Bijlage I: Wet geurhinder en veehouderij

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijlage I: Wet geurhinder en veehouderij"

Transcriptie

1 Bijlage I: Wet geurhinder en veehouderij

2 wetten.nl - Regeling - Wet geurhinder en veehouderij - BWBR van :01 De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden Wet geurhinder en veehouderij Geldend van t/m heden Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te stellen met betrekking tot beslissingen inzake vergunningen krachtens de Wet milieubeheer voor veehouderijen, voorzover het betreft geurhinder vanwege tot die veehouderijen behorende dierenverblijven; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: concentratiegebied: concentratiegebied Zuid of concentratiegebied Oost als aangegeven in bijlage I bij de Meststoffenwet, of een als zodanig bij gemeentelijke verordening aangewezen gebied; dierenverblijf: al dan niet overdekte ruimte waarbinnen dieren worden gehouden; geuremissiefactor: bij ministeriële regeling vastgestelde geuremissie per dier, behorende bij een daartoe aangewezen diercategorie en huisvestingssysteem; geurgevoelig object: gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt, waarbij onder «gebouw, bestemd voor menselijk wonen of menselijk verblijf» wordt verstaan: gebouw dat op grond van het bestemmingsplan, bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening, een inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.26 of 3.28 van die wet daaronder mede begrepen, de beheersverordening, bedoeld in artikel 3.38 van die wet, of, indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken, de omgevingsvergunning, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van laatstgenoemde wet mag worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf; geurhinder: gevolgen voor het milieu door de emissie van geur; huisvestingssysteem: gedeelte van een dierenverblijf, waarin dieren van één diercategorie op dezelfde wijze worden gehouden; omgevingsvergunning: omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; veehouderij: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren. Artikel Bij een beslissing inzake de omgevingsvergunning voor het oprichten of veranderen van een veehouderij betrekt het bevoegd gezag de geurhinder door de geurbelasting vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven uitsluitend op de wijze als aangegeven bij of krachtens de artikelen 3 tot met 9. Het eerste lid geldt niet voor het weigeren van de omgevingsvergunning op de grond dat door verlening daarvan niet aan artikel 2.14, eerste lid, onder c, onder 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingrecht kan worden voldaan en voor voorschriften die met toepassing van het bepaalde krachtens artikel 2.22, derde lid, van die wet of artikel 1.3c of 8.40 van de Wet milieubeheer worden gesteld om te bereiken dat in de veehouderij ten minste de voor de veehouderij in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. In afwijking van het eerste lid is artikel 1.1a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van overeenkomstige toepassing op het nemen van een beslissing als bedoeld in dat lid. De eerste volzin is niet van toepassing op gevallen als bedoeld in artikel 3, tweede lid, voor zover het betreft een geurgevoelig object dat op of na 19 maart 2000 heeft opgehouden deel uit te maken van een andere veehouderij, en artikel 14, tweede lid. Artikel Een omgevingsvergunning met betrekking tot een veehouderij wordt geweigerd indien de geurbelasting van die veehouderij op een geurgevoelig object, gelegen: a. b. c. d. binnen een concentratiegebied, binnen de bebouwde kom meer bedraagt dan 3,0 odour units per kubieke meter lucht; binnen een concentratiegebied, buiten de bebouwde kom meer bedraagt dan 14,0 odour units per kubieke meter lucht; buiten een concentratiegebied, binnen de bebouwde kom meer bedraagt dan 2,0 odour units per kubieke meter lucht; buiten een concentratiegebied, buiten de bebouwde kom meer bedraagt dan 8,0 odour units per kubieke meter lucht. In afwijking van het eerste lid bedraagt de afstand tussen een veehouderij en een geurgevoelig object dat onderdeel uitmaakt van een andere veehouderij, of dat op of na 19 maart 2000 heeft opgehouden deel uit te maken van een andere veehouderij: a. b. ten minste 100 meter indien het geurgevoelige object binnen de bebouwde kom is gelegen, en ten minste 50 meter indien het geurgevoelige object buiten de bebouwde kom is gelegen. Indien de geurbelasting, bedoeld in het eerste lid, groter is dan aangegeven in dat lid of de afstand, bedoeld in het tweede lid, kleiner is dan aangegeven in dat lid, wordt een omgevingsvergunning, in afwijking van het eerste en tweede lid, niet geweigerd indien de geurbelasting niet toeneemt en het aantal dieren van één of meer diercategorieën niet toeneemt.

3 wetten.nl - Regeling - Wet geurhinder en veehouderij - BWBR van :01 4 Indien de geurbelasting, bedoeld in het eerste lid, groter is dan aangegeven in dat lid, het aantal dieren van één of meer diercategorieën toeneemt, en een geurbelastingreducerende maatregel zal worden toegepast, dan wordt een omgevingsvergunning verleend voor zover het betreft de wijziging van het aantal dieren, voorzover de toename van de geurbelasting ten gevolge van die wijziging niet meer bedraagt dan de helft van de vermindering van de geurbelasting die het gevolg zou zijn van de toegepaste geurbelastingreducerende maatregel bij het eerder vergunde veebestand. Artikel De afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld, en een geurgevoelig object bedraagt: a. b. ten minste 100 meter indien het geurgevoelige object binnen de bebouwde kom is gelegen, en ten minste 50 meter indien het geurgevoelige object buiten de bebouwde kom is gelegen. In afwijking van het eerste lid wordt de afstand of de geuremissiefactor voor pelsdieren vastgesteld bij ministeriële regeling. Indien de afstand, bedoeld in het eerste of tweede lid, kleiner is dan aangegeven in dat lid, wordt een omgevingsvergunning, in afwijking van die leden, niet geweigerd indien de afstand tussen de veehouderij en het geurgevoelig object dat binnen de in het eerste of tweede lid bedoelde afstand is gelegen, niet afneemt en het aantal dieren van één of meer diercategorieën waarvoor geen geuremissiefactor is vastgesteld niet toeneemt. Artikel Onverminderd de artikelen 3 en 4 bedraagt de afstand van de buitenzijde van een dierenverblijf tot de buitenzijde van een geurgevoelig object: a. b. ten minste 50 meter indien het geurgevoelige object binnen de bebouwde kom is gelegen, en ten minste 25 meter indien het geurgevoelige object buiten de bebouwde kom is gelegen. Indien de afstand, bedoeld in het eerste lid, kleiner is dan aangegeven in dat lid, wordt een omgevingsvergunning, in afwijking van het eerste lid, niet geweigerd indien de afstand, bedoeld in het eerste lid, niet afneemt en: a. b. de geurbelasting op het geurgevoelige object dat binnen de in het eerste lid genoemde afstand is gelegen, en het aantal dieren van één of meer diercategorieën, niet toenemen, of de in artikel 4 bedoelde afstand tussen de veehouderij en het geurgevoelig object dat binnen de in het eerste lid genoemde afstand is gelegen, niet afneemt en het aantal dieren van één of meer diercategorieën waarvoor geen geuremissiefactor is vastgesteld niet toeneemt. Artikel Bij gemeentelijke verordening kan worden bepaald dat binnen een deel van het grondgebied van de gemeente een andere waarde van toepassing is dan de desbetreffende waarde, genoemd in artikel 3, eerste lid, met dien verstande dat deze andere waarde: a. b. c. d. binnen een concentratiegebied, binnen de bebouwde kom niet minder bedraagt dan 0,1 odour unit per kubieke meter lucht en niet meer dan 14,0 odour units per kubieke meter lucht; binnen een concentratiegebied, buiten de bebouwde kom niet minder bedraagt dan 3,0 odour units per kubieke meter lucht en niet meer dan 35,0 odour units per kubieke meter lucht; buiten een concentratiegebied, binnen de bebouwde kom niet minder bedraagt dan 0,1 odour unit per kubieke meter lucht en niet meer dan 8,0 odour units per kubieke meter lucht; buiten een concentratiegebied, buiten de bebouwde kom niet minder bedraagt dan 2,0 odour units per kubieke meter lucht en niet meer dan 20,0 odour units per kubieke meter lucht. Bij gemeentelijke verordening kan worden bepaald dat een bij die verordening vast te stellen andere waarde of afstand als bedoeld in artikel 3 of 4 van toepassing is voor geurgevoelige objecten die onderdeel hebben uitgemaakt van een veehouderij. Bij gemeentelijke verordening kan worden bepaald dat binnen een deel van het grondgebied van de gemeente een andere afstand van toepassing is dan de afstand, genoemd in artikel 4, eerste lid, met dien verstande dat deze: a. b. ten minste 50 meter bedraagt indien het geurgevoelige object binnen de bebouwde kom is gelegen, en ten minste 25 meter bedraagt indien het geurgevoelige object buiten de bebouwde kom is gelegen. Bij gemeentelijke verordening kan worden bepaald dat binnen een deel van het grondgebied van de gemeente voor pelsdieren een andere afstand van toepassing is met dien verstande dat deze ten minste de helft bedraagt van de afstand, bedoeld in artikel 4, tweede lid. Artikel Om te voorkomen dat een gebied minder geschikt wordt voor het behalen van de met de verordening, bedoeld in artikel 6, te verwezenlijken doelstelling kan de gemeenteraad besluiten dat in afwachting van die verordening een beslissing op een aanvraag voor het oprichten of veranderen van een veehouderij wordt aangehouden. Bij het aanhoudingsbesluit wordt bepaald voor welk gebied het geldt en met ingang van welke dag het in werking treedt. Een aanhoudingsbesluit vervalt op het tijdstip waarop de verordening ter voorbereiding waarvan het besluit is genomen, in werking treedt. Een aanhoudingsbesluit vervalt tevens indien niet binnen een jaar na de datum van inwerkingtreding daarvan het ontwerp voor de verordening bij de raad aanhangig is gemaakt of niet binnen twee jaar na de datum van inwerkingtreding daarvan de verordening in werking is getreden. Een aanhoudingsbesluit wordt bekendgemaakt door terinzagelegging van dit besluit. Artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing. Van het aanhoudingsbesluit wordt tevens mededeling gedaan langs elektronische weg. Het bevoegd gezag houdt, in afwijking van artikel 3:18 van de Algemene wet bestuursrecht, de beslissing aan, indien voor het gebied waarop de veehouderij zal worden opgericht of veranderd vóór de dag van ontvangst van de aanvraag een aanhoudingsbesluit in werking is getreden. De aanhouding duurt totdat het aanhoudingsbesluit overeenkomstig het derde lid is vervallen. Artikel 8 1 Bij het bepalen van de andere waarde of afstand, bedoeld in artikel 6, betrekt de gemeenteraad in elk geval: a. de huidige en de te verwachten geursituatie vanwege de veehouderijen in het gebied; b. het belang van een geïntegreerde aanpak van de verontreiniging, en c. de noodzaak van een even hoog niveau van de bescherming van het milieu.

