Datum raadsvergadering maandag 15 december 2014

Transcriptie

1 Raadsvoorstel Datum vaststelling voorstel door het college 18 november 2014 Datum raadsvergadering maandag 15 december 2014 Nummer raadsvoorstel Bijbehorend veld van de programmabegroting Middelen en ondersteuning Naam portefeuillehouder college / Initiatiefnemer raad J.J.W. van Dongen Wettelijke basis Artikel 229 van de Gemeentewet Onderwerp Vaststelling van de Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2015 inclusief de daarbij behorende tarieventabel. Samenvatting Naar aanleiding van het Kernproces Wij beheren graven en het kernproces 2 e fase: Verbetering Exploitatie begraafplaatsen en aula s, zijn zowel de Beheersverordening, waarvoor een separaat raadsvoorstel is gemaakt, als de voorliggende Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2015 inclusief bijbehorende Tarieventabel ( hierna te noemen: Verordening op de Lijkbezorgingsrechten) geactualiseerd. Het doel is beide verordeningen duidelijker en begrijpelijker te maken, te dereguleren en vooral om een betere kostendekkendheid van de begraafplaatsen te realiseren. Hiervoor worden aan u een aantal wijzigingen in de Verordening op de Lijkbezorgingsrechten voorgesteld. Het betreft: - Wijzigingen die direct voortvloeien uit een wijziging van de Beheersverordening; - Wijzigingen die op zichzelf staan. Voorgesteld besluit Vaststellen van de Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2015 inclusief bijbehorende tarieventabel. Financiële consequenties / wijze van dekking De totale consequenties van de voorgestelde aanpassingen leiden tot de volgende meer- en minderopbrengsten: Meeropbrengst: Afschaffen kortingstabel Hoger schudtarief Totaal

2 2 Minderopbrengst: Deregulering Totaal generaal Doelenboom Nv.t. Eerdere raadsbesluiten Op 16 december 2013 heeft uw raad de Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2014 vastgesteld. Reacties van derden / communicatie n.v.t. Participatie Niet van toepassing Vervolgtraject Na besluitvorming door de Raad wordt de verordening inclusief tarieventabel op de gebruikelijke wijze gepubliceerd. Tevens worden de verordening en de tarieventabel opgenomen in de Centrale Voorziening Decentrale Regelgeving.Daarnaast worden alle rechthebbenden van een graf die thans jaarlijks een aanslag voor het grafonderhoud ontvangen, schriftelijk of telefonisch benaderd over de afschaffing van de verplichting om door de gemeente het onderhoud aan het graf te laten verrichten. Gelijktijdig wordt hen daarbij de mogelijkheid geboden om het individuele onderhoud met ingang van zelf te gaan verrichten. Bijlage(n): 01. Raadsbesluit; 02. Overzicht wijzigingen Verordening. Nadere informatie te verkrijgen bij M.C. Uiterwijk Winkel Vael, tel , claire.uiterwijk@heuvelrug.nl A.F.M.E. Marinus, tel , adrie.marinus@heuvelrug.nl

