integriteit Kandidaat-wethouder Jheronymus Heuvelink

Transcriptie

1 Uitkomsten integriteit risicoanalyse Kandidaat-wethouder Jheronymus Heuvelink

2 Necker"\ ~~ 1l(1 ~ Necker van Noem b.v Postadres Postbus AEUtrecht T F Onderzoekers: Dr. J. (Jasper) Loots Drs. G.J. (Gert-Jan) Broer Contactpersoon: Gert-Jan Broer T E. gert-jan@necker.nl Kenmerk: CA Datum:

3 Necker ~ VI~ :t (';, ~ Inhoudsopgave 1.1 / Werkwijze 1.2 / Profiel van de kandidaat 1.3 / Gesprek Bijlage 1. Relevante wet- en regelgeving Risicoanalyse integriteit

4 1/(1 ~-; Necker ~ / Werkwijze Mogelijke risico's zijn in kaart gebracht met betrekking tot: Benoembaarheidsvereisten; Onverenigbare betrekkingen; Verboden handelingen; Het arbeidsverleden; Verlofregeling / terugkeergarantie; Nevenactiviteiten en nevenfuncties; Benoeming (deeltijd of valtijd) en verrekening inkomsten; Financiële belangen en posities; Relaties met belanghebbenden. Voor het uitvoeren van de risicoanalyse is informatie verzameld door middel van een online vragenlijst. Deze is ingevuld op Op heeft een gesprek met de kandidaat-wethouder plaatsgevonden. Verder zijn een VOG-verklaring en een BKR-uittreksel in de analyse betrokken. Voor een uitvoerige beschrijving van de methode verwijzen we u naar de toelichtende documentatie. Deze risicoanalyse brengt (mogelijke) integriteitrisico's in kaart, maar bevat geen uitspraken over de mate van integriteit van de kandidaat. In deze rapportage treft u de resultaten van de risicoanalyse alsmede een aantal door de kandidaat afgelegde verklaringen. Indien er reden toe is, treft u naar aanleiding van de gesignaleerde risico's de aanbeveling nader onderzoek uit te voeren dan wel voorzorgs- of beheersmaatregelen te treffen alvorens tot benoeming over te gaan. 1.2 / Profiel van de kandidaat De kandidaat-wethouder is lid van D66 en namens dezelfde partij voorgedragen voor het wethouderschap. De kandidaat-wethouder heeft verklaard niet eerder wethouder te zijn geweest. Op dit moment is de kandidaat-wethouder werkzaam als ambtenaar bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De kandidaat-wethouder zal naar verwachting verantwoordelijk worden voor de volgende beleidsterreinen: onderwijs, jeugd/jeugdzorg, sport, water en groen, milieu, ruimtelijke ordening. Hij zal kernwethouder Bergschenhoek worden. Benoembaarheidsvereisten De Gemeentewet schrijft een aantal benoembaarheidsvereisten voor, vastgelegd in de Gemeentewet (art. 36a): ingezetene van de gemeente, de leeftijd van achttien jaar en niet uitgesloten van het kiesrecht. De gemeenteraad kan een wethouder die niet in de gemeente woonachtig is, de ontheffing van het ingezetenschap verlenen. Risicoanalyseintegriteit

