Programma van Eisen Brandmeld- en Ontruimingsalarminstallatie

Transcriptie

1 Programma van en Brandmeld- en Ontruimingsalarminstallatie PvE FQ Kulturhus - Rev.01.docx School en bijeenkomstgebouw Doctor van Noortstraat HA Leidschendam Opgesteld door: A. van Wijngaarden Dit document is eigendom van Flameteq Brandpreventie B.V. Het is daardoor niet toegestaan dit document of delen uit dit document te verveelvoudigen en/of openbaar te maken door middel van elektronische verzending, druk, fotokopie of op enigerlei andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Flameteq Brandpreventie B.V. en diens directie. Bij het verlenen van deze toestemming, mag het document louter alleen compleet en met bronvermelding worden verspreid.!

2 Ontruimingsalarminstallatie volgens en /A1: Gegevens Datum opmaak: PvE-opsteller: Naam: Flameteq Brandpreventie B.V. A.v.Wijngaarden Adres: Ebweg 4, 2991 LT Barendrecht Certificaat vereist: Ja Inspectiecertificaat, geldigheidsduur: 3 jaar Nee Bouwwerk: Gebruiksfunctie: Bijeenkomstfunctie, Onderwijsfunctie Naam object: Kulturhus Doel installatie: Omgevingsvergunning: Type(n) Ontruimingsalarminstallatie(s) Adres: Doctor van Noortstraat HA Leidschendam Persoonlijke bescherming Schadebeperking Sturen brandbeveiligingsinstallatie Bescherming milieu Continuï teit Anders, vanwege gelijkwaardigheid N.v.t. Luidalarminstallatie type A Luidalarminstallatie type B Luidalarminstallatie type B, met gesproken bericht Stilalarminstallatie, draadloos Stilalarminstallatie met attentiepanelen Eigenaar / Beheerder: ende partij(en): Organisatie: Slimscholenbouwen BV Adres: De Run 5215, 5504 DC Eindhoven Telefoon: Dhr. Kees Meijnen Naam beheerder BMI: Nader te bepalen Bevoegde autoriteit Verzekeraar Eigenaar / Gebruiker pagina 2 van 13

3 Ontruimingsalarminstallatie volgens en /A1: Gegevens Motivatie: In het Bouwbesluit 2012 art 6.20 wordt voor een gebouw met de daargenoemde gebruiksfunctie en grenswaarden aangegeven wat de vereiste omvang is van de brandmeldinstallatie. Het onderhavige gebouw bevat verschillende gebruiksfuncties waaronder: - Onderwijs - Bijeenkomst - Bijeenkomst met opvang van kinderen jonger dan 4 jaar De zwaarste eis geldt in deze, dit betreft de bijeenkomstfunctie voor kinderen jonger dan 4 jaar. De grenswaarde voor deze functie wordt niet overschreden waardoor er voor deze functie geen eis wordt gesteld. De andere bijeenkomstfunctie krijgt een eis boven de 500m2 en onder de 1000m2 waarbij er geen verblijfsruimte ligt boven de 5m. De eis is dan een brandmeldinstallatie met niet-automatische bewaking. Het criteria hoogte boven meetniveau is per gebruiksfunctie en toegang bepaald. Voor de gebruiksfunctie bijeenkomst ligt de 2 e verdieping gerekend vanaf de hoofdtoegang voor deze functie onder de 5m. De samenvallende vluchtwegen moeten worden gedetecteerd middels automatische melders conform het Bouwbesluitartikel 6.20 lid 5. Deze is aanwezig op de 2 e verdieping, hier moeten de verblijfsruimten en de ruimten met een verhoogd brandrisico worden voorzien van rookmelders die de ontruiming direct aansturen bij detectie in dit gebied. Voor de ontvluchting is verder het uitgangspunt dat op de 1 e verdieping en de begane grond over en weer gevlucht kan worden tijdens het gebruik. Op basis van het Bouwbesluit tabel 1 is er geen inspectiecertificaat gee ist. Bijlagen: (documentnaam, -nummer en datum vermelden) Tekeningen: 100 DO v0 begane grond dd ; 101 DO v1 1 e verdieping dd DO v2 2 e verdieping dd pagina 3 van 13

