Theoretische en empirische bouwstenen van het Vlaams Innovatiesysteem Systeem

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Theoretische en empirische bouwstenen van het Vlaams Innovatiesysteem Systeem"

Transcriptie

1 VTO V L A A M S TECHNOLOGIE OBSERVATORIUM innova Theoretische en empirische bouwstenen van het Vlaams Innovatiesysteem Systeem 1 annex bij nr 1 Jan Larosse VLAAMS INSTITUUT VOOR DE BEVORDERING VAN HET WETENSCHAPPELIJK-TECHNOLOGISCH ONDERZOEK IN DE INDUSTRIE

2 VTO V L A A M S TECHNOLOGIE OBSERVATORIUM COLOFON VTO-Studies wordt uitgegeven door het IWT in het kader van het werkprogramma van het VTO. De auteurs zijn echter persoonlijk verantwoordelijk voor de standpunten die worden ingenomen bij de uitwerking van deze Studies. Redactie } Ann Van den Bremt (secretariaat) Jan Larosse (coördinatie) Productie } Lemahieu & Vandendriessche Copyright } reproductie en gebruik is toegestaan mits bronvermelding. VTO-Team Jan Larosse, Coördinator VTO Sabine Devinck, VTO-Analyses Piet Olivier, VTO-Informatiesysteem Ann Van den Bremt, VTO-Secretariaat Bischoffsheimlaan Brussel Tel.: 02/ Fax: 02/ vto@iwt.be Web-site: Depotnummer: D/1997/7037/2 Verschenen in november 1997

3 VTO V L A A M S TECHNOLOGIE OBSERVATORIUM Theoretische en empirische bouwstenen van het Vlaams Innovatie Systeem annex bij nr 1 Jan Larosse (IWT-VTO

4

5 Inhoudstafel Situering 5 1. Theoretische uitgangspunten voor het VINS 6 Een nieuw economisch groeimodel 6 Nieuwe theoretische inzichten 7 Het Nationale Innovatie Systeem Empirische elementen over het VINS 17 Van theoretisch model naar beleidsindicatoren 17 Een statistische verkenning van de structuur van het VINS 21 Industriële en institutionele kenmerken 28 Institutionele structuur van het W&T-systeem 34 Verklarende lijst met acroniemen 41 Referenties 42 3

6

7 Situering Het VTO coördineert een actie- en studieprogramma dat de ambitie heeft een nieuw statistisch kader te introduceren voor het technologie- en innovatiebeleid. Het concept nationale innovatiesystemen, dat wordt uitgewerkt binnen de OESO als vergelijkend kader voor dit beleid, dient hiervoor als richtsnoer. Het is een conceptueel kader dat op maat is van het nationaal technologie- en innovatiebeleid en terzelfder tijd de moderne theorie over het niet-lineair karakter van het innovatieproces in de bedrijven volledig integreert. Bedrijven staan centraal in het innovatieproces maar wat belangrijk is het web van interacties tussen allerlei verbonden instituties bedrijven, onderwijs- en onderzoeksinstellingen, overheden en ondersteunende organisaties - om kennis in al zijn vormen te creëren, op te slaan en te transfereren. Deze configuratie van instituties en het industriële specialisatiepatroon waarbinnen zij opereert is landenspecifiek en geworteld in de kennis en vaardigheden die in de loop der jaren geaccumuleerd werden. Innovatie is specifiek voor landen, sectoren, bedrijven. De effectiviteit van het technologie- en innovatiebeleid hangt dus in grote mate af van de bekwaamheid van het beleid om op het bestaande innovatiesysteem voort te bouwen, zijn sterke punten te exploiteren en zijn zwakke punten te remediëren. Het opzetten van een adequaat systeem van beleidsindicatoren voor het Vlaams Innovatie Systeem is op zich ook een innovatieproces waarop alle principes van het moderne innovatiedenken van toepassing zijn. Het is geen zaak van één organisatie maar vergt naast een internationale kennispool ook een netwerk van lokale actoren, die geïntegreerd zijn in het proces van verzameling van data tot het uitvoeren van analyses. Het VTO moet zijn eigen kennispotentieel verder uitbouwen, zijn absorptiecapaciteit verhogen. Tegelijkertijd is de eerste regel van een goed innovatiemanagement dat het draagvlak voor het nieuwe concept van het Vlaams Innovatie Systeem in het netwerk van verbonden actoren dient te worden verzekerd door onderbouwde studies en discussie. De achtergrondteksten die niet aan bod kunnen komen in het bestek van de hoofdtekst over het werkprogramma van het VTO worden daarom aangeboden in deze annex voor kritische toetsing aan het debat over de taakstelling van VTO en de oriëntatie van het verdere studiewerk. Het VTO-team. 5

8 1. Theoretische achtergrond EEN NIEUW ECONOMISCH GROEIMODEL de overgang naar een kenniseconomie, een economie in staat van permanente innovatie, betekent een kwalitatieve verandering van de economische structuur Er is een consensus in hedendaagse economische theorie dat technologische innovatie de voornaamste motor is van de economische ontwikkeling. In de geavanceerde industriële landen wordt de toename van de economische groei voor meer dan de helft toegewezen aan de factor technologische innovatie die voor een conglomeraat aan kennisverrijkende activiteiten staat die de kwaliteit en de performantie van producten en diensten verhogen. Voor het overheidsbeleid wordt innovatie daarom van doorslaggevend belang voor het verzekeren van de welvaart van het land : zij is de bepalende factor in de internationale competitiviteit van de nationale economie en de drijvende kracht achter maatschappelijke transformaties op het vlak van tewerkstelling, milieu. De overgang naar een kenniseconomie, een economie in staat van permanente innovatie, betekent een kwalitatieve verandering van de economische structuur, waardoor zich een andere aanpak van het overheidsbeleid opdringt dan in de traditionele industriële maatschappij. Het management van de immateriële activa en van het kennisnetwerk tussen de verschillende actoren komt centraal te staan. een nieuwe dynamiek van globalisering en liberalisering heeft een einde gemaakt aan het na-oorlogs model van industriële groei in de door nationale overheden gereguleerde welvaartstaten de crisis van het industrieel groeimodel De periode van structurele veranderingen die sinds de jaren zeventig is ingezet wordt gekenmerkt door een nieuwe dynamiek van globalisering en liberalisering die een einde heeft gemaakt aan het na-oorlogs model van industriële groei in de door nationale overheden gereguleerde welvaartstaten. Dit succesvol economisch groeimodel was gekenmerkt aan de aanbodszijde door een hoge graad van standaardisering en mechanisering van de industrie volgens de Tayloristische principes van de lopende band en de hiërarchische divisionele bedrijfsorganisatie. Een nieuw tijdperk van massaproductie van duurzame consumptiegoederen werd mogelijk door de ontwikkeling van de keynesiaanse vraageconomie en de massaconsumptie, waardoor de welvaartscirkel werd gesloten. De sociale differentiëring, die in de jaren zeventig door allerlei externe schokken werd aangewakkerd, ondermijnde echter de institutionele basis van deze groeicirkel en was op zijn beurt richtinggevend voor de ontwikkeling in de jaren tachtig van een productiemodel van flexibele specialisatie dat werd mogelijk gemaakt dank zij de technologische vooruitgang, met name op het vlak van de informatie- en communicatietechnologie. Hierdoor werd het immers mogelijk om een meer mature bedrijfs- en productiestructuur te ondersteunen die, met kortere ontwikkelingsen leveringstijden, beperktere series van gedifferentieerde producten trachtte te slijten op een steeds concurrentiëlere en gefragmenteerdere markt. 6 opkomst van een interactief groeimodel Al deze institutionele, organisatorische en technologische veranderingen hebben nog geen nieuw evenwicht gevonden in een nieuw, stabiel economisch groeimodel, getuige de blijvende structurele problemen op de kapitaal- en arbeidsmarkten. In de jaren negentig tekenen zich echter de contouren af van een groeimodel dat opnieuw een welvaartscirkel kan genereren, gedragen door de druk tot permanente

9 1. Theoretische achtergrond innovatie, een groeimodel dat sterk gebaseerd is op de factor kennis. Het innovatieproces in de bedrijven heeft nieuwe kenmerken gekregen - met name het belang van de interactie van alle actoren - die maatgevend zijn voor de richting van de organisatorische en institutionele aanpassingen die moderne economieën nog verder moeten ondergaan. De veeleisende combinatie van technologieën in nieuwe producten en processen, de groeiende complexiteit van de technologie, de toenemende kosten van ontwikkeling, de geëiste snelheid van ontwikkeling en de toegenomen risico s, dat alles vraagt een totale mobilisatie van het kennispotentieel binnen een bedrijf. De klassieke lineaire benaderingen volgens dewelke wetenschappelijke uitvindingen sequentieel in de economie worden geïntroduceerd en verspreid (technology-push) of door de marktvraag worden uitgelokt (technologypull) gaan in vele gevallen niet (meer) op, wanneer er een veelvuldige wisselwerking nodig is tussen de technologische mogelijkheden geëxploreerd in een O&O-afdeling, de bedrijfseconomische capaciteiten van de productieafdeling en de commerciële opportuniteiten die de marketingafdeling ziet. Bovendien moet een bedrijf meer en meer beroep doen op complementaire kennisbronnen in andere bedrijven en in onderzoeksinstellingen. De kenniseconomie volgt een interactief groeimodel, gekenmerkt door permanent leren en de nauwe koppeling van nieuwe ontwikkelingen aan gebruikersnoden. de klassieke lineaire benaderingen gaan in vele gevallen niet (meer) op, wanneer er een veelvuldige wisselwerking nodig is tussen de technologische mogelijkheden geëxploreerd in een O&O-afdeling, de bedrijfseconomische capaciteiten van de productieafdeling en de commerciële opportuniteiten die de marketingafdeling ziet NIEUWE THEORETISCHE INZICHTEN De permanente technologische verandering die in de jaren tachtig de norm is geworden - waarbij zowel productvernieuwing als kostenbeheersing door procesvernieuwing deel uitmaken van de concurrentiestrategieën van de bedrijven - heeft een diepgaande impact op de economische en sociale reproductievoorwaarden. Er vindt een dematerialisering plaats van het economisch leven onder invloed van de informatietechnologie, de biotechnologie en de nieuwe materialen, uitgedrukt in een groeiende kennisinhoud van de economische producten en diensten. De economische theorie en het economisch beleid beginnen maar pas de impact te verwerken van de endogenisering van de factor kennis in de economie. Kennisproductie heeft immers andersoortige karakteristieken dan de productie van materiële goederen. De kennisvoorraad is een ongelimiteerde bron van nagenoeg gratis productieve diensten, in tegenstelling tot materiële producten die onderhevig zijn aan slijtage en ander verbruik. Kennis heeft een cumulatief karakter omdat de output ook weer een (vaak kosteloze) input is voor een volgende fase van kenniscreatie. Deze positieve externaliteiten en stijgende meeropbrengsten, in termen van de standaardtheorie, leiden tot marktfalingen, en vereisen een grondige herdenking van de economische regulaties in het algemeen, en van het industrie- en technologiebeleid in het bijzonder. In de komende jaren zullen de volle implicaties van de kennisintensieve productiewijze vertaald moeten worden in het bedrijfsmanagement, in de economische theorievorming én in overheidsbeleid. Dit is een proces dat met enige vertraging de evoluties op het terrein volgt wegens de inertie van de bestaande de economische theorie en het economisch beleid beginnen maar pas de impact te verwerken van de endogenisering van de factor kennis in de economie 7

