9 Risicomanagement Sterk wijzigend landschap voor verzekeraars en pensioeninstellingen
|
|
- Norbert Baert
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 9 Risicomanagement Sterk wijzigend landschap voor verzekeraars en pensioeninstellingen Jasper Hoogenstraaten MSc en Paul van Roon MSc Inleiding Voor de gehele financiële sector in Nederland geldt dat de afgelopen jaren in het teken hebben gestaan van consolidatie, nieuwe wet- en regelgeving en communicatie met de consument. Voor verzekeraars en pensioeninstellingen geldt dat in de jaren 2016 en 2015 nieuwe vereisten zijn geïntroduceerd aan risicomanagement, door de invoering van Solvency II respectievelijk het nieuwe Financieel Toetsingskader (FTK). Deze vereisten aan risicomanagement dienen ertoe bij te dragen instellingen weerbaarder te maken en consumentenvertrouwen te herwinnen. 9.1 Ontwikkelingen De Nederlandse pensioen- en verzekeringsmarkt is reeds jaren krimpende: het aantal verzekeraars en pensioenfondsen neemt gestaag af. Dit gaat tevens gepaard met een consolidatieslag waarbij door fusies en overnames een aantal partijen zijn gegroeid en kleinere partijen zijn verdwenen. Tot slot heeft met name de dalende rente geleid tot een stijging van de verplichtingen van pensioenfondsen en verzekeraars. Deze verplichtingen zijn veelal afgedekt door beleggingen in 147
2 goud geld vastrentende waarden welke tevens in waarde zijn gestegen waardoor het balanstotaal van de markt als geheel is toegenomen. Onderstaande overzichten illustreren deze ontwikkeling. Figuur 1 Overzicht verzekeraars en pensioenfondsen (Bron: statistieken DNB) In figuur 1 is een daling zichtbaar van het aantal verzekeraars van 414 in 2000 naar 206 in 2014 terwijl het balanstotaal voor de Nederlandse verzekeringsmarkt als geheel in die periode toeneemt van 250 miljard tot 511 miljard. Dit betekent dat het gemiddelde balanstotaal is toegenomen van 600 miljoen naar 2,5 miljard en de gemiddelde verzekeraar daarmee ruim viermaal zo groot is geworden. Ook in de pensioenmarkt is consolidatie zichtbaar: het aantal pensioenfondsen daalt van 988 in 2000 naar 365 in 2014 terwijl het balanstotaal van de fondsen tezamen in dezelfde periode toeneemt van 445 miljard tot miljard. Dit betekent dat het gemiddelde balanstotaal is toegenomen van 450 miljoen naar 3,4 miljard en het gemiddelde pensioenfonds daarmee meer dan zevenmaal zo groot is geworden. Naast het feit dat verzekeraars en pensioenfondsen te maken hebben met consolidatie in hun markten, hebben zij ook reeds langere tijd te kampen met imagoproblematiek. Structureel scoren verzekeraars en pensioenfondsen matig tot slecht bij consumenten als zij gevraagd worden naar het vertrouwen dat zij in deze sectoren stellen. DNB beaamt dat herstel van vertrouwen hoog op de agenda staat, maar constateert tegelijk dat de financiële sector te weinig vooruitgang boekt. Uit het eigen onderzoek van het Verbond van Verzekeraars blijkt dat het vertrouwen in verzekeraars sinds 2012 wel stijgt, maar nog altijd een negatieve score kent. Ut onderzoek van DNB blijkt dat het vertrouwen in de sector inderdaad toeneemt sinds 2012, maar zich nog altijd ruim onder het niveau bevindt van voor de financiële crisis van Dit is zichtbaar in onderstaande overzichten. 148
3 risicomanagement sterk wijzigend landschap voor verzekeraars Figuur 2 Vertrouwen in de sector. (Bron: Jaarlijkse DNB Vertrouwensenquête) Figuur 3 Index consumentenvertrouwen (Bron: Verbond van Verzekeraars) Figuur 2 toont de sterke afname van het vertrouwen in de sector in 2008 en 2009 zoals dit blijkt uit de jaarlijkse DNB Vertrouwensenquête. Sinds 2012 neemt dit vertrouwen weer licht toe, maar blijft het nog altijd achter op de periode voor de financiële crisis. Hierbij valt op dat het vertrouwen in pensioenfondsen de laatste jaren lager is dan dat in banken en verzekeraars, terwijl dit in 2008 nog op hetzelfde niveau lag. Door stijgende levensverwachtingen en almaar dalende rente, hebben fondsen zich genoodzaakt gezien tot het nemen van impopulaire maatregelen zoals het korten op uitkeringen. De pensioendeelnemer wordt op harde wijze geconfronteerd met het feit dat aanspraken minder hard zijn dan verwacht. Daar komt bij dat het huidige pensioenstelsel grotendeels onbegrepen is bij de consument. Er wordt afgegaan op de omvang van de Nederlandse pensioenpotten die vergeleken met andere landen goed gevuld zijn. De blik is daarbij gericht op de bezittingen van de fondsen en er wordt grotendeels voorbijgegaan aan de toenemende druk op de verplichtingen: de contante waarde van de toekomstige uitkeringen. Met politieke kunstgrepen zoals het meermaals aanpassen van de methodiek van de rekenrente wordt getracht hier grip op te krijgen. Dit blijkt echter lastig en de weg naar een nieuw en wellicht eerlijker stelsel lijkt nu in gang gezet: alternatieven worden actief onderzocht en politiek en maatschappij lijken daar ook steeds meer voor open te staan, waarbij de variant van persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling steeds vaker als voorkeur wordt genoemd. Voorlopig is het nog niet zover en zullen pensioenfondsen alles in het werk moeten stellen om de dekkingsgraden op peil te houden en het vertrouwen te herstellen. Figuur 3 toont de index van het consumentenvertrouwen zoals afgeleid door het Verbond van Verzekeraars. Ook hier is sinds 2012 herstel zichtbaar, echter pas bij een indexwaarde van nul hebben consumenten gemiddeld neutraal geantwoord. In 2015 stond deze waarde nog op minus 10 wat een gebrek aan vertrouwen impliceert. Consumenten blijken op basis van goede ervaringen, zoals betere 149
4 goud geld communicatie en vlotte schadeafhandeling vooral positief over hun eigen verzekeraar, maar staan gemiddeld minder positief tegenover de branche als geheel. Zolang verzekeraars aan hun verplichtingen kunnen blijven voldoen en blijven investeren in de kwaliteit van dienstverlening lijkt het voor verzekeraars de goede kant op te gaan. Verzekeraars staan gelijktijdig op andere gebieden echter onder grote druk, onder meer door lage rentestanden, stevige concurrentie en toenemende regelgeving. Bovendien is het woekerpolisdossier nog altijd niet afgesloten. Door toezichthouder DNB wordt integraal risicomanagement als een van de belangrijkste onderdelen van een beheerste en integere bedrijfsvoering gezien wat bij moet dragen aan solvabele en stabiele verzekeraars en pensioenfondsen enerzijds en verder herstel van vertrouwen anderzijds. 