4 Ontruimingsalarminstallatie volgens en /A1: en brandmeldinstallatie 2535: Omvang van de brandmeldinstallatie B = bevoegde autoriteit (brandweer) V = verzekeraar E = eigenaar G = gebruiker Ruimtebewaking in relatie tot ontvluchten: Gee ist door: B V E G Volledige bewaking Gedeeltelijke bewaking Ruimte bewaking (in relatie tot ontvluchten) Niet-automatische bewaking 1 Ruimte bewaking (bewaken van een ruimte) Object bewaking (toelichten) Voor zover vanuit de uitgang van een verblijfsruimte slechts in één richting kan worden gevlucht, zijn de buiten die verblijfsruimte gelegen ruimten waardoor die enkele vluchtroute voert alsmede aan die ruimten grenzende verblijfsruimten en ruimten met een verhoogd brandrisico voorzien van een brandmeldinstallatie met ruimtebewaking als bedoeld in 2535, indien: 1. de loopafstand tussen de uitgang van een verblijfsruimte en het punt van waaruit in meer dan één richting kan worden gevlucht meer dan 10 m is; 2. de totale vloeroppervlakte van de ruimten waardoor die enkele vluchtroute voert alsmede van de daarop aangewezen verblijfsruimten meer dan 200 m² is, of 3. het aantal aan de enkele vluchtroute gelegen verblijfsruimten meer dan twee is. 1 Conform artikel 6.21 lid 4 zijn voor een gebruiksfunctie bijeenkomst voor kinderopvang <4 jaar rookmelders verplicht in verblijfsruimten en ruimten waardoor de vluchtroute uit die verblijfsruimten voert. De detectie wordt als een onderdeel van de BMI van het gebouw uitgevoerd waarbij de vluchtroute wordt gedetecteerd waarbij voor de projectie van de rookmelders figuur 14 van de 2535 wordt aangehouden ( denkbeeldige vluchtroute). 4.2 Brandgrootte Ruimte(n): Nummer brandgrootte: 1. Polyurethaan matten 2. Beukenhouten blokjes 5. PVC draad BS Brandspiritus 8. Andere brandgrootte (toelichten) Toelichting brandgrootte: Van toepassing zijnde ruimten 1 of 2 Keuken/pantry 7 Indien de projecteringsrichtlijnen volgens hoofdstuk 10 van 2535 worden gehanteerd, zijn proefbranden bij oplevering niet nodig. 4.3 Prestatie-eis voor ongewenste en onechte brandmeldingen Gebruiksfunctie: Onderwijs en bijeenkomst Extern A B C Intern onderwijs B D E Geen doormelding naar RAC, daardoor geen prestatie-eis extern. Het maximale aantal ongewenste en onechte meldingen moet bij inbedrijfstelling of oplevering in het logboek worden vastgelegd. Intern Bijeenk. B D E pagina 4 van 13

5 Ontruimingsalarminstallatie volgens en /A1: en brandmeldinstallatie 2535: Bijzondere omgevingsinvloeden voor het voorkomen van ongewenste en onechte meldingen Ruimte Omstandigheden Toelichting bijzondere situaties: Daar waar omgevingsinvloeden van invloed kunnen zijn op ongewenste meldingen multisensormelders toepassen. 4.4 Prestatie-eis voor systeembeschikbaarheid Prestatie-eis systeembeschikbaarheid is 99,7% op jaarbasis. Toelichting bijzondere situaties: 10.3 Indeling detectiezones Zone 1 Zie bijlagen. Zone 2 Zie bijlage, tekening zone s. 8.6 Sturingen automatische brandbeveiligingsinstallaties (C en/of G in figuur 1) BM: Automatische melder HM: Handbrandmelder EM: Externe melder Installatie Alg. Detectiezone HM BM EM Ontruimingsalarmering 2 Brandpomp Kleefmagneten Ontgrendelen vluchtdeuren 3 Luchtbehandelingsinstallatie 1 Rook- en warmteafvoerinst. Liften Overdrukinstallatie Brandweeringang Brandweerkluis Elektrische schuifdeur entree Brandwerend scherm/rolluik Doormelding brandalarmen PAC Geluidsinstallatie 2 pagina 5 van 13

