vu.nl) Sanne Gratama van Andel (r.gratamavanandel@uu.nl) Patris van
Nadere informatieVan idee naar subsidiabel projectplan
FINALEDAG 3-2-1-CO! ZORGT VOOR VERRIJKTE INNOVATIEVE IDEEËN Van idee naar subsidiabel projectplan Door: Martine van Dijk A+O fonds Gemeenten / Fotografie: Kees Winkelman Op 26 maart 2015 vond voor de tweede
Nadere informatieProjectvoorstellen maken
Projectvoorstellen maken 1. Kader 1.1. Gebruiksaanwijzing 1.2. Wat zijn de eisen aan een projectvoorstel? 2. Inleiding 2.1 Signalering 2.2 Vooronderzoek 2.3 Probleemsituatie 3. Doelstellingen en randvoorwaarden
Nadere informatieDeelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek
Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek In deze deelopdracht ga je het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek onderzoeken. Geerts en van Kralingen (2011) definiëren onderwijsconcept
Nadere informatieUitwerking onderdelen werkplan
Uitwerking onderdelen werkplan Het Nationaal Platform Data Model (NPDM) heeft een werkplan opgesteld om richting te geven aan de activiteiten voor de komende maanden en inzicht te krijgen in de benodigde
Nadere informatieFunctieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303
Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303 Doel (Mede)zorgdragen voor de vormgeving en door het geven van adviezen bijdragen aan de uitvoering van het beleid binnen de Hogeschool Utrecht kaders en de ter
Nadere informatieHEB JE GENOEG GELEERD VANDAAG?
HJGGV HEB JE GENOEG GELEERD VANDAAG? Dé kwaliteitscyclus voor onderwijsteams in het MBO Heb je genoeg geleerd vandaag? Heb je genoeg geleerd vandaag? Merk je dat docenten aan de slag gegaan zijn met jullie
Nadere informatieDIGITAL WORKPLACE TOOLKIT. stap voor or stap op weg naar een digitale werkplek
DIGITAL WORKPLACE TOOLKIT stap voor or stap op weg naar een digitale werkplek DIGITAL WORKPLACE TOOLKIT stap voor stap op weg naar een digitale werkplek Fijn dat u samen met VanRoey.be op digitale reis
Nadere informatieARCADIS Imagine the result E-learning bij de implementatie van een DMS
ARCADIS Imagine the result E-learning bij de implementatie van een DMS 1 Agenda Korte introductie ARCADIS Document management als pijler van programma Digitaal samenwerken Doelstellingen (opleiding, support,
Nadere informatie1 Deelproject Spraakherkenning: SHoUT Audio Indexering Service
1 Deelproject Spraakherkenning: SHoUT Audio Indexering Service De in het CHoral project ontwikkelde audio-indexeringstechnologie op basis van automatische spraakherkenning (SHoUT) wordt beschikbaar gemaakt
Nadere informatiePlan van Aanpak. <naam school> en Edutrainers samen op weg. Versie: 151027 EXPEDITIE 2015-2016
Plan van Aanpak en samen op weg Versie: 151027 EXPEDITIE 2015-2016 De Expeditie Er gaan 85 docenten samen op pad. Doel: De docenten en leerlingen ervaren dat de inzet van ICT een meerwaarde
Nadere informatieDe elektronische leeromgeving in 2014
De elektronische leeromgeving in 2014 1 Wat is de ELO De elektronische leeromgeving is gericht op het ondersteunen, uitlokken en stimuleren van het leren en de leerprocessen van studenten en docenten door
Nadere informatieRecensie: Wat wij moeten weten over jongeren en hun digitale wereld
reageren bijlagen attenderen printversie Recensie: Wat wij moeten weten over jongeren en hun digitale wereld Datum 01/02/2007 Auteur publicatie Guus Wijngaards, Jos Fransen, Pieter Swager (INHOLLAND) Titel
Nadere informatieMASTERCLASS. SharePoint in het Onderwijs
MASTERCLASS SharePoint in het Onderwijs MASTERCLASS SharePoint in het Onderwijs De drie daagse MASTERCLASS SharePoint in het Onderwijs heeft als doel deelnemers kennis en vaardigheden bij te brengen daar
Nadere informatieHandleiding OSIRIS Self Service. Schermen en procedures in OSIRIS voor docenten en studenten
Schermen en procedures in OSIRIS voor docenten en studenten Onderhoud en versiebeheer Dit document is eigendom van de projectleider Implementatie Osiris Volg. Wijzigingen aan het document worden geïnitieerd
Nadere informatieWhitepaper Intranet 2
Intranet 2 Maakt uw oranisatie kleiner Inleiding - Wat is Intranet 2? Laat u direct uit de droom helpen: Intranet 2 is niet iets fundamenteel nieuws. Uiteindelijk is het nog steeds een middel om bepaalde
Nadere informatieToetsen in Blackboard