10 1. Theoretische achtergrond instituties in de bedrijfsorganisatie, de theorievorming, en het overheidsbeleid. De institutionele flexibiliteit van het innovatiesysteem, zijn aanpasbaarheid, is daarmee reeds een belangrijk criterium van kennisvalorisatie en van competitiviteit. het innovatieproces kan pas succesrijk zijn met een bewuste innovatiestrategie die interne kennisopbouw en openheid voor kennisverwerving centraal stelt innovatiemanagement In het bedrijfsmanagement volgen de nieuwe modellen elkaar in snel tempo op. Veelal zijn het echter productdifferentiaties rond de nieuwe ideaaltypes van de lerende organisatie. Er gaapt echter nog een diepe kloof tussen theorie en praktijk, o.m. omdat de manipulatie van kennis als basisgrondstof een omwenteling vraagt van de arbeidsorganisatie waardoor het menselijk kapitaal een dominerende plaats krijgt. De werknemer als kennisdrager wordt de belangrijkste stakeholder van de nieuwe kennisintensieve bedrijven. Dit vereist een ander type management waarin de coaching van deze belichaamde kennis centraal staat, evenals de beheersing van het gecodificeerde kenniskapitaal, via kwaliteitsprocedures, informatiesystemen, intellectuele rechten. Het kennismanagement vraagt een toenemende formalisering van de kennisopbouw binnen de organisatie zelf. De (re)combinatie van kenniselementen zodanig dat eigen kerncompetenties worden aangevuld door de noodzakelijke complementaire kennis via netwerking via netwerking is eveneens een hoeksteen van het kennismanagement. Het innovatieproces kan pas succesrijk zijn met een bewuste innovatiestrategie die interne kennisopbouw en openheid voor kennisverwerving centraal stelt. Organisatorische innovatie is daarom een noodzakelijke voorwaarde voor technologische innovatie. De praktijken van succesvolle innovatoren zijn vaak inspiratiebron van nieuwe managementsmodes. Er bestaat echter geen eenvormig succesmodel van innovatiemanagement gezien de bijzonderheden van elke product-marktcombinatie, de eigenheid van de bedrijfsgeschiedenis en van de institutionele omgeving. Maar zoals het Taylorisme een algemeen model vormde voor de organisatie van de massaproductie, is de institutionalisering en routinisering van nieuwe types van werkrelaties en management een algemene voorwaarde voor het ontwikkelen van de interactieve kenniseconomie. economische theorie van de technologische verandering 8 Technologische innovatie werd tot voor kort als een exogene factor beschouwd en de toename van de totale factorproductiviteit bijgevolg als een residu : dat deel van de economische groei dat niet kan verklaard worden uit de toename van de productiefactoren arbeid en kapitaal. De endogenisering van de technologie in de economische theorie - waarmee de karakteristieken van technologie als economisch goed in het algemeen en als investeringsgoed in het bijzonder worden opgenomen in de economische modellen - stelt een serie belangrijke uitdagingen aan het dominante neo-klassieke paradigma. Ook de traditionele beleidsvoorschriften die afgeleid worden uit modellen die uitgaan van concurrentiële markten in standaardgoederen zijn aan een herdenking toe.

11 1. Theoretische achtergrond bijzonder economisch goed Ten eerste moet worden erkend dat kennis - wetenschappelijke kennis of kennis van technieken (technologie) - een bijzonder economisch goed is, met karakteristieken van een publiek goed, namelijk de niet-rivaliteit in het gebruik. Het gebruik door anderen verhindert immers niemands eigen gebruik, zoals dit het geval is bij gewone economische goederen. Dit afgeleid gebruik heeft als gevolg dat er spillovers (positieve externaliteiten) optreden bij kennisproductie (O&O), waardoor de sociale opbrengsten in belangrijke mate de private opbrengsten overstijgen (studies wijzen op een sociale opbrengst die gemiddeld twee tot drie keer hoger ligt dan de private opbrengst. Individuele investeringsbeslissingen in O&O leiden daarom tot een onderinvestering vanuit maatschappelijk oogpunt, omwille van het probleem van toeëigenbaarheid van de baten als gevolg van de externe effecten. Ook in een optiek van concurrentiële markten is daarom een publieke ondersteuning van O&O gelegitimeerd. de overheidsregulatie moet dus een evenwicht zoeken tussen het aanmoedigen van individuele inspanningen voor innovatie en het bevorderen van de spillovers van die individuele inspanningen Schumpeter heeft reeds aangetoond dat innovatie eigenlijk slechts kan gedijen in een omgeving die - tijdelijke - monopolies gedoogd. Innovatie is een strategie die gericht is op de afscherming van de onderneming van de marktdruk om (tijdelijke) overwinsten te maken. Het - tijdelijk - toekennen van exclusieve eigendomsrechten is dan een noodzakelijke incentief voor het ondernemen van innovatie. De overheidsregulatie moet dus een evenwicht zoeken tussen het aanmoedigen van individuele inspanningen voor innovatie ( privatisering - innovatiebeleid) en het bevorderen van de spillovers van die individuele inspanningen ( socialisering - diffusiebeleid). De overheidsregulatie is een essentieel element in de omgeving waarin bedrijven innoveren. De specifieke mix van concurrentie en bescherming is de katalysator voor het ontwikkelen van verschillend mogelijke innovatiestrategieën. technologische evolutie is dus een niet-lineair proces dat kan de vorm aannemen van een exponentiële groei, dank zij allerlei dynamische schaalopbrengsten of positieve externaliteiten aan de kant van vraag en aanbod toenemende meeropbrengsten Ten tweede is de productie van kennis onderhevig aan toenemende meeropbrengsten, een cumulatieve groei van de kennis door middel van kennis, wat indruist tegen het principe van de dalende meeropbrengsten waarop de traditionele economische theorie is gebaseerd. Op dit laatste principe is de mogelijkheid gefundeerd om, door het spel van vraag en aanbod in een concurrentiële markt, een uniek en optimaal evenwichtspunt te bereiken. Maar dit principe is alleen van toepassing op standaardgoederen, waarvan de marginale kost toenemen bij stijgende productie. Bij veel technologische producten met weinig materiële componenten - zoals software - is de marginale (re)productiekost nagenoeg nul, zodat de markt vlug gedomineerd wordt door grote winstmakers (zoals een Microsoft), die daarom niet de meest efficiënte technologie aanbieden. Technologische evolutie is dus een niet-lineair proces dat kan de vorm aannemen van een exponentiële groei, dank zij allerlei dynamische schaalopbrengsten of positieve externaliteiten aan de kant van vraag en aanbod, die 9

12 1. Theoretische achtergrond worden gegroepeerd onder het begrip positieve meeropbrengsten door adoptie (Arthur). Hieronder vallen : schaalopbrengsten in de productie, die tot een steeds sterkere stijging van de productiviteit leiden (cfr. de cyclus van de verdubbeling van de rekencapaciteit van de microprocessoren om de 18 maanden); de kennistoename door het verspreiden van informatie en door leren-aldoende; netwerkexternaliteiten die ontstaan bij de toename van het aantal aanbieders en/of het aantal gebruikers. Weliswaar zorgt de markt ook voor technologische veroudering en substitutie van een deel van de kennisvoorraad maar door de toegenomen kennisinhoud van de productie wordt het beleid nu geconfronteerd met een economie van stijgende meeropbrengsten. Een economie met wellicht onverhoopt groeipotentieel, maar ook met eigen regulatienoden, niet alleen omwille van de oligopolistische marktstructuur waartoe ze aanleiding geven. Stijgende meeropbrengsten verklaren immers de padafhankelijkheid van de technologische evolutie, waarbij een originele voorsprong snel uitgroeit tot een kloof waarbij andere technisch competitieve oplossingen geen kans meer maken. Niet-lineaire processen zijn over het algemeen gekenmerkt door een veelheid van evenwichtsoplossingen waarin historische keuzes of toeval een bepalende rol spelen. Ook de rol van early adopters, en het definiëren van standaarden, waarin de overheid een verantwoordelijkheid heeft, kan sterk bijdragen tot het vestigen van een technologische voorsprong. netwerken zijn een kanaal voor het internaliseren van de externe effecten van kennisproductie en bevorderen dus het ondernemen van meer O&O en innovatie alternatieve coördinatievormen Ten derde nodigt het groeiend belang van de kennisproductie- en distributie uit tot een meer multidisciplinaire benadering van de economie i.t.t. tot de neo-klassieke keuzetheorie voor de universele markt. Bounded rationality, de onvolmaakte informatie eigen aan speculatief innovatiegedrag, opent de economie voor de funderende rol van instituties - dit zijn normatieve structuren die stabiele handelingspatronen genereren - bij het nemen van economische beslissingen. Markttransacties zijn ook niet enkel zero-sum spelen als gevolg van het schaarsteprincipe, maar worden in coöperatieve verbanden positieve sum spelen. Het interactief model nodigt uit tot nieuw onderzoek over incentiefstructuren en de betekenis van nieuwe economische coördinatiemechanismen zoals netwerken. Netwerken zijn een kanaal voor het internaliseren van de externe effecten van kennisproductie en bevorderen dus het ondernemen van meer O&O en innovatie. 10 innovatie- en technologiebeleid De groeiende kenniseconomie geeft aanleiding tot een kwalitatieve mutatie op vele gebieden die ook een nieuwe rationale verschaft aan het overheidsbeleid inzake innovatie. Kennisproductie is klassiek onderhevig aan marktfalingen : het marktmechanisme is niet in staat sociaal wenselijke uitkomsten te organiseren wanneer er externaliteiten optreden. Binnen gegeven allocaties zijn de spillovers naar derden, eigen aan kennisproductie, oorzaak van onderproductie die klassiek door subsidies aan industriële O&O en door publieke O&O-inspanningen geremedieerd kan worden. Deze stimulerende activiteit moet afgewogen worden tegen het optreden van overheidsfalingen als gevolg van de druk van