5 Necker"\ k(l, ':J Ji De kandidaat-wethouder heeft verklaard te voldoen aan de benoembaarheidsvereisten. Onverenigbare betrekkingen In artikel 36b van de Gemeentewet is een aantal betrekkingen opgenomen die onverenigbaar zijn met het wethouderschap (zie bijlage 1). De kandidaat-wethouder heeft verklaard op het moment van zijn benoeming geen functie te vervullen die wettelijk onverenigbaar is met het wethouderschap. Verboden handelingen In artikel 15 van de Gemeentewet is een aantal verboden handelingen opgenomen (zie bijlage 1). De kandidaat-wethouder heeft verklaard dat er door zijn benoeming geen situatie ontstaat die leidt tot het verrichten van verboden handelingen. Arbeidsverleden Met het oog op mogelijke risico's ten aanzien van het arbeidsverleden van de kandidaat, zijn de volgende constateringen relevant: De kandidaat-wethouder heeft verklaard als raadslid nooit de gedragscode te hebben overtreden dan wel aangesproken te zijn op het niet naleven van de gedragscode. De kandidaat-wethouder heeft verklaard dat hij gedurende de periode dat hij ambtenaar was geen gedragscode heeft overtreden en dat hem geen disciplinaire maatregelen of arbeidsrechtelijke sancties zijn opgelegd. Ten aanzien van het arbeidsverleden zijn op basis van de aangeleverde informatie en de afgelegde verklaringen op dit moment geen risico's te signaleren. Verlofregeling / terugkeergarantie De Ambtenarenwet biedt ambtenaren de mogelijkheid gebruik te maken van een verlofregeling voor het opnemen van politiek verlof. Ook andere dan overheidsorganisaties bieden soms de mogelijkheid gebruik te maken van een verlofregeling of een terugkeergarantie. De kandidaat-wethouder heeft aangegeven dat hij over een terugkeerregeling beschikt bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M). Deze terugkeergarantie is door de kandidaat-wethouder ingebracht tijdens de coalitiebesprekingen. De kandidaat-wethouder heeft aangegeven dat hij gezien deze terugkeergarantie geen primaire verantwoordelijkheid (als portefeuillehouder dus) kan dragen voor het beleidsterrein verkeer en vervoer (HSL, A16/A13 en vliegveld Rotterdam airport). Elke schijn van mogelijke verstrengeling van belangen dan wel van een mogelijk loyaliteitsconflict moet vermeden worden. Bovendien bracht de kandidaat-wethouder in dat vermeden moest worden dat de situatie zou ontstaan dat hij na terugkeer op het Risicoanalyse integriteit 2

6 Necker \ 1/(1 ~~ ~ ministerie zou moeten werken met en voor ambtenaren en bestuurders met wie hij kort daarvoor in een politiek-bestuurlijke arena de degens heeft gekruist. Functies, nevenfuncties en nevenactiviteiten In de Gemeentewet (artikel 41b en c) is een aantal wettelijke bepalingen opgenomen ten aanzien van het vervullen van nevenfuncties. Onder meer is voorgeschreven dat de wethouder geen nevenfuncties vervult waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van zijn wethouderschap. Ook is voorgeschreven dat een wethouder zijn voornemen tot aanvaarding van een nevenfunctie meldt aan de gemeenteraad. Ook in de handreiking politieke ambtsdragers en de bijbehorende modelgedragscode, opgesteld door het ministerie van BZK in samenwerking met de VNG, IPO en de unie van waterschappen, zijn voorschriften opgenomen ten behoeve van het vervullen van nevenactiviteiten (zie bijlage 1). De kandidaat-wethouder heeft verklaard vanaf het moment van zijn benoeming geen nevenfuncties te vervullen anders dan de functies die hij uit hoofde van het wethouderschap zal vervullen. Ook op dit moment vervult de kandidaat-wethouder geen nevenfuncties. Ten aanzien van de functies, nevenfuncties en nevenactiviteiten zijn op basis van de aangeleverde informatie en de afgelegde verklaringen op dit moment geen risico's te signaleren. Voltijds benoeming of in deeltijd In de Gemeentewet is opgenomen dat wethouders de nevenfuncties die zij vervullen openbaar maken. Sinds maart 2010 is tevens vastgelegd dat de inkomsten uit nevenfuncties en nevenactiviteiten bij voltijds wethouders, verrekend worden met hun wethouders-salaris. In dat licht is het van belang of de kandidaatwethouder een voltijdsbenoeming of een benoeming in deeltijd zal gaan vervullen. De kandidaat-wethouder heeft aangegeven zijn functie voltijds (1,0 fte) te gaan vervullen. De kandidaat-wethouder heeft verklaard voornemens te zijn gedurende zijn wethouderschap geen betaalde nevenactiviteiten te zullen verrichten. Ten aanzien van deeltijdse of voltijdse benoeming zijn op basis van de aangeleverde informatie en de afgelegde verklaringen op dit moment geen risico's te signaleren. Lidmaatschappen De kandidaat-wethouder heeft verklaard geen bestuurslid te zijn van (lokale) verenigingen of organisaties die een financiële relatie met de gemeente onderhouden. Ten aanzien van bestuurslidmaatschappen zijn op basis van de aangeleverde informatie en de afgelegde verklaringen op dit moment geen risico's te signaleren. Risicoanalyseintegriteit 3

