Bespreking van de voornaamste balansposten ACTIEF:

Transcriptie

1 Verslag van de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering betreffende de Jaarrekening 2016 van APETRA, Naamloze Vennootschap van Publiek Recht met Sociaal Oogmerk. De Richtlijn 2009/119/EG maakt de wijze waarop de voorraadplicht van een lidstaat berekend wordt afhankelijk van de gemiddelde naftaopbrengst in het voorgaande jaar. Bedraagt deze parameter minder dan 7% dan wordt van de netto-invoer slechts een forfaitaire 4% afgetrokken. Is deze parameter 7% of hoger dan wordt de volledige nationale naftaconsumptie in mindering gebracht van de netto-invoer. De gemiddelde naftaopbrengst over 2015 klokte af op 6,39%, daar waar deze over 2014 boven 7% uitkwam. De toepassing van een andere voorraadberekeningswijze verhoogt de te beheren voorraden vanaf 1/4/2016 tot ton ruwe aardolie equivalent (r.a.e.), zijnde 38.35% of ton r.a.e. hoger dan in het voorraadjaar APETRA s inkomsten gegenereerd uit de bijdrage zijn gelet op de lage internationale olieprijzen en interestvoet laag en laten momenteel niet toe om over de komende jaren zelf de aankopen nodig om eventuele bijkomende voorraden te verwerven te financieren, rekening houdend met het feit dat de hoogte van de bijdrage mede wordt beïnvloedt door de olieprijzen. APETRA wordt sedert 17 april 2014 ingedeeld bij de ondernemingen van de publieke sector. Dit brengt met zich mee dat de schulden van APETRA bij de staatsschuld worden gecumuleerd en dat het ESR-resultaat, waarbij geen rekening met de voorraadwijzigingen wordt gehouden, in de nationale rekeningen wordt opgenomen. Als gevolg van het negatieve eigen vermogen eind 2015 ten belope van m en ter vrijwaring van APETRA s financiële positie en continuïteit van haar verplichtingen op middellange termijn stelt de raad van bestuur in zijn bijzonder verslag aan de Algemene vergadering van februari 2016 voor om in de volgende maatregelen te voorzien: de invoering van een minimum bijdragevoet ( floor ) op de in verbruik gestelde volumes van olieproducten, zodat een positief exploitatieresultaat wordt gegarandeerd; en de mogelijkheid voor APETRA om in het kader van haar (her)financiering een beroep te kunnen doen op de financieringsmiddelen van de Belgische Staat, (zij het door een kapitaalsverhoging, toekennen van krediet of van de Staatsgarantie) die er als voornaamste verantwoordelijke toe gehouden is om de internationale verplichtingen inzake voorraden na te komen. De Algemene Vergadering van 2016 keurde het bijzonder verslag met deze voorstellen van de raad van bestuur goed. De notificatie van de Minister van Begroting ontvangen op 22 april 2016 vermeldt wat volgt: APETRA zal in 2016 een subsidie van 35 miljoen krijgen om haar in de mogelijkheid te stellen het equivalent van 2 dagen voorraden aan te kopen. Het Belgische Agentschap van de Schuld zal de leningen van APETRA herfinancieren op hun vervaldag. Het gaat om de leningen bij Belfius Bank ( 560 miljoen terugbetaling in schuiven finale vervaldatum op 31/12/2022) en om twee obligatieleningen ( 300 miljoen en 400 miljoen; vervaldatums in 2020 en 2022). Deze herfinanciering is op voorwaarde dat APETRA een positief ESR-resultaat behaalt. 1