13 1. Theoretische achtergrond belangengroepen en de bureaucratische logica van de overheidsadministratie. Het toenemend belang van de interactie in de kennisproductie vergt echter ook een bewaking van de systeemcoherentie. Innovatie wordt steeds meer een collectief proces, waarin het samenspel van verschillende actoren en instituties doorslaggevend is voor het resultaat. Het voorkomen en remediëren van systeemfalingen wordt een belangrijk beleidsobjectief van overheden voor de bevordering van innovatie. Het belang van het beleidskader nationaal innovatiesysteem voor een doelmatig handelen moet in dit perspectief begrepen worden. innovatie wordt steeds meer een collectief proces, waarin het samenspel van verschillende actoren en instituties doorslaggevend is voor het resultaat HET NATIONALE INNOVATIE SYSTEEM Het concept national innovation system (NIS) werd voor de eerste keer gebruikt door C. Freeman in een analyse van het Japanse model van technologische innovatie. Hij definieerde het als the network of institutions in the public and private sector whose activities and interactions initiate, import, modify, and diffuse new technologies (C. Freeman, 1987). Sindsdien is het in een analoge betekenis gebruikt door verschillende auteurs (A. Lundvall 1992, R. Nelson 1993, C. Edquist 1997). Steeds worden interactie en instituties als sleutelvariabelen opgevoerd voor een verklaring van de onderscheiden innovatiepatronen in verschillende landen. Zonder dat er een strikte, eensluidende definitie over bestaat heeft het NIS-concept toch een semi-officiële status verworven dank zij de werkzaamheden van de OESO, die op het vlak van technologiebeleid als een internationale denktank en broedplaats voor nieuwe standaarden en beleidsnormen fungeert. In de OESO werd reeds tussen 1989 en 1992 het programma Technology and the Economy uitgevoerd dat leidde tot een systematisering van de nieuwe theoretische inzichten over het interactief karakter van het innovatieproces, over de verschillende vormen waarin kennis wordt geproduceerd en verspreid en over het belang van technologiediffusie voor het innovatiebeleid (OESO, 1992). Vanaf 1994 werd dit programma verder uitgewerkt door een nieuwe permanente werkgroep rond Technology and Innovation Policy die in 1996 een pilootproject startte voor de uitwerking van het concept national innovation system tot een internationaal vergelijkbaar beleidskader. Dit gaat gebeuren in de vorm van gemeenschappelijke indicatoren voor de evaluatie van de kennisstocks, kennisstromen en de kennisdistributiecapaciteit van de onderscheiden nationale innovatie systemen. Aan dit project participeren op vrijwillige basis meer dan 18 verschillende landen - waaronder België - via het uitwerken van eigen NIS-studies en werkgroepen rond centrale thema s. Dit project sluit nauw aan bij een ander OESO-programma voor de ontwikkeling van nieuwe indicatoren voor de kenniseconomie dat in 1996 werd gelanceerd. zonder dat er een strikte, eensluidende definitie over bestaat heeft het NIS-concept toch een semi-officiële status verworven 11

14 1. Theoretische achtergrond figuur 1 / Nationaal Innovatie Systeem : definities.. the network of institutions in the public and private sectors whose activities and interactions initiate, import, modify and diffuse new technologies. (Freeman, 1987).. the elements and relationship which interact in the production, diffusion and use of new, and economically useful, knowledge... and are either located within or rooted inside the borders of a nation state. (Lundvall, 1992)... a set of institutions whose interactions determine the innovative performance... of national firms. (Nelson, 1993).. the national institutions, their incentive structures and their competencies, that determine the rate and direction of technological learning (or the volume and composition of change generating activities) in a country. (Patel and Pavitt, 1994).. that set of distinct institutions which jointly and individually contribute to the development and diffusion of new technologies and which provides the framework within which governments form and implement policies to influence the innovation process. As such it is a system of interconnected institutions to create, store and transfer the knowledge, skills and artefacts which define new technologies. (Metcalfe, 1995) bron : STI (1997) Het begrip National Innovation System is een generisch concept waarmee de nieuwe theoretische inzichten van de jaren tachtig en negentig over het innovatieproces worden geïntegreerd. De drie samenstellende elementen zijn essentieel : innovatie wordt in brede zin begrepen als het ganse proces van technologische, organisatorische, institutionele en sociale vernieuwingen met economische betekenis innovatie Innovatie is zowel het resultaat van een activiteit van vernieuwing door bedrijven als het proces van vernieuwing zelf. In enge zin is innovatie de introductie van technologische product- en procesinnovaties door bedrijven (Oslo Manual, 1996). Omdat het succes van technologische veranderingsprocessen van meerdere factoren afhankelijk is dan enkel van O&O wordt innovatie in brede zin begrepen als het ganse proces van technologische, organisatorische, institutionele en sociale vernieuwingen met economische betekenis. Een innovatie gebeurt wanneer ondernemers nieuwe technologische/ organisatorische mogelijkheden inzetten voor nieuwe opportuniteiten op de markt. Innovatie betreft dus strikt genomen twee dimensies : technische vernieuwing en marktselectie. Zonder economische waardering blijft een technische vernieuwing enkel een uitvinding. 12 Technologie is volgens de economische theorie de verzameling van technisch mogelijke combinaties van productiefactoren - mensen, machines, materialen, kennis, know-how - voor de creatie van toegevoegde waarde. Door een selectieproces - de markt, maar ook door interne leerprocessen, toeval - worden slechts bepaalde technisch mogelijke combinaties gerealiseerd. Technologie is etymologisch kennis van (productie)technieken en technologische innovatie staat dus voor het introduceren in de economie van nieuwe technische kennis of nieuwe combinaties van bestaande technische kennis.

15 1. Theoretische achtergrond Door de accumulatie van overgedragen kennis worden alle productiefactoren steeds meer kennisintensief, gestolde kennis. Technologie wordt dan een ding. Kennis is breder dan technologie (technische kennis). Naast de toepassing van technische kennis vereist technologische vernieuwing van producten en processen immers ook andere kennisvormen (organisatie, ontwerp, logistiek, marketing,...). Kennis is anderzijds enger dan informatie, omdat het een dimensie van verstaan impliceert, een leerproces. Kennis als cultuurdragende codering is de menselijke hulpbron bij uitstek en is erg veelsoortig. Ze is niet alleen erg gedifferentieerd naar inhoud maar ook naar vorm : naast de formele kennis in de vorm van wetenschappelijke publicaties, technische handleidingen, octrooien,... (gecodificeerde kennis) die een overdraagbare vorm heeft, is er de informele kennis die door ervaring wordt opgebouwd en in hoofde van mensen is opgeslagen en een artisanaal, plaatsgebonden en vaak intuïtief karakter heeft waardoor ze moeilijk overdraagbaar is : de moeilijk vertaalbare tacit knowledge. In een innovatieproces zijn beide vormen nodig. In de verschillende sectoren en bedrijven komen deze twee kennisvormen in verschillende combinaties voor, wat een eigen karakter geeft aan de innovatiepatronen : de zgn. high-tech sectoren maken veel gebruik van gecodificeerde kennis, maar in de zgn low-tech sectoren is er vaak een groot potentieel aan informele kennis (niet gecodificeerde kennis), belichaamd in menselijk kapitaal. De kenniseconomie heeft een meerlagige kennisbasis waarin respectievelijk onderscheiden moeten worden : de wetenschappelijke kennisbasis (fundamenteel en basisonderzoek), de industriële kennisbasis (toegepast basisonderzoek rond generische kennis) en de bedrijfskennisbasis (specifieke kennisspecialisaties en vaardigheden die een competitief voordeel bezorgen). Het onderscheiden van de verschillende lagen in deze kennisbasis geeft juist het belang aan van de complementariteit van de verschillende kennislagen en vergt een complexe regulatie van toegang, toeëigenbaarheid, codificatie. in de verschillende sectoren en bedrijven komen deze twee kennisvormen in verschillende combinaties voor, wat een eigen karakter geeft aan de innovatiepatronen : de zgn. high-tech sectoren maken veel gebruik van gecodificeerde kennis, maar in de zgn low-tech sectoren is er vaak een groot potentieel aan informele kennis (niet gecodificeerde kennis), belichaamd in menselijk kapitaal systeem Termen als economisch systeem, informatiesysteem, eco-systeem, zijn deel gaan uitmaken van het dagelijks taalgebruik om een geheel van elementen in interactie aan te duiden, een vorm van georganiseerde complexiteit. De systeembenadering is een methode om kennis te verzamelen en te ordenen teneinde doelgerichter te kunnen handelen (de Rosnay, 1988) en gaat terug op de cybernetica van N. Wiener (1948), als methode voor het besturen van zeer complexe systemen naar het model van servokoppelingen. Ze is ontwikkeld tot een transdisciplinaire benadering in de informatieleer, de biologie en de economie die de functionele en structurele principes bestudeert die de werking van systemen beheersen. In tegenstelling tot de analytische benaderingen, die op basis van een partiële theorie een reductionistische verklaring opstellen, bekijkt de systeembenadering het totaal van elementen, hun interactie en onderlinge samenhang. Het verband tussen de elementen is even belangrijk als de elementen zelf. Beide benaderingen zijn echter complementair : de systeembenadering richt zich dan op het synthetisch moment, op het verklaren van 13