3 3 Toelichting op gevraagde beslissing Met de voorgestelde wijzigingen willen we een betere kostendekkendheid van de begraafplaatsen realiseren. Daarnaast willen we de heffing van de lijkbezorgingsrechten administratief eenvoudiger en eenduidiger maken. Dit gaan we daarvoor doen We gaan wijzigingen doorvoeren in de Verordening en in de bijbehorende Tarieventabel. De wijzigingen in de Verordening treft u aan in bijlage 1: Wijzigingen Verordening. De wijzigingen in de Tarieventabel treft u, inclusief toelichting, hieronder aan. De eerste categorie wijzigingen vloeien voort uit een wijziging van de Beheersverordening. De tweede categorie betreft wijzigingen die op zichzelf staan en geen relatie hebben met de wijzigingen van de Beheersverordening. A Wijzigingen tarieventabel voortvloeiend uit wijzigingen Beheersverordening 1 Deregulering vergunning Omdat de aanvraagvergunning voor het aanbrengen van grafbedekking is vervallen c.q. omgezet in een meldplicht vervalt het tarief, zoals opgenomen in artikel van de tarieventabel Het financiële effect van deze keuze is een lagere opbrengst van Grafonderhoud / algemeen onderhoud begraafplaats In de nieuwe Beheersverordening is voorgesteld om per 1 januari 2015 uitsluitend nog algemeen onderhoud aan de begraafplaatsen te verrichten. De gemeente draagt in de nieuwe situatie zorg voor het algemeen onderhoud en de rechthebbende van een graf voor het individueel grafonderhoud (meer samenleving/ minder overheid). De rechthebbende is uitsluitend nog verplicht om te betalen voor het algemene onderhoud dat door de gemeente wordt verricht. Voor nieuwe, of na verlengde grafrechten, wordt daarom geen tarief meer in rekening gebracht voor onderhoud van het individuele graf, maar uitsluitend nog een tarief voor het algemeen onderhoud aan de begraafplaats. Voorgesteld wordt om dit tarief vast te stellen op 118 per jaar. Lopende contracten Lopende contracten/ afspraken waarin het individuele onderhoud van graven is begrepen, lopen door tot aan het einde van de contractperiode tegen het tarief van de tarieventabel 2014, vermeerderd met 1,5% verhoging op basis van de kaderbrief. Deze tarieven variëren in de tarieventabel 2014 van 19,40 (urnennis) tot 131,30 per jaar voor een particulier graf. Omdat veel rechthebbenden echter liever zelf het graf onderhouden en dit onderhoud, in het voorstel van de nieuwe Beheersverordening, bij nieuwe contracten niet meer door de gemeente wordt uitgevoerd, zijn we van mening dat aan rechthebbenden met lopende contracten ook de gelegenheid moet worden geboden om het onderhoud voortaan zelf uit te voeren. Daarom worden alle rechthebbenden die een grafrecht hebben afgesloten vóór , en het onderhoud niet hebben afgekocht en dus thans elk jaar een aanslag voor het grafonderhoud ontvangen, in de gelegenheid gesteld om de volgende keuze te maken: - Het contract uitdienen en dus de gemeente het onderhoud aan het individuele graf laten verrichten en het daarbij behorende tarief van 133 betalen tot het einde van de graftermijn. - Het contract openbreken en met ingang van zelf het onderhoud aan het graf verzorgen en het lagere tarief voor algemeen onderhoud ( 118 per jaar) opgelegd krijgen. In enkele gevallen (ca. 30) leidt dit tot de tegenstrijdige situatie dat de keuze voor het zelf onderhouden leidt tot een hoger tarief. Dit zijn de rechthebbenden van een urnennis (tarief 20), een urnengraf ( tarief 67), een particulier foetusgraf ( tarief 27) of een particulier kindergraf ( tarief 67). Deze mensen worden telefonisch benaderd en houden, indien ze het graf zelf willen onderhouden en dus afzien van onderhoud door de gemeente, het lagere tarief gedurende de resterende looptijd van het grafrecht. Voorwaarde hiervoor is wel dat deze rechthebbenden een officiële verklaring ondertekenen waarin ze afzien van het

4 4 onderhoud door de gemeente. 3 Uitgiftetermijnen De huidige uitgiftetermijn voor particuliere graven ligt op 20 jaar, met een mogelijkheid voor verlenging met 10 jaar. In de nieuwe Beheersverordening wordt, naast de uitgiftetermijn van 20 jaar, ook een uitgiftetermijn opgenomen van 10 jaar voor particuliere graven. Hiervoor wordt in de tarieventabel 2015 een bedrag opgenomen dat gebaseerd is op 50% van het tarief dat geldt bij de uitgifte van een graf voor 20 jaar. 4 Vergunning aanleg grafkelder In de oude beheersverordening is opgenomen dat voor de aanleg van een grafkelder een vergunning van het college nodig is. In de nieuwe beheersverordening wordt voorgesteld om deze vergunningsplicht af te schaffen. Het tarief voor deze vergunning kan dan ook vervallen. Het financiële effect van deze keuze is een te verwachten lagere opbrengst van per jaar. B. Wijzigingen tarieventabel niet voortvloeiend uit wijzigingen Beheersverordening 5. Kortingstabel. Bij uitgifte van nieuwe graven wordt, conform de artikelen 4.1 en 4.2 van de tarieventabel 2014, direct een onderhoudstermijn van 20 jaar opgelegd. Op basis van artikel 4.3 uit diezelfde tarieventabel wordt hierop aan de hand van de kortingstabel een korting verleend. Deze korting is, gelet op de voortdurende lage rentestand, niet logisch meer. Voorgesteld wordt dan ook om deze af te schaffen. Bij het afsluiten van een grafrecht na wordt voor het totale onderhoud bij een grafrecht van 20 jaar 118 per jaar x 20 = opgelegd. Met kortingsfactor 10,8 x jaarbedrag zou dat op basis van de tarieventabel zijn geweest. Afschaffing van de kortingstabel leidt tot dan ook tot een hogere kostendekkendheid van per nieuw uit te geven graf. Het financiële effect van het afschaffen van de kortingstabel leidt tot een te verwachten extra opbrengst van per jaar voor nieuwe uitgiftes en verlengingen. 6 Opgraven, herbegraven en direct bijzetten in hetzelfde graf. 32% van alle graven op de begraafplaatsen is uitgegeven voor onbepaalde tijd. Deze, maar ook graven voor bepaalde tijd, kunnen geschud worden zodat bijzettingen plaats kunnen vinden. Bij het schudden van graven worden de overblijfselen van een of meer lijken onderin het graf gelegd zodat er weer nieuwe bijzettingen kunnen plaatsvinden. Dit proces kan zich in principe steeds herhalen mits na de laatste bijzetting de wettelijke grafrust van 10 jaar verstreken is. In Hoofdstuk 5 (opgraven, ruimen en verstrooien) van de tarieventabel 2014 wordt voor het opgraven en herbegraven in het bestaande graf 1050,60 geheven. Van deze mogelijkheid wordt regelmatig gebruik gemaakt omdat de kosten van het schudden in vergelijking met de aankoop van een nieuw grafrecht laag zijn. Voorgesteld wordt dan ook om het tarief voor het schudden te wijzigen in 692,00 per op te graven overblijfselen van een lijk (wettelijk term). Dit tarief is gebaseerd op de helft van het tarief (art ) van een particulier tweepersoonsgraf dat uitgegeven wordt voor de duur van 20 jaar. Het financiële effect van deze keuze leidt tot een te verwachten hogere opbrengst van per jaar. 7. Bijzetten van asbussen en urnen (Hoofdstuk 3 van de tarieventabel 2014) Voor een urnenbijzetting hoeft geen steen verwijderd te worden maar wordt vanaf de zijkant met een grondboor ruimte gecreëerd om de asbus/urn bij te plaatsen. Voor het bijzetten van een asbus in een aantal urnen of particulier graf wordt in de tarieventabel 2014 een tarief genoemd van 662,15. In de praktijk