7 Necker ~ 1/1~ ~(~, ~ Financiële posities Ten aanzien van de financiële posities van de kandidaat-wethouder zijn de volgende constateringen relevant: De kandidaat-wethouder heeft verklaard op dit moment, noch in de op dit moment te voorziene toekomst, een persoonlijke holding te hebben, noch een belang in een andere rechtspersoon die onder zijn beïnvloedingssfeer staat. De kandidaat-wethouder heeft verklaard op dit moment geen aandelen in ondernemingen in bezit te hebben. Tevens heeft de kandidaat-wethouder verklaard niet voornemens te zijn aandelen of belangen te verwerven dan wel aan te nemen in een holding, BV, etc. De kandidaat-wethouder heeft verklaard dat hij binnen de gemeente of op een aan de gemeente grenzende locatie op dit moment geen onroerend goed bezit anders dan de eigen woning. De kandidaat-wethouder heeft verklaard dat familieleden binnen de gemeente of op een aan de gemeente grenzende locatie op dit moment geen onroerend goed bezitten anders dan de eigen woning. De kandidaat-wethouder heeft verklaard dat hij niet in kennis is gesteld of over informatie beschikt dat familieleden gedurende zijn wethouderschap onroerend goed of bouwgronden binnen de gemeente of op een aan de gemeente grenzende locatie, zullen aan- of verkopen. De kandidaat-wethouder heeft verklaard dat hij geen persoonlijke en/of zakelijke schulden heeft die van invloed zouden kunnen zijn op zijn functioneren als wethouder. De gegevens zoals die bekend zijn bij het BKR zijn in overeenstemming met de hier gegeven verklaring. Deze verklaring is in overeenstemming met de gegevens uit het BKR-register. De kandidaat-wethouder heeft verklaard dat hij als bestuurder niet direct of indirect verantwoordelijk is of is geweest voor een instelling waar surseance van betaling of faillissement is aangevraagd. Ten aanzien van de financiële posities zijn op basis van de aangeleverde informatie en de afgelegde verklaringen op dit moment geen risico's te signaleren. Relaties Ten aanzien van relaties van de kandidaat-wethouder is de volgende constatering relevant: de kandidaatwethouder heeft verklaard geen familieleden en/of vrienden te hebben van wie hij weet of kan vermoeden dat zij belang hebben bij zijn functie als wethouder en die belangen ook zullen agenderen en bepleiten. Ten aanzien van relaties zijn op basis van de aangeleverde informatie en de afgelegde verklaringen op dit moment geen risico's te signaleren. Risicoanalyseintegriteit 4