16 1. Theoretische achtergrond de complexiteit als een zelforganiserend proces van positieve en negatieve terugkoppelingen. De systeembenadering is echter geen wetenschappelijke theorie maar een methode die een begripskader genereert voor het vergaren, bewaren en overdragen van kennis, evenals beslissingsregels voor het handelen. Om die redenen is het een interessante benadering voor het opzetten van een Vlaams Technologie Observatorium. figuur 2 / Nationaal Innovatie Systeem : voorstellingsmodel kapitaalsmarkt arbeidsmarkt maatschappelijk steunvlak de systeembenadering is echter geen wetenschappelijke theorie maar een methode die een begripskader genereert voor het vergaren, bewaren en overdragen van kennis, evenals beslissingsregels voor het handelen INNOVATIE- NETWERKEN economische groei nieuwe produkten en processen INPUT BEDRIJVEN OUTPUT onderwijs onderzoek DIFFUSIE intermediatie kennishandel nieuwe kennis publicaties patenten uitrusting mensen De systeembenadering in de studie van de technologische innovatie vloeit logisch voort uit de observatie van het niet-lineair karakter in de meeste innovatieprocessen op het bedrijfsvlak. Binnen de bedrijven vraagt innovatie de voortdurende interactie tussen de verschillende afdelingen : de O&O-afdeling die een nieuw idee introduceert en op zijn technische haalbaarheid onderzoekt; de marketing afdeling die het toetst aan de gebruikersbehoeften en de productieafdeling die het kostenefficiënt implementeert in de productie het chain-linked model : Kline & Rosenberg, 1986). Daarenboven zijn er de voortdurende terugkoppeling tussen het bedrijf en zijn klanten en leveranciers. Deze interactiviteit - bron van stijgende meeropbrengsten - op bedrijfsniveau vindt zijn voortzetting op het institutionele vlak omdat innovaties en kennisproductie interactie tussen verschillende types organisaties vraagt. Niet alleen de Schumpeteriaanse ondernemer treedt op als actor, maar ook onderzoeksinstellingen en overheden, zodat dus niet alleen markten en monetaire incentiefstructuren meespelen, maar ook de politiek-strategische logica van het algemeen belang, het streven naar waarheid en naar erkenning door gelijken onder wetenschappers. 14 De systeembenadering komt voort uit de interactiviteit van het innovatieproces en uit de erkenning van de heterogeniteit van instituties die erbij betrokken zijn, die

17 1. Theoretische achtergrond niet volgens één gedragsmodel te verklaren zijn. Het is een politiek-economische benadering die de functioneel-structurele relaties beschrijft tussen de (f)actoren die innovatie beïnvloeden : de institutionele opzet, de industriële structuur van een systeem. De systeembenadering laat toe om het nieuwe groeimodel van de kenniseconomie te vatten als een dynamisch evenwicht tussen het proces van positieve terugkoppeling van de technologische innovatie en het proces van negatieve terugkoppeling door selectie via de markt. Zij sluit aan bij de evolutionaire theorie van de technologische verandering die geen optimale oplossingen in evenwichtsituaties erkent maar een open, historische evolutie waarin enkel een relatieve superioriteit wordt bereikt. Die evolutie is sterk padafhankelijk, d.w.z. dat het technologisch traject sterk wordt bepaald door de initiële condities van ontstaan, voorsprong en regulatie. de systeembenadering komt voort uit de interactiviteit van het innovatieproces en uit de erkenning van de heterogeniteit van instituties die erbij betrokken zijn De systeembenadering sluit ook nauw aan bij de literatuur rond netwerken. Netwerken zijn een coördinatievorm van het economisch handelen met een eigen incentiefstructuur en dynamiek, naast de markt (decentralisatie) en de hiërarchie (centralisatie). Het is een vorm van semi-integratie van productieve activiteiten waarbij een mengeling van centrale en decentrale besluitvorming, formele en informele relaties een rol spelen. Er is een vertrouwenskapitaal nodig om netwerken te exploiteren. De overheid als specialist van de collectieve actie kan een catalyserende rol spelen in het initiëren van dergelijke collectieve acties; dikwijls heeft de markt via outsourcing en nieuwe dienstenrelaties reeds een structuur voor het functioneren van netwerken gecreëerd. nationaal Innovatiesystemen kunnen nationaal, regionaal of internationaal zijn, of al deze dimensies tegelijk omvatten. Waarom dan bijzondere nadruk op nationale innovatiesystemen? Dit omwille van het belang van de institutionele context voor de economische ontwikkeling in het algemeen en innovatie in het bijzonder. Elk land wordt gekenmerkt door een eigen industrieel specialisatiepatroon, eigen bedrijfsorganisatorische oplossingen, eigen vormen van technologische relaties. Dit is in belangrijke mate toe te schrijven aan de wisselwerking met de lokale randvoorwaarden in de wijze waarop de factormarkten zijn georganiseerd, maar vooral door de organisatie van de kennisproductie en -verspreiding (onderwijs en opleiding, O&O), waarin de nationale overheden een bepalende rol spelen. Het nationale onderwijs- en onderzoekssysteem vormt de belangrijkste verankering van de nationale innovatiesystemen. De kennisinstellingen in de verschillende landen hebben een eigen geschiedenis, een eigen culturele achtergrond, die de lange termijn dynamiek van het innovatieproces blijven oriënteren. De specificiteit van nationale instellingen verklaart de specificiteit van nationale innovatiesystemen. elk land wordt gekenmerkt door een eigen industrieel specialisatiepatroon, eigen bedrijfsorganisatorische oplossingen, eigen vormen van technologische relaties Het nationale blijft een natuurlijke grens van innovatiesystemen, ook in het tijdperk van globalisering waarin ongetwijfeld een aantal functies op supranationale schaal worden overgezet. Via de institutionele dimensie van de kennisdistributie blijft de koppeling tussen het politiek systeem en het technologisch systeem aanwezig in de historische - gedeelde geschiedenis - en de culturele - gedeelde taal - dimensies van de relaties tussen actoren in het innovatiesysteem. 15

18 1. Theoretische achtergrond De globalisatie van de economie betekent niet dat de lokalisatie van de productie niet belangrijk meer is. De nationale institutionele diversiteit kan omgezet worden in comparatieve voordelen voor de versterking van de competitiviteit/attractiviteit van een land. Vanuit de optiek van de systeembenadering is er wel geen dwingende theoretische reden om voorrang te geven aan de nationale dimensie omdat de systeembenadering een pragmatische, perspectivistische benadering is die de grenzen van het systeem niet scherp omschrijft, noch functioneel, noch geografisch. De grenzen worden bepaald door de omstandigheden. Naargelang het perspectief op het innovatieproces kan van een technologisch systeem worden gesproken, vanuit een sectorale dimensie (het IT-systeem b.v.); of - vanuit de spatiale dimensie - over nationale systemen, internationale zowel als over regionale systemen (hierbij aansluitend bij de industriële districten ). Innovatiesystemen vormen een combinatie van deze beide dimensies. Het nationaal innovatiesysteem is de uitdrukking van de (zelf)organisatie van het overheidsbeleid ten aanzien van technologische systemen. Er zit hier dus een politiek voluntaristische dimensie in, maar in laatste instantie blijft er ook een empirisch economische falsificatiemogelijkheid van de mate van reële interconnectie tussen de elementen/actoren. Het nationaal innovatiesysteem is dus een conceptueel kader voor het (nationaal) overheidsbeleid, maar ook een instrument voor de wetenschappelijke studie van het innovatieproces en zelfs een basis voor het beleid van (internationale) bedrijven die de nationale verschillen dienen te kunnen gebruiken bij het bepalen van hun O&O-investeringen, hun interacties met allerlei instituties en met het nationale technologiebeleid in het bijzonder (Edquist, 1997). figuur 3 / conceptueel kader het nationaal innovatiesysteem is de uitdrukking van de (zelf)organisatie van het overheidsbeleid ten aanzien van technologische systemen 16 Bron : Assessing the distribution power of National Innovation Systems, Pilot Study : The Netherlands. HEI : Higher Education Institution RTO : Research & Technologic Development Organization

19 2. Empirische bouwstenen VAN THEORETISCH MODEL NAAR BELEIDSINDICATOREN Indicatoren zijn statistieken of combinaties van statistieken die een signaalfunctie hebben ten opzichte van een (beleids)doelstelling De meest bekende technologiebeleidsindicator is de O&O-intensiteit in termen van het BNP, als internationaal vergelijkende maatstaf van de nationale inspanningen voor O&O. Het belangrijkste type indicatoren zijn performantie-indicatoren : zij laten toe prestaties te evalueren in termen van aandeel, groei, afwijking van het gemiddelde. De gangbare technologie-en innovatieindicatoren zijn input- of outputindicatoren, omdat dit ook eigen is aan de tot voor kort gangbare lineaire visie op het innovatieproces : een input wordt verondersteld een bepaald multiplicatoreffect te hebben ; de output staat voor een zeker rendement. Wat ontbreekt is echter een beeld van de black box, het innovatieproces zelf dat in recursieve bewegingen, - dankzij spillovers en onder invloed van sterk bepalende omgevingsvariabelen - deze inputs aan kennisinvesteringen verwerkt tot kennisresultaten, innovaties. De centrale opzet van de pilootstudies rond national innovation systems in het kader van het Technology and Innovation Policy programma van de OESO, is om indicatoren te verzamelen rond deze relationele componenten van de nationale innovatiesystemen, en een internationaal vergelijkbaar kader voor de kennisdistributiecapaciteit van onderscheiden nationale innovatiesystemen uit te werken. Hiervoor is het essentieel om de kennisstromen in kaart te brengen in het innovatiesysteem. figuur 4 / kennisstromen de ontwikkeling van een nieuwe of aanvul- AANBOD regulatie relevantie maatschappelijke VRAAG behoeften VRAAG standaarden lende set indicatoren zal dus vooral gericht zijn op de kennisstromen kapitaal arbeid INNOVATIE- NETWERKEN nieuwe producten en processen O&O onderwijs DIFFUSIE nieuwe kennis INPUT kennisbasis absorptiecapaciteit OUTPUT 17

20 2. Empirische bouwstenen De ontwikkeling van een nieuwe of aanvullende set indicatoren zal dus vooral gericht zijn op de kennisstromen, op de institutionele relaties die deze kennistromen bevorderen, en op de verschillend vormen waarin kennis gecreëerd en verspreid wordt. Statistieken zijn echter zelf een tamelijk inerte institutie : zij ontlenen hun waarde veelal aan hun periodische herhaling in dezelfde vorm. Daarom is de opzet van nieuwe procesindicatoren gekoppeld aan een herduiding van de bestaande statische indicatoren in dynamische zin. De O&O-inputindicator als indirecte maatstaf voor kenniscreatie, kan ook worden beschouwd als een indirecte maatstaf voor de kennisabsorptiecapaciteit bij kennisdiffusie, want elke opbouw van eigen kennis is terzelfder tijd een mogelijkheidsvoorwaarde voor het deskundig gebruik van kennis van anderen. Ook wordt getracht om gekende statistieken zoals octrooiaanvragen te transformeren tot procesindicatoren door nieuwe aspecten ervan te benutten zoals b.v. samenwerkingsrelaties en kennisspillovers d.m.v. de citaties van andere kennisbronnen. een realistische strategie van indicatoront- figuur 5 / indicatoren wikkeling combineert dus de klassieke inputoutput benadering met een visie op de interactieve procesdynamiek AANBOD technologiebalans belichaamde technologie VRAAG VRAAG risicokapitaal tewerkstellingseffecten HRST attitudes Een realistische strategie van indicatorontwikkeling combineert dus de klassieke input-output benadering met een visie op de interactieve procesdynamiek. Dit neemt niet weg dat er nog belangrijke schakels ontbreken in het statistisch beeld van het innovatiesysteem dat momenteel kan samengebracht worden in de boordtabel van innovatie-indicatoren voor het technologie- en innovatiebeleid. innovatiemanagement CLUSTERS innovaties (% van de omzet) publicaties INPUT O&O-bestedingen personeel impliciete kennis octrooien OUTPUT 18