2 De overheid reageert dus positief op 1 van de twee voorstellen van APETRA s raad van bestuur. Aan de APETRA bijdrage is tot nog toe niets veranderd en moet verder worden geanalyseerd. In het najaar 2016 ontvangt APETRA effectief de subsidie van 35 miljoen, die ten belope van iets meer dan 30 miljoen worden aangewend om bijkomende voorraden mee aan te kopen. Ondanks deze aankopen slaagt APETRA er niet in om over het volledige voorraadjaar 2016 de 90-dagen verplichting in te vullen. Voor de periode 1 april maart 2018 kent de voorraadplicht opnieuw een vermindering van 35.5% of ton r.a.e. naar ton r.a.e. als gevolg van de gunstigere berekeningsmethode omdat België in 2016 een naftaopbrengst heeft die hoger ligt dan 7% (7.25%). De Richtlijn 2009/119/CE, die omgezet werd in nationaal recht door de wet van 13 juni 2013, wordt momenteel geëvalueerd. De problematiek van de naftaopbrengst en de schommelingen in voorraadplicht die eruit voortvloeien, staat met stip op nummer één in de lijst van te remediëren problemen. De Europese Commissie spreekt van een aanpassing van de bijlagen van de Richtlijn in de loop van Bespreking van de voornaamste balansposten ACTIEF: De voornaamste balansposten op het actief betreffen de voorraden in eigendom. Deze voorraden met een waarde van 1.624,8m belopen op 31 december 2016: ton product (diesel, vliegtuigkerosine en gasolie-verwarming) en ton ruwe olie. De historische aankoopprijs van de door APETRA aangekochte voorraden bedraagt meer dan miljoen Euro. In 2016 werden ton product gekocht. Overeenkomstig de waarderingsregels die APETRA hanteert, worden de voorraden per einde boekjaar gewaardeerd aan de laagste waarde van enerzijds de historische aankoopprijs en anderzijds een waardering aan het gemiddelde prijsniveau van de maand december van het betrokken jaar. Een toepassing van deze waarderingsregel geeft per eind december 2016 aanleiding tot een terugname van waardevermindering van m. In 2015 gaf dit aanleiding tot een bijkomende waardevermindering van 477m. Per eind 2015 bedroeg de totale afwaardering, inclusief deze van vorige jaren, 1.079m. Sinds begin 2017 zijn de prijzen in dalende lijn. Indien deze trend zich zou voortzetten gedurende het hele jaar, kan dit een negatieve impact hebben op de voorraadwaardering Op basis van de prijzen van 1 april 2017 zou dit een negatieve impact hebben van 35m. In de balans per einde december 2016 bestaan de handelsvorderingen voor 15.4m voor een groot deel uit vorderingen op de Federale Overheidsdienst Economie en op te stellen facturen. De facturaties aan de FOD Economie betreffen de BTW op de ontvangen bijdrage. Deze BTW dient te worden aangerekend aan de Belgische Staat. In uitvoering van het protocol tussen de FOD Financiën, FOD Economie en APETRA krijgt APETRA haar vordering op de FOD Economie per kwartaal na enkele maanden terugbetaald vanuit de FOD Financiën. De op te stellen facturen betreffen grotendeels ontvangsten die APETRA in 2016 nog diende te ontvangen met betrekking tot de maand december 2016; de rekening aan de Belgische Staat wordt in Q opgemaakt. 2