8 Necker"\ ~(1~' ~ Strafrechtelijke incidenten P.M. 1.3/ Gesprek Op 26 mei 2014 hebben de adviseurs van bureau Necker van Naem een gesprek gevoerd met de kandidaat-wethouder. In dit gesprek is bij een aantal feiten een toelichting gevraagd en gegeven. Daarnaast is gesproken over de wijze waarop de kandidaat-wethouder invulling wenst te geven aan een integer gemeentebestuur. Naar aanleiding van dit gesprek verdient het volgende vermelding: De kandidaat-wethouder is kernwethouder Bergschenhoek. Dat hij in Bergschenhoek woont acht hij niet problematisch. Indien bepaalde dossiers juist om meer distantie vragen, en het feit dat hij er woont juist nadelig is, dan zal hij niet aarzelen een van de andere wethouders verantwoordelijk te maken op het betreffende dossier. De partner van de kandidaat-wethouder werkt als ambtenaar voor de provincie Zuid-Holland, als bureauhoofd afdeling groen. De gedeputeerde van Zuid-Holland is op hoogte van deze relatie. De kandidaat-wethouder realiseert zich dat hij de verantwoordelijkheid draagt om er zorg voor te dragen dat situaties worden vermeden dat hij bij ambtelijk-bestuurlijk overleg zijn partner zal treffen. Gezien de portefeuilleverdeling is dit niet denkbeeldig. De beide kinderen van de kandidaat-wethouder sporten bij Hockey Berkel en Rodenrijs (HBR). De kandidaat-wethouder is geen lid van deze vereniging, wellevert hij op onregelmatige basis een 'verplichte' vrijwilligersbijdrage, zoals alle ouders van de jeugdleden geacht worden te doen. De kandidaat-wethouder realiseert zich dat hij gezien zijn portefeuille twee keuzes heeft. Of vooraf duidelijk maken dat hij geen enkele reden ziet, ook niet in de mogelijke perceptie van derden, dit dossier (met daarin onder meer het verzoek van HBR om een waterkunstgrasveld) niet onder zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid te nemen. Of besluiten in dit dossier een tweede wethouder mede verantwoordelijk te maken, direct vanaf aanvang of op het moment dat er keuzes gemaakt moeten worden dan welonderhandelingen moeten worden gevoerd die deze beheersmaatregel rechtvaardigen. Op basis van de aangeleverde informatie (schriftelijk en mondeling) is noch naar inzien van de kandidaatwethouder noch naar inzien van de adviseurs die de analyse uitvoerden nader onderzoek nodig. Wij adviseren de hierboven genoemde voorzorgsmaatregelen (indien nodig) in praktijk te brengen. Dat is een verantwoordelijkheid voor de kandidaat-wethouder zelf, alsook een verantwoordelijkheid van het college. Risicoanalyse integriteit 5

9 .v'1 ~-:J Necker ~ <1 Bijlage 1. Relevante wet- en regelgeving In deze bijlage is de relevante wet- en regelgeving voor de verschillende te onderscheiden risico's, voor zover van toepassing, gerubriceerd. Alleen nationale wet- en regelgeving is in het overzicht meegenomen. Eventuele gemeente specifieke regelingen en verordeningen zijn niet in dit overzicht opgenomen. Benoembaarheidsvereisten Gemeentewet artikel 36a Voor het wethouderschap gelden de vereisten voor het lidmaatschap van de raad, bedoeld in artikel 10, met dien verstande dat in artikel 10, tweede lid, onder b, voor «de dag waarop de gemeenteraad beslist over de toelating als lid tot de gemeenteraad» gelezen wordt: de dag waarop zij tot wethouder worden benoemd. De raad kan voor de duur van een jaar ontheffing verlenen van het vereiste van ingezetenschap. De ontheffing kan in bijzondere gevallen, telkens met een periode van maximaal een jaar, worden verlengd. Dezelfde persoon kan niet in meer dan één gemeente wethouder zijn. Gemeentewet artikel 10 Voor het lidmaatschap van de raad is vereist dat men ingezetene van de gemeente is, de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en niet is uitgesloten van het kiesrecht. Zij die geen onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie zijn, dienen tevens te voldoen aan de vereisten dat: a. zij rechtmatig in Nederland verblijven op grond van artikel 8, onder a, b, c, d, e of I, van de Vreemdelingenwet 2000 of op grond van een overeenkomst tussen een internationale organisatie en de Staat der Nederlanden inzake de zetel van deze organisatie in Nederland, en b. zij onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop de gemeenteraad beslist over de toelating als lid tot de gemeenteraad gedurende een onafgebroken periode van ten minste vijf jaren ingezetene van Nederland waren en beschikten over een verblijfsrecht als bedoeld onder a, dan wel rechtmatig in Nederland verbleven op grond van artikel 3 of artikel 6 van de Wet toelating en uitzetting BES Geen lid van de raad kunnen zijn zij die geen Nederlander zijn, en als door andere staten uitgezonden leden van diplomatieke of consulaire vertegenwoordigingen, in Nederland werkzaam zijn, alsmede hun niet-nederlandse echtgenoten, geregistreerde partners of levensgezellen en kinderen, voor zover dezen met hen een gemeenschappelijke huishouding voeren. Onverenigbare betrekkingen Gemeentewet artikel 36b Een wethouder is niet tevens: a. minister; b. staatssecretaris; c. lid van de Raad van State; d. lid van de Algemene Rekenkamer; e. Nationale ombudsman; f. substituut-ombudsman als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Nationale ombudsman; g. commissaris van de Koning; h. gedeputeerde; i. secretaris van de rovincie; Risicoanalyse integriteit 6