21 2. Empirische bouwstenen figuur 6 naar een boordtabel van innovatie-indicatoren KERNSTATISTIEKEN INNOVATIEPROCES INPUT - O&O (BERD; ANBERD; STIBERD;...) - HRST (verdeling studenten per studierichting, scholingsgraad en beroepsverdeling van actieve bevolking, aandeel hoger geschoolden in personeelsverdeling) - Andere immateriële investeringen (zie vnl opleiding, design, software, licenties) - Materiële investeringen (uitrusting) : technologieinhoud (o.a. via I-O) - Gebruik nieuwe technologie (o.a. IT-uitrusting, IT-diensten) - Buitenlandse directe investeringen (MNO) - Risicokapitaal (financieringen) - Wetenschapsparken (high-tech starters) OUTPUT - Octrooien (NDIE, EPO, USPTO : aantallen, aandelen, verdeling over domeinen, en specialisaties) - Publicaties (aandelen en specialisaties per wetenschapsdomein) - Innovaties / innoverende bedrijven (aantal, aandeel in omzet, aantal innovatieve KMO s) - Technologische betalingsbalans PROCES - Micro : uitbestedingen, techn. samenwerkingen - Meso : clusterkaart (diffusie) - Macro : kennisinfrastructuur (belang publieke onderzoeksinstellingen; rol universiteiten : o.a. octrooien, samenwerking met industrie) PERFORMANTIEMAATSTAVEN - I/O rendement (octrooiaanvragen / O&O), octrooien/aktieve bevolking) - economische groei (TW-evolutie, productiviteit, exportprestatie : aandeel high-tech sectoren) - tewerkstellingsevolutie (samenstelling) - structurele verandering (in sectorsamenstelling van BNP, technologische specialisatie) BENCH-MARKING - best practices - internationale gemiddelden (in relatie tot BNP, tot actieve bevolking,...) - beleidsdoelstellingen (o.a. budgetten voor O&O : aandeel in BERD, aandeel in BNP, aandeel in begroting; financiering O&O met aandeel in industriële O&O) INNOVATIEPROFIELEN / STRATEGIEËN - technologische specialisatie. O&O-intensiteit per sector. aandeel high-tech-sectoren. specialisatie-index octrooiaanvragen / wetenschappelijke publicaties - sourcingstrategieën (kennisbronnen, belemmeringen) : sector- of clusterspecifiek - institutionele voorwaarden (regulaties, rol publieke kennisinfrastructuur) : nationale innovatiesystemen als beleidsinstrument Het probleem met het invullen van een dergelijke boordtabel is dat de beschikbare statistieken ontwikkeld zijn volgens de lineaire visie, met O&O als centrale variabele. Over de b.v. andere immateriële investeringen (zoals deze in organisatie, software, logistiek, design, opleiding, marketing) die in het perspectief van de kennisgebaseerde economie even goed nodig zijn voor het suc- 19

22 2. Empirische bouwstenen vanuit België is de aankoop van octrooien en licenties en de betaling van royalties sterk gestegen, hiermee de groei van de eigen O&O-bestedingen helemaal achter zich latend ces van innovatie, zijn nauwelijks cijfers te vinden. Een Nederlandse studie van het Centraal Plan Bureau (Minne, 1995) geeft aanduidingen. België positioneert zich op de 5 de plaats onder de 10 onderzochte landen, met bijna 9,5 % van het BNP in immateriële investeringen, d.i. zowat de helft van de materiële investeringen. Tevens is het niet mogelijk zelfs maar een benaderend beeld te schetsen van het (absoluut en relatief) belang van de internationale kennisbronnen voor innovatie in Vlaanderen, wegens het ontbreken van regionale statistieken over de technologische betalingdbalans. De cijfers voor België zijn dan wel indicatief. Voor een kleine open economie is de internationale kennisbasis veruit de belangrijkste kennisbron (Helpman & Coe, 1995), al kan dit van sector tot sector sterk verschillen. De kanalen van internationale technologytransfer zijn ook zeer divers. Naast de directe aankoop van technologie, O&O-bestedingen in het buitenland en O&O-joint-, zijn er meer indirecte kanalen zoals de buitenlandse directe investeringen, de internationale mobiliteit van personeel betrokken bij innovatie, technische publicaties, imitatie en re-engineering van buitenlandse technologie. Multinationale ondernemingen spelen de belangrijkste rol bij de meeste van deze transfers. In een bijdrage van Capron et. al. (1997) voor de pilootstudie over het Belgisch Innovatiesysteem wordt gerapporteerd dat 40 %van de technologische activiteiten in België zou komen van grote niet- Belgische ondernemingen. Buitenlandse directe investeringen - meestal van MNO s - zijn goed voor ca 20 % van de nationale investeringen in België (een 250 mld BF), dat op dit vlak koploper is in de Oeso. Alhoewel directe investeringen vanuit het buitenland niet integraal technologiebestedingen zijn, is er een belangrijk aspect van technologietransfer aan verbonden. Vanuit België is de aankoop van octrooien en licenties en de betaling van royalties sterk gestegen, van 50 mld BF in 1983 tot meer dan 100 mld BF in de jaren 90, hiermee de groei van de eigen O&O-bestedingen helemaal achter zich latend. Maar nog belangrijker is de belichaamde technologiediffusie in de vorm van aankoop van technologisch geavanceerde uitrusting en componenten. Dit zijn echter beide vormen van min of meer gecontroleerde technologie transfer via de markt, internationaal en nationaal. Daarnaast zijn er belangrijke spillovers via de publieke kennisinfrastructuur (onderwijs) en publiek domeinkennis (in tijdschriften, octrooiinformatie, uitwisselingen en netwerken) en de externe effecten van de inspanningen van andere bedrijven (beschikbaar ook vaak via producten b.v. voor re-engineering - en mensen die circuleren). Deze kennisspillovers zijn moeilijk meetbaar. De bestaande statistische informatie laat niet toe zelfs een eerste schets te geven van de rol en het gewicht van belangrijke kennisvormen als de knowhow (de meer ervaringsgebaseerde kennis) en van kennisstromen als mobiliteit van onderzoekers of andere kennisdragers. Over de interactie tussen de actoren bestaan ook slechts rudimentaire gegevens, die niet of nauwelijks toelaten om de efficiency van de kennisstromen te onderzoeken. 20

23 2. Empirische bouwstenen Onderstaande statistische excursie botst op de beperkingen van het statistische materiaal en heeft dan ook als voornaamste bedoeling om vanuit de confrontatie van enkele belangrijke series pistes te verkennen voor de opbouw van een nieuw statistisch kader waarin andere, meer relationele indicatoren op de voorgrond zullen treden. EEN STATISTISCHE VERKENNING VAN DE STRUCTUUR VAN HET VINS statistische informatie De internationaal meest bekende en best beschikbare innovatie-indicatoren zijn de bestedingen voor O&O en de octrooiaanvragen. De eerstgenoemde statistiek is sinds de jaren zestig uitgewerkt binnen de OESO (Frascati Manual). Alhoewel octrooibureaus een informatiebron zijn die ver teruggaat in het verleden is de tweede statistiek meer gangbaar geworden door de ontsluiting van deze octrooidatabanken dank zij de moderne informatietechnologie. Deze elektronische databanken gaan dan ook niet zo ver terug. Eurostat heeft pas in 1996 regionale octrooistatistieken samengesteld die terug gaan tot 1989 (in Research and Development ; Annual Statistics 1996). Recent is internationaal ook een innovatiestatistiek gestart met de Community Innovation Survey (gebaseerd op de Oslo Manual,1996). Omwille van de regionalisering van de bevoegdheden in het bijzonder en het verwaarlozen van de statistische informatie in het algemeen waren er tot voor kort geen cijfers over al deze statistieken voor Vlaanderen. Het VTO, samen met de federale diensten DWTC, zijn bezig deze achterstand goed te maken. Tot op heden is het Vademecum, uitgegeven in 1995 door de Overleggroep Statistiek van de Commissie Federale Samenwerking, de meest actuele en volledige bron van technologiestatistieken in België. In 1998 zal de pilootstudie over het Belgisch Innovatiesysteem ook afgewerkt worden. O&O-bestedingen hebben een dubbele betekenis : enerzijds als maatstaf voor inspanningen in de creatie van nieuwe kennis, anderzijds als maatstaf voor de absorptiecapaciteit voor kennis die elders wordt gevonden O&O in Vlaanderen betekenis Traditioneel wordt de technologiepositie van een land afgemeten naar de inspanningen op het gebied van O&O. Een brede kennisbasis is een belangrijke aanbodsvoorwaarde voor een succesvol innovatieproces. O&Obestedingen zijn een input-indicator voor het innovatieproces. O&O is echter een cumulatief en interactief fenomeen, daarom hebben O&O-bestedingen een dubbele betekenis : enerzijds als maatstaf voor inspanningen in de creatie van nieuwe kennis, anderzijds als maatstaf voor de absorptiecapaciteit voor kennis die elders wordt gevonden. 21

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen 1 De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen In het publieke domein worden allerlei nieuwe technieken gebruikt: ambtenaren gebruiken Twitter, games, webplatformen en monitoringtools om de

Nadere informatie

Over de interpretatie van schattingen van het private en het sociale rendement van R&D

Over de interpretatie van schattingen van het private en het sociale rendement van R&D CPB Memorandum Hoofdafdelingen : Institutionele Analyse en Bedrijfstakken Afdelingen : Kenniseconomie en Bedrijfstakkencoördinatie Samenstellers : Maarten Cornet, Erik Canton en Alex Hoen Nummer : 27 Datum

Nadere informatie

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer AUTEURS Jonathan Desdemoustier, onderzoeker-doctorandus, Smart City Institute, HEC-Liège, Universiteit van Luik (België)

Nadere informatie

onderzoek in transitie?

onderzoek in transitie? Transitieonderzoek: onderzoek in transitie? Erik Paredis (UGent) Yves De Weerdt (VITO) Frank Nevens (VITO) Opstartworkshop INTRAP 31 mei 2012, Leuven www.steunpunttrado.be Opbouw 1. De uitdagingen waarvoor

Nadere informatie

Uittocht uit de industrie onstuitbaar? Prof. Dr. J. Konings VIVES - KULeuven

Uittocht uit de industrie onstuitbaar? Prof. Dr. J. Konings VIVES - KULeuven Uittocht uit de industrie onstuitbaar? Prof. Dr. J. Konings VIVES - KULeuven Overzicht Stylized Facts Theoretisch kader Sterke en zwakke sectoren in Vlaanderen? De supersterren van de Vlaamse economie

Nadere informatie

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Doel en beoogde opbrengst van de dialoog De opdracht van het platform is te komen tot een integrale, maatschappelijk breed gedragen en

Nadere informatie

Loont kiezen voor Cleantech innovatie?