3 De aanwezige liquiditeiten volstaan in eerste instantie niet om de aflossingen van de lopende leningen op maturiteit te voldoen. Eind 2016 wordt dan ook voor het eerst beroep gedaan op de financiering van het Agentschap van de Schuld voor 80m, om de Belfius lening deels af te lossen voor 80m. Op jaareinde bedragen de resterende liquide middelen 35.3m, inclusief de niet gebruikte 4.8m van de ontvangen subsidie van 35m, die APETRA in 2017 zal terugstorten. PASSIEF: Het Eigen Vermogen van de onderneming is terug positief ten belope van 401.9m. Dit positieve bedrag is te danken aan de terugname van de afwaardering van de voorraad van m. Het kapitaal van de vennootschap is beperkt: , net zoals de volstortte wettelijke reserve van De overgedragen verliezen van het vorig boekjaar van 116.8m, samen met de winst van 2016 van 518,6m, resulteren in een te bestemmen winst van 401.8m. De Raad van Bestuur stelt voor dat het saldo wordt overgedragen naar volgende boekjaren. De financiële schulden op meer dan één jaar van 1.180m bestaan voor 400m uit de financiering bij Belfius Bank België NV, lopend sedert 2008 en voor 700m uit twee obligatieleningen: een eerste geplaatst op 17 december 2012 van 300m, aan een interestvoet van 2,125% en een looptijd van 8 jaar en een tweede geplaatst op 25 september 2013 van 400m, aan een interestvoet van 3,125% en een looptijd van 10 jaar, en voor het eerst 80m aan financiering bij het Agentschap van de Schuld. In de kortlopende schulden van 91.7m wordt het deel van de lening bij Belfius dat binnen één jaar kan worden afgelost opgenomen voor 80m. APETRA heeft voorlopig onvoldoende liquide middelen en zal hiervoor hoogstwaarschijnlijk terug een beroep doen op de financiering bij het Agentschap van de Schuld. Hiernaast zijn de handelsschulden goed voor 6.9m. Belastingschulden en bezoldigingen en sociale lasten bestaan voornamelijk uit de rekening courant met de Duitse BTW administratie, welke werden betaald in januari De overige schulden voor 4.8m betreft het niet gebruikt deel van de ontvangen subsidie dat terug te betalen is in De overlopende rekeningen voor 3.6m bestaan onder meer uit de interestschuld op de obligatieleningen voor de periode aanvangend op de jaarlijkse interestbetaling en lopend tot jaareinde. Bespreking van de Winst- en Verliesrekening De bedrijfsopbrengsten voor 2016 bedragen 158.2m tegenover 219.5m in 2015 (-28%). Deze valt in afgelopen boekjaar uiteen in vier grote delen: omzet uit verkopen van product, verkopen van beschikkingsrechten ( tickets ) op de surplus voorraden, ontvangen bijdragen en een ontvangen & gebruikte subsidie van 30.2m. De ontvangen bijdrage bedraagt voor ,8m tegenover 137,3m in 2015 (-25%) en 172,1m in De bijdragevoet bereikt, na een gestage daling sinds midden 2013, een historisch dieptepunt in Q met een bijdrage voor de middeldistillaten van 6,05 euro/1000 liter (komende van o.m. 12,3 euro/1000 liter in Q1 2014) om nadien een lichte opwaartse trend te vertonen tot 6,55/1.000 liter in Q (dit tegenover 7,88/1.000 liter in Q4 2015). 3

4 Een tweede element in de omzet vormen de verkopen op het einde van een opslagcontract. In lijn met de waarderingsregels, wordt op dat ogenblik een verkoop geboekt, waarbij een marge wordt gerealiseerd tegenover de FIFO kostprijs. In 2016 wordt 24.8m omzet gerealiseerd. Een derde element in de omzet zijn de verkopen van beschikkingsrechten ( tickets ) op de surplus voorraden van APETRA. Hier wordt 0,3m omzet gegenereerd in 2016 t.o.v. 3,6m omzet in Deze ticketverkopen dateren uit Q1 2016, moment waarop APETRA nog een overschot aan stocks t.o.v. haar voorraadplicht heeft. De ontvangen en gebruikte subsidie bedraagt 30.2m. Zonder deze subsidie zou de daling van de omzet tegenover vorig jaar 42% bedragen. De kosten omvatten zowel de aankoop van tickets en product als de operationele kosten, diverse kosten, bezoldigingen en afschrijvingskosten, alsook de terugname van de afwaardering van de voorraden zoals hoger beschreven. De aankoop van tickets bedraagt 0.7m, de aankoop van product 59.0m. De operationele kosten omvatten als voornaamste elementen transport, inspectie, verzekeringen voor 1.2m. De huur van opslagcapaciteit beloopt 62.5m. Diensten en diverse kosten zijn goed voor 0.6m, bezoldigingen 0.9m en de afschrijvingskost is De netto financiële kost daalt naar 19.1 miljoen. De interestlasten zullen in de volgende jaren, zij het in beperkte zin aangezien de obligatieleningen vaste interestvoeten hebben, evolueren in functie van de heersende interestniveaus in de markt. APETRA is, overeenkomstig artikel 40 van de wet van 26 januari 2006 die haar missie en statuut regelt, niet onderworpen aan inkomstenbelastingen. Er wordt hiervoor dus ook geen voorziening aangelegd. Het boekjaar sluit af met een positief resultaat van ,09. Exclusief de voorraadwijziging van ,79 werd een winst van ,30 gerealiseerd. De Raad van Bestuur stelt aan de Algemene Vergadering voor om de winst van het boekjaar 2016 ( ,09), alsook het overgedragen verlies van het boekjaar 2015 ( ,19), samen goed voor ,90 te boeken in de over te dragen winst. 4