10 Necker'l V(1 -: ~ <1 j. griffier van de provincie; k. lid van de rekenkamer van de provincie waarin de gemeente waar hij wethouder is, is gelegen; I. lid van de raad van een gemeente; m. burgemeester; n. lid van de rekenkamer; o. ombudsman of lid van de ombudscommissie als bedoeld in artikel 81p, eerste lid; p. lid van een deelraad; q. lid van het dagelijks bestuur van een deelgemeente; r. ambtenaar, door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt; s. ambtenaar, door of vanwege het Rijk of de provincie aangesteld, tot wiens taak behoort het verrichten van werkzaamheden in het kader van het toezicht op de gemeente; t. functionaris die krachtens de wet of een algemene maatregel van bestuur het gemeentebestuur van advies dient. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder I, kan een wethouder tevens lid zijn van de raad van de gemeente waar hij wethouder is gedurende het tijdvak dat: a. aanvangt op de dag van de stemming voor de verkiezing van de leden van de raad en eindigt op het tijdstip waarop de wethouders ingevolge artikel 42, eerste lid, aftreden, of b. aanvangt op het tijdstip van zijn benoeming tot wethouder en eindigt op het tijdstip waarop de goedkeuring van de geloofsbrief van zijn opvolger als lid van de raad onherroepelijk is geworden of waarop het centraal stembureau heeft beslist dat geen opvolger kan worden benoemd. Hij wordt geacht ontslag te nemen als lid van de raad met ingang van het tijdstip waarop hij zijn benoeming tot wethouder aanvaardt. Artikel X 6 van de Kieswet is van overeenkomstige toepassing. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder r, kan een wethouder tevens zijn: a. ambtenaar van de burgerlijke stand; b. vrijwilliger of ander persoon die uit hoofde van een wettelijke verplichting niet bij wijze van beroep hulpdiensten verricht; c. ambtenaar werkzaam voor een school voor openbaar onderwijs. Verboden handelingen Gemeentewet artikel 41c Artikel 15, eerste en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op de wethouders. De raad stelt voor de wethouders een gedragscode vast. Gemeentewet artikel15 Een lid van de raad mag niet: a. als advocaat of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de gemeente of het gemeentebestuur dan wel ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur; b. als gemachtigde in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur; c. als vertegenwoordiger of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het met de gemeente aangaan van: 1e. overeenkomsten als bedoeld in onderdeel d; 2e. overeenkomsten tot het leveren van onroerende zaken aan de gemeente; d. rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende: 1e. het aannemen van werk ten behoeve van de emeente; Risicoanalyse integriteit 7