Toetsen in Blackboard Met de tool Test kun je toetsvragen maken en afnemen. In dit document wordt uitgelegd 1. Hoe een toets gemaakt kan worden. 2. Hoe een toets bewerkt kan worden. 3. Hoe een toets beschikbaar
Nadere informatieOndersteuning van zorg gerelateerde processen en activiteiten voor patiënt en zorgverstrekkers
Ondersteuning van zorg gerelateerde processen en activiteiten voor patiënt en zorgverstrekkers Contact persoon: Thera Splinter: 020 6445160 team@webfysio.nl Contact persoon: Joost Nagelmaeker: 0642115336
Nadere informatiei-scan 2.0 Informatiebeheer van werkvloer tot beleid. Begeleiding voor
Informatiebeheer van werkvloer tot beleid. Begeleiding voor gemeenten en OCMW s Waarom I-scan 2.0? De uitbouw van e-government en het toenemend gebruik van ICT-toepassingen leveren niet altijd de voorspelde
Nadere informatieProject Fasering Documentatie Applicatie Ontwikkelaar
Project Fasering Documentatie Applicatie Ontwikkelaar Auteurs: Erik Seldenthuis Aminah Balfaqih Datum: 31 Januari 2011 Kerntaak 1 Ontwerpen van applicaties De volgordelijke plaats van de documenten binnen
Nadere informatieLearning analytics bij SURF. Nynke de Boer
Learning analytics bij SURF Nynke de Boer Learning Analytics Learning analytics is het verzamelen, analyseren en rapporteren van data van studenten en hun omgeving om zo het onderwijs en de omgeving waarin
Nadere informatieSamenvatting. Verkenning Prioriteiten e Justitie
Verkenning Prioriteiten e Justitie De Raad Justitie en Binnenlandse zaken van de EU heeft in november 2008 het eerste Meerjarenactieplan 2009 2013 voor Europese e justitie opgesteld. Op 6 december 2013
Nadere informatieRegeling ontwikkelen en gebruiken van streaming media in het MBO projectplan Drenthe College 5 maart 2007
1 / 5 Regeling ontwikkelen en gebruiken van streaming media in het MBO Projectplan Auteur(s) Versienummer Datum Hilbert van der Duim Margriet Dunning en Jan Bos Willem Karssenberg 1.0 5 maart 2007 2 /
Nadere informatieOnderstaand treft u de resultaten aan van de vragenlijst over ondernemend onderwijs.
De behoefte aan het delen van kennis en ervaring is groot! Samenwerking door kennis te delen en ervaringen uit te wisselen is essentieel om de verdere implementatie van ondernemend onderwijs efficiënt
Nadere informatieZelfevaluatie PASTEL project
project Samenvatting Na één jaar looptijd van het Pastel project kan een balans worden opgemaakt met betrekking tot de voortgang. Een aantal activiteiten loopt geheel volgens planning en daarin zijn ook
Nadere informatiedoel bereikt zelfsturing inrichten veiligheid fundament Behoeftepiramide van een "Social Business"
Behoeftepiramide van een "" (Naar analogie piramide van Maslow) Maslow rangschikte de volgens hem universele behoeften van de mens in een hiërarchie. Volgens zijn theorie zou de mens pas streven naar bevrediging
Nadere informatieOpdrachtgever en begeleider: Dhr. J. Schilder, sectievoorzitter economie & M&O op het Baken Park Lyceum te Almere
Paper 1 Opdrachtgever en begeleider: Dhr. J. Schilder, sectievoorzitter economie & M&O op het Baken Park Lyceum te Almere Plan van aanpak profielproduct Inleiding Leerlingen die het vak M&O hebben gekozen
Nadere informatieWerkplan 1 juli 2009 1 juli 2011
Expertisecentrum Onderwijs & ICT Suriname UTSN Twinning Project 2008/1/E/K/005 Werkplan 1 juli 2009 1 juli 2011 Bijlage C bij het Rapport Haalbaarheidsstudie Wim de Boer (SLO), Pieter van der Hijden (Sofos
Nadere informatienemen van een e-depot
Stappenplan bij het in gebruik nemen van een e-depot CONCEPT VOOR FEEDBACK Bijlage bij Handreiking voor het in gebruik nemen van een e-depot door decentrale overheden 23 juli 2015 Inleiding Dit stappenplan
Nadere informatieEditorial Media Design Guido Hildebrand - 1582968 Talisa van Dreven - 1582766 Alexander Ringnalda - 1547759. 24 september 2013 Versie 1
Editorial Media Design Guido Hildebrand - 1582968 Talisa van Dreven - 1582766 Alexander Ringnalda - 1547759 24 september 2013 Versie 1 Aanleiding en probleemomschrijving: Het project wordt uitgevoerd omdat
Nadere informatieRijksuniversiteit Groningen - bestuurlijke informatievoorziening Kwaliteitszorg administratieve processen en systemen