6 Ontruimingsalarminstallatie volgens en /A1: en brandmeldinstallatie 2535:2009 Sturingen moeten conform het Handboek brandbeveiligingsinstallaties (3 e druk, 2012) van Brandweer Nederland worden uitgevoerd. De stuurfuncties moeten bij oplevering van de installatie en tijdens de periodieke controles integraal gecontroleerd worden op een goede werking. 1 Sturing luchtbehandeling, indien aanwezig 2 Rookmelders sturen alleen de ontruimingsinstallatie aan daar waar voldaan wordt aan artikel 6.20 lid 5, samenvallende vluchtwegen. 3 sturing vluchtdeuren, indien aanwezig, deze moeten worden vrijgegeven bij een brandalarm Plaats brandweeringang: Niet van toepassing Hoofdingang Anders, namelijk: Flitslicht brandweeringang: Ja Kleur: Rood Nee Brandweerpaneel vereist Ja Nee (alleen als geen doormelding vereist is) Locatie brandweerpaneel Niet van toepassing Brandweeringang 6.5 Uitvoering brandweerpaneel Niet van toepassing Alfanumeriek paneel Met duurzaam geplastificeerde plattegrond tekening Geografisch paneel Herstelmogelijkheid voor de brandweer op brandweerpaneel Brandweerpaneel ter goedkeuring aan de bevoegde autoriteit (brandweer) Niet van toepassing Noodzakelijk Niet noodzakelijk Niet van toepassing Ja Nee pagina 6 van 13

7 Ontruimingsalarminstallatie volgens en /A1: en brandmeldinstallatie 2535: Opties brandmeldcentrale Verificatie van meldingen Vertraging van de uitgangssignalen naar C en/of G Vertraging van de uitgangssignalen naar E (aparte toestemming van de brandweer vereist) C = centrale apparatuur voor ontruimingsalarmering en brandalarmeringsapparatuur akoestische/optische signaalgevers. G = besturingsapparatuur voor automatische beveiligingsinstallaties. E = doormeldapparatuur voor brandmeldingen. Vertraging en verificatie moeten aanwezige opties zijn, vertraging bij oplevering ingesteld op 0 minuten. Vertragingen mogen worden toegepast na schriftelijke instemming van de bevoegde autoriteit. 8.2 Doormelding van storingen naar extern ontvangststation voor storingen Intern Extern PAC locatie: Andere locatie: De doormelding van de storingsmelding moet via een automatische kiesverbinding plaatsvinden (categorie AL-1/DM2) naar een door Ministerie van Justitie toegelaten Particuliere Alarmcentrale (PAC). 8.4 Doormelding van het brandalarm Categorie Anders, PAC Type 1 Type Signalering interne organisatie Een brandmelding mag, indien er zich e e n of meer personen in het gebouw bevinden, nooit onopgemerkt blijven. Dit kan bereikt worden door: De brandmeldcentrale op een permanente bezette plaats aan te brengen. Een bedienings- en signaleringspaneel. Locatie: n.t.b. Ee n of meer akoestische signaalgevers in de ruimte waar zich de persoon bevindt die op een melding moet reageren. Stil ontruimingsalarminstallatie ( 2575) Luid ontruimingsalarminstallatie ( 2575) De automatische detectie tbv het kinderdagverblijf moet de BHV organisatie waarschuwen, signaalgever op die locatie aansturen. pagina 7 van 13