11 Necker" (1 ~~ <1 2e. het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de gemeente; 3e. het leveren van roerende zaken anders dan om niet aan de gemeente; 4e. het verhuren van roerende zaken aan de gemeente; Se. het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de gemeente; 6e. het van de gemeente onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen; 7e. het onderhands huren of pachten van de gemeente. Van het eerste lid, aanhef en onder d, kunnen gedeputeerde staten ontheffing verlenen. Gemeentewet artikel 41b Een wethouder vervult geen nevenfuncties waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van zijn wethouderschap. Een wethouder meldt zijn voornemen tot aanvaarding van een nevenfunctie aan de raad. Een wethouder maakt zijn nevenfuncties openbaar. Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging op het gemeentehuis. Een wethouder die zijn ambt niet in deeltijd vervult, maakt tevens de inkomsten uit nevenfuncties openbaar. Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging op het gemeentehuis uiterlijk op 1 april na het kalenderjaar waarin de inkomsten zijn genoten. Onder inkomsten wordt verstaan: loon in de zin van artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964, verminderd met de eindheffingsbestanddelen bedoeld in artikel 31 van die wet. Gemeentewet artikel 44 De wethouders genieten ten laste van de gemeente een bezoldiging, die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt geregeld. Daarbij kunnen tevens regels worden gesteld betreffende tegemoetkoming in of vergoeding van bijzondere kosten en betreffende andere financiële voorzieningen die verband houden met de vervulling van het wethoudersambt. Buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend genieten de wethouders als zodanig geen inkomsten, in welke vorm ook, ten laste van de gemeente. De wethouders genieten geen vergoedingen, in welke vorm ook, voor werkzaamheden, verricht in nevenfuncties die zij vervullen uit hoofde van het wethoudersambt ongeacht of die vergoedingen ten laste van de gemeente komen of niet. Indien deze vergoedingen worden uitgekeerd, worden zij gestort in de gemeentekas. Tot vergoedingen als bedoeld in het vierde lid, behoren inkomsten, onder welke benaming ook, uit nevenfuncties die de wethouder neerlegt bij beëindiging van het ambt. Andere inkomsten dan die bedoeld in het vierde lid worden met de bezoldiging verrekend overeenkomstig artikel 3 van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer. Ten aanzien van de wethouders die hun ambt in deeltijd vervullen, vindt onverminderd het vierde lid geen verrekening plaats van de inkomsten, bedoeld in het zesde lid. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de wijze waarop de wethouder gegevens over de inkomsten, bedoeld in het zesde lid, verstrekt, en de gevolgen van het niet verstrekken van deze gegevens. Risicoanalyseintegriteit 8

12 , ~ Necker «1' ~ <1 Verrekening inkomsten uit nevenfuncties De Gemeentewet maakt onderscheid in twee soorten nevenfuncties: nevenfuncties die geheel verbonden zijn aan het ambt en die worden neergelegd bij beëindiging van het ambt, bezoldigd of onbezoldigd (artikel 44 respectievelijk 66); overige nevenfuncties, bezoldigd of onbezoldigd (artikel 41b respectievelijk 67). Ad 1: De inkomsten uit de ambtsgebonden nevenfuncties worden gestort in de gemeentekas. Dat geldt niet voor de (on)kostenvergoedingen tenzij de gemeente de onkosten voor het vervullen van de nevenfunctie voor haar rekening neemt. De gedachte achter de stortingsplicht is dat de nevenwerkzaamheden tot de normale taakvervulling van burgemeester behoren. Ad b: Voor de verrekening van nevenkomsten met de bezoldiging is de systematiek die al vele jaren van toepassing is voor leden van de Tweede Kamer van overeenkomstige toepassing. Ook deze verplichting geldt alleen voor voltijds benoemde bestuurders. De eerste 14% zijn vrij van verrekening. Van het resterende deel wordt de helft verrekend met het hoofdinkomen, met dien verstande dat dit bedrag nooit meer zal bedragen dan 35% van het hoofdinkomen als politiek ambtsdrager. Het gaat om alle neveninkomsten aangemerkt als a. winst uit een of meer ondernemingen, bedoeld in artikel 3.8 van de Wet inkomstenbelasting 2001; b. belastbaar loon uit tegenwoordige arbeid en. c. belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden, behoudens voor zover het een werkzaamheid betreft als bedoeld in de artikelen 3.91, eerste lid, onderdelen a en b, en 3.92 van de Wet inkomstenbelasting Risicoanalyse integriteit 9

13 .' Necker'\ 1/(1 ~~ <1 uan Noem Rechtspositiebesluit wethouders artikel 22 en 23; vergoeding reis- en pensionregeling Regeling rechtspositie wethouders artikel 1 Artikel22 / De raad kan bij verordening bepalen dat indien de wethouder bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt, hij ten laste van de gemeente aanspraak heeft op: a. een vergoeding van reis- en pensionkosten; b. een vergoeding van verhuiskosten in verband met de benoeming in de gemeente. Onze Minister stelt bij ministeriële regeling nadere regels over hoogte van de vergoeding en de voorwaarden voor de aanspraak. Artikel23 / De raad kan bij verordening bepalen dat de wethouder aanspraak heeft op een vergoeding van: a. kosten voor woon-werkverkeer; b. reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt. Onze Minister stelt bij ministeriële regeling nadere regels over de hoogte van de vergoeding en de voorwaarden voor de aanspraak Uit het Rechtspositiebesluit wethouders volgt dat, op het moment dat dispensatie wordt verleend voor de verhuisplicht, een vergoeding voor reis- en pensionregeling van kracht is (zie artikel 22 en 23). In de Regeling rechtspositie wethouders, artikel 1, is vastgelegd dat de vergoeding voor reis- en pensionkosten betreft: / maandelijks bedrag van maximaal 90 procent van de gemaakte pensionkosten tot ten hoogste 50 procent van de bezoldiging; voor reiskosten tussen de woonplaats en de plaats van verblijf: 10. de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer; 2. bij gebruik van een eigen personenauto, een bedrag van 0,15 per afgelegde kilometer. Handreiking integriteit politiek ambtsdragers (incl. modelgedragscode) (april 2011) 'Bij het aanvaarden van nevenfuncties zijn de volgende afwegingen van belang: / Tussen het ambt en de nevenfunctie mag geen belangenverstrengeling optreden of de schijn daarvan worden gewekt. Het gaat daarbij niet alleen over mogelijk persoonlijk voordeel voor de politiek ambtsdrager zelf, maar ook voor personen, bedrijven of instellingen in zijn omgeving. Dit voordeel kan ook bestaan uit het doorgeven van vertrouwelijke overheidsinformatie. Het risico van belangenverstrengeling hoeft overigens niet altijd te betekenen dat de nevenfunctie moet worden opgegeven. Soms is het risico incidenteel. Een mogelijke oplossing is dat de betrokken politiek ambtsdrager zich in dat geval buiten de concrete besluitvorming houdt (zie paragraaf 2.4 en 2.5). Terughoudendheid is in elk geval geboden bij functies in organisaties die substantieel subsidie ontvangen of die op welke manier dan ook, betrokken (kunnen) zijn bij de overheid waar men het politieke ambt vervult. Het vervullen van de nevenfunctie mag geen afbreuk doen aan het aanzien van het ambt. De nevenfunctie mag niet zoveel tijd kosten dat het functioneren als politiek ambtsdrager in het geding komt. De (hoogte van de) honorering van de nevenactiviteiten mag geen aanleiding geven tot discussies. Risicoanalyse integriteit 10

14 V(t ~~ Necker ~ ~ uan Naern Risicoanalyse integriteit 11