Loont kiezen voor Cleantech innovatie? Loont kiezen voor Cleantech innovatie? Investeren in Cleantech biedt de mogelijkheid om economische meerwaarde te creëren in combinatie met milieuvoordelen. Een Cleantech productiemodel dient in staat

Nadere informatie

MKB investeert in kennis, juist nu!

MKB investeert in kennis, juist nu! M201016 MKB investeert in kennis, juist nu! drs. B. van der Linden drs. P. Gibcus Zoetermeer, september 2010 MKB investeert in kennis, juist nu! MKB-ondernemers blijven investeren in bedrijfsopleidingen,

Nadere informatie

Sociale innovatie. Integraal op weg naar topprestaties in teams en organisaties

Sociale innovatie. Integraal op weg naar topprestaties in teams en organisaties Sociale innovatie Integraal op weg naar topprestaties in teams en organisaties DATUM 1 maart 2014 CONTACT Steef de Vries MCC M 06 46 05 55 57 www.copertunity.nl info@copertunity.nl 2 1. Wat is sociale

Nadere informatie

IWT-Vlaanderen. Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen. Bischoffsheimlaan 25 B-1000 Brussel

IWT-Vlaanderen. Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen. Bischoffsheimlaan 25 B-1000 Brussel IWT-Vlaanderen Instituut voor Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen Bischoffsheimlaan

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een bedrijf dat bereid is om te investeren in innovatie, zal er in de regel ook zeker van willen zijn dat het profiteert van deze innovatie zonder dat een concurrent de

Nadere informatie

Nederlandstalige samenvatting van CPB Document 132, Innovation Policy: Europe or the Member States

Nederlandstalige samenvatting van CPB Document 132, Innovation Policy: Europe or the Member States Nederlandstalige samenvatting van CPB Document 132, Innovation Policy: Europe or the Member States Tegenwoordig zoekt Europa de oplossing voor de lage productiviteitsgroei bij innovatie. De groeicijfers

Nadere informatie

Multiplicatoren: handleiding

Multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren van het finaal gebruik behelzen een klassieke toepassing van het traditionele inputoutputmodel

Nadere informatie

Technologieontwikkeling in de wegenbouw

Technologieontwikkeling in de wegenbouw Technologieontwikkeling in de wegenbouw - Hoe de rollen van de overheid het projectresultaat beïnvloeden - NL- Samenvatting van promotieonderzoek dr.ir JC Caerteling Deze dissertatie levert een bijdrage

Nadere informatie

De OMC peer review van België. Dr Patries Boekholt Managing Director Technopolis Group

De OMC peer review van België. Dr Patries Boekholt Managing Director Technopolis Group De OMC peer review van België Dr Patries Boekholt Managing Director Technopolis Group De peer review exercitie van 2011 Open Method of Co-ordination (OMC): een Europees proces in het kader van het bereiken

Nadere informatie

Introductie netwerk en analytisch kader groene groei Prof. dr. Marjan Hofkes en Prof. dr. Harmen Verbruggen

Introductie netwerk en analytisch kader groene groei Prof. dr. Marjan Hofkes en Prof. dr. Harmen Verbruggen Introductie netwerk en analytisch kader groene groei Prof. dr. Marjan Hofkes en Prof. dr. Harmen Verbruggen Vrije Universiteit Seminar Netwerk Groene Groei 8 september 2015, Den Haag Netwerk Groene Groei

Nadere informatie

Mastermind groep. Business Development. Leiderschap in het creëren van een sterke business

Mastermind groep. Business Development. Leiderschap in het creëren van een sterke business Mastermind groep Business Development Leiderschap in het creëren van een sterke business Business Development Leiderschap in het creëren van een sterke business In turbulente tijden staat uw business voortdurend

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Het voornaamste doel van dit proefschrift is nieuwe methoden te ontwikkelen en te valideren om de effectiviteit van customization te kunnen bepalen en hoe dataverzameling kan worden verbeterd. Om deze

Nadere informatie

Public Value Een introductie

Public Value Een introductie Public Value Een introductie Zwolle, 3 oktober 2018 Gerwin Nijeboer waarde creëren in het gemeenschappelijk belang voor het welzijn van het individu en de samenleving. Belangrijk: Public is NIET gelimiteerd

Nadere informatie

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap STEM Visietekst van het GO! 28 november 2016 onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 2 Samenvatting In de beleidsnota 2014-2019 stelt Vlaams minister van Onderwijs de ambitie om leerlingen warmer te maken

Nadere informatie

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting Verschillende internationale studies toonden socio-economische verschillen in gezondheid aan, zowel in mortaliteit als morbiditeit. In bepaalde westerse landen bleek dat, ondanks de toegenomen welvaart,

Nadere informatie

De impact van concurrentie op de productmix van exporteurs

De impact van concurrentie op de productmix van exporteurs VIVES BRIEFING 2016/09 De impact van concurrentie op de productmix van exporteurs Koen Breemersch KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, VIVES 1 DE IMPACT VAN CONCURRENTIE OP DE PRODUCTMIX

Nadere informatie

REKENHOF. Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken

REKENHOF. Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken REKENHOF Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken STRATEGISCH PLAN 2010-2014 2 Inleiding Dit document stelt de resultaten voor van de strategische planning van het Rekenhof voor de periode 2010-2014.

Nadere informatie

De Octrooicellen. Bescherm en valoriseer uw uitvindingen. Gratis sectorale ondersteuning rond intellectuele eigendom op maat van uw onderneming

De Octrooicellen. Bescherm en valoriseer uw uitvindingen. Gratis sectorale ondersteuning rond intellectuele eigendom op maat van uw onderneming De Octrooicellen Bescherm en valoriseer uw uitvindingen Gratis sectorale ondersteuning rond intellectuele eigendom op maat van uw onderneming De octrooicellen Bescherm en valoriseer uw uitvindingen Gratis

Nadere informatie

ADVIES. Uitgebracht door de Raad van Bestuur van 4 december 2017

ADVIES. Uitgebracht door de Raad van Bestuur van 4 december 2017 ADVIES Een substantiële vermindering van het aantal dierproeven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : principenota Uitgebracht door de Raad van Bestuur van 4 december 2017 Economische en Sociale Raad

Nadere informatie

De ontwikkeling van een resultaat- en effectmetingmethode voor activiteiten die uitgevoerd worden door competentiepolen. Agenda

De ontwikkeling van een resultaat- en effectmetingmethode voor activiteiten die uitgevoerd worden door competentiepolen. Agenda De ontwikkeling van een resultaat- en effectmetingmethode voor activiteiten die uitgevoerd worden door competentiepolen Introductie conceptueel meetkader Begeleidingsgroep 24 maart 2010 Agenda Introductie

Nadere informatie

De Toekomst van het Nederlands Verdienmodel

De Toekomst van het Nederlands Verdienmodel De Toekomst van het Nederlands Verdienmodel prof.dr. Hans Strikwerda Met reviews door: prof. dr. Arnoud Boot mr. drs. Atzo Nicolaï drs. Michiel Muller prof. dr. Eric Claassen dr. René Kuijten prof. dr.

Nadere informatie

The Netherlands of 2040. www.nl2040.nl

The Netherlands of 2040. www.nl2040.nl The Netherlands of 2040 www.nl2040.nl 1 Tijden veranderen 2 Tijden veranderen 3 Nieuwe CPB scenario studie Vraag Waarmee verdienen we ons brood in 2040? Aanpak Scenario s, geven inzicht in onzekerheid

Nadere informatie

Het fileprobleem in Vlaanderen en de impact op bedrijfsprestaties

Het fileprobleem in Vlaanderen en de impact op bedrijfsprestaties VIVES BRIEFING 2018/02 Het fileprobleem in Vlaanderen en de impact op bedrijfsprestaties Lieselot Baert & Jo Reynaerts KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, VIVES Steunpunt Economie &

Nadere informatie

DOELSTELLING VOOR ONDERZOEK EN ONTWIKKELING

DOELSTELLING VOOR ONDERZOEK EN ONTWIKKELING COMMENTAAR 10 Kleurrijk Vlaanderen - 21 doelstellingen voor de 21 ste eeuw DOELSTELLING VOOR ONDERZOEK EN ONTWIKKELING 24 januari 2002 VRWB-R/COM-10 24 januari 2002 1/5 VRWB-R/COM-10 24 januari 2002 2/5

Nadere informatie

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling VIVES BRIEFING 2018/05 De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling Relatief verlies, absolute winst voor werknemers Yannick Bormans KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen,

Nadere informatie

Paper beschrijft het probleem (de wens) en motiveert de keuze hiervoor, zij het enigszins schetsmatig.

Paper beschrijft het probleem (de wens) en motiveert de keuze hiervoor, zij het enigszins schetsmatig. Paper 1 Ontwerpplan Criterium Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Excellent Probleembeschrijving Paper maakt niet duidelijk welk probleem (welke wens) centraal staat en om welke reden. Paper beschrijft

Nadere informatie

Van Samenhang naar Verbinding

Van Samenhang naar Verbinding Van Samenhang naar Verbinding Sogeti Page 2 VAN SAMENHANG NAAR VERBINDING Keuzes, keuzes, keuzes. Wie wordt niet horendol van alle technologische ontwikkelingen. Degene die het hoofd koel houdt is de winnaar.