Rijksuniversiteit Groningen - bestuurlijke informatievoorziening Kwaliteitszorg administratieve processen en systemen Applicatie: Document Informatie Systeem (DIS) Eindrapport 6 oktober 2008 Auteur: Henk
Nadere informatieDe Veranderplanner. Vilans 2011 Michiel Rutjes, Carolien Gooiker, Marjolein van Vliet. Veranderplanner (Versie )
De Veranderplanner Wanneer een zorgorganisatie een verandering invoert zijn er veel factoren die het succes van deze verandering bepalen. Dit instrument, de veranderplanner, is gemaakt om voorafgaand aan
Nadere informatieWerkconferentie. Implementatie van Online Wijkplatformen De Do s en Don ts. 7 december Sarah Willard en John Rietman
Werkconferentie Implementatie van Online Wijkplatformen De en Don ts 7 december 2017 Sarah Willard en John Rietman Zuyd Hogeschool / Expertisecentrum voor Innovatieve Zorg en Technologie sarah.willard@zuyd.nl
Nadere informatieChecklist kwaliteit leermateriaal hbo-vpk Versie 2.1,
Checklist kwaliteit leermateriaal hbo-vpk Versie 2.1, 29-8-2017 Handleiding gebruik Deze checklist kan gebruikt worden door docenten (auteurs) en door kwaliteitscontroleurs. Docenten en auteurs kunnen
Nadere informatieONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK
ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK Iedereen heeft er de mond van vol: Het beste uit de leerling halen Recht doen aan verschillen van leerlingen Naast kennis en vaardigheden, aandacht voor het
Nadere informatieUitbouw van een digitaal platform ter ontsluiting van onderzoek voor lerarenopleiders
Uitbouw van een digitaal platform ter ontsluiting van onderzoek voor lerarenopleiders Kristof Van De Keere, Stephanie Vervaet, Thomas Smets, Katrine Patteet, Renaat Frans en Job De Meyere Waarom Edurama?
Nadere informatieIn 10 stappen van project naar effect!
In 10 stappen van project naar effect! een handleiding voor slim zorgen > Betrek de belangrijke sleutelpersonen > Stel projectteam samen & kies pilotteams > Screen de huidige situatie > Organiseer een
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.
Nadere informatiedatum: april 2016 Over implementatie van onlinehulp
datum: april 2016 auteur: Herwig Claeys Over implementatie van onlinehulp Wil je als organisatie starten met onlinehulp en deze implementeren binnen de werking? Enkele bedenkingen vooraleer je eraan begint*.
Nadere informatieHet digitaal samenstellen en uniformeren van projectdocumentatie.
Het digitaal samenstellen en uniformeren van projectdocumentatie. As-Built Documentatie digitaal op orde Als uw bedrijf actief is in de Marine, Off-Shore, energie of chemische industrie, dan heeft u voor
Nadere informatieKWALITEITSNETWERKEN: leren van elkaar. Een methode om de kwaliteit van forensische zorg te verhogen.
KWALITEITSNETWERKEN: leren van elkaar Een methode om de kwaliteit van forensische zorg te verhogen. CONTACT Voor meer informatie over de kwaliteitsnetwerken kunt u contact opnemen met: Diewke de Haen (ddehaen@efp.nl)
Nadere informatieInhoud. 1 inleiding 1. 2 wie is de opdrachtgever? 5
Voorwoord We hebben er lang over nagedacht voordat we dit boek begonnen te schrijven. Is de rol van de opdrachtgever anders dan die van de manager? We hebben het verschil in de praktijk ervaren, maar waar
Nadere informatieMijn 7 grootste inzichten in ICT in de zorg uit de afgelopen 15 jaar
Mijn 7 grootste inzichten in ICT in de zorg uit de afgelopen 15 jaar Gebaseerd op ervaringen die ik opdeed in meer dan 10 verschillende ziekenhuizen Mirjan van der Meijden Zorginformatisering Vooraf In
Nadere informatie1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling...
Meetinstrumenten De meetinstrumenten zijn ondersteunend aan de projecten van De Sportbank en ontwikkeld met de Erasmus Universiteit. Deze instrumenten helpen om op een gefundeerde manier te kijken naar
Nadere informatieWerken met Studienet Workshop BKO A-0211B
Werken met Studienet Workshop BKO A-0211B Leo Wagemans, Louise Stijnen, Kees Pannekeet 24 september 2013 Open Universiteit Doelstellingen Begrijpen hoe Studienet werkt Perspectief docent/ontwikkelaar
Nadere informatieToelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem
Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner Bij iedere vraag uit de veranderplanner is hier een korte toelichting gegeven. Dit kan helpen bij het invullen van de vragen van de Veranderplanner. 1.
Nadere informatie