4 wetten.nl - Regeling - Wet geurhinder en veehouderij - BWBR van :01 2 Bij het bepalen van de andere waarde of afstand betrekt de gemeenteraad tevens: a. de gewenste ruimtelijke inrichting van het gebied, of b. de afwijkende relatie tussen geurbelasting en geurhinder. Artikel 9 Wanneer voor een gebied als bedoeld in artikel 6 een andere waarde of andere afstand dan genoemd in de artikelen 3 of 4 wordt vastgesteld, en het effect vanwege het vaststellen van die andere waarde of andere afstand doorwerkt naar het grondgebied van een naburige gemeente, kan de gemeenteraad daartoe slechts overgaan na overleg met die naburige gemeente. Artikel 10 Bij regeling van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer worden, in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, regels gesteld over de wijze waarop: a. b. de geurbelasting, bedoeld in artikel 3, wordt bepaald; de afstand, bedoeld in de artikelen 3 en 4, eerste lid, wordt gemeten. Artikel 11 [Red: Wijzigt de Interimwet stad-en-milieubenadering.] Artikel 12 [Red: Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.] Artikel 13 De Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelings- en verwevingsgebieden wordt ingetrokken. Artikel Indien een aanvraag om een vergunning is ingediend voor het tijdstip waarop deze wet met betrekking tot zodanige aanvraag in werking treedt, blijft het voor dat tijdstip ten aanzien van zodanige aanvraag geldende recht van toepassing tot het tijdstip waarop de beschikking op de aanvraag onherroepelijk is geworden. Voor de toepassing van de artikelen 3, 4 en 6 bedraagt de afstand tussen een veehouderij en een woning die op of na 19 maart 2000 is gebouwd: a. b. c. op een kavel die op dat tijdstip in gebruik was als veehouderij, in samenhang met het geheel of gedeeltelijk buiten werking stellen van de veehouderij, en in samenhang met de sloop van de bedrijfsgebouwen die onderdeel hebben uitgemaakt van de veehouderij, ten minste 100 meter indien de woning binnen de bebouwde kom is gelegen en ten minste 50 meter indien de woning buiten de bebouwde kom is gelegen. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op een geurgevoelig object dat op de in dat lid bedoelde kavel aanwezig is. Artikel 15 Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Artikel 16 Deze wet wordt aangehaald als: Wet geurhinder en veehouderij. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven te s-gravenhage, 5 oktober 2006 De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P. L. B. A. van Geel Beatrix Uitgegeven de zevende november 2006 De Minister van Justitie E. M. H. Hirsch Ballin

5 Bijlage II: Evaluatie van de Wet geurhinder en veehouderij

6 > Retouradres Postbus EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Ministerie van Infrastructuur en Milieu Plesmanweg JG Den Haag Postbus EX Den Haag T F Ons kenmerk IENM/BSK-2015/85048 Datum 30 april 2015 Betreft Evaluatie Wet geurhinder en veehouderij Geachte voorzitter, In de afgelopen periode is er van diverse kanten kritiek geuit op de regelgeving voor geurhinder ten gevolge van de veehouderij (gezondheidsdiensten, provincie Noord-Brabant, diverse gemeenten, burgers). De kritiek betreft vooral de hoogte en onderbouwing van de normen en de mogelijkheden die gemeenten hebben om bestaande overlast te verminderen. Dit heeft geleid tot vragen van de Tweede Kamer (zie aanhangsel TK nr en 2174). Hierbij heb ik toegezegd de geurnormering te zullen betrekken bij de evaluatie van de regels in het Activiteitenbesluit (TK 29383, nr. 214). Ook heeft onderzoek plaatsgevonden door de GGD Brabant/Zeeland en IRAS in Utrecht naar de geurbeleving in kleinere kernen en op het platteland in Brabant en Noord-Limburg. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de door ZON-MW ingestelde Academische werkplaats Milieu en Gezondheid. Het onderzoek lijkt signalen te bevestigen dat bij gegeven geurbelasting aanzienlijk meer geurhinder voorkomt dan tot dusverre werd aangenomen. Naast de regelgeving is ook het model voor geurberekening V-Stacks in 2014 onderhevig geweest aan kritiek. Daarbij heb ik in de beantwoording van bovengenoemde Kamervragen toegezegd het model te zullen aanpassen. In deze brief wil ik U op de hoogte stellen van de stand van zaken van beide onderwerpen evaluatie geurregelgeving en V-Stacks,. Evaluatie geurregelgeving Het gaat bij geur om een ingewikkeld vraagstuk, omdat geurbeleving onderhevig is aan grote persoonlijke verschillen. Om deze reden geef ik de voorkeur aan een breed gedragen werkgroep die de evaluatie trekt en met conclusies voor het toekomstige normeringsstelsel voor geur komt. Ik heb inmiddels een bestuurlijke werkgroep ingesteld om de regelgeving met betrekking tot geurhinder en veehouderij te evalueren, onder voorzitterschap van dhr. Lambert Verheijen. De werkgroep bestaat uit bestuurlijke vertegenwoordigers van de VNG, IPO, LTO, GGD, Milieufederaties en afgevaardigden van burgergroeperingen. Er is consensus met belanghebbenden over de opdracht.

7 De werkgroep is gevraagd een advies uit te brengen over: a. de hoogte en onderbouwing van de normen in de Wet geurhinder en veehouderij. Hierbij betrekt de werkgroep de resultaten van het onderzoek van de GGD en Brabant-Zeeland en IRAS en beziet zij of en, zo ja, welk nader onderzoek nodig is om tot een advies over de hoogte van de normen te komen; b. de wenselijkheid om regels te stellen voor de geuremissie (uitstoot van geur), zodat bedrijven worden verplicht om de geuruitstoot altijd zo ver als redelijkerwijs mogelijk (BBT) terug te brengen; c. De vraag of en, zo ja, welke extra ruimte het bevoegd gezag zou moeten krijgen; d. Eventuele geurnormen of nader te differentiëren afstanden voor diercategorieën waarvoor nu geen normen zijn vastgelegd; e. De wenselijkheid om bij de vergunningverlening normen te stellen met betrekking tot de cumulatieve geurhinder; f. De afstemming tussen de beoordeling van de geurbelasting uit stallen van veehouderijen met de geurbelasting uit andere bronnen; g. een zo optimaal mogelijke afstemming tussen de beoordeling van geurhinder bij vergunningaanvragen en de beoordeling van geurhinder in ruimtelijke plannen; h. De vraag of een toets vooraf op geur voor veehouderijen die niet vergunningplichtig zijn, wenselijk is. Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ons kenmerk IENM/BSK-2015/85048 Daarnaast kan de werkgroep ook aanbevelingen formuleren met betrekking de verdeling van bevoegdheden t.a.v. het stellen van normen, gebruikte methoden om de geurbelasting of minimale afstanden te bepalen en voorstellen doen die er op zijn gericht om de inzichtelijkheid en uitvoerbaarheid van de wet- en regelgeving te verbeteren. Het gevraagde product is een rapport met aanbevelingen en standpunten namens de verschillende partijen. De deelnemers van de werkgroep brengen standpunten in namens hun organisatie(s) of achterban. De werkgroep is gevraagd in de zomer van 2015 een eerste advies uit te brengen. Op basis van nader onderzoek naar de hinderbeleving in 2015 kan de bestuurlijke werkgroep eind 2015 een tweede advies uitbrengen. De aanbevelingen van de bestuurlijke werkgroep zullen, samen met een beleidsreactie in samenspraak met EZ, aangeboden worden aan de Tweede Kamer. De adviezen zullen als basis worden gebruikt bij het omzetten van de regels uit de Wet geurhinder en veehouderij in de algemene regels onder de omgevingswet. De uitgangspunten en alle mogelijkheden die de omgevingswet biedt, zullen daarbij in acht worden genomen. V-stacks, rekenmodel voor geur Bij de vergunningverlening gebruikt de gemeente het wettelijk voorgeschreven model V-stacks voor het berekenen van de geurbelasting. Dit rekenmodel is in 2014, naar aanleiding van een onderzoek door de provincie Noord-Brabant aangepast en getest. Uit de testen bleek dat de aanpassing voor een zodanig effect zorgt, dat binnen de bestaande normen met name grote veehouderijen aanzienlijk meer ontwikkelruimte krijgen. Dit kan leiden tot vergunningaanvragen voor uitbreidingen van veehouderijen, die met het nu nog in gebruik zijnde versie van het model in combinatie met de huidige normen niet mogelijk zijn.