8 Ontruimingsalarminstallatie volgens :2012 en /A1: en ontruimingsinstallatie Systeembeschikbaarheid Alleen specificeren in afwijkende situaties waarbij moet worden afgeweken van % vanwege Een ontruimingsalarminstallatie moet gedurende een vooraf gedefinieerde tijd, uitgedrukt in een percentage beschikbaarheid, in staat zijn om een ontruimingsalarm te genereren. Afwijkingen op de minimale systeembeschikbaarheid van 99,7% moeten vooraf worden vastgelegd en De taal of talen waarin een bericht moet worden uitgezonden. Nederlands De wijze van activering BP Toelichting bij wijze van activering : BP HBM BM Ext = bedieningspaneel = handbrandmelder = automatische brandmelder = externe melder HBM BM Ext BM in relatie tot samenvallende vluchtroutes OPMERKING Indien er sprake is van een brandmeldinstallatie met ruimtebewaking in relatie tot ontvluchting (samenvallende vluchtroutes) behoren minimaal de ontruimingssignaalgevers in het desbetreffende deel automatisch te worden aangestuurd bij het in alarm komen van een automatische melder in dat deel Vertraging in de activering door automatische brandmelders Ja,.. minuten Nee OPMERKING De vertraging behoort in de brandmeldcentrale te worden uitgevoerd. 9.3 Doormelding van storing Zie brandmeldinstallatie. Intern, Locatie.. Extern PAC Andere locatie.. Toelichting Uitvoering bedieningspaneel Alleen specificeren wanneer een tekstpaneel niet toereikend is Geï ntegreerd in brandmeldcentrale pagina 8 van 13

9 Ontruimingsalarminstallatie volgens :2012 en /A1: en ontruimingsinstallatie 2575 Toelichting 11.2 Kleur optische signaalgever Wit Rood Anders, NVT. Toelichting 14.2 Omvang ontruimingsgebied Het gehele gebouw.... Toelichting Ruimten die van het ontruimingsgebied worden uitgesloten: Opslagruimten tot een maximum van 8m² Sanitaire ruimten Entreeportalen in buitenschil 14.3 Alarmeringszones Afzonderlijke alarmeringszones Aangestuurd door detectiezone 1. School 3 2 Bijeenkomst 1,2,4,5 Bij atria: Alle ruimten die aan de atria grenzen en Locatie en aantal bedieningspanelen Toelichting Hoofdbedieningspaneel, in entreehal bijeenkomstfunctie (1.04). Zie Nevenbedieningspaneel Bijzondere omgevingsinvloeden Alsmede akoestische eigenschappen van ruimten die van invloed kunnen zijn op de standaardruimten. Ruimte Omstandigheden pagina 9 van 13

10 Ontruimingsalarminstallatie volgens :2012 en /A1: en ontruimingsinstallatie 2575 Toelichting Voor ruimten waar de geluidsdruk van de signaalgevers mogelijk niet 6 db(a) boven het omgevingsgeluid uit kan komen (>105dB) dienen aanvullende maatregelen worden getroffen door middel van optische signaalgevers. Aanvullende eisen / opmerkingen: 1. De volgende schriftelijke verslaglegging moet aan de afdeling preventie van de Brandweer toegezonden worden: o Rapport van Oplevering o Installatie attest door het installatiebedrijf o Rapport geluidsmetingen 2. Het beheer, de controle en het onderhoud van de brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie moeten overeenkomstig , uitgave 2015 en , uitgave 2004 worden uitgevoerd. De eigenaar van de brandmeldinstallatie dient een servicecontract af te sluiten. 3. Bekabeling, ophanging en montage van transmissiewegen waarvoor een eis geldt m.b.t. functiebehoud volgens NPR2576:2005 uit te voeren. 4. Conform de 2654 dienen er personen te worden opgeleid tot Opgeleid Persoon. pagina 10 van 13

11 Ontruimingsalarminstallatie volgens :2012 en /A1: Goedkeuring Invullen door eisende partij(en) en PvE-opsteller Partij Gegevens Handtekening Bevoegde autoriteit ende partij Verzekeraar ende partij Eigenaar / Gebruiker ende partij Belanghebbende Naam: Veiligheidsregio Haaglanden Adres: Dedemsvaartweg AP Den Haag Tel: Naam: Adres: Tel: Naam: Adres: Tel: Slimscholenbouwen BV De Run 5215, 5504 DC Eindhoven Dhr. Kees Meijnen PvE-opsteller Naam: Flameteq Brandpreventie B.V. Adres: Tel: Ebweg 4, 2991 LT Barendrecht A.v.Wijngaarden avwijngaarden@flameteq.nl pagina 11 van 13

12 Ontruimingsalarminstallatie volgens :2012 en /A1:2013 Bijlage Detectiezone-indeling Begane grond 1 e Verdieping pagina 12 van 13

13 Ontruimingsalarminstallatie volgens :2012 en /A1: e Verdieping pagina 13 van 13