9.2 Het toezicht verscherpt Om de weerbaarheid van verzekeraars en pensioenfondsen te vergroten en een hoger niveau van risicomanagement af te dwingen, is regelgeving verder ontwikkeld en toezicht toegenomen. Voor verzekeraars hebben de afgelopen jaren in het teken gestaan van de voorbereiding op Solvency II, het Europees regelgevend raamwerk dat per 1 januari 2016 in werking is getreden. Voor pensioenfondsen is op Nederlands niveau eerst het nieuwe FTK ontwikkeld wat per 1 januari 2015 van toepassing is. Vervolgens is in 2016 akkoord gegaan met IORP II, het Europees raamwerk met vereisten aan pensioenfondsen. Zowel voor verzekeraars als pensioenfondsen staan in de vernieuwde regelgeving drie elementen centraal: 1) kapitaalvereisten, 2) governance en risicomanagement en 3) rapportagekaders en ingrijpmogelijkheden voor toezichthouders kapitaalvereisten In modern toezicht kennen kapitaalvereisten een belangrijke plaats; voor verschillende risico s gelden voorgeschreven kapitaalvereisten, zodat het risicoprofiel resulteert in een kapitaalbuffer die instellingen in staat stelt risico s op te vangen. Sinds de financiële crisis is veel aandacht geweest voor de juiste omvang van deze kapitaalvereisten teneinde te waarborgen dat de kapitaalbuffers voldoende zijn om dergelijke crisisscenario s op te kunnen vangen en consumenten te beschermen Kapitaalvereisten voor verzekeraars: Solvency II De solvabiliteitspositie van verzekeraars wordt doorgaans beoordeeld vanuit de solvabiliteitsratio: de verhouding tussen het eigen vermogen en het vereist 150
5 risicomanagement sterk wijzigend landschap voor verzekeraars kapitaal. Zolang de solvabiliteitsratio groter is dan 100% is de verzekeraar in staat te voldoen aan de verplichting jegens polishouders én heeft zij voldoende buffers aan de kapitaaleis vanuit regelgeving te voldoen. Voor verzekeraars gelden onder Solvency II-kapitaalvereisten voor een veelheid aan risico s. Deze vereisten zijn opgenomen in de zogenaamde eerste pilaar van Solvency II. Hiermee kent Solvency II een vergelijkbare indeling als het Bazel-toezicht voor banken. De kapitaaleis voor verzekeraars gaat uit van het marktwaardeprincipe: alle bezittingen en verplichtingen van verzekeraars worden gewaardeerd tegen de geldende marktwaarde. De marktwaarde is daarbij de waarde waarvoor deze bezittingen en verplichtingen over te dragen zijn aan een derde partij. Zo worden beursgenoteerde beleggingen per definitie gewaardeerd tegen de actuele beurskoers en worden verplichtingen gewaardeerd op basis van de risicovrije rente. Het eigen vermogen dat resteert na waardering van alle bezittingen en verplichtingen dient voldoende te zijn om twee niveaus van de kapitaaleis te dekken met een horizon van een jaar: De Minimum Capital Requirement (MCR): dit representeert de hoeveelheid kapitaal die benodigd is om met 85,00% zekerheid de voorgeschreven risico s op te kunnen vangen en aan de verplichtingen jegens polishouders te kunnen voldoen. De Solvency Capital Requirement (SCR): dit representeert de hoeveelheid kapitaal die benodigd is om met 99,50% zekerheid de voorgeschreven risico s op te kunnen vangen en aan de verplichtingen jegens polishouders te kunnen voldoen. Het hoge betrouwbaarheidsinterval van de SCR impliceert dat verzekeraars in theorie bestand zijn tegen risicoscenario s met een terugkeerperiode van eens in de 200 jaar. Hoewel een voorgeschreven standaard formule geldt voor vaststelling van de SCR, is het tevens mogelijk deze af te leiden met behulp van een intern model dat beter is afgestemd op het daadwerkelijke risicoprofiel van de betreffende verzekeraar. Voor het toepassen van een dergelijk intern model is toestemming van de toezichthouder nodig en dient ten minste te voldoen aan hetzelfde hoger betrouwbaarheidsinterval van 99,50%. De opzet van de kapitaaleis is veel bediscussieerd in de verzekeringssector, waarbij kritische vragen worden gesteld bij de in ogenschouw genomen risico s en de wijze waarop deze gekwantificeerd worden. Deze kritische geluiden komen zowel van verzekeraars zelf als van onafhankelijke experts in de sector. Desondanks leidt de opzet van de kapitaaleis ontegenzeggelijk tot een groter risicobewustzijn en een grotere weerbaarheid tegen risico s. Voorlopige cijfers geven aan dat de risicogebaseerde SCR onder Solvency II ongeveer tweemaal zo groot is als de oude kapitaaleis onder het Solvency I-regime voor Nederlandse verzekeraars. Dit betekent dat de SCR een grotere buffer vormt tegen risico s. Vooralsnog wijzen voorlopige studies uit dat verzekeraars over voldoende kapitaal beschikken 151
6 goud geld om ook aan de nieuwe vereisten te voldoen. Voorlopige cijfers tonen aan dat de SCR voornamelijk voortkomt uit marktrisico s behorende bij de beleggingen van verzekeraars. Figuur 4 Samenstelling SCR verzekeraars (Bron: uitkomsten QIS5 zoals gepubliceerd door EIOPA) Figuur 4 toont de risico s onderliggend aan de kapitaaleis. Daarin is te zien dat marktrisico een van de belangrijkste risico s van verzekeraars vormt. De kapitaaleis voor marktrisico wordt gebaseerd op voorgeschreven rekenregels voor kwantificering van risico s uit de beleggingsportefeuille zoals onder meer aandelenrisico, vastgoedrisico en renterisico. Dit is nieuw ten opzichte van de oude kapitaaleis in het Solvency I-regime die voornamelijk afhankelijk was van omvang van de verzekeraar en niet werd gebaseerd op het risicoprofiel. Daarmee leidt Solvency II niet alleen tot grotere buffers, maar ook tot toegenomen afstemming daarvan op het risicoprofiel Kapitaalvereisten voor pensioenfondsen: FTK De solvabiliteitspositie van pensioenfondsen wordt doorgaans beoordeeld vanuit de dekkingsgraad: de verhouding tussen de bezittingen en de verplichtingen. Zolang deze dekkingsgraad zich boven de 100% bevindt, is het fonds in beginsel in staat te voldoen aan de toekomstige uitkeringen aan haar deelnemers. Dit is fundamenteel anders dan bij verzekeraars aangezien een dekkingsgraad van 100% nog geen ruimte biedt additionele buffers door middel van eigen vermogen om een kapitaaleis te dekken. In het FTK wordt hierin voorzien door toepassing van een tweetal niveaus van de kapitaaleis met een horizon van één jaar: Het Vereist Eigen Vermogen (VEV): dit representeert de hoeveelheid kapitaal die benodigd is om met 97,50% zekerheid de voorgeschreven risico s op te 152