5 Financieringsovereenkomsten APETRA De financiering van APETRA loopt in eerste instantie over een leningsovereenkomst van 800m bij Belfius Bank België lopend van 2/1/2008 tot 31/12/2022. De terugbetalingsperiode begon vanaf boekjaar Netto staat op jaareinde 2016 nog 480m open. Naast dit langlopend krediet beschikt APETRA ook over een kaslijn van 20 miljoen voor de financiering van werkkapitaal. Op 17 december 2012 slaagde APETRA er in om een institutionele obligatielening te plaatsen van 300m, aan een interestvoet van 2,125% en een looptijd van 8 jaar. Op 25 september 2013 werd een nieuwe financieringsronde afgesloten met de uitgifte van een bijkomende institutionele obligatielening van 400m aan een interestvoet van 3,125% met een looptijd van 10 jaar. Geen specifieke garanties werden verstrekt voor de kredieten en financieringen. Op 24 november 2016 werd er een overeenkomst tot opening van een kredietlijn met het Agentschap van de Schuld gesloten. De Belgische Staat kent daarbij aan APETRA een kredietlijn toe voor een maximaal bedrag van 1,26 miljard. De kredietlijn kan uitsluitend worden aangewend ter herfinanciering van de nog per einde 2015 openstaande leningen van 1,26 miljard. Bij de toekenning van de kredietlijn werd ervan uitgegaan dat APETRA elk jaar minstens een neutraal ESR-resultaat behaalt. In 2016 werd er al 80 miljoen geherfinancierd voor de terugbetaling van 80 miljoen van de Belfius-lening. Voorraad onder ticket. In 2016 heeft APETRA gemiddeld ton product als indekking onder ticket. Door de op dat moment nog geldende lagere voorraadplicht 2016, verkoopt APETRA in Q tickets op ton van haar voorraden. In geval van bevoorradingscrisis worden de beschikkingsrechten uitgeoefend aan de op dat ogenblik geldende marktprijzen. De verkoop zal op hetzelfde ogenblik plaatsvinden onder dezelfde marktvoorwaarden. Risico s Door het lage prijsniveau komt de bijdragevoet onder druk te staan. Aanvang 2016 zette de prijsdaling van de olieproducten zich verder door en deze is op dit ogenblik nog niet ongedaan gemaakt. Door de verrekening van deze prijzen in de bijdrageformule, boekt APETRA in 2016 aanzienlijk minder ontvangsten, hetgeen de cashflow drukt. Overeenkomstig de notificatie van de Minister ontvangen op 29 april 2016 dienen echter maatregelen door de FOD Economie genomen te worden om te verzekeren dat APETRA een positief ESR-resultaat heeft, waardoor APETRA s liquiditeit gegarandeerd wordt. Deze notificatie geeft ook aan dat het Agentschap van de Schuld de leningen van APETRA op vervaldag zal herfinancieren. Hierbij gaat het zowel om de lening bij Belfius als om de hogervermelde obligatieleningen. 5

6 Andere risico s en onzekerheden die voortvloeien uit de marktwerking bestaan uit de impact van de verschillende berekeningsmethodes van de voorraadplicht, het tekort of teveel aan aanbod wat betreft opslagcapaciteit en het onvoldoende aanbod van tickets. De interne risico s bestaan uit risico s verbonden aan diefstal, verlies, milieuvervuiling, opslag, transportbewegingen en de daling van de kwaliteit van de eigen stocks. Financiële instrumenten Er worden in de loop van het boekjaar geen financiële instrumenten gebruikt of aangekocht. Gebeurtenissen na het einde van het boekjaar Er vonden geen andere dan hogervermelde belangrijke gebeurtenissen plaats die een invloed hebben op de Jaarrekening, of die het financiële evenwicht in gevaar zouden kunnen brengen. Bijkantoren of dochterondernemingen Er bestaan geen bijkantoren, noch dochterondernemingen van de vennootschap. Onderzoek en Ontwikkeling In het afgelopen boekjaar vonden geen activiteiten van Onderzoek en Ontwikkeling plaats, die als dusdanig kunnen worden gecatalogiseerd en geactiveerd. Brussel, vrijdag 28 april