5 5 komt dit soort bijzettingen weinig voor (maximaal 4-6 keer/jaar). Waarschijnlijk omdat het tarief als zeer hoog wordt ervaren en de handeling in de praktijk relatief eenvoudig is. Verlaging van het tarief geeft wellicht een stimulans om meer urnenplekken uit te geven en meer bijzettingen te doen. In de nieuwe tarieventabel wordt dan ook uitgegaan van een verlaging van de tarieven voor het begraven en bijzetten in een urnengraf of een particulier graf met 50% tot 336. Het financiële effect van deze keuze leidt tot een lagere opbrengst van Asbus in algemeen graf. In de tarieventabel 2014 wordt de mogelijkheid geboden om een asbus in een algemeen graf te begraven, op te graven, te verwijderen en eventueel weer terug te plaatsen.. In de praktijk is hier geen vraag naar omdat er aparte urnengraven zijn. Bovendien heeft het college in artikel 2 lid 3 van de Nadere Regels bepaald dat deze mogelijkheid niet geboden wordt, ook niet voor foetussen. Voorgesteld wordt dan ook om de tarieven voor deze activiteiten uit de tarieventabel te verwijderen. 9. Opgraven of verwijderen van een asbus (artikel 5.3 van de tarieventabel 2014) Voor deze handeling wordt bij een particulier graf een tarief gehanteerd van 556,55 en bij een urnengraf van 240,85. In de praktijk blijk dat naar deze handeling geen vraag is en dus wordt voorgesteld om hiervoor nog slechts een tarief te hanteren van 244 op basis van het lage tarief. 10. Foetusgraven. Volgens de tarieventabel 2014 (artikel ) wordt voor de uitgifte van een nieuw foetusgraf voor een foetus van tenminste 24 weken tot een kind van ten hoogste 12 jaar een bedrag van 192,70 geheven. Voor een foetus geboren na minder dan 24 weken zwangerschap geldt een tarief van 76,85. Voor het begraven of bijzetten van een foetus van tenminste 24 weken tot een kind van ten hoogste 12 jaar wordt een tarief geheven van 714,40. Voor een foetus geboren na minder dan 24 weken zwangerschap geldt een tarief van 252,10. Voor onderhoud van een particulier foetusgraf wordt 26,25 jaar geheven. In de praktijk worden er weinig foetusgraven uitgegeven en gelukkig zijn er steeds minder doodgeborenen. De kosten voor uitgifte en begraven/ bijzetten zijn echter hoog. Voorgesteld wordt dan ook per de uitgifte, begraven of bijzetten van een foetus/ doodgeborene van tenminste 24 weken tot en met 12 maanden voor een termijn van 10 jaar (wettelijke graftermijn) om niet uit te geven c.q. geen begraafrechten te heffen. Hieraan wordt wel de voorwaarde verbonden dat uit de BasisRegistratiePersonen moet blijken dat de ouders ten tijde van het overlijden woonachtig zijn binnen de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Wel blijft, vanaf het moment van uitgifte van het graf, sprake van de verplichting om de jaarlijkse onderhoudsbijdrage voor het algemene onderhoud van de begraafplaats te betalen. Bij een eventuele verlenging na 10 jaar wordt voorgesteld om de tarieven te hanteren die van toepassing zijn voor graven van kinderen in de leeftijd tussen 1 en 12 jaar. 11 Indexering tarieven Op basis van de kaderbrief worden alle tarieven ten opzichte van 2014 met 1,5% verhoogd.