7 risicomanagement sterk wijzigend landschap voor verzekeraars kunnen vangen en aan de verplichtingen jegens deelnemers te kunnen voldoen. Het Minimum Vereist Eigen Vermogen (MVEV): dit is de ondergrens van het VEV en is in beginsel gelijk aan 4% van de verplichtingen van een fonds en leidt derhalve tot een ondergrens van een dekkingsgraad van 104%. Het betrouwbaarheidsinterval van het VEV impliceert dat pensioenfondsen in theorie bestand zijn tegen risicoscenario s met een terugkeerperiode van eens in de 40 jaar. Hoewel ook onder het FTK grotendeels uitgegaan wordt van het marktwaardeprincipe geldt dat voor waardering van de verplichtingen een andere rente wordt gehanteerd dan voor verzekeraars. Voor pensioenfondsen wordt door DNB een rekenrente gepubliceerd die is gebaseerd op een gemiddelde rente en een verwachting kent voor de lange rente (looptijden langer dan 20 jaar). Daarnaast wordt de dekkingsgraad uitgedrukt als beleidsdekkingsgraad wat een gemiddelde is van de feitelijke dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden. Deze middeling van de rente en de dekkingsgraad dempt de volatiliteit van de financiële positie van pensioenfondsen en dient te leiden tot een stabieler beeld van de financiële gezondheid. In tegenstelling tot verzekeraars geldt echter dat sinds 2015 een groot deel van de pensioenfondsen een beleidsdekkingsgraad kent die lager is dan het VEV en derhalve niet in staat is aan de kapitaaleisen te voldoen. Figuur 5 Beleidsdekkingsgraad pensioenfondsen ten opzichte van kapitaaleis (Bron: Kamerbrief 20 mei 2016) 153
8 goud geld Uit figuur 5 blijkt dat per 31 december 2015 slechts 16% van de fondsen een beleidsdekkingsgraad kent die groter is dan de kapitaalvereisten. Dit impliceert dat het grootste deel van de pensioenfondsen zich in een situatie bevindt waarin maatregelen nodig zijn om te herstellen. Voor pensioenfondsen geldt in tegenstelling tot verzekeraars dat het korten op uitkeringen aan deelnemers als ultiem middel kan worden ingezet om de verplichtingen te beheersen en de dekkingsgraad te verbeteren. Onder het FTK geldt dat korten op uitkeringen aan deelnemers onderdeel kan zijn van het herstelplan dat van toepassing is als de dekkingsgraad zich onder het VEV bevindt. In dergelijke situaties wordt extra veel gevraagd van het risicomanagement van een instelling om de positie te verbeteren zonder het risicoprofiel in onacceptabele mate te vergroten. 9.3 Governance en integraal risicomanagement In Nederland dienen alle financiële instellingen en pensioenfondsen te beschikken over een goede interne governance. Het governancesysteem draait uiteindelijk om een adequate beheersing van risico s en de bewaking van de beheerste en integere bedrijfsvoering. De grondslag wordt gelegd in de Wet op het financieel toezicht (art. 3:17) en voor pensioenfondsen gelden de elementen van goed pensioenfondsbestuur (art. 33 PW en art. 42 Wvb). De governance bestaat uit structuur, strategie, verdeling van taken en bevoegdheden, beleid, deskundigheid, processen en interne controle. Een goede governance heeft aandacht voor opzet én werking van deze elementen. De afgelopen jaren is de governance rondom het risicomanagement actueel. Dit wordt versterkt door (internationale) wet- en regelgeving en gerichte themaonderzoeken vanuit het prudentieel en gedragstoezicht governancevereisten verzekeraars: solvency ii Met het van kracht worden van het Solvency II-regime per begin 2016 is een nieuwe impuls gegeven aan de kwaliteit van de interne governance en het risicomanagement van verzekeraars. Dit is opgenomen in de zogenaamde tweede pijler van Solvency II. De meest opvallende nieuwe vereisten zijn gericht op het vooruitkijkend risicomanagement en scenario-analyse dat tot uitdrukking komt in de ORSA. Daarnaast zijn vereiste sleutelfuncties geïntroduceerd: de risicomanagement, compliance, interne audit en actuariële functie. Daarvan is de actuariële functie volledig nieuw, aangezien deze in geen enkele vorm in de oude Wft opgenomen was. Met het vervallen van de rol van de certificerend actuaris, verzetten verzekeraars veel werk om deze actuariële functie invulling te geven. Maar er is meer in de tweede pijler, waaronder een meer nadrukkelijke rol voor bestuur en raad van commissarissen voor het risicomanagement. Verzekeraars 154
9 risicomanagement sterk wijzigend landschap voor verzekeraars dienen onder meer aan te tonen op welke wijze risicomanagement is vormgegeven en daadwerkelijk bijdraagt aan besluitvorming. Bovendien dienen de bestuurders en dagelijks beleidsbepalers aantoonbaar geschikt te zijn, waarbij kennis van en betrokkenheid bij risicomanagement een centrale plaats inneemt. Veelzeggend voor de centrale rol van risicomanagement in het Solvency IIraamwerk is artikel 259 van de Gedelegeerde Verordening 2015/35. Daarin wordt van verzekeraars verwacht dat zij over een risicomanagementsysteem beschikken dat onder meer de volgende kenmerken bezit: een welomschreven risicomanagementstrategie die in overeenstemming is met de algemene bedrijfsstrategie; schriftelijke vastlegging van de doelstellingen en grondbeginselen van de strategie, de goedgekeurde risicotolerantielimieten en de toewijzing van verantwoordelijkheden voor alle activiteiten van de onderneming; een welomschreven procedure voor het besluitvormingsproces; schriftelijke gedragslijnen die effectief de omschrijving en de indeling per categorie garanderen van de materiële risico s waaraan de onderneming is blootgesteld, en de goedgekeurde risicotolerantielimieten per risicocategorie; Rrpportageprocedures en -processen die garanderen dat informatie over de materiële risico s waaraan de onderneming is blootgesteld en de doeltreffendheid van het risicomanagementsysteem actief worden gecontroleerd en geanalyseerd, en dat passende wijzigingen in het systeem worden aangebracht waar en wanneer zulks noodzakelijk is. Verzekeraars dienen er vervolgens zorg voor te dragen dat de personen die de onderneming daadwerkelijk besturen of andere sleutelfuncties vervullen, bij hun besluitvormingsproces rekening houden met de informatie die in het kader van het risicomanagementsysteem is gerapporteerd. Dit is een forse stap voorwaarts in het niveau van risicomanagement en over de hele linie valt te constateren dat er meer nadruk wordt gelegd op de kwaliteit van risicomanagement en meer actieve betrokkenheid van bestuurders en intern toezicht wordt verlangd. Dit is eerder dit jaar nog eens onderstreept door de zogenaamde day one-rapportage. Deze openingsbalans is de eerste door externe accountants beoordeelde rapportage op Solvency II-basis. In het gehanteerde werkprogramma van de accountant was veel aandacht voor governance en interne beheersing en uiteraard voor de juiste toepassing van Solvency II-vereisten. Dat verzekeraars hun zaken op orde dienen te hebben is evident. Echter, vooral de zichtbare aanwezigheid van checks & balances in het risicomanagementproces, inclusief de rapportageprocessen, zijn voor het doorstaan van de toets van de accountant van groot belang. De rol en betrokkenheid van bestuur, leidinggevend 155