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

Slimme samenwerkingsmodellen, van idee naar praktijk

Slimme samenwerkingsmodellen, van idee naar praktijk Slimme samenwerkingsmodellen, van idee naar praktijk Johan Moyersoen i-propeller Contactgegevens: Johan@i-propeller.com www.i-propeller.com - www.oksigenlab.eu - www.si2fund.com Focus vandaag Van silo-perspectief

Nadere informatie

Stedelijk netwerken en de verhouding met de publieke. sector. Filip De Rynck. Hogeschool Gent

Stedelijk netwerken en de verhouding met de publieke. sector. Filip De Rynck. Hogeschool Gent Stedelijk netwerken en de verhouding met de publieke sector Filip De Rynck De eeuw van de samenwerking Van Government naar Governance toenemende onderlinge afhankelijkheid voor meer en meer complexe problemen

Nadere informatie

Naar een optimale relatie tussen mens en werk

Naar een optimale relatie tussen mens en werk Naar een optimale relatie tussen mens en werk Wij optimaliseren de mens-werkrelatie In een veranderende omgeving kan uw bedrijf of organisatie niet achterblijven. Meer dan ooit wordt u uitgedaagd om de

Nadere informatie

2 volgens het boekje

2 volgens het boekje 10 balanced scorecard 2 volgens het boekje Hoeveel beleidsplannen leven alleen op de directieverdieping, of komen na voltooiing in een stoffige bureaula terecht? Hoeveel strategische verkenningen verzanden

Nadere informatie

Sociale Impactmeting:

Sociale Impactmeting: Sociale Impactmeting: Van goede intenties naar sturen op impact. 28/02/2019 Bram Roosens Workshop Sociale impactmeting, hype of de toekomst? Huidig onderzoek SIM-project VISES-project Filmpje en reflectieronde

Nadere informatie

2 Het nieuwe werken gedefinieerd

2 Het nieuwe werken gedefinieerd 2 Het nieuwe werken gedefinieerd Waar komt de trend van het nieuwe werken vandaan? De vele publicaties die er zijn over het nieuwe werken voeren vaak een white paper van Microsoft oprichter Bill Gates

Nadere informatie

Patent strategieën en onderzoek & ontwikkeling in complexe producten industrieën

Patent strategieën en onderzoek & ontwikkeling in complexe producten industrieën Patent strategieën en onderzoek & ontwikkeling in complexe producten industrieën Samenvatting Dit proefschrift heeft tot doel het opvullen van een lacune in de literatuur. Het betreft een rechtseconomische

Nadere informatie

Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE

Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE Bevindingen Erasmus Innovatiemonitor Zorg Eindhoven, 5 oktober 2012 TOP INSTITUTE INSCOPE

Nadere informatie

Monitoring. Uitwerking plan van aanpak monitoring project duurzame inzetbaarheid in de V&V. Oktober Uitvoerders: Disworks DISWORKS

Monitoring. Uitwerking plan van aanpak monitoring project duurzame inzetbaarheid in de V&V. Oktober Uitvoerders: Disworks DISWORKS Monitoring Uitwerking plan van aanpak monitoring project duurzame inzetbaarheid in de V&V Oktober 2012 Aanvrager: Opdrachtgevers: Uitvoerders: A+O VVT Bestuur A+O VVT en Bestuur SBCM CAOP Disworks DISWORKS

Nadere informatie

Leerlandschappen. Amersfoort 26 oktober 2009 Manon Ruijters

Leerlandschappen. Amersfoort 26 oktober 2009 Manon Ruijters Amersfoort 26 oktober 2009 Manon Ruijters Er zijn veel verschillende vormen van leren. Leren gebeurd in alle organisaties! Maar hoe zorg je dat: kennis stroomt? dat wat er gemaakt wordt, ook toegepast

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Inleiding Overgewicht en obesitas bij kinderen is een serieus volksgezondheidsprobleem. Het wordt veroorzaakt door een complex geheel van onderling samenhangende persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren.

Nadere informatie

KRACHTENBUNDELING VOOR 2009 Corporate Identity BM-Support.org STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT

KRACHTENBUNDELING VOOR 2009 Corporate Identity BM-Support.org STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT OPEN BUSINESS INNOVATIE KRACHTENBUNDELING VOOR SUCCES OPEN BUSINESS INNOVATIE KRACHTENBUNDELING VOOR 2009 Corporate Identity

Nadere informatie

Brink, P. van den, (2003)

Brink, P. van den, (2003) Brink, P. van den, (2003) Social, Organizational and Technological Conditions that enable Knowledge Sharing. Technische Universiteit Delft. ISBN: 90-9014-681-4 Prijs: 19,95 (inclusief BTW en verzendkosten)

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie!! " # "# $ -. #, '& ( )*(+ % & /%01 0.%2

Nadere informatie

Circulaire economie voor bedrijven en bedrijventerreinen. Naar bevordering van samenwerking en verduurzaming op bedrijventerreinen

Circulaire economie voor bedrijven en bedrijventerreinen. Naar bevordering van samenwerking en verduurzaming op bedrijventerreinen Circulaire economie voor bedrijven en bedrijventerreinen Naar bevordering van samenwerking en verduurzaming op bedrijventerreinen Een holistisch, integrale kijk naar organisaties, de balans tussen organisatie

Nadere informatie

( Verantwoord ) Beleidsvoerend Vermogen

( Verantwoord ) Beleidsvoerend Vermogen ( Verantwoord ) Beleidsvoerend Vermogen Herman Siebens SOK - Beveren-Waas 10 / 12 / 2010 Er verandert heel wat meer met minder! toenemende druk richting autonomie openheid naar de maatschappelijke omgeving

Nadere informatie

AKKOORD TUSSEN DE REGERING VAN DE STAAT ISRAËL DE VLAAMSE REGERING INZAKE DE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK EN ONTWIKKELING IN DE INDUSTRIE

AKKOORD TUSSEN DE REGERING VAN DE STAAT ISRAËL DE VLAAMSE REGERING INZAKE DE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK EN ONTWIKKELING IN DE INDUSTRIE AKKOORD TUSSEN DE REGERING VAN DE STAAT ISRAËL EN DE VLAAMSE REGERING INZAKE DE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK EN ONTWIKKELING IN DE INDUSTRIE AKKOORD TUSSEN DE REGERING VAN DE STAAT ISRAËL EN

Nadere informatie

Smart Belgium Consulting Services

Smart Belgium Consulting Services Smart Belgium Consulting Services Steven Benoit CEO Smart Belgium Consulting Smart Belgium uitdagingen & opportuniteiten Duurzame ontwikkeling Gezondheidszorg Veroudering Infrastructuur Innovaties Smart

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32003 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Yuanyuan Zhao Title: Modelling the dynamics of the innovation process : a data-driven

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR A. DOEL VAN DE FUNCTIE: Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen

Nadere informatie

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub 2016 in een oogopslag Groeiende en 1 2016 was opnieuw een bijzonder jaar voor de farmaceutische sector in België. Ons land versterkte haar positie als speler

Nadere informatie

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub 2016 in een oogopslag 2016 was opnieuw een bijzonder jaar voor de farmaceutische sector in België. Ons land versterkte haar positie als speler van wereldformaat

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie

De evolutie van de preventie in een Europees kader

De evolutie van de preventie in een Europees kader BBvAG LVII Nationale Dagen voor Arbeidsgeneeskunde Brussel 15 november 2018 De evolutie van de preventie in een Europees kader Luc Van Hamme Adviseur-generaal Arbeidsinspectie-TWW Hoofd van de regionale

Nadere informatie

Werking en stand van zaken van het bottom-upmodel

Werking en stand van zaken van het bottom-upmodel Sessie 3: Analyse van de impact van economische beleidsmaatregelen Werking en stand van zaken van het bottom-upmodel Didier Baudewyns, FPB 20 november 2018 Plan van de uiteenzetting Waarom een bottom-up

Nadere informatie

De Toekomst van Europa. Hovo 2017 College 6 (6 november) Dr. Hein Roelfsema

De Toekomst van Europa. Hovo 2017 College 6 (6 november) Dr. Hein Roelfsema De Toekomst van Europa Hovo 2017 College 6 (6 november) Dr. Hein Roelfsema Opzet van het college 1. Balans tussen huidige problemen en de theoretische lens. 2. Politieke economie van Europese integratie.

Nadere informatie

Impact Cloud computing

Impact Cloud computing Impact Cloud computing op de Nederlandse zakelijke markt De impact van Cloud Computing op de Nederlandse zakelijke markt De economische omstandigheden zijn uitdagend. Nederland is en bedrijven informatietechnologie

Nadere informatie

Bijlage. Beoordelingskader voor de transformatietoets van het ingediende transformatieplan als vermeld in artikel 5

Bijlage. Beoordelingskader voor de transformatietoets van het ingediende transformatieplan als vermeld in artikel 5 Bijlage. Beoordelingskader voor de transformatietoets van het ingediende transformatieplan als vermeld in artikel 5 Bij de beoordeling van de dossiers wordt rekening gehouden met de omvang en het type

Nadere informatie

De geestelijke gezondheidszorg als complex adaptief systeem. Anja Declercq

De geestelijke gezondheidszorg als complex adaptief systeem. Anja Declercq De geestelijke gezondheidszorg als complex adaptief systeem Anja Declercq Inhoud 1. Wat zijn complexe adaptieve systemen? 2. Waarom zou dat toepasbaar zijn op de geestelijke gezondheidszorg? 2 Chaos en

Nadere informatie

ADVIES 159 FWO-SAMENWERKINGS- OVEREENKOMST EN BELEIDSPLAN JUNI 2011

ADVIES 159 FWO-SAMENWERKINGS- OVEREENKOMST EN BELEIDSPLAN JUNI 2011 ADVIES 159 FWO-SAMENWERKINGS- OVEREENKOMST EN BELEIDSPLAN 2012-2016 30 JUNI 2011 ADVIES 159 30 juni 2011 FWO-OVEREENKOMST EN BELEIDSPLAN 2012-2016 2/6 INHOUD SITUERING ADVIES 1. ALGEMEEN 2. EEN SPECIFIEK

Nadere informatie

Diensteninnovatie: wat is dat?

Diensteninnovatie: wat is dat? Over de AWT De Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) adviseert regering en parlement over beleid voor wetenschap, technologie en innovatie De AWT adviseert gevraagd en ongevraagd.