8 Een nieuwe ijking van de effecten van het model op de relatie tussen de berekende geurbelasting en kans op geurhinder is daarom noodzakelijk. Het nieuwe model kan pas ingevoerd worden, wanneer deze ijking en evaluatie van de regelgeving is afgerond en een passend advies aan gemeenten kan worden gegeven over de normstelling bij toepassing van het aangepaste rekenmodel. Dit gebeurt in nauwe samenwerking en afstemming met de VNG en de provincie Noord-Brabant. Ik verwacht dit advies aan gemeenten tezamen met het eindadvies van de evaluatie eind 2015 aan te kunnen bieden. Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ons kenmerk IENM/BSK-2015/85048 Hoogachtend, DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, Wilma J. Mansveld

9 Bijlage III: Geurverordening gemeente Mill en Sint Hubert

10

11

12 Schaijk Reek Langenboom Zeeland Mill Oventje Sint Hubert Verlorenhoek Wilbertoord Km Gebiedsvisie, Wet Geurhinder en Veehouderij Gemeentegrens Normgebieden A: Bebouwde kom stedelijk: 2 Ou/m³ B: Bebouwde kom landelijk 3 Ou/m³ C: Buitengebied: 12 Ou/m³ D :Landbouwontwikkelingsgebied: 14 Ou/m³ gemeente Mill en Sint Hubert schaal op A1: 1:25,000 proj.: get: geurverordening datum aantal bladen bladnummer : :1 :1 M. van Balen

13 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Mill en Sint Hubert. Nr januari 2016 Verordening geurhinder en veehouderij 2007 De raad van de gemeente Mill en Sint Hubert gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 februari 2014; gehoord de commissie Grondgebiedzaken; gelet op de desbetreffende bepalingen in de Gemeentewet; BESLUIT in te stemmen met de gewijzigde geurnormenkaart (kenmerk , d.d ) behorende bij de Verordening geurhinder en veehouderij Aldus besloten door de raad van de gemeente Mill en Sint Hubert in zijn openbare vergadering van 12 juni De raad voornoemd, Ing. S.A. de Best Boere griffier Ing. A.A.M.J. Walraven voorzitter 1 Gemeenteblad 2016 nr januari 2016

14 Bijlage IV: Brieven over veehouderijen en gezondheid

15 Aan de wethouders Volksgezondheid en wethouders Milieu van de gemeenten in Noord-Brabant Kenmerk: UIT Z Datum: 10 maart 2015 Behandeld door: L. Geelen Onderwerp: Resultaten onderzoek geurhinder van veehouderijen Geachte mevrouw/ meneer, Met deze brief willen de GGD en in Noord-Brabant u informeren over nieuwe inzichten in het dossier geurhinder van veehouderijen. Onderzoek Academische Werkplaats Milieu & Gezondheid Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid van de GGD en Brabant/Zeeland (Bureau GMV) en het Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS) van Universiteit Utrecht onderzochten de relatie tussen geurbelasting afkomstig van veehouderijen en de ervaren geurhinder bij ruim respondenten op het platteland en in kleinere kernen van Noord-Brabant en Noord-Limburg. Het onderzoek werd uitgevoerd in het kader van de Academische Werkplaats Milieu & Gezondheid. Méér geurhinder dan te verwachten volgens Handreiking Wet Geurhinder Veehouderij (Wgv) Onderzoeksresultaten bevestigen de signalen dat er bij gegeven cumulatieve geurbelasting aanzienlijk méér geurhinder wordt ervaren dan op basis van de Handreiking Wgv (bijlage 6 en 7) te verwachten zou zijn in concentratiegebied. De relatie tussen geurbelasting en hinder blijkt bovendien afhankelijk van diertype. Daarnaast is in dit onderzoek de relatie blootgelegd tussen geurbelasting en ernstige hinder. In de huidig agrarisch geurhindersystematiek wordt geen onderscheid gemaakt tussen diertype en mate van hinder. In onderstaande figuur staan de blootstellingsresponsrelaties voor geurhinder van cumulatieve geurbelasting in concentratiegebied weergegeven. Gezondheid Milieu en Veiligheid Postbus DA Tilburg milieu@ggd-bureaugmv.nl

16 geurhinder van alle diertypen (%) hinder (soms & vaak) hinder (mate) ernstige hinder (mate) wgv meerbron concentratie wgv meerbron niet concentratie P98 geurbelasting van alle diertypen (OU/m 3 ) Figuur 1 Blootstellingresponsrelaties voor cumulatieve geurbelasting van alle diertypen en verschillende maten van geurhinder, namenlijk : hinder (soms/vaak), en de mate van hinder classificaties (hinder en ernstige hinder). Ter vergelijking zijn de blootstellingresponsrelaties voor hinder (soms/vaak) in concentratiegebied en niet-concentratiegebied weergegeven zoals beschreven in de Handreiking Wgv. ( % betrouwbaarheidsinterval) Ter illustratie: In de Verordening Ruimte 2014 van de Provincie Noord-Brabant zijn de volgende normen opgenomen: maximaal 12% kans op geurhinder in de bebouwde kom en maximaal 20% kans op geurhinder in het buitengebied. Op basis van de Handreiking Wgv komt dat overeen met respectievelijk 10 OU/m3 en 20 OU/m3. Op basis van deze onderzoeksresultaten is er bij 10 OU/m3 echter 20-46% geurhinder te verwachten zijn. Bij 20 OU/m3 is er op basis van deze onderzoeksresultaten 29-60% hinder te verwachten. Bovendien treedt er dan óók ernstige hinder op (11% en 17% respectievelijk). 2 Gezondheid Milieu en Veiligheid Postbus DA Tilburg milieu@ggd-bureaugmv.nl

17 Gevolgen voor beleid, landelijk én lokaal De in dit onderzoek gevonden relaties tussen gemodelleerde cumulatieve geurblootstelling en gerapporteerde geurhinder in concentratiegebied vormen een solide stap in de update van geurblootstelling-geurhinder relaties en kunnen daarmee een basis vormen voor vernieuwd geurhinderbeleid op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Hiermee wordt meer recht gedaan aan de ervaren geurhinder van omwonenden én aan de inspanningen die vanuit de agrarische sector geleverd worden om geurhinder te beperken. Met het beschikbaar komen van de rapportage, bestaat de mogelijkheid voor gemeenten om de onderzoeksgegevens in hun beleid te betrekken. Wij kunnen u echter nog niet eenduidig adviseren over hoe u de onderzoeksresultaten kunt gebruiken bij uw vergunningverlening dan wel bij het opstellen van een geurgebiedsvisie en geurverordening. Deze uitvoerings- en beleidsaspecten komen aan de orde bij de nu startende evaluatie van de Wet geurhinder en veehouderij. In het belang van de bescherming van omwonenden van veehouderijen tegen overmatige geurhinder geven wij verder op in deze brief de gemeenten een aantal opties mee om in overweging te nemen. Evaluatie Wet geurhinder en veehouderij In de afgelopen periode is er van diverse kanten kritiek geuit op de regelgeving voor geurhinder ten gevolge van de veehouderij (gezondheidsdiensten, provincie Noord-Brabant, diverse gemeenten, burgers). De kritiek betreft vooral de hoogte en onderbouwing van de normen en de mogelijkheden die gemeenten hebben om bestaande overlast te verminderen. Dit heeft geleid tot vragen van de Tweede Kamer. Staatssecretaris Mansveld heeft aan de Tweede Kamer toegezegd de regelgeving in 2015 te zullen evalueren. 1 De onderzoeksresultaten alsook de gewenste verbetering van het huidige geurverspreidingsmodel 2 worden daarin meegenomen. Op basis van de beschikbare gegevens levert de daarvoor ingestelde werkgroep deze zomer een eerste advies aan I&M. Eind 2015 wordt het eindadvies verwacht. Zowel de GGD en als de Omgevingsdiensten worden bij de evaluatie betrokken. Verspreiding resultaten De nieuwe inzichten zijn op 12 februari 2015 gepresenteerd op het Symposium BOP jij of BOP ik? Beleid, Onderzoek en Praktijk werken samen aan een gezonder milieu aan gemeenteambtenaren, medewerkers GGD en adviesbureau s. Als bijlage bij deze brief vind u een samenvatting van de uitkomsten van het onderzoek. Hierin is een link opgenomen naar de website waarop de rapportage zal verschijnen. Later dit jaar verschijnt een artikel in het Tijdschrift Milieu, opinieblad van het VVM netwerk van milieuprofessionals. Internationale wetenschappelijke publicatie is in voorbereiding. 1 Mansveld, 10 juni Beantwoording Kamervragen over het bericht 'Vergunningen veehouderijen gebaseerd op rekenfouten'; kenmerk IenM/BSK-2014/ Provincie Noord-Brabant, 22 april Brief aan mevr. Mansveld; kenmerk ; onderwerp Actualisatie geurhindermodel. 3 Gezondheid Milieu en Veiligheid Postbus DA Tilburg milieu@ggd-bureaugmv.nl