10 goud geld management en intern toezicht, waaronder de sleutelfuncties, dienen daarbij ook in werking vastgelegd te worden governancevereisten pensioenfondsen: ftk en iorp ii Pensioenfondsen kennen sinds een aantal jaar het integraal risicomanagement (IRM). Dit raamwerk wordt door DNB gehanteerd bij het beoordelen van risicomanagement en de benodigde governance daar omheen. De aanpak benadrukt een holistische zienswijze op het risicomanagement, waarbij de verschillende risico s in samenhang geanalyseerd worden en er op continue basis wordt gemanaged en bijgestuurd. Net als bij de verzekeraars is proportionele inrichting van het risicomanagement toegestaan. Onderdeel van het holistische IRM is een stevige governance. De (risico)houding van het bestuur is onderdeel net als de mate waarin gesignaleerde risico s onderdeel zijn van het besluitvormingsproces. Ook verlangt de toezichthouder dat een duidelijke risicomanagementstrategie en beleid zijn vormgegeven waarin rekenschap wordt gegeven aan het risicoprofiel van het fonds en de risicobereidheid en limieten zijn uitgewerkt. Een goed werkend risicomanagementproces zorgt voor een tijdige identificatie, analyse en rapportage. Een overzicht van de samenstelling van integraal risicomanagement conform de criteria van DNB is onderstaand opgenomen. Figuur 6 Overzicht integraal risicomanagement vereisten (Bron: DNB ( Figuur 6 geeft aan dat reeds vanuit DNB de vereiste geldt om integraal risicomanagement geïmplementeerd te hebben op het niveau dat het is geformaliseerd en gestructureerd. Hieronder bevinden zich criteria ten aanzien van onder meer risicostrategie, risicomanagementprocessen, gecommitteerd bestuur 156
11 risicomanagement sterk wijzigend landschap voor verzekeraars en weloverwogen besluitvorming. Boven het vereist niveau is conform de indeling van DNB nog een hoger niveau mogelijk, dat van risicomanagement dat is geïmplementeerd en periodiek geëvalueerd. Vanuit Europa krijgen pensioenfondsen sinds 2016 te maken met de herziene IORP-richtlijn. Deze richtlijn was oorspronkelijk bedoeld om een Europees gelijk speelveld te creëren voor kapitaaleisen voor tweedepijlerpensioenen in lijn met Solvency II voor verzekeraars. Na consultaties en onderhandelingen tussen Europese Commissie en lidstaten (vooral Nederland en Verenigd Koninkrijk) zijn Europese regels met betrekking tot kapitaaleisen gesneuveld, zodat de huidige kapitaaleisen voor pensioenfondsen gehandhaafd blijven. Wat resteert in de nieuwe richtlijn is met name gericht op governance, risicomanagement en pensioencommunicatie. De huidige richtlijn dateert uit 2003 en is volgens de Europese toezichthouder EIOPA niet langer houdbaar omdat deze niet voldoet aan de eisen die gesteld moeten worden aan een modern risicogebaseerd governancesysteem. Hoewel IORP II dus niet zover gaat als oorspronkelijk bedoeld, zal er voor pensioenfondsen toch zeker werk aan de winkel zijn om aan de aangescherpte eisen te gaan voldoen. Wanneer het definitieve voorstel officieel gepubliceerd wordt en in werking treedt, resteert er nog twee jaar voor lidstaten om deze in lokale wetgeving te implementeren. Dat lijkt ver weg, maar ervaring bij verzekeraars leert dat tijdige voorbereiding nodig is om tijdig te kunnen voldoen aan nieuwe vereisten. 9.4 Rapportagevereisten en ingrijpmogelijkheden Bij nieuw toezicht wordt veelal expliciet melding gemaakt dat meer transparantie en openheid tot de doelstellingen behoort. Dit gaat vrijwel altijd gepaard met extra rapportagevereisten die aan de branche gesteld worden en aan meer ingrijpmogelijkheden bij toezichthouders. Uiteindelijk bedoeld om consumenten van financiële producten en pensioenen te beschermen, wat in essentie een sympathiek streven is, maar wel vaak leidt tot een verzwaring van administratieve lasten voor de sector. Dit laatste staat dan weer haaks op het streven van de overheid om lastendruk als gevolg van toenemende regels juist te verminderen. Het blijft een lastige afweging rapportagevereisten verzekeraars: solvency ii Voor verzekeraars staat er veel te gebeuren op het gebied van verplichte rapportages, zowel openbare versies als aan de toezichthouder. Oude Wft-staten zijn inmiddels vervangen door nieuwe kwantitatieve staten (QRT s) waarvan het aantal dat verzekeraars dienen op te leveren met ingang van 2017 fors zal toenemen, hetgeen een substantiële verzwaring van rapportageprocessen teweegbrengt. Met deze rapportages zal het risicoprofiel van verzekeraars in grotere 157
12 goud geld mate van detail inzichtelijk worden voor zowel toezichthouders als publiek. Tegelijk zullen inlevertermijnen jaarlijks ingekort worden. Vanaf 2019 geldt voor kwartaalrapportages een inlevertermijn van vijf weken en voor jaarrapportages een inlevertermijn van 14 weken. Dit is flink korter dan de huidige 8 en 26 weken en voor het overgrote deel van de verzekeraars een grote uitdaging. Naast de QRT s leveren verzekeraars het Solvency & Financial Condition Report (SFCR), het Solvency II jaarverslag. De rapport is openbaar en omvat verplichte hoofdstukken over Onderneming, Governance, Risicoprofiel, Waarderingsgrondslagen en Kapitaalbeleid. Dit rapport gaat ook naar de toezichthouder, waarbij eens per drie jaar een uitgebreidere toezichtrapportage (RSR) dient te worden opgeleverd. Al deze informatie geeft DNB snel inzicht in ontwikkelingen in bijvoorbeeld de kapitaalpositie van een verzekeraar en wijzigingen hierin en daarmee de mogelijkheid om desgewenst toezichtmaatregelen te treffen en handhavend op te treden. De toezichthouder betrekt daarbij ook andere bronnen, naast de informatie die rechtstreeks door de verzekeraar zelf worden aangeleverd, zoals eerder geconstateerde bevindingen en early warning signalen uit het toezichtproces, informatie vanuit een college van toezichthouders (bij internationale verzekeringsgroepen) of informatie vanuit andere autoriteiten of de media. Solvency II-interventiemogelijkheden van DNB Meest evident is dat bij een breuk van de kapitaaleis een herstelplansituatie ontstaat. De verzekeraar dient aannemelijk te maken dat herstelmaatregelen binnen zes maanden tot een adequate reparatie van de kapitaalbuffer leiden. Daalt het vermogen onder de minimale kapitaaleis, dan kan DNB een stille curator aanstellen. Voor verzekeraars geldt daarnaast vanaf 2014 dat een verklaring van geen bezwaar van DNB nodig is voor dividenduitkeringen (of kapitaalverminderingen) ingeval de solvabiliteitspositie na uitkering niet aan de eisen voldoet of als dit binnen een periode van een jaar kan worden verwacht. Voor aandeelhouders komt deze beperking waarschijnlijk als een onaangename verrassing wanneer de situatie zich voordoet. Een ander instrument van de toezichthouder zijn on-site bezoeken welke, vooral voor de meer complexe verzekeraars, als intensief worden ervaren. Wanneer aanleiding bestaat voor zorg, kan een instelling onder verscherpt toezicht worden geplaatst. Dat kan bijvoorbeeld door een aanwijzing. 158