Nadere informatie

"Maatschappelijke positionering van de industrie verbeteren"

Maatschappelijke positionering van de industrie verbeteren "Maatschappelijke positionering van de industrie verbeteren" Evert-Jan Velzing Docent-onderzoeker Hogeschool Utrecht We zien dat er meer positieve aandacht is voor de industrie, maar het belang van de

Nadere informatie

Het Vlaams Innovatie Systeem. Een nieuw statistisch kader voor het innovatie- en technologiebeleid

Het Vlaams Innovatie Systeem. Een nieuw statistisch kader voor het innovatie- en technologiebeleid VTO V L A A M S TECHNOLOGIE OBSERVATORIUM innova Het Vlaams Innovatie Systeem Een nieuw statistisch kader voor het innovatie- en technologiebeleid 1 Jan Larosse VLAAMS INSTITUUT VOOR DE BEVORDERING VAN

Nadere informatie

Zin in pionieren. Duurzaam pionieren in het onderwijs. SOK-congres 7 juni Zin in SOK congres Vrijdag 7 juni 2019, Affligem

Zin in pionieren. Duurzaam pionieren in het onderwijs. SOK-congres 7 juni Zin in SOK congres Vrijdag 7 juni 2019, Affligem Mieke de Vreede Zin in pionieren @ SOK congres Vrijdag 7 juni 2019, Affligem Zin in pionieren Introductie Mijn veranderverhaal Pionieren De 4 uitdagingen Samenvatting In gesprek over pionieren SOK-congres

Nadere informatie

Industrie 4.0 presentatie Vlaams parlement. 18 mei 2017 Leo Van de Loock

Industrie 4.0 presentatie Vlaams parlement. 18 mei 2017 Leo Van de Loock Industrie 4.0 presentatie Vlaams parlement 18 mei 2017 Leo Van de Loock inhoud van de startnota 1. inleiding 2. omschrijving van het begrip Industrie 4.0, de bestaande achtergrond en de (initiële) invulling

Nadere informatie

Kennismanagement en innovatie. Gorinchem, 13 december 2011

Kennismanagement en innovatie. Gorinchem, 13 december 2011 Kennismanagement en innovatie Hans Berends (TU Eindhoven) Gorinchem, 13 december 2011 Innovation, Technology Entrepreneurship & Marketing Group School of Industrial Engineering (TU/e) Research: one of

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

Industry consulting. Care management. Effectieve procesinnovatie in de zorg. Onze zorg Kwaliteit nu én in de toekomst

Industry consulting. Care management. Effectieve procesinnovatie in de zorg. Onze zorg Kwaliteit nu én in de toekomst Industry consulting Care management Effectieve procesinnovatie in de zorg Onze zorg Kwaliteit nu én in de toekomst Effectieve procesinnovatie Iedere organisatie is uniek. Dat is in de zorg niet anders.

Nadere informatie

NAM-multiplicatoren: handleiding

NAM-multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten NAM-multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren die hier voorgesteld worden, zijn afgeleid van een model gebaseerd op een National Accounting

Nadere informatie

Een Project Management model. Wat is IASDEO?

Een Project Management model. Wat is IASDEO? Een Project Management model Project Management betekent risico s beheersen, voldoen aan allerlei vereisten, klanten tevreden stellen, beslissingen nemen, producten leveren, activiteiten coördineren, inputs

Nadere informatie

Kracht door samenwerking. VDL Industrial Modules

Kracht door samenwerking. VDL Industrial Modules Kracht door samenwerking VDL Industrial Modules IN DE HIGH-TECH WERELD WAARIN U EN WIJ OPEREREN, DRAAIT ALLES OM EFFICIENCY: STREVEN NAAR REDUCTIE VAN KOSTEN EN UITBESTEDING VAN NIET KERNCOMPETENTIES.

Nadere informatie

METEN VAN TRANSFORMATIE: NULMETING Naar een scorebord van transformatieindicatoren

METEN VAN TRANSFORMATIE: NULMETING Naar een scorebord van transformatieindicatoren METEN VAN TRANSFORMATIE: NULMETING Naar een scorebord van transformatieindicatoren EWI-Focus 26 september 2012 Jan Larosse Aangepast programma 1. Inleiding 14.00 14.05 Welkomstwoord, Dirk Van Melkebeke

Nadere informatie

Anders kijken, anders leren, anders doen

Anders kijken, anders leren, anders doen Anders kijken, anders leren, anders doen Grensoverstijgend leren en opleiden in zorg en welzijn in het digitale tijdperk HOOFDLIJN 8 Hoofdlijn 8. Onderzoek, onderwijs, praktijk en beleid verbinden Kernboodschap

Nadere informatie

50 Jaar Overheidsmanagement 35 Jaar ex-vcob 10 Jaar Instituut voor de Overheid

50 Jaar Overheidsmanagement 35 Jaar ex-vcob 10 Jaar Instituut voor de Overheid 50 Jaar Overheidsmanagement 35 Jaar ex-vcob 10 Jaar Instituut voor de Overheid Prof. Dr. Geert Bouckaert Een stand van zaken In welke sectoren zijn we actief? Met hoeveel zijn we? Hoeveel publiceren we?

Nadere informatie

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De economische geschiedschrijving van Westerse economieën in de afgelopen twee eeuwen heeft aangetoond dat deze landen een verschillend groeitempo hebben gehad. Het arbeidsproductiviteitsniveau

Nadere informatie

WORKSHOP MARKTWERKING EN SOCIAAL WERK PETER RAEYMAECKERS

WORKSHOP MARKTWERKING EN SOCIAAL WERK PETER RAEYMAECKERS WORKSHOP MARKTWERKING EN SOCIAAL WERK PETER RAEYMAECKERS Structuur Inleiding Panel Belgian Homeless Cup Staan vzw Emino Minderhedenforum Besluiten Ben Suykens (Ugent) Fatima Laoukili (UAntwerpen) Discussie!

Nadere informatie

Wat hebben Cloud en Digitale Transformatie met elkaar te maken?

Wat hebben Cloud en Digitale Transformatie met elkaar te maken? Public Briefing / November 2017 Wat hebben Cloud en Digitale Transformatie met elkaar te maken? Nederlandse organisaties richten zich in toenemende mate op digitale transformatie. Maar wat is dat eigenlijk?

Nadere informatie

Arnold Monshouwer. Business Club Bernisse

Arnold Monshouwer. Business Club Bernisse Arnold Monshouwer Business Club Bernisse Wie zijn wij? Waarom innoveren? Wat is innovatie? Hoe kom ik op ideeën? Hoe pak ik het aan? Agenda Even voorstellen 1. Beter, eerder en sneller innoveren 2. Onafhankelijk

Nadere informatie

Tilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013

Tilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013 Tilburg University 2020 Toekomstbeeld College van Bestuur, april 2013 Strategie in dialoog met stakeholders Open voor iedere inbreng die de strategie sterker maakt Proces met respect en waardering voor

Nadere informatie

VACATURE. Innoviris is op zoek naar. een Adviseur Innovatief Ecosysteem (Strategisch) Referentie: AFN201603

VACATURE. Innoviris is op zoek naar. een Adviseur Innovatief Ecosysteem (Strategisch) Referentie: AFN201603 VACATURE Innoviris is op zoek naar een Adviseur Innovatief Ecosysteem (Strategisch) Referentie: AFN201603 Wetenschappelijke Directie Cel Innovatief Ecosysteem Innoviris Instelling van openbaar nut Charleroisteenweg

Nadere informatie

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven

Nadere informatie

Een symbiose van onderwijskwaliteit en kwaliteitszorg

Een symbiose van onderwijskwaliteit en kwaliteitszorg I nleiding Een symbiose van onderwijskwaliteit en kwaliteitszorg Onderwijskwaliteit en kwaliteitszorg zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in het primair onderwijs (PO). Onderwijskwaliteit staat voor

Nadere informatie

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering waarom? externe drivers 1 Technologie Digitalisering Globalisering Wat zijn de dominante factoren die leren en werken veranderen in de 21ste eeuw? externe drivers Voortgaande digitalisering veroorzaakt

Nadere informatie

Samenvatting - Nederlands

Samenvatting - Nederlands Samenvatting - Nederlands Deze studie beschrijft aspecten van het Braziliaanse Kennis en Innovatiesysteem die van invloed zijn op de Nederlands-Braziliaanse samenwerking op het gebied van onderzoek, technologie

Nadere informatie

De manager als consument: de vereisten 162 De managementomgeving opbouwen 163 Verscheidenheid van managers erkennen 165

De manager als consument: de vereisten 162 De managementomgeving opbouwen 163 Verscheidenheid van managers erkennen 165 Inhoud Voorwoord 8 1 Gezamenlijk waarde creëren 13 De veranderende rol van de consument 14 Interactie tussen consument en bedrijf: gezamenlijk waarde creëren is de realiteit die zich aandient 17 Gezamenlijk

Nadere informatie

Kinderopvang in transitie. Derk Loorbach, Zeist, 27-11-2014

Kinderopvang in transitie. Derk Loorbach, Zeist, 27-11-2014 Kinderopvang in transitie Derk Loorbach, Zeist, 27-11-2014 Conclusies Ingrijpende maatschappelijke verandering vraagt aanpassing Transities leiden tot onzekerheid, spanning en afbraak Omgaan met transities

Nadere informatie

Lemniscaat Kompas. 1 Vijf aspecten van communicatie geïntegreerd

Lemniscaat Kompas. 1 Vijf aspecten van communicatie geïntegreerd http://lemniscaatacademie.com francis@lemniscaatacademie.be Lemniscaat Kompas 1 Vijf aspecten van communicatie geïntegreerd RELATIE Verhouding INHOUD FOCUS Het thema waar het echt om gaat CONTEXT Cultuur

Nadere informatie

Benchmark uw. productielogistiek. Productiebedrijven in Vlaanderen. met uitsterven bedreigd. springlevend

Benchmark uw. productielogistiek. Productiebedrijven in Vlaanderen. met uitsterven bedreigd. springlevend Iedere ochtend in Afrika ontwaakt een leeuw met de wetenschap dat hij sneller moet lopen dan de traagste gazelle Productiebedrijven in Vlaanderen met uitsterven bedreigd springlevend of? Benchmark uw productielogistiek

Nadere informatie

Onderwijs: Voorbereiding op een leven met onzekerheden

Onderwijs: Voorbereiding op een leven met onzekerheden Onderwijs: Voorbereiding op een leven met onzekerheden VLOR, 25 september 2014 Antoon Vandevelde Centrum voor Economie en Ethiek Hoger Instituut voor Wijsbegeerte KU Leuven 1 Vooraf Onderwijshervormingen

Nadere informatie

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs 1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs Het Vlaams parlement legde de basiscompetenties die nagestreefd en gerealiseerd moeten worden tijdens de opleiding vast. Basiscompetenties zijn een

Nadere informatie

MASTERCLASS STRATEGIE

MASTERCLASS STRATEGIE MASTERCLASS STRATEGIE BEGRIJP BETER DE STRATEGISCHE CONTEXT VAN JOUW ORGANISATIE EN VERGROOT JOUW STRATEGISCHE VAARDIGHEDEN NYENRODE. A REWARD FOR LIFE 1 EEN KENNISUPDATE OVER DE BELANGRIJKSTE STRATEGISCHE

Nadere informatie