18 Wat kan een gemeente doen? Wat gemeenten kunnen doen is afhankelijk van hun huidige gemeentelijk geurbeleid. Daarbij kunnen zij de volgende mogelijkheden in overweging te nemen. 1. Gemeenten waar de huidige geurnormen nog relatief hoog zijn en nog vrije emissieruimte voor de veehouders bieden, kunnen de volgende actie(s) ondernemen. a. De resultaten van de evaluatie van de Wet geurhinder en veehouderij afwachten om vervolgens op grond van het advies van het ministerie van IenM te beoordelen of actie nodig is. Daardoor is echter mogelijk dat zich in de tussentijd ongewenste ontwikkelingen voordoen en dat aanzienlijk meer geurhinder wordt toegestaan dan wenselijk. b. Om ongewenste ontwikkelingen te voorkomen, kan de gemeente - in afwachting van het advies van het ministerie van IenM - een aanhoudingsbesluit nemen om de vergunningverlening stil te leggen. Het aanhoudingsbesluit moet leiden tot een ontwerpgeurverordening met andere geurnormen dat binnen een jaar aanhangig wordt gemaakt bij de gemeenteraad. Belangrijk is dat hiermee een stormloop op vergunningen onder de oude beoordelingssystematiek, wordt voorkómen, alsook toename in geurbelasting en geurhinder. Aangezien het eindadvies van het ministerie eind 2015 wordt voorzien, wordt de tijdspanne voor het opstellen en aanhangig maken van een nieuwe ontwerpgeurverordening krap. c. Voorsorteren op de uitkomsten van de evaluatie van de Wet geurhinder en veehouderij en het advies van het ministerie, door te onderzoeken tot welk niveau de geurnormen aangescherpt zouden moeten worden om een emissie-standstil te bereiken. Met de resultaten van het onderzoek en het advies van het ministerie, kan de gemeente besluiten over het eventueel aanscherpen van geurnormen en een ontwerpgeurverordening in procedure brengen. Deze zorgvuldige aanpak voorkómt dat er nog vergunningen in oude beoordelingssystematiek worden verleend. Een toename in geurbelasting en geurhinder wordt hiermee voorkómen, alsook het ontstaan van nieuwe knelpunten. Dit sluit tevens aan bij de systematiek voor de aanpak van urgentiegebieden. 2. Voor gemeenten die de afgelopen jaren de geurnormen hebben aangescherpt, zodanig dat de veehouderijen (nagenoeg) geen vrije emissieruimte meer hebben (=geuremissie standstil), zal aanscherping van de voorgrondnormen beperkt effect hebben. In nieuwe situatie kan er namelijk gebruik gemaakt worden van de 50%-regeling. De geuremissie en geurhinder wordt in dat geval dus al in enige mate gereduceerd. Indien er al (veel) knelpuntsituaties binnen de gemeente bestaan, is het dus evengoed verstandig om het geurbeleid aan te passen. Dit sluit aan bij de systematiek voor de aanpak van urgentiegebieden. 3. Indien er geen knelpuntsituaties zijn kan de gemeente overwegen om het advies van het ministerie van IenM afwachten en naar aanleiding daarvan hun beleid heroverwegen. 4 Gezondheid Milieu en Veiligheid Postbus DA Tilburg milieu@ggd-bureaugmv.nl

19 Relatie met Brabantse urgentiegebieden Veel gemeente zijn bezig met een aanpak van overbelaste situaties en het beleid voor urgentiegebieden. In de Nadere Afspraken van het Brabant Beraad (20 januari 2014) en bij de behandeling van de Structuurvisie en Verordening ruimte in Provinciale Staten (7 februari 2014) zijn afspraken gemaakt die er toe moeten leiden dat er in 2020 geen overbelaste situaties meer zijn in relatie tot de veehouderij. In het Brabant Beraad is afgesproken dat de gemeenten overbelaste situaties in beeld brengen en vervolgens bepalen of deze moeten worden aangewezen als zogenaamd urgentiegebied. Van een urgentiegebied is sprake waar het gaat om overlast door geur en/of fijn stof en/of de beleving van bewoners. De uitkomsten van het GGD geuronderzoek kunnen aanleiding zijn om de aanpak van urgentiegebieden / overbelaste knelpunten te heroverwegen. Dit laatste hoeft niet noodzakelijk te zijn wanneer gemeenten op grond van de geurbeleving van bewoners al een goede indruk hebben van de locaties waar overlast speelt. Relatie met VGO en ander onderzoek Het geuronderzoek dat in deze brief is besproken haakt aan op het zogeheten VGO-onderzoek 3. Daarin worden momenteel gezondheidsrisico s zoals blootstelling aan resistente bacteriën en zoönosen en optreden van luchtwegklachten nader onderzocht. De resultaten van het VGO-onderzoek worden in de loop van 2015 en 2016 bekendgemaakt. Deze resultaten, maar ook die van andere onderzoeken zoals naar een toetsingskader voor endotoxinen, moeten een wetenschappelijke onderbouwing geven aan gemeentelijke beleid aangaande geur, gezondheid en veehouderij. De GGD en zetten zich in voor een gezonde en leefbare woonomgeving waarbij de aandacht voor het One Health principe belangrijk is. One Health staat voor de gezamenlijke inspanning van verschillende disciplines om een optimale gezondheid te bereiken voor mens, dier en milieu 4. Omwonenden maar ook huisartsen uit de regio maken zich ongerust, bijvoorbeeld over besmet raken met bacteriën en virussen of over de inpassing van grote bedrijven in hun woonomgeving, wat ten koste gaat van de leefbaarheid. Vanuit de zorg die omwonenden aangeven, vinden wij het belangrijk om rekening te houden met deze onrust en met de wijze waarop omwonenden hun leefomgeving beleven. We wijzen daarvoor op de invulling aan het begrip goede ruimtelijke ordening uit de Wet Ruimtelijke Ordening (WRO) en de Wet Publieke Gezondheid die gemeenten verplichten een afweging van risico s te maken bij besluiten waar volksgezondheid een rol speelt. 3 nden_vgo 4 The American Veterinary Medical Association. One Health Initiative Task Force. "One Health: A New Professional Imperative". July 15, Gezondheid Milieu en Veiligheid Postbus DA Tilburg milieu@ggd-bureaugmv.nl

20 Deze brief is onderdeel van een proactieve, integrale aanpak op het terrein van gezondheid, milieu en ruimtelijke ordening. Deze zorgvuldige aanpak past in de lijn die geschetst is in het adviesrapport van de Gezondheidsraad 5 en het kabinetsstandpunt 6. De GGD en kunnen u hierin adviseren en ondersteunen. Als u nog vragen heeft over de bevindingen of adviezen, kunt u contact opnemen met Bureau GMV, telefoonnummer Met vriendelijke groet, A. Stevens Directeur GGD Brabant-Zuidoost Mede namens directeuren publieke gezondheid van GGD Hart voor Brabant en GGD West-Brabant Bijlage brief - Factsheet Academische Werkplaats Milieu & Gezondheid: Geurhinder van veehouderij nader onderzocht: meer hinder dan Handreiking Wgv doet vermoeden? In de factsheet staat een link die verwijst naar de website waarop de rapportage van Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid GGD'en Brabant/Zeeland en het Institute for Risk Assessment Sciences (Geurhinder van veehouderij nader onderzocht: meer hinder dan Handreiking Wgv doet vermoeden?) zal verschijnen. 5 Gezondheidsraad. Gezondheidsrisico's rond veehouderijen. Den Haag: Gezondheidsraad, 2012; publicatienr. 2012/27.ISBN Te raadplegen via 6 Kabinetsstandpunt inzake omvang intensieve veehouderij en schaalgrootte. Kamerstuk Te raadplegen via 6 Gezondheid Milieu en Veiligheid Postbus DA Tilburg milieu@ggd-bureaugmv.nl

21 Factsheet GEURHINDER VEEHOUDERIJ ONDERZOCHT: MEER HINDER DAN WGV DOET VERMOEDEN? Februari 2015 Wat voegt de studie toe aan bestaande kennis? Respondenten melden meer geurhinder dan op basis van de Handreiking Wgv (Wet geurhinder veehouderij) verwacht wordt. Er treedt ook ernstige hinder op. De relatie tussen geurbelasting en hinder blijkt afhankelijk van diersoort. In het huidige agrarisch geurbeleid wordt hiermee geen rekening gehouden.

22 Aanbevelingen Gemeente, Provincie, Rijk Neem de resultaten mee in de voorgenomen evaluatie en actualisatie van de geurhindersystematiek. Gebruik de resultaten als opstap voor vernieuwd geurhinderbeleid op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Vraag de GGD om advies. GGD Betrek de resultaten van het onderzoek in de advisering aan gemeenten. Dan wordt er meer recht gedaan aan de ervaren geurhinder van omwonenden en aan de inspanningen die de agrarische sector levert om geurhinder te beperken. Samenvatting van onderzoek De relatie tussen geurbelasting door veehouderijen en de ervaren geurhinder bij ruim respondenten in kleinere woonkernen van Noord-Brabant en Noord-Limburg is onderzocht. De resultaten bevestigen de signalen dat er bij gegeven geurbelasting aanzienlijk meer geurhinder voorkomt dan op basis van de Handreiking Wgv (Wet geurhinder veehouderij) te verwachten zou zijn. Bovendien treedt er ook ernstige hinder op; een effect waar in huidig agrarisch geurbeleid geen rekening mee gehouden wordt. De relatie tussen geurbelasting en hinder blijkt bovendien afhankelijk te zijn van diersoort. De gevonden relaties tussen gemodelleerde geurblootstelling en gerapporteerde geurhinder vormen een eerste stap in de update van geurblootstelling-geurhinder relaties. Dit kan de basis vormen voor vernieuwd geurhinderbeleid op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Dit is zeer relevant, gezien de discussie rondom het model V-stacks en de voorgenomen evaluatie en actualisatie van de geurhindersystematiek. Link naar onderzoeksrapport Geurhinder veehouderij nader onderzocht: meer hinder dan Handreiking Wgv doet vermoeden? Artikel in tijdschrift Milieu: Contactgegevens onderzoekers Contactpersoon: Loes Geelen, Bureau GMV Daisy Boers, Bureau GMV Inge Wouters, Universiteit Utrecht (IRAS) Milieu en Gezondheid bij GGD en De GGD levert een bijdrage aan een gezonde en veilige leefomgeving voor iedereen, in het bijzonder voor kwetsbare groepen. De belangrijkste speerpunten zijn een gezonde leefomgeving en een gezond binnenmilieu. De afdeling Milieu en Gezondheid geeft onderbouwde gezondheidsadviezen voor beleid over milieugerelateerde onderwerpen. Als onafhankelijke partij denkt de GGD graag met de gemeente mee.

23 > Retouradres Postbus EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Bureau Bestuursraad Bezoekadres Bezuidenhoutseweg AC Den Haag Postadres Postbus EK Den Haag Factuuradres Postbus BD Den Haag Overheidsidentificatienr Datum 7 juli 2016 Betreft Aanbieding rapporten gezondheidsrisico s rond veehouderijen Geachte Voorzitter, Hierbij bieden wij u, mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), het rapport Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (VGOonderzoek), het rapport Emissies van endotoxinen uit de veehouderij (fase 3a) en het rapport Additionele maatregelen ter vermindering van emissies van bioaerosolen uit stallen: verkenning van opties, kosten en effecten op de gezondheidslast van omwonenden aan 1. Deze onderzoeken zijn gedaan naar aanleiding van het advies van de Gezondheidsraad in 2012 over de gezondheidsrisico s rond veehouderijen voor omwonenden. T (algemeen) Ons kenmerk BBR / Bijlage(n) 1 Resultaten onderzoeken VGO-onderzoek Doel van het onderzoek was om meer duidelijkheid te verkrijgen over mogelijke gezondheidseffecten van de veehouderij op de gezondheid van omwonenden, vooral infectieziekten en luchtwegaandoeningen in relatie tot luchtverontreiniging (zoals fijnstof en endotoxinen). Het VGO onderzoek is uitgevoerd in veerijke gebieden, in Noord-Brabant en Limburg. Er zijn meerjarige gegevens gebruikt van huisartsen van circa patiënten in de regio. Daarnaast is een vragenlijst ingevuld door mensen. Bijna 2500 mensen hebben meegedaan aan medisch onderzoek (bloed, ontlasting, longfunctie). Het VGO-onderzoek heeft nieuwe inzichten opgeleverd over de relatie tussen veehouderij en gezondheid. Het onderzoek bevestigt eerdere bevindingen dat astma en neusallergieën significant minder voorkomen bij mensen die op korte afstand wonen van veehouderijen. Dicht bij veehouderijen wonen minder mensen met COPD, een chronische ziekte aan de longen. COPD-patiënten die dichtbij of in de buurt van één of meer veehouderijen wonen, hebben een verhoogd risico op complicaties van hun ziekte. 1 Het rapport Emissies van endotoxinen uit de veehouderij (fase 3a) is te raadplegen via Het rapport Additionele maatregelen ter vermindering van emissies van bioaerosolen uit stallen: verkenning van opties, kosten en effecten op de gezondheidslast van omwonenden is te raadplegen via Pagina 1 van 4

24 Bureau Bestuursraad Ons kenmerk BBR / Er komen aanwijzingen naar voren dat het wonen in de buurt van veehouderijen een nadelig effect heeft op de longfunctie. De verlaging van de longfunctie wordt gevonden bij mensen die veel veehouderijen in hun omgeving hebben (15 of meer bedrijven binnen een kilometer afstand van een woning). Dit hangt vooral samen met het aantal veehouderijen rond de woning en hangt niet duidelijk samen met specifieke veehouderijtypen. Het meest waarschijnlijk is dat de longfunctieveranderingen samenhangen met de blootstelling aan stof en endotoxinen direct rond de veehouderijbedrijven. Een verhoogde concentratie ammoniak in de lucht, afkomstig van de veehouderij, laat een verband zien met de afname van de longfunctie. Waarschijnlijk is het niet het ammoniak zelf dat dit effect veroorzaakt, maar fijnstofdeeltjes die worden gevormd doordat ammoniak met andere stoffen in de lucht reageert. Deze deeltjes verplaatsen zich over grote afstand waardoor de effecten zich mogelijk ook in een groter gebied kunnen voordoen. De effecten van ammoniakblootstelling en veehouderijen zijn in omvang vergelijkbaar met de negatieve gezondheidseffecten die in stedelijke populaties worden gevonden als gevolg van verkeersblootstelling. In de huisartsengegevens is een relatie te zien tussen het wonen in de buurt van een pluimveehouderij en longontsteking (pneumonie) voor de jaren Een verhoging van het risico op een longontsteking wordt gevonden voor omwonenden die binnen een straal van één kilometer van pluimveebedrijven wonen. Per bewoners in het landelijke VGO gebied worden jaarlijks ongeveer 1500 pneumoniegevallen verwacht. Daarvan zijn er mogelijk 150 vermijdbaar bij afwezigheid van pluimveebedrijven. Er zijn sterke aanwijzingen dat fijnstof en componenten ervan mensen gevoeliger maken voor infecties. Maar specifieke ziekteverwekkers afkomstig van dieren kunnen op dit moment niet worden uitgesloten. Alleen onder de ongeveer 2500 deelnemers van het medisch onderzoek wordt een verband gevonden tussen longontstekingen en het wonen in de buurt van geitenbedrijven, dit effect wordt niet gezien in de huisartsgegevens of de vragenlijsten. Het betreft een zeer beperkt aantal gevallen. Er is geen goede verklaring voor de gevonden relatie, daarom vinden er nadere analyses plaats. In het onderzoek is ook gekeken of bepaalde zoönoseverwekkers vaker voorkomen in de omgeving van veehouderijen, ten opzichte van de rest van het land. Bij het hepatitis E-virus, de bacterie Clostridium difficile en ESBL-producerende bacteriën is dat niet het geval. Wel lijken mensen iets vaker drager te zijn van de veegerelateerde-mrsa bacterie, maar deze verhoging is niet statistisch significant. Pagina 2 van 4

25 Bureau Bestuursraad Ons kenmerk BBR / De onderzoekers geven aan dat niet zonder meer duidelijk is of de resultaten van VGO te generaliseren zijn voor het hele land. Het VGO-onderzoek richt zich op mogelijke verbanden tussen stoffen en micro-organismen van veehouderijen en gezondheidseffecten. Op basis van alleen het VGO-onderzoek kan niet worden vastgesteld of dit ook oorzakelijke verbanden zijn. Endotoxinen De staatssecretaris van I&M heeft uw Kamer in 2013 instrumentering van een norm voor endotoxinen toegezegd (Kamerstuk , nr. 134 dd. 14 juni 2013). Deze adviesgrenswaarde is opgenomen in het eind 2012 verschenen advies Gezondheidsrisico s rond veehouderijen van de Gezondheidsraad. De staatssecretaris heeft uw Kamer in 2015 het rapport van de literatuurstudie over emissies van endotoxinen uit de veehouderij gezonden (fase 1 en 2, Kamerstuk , nr. 163 dd. 19 maart 2015). Het rapport Emissies van endotoxinen uit de veehouderij (fase 3a) ( beschrijft het resultaat van metingen aan de emissies van endotoxinen uit enkele stallen. Daarnaast wordt de verspreiding van deze deeltjes in de omgeving berekend. Het doel van deze metingen en berekeningen is om te beoordelen of de adviesgrenswaarde voor endotoxinen in de omgeving van stallen overschreden wordt. De metingen en berekeningen laten zien dat overschrijding van de adviesgrenswaarde mogelijk is. Bij stallen van varkens is dat tot zo n 200 meter het geval en bij pluimvee tot zo n 500 meter. Bij varkens zijn binnen de aangegeven afstand de wettelijke normen voor geur en fijnstof al kritisch. De maatregelen die genomen moeten worden om te voldoen aan deze normen, zullen ook de emissies van endotoxinen beperken. Zonder aanvullend beleid in de pluimveehouderij zullen de risico s door endotoxinen voor omwonenden in de omgeving van pluimveestallen niet verminderen. GGD-verkenning naar een mogelijke relatie tussen veehouderij en longkanker De GGD heeft in samenwerking met het landelijke Kennisplatform Veehouderij en Humane Gezondheid ( wetenschappelijk onderzoek gescreend op informatie over de relatie tussen longkanker en de hoeveelheid en chemische samenstelling van fijnstof (waaronder secundair fijnstof) en gekeken naar de noodzaak van aanvullend onderzoek. Samenvattend geven de beschikbare onderzoekgegevens geen duidelijk antwoord op de vraag of er op regionaal en gemeentelijk niveau in Noord-Brabant een relatie is tussen het voorkomen van longkanker en intensieve veehouderij. Hiervoor is nader onderzoek nodig. Het kennisplatform Veehouderij en Humane Gezondheid stelt hierover een onderzoeksvraag op, waarna het onderzoek wordt uitgezet. Pagina 3 van 4

26 Bureau Bestuursraad Ons kenmerk BBR / Onderzoek stalmaatregelen Er is een verkennende studie toegezegd naar mogelijke maatregelen om emissies uit stallen die schadelijk zijn voor de gezondheid van omwonenden te beperken (Kamerstuk 28973, nr. 163, dd 19 maart 2015). Het rapport ( biedt de basis voor het kiezen van maatregelen om emissies van fijnstof te reduceren. Voor de belangrijke aspecten daarbij zoals mate van emissiereductie, de kosten daarvan, wel of niet bijdrage aan reductie van ammoniak en geur en inzetbaarheid op korte of lange termijn geeft het rapport de relevante informatie. Reactie De resultaten geven reden tot bezorgdheid. Het VGO-onderzoek en het endotoxinen-onderzoek laten zien dat er mogelijke verbanden zijn gevonden tussen het wonen in de omgeving van veehouderijen en de gezondheid. Het kabinet beraadt zich dan ook op maatregelen. Het kabinet zal zich met veehouderijsectoren, in het bijzonder de pluimveesector, buigen over maatregelen om de luchtkwaliteit rondom veehouderijen te verbeteren. De pluimveesector heeft eerder al aangegeven te komen met een toekomstvisie veehouderij. Wij willen in overleg met de sector bekijken hoe in navolging van andere sectoren, zoals de tuinbouw en varkenssector, voor de pluimveesector in overleg met andere partijen tot een plan van aanpak kan worden gekomen waarin deze maatregelen zijn ingebed. Het plan moet gericht zijn op een economisch bestendige sector met maatschappelijk draagvlak. Daarnaast is het belangrijk dat provincies over optimale mogelijkheden beschikken om te kunnen sturen op dieraantallen in zowel het belang van de kwaliteit van de leefomgeving als in het belang van volksgezondheid. Daarom zal het kabinet het eerder aangekondigde wetsvoorstel dieraantallen verder in gang zetten. Het wetsvoorstel zoals dat eerder is geconsulteerd, zal worden aangepast, rekening houdend met de reacties in de consultatie. Het wetsvoorstel zal na advisering van de Raad van State aan uw Kamer worden aangeboden, naar verwachting rond het kerstreces. Het kabinet zal deze onderzoeken en de verschillende effecten op de volksgezondheid die hieruit naar voren komen, grondig analyseren. De problematiek vraagt om een gezamenlijke aanpak van ministeries, andere overheden, de sector en overige betrokkenen. Wij zullen uw Kamer na de zomer nader informeren over de te nemen maatregelen en vervolgonderzoek. (w.g.) Martijn van Dam Staatssecretaris van Economische Zaken (w.g.) Sharon A.M. Dijksma Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Pagina 4 van 4

Met deze brief willen de GGD en in Noord-Brabant u informeren over nieuwe inzichten in het dossier geurhinder van veehouderijen.

Met deze brief willen de GGD en in Noord-Brabant u informeren over nieuwe inzichten in het dossier geurhinder van veehouderijen. Aan de wethouders Volksgezondheid en wethouders Milieu van de gemeenten in Noord-Brabant Kenmerk: UIT-15033471 Z-14016606 Datum: 10 maart 2015 Behandeld door: L. Geelen E-mail: l.geelen@ggd-bureaugmv.nl

Nadere informatie

Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij)

Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij) (Tekst geldend op: 10-02-2013) Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 531 Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 319 Wet van 16 mei 2002, houdende regels inzake stankemissie in ontwikkelingsgebieden (Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden)

Nadere informatie

Veehouderij en gezondheid omwonenden

Veehouderij en gezondheid omwonenden Veehouderij en gezondheid omwonenden Hebben veehouderijen effect op de gezondheid van mensen die in de omgeving wonen? Dat was de centrale vraag in het onderzoek VGO. In deze brochure vindt u de belangrijkste

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Onderwerp: Verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Gemeenteraad Raadsvergadering van 9-2-2017. Onderwerp: Verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Samenvatting: Uw raad heeft in 2008 een geurgebiedsvisie en geurverordening

Nadere informatie

Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Gemeenteraad Raadsvergadering van 9-2-2017. Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Samenvatting: Uw raad heeft in 2008 een geurgebiedsvisie en geurverordening

Nadere informatie

RAADSINFORMATIEBRIEF

RAADSINFORMATIEBRIEF RAADSINFORMATIEBRIEF Onderwerp: BeterBuitenGebied no. 4 Registratienummer: 00538397 Datum: 20 maart 2015 Portefeuillehouder: Steller: Nummer: - vragen geurvisie - brief GGD onderzoek N. Lemlijn W. de Ridder

Nadere informatie

Overwegende dat op het perceel Keizersdijk 78a een kleinschalige paardenhouderij/ pensionstal gevestigd zal worden;

Overwegende dat op het perceel Keizersdijk 78a een kleinschalige paardenhouderij/ pensionstal gevestigd zal worden; Raadsbesluit *Z0065CCB6E3* Zaaknummer: Z.07781 Documentnummer: INT.04551 VERGADERING GEMEENTERAAD d.d. 27 september 2016 Agendapunt.. De raad van de gemeente Strijen; Overwegende dat op het perceel Keizersdijk

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Datum: 1 maart 2016 Nummer: Onderwerp: Voorstel inzake Gebiedsvisie en Geurverordening

RAADSVOORSTEL. Datum: 1 maart 2016 Nummer: Onderwerp: Voorstel inzake Gebiedsvisie en Geurverordening RAADSVOORSTEL Datum: 1 maart 2016 Nummer: Onderwerp: Voorstel inzake Gebiedsvisie en Geurverordening Voorgesteld raadsbesluit: 1. Het verslag van de inspraakreacties op de Gebiedsvisie ten behoeve van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 654 Voorstel van wet tot wijziging van de Wet ammoniak en veehouderij Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Geurverordening. Artikel 4: Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van haar bekendmaking.

Geurverordening. Artikel 4: Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van haar bekendmaking. Geurverordening Verordening vastgesteld: 31 maart 2011 In werking getreden: 7 april 2011 Artikel 1: Begripsbepaling Dierenverblijf: al dan niet overdekte ruimte waarbinnen dieren worden gehouden; Geurgevoelig

Nadere informatie

Veehouderij & Gezondheid stand van zaken april Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid

Veehouderij & Gezondheid stand van zaken april Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid Veehouderij & Gezondheid stand van zaken april 2015 Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid 22 april 2015 Stand van zaken Uitkomsten geuronderzoek GGD Tussentijdse uitkomsten Veehouderij Gezondheid

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp: Derde gedeeltelijke intrekking Aanhoudingsbesluit Wet geurhinder en veehouderij Registratienummer: 00543740 Op voorstel B&W d.d.: 7 juli 2015 Datum vergadering:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 197 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer en enkele andere wetten ten behoeve van de implementatie van

Nadere informatie

Volksgezondheid en veehouderij: handelingsperspectieven

Volksgezondheid en veehouderij: handelingsperspectieven Fred Stouthart Volksgezondheid en veehouderij: handelingsperspectieven Studiedag Hekkelman, Doorn, 3 november 2016 Zijn we uit een droom wakker geworden. We dachten dat de lucht in het buitengebied schoon

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 606 Wet van 22 november 2006, houdende wijziging van de Wet milieubeheer en enige andere daarmee verband houdende wetten (modernisering van de

Nadere informatie

VAN : College van B&W, portefeuillehouder wethouder Th.M. Martens NAMENS DEZE : team Ruimte, A.M.G.T. Smits

VAN : College van B&W, portefeuillehouder wethouder Th.M. Martens NAMENS DEZE : team Ruimte, A.M.G.T. Smits MEMO ZAAKNUMMER : 2017039042 AAN : Raad VAN : College van B&W, portefeuillehouder wethouder Th.M. Martens NAMENS DEZE : team Ruimte, A.M.G.T. Smits DATUM : 24 oktober 2017 ONDERWERP : Beleid aanvragen

Nadere informatie

Raadsvergadering d.d. : 30 maart 2017 Agendanr.: : Bouwen, wonen en milieu

Raadsvergadering d.d. : 30 maart 2017 Agendanr.: : Bouwen, wonen en milieu Raadsvergadering d.d. : 30 maart 2017 Agendanr.: Afdeling : Beleid en Ontwikkeling Portefeuillehouder : Wethouder S.C.A. Luijten Wethouder M.M. Kuijken Onderwerp : vaststellen Verordening geurhinder en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 28 973 Toekomst van de intensieve veehouderij Nr. 137 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING d.d. 27 sept 2016 NR.: RI

VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING d.d. 27 sept 2016 NR.: RI VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING d.d. 27 sept 2016 NR.: RI-16-00186 Onderwerp: RIVM rapport "Veehouderij en gezondheid omwonenden" Agendapunt 14. Voorstel: Raadsvoorstelnummer 2016-45 1. Kennis te nemen

Nadere informatie

VERSIE D.D. 11/4/2017 TBV CONSULTATIE

VERSIE D.D. 11/4/2017 TBV CONSULTATIE CONCEPT d.d. 11 april 2017 Voorstel van wet, houdende regels voor de regulering van aantallen landbouwhuisdieren en aantallen veehouderijlocaties in veedichte gebieden (Interimwet veedichte gebieden) Allen,

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2014/2

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2014/2 1 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 14-1-2014 Nummer voorstel: 2014/2 Voor raadsvergadering d.d.: 11-03-2014 Agendapunt: 6 Onderwerp:

Nadere informatie

Veehouderij & Gezondheid uitkomsten onderzoek

Veehouderij & Gezondheid uitkomsten onderzoek Veehouderij & Gezondheid uitkomsten onderzoek 2016-2017 Renske Nijdam adviseur milieu & gezondheid Regio Hart van Brabant Wat speelt lokaal Landelijke onderzoeken naar effecten veehouderij op gezondheid

Nadere informatie

Volksgezondheid en veehouderij

Volksgezondheid en veehouderij VNG bijeenkomst landelijk gebied en gezondheid 14 september 2016 Volksgezondheid en veehouderij Handelingsperspectieven? Inhoud Werkprogramma regio Zuidoost-Brabant Uitkomsten VGO en Endotoxinen onderzoeken

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) A herdruk 1 GEWIJZIGD

Nadere informatie

ONTWERP VERORDENING GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ GEMEENTE OOSTERHOUT 2016

ONTWERP VERORDENING GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ GEMEENTE OOSTERHOUT 2016 ONTWERP VERORDENING GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ GEMEENTE OOSTERHOUT 206 Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. PM Gelet op artikel 6, derde lid, en artikel 8 van de Wet geurhinder en veehouderij,

Nadere informatie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu T.a.v. mevrouw S. Dijksma, staatssecretaris. Postbus 20901, 2500 EX Den Haag. Geachte mevrouw Dijksma,

Ministerie van Infrastructuur en Milieu T.a.v. mevrouw S. Dijksma, staatssecretaris. Postbus 20901, 2500 EX Den Haag. Geachte mevrouw Dijksma, Ministerie van Infrastructuur en Milieu T.a.v. mevrouw S. Dijksma, staatssecretaris Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Geachte mevrouw Dijksma, Met veel genoegen bied ik u de resultaten aan van de bestuurlijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 517 Wet van 18 oktober 2001, houdende wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet milieugevaarlijke stoffen en de Wet bodembescherming (verbetering

Nadere informatie

BIJLAGE 4: RELEVANTE WETSARTIKELEN

BIJLAGE 4: RELEVANTE WETSARTIKELEN BIJLAGE 4: RELEVANTE WETSARTIKELEN Pagina 1 van 8 Pagina 2 van 8 WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT (WABO) Artikel 2.12 1. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 29 383 Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu 28 973 Toekomst veehouderij Nr. 295 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Nadere informatie

Veehouderij en volksgezondheid

Veehouderij en volksgezondheid Veehouderij en volksgezondheid Stand van zaken wetgeving en jurisprudentie Peter Bokelaar Inleiding Gezondheidseffecten veehouderij nog steeds een actueel thema. Q-koorts uitbraak in 2008/2009: bewustwording

Nadere informatie

Ontwerp besluit UV

Ontwerp besluit UV Ontwerp besluit UV 20160070 Aanvraag en verzoek Op 3 mei 2016 is voor het adres Aan 't Ven 6 te Nederweert ingekomen: 1. Een omgevingsvergunning aanvraag voor het veranderen van een pluimveehouderij (OBM)

Nadere informatie

Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht http://wetten.overheid.nl/bwbr0027474/geldigheidsdatum_25-09-20.. 1 van 8 25-9-2010 11:41 Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Tekst geldend op: 25-09-2010) Wet van 25 maart 2010 tot vaststelling

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

Rode draad van deze toelichting

Rode draad van deze toelichting Rode draad van deze toelichting Achtergronden van de wetgeving Gemeentelijke geurnormen Aanhoudingsbesluit en actualisatie gemeentelijke geurverordening Ontwikkelingen regelgeving Achtergronden van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 285 Wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (vereenvoudiging bekendmaking en aanbiedingsprocedure) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 054 Wijziging van de Omgevingswet en enkele andere wetten met het oog op de beheersing van geluid afkomstig van wegen, spoorwegen en industrieterreinen

Nadere informatie

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Ontwerp. Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Ontwerp. Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten Veehouderij en geur Ontwerp geurgebiedsvisie en geurverordening 2016 Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten Asten Historie: reconstructie, afwaartse beweging ammoniakreductie prioriteit

Nadere informatie

Seminar Veehouderij en volksgezondheid

Seminar Veehouderij en volksgezondheid Seminar Veehouderij en volksgezondheid Dick Heederik Universiteit Utrecht (IRAS) Fred Stouthart Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Paul Bodden Hekkelman Advocaten Doorn 3 november 2016 Programma Seminar

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 54 Wet van 24 januari 2002 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met de samenvoeging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 165 Wet van 19 maart 2009, houdende tijdelijke regels voor experimenten met een gebiedsgerichte bestemmingsheffing ten behoeve van aanvullende

Nadere informatie

Gemeente Bladel Heer C. van Hintum Postbus AA BLADEL

Gemeente Bladel Heer C. van Hintum Postbus AA BLADEL Gemeente Bladel Heer C. van Hintum Postbus 11 5530 AA BLADEL Kenmerk: UIT-17039450 Datum: 28 november 2017 Behandeld door: M. Stijntjes E-mail: m.stijntjes@ggdgmv.nl Onderwerp: GGD advies n.a.v. woningbouw

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 224 Wet van 11 mei 2007, houdende wijziging van de voorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten Wij Beatrix,

Nadere informatie

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden Veehouderij en geur geurgebiedsvisie en geurverordening 2015 Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden Geursituatie 2015 Overbelaste locaties Heusden Ommel Concentratie Intensieve veehouderij ten zuiden van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 894 Uitbreiding en wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de uitvoering van de verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 611 Wet van 22 november 2006, houdende wijziging van de Wet milieubeheer in verband met verduidelijking en verbetering van de regelgeving met

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 57 Wet van 10 februari 2017 tot wijziging van de Tracéwet, de Wet milieubeheer en de Wet geluidhinder in verband met de verruiming van de mogelijkheid

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016 Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016 Zomerstaete Holding B.V. De heer L. Flier Provincialeweg 7d 3271 LW Mijnsheerenland Inleiding In gevallen dat een besluit of plan betrekking heeft op activiteiten

Nadere informatie

De Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014 vast te stellen.

De Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014 vast te stellen. Datum: 13-05-14 Onderwerp Evaluatie geurverordening veehouderij Boxtel Status Besluitvormend Voorstel De Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) 29 Wet van 6 november 2008, houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 352 Wet van 5 juli 2001 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Actualisatie gemeentelijke geurverordening gemeente Sint Anthonis. Informatieve bijeenkomst gemeenteraad maandag 14 september 2015

Actualisatie gemeentelijke geurverordening gemeente Sint Anthonis. Informatieve bijeenkomst gemeenteraad maandag 14 september 2015 Actualisatie gemeentelijke geurverordening gemeente Sint Anthonis Informatieve bijeenkomst gemeenteraad maandag 14 september 2015 Rode draad van deze toelichting In dit overleg focus op actualisatie gemeentelijke

Nadere informatie

Welk inzicht hebben we in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht

Welk inzicht hebben we in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht Welk inzicht hebben we in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht Emissies veehouderij Primair fijnstof voer, mestdeeltjes, haren, huidschilfers, veren,.. bacterien

Nadere informatie

K7 I ADVIES. 14 mei 2014/1017 RAPPORT. TOETSING Geurhinder veehouderij. Locatie Achtersloot 180

K7 I ADVIES. 14 mei 2014/1017 RAPPORT. TOETSING Geurhinder veehouderij. Locatie Achtersloot 180 K7 I ADVIES 14 mei 2014/1017 RAPPORT TOETSING Geurhinder veehouderij Locatie Achtersloot 180 K7 advies Schoener 3625 8243 WR Lelystad tel. 0320-251685 email: contact@k7advies.nl internet: wvvw.k7advies.nl

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 122 Wet van 25 februari 1999 tot wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet rampen en zware ongevallen en de Arbeidsomstandighedenwet ter uitvoering

Nadere informatie

Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp SP Cuijk Postbus AB Cuijk

Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp SP Cuijk Postbus AB Cuijk Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp 8 5431 SP Cuijk Postbus 88 5430 AB Cuijk 0485-338300 info@odbn.nl www.odbn.nl Datum 22 maart 2016 Aan Gemeente Haaren, de heer Van Nuland Van De heer

Nadere informatie

De Marke III te Hengevelde

De Marke III te Hengevelde Onderzoek geurhinder veehouderijbedrijven De Marke III te Hengevelde Gemeente Hof van Twente Datum: 26 november 2013 Projectnummer: 120218 Auteur: Projectleider: Project: SAB Postbus 479 Projectnummer:

Nadere informatie

Memo. Burg. J. Schipperkade 10A 8321 EH Urk Tel Fax

Memo. Burg. J. Schipperkade 10A 8321 EH Urk Tel Fax Memo aan : Mevrouw I. Boers, gemeente Wierden van : Catharina Verheij, Foppen Advies afschrift : De heer W. van der Ploeg, Kleissen en partners opdrachtgever : Gemeente Wierden onderwerp : Geuronderzoek

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 341 Wet van 23 juni 2005, houdende wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet openbaarheid van bestuur en de Archiefwet 1995 ten behoeve van de

Nadere informatie

MEMO aan. : Ton Smits, Gemeente Asten van. : Fred Stouthart, Omgevingsdienst Zuidoost Brabant datum : 4 november 2013 afschrift : --

MEMO aan. : Ton Smits, Gemeente Asten van. : Fred Stouthart, Omgevingsdienst Zuidoost Brabant datum : 4 november 2013 afschrift : -- MEMO aan : Ton Smits, Gemeente Asten van : Fred Stouthart, Omgevingsdienst Zuidoost Brabant datum : 4 november 2013 afschrift : -- onderwerp : Evaluatie geursituatie gemeente Asten 2013 Deze memo gaat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 313 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met wijzigingen

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OV

Omgevingsvergunning OV Omgevingsvergunning OV 20130168 Aanvraag Op 06 december 2013 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een varkenshouderij (OBM) op het adres Hennesweg 41 te Ospel.

Nadere informatie

Aan de voorzitter en leden van Provinciale Staten van Limburg

Aan de voorzitter en leden van Provinciale Staten van Limburg Aan de voorzitter en leden van Provinciale Staten van Limburg Cluster RMT Behandeld E.H.J. Roos Ons kenmerk 2016/69221 Telefoon +31 43 389 88 04 Uw kenmerk - Maastricht 13 september 2016 Bijlage(n) 1 Verzonden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 345 Wet van 23 september 2015, houdende regels omtrent de overheidszorg op het gebied van meteorologie en seismologie (Wet taken meteorologie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 137 Wet van 4 april 2008 tot vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid

toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid Zoönosen aandachts punt voor GGD Streefwaarden 10 ou woonkernen

Nadere informatie

Verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij voor de gemeente Dongeradeel

Verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij voor de gemeente Dongeradeel Verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij voor de gemeente Dongeradeel Nota van toelichting ten aanzien van de verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder

Nadere informatie

Geuronderzoek. Agrarisch kinderdagverblijf t Broek 8 Nistelrode

Geuronderzoek. Agrarisch kinderdagverblijf t Broek 8 Nistelrode Geuronderzoek Agrarisch kinderdagverblijf t Broek 8 Nistelrode Auteur: drs. E.M. Korevaar Datum: 8 januari 2015 Status: Rapportage EW Milieu-advies Dorstige Hartsteeg 5a 3512 NV Utrecht mob. 06 20847756

Nadere informatie

INGEKOMEN GEMEENTE BERGEIJK 3 OKT Afd Kopie aan

INGEKOMEN GEMEENTE BERGEIJK 3 OKT Afd Kopie aan 16IK003394 College van B&W (verzendlijst) Afd Kopie aan INGEKOMEN GEMEENTE BERGEIJK 3 OKT. 2016... t Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 297 Wet van 1 juni 2006, houdende wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, en de Wet op het voortgezet

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wet van houdende wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg, de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten bij elektronische

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 14 Wet van 6 juli 2004 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer vereenvoudiging van de bekostigingsbepalingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 329 Wet van 23 augustus 2016 tot wijziging van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek in verband met de selectieve woningtoewijzing

Nadere informatie

o 1 MAART 2012 o Z MRT 201Z l0eoo e.'j"'" 0- OO~~ l ~ aalburg gemeente Gemeente Heusden = INGEKOMEN

o 1 MAART 2012 o Z MRT 201Z l0eoo e.'j' 0- OO~~ l ~ aalburg gemeente Gemeente Heusden = INGEKOMEN - ~ l0eoo e.'j"'" 0- OO~~ l ~ gemeente INGEKOMEN o Z MRT 201Z Gemeente Heusden = aalburg Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heusden postbus 41 5250 AA VLlJMEN Wijk en Aalburg, 29

Nadere informatie

EVALUATIE GEURBELEID Gemeente Boxtel

EVALUATIE GEURBELEID Gemeente Boxtel EVALUATIE GEURBELEID 2013 Gemeente Boxtel 0 0 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 1 2. Situatie... 3 3. Uitgangspunten van de berekeningen... 4 3.1 Rekenmodel... 4 3.2 Onderzoeksgebied... 4 3.3 Bronnen en geurgevoelige

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 159 Wet van 30 maart 1995 tot wijziging van de Huisvestingswet (voorziening in de huisvesting van bepaalde categorieën verblijfsgerechtigden)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 418 Wet van 1 november 2007, houdende regels inzake de aanspraak op een inkomensafhankelijke financiële bijdrage in de kosten van kinderen (Wet

Nadere informatie

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING Plangebied Schoolstraat-Oost te Gameren Gemeente Zaltbommel Opdrachtgever: Contactpersoon: Arcadis Nederland BV mevrouw E. Timmermans-Boele Documentnummer:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BV9444

ECLI:NL:RVS:2012:BV9444 ECLI:NL:RVS:2012:BV9444 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-03-2012 Datum publicatie 21-03-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201111372/1/A4 en 201111372/2/A4

Nadere informatie

Datum Reactie op diverse onderzoeken naar de relatie tussen veehouderij en gezondheid

Datum Reactie op diverse onderzoeken naar de relatie tussen veehouderij en gezondheid > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

Versie : 1.0 Datum : 24 oktober Onderzoek milieuzonering en geur ontwikkeling locatie Vordenseweg 7 in Ruurlo

Versie : 1.0 Datum : 24 oktober Onderzoek milieuzonering en geur ontwikkeling locatie Vordenseweg 7 in Ruurlo Versie : 1.0 Datum : 24 oktober 2016 Onderzoek milieuzonering en geur ontwikkeling locatie Vordenseweg 7 in Ruurlo Colofon Opdrachtgever Contactpersoon Gemeente Berkelland Coen Nieuwenhuis Rapportnummer

Nadere informatie

Zijn omwonenden veehouderij vaker ziek?

Zijn omwonenden veehouderij vaker ziek? Zijn omwonenden veehouderij vaker ziek? Zijn de omwonenden van veehouderijen vaker ziek? En wat zijn dan hun klachten? Dat is in een notendop de vraag die een groep onderzoekers heeft beantwoord. En daar

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning UV

Ontwerp omgevingsvergunning UV Ontwerp omgevingsvergunning UV 20150044 Aanvraag Op 13 april 2015 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een rundveehouderij op het adres Stokershorst 5 te Nederweert-Eind.

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OV 20140031

Omgevingsvergunning OV 20140031 Omgevingsvergunning OV 20140031 Aanvraag Op 28 februari 2014 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een paardenhouderij (inclusief camping) op het adres Grasdijk

Nadere informatie

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening'

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening' 'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening' Kenmerk: BELEIDSREGEL OMGEKEERDE WERKING: WOON- EN LEEFKLIMAAT, TWEEDE HERZIENING Aanleiding. Op 22 april 2014 heeft de gemeenteraad

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 551 Wet van 27 november 2008 tot wijziging van de ekendmakingswet en enkele andere wetten in verband met de elektronische bekendmaking en beschikbaarstelling

Nadere informatie

Vervolggesprekken over leefbaarheid in en om Heusden

Vervolggesprekken over leefbaarheid in en om Heusden Vervolggesprekken over leefbaarheid in en om Heusden Programma 20.00 uur inloop 20.15 uur welkom door wethouder Martens presentaties van Fred Stouthart (OZOB) en Renske Nijdam (GGD) over geur, fijnstof

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 247 Regels ter bevordering van de totstandkoming en realisatie van maatschappelijke initiatieven gericht op duurzame ontwikkeling door na een

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 440 Wet van 27 september 2012 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verduidelijking van de artikelen 297a en 297b 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg, de Wet cliëntenrechten zorg en enkele andere wetten in verband met het tijdig signaleren van risico's voor de continuïteit van zorg alsmede in verband

Nadere informatie

Directoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Bezoekadres Postadres Factuuradres Overheidsidentificatienr Behandeld door Besluit

Directoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Bezoekadres Postadres Factuuradres Overheidsidentificatienr Behandeld door Besluit > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Datum Betreft Voorbereidingsbesluit Windpark Drentse Monden en Oostermoer Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 119 Wet van 9 maart 2016 tot wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de invoering van een nieuw normen- en handhavingstelsel voor de luchthaven

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 50 Wet van 24 januari 2008, houdende wijziging van de Wet buitengewoon pensioen 1940 1945, de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers,

Nadere informatie

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten Consultatieversie Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en het nieuwe nadeelcompensatierecht VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 13. Datum: 12 augustus 2014. Decosnummer: 226. E. m.borkent@dalfsen.nl T.

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 13. Datum: 12 augustus 2014. Decosnummer: 226. E. m.borkent@dalfsen.nl T. Raadsvoorstel Status: Besluitvormend Agendapunt: 13 Onderwerp: Geurverordening Datum: 12 augustus 2014 Portefeuillehouder: dhr. N.L. Agricola Decosnummer: 226 Informant: Marco Borkent E. m.borkent@dalfsen.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 021 Wijziging van de Wet geluidhinder, de Wet luchtvaart en de Spoorwegwet in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2002/49/EG van

Nadere informatie