13 risicomanagement sterk wijzigend landschap voor verzekeraars rapportagevereisten pensioenfondsen: iorp ii Specifiek voor pensioenfondsen is de mogelijkheid van DNB om in te kunnen grijpen bij een beoogde verhuizing naar het buitenland. Zo wordt de zogenaamde Belgiëroute onderzocht en raakt deze langzaam aan meer geaccepteerd, hoewel deelnemers vaak nog wel achterdochtig zijn en onzeker of hun pensioen wel is zekergesteld in België. Enkele ondernemingspensioenfondsen hebben de stap al gemaakt en zijn verhuisd om zich te onttrekken aan Nederlands toezicht. Met de IORP II-richtlijn wordt getracht het pensioentoezicht binnen Europa te harmoniseren, dit ook om toezichtarbitrage tegen te gaan. DNB zal onder het nieuwe regime meer mogelijkheden krijgen om verhuizingen tegen te houden door een aantal expliciete criteria waaraan getoetst kan worden op te nemen. Deze criteria zullen met de inwerkingtreding van de richtlijn onderdeel gaan uitmaken van de Nederlandse Pensioenwet en daarmee de positie van DNB versterken. 9.5 Focus op versterking risicomanagement Gedreven door de genoemde marktontwikkelingen en wijzigingen in het toezicht komt versterking van risicomanagement steeds hoger op de agenda van verzekeraars en pensioenfondsen te staan. Voldoen aan vereisten is daarbij al een uitdaging op zich, maar in de markt zijn ook modellen zichtbaar die de volwassenheid van het eigen risicomanagement van de organisatie in kaart brengen. Deze algemene risicomanagementmodellen zijn toepasbaar binnen de financiële sector, maar ook daarbuiten. Een veelgebruikt voorbeeld van de verschillende niveaus van volwassenheid is het model dat wordt gepubliceerd door COSO. Daarin zijn vijf verschillende niveaus van Enterprise Risk Management (ERM) opgenomen met bijbehorende kenmerken. Navolgend figuur geeft deze weer. Figuur 7 Risicomanagement volwassenheidsniveaus (Bron: COSO) 159
14 goud geld Figuur 6 geeft de groei in volwassenheid van risicomanagement weer van het laagste niveau van initial naar het hoogste niveau van optimizing. Daarbij is zichtbaar dat in het laagste niveau processen niet gedefinieerd en vastgelegd zijn en risicomanagement op ad-hoc basis wordt uitgevoerd en afhankelijk is van sleutelpersonen. In het hoogste niveau zijn processen volledig ingericht, vastgelegd en werkend waarbij risicomanagement is gericht op het bewust nemen en benutten van risico s. Voor verzekeraars en pensioenfondsen is het zaak het eigen niveau van volwassenheid in beeld te hebben en doorlopend na te gaan waar verdere verbeteringen noodzakelijk of mogelijk zijn. 9.6 Tot slot Risicomanagement voor verzekeraars en pensioenfondsen heeft zich de laatste jaren sterk ontwikkeld. Het eind hiervan lijkt nog niet in zicht, aangezien de vereisten steeds verder aangescherpt worden en marktontwikkelingen dwingen tot hogere niveaus van volwassenheid van risicomanagement. Zo worden organisaties enerzijds gedwongen tot integraal risicomanagement vanuit wet- en regelgeving en de kritische consument, maar anderzijds ontwikkelt goed risicomanagement zich steeds meer tot een cruciale pion om kansen te kunnen benutten. Daarmee vormt gedegen risicomanagement een essentieel onderdeel van het nieuwe denken van verzekeraars en pensioeninstellingen. 160
Risicomanagement functie verzekeraars onder Solvency II
Risicomanagement functie verzekeraars onder Solvency II AG Commissie ERM Leidraad: overzicht wetgeving en vereisten Introductie In dit document is een overzicht opgenomen van de vereisten aan de risicomanagement
Nadere informatieRisicomanagement functie verzekeraars onder Solvency II
Risicomanagement functie verzekeraars onder Solvency II Hoofdindeling: Leidraden Opgesteld door: Commissie Enterprise Risk Management (ERM) Vastgesteld door: Commissie Enterprise Risk Management (ERM)
Nadere informatieSolvency II. Vanaf 1 januari 2016 is Solvency II van kracht. Waarom wordt Solvency I vervangen? Voor welke verzekeraars geldt het nieuwe kader?
Solvency II Een nieuw raamwerk voor prudentieel toezicht op verzekeraars 1 Vanaf 1 januari 2016 is Solvency II van kracht. Solvency II is een nieuw raamwerk voor prudentieel toezicht op verzekeraars. Dit
Nadere informatieEIGEN RISICO BEOORDELING (ERB) IORP II JASPER HOOGENSTRAATEN 27 SEPTEMBER 2018
EIGEN RISICO BEOORDELING (ERB) IORP II JASPER HOOGENSTRAATEN 27 SEPTEMBER 2018 Impact op uw fonds? 2 Inspanningen van toezichthouders nemen toe 3 Agenda Wat is de ERB en waarom eigenlijk? Vereisten in
Nadere informatieIORP II: De gevolgen
Karel Bunte Februari 2018 Aanleiding De Europese Unie zet zich in voor de duurzame ontwikkeling van een economische en monetaire unie met een vrije interne markt. Binnen de wereld van pensioenen ontwierp
Nadere informatieVerslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016
Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Op woensdagmiddag 9 maart, aansluitend aan de jaarbijeenkomst van de Vereniging Gepensioneerden Getronics (VGG), organiseerde Stichting Voorzieningsfonds Getronics
Nadere informatieEIOPA ontwierp een vliegtuig
FOTO EIOPA ontwierp een vliegtuig Van Solvency II naar IORP II Van ORSA naar ERB Utrecht, 14 november 2018 CPI Governance Jeroen Breen Partner CPI Risk, Finance & Governance 1 Onderwerpen EIOPA ontwierp..
Nadere informatieKwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014
Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%
Nadere informatieSolvency voor pensioenfondsen. Actuariaatcongres 2011 VSAE Agnes Joseph
Actuariaatcongres 2011 VSAE Agnes Joseph Agenda Pensioenfondsen Huidig toezicht op Nederlandse pensioenfondsen Europees toezicht financiële instellingen Solvency II voor pensioenfondsen Tot slot: Aangekondigde
Nadere informatieSectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds. Geacht bestuur,
De Nederlandsche Bank N.V. Toezicht pensioenfondsen Postbus 98 1000 AB Amsterdam 020 524 91 11 www.dnb.nl Onderwerp Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds Handelsregister
Nadere informatie134 De Pensioenwereld in 2015
14 134 De Pensioenwereld in 2015 Ontwikkelingen in de pensioenmarkt 135 Het nieuwe FTK: oude wijn in nieuwe zakken? Auteurs: Gijs Hoedemaker, Machiel Koper en Alexander van Stee Na de crisis leek er een
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatieBeleid inzake Kapitaalbeheer Langlopende verplichtingen. Arco van Oord Erik Kersten Leonard Flink
Beleid inzake Kapitaalbeheer Langlopende verplichtingen Arco van Oord Erik Kersten Leonard Flink Agenda Algemeen Themaonderzoek kapitaalbeleid Sectorbrief beleid inzake kapitaalbeheer Langlopende verplichtingen
Nadere informatieWat zijn de risicomanagement eisen uit IORP II en wat is de bestuurlijke impact?
Educatiesessie 19 september 2018 Wat zijn de risicomanagement eisen uit IORP II en wat is de bestuurlijke impact? N A T H A L I E H O U W A A R T Programma 1. Wat zegt IORP over risicomanagement? 2. Hoe
Nadere informatieIORP II IMPLEMENTATIE RISK GOVERNANCE RONALD HAMAKER 27 SEPTEMBER 2018
IORP II IMPLEMENTATIE RISK GOVERNANCE RONALD HAMAKER 27 SEPTEMBER 2018 Ontwikkeling in wetgeving Wft Solvency 2 Basel 3 (3.5) Wtk/ Wtv Basel 2 IORP I (2005) PW/FTK (2007) nftk (2015) IORP II (2017) PSW
Nadere informatieDe Ultimate Forward Rate Methodiek
De Ultimate Forward Rate Methodiek Notitie van het Actuarieel Genootschap 23 augustus 2012 Inleiding Voor het zomerreces heeft de Tweede Kamer een aantal debatten gevoerd over de Hoofdlijnennota herziening
Nadere informatieBIJLAGE 7: Financieel crisisplan Stichting Jan Huysman Wz. Fonds
BIJLAGE 7: Financieel crisisplan Stichting Jan Huysman Wz. Fonds Inleiding In hoofdstuk 9 van deze Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) (Het weerstandsvermogen van het fonds, inzet van sturingsmiddelen)
Nadere informatieFinancieel crisisplan
Financieel crisisplan Inleiding In Artikel 145 van de Pensioenwet wordt voorgeschreven dat de ABTN een financieel crisisplan moet bevatten. Artikel 29b van het besluit FTK geeft hier een nadere uitwerking
Nadere informatie2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017
Kwartaalbericht 2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Samenvatting cijfers per 30 juni 2017 Dekkingsgraad (UFR): 104,9% Beleidsdekkingsgraad: 101,8% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m juni:
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte
Nadere informatieInformatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013
Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden Oktober 2013 1 Pensioenstelsel Individueel Pensioen fonds Overheid Lijfrente Pensioen AOW B E L A S T I N G 2 Programma bestuur en taken bestuur
Nadere informatie4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016
Kwartaalbericht 4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Samenvatting cijfers per 31 december 2015 Dekkingsgraad (UFR): 100,5% Beleidsdekkingsgraad: 104,4% Belegd vermogen: 19,9 miljard Rendement 4 e
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017
KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2017 bedroeg 112,5% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2017 bedroeg 0,8% Het rendement van 1 januari tot
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 De maand dekkingsgraad ultimo juni is sterk gestegen t.o.v eind maart De beleidsdekkingsgraad is gedaald van
Nadere informatieUitbestedingsbeleid 2015
Uitbestedingsbeleid 2015 versie 16 juni 2015 1 1. Inleiding Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue (verder: TrueBlue) heeft uit strategische overwegingen delen van haar bedrijfsprocessen en activiteiten
Nadere informatiePrudentieel toezichtsproces
Prudentieel toezichtsproces Het door de Controledienst opgezette prudentieel toezichtsproces volgt een risicogebaseerde ( risk-based ) toezichtsaanpak, die prospectief is en in verhouding staat tot de
Nadere informatieRisicomanagementfunctie
Risicomanagementfunctie Good practices uit de praktijk Martin van der Pot en Petra Kleine Verzekeringsmiddag Bussum, 25 april 2018 Inhoud 1. Beeld uit DNB onderzoeken 2. Stellingen en DNB Good practices
Nadere informatiePosition Paper DNB Concept Wetsvoorstel variabele pensioenuitkeringen 14 augustus 2015
Position Paper DNB Concept Wetsvoorstel variabele pensioenuitkeringen 14 augustus 2015 Het Wetsvoorstel variabele pensioenuitkering (kortweg wetsvoorstel ) maakt voor deelnemers aan een premieovereenkomst
Nadere informatieDatum 24 november 2015 Betreft Kamervragen van het lid Krol over het bericht 'In 2020 veel meer mensen gekort dan ufr-rapport veronderstelt'
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 043 Toekomst pensioenstelsel Nr. 110 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 16 mei 2012 Naar aanleiding van de brief van 5 april 2012
Nadere informatieIPFOS. Bestuurders Conferentie. Het gebruik van risicomaatstaven in ALM-context Ralph Verhoeks, Toezichthouder Risk & ALM - DNB
IPFOS Bestuurders Conferentie Het gebruik van risicomaatstaven in ALM-context Ralph Verhoeks, Toezichthouder Risk & ALM - DNB Het gebruik van risicomaatstaven in ALM-context Ralph Verhoeks 2 Inhoud 1.
Nadere informatieIn de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:
Financieel Crisisplan 1. Elementen crisisplan In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: vereist eigen vermogen (ultimo 2011
Nadere informatiePensioenseminar 2013 speech Joanne Kellermann
Pensioenseminar 2013 speech Joanne Kellermann De Nederlandsche Bank ontvangt u vandaag met veel plezier op deze sportieve middag. Pensioenfondsbestuurders en toezichthouders hebben verschillende taken.
Nadere informatieS&V Reflector. Dienen de pensioenfondsen hun langlopende swaps te verkopen? Een risicomanagement discussie
S&V Reflector Dienen de pensioenfondsen hun langlopende swaps te verkopen? Een risicomanagement discussie Juni 2011 Sprenkels & Verschuren wil met dit document haar bijdrage leveren aan een verantwoord
Nadere informatieAon Actualiteitenseminar
Aon Actualiteitenseminar Risico's voor herverzekerde pensioenfondsen Erik Jan Jansen Van de website Brief Donner 17 sept 2010 Daarna gaat Erik Jan Jansen in op risico s bij herverzekerde pensioenfondsen.
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 33 972 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met aanpassing
Nadere informatie1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017
Kwartaalbericht 1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017 Samenvatting cijfers per 31 maart 2017 Dekkingsgraad (UFR): 103,3% Beleidsdekkingsgraad: 100,4% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m maart:
Nadere informatieBeleid inzake kapitaalbeheer - Principes en verwachtingen - publicatie open boek
Onderwerp Beleid inzake kapitaalbeheer - Principes en verwachtingen - publicatie open boek De Nederlandsche Bank N.V. Inleiding In dit document licht DNB de principes en verwachtingen toe met betrekking
Nadere informatieStichting Will Niemeijer Pensioenfonds. Financieel crisisplan
Stichting Will Niemeijer Pensioenfonds Financieel crisisplan Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Doel en kader van het financieel crisisplan... 4 2.1 Crisissituatie... 4 2.2 Kritische dekkingsgraad... 5 2.3 Richtlijn...
Nadere informatieGovernance-eisen IORP2 vormen puzzel voor pensioenfondsen
Sameer van Alfen PP Governance-eisen IORP2 vormen puzzel voor pensioenfondsen Pensioenfondsen moeten nu al aan de slag met de governance-eisen van IORP2 voor drie belangrijke sleutelfuncties binnen de
Nadere informatie3e kwartaal 2015 Den Haag, 19 oktober 2015
Kwartaalbericht 3e kwartaal 2015 Den Haag, 19 oktober 2015 Samenvatting cijfers per 30 september 2015 Dekkingsgraad (UFR): 99,3% Beleidsdekkingsgraad: 107,1% Belegd vermogen: 19,5 miljard Rendement 2015
Nadere informatieCONCEPT DE NEDERLANDSCHE BANK N.V. Good Practice Kapitaalbeleid kleine verzekeraars
CONCEPT DE NEDERLANDSCHE BANK N.V. Good Practice Kapitaalbeleid kleine verzekeraars Good Practice van De Nederlandsche Bank N.V. van [DATUM] 2014, houdende een leidraad met betrekking tot het kapitaalbeleid
Nadere informatieDNB-intern. 27 januari Gedeeltelijk herverzekerde fondsen 2011/ Vinken, W.C.M. Geacht bestuur,
Toezicht Pensioenfondsen en beleggingsondernemningen Postbus 98 1000 AB Amsterdam DNB-intern Gedeeltelijk herverzekerde fondsen 27 januari 2011 Uw kenmerk Behandeld door Vinken, W.C.M. Doorkiesnummer Bijlage(n)
Nadere informatieKwartaalverslag Tweede kwartaal 2019
Kwartaalverslag Q2-2019 Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 1 In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2019 bedroeg 117,3%. Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2019 bedroeg 3,5%. Het pensioenvermogen
Nadere informatieVerkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill
Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill Pensioenfonds Cargill 2017 in beeld Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2017 van Pensioenfonds Cargill? U leest het in dit verkort jaarverslag. Financiële
Nadere informatieT.a.v. de directie. Geachte directie,
Toezicht verzekeraars Postbus 98 1000 AB Amsterdam T.a.v. de directie Datum Uw kenmerk Behandeld door Hijl, V.S.M. (ir. mw) RC Veenstra, D. Doorkiesnummer Bijlage(n) 2 Onderwerp Toepassing EIOPA Preparatory
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte
Nadere informatiePensioen: Onzekere zekerheid
Commissie Beleggingsbeleid en Risicobeheer Pensioen: Onzekere zekerheid Analyse en aanbevelingen Beleggingsbeleid en Risicobeheer van Nederlandse pensioenfondsen Vereniging van Pensioenrecht 9 maart 2010
Nadere informatieNieuwe solvabiliteitsrichtlijnen DNB vanaf 2009
Nieuwe solvabiliteitsrichtlijnen DNB vanaf 2009 Ontwikkelde oplossingen voor FOV-leden Out of the box actuaries and risk professionals 1 INTRODUCTIE In 2012 worden op Europese schaal nieuwe solvabiliteitseisen
Nadere informatieHerstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG
Herstelplan Stichting Personeelspensioenfonds APG PPF APG Herstelplan versie: juni 2015 Herstelplan PPF APG 2015 juni 2015 1. Inleiding In dit herstelplan 2015 voor PPF APG leest u eerst welke uitgangspunten
Nadere informatieInAudit Opleidingskalender 2019
InAudit Opleidingskalender 2019 Beste relatie, Organisaties zijn net sportteams. Alle medewerkers dragen bij aan het succes van uw organisatie. Zonder goed getrainde, gemotiveerde en vakbekwame medewerkers
Nadere informatieInvulling Solvency II proportioneel. Presentatie voor FOV, Nardus, Verbond van Verzekeraars 13 oktober 2010
Invulling Solvency II proportioneel Presentatie voor FOV, Nardus, Verbond van Verzekeraars 13 oktober 2010 Solvency II proportioneel In vorig overleg werd nog gesproken over het schrappen van elementen
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017
KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2017 bedroeg 117,2% Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2017 bedroeg 3,0% Het rendement van 1
Nadere informatieStichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement intern toezicht. In werking
Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland Reglement intern toezicht In werking 01-01-2019 Artikel 1. Begripsbepalingen: De begripsbepalingen als opgenomen in artikel 1 van de statuten van het pensioenfonds
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018
KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2018 bedroeg 119,0%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2018 bedroeg -0,6%. Het pensioenvermogen per
Nadere informatieEIGEN RISICO BEOORDELING. Kompas voor risicosturing
EIGEN RISICO BEOORDELING Kompas voor risicosturing BELANG VAN RISICOSTURING Focus congres 2019 - Grip op risico 2 INTRODUCTIE Eigen Risico Beoordeling (ERB) Gebaseerd op artikel 28 van IORP II Richtlijn
Nadere informatieBeleid inzake Kapitaalbeheer Parallelsessie Groepen. Bob Coppes Jacob Meesters Thijs Stegeman
Beleid inzake Kapitaalbeheer Parallelsessie Groepen Bob Coppes Jacob Meesters Thijs Stegeman Agenda Algemeen: Waarom het thema Kapitaalbeleid 2016? Aanpak en terugkoppeling thema Kapitaalbeleid 2016 Specifieke
Nadere informatieDNB-intern. 27 januari Volledig herverzekerde fondsen 2011/ Vinken, W.C.M. Geacht bestuur,
Toezicht Pensioenfondsen en beleggingsondernemingen Amsterdam Postbus 98 1000 AB Amsterdam DNB-intern Volledig herverzekerde fondsen 27 januari 2011 Uw kenmerk Behandeld door Vinken, W.C.M. Doorkiesnummer
Nadere informatieModernisering van het prudentiële toezicht
Modernisering van het prudentiële toezicht Jan Sijbrand Directeur DNB Solvency II Symposium Amsterdam RAI 10 december 2012 Veranderingen in het toezicht De bankenunie Toezicht op verzekeraars Conclusie
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2018
KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2018 bedroeg 120,7%. Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2018 bedroeg 0,6%. Het rendement van 1
Nadere informatieDNBulletin: Pensioenfondsen gaan in herstelplannen uit van hoge rendementen
DNBulletin DNBulletin: Pensioenfondsen gaan in herstelplannen uit van hoge rendementen Datum 18 mei 2017 Thema Pensioenen Pensioenfondsen verwachten uit hun financiële tekorten te komen door hoge rendementen
Nadere informatieVervolg solvabiliteitsrichtlijnen DNB vanaf 2010
Vervolg solvabiliteitsrichtlijnen DNB vanaf 2010 Ontwikkelde oplossingen voor FOV-leden Out of the box actuaries and risk professionals 1 SOLVENCY II In 2012 zal de Europese Commissie (EC) het huidige
Nadere informatieImpact van de nieuwe Europese pensioenfondsenrichtlijn Het doel voorbij geschoten? Frank Doornik 12 december 2018
Impact van de nieuwe Europese pensioenfondsenrichtlijn Het doel voorbij geschoten? Frank Doornik 12 december 2018 Allen & Overy LLP 2018 Allen & Overy 2018 2 Het totale pensioenvermogen in de Europese
Nadere informatieStip aan de horizon. Prioriteiten voor het pensioentoezicht in 2014
Stip aan de horizon Prioriteiten voor het pensioentoezicht in 2014 Prof. Dr. Olaf Sleijpen Instituut voor Pensioeneducatie Divisiedirecteur Den Haag, 11 december 2013 Agenda Prioriteiten voor 2014 in een
Nadere informatieWAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN?
WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN? Bijeenkomst voor pensioengerechtigden Dick Vis, voorzitter Stichting Pensioenfonds Urenco Nederland 20 september 2016 Agenda 1. Samenvatting jaarverslag 2015 2.
Nadere informatieKwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015
Kwartaalbericht 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015 Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Dekkingsgraad (UFR): 108,3% Beleidsdekkingsgraad: 110,0% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2015 1 e halfjaar:
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2017-1 oktober 2017 t/m 31 december 2017 Samenvatting: De (12 maands)beleidsdekkingsgraad is gestegen van 112,7% eind september 2017 naar 115,3%
Nadere informatieVerder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.
Van het SPAN bestuur De maand mei staat in het teken van het afronden van het SPAN jaarverslag over 2012. Eind deze maand verwachten we dat het verslag wordt goedgekeurd door actuaris en accountant. Het
Nadere informatieMONITORING COMMISSIE CODE BANKEN. Aanbevelingen toekomst Code Banken
MONITORING COMMISSIE CODE BANKEN Aanbevelingen toekomst Code Banken 22 maart 2013 Inleiding De Monitoring Commissie Code Banken heeft sinds haar instelling vier rapportages uitgebracht. Zij heeft daarin
Nadere informatieSeminar! BETEKENIS VAN INTERNE AUDIT voor specifieke verzekeraars! Internal Audit en doeltreffendheid van! risk management system!
Seminar! BETEKENIS VAN INTERNE AUDIT voor specifieke verzekeraars! Internal Audit en doeltreffendheid van! risk management system!! Tom Veerman! Triple A Risk Finance B.V.! 1! Programma! Solvency II stand
Nadere informatie2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram
02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende
Nadere informatieBijlage 3 Het Financieel Crisisplan
Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Dit financieel crisisplan is geschreven in het kader van artikel 145 van de Pensioenwet. Het crisisplan maakt deel uit van de beschrijving van de beheerste en integere
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2016-1 juli 2016 t/m 30 september 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo september is 102,4% en is gestegen ten opzichte van eind juni
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016
KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2016 bedroeg 107,9% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2016 bedroeg 2,3% Het rendement van 1 januari
Nadere informatieStichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21
Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart 2016 Stand van zaken SVG 1 van 21 Programma Pensioenfonds SVG Financiële positie SVG Terugblik 2015 Vooruitblik 2016 Derivaten Vragen 2 van 21 Pensioenfonds
Nadere informatieREGLEMENT RISICOCOMMISSIE VAN LANSCHOT N.V. EN F. VAN LANSCHOT BANKIERS N.V.
REGLEMENT RISICOCOMMISSIE VAN LANSCHOT N.V. EN F. VAN LANSCHOT BANKIERS N.V. Vastgesteld door de RvC op 23 juni 2016 0. INLEIDING 0.1 Dit reglement is opgesteld door de RvC ingevolge artikel 5 van het
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017
KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2017 bedroeg 114,8% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2017 bedroeg 1,4% Het rendement van 1 januari
Nadere informatie2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016
Kwartaalbericht 2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016 Samenvatting cijfers per 30 juni 2016 Dekkingsgraad (UFR): 99,0% Beleidsdekkingsgraad: 99,6% Belegd vermogen: 23,3 miljard Rendement 1 e halfjaar 2016:
Nadere informatieVerzekeringsmiddag 16 december 2014. Breakout sessie: Eigen Risico Beoordeling. Annemieke Hartendorp, Leo Pijnenburg
Verzekeringsmiddag 16 december 2014 Breakout sessie: Eigen Risico Beoordeling Annemieke Hartendorp, Leo Pijnenburg Agenda De Eigen Risico Beoordeling in het kort Hoe komt u tot een goede ERB/ORSA? Ingestuurde
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement
Nadere informatieUitbesteding in de pensioensector:
Uitbesteding in de pensioensector: Bevindingen vanuit de toezichtspraktijk Prof. Dr. O.C.H.M. Sleijpen EYe on Pensions 14 januari 2014 Uitbesteding in de Pensioensector Topics: A. Wettelijke bepalingen
Nadere informatieBetreft: De Ultimate Forward Rate Methodiek / Notitie van het AG
De heer dr. P.H. Omtzigt Rapporteur Pensioenen Europa namens de Regering en de Tweede Kamer Postbus 20018 2500 EA 's Gravenhage Utrecht, 23 augustus 2012 Betreft: De Ultimate Forward Rate Methodiek / Notitie
Nadere informatieLong Duration Overlay. Dé oplossing voor de mismatch tussen beleggingen en verplichtingen
Long Duration Overlay Dé oplossing voor de mismatch tussen beleggingen en verplichtingen 2 AEGON: wereldwijde expertise voor financiële veiligheid AEGON N.V. is met ongeveer 27.000 medewerkers wereldwijd
Nadere informatieFunctieprofiel sleutelfunctionarissen (zowel sleutelfunctiehouders als sleutelfunctievervullers)
Functieprofiel sleutelfunctionarissen (zowel sleutelfunctiehouders als sleutelfunctievervullers) 1. Inleiding Stichting Pensioenfonds Notariaat ( SPN ) kent de volgende drie sleutelfuncties: - de risicobeheerfunctie;
Nadere informatieBeleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog
Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,
Nadere informatieNieuwsbrief. Herstelplan. In dit nummer. oktober 2015. Waar ging het ook alweer over?
Nieuwsbrief oktober 2015 Herstelplan In de nieuwsbrieven van juli (over o.a. het nieuwe Financieel ToetsingsKader nftk ) en augustus 2015 (over beleggen) informeerden we u al eerder over de eisen die De
Nadere informatieqis4 legt de risico s van verzekeraars langs de meetlat
Afgelopen zomer hebben maar liefst 125 Nederlandse verzekeraars vrijwillig de impact van een conceptversie van een nieuw Europees kapitaalraamwerk (Solvency ii) op hun financiële positie berekend. Uit
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 105,7% naar 110,5%; De beleidsdekkingsgraad
Nadere informatieWELKOM. Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016
WELKOM Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016 Agenda Opening Nieuws vanuit het bestuur Hoe staat het fonds ervoor? Pensioen: wat is er gewijzigd en wat betekent dat?
Nadere informatieFinancieel crisisplan. van de
Financieel crisisplan van de (vastgesteld in bestuursvergadering van 23 juni 2015) Inleiding Als onderdeel van de beschrijving van de hoofdlijnen van het interne beheersingssysteem en de financiële sturingsmiddelen,
Nadere informatieCPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen
CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen Centraal Planbureau Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den Haag Postbus 80510 2508 GM
Nadere informatieCPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Aan: Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen
CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen Centraal Planbureau Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den Haag Postbus 80510 2508 GM
Nadere informatieREGLEMENT RISICOCOMMISSIE
REGLEMENT RISICOCOMMISSIE VAN LANSCHOT KEMPEN N.V. EN F. VAN LANSCHOT BANKIERS N.V. Vastgesteld door de RvC op 8 december 2017 0. INLEIDING 0.1 Dit reglement is opgesteld door de RvC ingevolge artikel
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017
KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2017 bedroeg 110,3% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2017 bedroeg 1,2% Het pensioenvermogen per 31
Nadere informatiereëel financieel toetsingskader (FTK2)
nominaal financieel toetsingskader (FTK1) - bestaande contract - nominale contract - uitkeringsovereenkomst - onderscheid tussen nominale opbouw en indexatie - 2,5% onderdekkingskans maatstaf voor nominale
Nadere informatieHoe in- en extern toezicht elkaar kunnen versterken
Hoe in- en extern toezicht elkaar kunnen versterken Olaf Sleijpen Divisiedirecteur Toezicht Pensioenfondsen en beleggingsondernemingen Oprichtingssymposium, VITP Amsterdam, 9 mei 2012 Agenda Waarom intern
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019
KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2019 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2019 bedroeg 118,7%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2019 bedroeg 7,1%. Het pensioenvermogen per
Nadere informatieSearch for Yield versus Capital
Search for Yield versus Capital De huidige situatie op de financiële markten zorgt voor een uitdagende zoektocht naar rendement voor institutionele beleggers. Verzekeraars en pensioenfondsen hebben verplichtingen
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatie