Naar een (inter)gemeentelijk aanspreekpunt wonen, water en energie op maat van kwetsbare groepen én op maat van uw gemeente.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Naar een (inter)gemeentelijk aanspreekpunt wonen, water en energie op maat van kwetsbare groepen én op maat van uw gemeente."

Transcriptie

1 Naar een (inter)gemeentelijk aanspreekpunt wonen, water en energie op maat van kwetsbare groepen én op maat van uw gemeente.

2 Januari 2014 Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie vzw Steunpunt Turnhout Otterstraat 116, 2300 Turnhout Tel.: Leen Smets Wannes Starckx Steunpunt Mechelen Brusselsepoortstraat 8, 2800 Mechelen Tel.: Magda Hendrickx Ann Van der Wilt

3 Inleiding Het denken over lokale aanspreekpunten wonen, water en energie in de ministeriële beleidsbrieven lokale energieloketten genoemd is in volle evolutie. Tegelijkertijd gaan er meer en meer stemmen op voor een actieve en proactieve dienstverlening op maat van alle burgers. In opdracht van het Vlaams Energieagentschap (VEA) deed het Centrum Duurzaam Bouwen in 2010 een onderzoek naar de functies die aan dergelijke energieloketten/aanspreekpunten kunnen toegekend worden en hoe deze te implementeren op het lokale bestuursniveau. Ook de sector Samenlevingsopbouw maakte met steun van de Provincie Antwerpen een gelijkaardige denkoefening. Dit resulteerde in de conceptnota Lokale woon-, water- en energiewinkels op maat van maatschappelijke kwetsbare groepen 1. Deze conceptnota werd enerzijds voorgelegd aan organisaties uit het middenveld, anderzijds aan een aantal lokale mandatarissen, besturen of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Rekening houdend met hun bekommernissen en bemerkingen werd de conceptnota herschreven tot een praktijknota op maat van lokale besturen. In iedere gemeente bestaat reeds dienstverlening inzake energie, wonen en water. Wij zijn ervan overtuigd dat het dienstverleningsmodel dat we hier presenteren een meerwaarde biedt voor de bestaande dienstverlening, zowel voor de dienstverleners zelf als voor de burgers. Eén aanspreekpunt met een weloverwogen samenwerking en taakverdeling komt de efficiëntie beslist ten goede. Bovendien garandeert het aanspreekpunt dat de burger ook effectief én snel een antwoord krijgt op al zijn vragen inzake wonen, energie en water. Dit model streeft m.a.w. een efficiënte en kwaliteitsvolle dienstverlening op maat van iedere burger na. Zeker in tijden waarin gemeentebesturen en OCMW s moeten besparen, biedt het werken vanuit synergieën 2 tussen de verschillende diensten een realistische oplossing om tegemoet te komen aan de vele opdrachten van de Vlaamse en de federale overheid enerzijds en de vragen van burgers anderzijds. Met deze praktijknota nodigen we lokale besturen of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden uit om vertrekkende vanuit enerzijds de vragen van burgers en anderzijds de bestaande dienstverlening in hun gemeente(s) in kaart te brengen wie welke dienstverlening momenteel aanlevert én of deze tegemoet komt aan de vele en zeer diverse vragen van burgers. Tegelijkertijd wil Samenlevingsopbouw de bestaande knowhow aanwenden om samen met een lokaal bestuur of intergemeentelijk samenwerkingsverband - in de provincie Antwerpen een lokaal aanspreekpunt wonen, water en energie op maat van kwetsbare groepen op te starten Deze nota biedt inspiratie. Het is niet onze bedoeling van bovenuit een model op te leggen. Samen met de betrokken partners willen we bekijken in welke mate we, vertrekkende vanuit de bestaande situatie een aantal werkingsprincipes van dit optimale model kunnen binnenbrengen. Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie is - bereid gedurende 18 maanden 0,5 FT personeelslid in te zetten voor de opstart mits de andere partner (s)bereid zijn/is eveneens financiële middelen en/of personeelsinzet hiervoor vrij te maken of te herschikken. Zie ook in bijlage 1 een raming van 1 Deze nota vind je op en dan doorklikken naar programma s en projecten/ recht op energie/ Energie en Woonkwaliteit/beleidswerk 2 Met de term synergie bedoelen we dat het effect van een samenwerking groter is dan wat de afzonderlijke partijen in totaal bereikt zouden hebben. 3 25

4 de kosten voor de verschillende partners. Een samenvatting van de tekst is achteraan in de nota opgenomen. Tenslotte nog iets over de structuur van de tekst: Het 1 ste hoofdstuk beschrijft hoe vragen over wonen, water en energie vaak samenhangen. Eén aanspreekpunt waar alle burgers terecht kunnen met vragen over deze drie thema s brengt de dienstverlening dichter bij de burger. Er is nood aan een dergelijk aanspreekpunt. De cijfers die de VREG jaarlijks publiceert, bewijzen dat heel wat gezinnen in Vlaanderen te maken hebben met energiearmoede. Op de meeste indicatoren van energiearmoede scoort de provincie Antwerpen slechter dan het Vlaamse gemiddelde. Maar ook m.b.t. de drinkwaterfactuur zien we dat steeds meer mensen kampen met betalingsproblemen. Een recent rapport van de Vlaamse milieumaatschappij bevestigt dit. In bijlage 2 en 3 krijgen we zicht op de grootte van het probleem. Hoofdstuk 2 beschrijft het dienstverleningsmodel. Een frontoffice met basisdienstverlening en een verregaande complementaire en gestroomlijnde samenwerking met gespecialiseerde diensten de backoffice - maakt op termijn een terugverdieneffect mogelijk. Het aanspreekpunt zorgt ervoor dat de burgers steeds antwoord krijgen op hun vragen voor deze uitgroeien tot complexe dossiers. Hoofdstuk 3 zoomt in op een laagdrempelige basisdienstverlening, specifieke aandacht voor maatschappelijk kwetsbare groepen, begeleiding en dienstverlening op maat. Er wordt uitgelegd wat we hieronder verstaan. Hoofdstuk 4 beschrijft de noodzakelijke samenwerking tussen OCMW en gemeente bij het realiseren van het aanspreekpunt alsook het af te leggen traject. Hoofdstuk 5 beschrijft het aanbod van Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie om in samenwerking met een gemeente, OCMW of intergemeentelijk samenwerkingverband een aanspreekpunt op te starten. Het besluit geeft gebald weer waarover deze nota gaat. 4 25

5 1. Waarom één aanspreekpunt voor alle vragen inzake wonen, water en energie? Zowel de federale, gewestelijke, provinciale als gemeentelijke overheden nemen tal van maatregelen die met wonen, water en energie te maken hebben. Ook de netbeheerders en leveranciers richten zich rechtstreeks tot de burgers. Dit maakt dat heel veel mensen zowel mensen uit middenklasse als mensen met een zwakker socio-economisch profiel - door de bomen het bos niet meer zien.. Voor maatschappelijk kwetsbare groepen 3 geldt dit des te meer: zij kampen vaak met een combinatie van informatieve, administratieve, financiële, technische, praktische en sociale drempels waardoor zij minder of geen gebruik maken van bestaande voordelen. We spreken dan ook terecht van een matteüseffect. 4 Mensen maken geen onderscheid tussen vragen m.b.t. wonen, water en energie. Voor hen zijn het in de eerste plaats uitgaven die een grote hap uit het maandelijkse inkomen beslaan.per thema geven we een korte duiding en lijsten we de meest voorkomende vragen op ENERGIE EN SOCIALE OPENBAREDIENSTVERPLICHTINGEN In 2005 kwamen er in Vlaanderen huishoudens terecht bij de sociale leverancier elektriciteit. In 2012 was dit cijfer opgelopen tot huishoudens. Dit is 2,93% van het aantal huishoudelijke afnemers van elektriciteit. Gelijkaardige cijfers bestaan er voor aardgas: in 2005 kwamen huishoudens terecht bij de sociale leverancier aardgas. In 2012 was dit cijfer gestegen tot wat overeenkomt met 3,41% van het aantal huishoudelijke afnemers aardgas. In bijlage 1 geven we een aantal gegevens m.b.t. energiearmoede op niveau van Vlaanderen en op niveau van de provincie Antwerpen. Ondanks de sociale openbaredienstverplichtingen en het vangnet dat deze bieden, kampen vele kwetsbare gezinnen met energieproblemen en -vragen. Vaak weten zij niet waar zij met deze vragen terecht kunnen. Maar het zijn niet alleen gezinnen uit maatschappelijke groepen die met vragen zitten: ook gezinnen uit maatschappelijk rijkere groepen hebben heel wat vaak vergelijkbarevragen rond hun energieverbruik. Bij wijze van voorbeeld geven we volgende indicatieve opsomming: Een tekort aan info over/ het niet begrijpen van: facturen; de werking van de Lokale Adviescommissie; de leveranciersvergelijking; 3 Onder maatschappelijk kwetsbare groepen verstaan we groepen in de samenleving die er alleen niet in slagen om om hun grondrechten te laten gelden. Concreet denken we dan aan senioren, mensen in armoede en mensen van allochtone origine. Een andere term om deze groepen aan te duiden zijn kansarme groepen 4 Het matteüseffect is de sociologische vakterm voor het rijker worden van de rijken en het armer worden van de armen. Hij is gebaseerd op een vers in de parabel van de talenten in het evangelie volgens Matteüs, 25:

6 de kleine lettertjes van het contract; het energieverbruik; het eigen gedrag en REG 5 -maatregelen; de regeling inzake minimale levering aardgas in de winter door de OCMW s. Problemen met: een problematische verhuis en het niet of verkeerd gebruik maken van de verhuisformulieren voor gas en elektriciteit; de toekenning van de gratis kwh of sociale maximumprijs; het opladen van de budgetmeter; de schuldafbouw in de budgetmeter; de toekenning minimale levering voor de aardgasbudgetmeter; fouten in de facturatie van leverancier of netbeheerder; agressieve verkoop (deur-aan-deur of telefonisch) Waar men met deze vragen terecht kan, is voor vele (kwetsbare) gezinnen niet duidelijk. Een aantal komt bij het OCMW terecht, vaak wanneer de problemen dermate groot zijn en men in schulden dreigt te komen of reeds zit ENERGIE EN WONEN Energie en wonen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: de energetische kwaliteit van een woning kan en mag niet los gezien worden van de structurele woonkwaliteit. Immers in huizen met structurele kwaliteitsproblemen is het vaak niet prioritair, zinloos of zelfs onmogelijk energiebesparende maatregelen zoals dakisolatie, dubbele beglazing of het plaatsen van een condensatieketel toe te passen. Denken we maar aan woningen met grote vochtproblemen of met veiligheidsproblemen omwille van elektrocutiegevaar of gevaar op CO-vergiftiging. In heel wat oude woningen moet het plaatsen van dakisolatie voorafgegaan worden door een dakrenovatie. Energiebesparende maatregelen moeten hoe dan ook gepaard gaan met investeringen in de structurele kwaliteit van woningen om aan de minimale woonkwaliteitseisen van de Vlaamse Wooncode te voldoen. Op het vlak van rationeel energieverbruik en energiebesparende investeringen slaat het matteüseffect onverbiddelijk toe: de vele en goedbedoelde initiatieven van de diverse overheden bereiken maatschappelijk kwetsbare groepen niet of nauwelijks. Hierdoor komen gezinnen uit maatschappelijk kwetsbare groepen er vaak niet toe om de structurele en of energetische kwaliteit van hun woning te verbeteren. 5 REG staat voor Rationeel EnergieGebruik. Met REG-maatregelen bedoelen we tips om minder gas en/of elektriciteit te verbruiken bv. het installeren van een dubbele thermostaat, het aanbrengen van radiatorfolie, het isoleren van de gasleidingen, het dichtmaken van kieren, het installeren van thermostatische kranen, het regelmatig ontdooien van ijskast en diepvriezer

7 Zowel maatschappelijk kwetsbare eigenaar-bewoners, eigenaarverhuurders als huurders kampen met een combinatie van (informatieve, administratieve, financiële, technische, praktische en sociale) drempels die hen weerhouden van noodzakelijke investeringen. Voor maatschappelijk kwetsbare huurders is de situatie het meest precair: de verhuurder wil niet investeren in energiebesparende maatregelen omdat die investering geen terugverdieneffect heeft. De huurder wil geen energiebesparende investeringen doen omdat de huurwoning niet zijn eigendom is. Bovendien worden verhuurders economisch niet geprikkeld om te investeren. De overheid treedt nauwelijks op om deze investeringen ook effectief af te dwingen. 6 Het gevolg is een ernstige onderinvestering in de energetische kwaliteit van vele, meestal oude huurwoningen. Deze groepen hebben nood aan een aanspreekpunt wonen, water, energie. Informatie en advies volstaan niet voor deze groepen. Dikwijls zijn hun vragen of problemen een stuk complexer. Ondersteuning en begeleiding 7 kunnen hier een antwoord bieden. Op het vlak van rationeel energieverbruik en energiebesparende investeringen slaat het matteüseffect onverbiddelijk toe: de vele en goedbedoelde initiatieven van de diverse overheden bereiken maatschappelijk kwetsbare groepen niet of nauwelijks. Bij wijze van voorbeeld sommen we een aantal mogelijke problemen/vragen rond energie en wonen op: Een gebrek aan kennis over: de maatregelen om te besparen (tips voor Rationeel Energie Gebruik en premies); de mogelijke oorzaken van een hoog verbruik; de mogelijkheden om de energiefactuur te verlagen door structurele energiebesparende maatregelen in de woning; premies ; de energiescan; groepsaankopen ; de procedure van onbewoonbaar en ongeschiktheidsverklaring; de rechten en plichten van de huurder en de rechten en plichten van de verhuurder; de inschrijvingsprocedure voor een sociale woning bij de lokale huisvestingsmaatschappij en/of sociaal verhuurkantoor; het belang van het EnergiePrestatieCertificaat; 6 Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie wil met hun recente nota Energiebesparende investeringen in de private huurmarkt. Praktijkgebaseerde aanbevelingen voor het lokale en Vlaamse beleid aantonen dat er heel wat maatregelen mogelijk zijn om de energetische woonkwaliteit van huurhuizen te verbeteren. Zie ook en doorklikken naar programma s en projecten/ rechten op energie/ Energie en Woonkwaliteit/ beleidswerk 7 Onder begeleiding verstaan we het aanbrengen van oplossingen door op een creatieve manier de verschillende mogelijke instrumenten in te zetten en de hulpvrager stap per stap te ondersteunen in de uitvoering van de door hem gekozen oplossing. Concreet gaat het over informeren, adviseren, sensibiliseren, coachen van een traject, opvolgen, bewaken. 7 25

8 Een gebrek aan begeleiding bij: inschrijving bij sociale huisvestingsmaatschappij of Sociaal VerhuurKantoor; problemen met de verhuurder; Energiebesparende werken, premieaanvragen, belastingvoordelen, (sociale) leningen ; problemen van slechte woonkwaliteit; problemen bij dreigende uitzetting; 1.3. WATER Steeds meer mensen worden afgesloten van water. In 2012 werden in Vlaanderen gezinnen afgesloten. In 2011 en 2010 ging het respectievelijk over en gezinnen. In vergelijking met 2009 is dit een verzevenvoudiging. Andere interessante cijfers die de grootte van het probleem aangeven vind je in bijlage 3. Net zoals bij de andere nutvoorzieningen hebben heel wat gezinnen problemen met hun waterfactuur. De vragen zijn dan ook gelijkaardig. Een tekort aan info over/ het niet begrijpen van: facturen; de werking van de Lokale Adviescommissie: in een aanzienlijk deel van de Vlaamse gemeenten (61) was er in 2012 geen LAC-water actief; de mogelijke oorzaken van een hoog waterverbruik; tips rond rationeel waterverbruik; De kleine lettertjes van het contract; Een tekort aan begeleiding bij: Een problematische verhuis waar geen waterstanden opgemaakt zijn; foute, onregelmatige of laattijdige facturen; openstaande facturen en het vragen naar afbetaalplan bij de leverancier; afsluitingen van water; 8 25

9 1.4. NOOD AAN ÉÉN AANSPREEKPUNT VOOR ALLE BURGERS Heel wat gezinnen, zowel uit de middenklasse als uit maatschappelijk kwetsbare groepen hebben tal van vragen m.b.t. water, wonen en energie. Iedere groep heeft zijn specifieke vragen. De meeste burgers maken niet het onderscheid tussen vragen over energie, vragen i.v.m. de woningkwaliteit of energiebesparende maatregen en vragen die met water te maken hebben. Voor hen zijn het allemaal kosten die een veel te grote hap uit hun budget nemen. Momenteel kunnen burgers met vragen over wonen, water en energie terecht bij verschillende diensten. Er zijn de OCMW s, de technische diensten van de gemeenten, de dienstverlening vanuit de leveranciers zelf en de opstartende lokale of intergemeentelijke wooninformatiepunten Ondanks de dagelijkse inspanningen van de medewerkers van deze diensten, merken we dat er heel wat verwarring bestaat bij de burger over waar men met welke vragen terecht kan. Bovendien zijn er heel wat verschillen tussen de gemeentes. Iedere lokale context is anders. We merken dat het niet alleen voor de burgers maar ook voor de medewerkers van het OCMW, de technische diensten of andere woon- en welzijnsactoren niet steeds duidelijk is wie binnen de gemeente welke taken opneemt. Een voorbeeld hiervan is de V-test 8 : heel wat mensen weten niet dat die bestaat en zij die van het bestaan op de hoogte zijn, weten niet waar ze terechtkunnen voor meer ondersteuning. Een vaste vs. variabele prijs, groene vs. grijze stroom, de effectieve overstap dit vraagt dienstverlening op maat. Naast de onduidelijkheid is er de complexiteit van de regelgeving. Bovendien is het een vaak wijzigende regelgeving die de nodige opvolging vereist door medewerkers van de diverse diensten. Omdat het voor maatschappelijk kwetsbare groepen niet evident is hun weg te vinden op bijvoorbeeld de vrijgemaakte energiemarkt gaan de mogelijke voordelen aan hen voorbij. Dit geldt des te meer voor het bestaande premiebeleid inzake energiebesparende maatregelen. Kristof Heylen a berekende Heel wat gezinnen, zowel uit de middenklasse als uit maatschappelijk kwetsbare groepen hebben tal van vragen m.b.t. water, wonen en energie. in zijn onderzoek Nieuwe inzichten in het matteüseffect van het woonbeleid welke voordelen van woongerelateerde maatregelen bij welke inkomens terechtkomen. Hieruit blijkt dat anno 2013 het woonbeleid nog steeds geen herverdelend effect heeft. Integendeel zelfs. Het huidige woonbeleid houdt geen solidariteit in van de rijken met de armen, maar eerder een solidariteit in de omgekeerde richting. Deze tendens kan keren door een pro-actief 9 aanbod van het aanspreekpunt. Voor sommige groepen in de samenleving is informeren en adviseren voldoende. Maar bij maatschappelijk kwetsbare groepen is de woon-, water- of energievraag vaak een stuk complexer. Zij hebben extra ondersteuning in de vorm van begeleiding op maat nodig. Maatschappelijk kwetsbare groepen hebben minder toegang tot de instrumenten (bv. internet) die een bewuste keuze ondersteunen. Of ze missen de vaardigheden om deze instrumenten te gebrui-.. Er bestaat heel wat verwarring bij de burger over waar men met welke vragen terecht kan. 8 Met de V-test van de VREG kan je op basis van je verbruiksgegevens een vergelijking maken van alle gas- en elektriciteitsleveranciers en zien welk tarief in jouw situatie het voordeligste is. Zie 9 Met pro-actief aanbod bedoelen we een vorm van dienstverlening waarbij de overheid op eigen initiatief een dienstverleningsproces richting de klant opstart op basis van reeds bekende informatie bij de overheid zelf. 9 25

10 ken, tenzij ze begeleid worden. Het ontbreekt kwetsbare groepen aan essentiële kennis over hun rechten en plichten. Eén op 7 Vlamingen is laaggeletterd. Campagnes en algemene briefwisseling gaan grotendeels aan hen voorbij. Maar ook andere doelgroepen hebben vragen. Een voorbeeld is de V-test: heel wat mensen - ook uit de middenklasse - begrijpen de informatie niet en vragen ondersteuning bij een effectieve overstap. Het lokale aanspreekpunt voor wonen, water en energie is meer dan een informatiecentrum, het biedt begeleiding en ondersteuning op maat van de hulpvrager. Door kort op de bal te spelen, vermijdt men dat bepaalde vragen uitgroeien tot complexe dossiers met heel wat menselijk leed. Al deze gezinnen hebben baat bij een laagdrempelig aanspreekpunt waar burgers met hun vragen over wonen, water en energie terechtkunnen én waar informatie op maat wordt verstrekt. In de organisatie en werking van het aanspreekpunt zal extra aandacht besteed worden aan het bereiken van maatschappelijk kwetsbare groepen. De basisdienstverlening die een laagdrempelig aanspreekpunt aanbiedt, kan in een aantal gevallen kwetsbare gezinnen uit de hulpverlening houden. Door kort op de bal te spelen vermijdt men dat bepaalde vragen uitgroeien tot complexe dossiers met heel wat menselijk leed. Dit komt zowel de melder van het probleem als de efficiëntie van de dienstverlening en hulpverlening ten goede. Het lokale aanspreekpunt voor wonen, water en energie is meer dan een informatiecentrum, het biedt begeleiding en ondersteuning op maat van de hulpvragers. Indien de problemen reeds te groot zijn, kan efficiënter doorverwezen worden naar de bevoegde hulpverleningsdiensten. Bovendien biedt een dergelijk informatie- en ondersteuningspunt de mogelijkheid om de totaliteit van de energieproblematiek van kwetsbare gezinnen te overzien en de dienst- en hulpverlening gecoördineerd op te volgen. Dat de nood aan een aanspreekpunt groot is bij de burgers, wordt bewezen door de cijfers van 2011 van het Wooncentrum Meetjesland. Deze intergemeentelijke samenwerking van 9 gemeenten omvat een werkterrein van ongeveer inwoners verdeeld over ongeveer gezinnen. Het Wooncentrum Meetjesland verstrekt sociaal advies, technisch advies en technisch advies over duurzaam wonen 10. Daarnaast hebben zij een uitleendienst voor materiaal, organiseren zij cursussen klussen in huis, doen zij een basisenergiescan of opvolgscan bij afgebakende doelgroep. Tenslotte begeleiden ze ook een aantal gezinnen uit kwetsbare groepen over hun verbruik. In 2011 vroegen 2500 klanten sociaal advies, goed voor ongeveer 9000 contacten. Zeshonderd klanten kwamen voor technisch advies en dit vertaalde zich in ongeveer 1000 contacten. Tenslotte werd aan 300 klanten technisch advies over duurzaam bouwen gegeven, goed voor 400 contacten op jaarbasis. 10 Onder sociaal advies worden volgende zaken verstaan: premies en voordelen, huurwetgeving, sociale huisvesting, leningen (sociale, FRGE ), sociale beleidsmaatregelen, V-test Onder technisch advies worden volgende zaken verstaan: kwaliteitscontroles, renovatieadvies, raming renovatiekost, hulp bij aanvraag bouwvergunning Onder technisch advies inzake duurzaam bouwen worden volgende zaken verstaan: energiebesparende investeringen, rationele waterhuishouding, milieuvriendelijke materialen 10 25

11 Ook in Herentals toonde Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie het belang aan van één aanspreekpunt wonen, water en energie. Aanleiding was de informatiecampagne Durf vergelijken van minister Vande Lanotte, bevoegd voor Consumentenzaken. Met deze campagne wil de minister - in samenwerking met de lokale besturen de burgers rechtstreeks helpen bij het vergelijken van de prijzen van de verschillende energieleveranciers. Deze goedbedoelde campagne toonde echter aan dat heel veel mensen nog met andere vragen zitten, waar ze nergens mee terecht kunnen. Om te bewijzen welke dienstverlening hieraan tegemoet kan komen, richtte Samenlevingopbouw Antwerpen provincie samen met het sociaal verhuurkantoor, de Fakkel en Energiesnoeiers Zuiderkempen een tijdelijk aanspreekpunt op. Acht professionals van lokale woonactoren stonden klaar om de tientallen vragen op te vangen van ongeveer 150 bezoekers. Bezoekers uit alle geledingen van de samenleving vonden de weg! De meest voorkomende vragen gingen over de sociale maatregelen, over budgetmeters, afsluitingen en het verschijnen voor de LAC, de gratis kwh, de opzeggingstermijn bij leverancierswissel (ondertussen afgeschaft), premies voor dakisolatie of hoogrendementsglas, nut van een energiescan, betaalplannen, vragen over de energetische kwaliteit van de woning enz. De mensen reageerden zeer positief! De ruime opkomst bewees eens te meer de nood aan één aanspreekpunt voor energie. Immers, ook al is het veranderen van energie een eerste stap naar een lagere factuur, onze ervaring leert dat energievragen en- problemen integraal aangepakt moeten worden. De kosten voor energie hangen ook samen met de kwaliteit van de woning, de toegang tot de juiste informatie en kennis, het overwinnen van de vele administratieve drempels Pas door dit geheel aan te pakken vermindert men het risico op energiearmoede bij mensen uit kansengroepen. Een brede focus zoals hierboven beschreven, vormt voor de sector Samenlevingsopbouw een wezenlijk uitgangspunt in het denken over lokale aanspreekpunten wonen, water en energie. Naast aandacht voor rationeel energieverbruik en energiebesparende maatregelen zullen ze met andere woorden tegelijk ook voluit aandacht moeten hebben voor: Vragen over wonen: rechten van huurders en verhuurders de structurele kwaliteit van het woningbestand en daaruit voortvloeiende problemen: ongeschiktverklaring, onbewoonbaarverklaring, uithuiszetting de energetische kwaliteit van het woningbestand; vragen en noden die te maken hebben met het effectieve recht op gas en elektriciteit (betalingsproblemen van de energiefactuur, sociale openbaredienstverplichtingen enz.). vragen en noden die te maken hebben met het effectieve recht op drinkbaar water; de consumentenbelangen van burgers in hun contacten met leveranciers en distributeurs van water, gas en elektriciteit en waar nodig is een bemiddelende rol opnemen Indien de dienstverlening echt een verschil wil maken in het leven van maatschappelijk kwetsbare groepen, zal men die moeten organiseren op maat van die kwetsbare groepen. Een laagdrempelig aanspreekpunt met een basisdienstverlening op maat biedt hiertoe een oplossing

12 1.5. OPPORTUNITEIT VOOR DE LOKALE BESTUREN EN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKINGSVERBANDEN. Artikel 23 van de Grondwet bepaalt dat eenieder recht heeft op een menswaardig leven. Om dit mogelijk te maken hebben lokale besturen de opdracht lokaal sociaal beleid te voeren. Dit sociaal beleid omvat alle acties die lokale actoren, lokale besturen en (inter)gemeentelijke samenwerkingsverbanden opzetten met het oog op het garanderen van de toegang van elke burger tot de economische, sociale en culturele rechten, vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet, opdat eenieder in menselijke waardigheid kan leven. Gemeente en OCMW zijn gezamenlijk verantwoordelijk en stellen samen een lokaal beleidsplan op. Kleine gemeenten kunnen voor een aantal taken de krachten bundelen in (inter)gemeentelijke samenwerkingsverbanden. Het samenbrengen van vragen m.b.t. wonen, water en energie in één aanspreekpunt, biedt lokale besturen en (inter)gemeentelijke samenwerkingsverbanden de kans op zoek te gaan naar synergieën. Het organisatiemodel dat wij hier presenteren, beoogt immers de dienstverlening aan de bevolking te stroomlijnen, de leemtes in de dienstverlening op te vullen en de toegankelijkheid te verbeteren. De lokale besturen krijgen hier bij een centrale rol toebedeeld, omdat ze het meest burgernabije bestuur zijn dat het best de noden en behoeften van zijn bevolking kan inschatten. We zijn ervan overtuigd dat in tijden van besparingen dit model op termijn kostensparend werkt. Door in te spelen op synergieen tussen de verschillende diensten en heroriëntering van de middelen, kan op termijn een terugverdieneffect gerealiseerd Het organisatiemodel dat wij hier presenteren, beoogt de dienstverlening aan de bevolking te stroomlijnen, de leemtes in de dienstverlening op te vullen en de toegankelijkheid te verbeteren. worden! Immers een laagdrempelig pro-actieve dienstverlening vermijdt dat eenvoudige vragen uitgroeien tot complexe dossiers waarbij verschillende diensten en hulpverleners bij betrokken worden

13 2. Dienstverleningsmodel Bij het oprichten van een aanspreekpunt voor wonen, water en energie zal men steeds uitgaan van de bestaande lokale situatie. We pleiten er dan ook niet voor om een nieuwe, parallelle dienstverlening op te starten. Integendeel, we pleiten ervoor om de bestaande dienstverlening te stroomlijnen, dichter bij de burger te brengen en een snelle, correcte, volledige en maatgerichte dienstverlening aan te bieden. Waar 11 dit aanspreekpuntfysiek wordt ondergebracht, hangt af van de plaatselijke context. In gemeenten waar er reeds een woonwinkel of wooninformatiepunt aanwezig is, kan de werking ervan uitgebreid worden tot ondersteuningsdienst bij woon-, water- en energieproblemen. Afhankelijk van de plaatselijke situatie zijn ook het OCMW, de huisvestingsdienst of het sociaal huis een optie. In kleinere gemeenten kan gewerkt worden vanuit een intergemeentelijk samenwerkingsverband met verschillende antennepunten in de aangesloten gemeenten. De dienstverlening wordt georganiseerd volgens het model van frontoffice 12 en backoffice 13, het aanspreekpunt neemt de functie waar van een frontoffice: alle vragen worden hetzij ter plaatse afgewerkt, hetzij wordt door de medewerker van de frontoffice contact opgenomen met de dienst die voor die vraag een oplossing biedt. Toch is het aanspreekpunt veel meer dan een onthaalbalie of een dispatching van waaruit wordt doorverwezen. Van de medewerker wordt verwacht dat hij elk dossier behartigt én de voortgang ervan bewaakt. Dat kan door zelf een oplossing te zoeken of door te beroepen op gespecialiseerde diensten. M.a.w. het aanspreekpunt heeft geen doorverwijzingsfunctie in de enge zin van het woord. Het werkt samen met verschillende diensten maar blijft het aanspreekpunt voor de hulpvrager gedurende het gehele oplossingstraject. De medewerker is m.a.w. tevens de dossieropvolger. Zeker bij complexe dossiers is dit belangrijk. Een hulpmiddel hierbij is het digitaal dossier. Een dergelijk systeem maakt het mogelijk dat medewerkers van verschillende diensten, die binnen hun bevoegdheden toegang krijgen tot het systeem, enerzijds beschikken over het dossier en anderzijds hun ondernomen stappen kunnen toevoegen. Op deze manier kan de dossierbeheerder uit het aanspreekpunt steeds de stand van zaken van het dossier terugkoppelen naar de hulpvrager en bewaken of de verschillende aspecten van de hulpvraag aan bod zijn gekomen. De dienstverlening wordt georganiseerd volgens het model van frontoffice en backoffice. De medewerker van de frontoffice behartigt en bewaakt de vooruitgang van het dossier. Hij blijft gedurende het gehele oplossingstraject aanspreekpunt voor de hulpvrager. 11 Bij de bespreking van de conceptnota met mensen in armoede, werd door sommigen aangegeven dat zowel het OCMW als het gemeentehuis een hoge drempel vormen. 12 Met frontoffice bedoelen we de plaats- hier het aanspreekpunt - waar klanten/burgers toegang hebben tot bepaalde produkten en diensten van de aanbieders. Het is als het ware de voorpost van waaruit de dienstverlening start. 13 Met backoffice bedoelen wij de externe diensten (publieke en particuliere) waarop de frontoffice een beroep kan doen voor het oplossen van vragen. De medewerker van de frontoffice kan hetzij advies inwinnen bij de backoffice diensten, hetzij de klant doorverwijzen naar deze diensten

14 Ter illustratie Stebo, een organisatie in Limburg die op verschillende maatschappelijke domeinen werkt aan een duurzame samenleving, organiseert in de meeste gemeenten spreekuren waar men terecht kan voor sociaal en/of technisch advies. Stebo en Infrax investeerden in een eigen toepassing van ERP-software14 om gegevens van klanten, die voor de diverse afdelingen van belang zijn, te raadplegen. Hierdoor kan ieder klantencontact, elk document en alle verzamelde informatie slim teruggevonden worden. Planning, logistiek en gegevensbeheer worden op elkaar afgestemd. Medewerkers die ertoe gemachtigd zijn, kunnen steeds het dossier raadplegen en toevoegingen doen. De medewerkers van OCMW s in Limburg kunnen met een persoonlijke log in, via een eenvoudig formulier, klanten aanmelden voor een energiescan. De dispatching maakt vervolgens een afspraak met de klant. Na afloop maakt de energiescanner een digitale basisfiche op met bevindingen en de volgende stappen. Dat kan bv. een opvolgscan, toeleiding naar een FRGE-lening of het sociale dakisolatieproject zijn. Hierdoor krijg je een transparante en efficiënte opvolging van het dossier. De basisfiche is opgenomen in de ERP-software. Meteen heeft ook de toeleider zicht op het resultaat van de scan en kan hij deze informatie aanwenden voor een meer gerichte hulpverlening FRONTOFFICE MET BASISDIENSTVERLENING De frontoffice biedt een 1 ste lijnsdienstverlening aan. Daardoor worden een aantal taken weggenomen van gespecialiseerde diensten en komt er bij deze diensten meer ruimte voor complexe dossiers. Complementariteit tussen het aanspreekpunt en die gespecialiseerde dienstverlening is dan ook het sleutelwoord. Dit biedt een meerwaarde voor iedereen 15. Door kort op de bal te spelen kan dit aanspreekpunt in heel wat gevallen voorkomen dat bepaalde vragen uitgroeien tot complexe dossiers. Het aanspreekpunt garandeert dat de burger (ook) effectief een antwoord krijgt op al zijn vragen over wonen, energie en water. Het is belangrijk met alle plaatselijke en regionale diensten die aan deze thema s werken af te spreken welke zaken tot de basisdienstverlening van het aanspreekpunt behoren en dus uit hun takenpakket kunnen verdwijnen. Dit hangt uiteraard af van de situatie ter plaatse. De meer gespecialiseerde dienstverlening of het opstarten van hulpverlening blijft uiteraard bij de bevoegde 1 ste - en 2 de lijnsdiensten. Hun deskundigheid wordt in dit model optimaal benut. Bij wijze van voorbeeld sommen we een aantal taken op die tot de basisdienstverlening kunnen behoren: informeren over de V-test en ondersteunen bij overstap; 14 ERP staat voor Enterprise Resource Planning. Op de markt zijn er verschillende software-pakketten die verschillende bedrijfsgegevens die voor een onderneming van belang zijn aan elkaar koppelen. De gegevens worden eenvoudig en overzichtelijk ondergebracht in één en hetzelfde programma. Een voorbeeld hiervan is de koppeling van gegevens van de bedrijfsadministratie, de financiële bedrijfsprocessen en de voorraadsystemen. 15 Met 1 ste lijnsdiensten bedoelen we diensten die in direct contact komen met de burger:klant en die de hulpvraag in de meeste gevallen, kunnen afhandelen. Algemene en simpele vragen worden 1stelijnsdiensten afgehandeld, terwijl complexe, tijdrovende vragen naar de 2 de lijnsdiensten worden doorgestuurd. Vaak gaat het over gespecialiseerde diensten

15 uitleg geven over de voorwaarden van een contract; uitleg geven over de factuur; nakijken of de gratis kwh toegekend is; uitleg geven over gemiddeld energie- en waterverbruik; aanvragen van een energiescan; informatie over REG; algemene info over gemeentelijke, provinciale en Vlaamse premies; info over de fiscale steunmaatregelen van de federale overheid; info over FRGE-lening; nakijken of iemand beschermde klant is; nakijken of iemand recht heeft op de sociale maximumprijs; uitlenen van energiemeter en uitleg over de toepassing; uitleg over de betekenis van een EPC; uitleg over de regeling i.v.m. het onderhoud van de verwarmingsketel; uitleg over prijzen en maximumtarief water; uitleg over betaalplannen en doorverwijzing; het aanspreekpunt kan tevens oplaadpunt zijn voor gezinnen met een budgetmeter uitleg over rechten en plichten van de huurder en verhuurder uitleg over de werking van het sociaal verhuurkantoor uitleg over de inschrijving bij een sociaal verhuurkantoor of sociale huisvestingsmaatschappij 2.2. BACKOFFICE: SAMENWERKING EN COMPLEMENTAIRE DIENSTVERLENING De medewerker van het aanspreekpunt legt, indien nodig, contact met gespecialiseerde diensten en volgt de voortgang van het dossier op. We noemen deze diensten de backoffice. Het gaat om dienst- en hulpverlening met een specifieke deskundigheid. Hulpverlening vereist specifieke kennis en vaardigheden en behoort niet tot het takenpakket van de medewerker van het aanspreekpunt. Wel moet deze een goed zicht hebben op de sociale kaart van de regio. Hij neemt contact op met deze diensten en maakt waar mogelijk een afspraak voor de cliënt. Doordat een heleboel vragen opgenomen worden door de medewerker van het aanspreekpunt, komt er bij de diensten van de backoffice meer tijd vrij om de complexere dossiers aan te pakken en specifieke knowhow hieromtrent verder op te bouwen. Het is enorm belangrijk dat het netwerk van diensten goed op elkaar afgestemd is. Ook hier is complementariteit het sleutelwoord. Bij de opstart dient hiervoor voldoende tijd uitgetrokken te worden. Het is van cruciaal belang dat de samenwerking van onderuit gestalte krijgt. Men vertrekt vanuit de bestaande knowhow bij diensten en bekijkt in overleg hoe en waar men die het best inzet om een snelle, doelgerichte en efficiënte dienstverlening op maat van de burger op te zetten

16 Welke diensten kunnen deel uitmaken van de backoffice? Huisvestingsdienst (bv. om initiatieven en beslissingen van het lokale beleid te verduidelijken en mensen te ondersteunen bij technische aanvragen) het OCMW (bv. de budgetbegeleider bij schulden, de medewerker van het LAC om gezinnen te ondersteunen die dreigen afgesloten te worden van water, elektriciteit of gas, de juridische dienst bij een dreigende uithuiszetting ) de huurdersbond (bv. om te bemiddelen tussen verhuurder en huurder en klachten te formaliseren) Vlaams Woningfonds, Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, Erkende kredietmaatschappijen (bv. om na te kijken een sociale lening er haalbaar is voor het gezin in kwestie) het Sociale Verhuurkantoor (bv. om gezinnen die niet terechtkunnen op de privéhuisvestingsmarkt te voorzien van een woning) de Sociale Huisvestingsmaatschappij De duurzaamheids- en/of milieuambtenaar van de gemeente Een medewerker van de (inter)gemeentelijke woonwinkel of het (inter)gemeentelijk wooninformatiepunt de Lokale entiteit van het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (om gezinnen te ondersteunen en te begeleiden met een goedkope lening bij energiebesparende maatregelen) De organisatie die de energiescans in de gemeente uitvoert Een vertrouwenspersoon van een sociale organisatie die voeling heeft met de leefwereld van kansengroepen: basisschakels, verenigingen waar armen het woord nemen. (bv. om gezinnen die ook op andere levensterreinen worstelen met problemen toe te leiden naar het aanspreekpunt) 2.3. SPECIFIEKE ACTIES VANUIT HET AANSPREEKPUNT WONEN, WATER EN ENERGIE Het aanspreekpunt voert een lokaal preventief sociaal beleid. Er zullen specifieke acties omtrent wonen, water en energie naar verschillende doelgroepen georganiseerd worden. Concreet denken we dan aan sensibiliserende projecten als de Energiejacht, collectieve informatievergaderingen over bv. REG, groepsaankopen, energiescans, het sociale dakisolatieproject, rechten en plichten van huurders en verhuurders. Dergelijke preventieve en sensibiliserende acties moeten op termijn voorkomen dat mensen in energiearmoede terecht komen of te maken krijgen met bv. gerechtsdeurwaarders of dreigende uithuiszettingen. In sommige bestaande woonwinkels (o.a. Antwerpen en Turnhout) worden ook de inschrijvingen voor een sociale woning georganiseerd. Ook dat kan een manier zijn om gezinnen die het moeilijk hebben te bereiken. Ter ondersteuning van het aanspreekpunt kunnen sociale economieprojecten opgestart worden. We denken dan aan een klusjesdienst, renovatieteam, dakisolatieteam Deze diensten kunnen immers een sterk complementaire meerwaarde opleveren vanuit het gebruikersoogpunt

17 3. Laagdrempelige basisdienstverlening en dienstverlening op maat Heel wat mensen weten niet waar ze terecht kunnen met hun vragen. Dit geldt des te meer voor maatschappelijk kwetsbare groepen. Daarom is het belangrijk dat het aanspreekpunt laagdrempelig is. Mensen in armoede, senioren en mensen van allochtone/vreemde origine moeten hun weg vinden naar het aanspreekpunt. Een dienstverlening op maat van maatschappelijk kwetsbare groepen is een dienstverlening die ook aan kansrijkere bevolkingsgroepen een meerwaarde biedt. Bij het opstarten van een aanspreekpunt is extra aandacht voor de toegankelijkheid en laagdrempeligheid dan ook een noodzakelijke voorwaarde. Organisaties die met deze doelgroepen werken, basisschakels, verenigingen waar armen het woord nemen, weten welke zaken belangrijk zijn en op welke manier het aanspreekpunt hiermee rekening kan houden. Het loont dan ook hen te betrekken in het opstarten en de organisatie van de werking. Ook het inzetten van een ervaringsdeskundige kan een meerwaarde bieden. Laagdrempeligheid vereist dat de dienstverlening beschikbaar, bruikbaar, betrouwbaar, begrijpelijk, bekend, bereikbaar, betaalbaar is voor kansengroepen. Ook de mate waarin burgers betrokken zijn in de uitbouw komt de toegankelijkheid ten goede. Het bestaande charter toegankelijke lokale dienst- en hulpverlening, een initiatief van de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten en Vlaams Minister van Welzijn Jo Vandeurzen biedt hiervoor inspiratie. Wat dit concreet kan betekenen, kwam in de conceptnota Lokale woon-, water- en energiewinkels 16, op maat van maatschappelijke kwetsbare groepen uitvoerig aan bod. Een dienstverlening op maat van maatschappelijk kwetsbare groepen is een dienstverlening die ook aan kansrijkere bevolkingsgroepen een meerwaarde biedt. Bij het opstarten is extra aandacht voor de toegankelijkheid en laagdrempeligheid een noodzakelijke voorwaarde. Het aanspreekpunt is best gevestigd op een plaats die eenvoudig bereikbaar is, d.w.z. centraal gelegen, bereikbaar met het openbaar vervoer, toegankelijk voor ouderen en mensen met een handicap. Naast deze fysieke bereikbaarheid is vooral een snelle, vriendelijke, deskundige en transparante behandeling van belang. De openingsuren moeten voldoende divers zijn om ook de werkende bevolking te bereiken. In een intergemeentelijk samenwerkingsverband zal men in de verschillende aangesloten gemeenten enkele permanenties organiseren. Daarnaast zijn voor maatschappelijke kwetsbare groepen doorgedreven en maatgerichte vormen van trajectbegeleiding van het grootste belang. Hiermee bedoelen we dat er ondersteuning geboden wordt bij iedere stap van de oplossing. In het voorbeeld van vervanging van hoogrendementsglas zal ondersteuning geboden worden bij het zoeken naar een aannemer, het bekijken van een 16 en dan doorklikken naar programma s en projecten/ recht op energie/ Energie en Woonkwaliteit/beleidswerk 17 25

18 financiële tegemoetkoming in het kader van een verbeterings- en/of renovatiepremie, eventueel het aangaan van een lening bij de lokale entiteit, het afhandelen van administratieve zaken... De medewerker van het aanspreekpunt informeert en adviseert de hulpvrager en bewaakt het proces vanaf de aanvraag tot en met de uitvoering en afhandeling van de oplossing. Onze ervaring met maatschappelijk kwetsbare groepen leert dat enkel deze doorgedreven begeleiding kans op slagen biedt. Bezoekers moeten reëel worden vooruit geholpen met oplossingen op maat. Het dienstverleningsmodel met een laagdrempelige frontoffice die een basisdienstverlening aanbiedt en een backoffice met gespecialiseerde 1 ste - en 2 de lijnsdiensten komt hieraan tegemoet.. Het responsabiliseren van de hulpvrager is een permanent aandachtspunt van de medewerker. Hij zal alles in het werk stellen om de hulpvrager bewust te maken van de eigen verantwoordelijkheid en hem ondersteunen om deze verantwoordelijkheid ook op te nemen. Een actieve, outreachende aanpak naar kansengroepen loont. Deze arbeidsen tijdsintensieve werkwijze is de enige manier om met hen een geslaagd traject af te leggen. Het is belangrijk dat ook de bestuurlijke organen van hulp- en dienstverleningsinstanties hiermee rekening houden in de organisatie van het werk. Specifieke aandacht zal moeten gaan naar het actief aantrekken van kansengroepen. Een uitgekiende communicatiepolitiek houdt rekening met de diversiteit onder deze groepen, de eigen communicatiekanalen en de plaatsen waar deze groepen komen.. Voor mensen in armoede betekent dit dat medewerkers van basisverenigingen zullen toeleiden naar het aanspreekpunt of dat men zelf bij wijze van bekendmaking tijdelijke permanenties opzet op plaatsen waar mensen in armoede over de vloer komen (wachtkamer van het OCMW, het dienstencentrum, de sociale kruidenier, de vereniging waar armen het woord nemen, tweedehandswinkel ) Ook specifieke acties naar deze kansengroepen, zijn een goede manier om het aanspreekpunt bekendheid te geven. Concreet denken we bv. aan wijkgerichte activiteiten (bv. energiejacht, een samenaankoop), gerichte huisbezoeken, een woon- en energiemobiel... Een actieve, outreachende aanpak naar deze groepen loont. Deze vorm van werken is arbeids- en tijdsintensief. Iemand die zich aanbiedt met een hoog verbruik van gas en elektriciteit, zal én toegeleid worden naar een energiescan, zal een leveranciersvergelijking krijgen én zal tips voor rationeel energieverbruik krijgen. Tegelijkertijd zal nagekeken worden of deze persoon in aanmerking komt voor de sociale maximumprijzen van gas en elektriciteit. De dienstverlener komt de hulpvrager tegemoet en doet een aanbod van diensten om de totaalsituatie te verbeteren. Deze arbeids- en tijdsintensieve vorm van werken is de enige manier om met kansengroepen een geslaagd traject af te leggen. Daarom is het noodzakelijk dat binnen de verschillende diensten zowel het bestuurlijk als het organisatorische niveau het belang van deze aanpak onderschrijven en en dit vertaalt in de organisatie van de dienstverlening. De medewerker van het aanspreekpunt die tegelijk ook de dossieropvolger is, dient voeling te hebben met de leefwerelden van maatschappelijke kwetsbare groepen. Hij legt een klantgerichte professionaliteit aan de dag en benadert de vragen met een open vizier

19 Hij is de vaste contactpersoon en als het ware het gezicht van de dienstverlening. Dit creëert vertrouwen. Onze ervaring leert dat indien de geboden service wordt gewaardeerd, de mond-aanmondreclame nieuwe mensen aanbrengt. Zeker bij allochtone kansengroepen speelt dit erg. Ook anderstaligen moeten met hun vragen terechtkunnen bij het aanspreekpunt. Hiervoor kan o.a. samengewerkt worden met de Vlaamse tolkentelefoon 17 of met anderstalige medewerkers van plaatselijke integratiediensten. Tenslotte pleiten we voor een dienstverlening die voor iedereen gratis is. Minstens moet dat voor maatschappelijke groepen ook het geval zijn voor de A tot Z-trajectbegeleiding. 17 De Vlaamse overheid heeft beslist om vanaf 2013 de Vlaamse tolkentelefoon Babel structurele middelen te geven. De specifieke werkingsmiddelen zitten hierin niet vervat, waardoor de tolkendienst een vergoeding zal moeten vragen aan de gebruikers. Voor de Vlaamse deelsectoren zoals welzijn, onderwijs, tewerkstelling en inburgering blijft de tolkentelefoon gratis. Andere diensten zullen een vergoeding moeten betalen. Zie

20 4. Opzetten van een aanspreekpunt Het opstarten van een laagdrempelig aanspreekpunt voor wonen, water en energie vraagt een voorbereidende fase van 9 à 12 maanden. Het is aan de gemeente(n)/intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden om deze regierol op te nemen. Zij zijn het beste geplaatst om relevante woon- en welzijnsactoren samen te brengen. Betrokken partners in dit verhaal zijn minimaal het OCMW (beleid en sociale dienst) en de huisvestingsambtenaar / duurzaamheidsambtenaar. Zonder engagement van deze lokale overheden heeft het concept weinig kans van slagen. Betrokken partners in dit verhaal zijn minimaal het OCMW (beleid en sociale dienst) en de gemeente (gemeentebestuur en d huisvestingsambtenaar/duurzaamheidsambtenaar. Voldoende bestuurlijke draagkracht bij beiden en de wil tot samenwerking zijn essentiële voorwaarden. Zonder engagement van deze lokale overheden heeft het concept weinig kans op slagen. Het is belangrijk dat er vanuit het samenwerkingsverband iemand met voldoende mandaat aangeduid wordt om deze structuur op poten te zetten. Op bestuurlijk vlak dienen de nodige financiële middelen voorzien te worden zowel voor de uitbouw als voor de feitelijke werking van het aanspreekpunt. Een kostenraming vind je in bijlage 1. We pleiten voor een ruime, structurele en gecoördineerde samenwerking tussen de verschillende woon- en welzijnsactoren. In tijden van besparingen kan het stroomlijnen van de bestaande dienstverlening hier soelaas bieden. De betrokkenheid van het OCMW garandeert een deskundigheid voor de dienstverlening op maat aan kansengroepen. Kennis van de leefwereld 18 van deze mensen en respect voor de situatie waarin deze mensen noodgedwongen weten te overleven zijn niet alleen belangrijke troeven maar eveneens noodzakelijke voorwaarden. Daarnaast is de sociale dienst van het OCMW ook het best geplaatst om de problematiek van sommige gezinnen in zijn totaliteit te gaan behandelen en een proactief aanbod te doen naar deze mensen. Dit kan zeer divers zijn.. Lokale initiatieven en organisaties die voeling hebben met de leefwereld van kansengroepen dienen bij het overleg betrokken te worden. Dat geldt ook voor de ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting: zij kunnen niet alleen het bereiken van de meest kwetsbare groepen vergemakkelijken, maar ook de algehele werking van de aanspreekpunten wonen, water en energie blijvend helpen afstemmen op de noden en ervaringen van deze kwetsbare doelgroepen. 18 Bind-kracht wil hulpverleners en begeleiders ondersteunen en versterken in het krachtgericht werken met mensen in armoede via onderzoek, methodiekontwikkeling, vorming en dialoog. Ze bieden een ruim pakket vorming aan waarin enerzijds de praktijkervaring van de cursisten gekaderd wordt in theoretische kaders, anderzijds een aantal mensen in armoede als coaches participeren aan de casusbesprekingen. Kennis en ervaringsuitwisseling staan centraal in de vormingen. Zie

21 Binnen deze opstarttermijn moeten volgende zaken uitgeklaard worden: 1. Hoe is de bestaande situatie? Welk aanbod bestaat er? Waar kan de burger terecht met woon-, water- en energievragen? Welke vragen komen bij wie terecht? Hebben welbepaalde doelgroepen specifieke vragen? Welke? Over welke vragen is er onduidelijkheid over wie deze opneemt? Zijn er hiaten in de dienstverlening? Zijn er bovenlokale dienstverleners betrokken partij? SVK, Huurdersbond, SHM, FRGE, CAW Hoe verloopt de huidige samenwerking? Is hierover duidelijkheid? Bereiken de bestaande dienst- en hulpverlening ook kansengroepen? Succesfactoren? Welke extra inspanningen worden geleverd om kansengroepen (mensen in armoede, senioren, anderstaligen ) te bereiken? 2. Wat wil men? Het is belangrijk dat relevante actoren mee betrokken worden in dit proces. Opstarten van overleg tussen relevante actoren Welke vragen neemt het aanspreekpunt, de frontoffice op? Welke basisdienstverlening wil men aanbieden? Welke vragen worden door de backoffice behandeld? Dekt het aanbod de noden? Welke nieuwe vragen worden aan wie toegewezen? Hoe verhoudt de basisdienstverlening zich tot het aanbod van de andere diensten? Worden er doelgroepen niet bereikt? Hoe kunnen we die doelgroepen bereiken? Specifieke acties? Het is belangrijk dat de verschillende actoren de gemaakte afspraken onderschrijven en dat de samenwerking zeker in het begin op regelmatige tijdstippen geëvalueerd wordt. In deze opstartfase moet voldoende tijd besteed worden aan de gedragenheid van het initiatief. 3. Hoe gaat men het aanspreekpunt organiseren? Waar kan het aanspreekpunt best ondergebracht worden? Is de plaats naast gemakkelijk fysiek bereikbaar ook toegankelijk voor maatschappelijke groepen? Op welke manier garandeert de organisatie een brede toegankelijkheid voor kansengroepen? Betreft het een lokale werking dan wel een regionale werking met antennepunten in de verschillende gemeenten? Hoe gaat men dit organiseren? Door wie worden de kosten gedragen? Aanwerving van de medewerker? Bekendmakingscampagne naar de burgers met specifieke aandacht voor de verschillende doelgroepen via de kanalen eigen aan de doelgroepen en op plaatsen waar deze mensen komen. Om een vlotte samenwerking tussen alle partners te blijven garanderen, is en blijft regelmatig overleg en afstemming nodig. We denken aan een driemaandelijks overleg eens het aanspreekpunt operationeel is

22 5. Ondersteuning van Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie bij de opstart Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie wil samen met één gemeente of inter(gemeentelijke) samenwerking uit de provincie daadwerkelijk meewerken aan de uitbouw van een aanspreekpunt voor woon-, energie en watervragen. We bieden inhoudelijke ondersteuning aan de partners die voor dit opzet kiezen. Momenteel zijn we op zoek naar extra middelen om personeelsinzet te betalen. Hierover lopen besprekingen met het provinciebestuur van Antwerpen. Enkel als we van de gemeente of het intergemeentelijk samenwerkingsverband de garantie krijgen dat - na de terugtrekking van Samenlevingsopbouw- middelen 19 in de begroting worden gegarandeerd voor de werking van het aanspreekpunt, gaan we van start. Voor een kostenraming en de voorwaarden die we aan de partner(s) stellen, verwijzen we naar bijlage 1. Onze meerwaarde zit in de kennis van de doelgroep en de kennis van het energiethema. Te vaak merken we dat goedbedoelde initiatieven de doelgroep niet bereiken. Of het aanspreekpunt deze doelgroepen bereikt, zal onder meer afhangen van de laagdrempeligheid van de dienstverlening. Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie bouwde de voorbije 25 jaar deze deskundigheid op. Talrijke projecten werden samen met kansengroepen opgezet opdat zij hun sociale grondrechten inzake onderwijs, huisvesting, hulpverlening, vrije tijd, energie, werk kunnen uitoefenen. De verschillende werkingsprincipes - laagdrempeligheid, klantgerichte benadering, outreachend werken, pro-actief werken, dienstverlening op maat, a tot z-begeleiding - die in de nota aan bod kwamen, kregen in tal van initiatieven een concrete invulling. Onze meerwaarde zit in de kennis van de doelgroep en de kennis van het energiethema. Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie bouwde de voorbije 25 jaar deskundigheid op in talrijke projecten Op het terrein werken we samen met relevante partners. Hierdoor hebben we een ruim netwerk aan contacten uitgebouwd. Samenwerking met partners van onderuit en het bundelen van krachten zijn dan ook wezenlijk voor de manier waarop Samenlevingsopbouw zijn projecten uitbouwt. De ideeën van deze praktijknota zijn inspirerend maar niet dwingend. Hiermee bedoelen we dat de invulling ter plaatse wordt uitgetekend door de initiatiefnemende partners en op maat van de lokale context. Zij kennen immers de plaatselijke situatie het best. Er wordt dan ook vertrokken vanuit de mogelijkheden van de partners. 19 We berekenden dat voor een gemeente van inwoners de jaarlijkse werkingskost euro bedraagt. Het overgrote gedeelte hiervan zijn loonkosten. Concreet betekent dit op jaarbasis 3,04 euro per inwoner

23 Concreet: We werken mee aan de totstandkoming van een netwerk van partners, het invullen van de randvoorwaarden en een inhoudelijk takenpakket tussen de partners. We zoeken mee uit hoe de frontoffice moet uitgebouwd worden. Zowel m.b.t. de organisatorische opzet als het inhoudelijke takenpakket (1 ste lijnswerk en ondersteunen medewerker van het samenwerkingsverband bij het uittekenen van de dienstverlening) brengen we de expertise van de projecten Energie en Armoede en Energie en Woonkwaliteit 20 in. Op basis van het bestaande aanbod inzake wonen, energie en water worden de leemtes in de dienstverlening in kaart gebracht en wordt bekeken hoe deze kunnen ingevuld. Hierover zullen met de organisaties die de backoffice uitmaken, afspraken gemaakt worden. De kernwoorden in dit pioniersproject zijn laagdrempeligheid en samenwerking. Deze moeten een garantie bieden dat zowel kwetsbare groepen in de samenleving als niet-kwetsbare burgers de weg vinden naar het aanspreekpunt én een antwoord krijgen op al hun vragen. Tijdens de opstart voorzien we een aantal leer- en werkbezoeken bij inspirerende voorbeelden. Fasering in tijd: Het project bestaat ideaal uit een voorbereidende fase van 9 tot 12 maanden, gevolgd door een implementatiefase van 6 tot 9 maanden waarin de methodiek kan bijgestuurd worden. Indien er extra middelen voor personeelsinzet gevonden worden, hetzij van buitenaf, hetzij van de partners, zijn we bereid gedurende maximaal 18 maanden een halftijdse medewerker in te zetten. Indien er geen extra middelen zijn, zijn we bereid om het aanspreekpunt te ondersteunen en onze knowhow over te dragen bijvoorbeeld door deelname aan een stuurgroep. De verdere continuering ligt volledig bij de partner. De effectieve planning en uitvoering hangt uiteraard af van de onderhandelingen met geïnteresseerde partners. We zoeken aansluiting bij bestaande lokale/regionale initiatieven inzake wonen, energie en water die zich met een dienstverlening rechtstreeks tot de burgers richten en dan doorklikken naar programma s en projecten / recht op energie / Energie en Woonkwaliteit of Energie en Armoede 23 25

24 6. Besluit Een brede inhoudelijke focus, structurele samenwerking tussen alle relevante partners op het terrein en doorgedreven aandacht voor een optimaal toegankelijke dienst- en hulpverlening op maat van kansengroepen: dat vormen voor de sector Samenlevingsopbouw de essentiële criteria waaraan aanspreekpunten voor woon-, en energie- en watervragen moeten voldoen. Deze praktijknota wil gemeenten uitnodigen na te denken over hun huidige dienstverlening m.b.t. woon-, energie- en watervragen. Een dienstverleningsmodel dat vertrekt van één aanspreekpunt met een brede basisdienstverlening biedt een meerwaarde voor de bestaande dienst- en hulpverlening. Een weloverwogen samenwerking en complementaire samenwerking in het kader van een proactieve dienstverlening komt de efficiëntie ten goede. Bovendien biedt het aanspreekpunt een dienstverlening op maat van maatschappelijk kwetsbare groepen. Het garandeert dat iedere burger ongeacht zijn maatschappelijke positie effectief een antwoord krijgt op al zijn vragen. De medewerker van het aanspreekpunt volgt het dossier op van A tot Z tot er een antwoord van de betrokken diensten is. Zekere bij complexe dossiers van maatschappelijk kwetsbare groepen is dit belangrijk. Het aanspreekpunt garandeert dat iedere burger ook effectief een antwoord krijgt op al zijn vragen. De medewerker van het aanspreekpunt volgt het dossier op van A tot Z tot er een antwoord van de betrokken diensten is. Zekere bij complexe dossiers van maatschappelijk kwetsbare groepen is dit belangrijk. De frontoffice biedt een 1 ste lijnsdienstverlening aan. Daardoor zullen een aantal taken weggenomen worden van de bestaande diensten. Hierdoor krijgen diensten die zich met hulpverlening bezighouden meer ruimte voor complexere dossiers. Complementariteit tussen de bestaande dienstverlening en het aanspreekpunt is dan ook het sleutelwoord. Het is belangrijk met alle plaatselijke en regionale diensten af te spreken welke zaken tot de basisdienstverlening van het aanspreekpunt behoren en dus uit hun takenpakket kunnen verdwijnen. Dit hangt uiteraard af van de bestaande situatie. De meer gespecialiseerde dienstverlening of het opstarten van hulpverlening blijft uiteraard bij de bevoegde 1 ste - en 2 de lijnsdiensten. Hun deskundigheid wordt in dit model optimaal benut. Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie wil samen met een gemeente of intergemeentelijk samenwerkingsverband de handen in mekaar slaan om ergens in de provincie een aanspreekpunt voor wonen, energie en water op te starten. Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie vzw Brusselsepoortstraat Mechelen T

25 a Nieuwe inzichten in matteüseffect van het woonbeleid, Kristof Heylen, HIVA-K.U.Leuven, 2013 Pascale de Decker berekende in 2000 dat 60% van het totale subsidiebudget gerelateerd aan wonen bij de 40% hoogste inkomens terecht komt en 10% bij de 20% laagste inkomens. Kristof Heylen maakte op basis van de gebruikskostenmethode een berekening van het matteüseffect op basis van de gegevens uit het woonsurvey van Daarnaast vergeleek hij ook de administratieve bestanden over huursubsidie en renovatiepremies van In 2008 werden er ongeveer renovatiepremies toegekend met een gemiddeld bedrag van 6300 euro. Doordat de inkomensvoorwaarde vrij ruim is gesteld, geniet vooral de middenklasse ervan. Daarnaast werden ook 4309 verbeteringspremies toegekend en 740 aanpassingspremies. Door hun selectievere aard komen ze in sterke mate toe aan de laagste inkomens. Tenslotte komt ongeveer 68% van de fiscale subsidies (hypotheekaftrek, verlaagde tarief registratierechten, voordelig tarief bij de btw op renovatie van oude woningen, voordeel van onroerende voorheffing) terecht bij de 40% hoogste inkomens uit de populatie. Figuur: subsidies van alle Vlaamse tegemoetkomingen op vlak van wonen, totaalbedragen naar inkomensquintielen (in %), Vlaanderen,

26

27 Bijlagen Bijlage 1: Kostenraming Bijlage 2: Cijfers m.b.t. energiearmoede in Vlaanderen en provincie Antwerpen Bijlage 3: Gegevens drinkwater in Vlaanderen Samenvatting

28

29 Bijlage 1 KOSTENRAMING

30

31 Proefproject (Inter)gemeentelijk aanspreekpunt Wonen, Water en Energie op maat van kwetsbare groepen én op maat van de gemeente. Kostenraming 1. BEDOELING Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie wil op 1 specifieke locatie (hetzij gemeentelijk, hetzij intergemeentelijk) in de provincie Antwerpen een aanspreekpunt Wonen, Water en Energie opzetten. Daartoe wil Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie gedurende 18 maanden zijn deskundigheid inzetten (0,5 VTE opbouwwerker en 0,2 VTE 2elijnsondersteuning). Hierin zit een voorbereidende fase van 9 maanden (0,7 VTE) en een implementatiefase van 9 maanden (0,7 VTE). We garanderen eveneens een nazorgtraject van 12 maanden (0,2 VTE). Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie opteert voor een klaverbladfinanciering. De kosten worden door de verschillende partners gedragen: de deelnemende gemeente of het samenwerkingsverband van gemeenten, Provincie Antwerpen of andere externe subsidiëring en Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie. Momenteel worden gesprekken met het provinciebestuur Antwerpen gevoerd. Het aanspreekpunt Wonen, Water en Energie richt zich naar alle burgers, met speciale aandacht voor kansengroepen. Het organisatiemodel bestaat uit een frontoffice met basisdienstverlening en een samenwerking met relevante diensten (backoffice). Zie ook de nota Naar een (inter)gemeentelijk aanspreekpunt Wonen, Water en Energie op maat van kwetsbare groepen én op maat van uw gemeente van Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie. Er is een samenvatting beschikbaar. Het is onze intentie de meerwaarde van dit organisatiemodel aan te tonen. In die zin is het opzet een proefproject. 2. VOORWAARDEN VANUIT SAMENLEVINGSOPBOUW ANTWERPEN PROVINCIE Het (inter)gemeentelijk samenwerkingsverband voorziet tijdens de voorbereidende fase (die 9 à 12 maanden duurt), een halftijds medewerker om samen met de relevante actoren op het terrein het organisatorisch kader uit te werken. Proefproject (Inter)gemeentelijk aanspreekpunt Wonen, Water en Energie op maat van kwetsbare groepen én op maat van de gemeente. 1 5

32 Na maximaal 9 maanden voorziet het (inter)gemeentelijk samenwerkingsverband dat er één voltijds medewerker wordt aangeworven/vrijgesteld om de basisdienstverlening uit te bouwen, te garanderen en de samenwerking met de andere partners te coördineren. Deze middelen worden in de begroting ingeschreven. Het hoeft dus niet noodzakelijk om een nieuwe medewerker te gaan, ook een heroriëntering van bestaande functies behoort tot de mogelijkheden. Hiertegenover plaatst Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie, indien er externe financiële middelen gevonden worden, de inzet van een halftijdse medewerker en tweedelijnsondersteuning gedurende 18 maanden. 3. TIJDSBESTEDING: Raming per inwoners in VTE-tewerkstelling Voorbereidende fase: 9 maanden Implementatiefase: 9 maanden Na 18 maanden Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie 0,2 0,5 Externe Partner subsidiebron 0,2 0,5 1 0,2 Voor periode van 12 maanden / 1 Gemeente of intergemeentelijk samenwerkingsverband 0,5 De voltijds gemeentelijke medewerker is berekend op 20 uur permanentie 1, 10 uur dossieropvolging en 8 uur voor coördinatie frontoffice/backoffice, het uitwerken (informatie)campagnes en informatiemateriaal, de registratie van de werkzaamheden 2 In 2010 werd in opdracht van het Vlaams Energieagentschap door CEDUBO de studie 3 Externe ondersteuning bij de uitwerking van het concept van lokale energieloketten en het voorbereiden van een proefproject gemaakt. Zij voorzien per inwoners minimaal 20 uur permanentie 4 aan het loket. 1 In de studie wordt een onderscheid gemaakt tussen een kort advies en een uitgebreid advies. 2 Voor het berekenen van een realistische aantal adviezen inspireren we ons op de studie van CEDUBO. Zij maken een onderscheid naar type advies: Kort Uitgebreid advies Trajectbegeleiding Tijdsbesteding 10 à 20 minuten Max 2,5 uur Gemiddeld 2 dagen Inschatting van de adviezen per jaar voor een gemeente van inwoners: Aantal adviezen Totale tijdsbesteding in min Tijdsbesteding in werkdagen van 7,5 uur Kort advies Uitgebreid advies Trajectbegeleiding Externe ondersteuning bij de uitwerking van het concept van lokale energieloketten en het voorbereiden van een proefproject, CEDUBO in opdracht van het Vlaams Energieagentschap (VEA), In de studie wordt een onderscheid gemaakt tussen een kort advies en een uitgebreid advies. Proefproject (Inter)gemeentelijk aanspreekpunt Wonen, Water en Energie op maat van kwetsbare groepen én op maat van de gemeente. 2 5

33 4. FINANCIËLE ASPECTEN Het project wordt gefinancierd met een klaverbladfinanciering. De verschillende partners nemen elk een deel van de kosten voor zich. Voor Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie is deze financiering tijdelijk nl. 18 maanden voor een halftijdse opbouwwerker en 30 maanden voor de 2 de lijnsondersteuning. Nadien wordt de volledige personeelskost en de werkingsmiddelen gedragen door de gemeente of het intergemeentelijk samenwerkingsverband. Raming kostprijs gedurende de voorbereidende fase (eerste 9 maanden) in euro Loonkosten (9 maanden) Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie voor 2 de lijnsondersteuning Externe partner/ subsidiebron voor opbouwwerker van Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie (0,5 VTE) Werkingsmiddelen Infrastructuur : inrichting ruimte, huur en verwarmingskosten Totaal Gemeente of intergemeentelijk samenwerkingsverband (0,5 VTE) De loonkost van de opbouwwerker en de gemeentelijke medewerker wordt berekend op een bachelor diploma met enkele jaren anciënniteit (B-niveau). We gaan uit van een gemiddelde kostprijs van euro/jaar voor 1 VTE. De loonkost van de 2delijnsondersteuning vanuit Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie wordt berekend op het niveau van een themacoördinator. Onder werkingsmiddelen voor de medewerker van Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie wordt verstaan: verplaatsingskosten, kantoormateriaal, telefoon, papier en verzendkosten... Onder werkingsmiddelen voor de gemeentelijke medewerker wordt verstaan: PC, aankoop registratiesoftware, verwarmingskosten, kantoormateriaal, telefoon en, eens het aanspreekpunt operationeel is, ook kosten voor bekendmaking, sensibiliseringscampagnes, informatiecampagnes en informatiemateriaal Deze kosten kunnen gezien het maatwerk per gemeente en het bestaande aanbod erg variabel zijn. Op termijn moet er echter een zeker terugverdieneffect bij het OCMW gerealiseerd worden. Immers, in principe zouden de financiële tussenkomsten van het OCMW voor betaling van energiefacturen moeten afgeremd worden. Proefproject (Inter)gemeentelijk aanspreekpunt Wonen, Water en Energie op maat van kwetsbare groepen én op maat van de gemeente. 3 5

34 Raming kostprijs gedurende de implementatie (na 9 maanden) in euro Loonkosten (9 maanden) Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie voor 2 e lijnsondersteuning Externe partner/ subsidiebron voor medewerker van Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie (0,5 VTE) Werkingsmiddelen Infrastructuur : inrichting ruimte, huur en verwarmingskosten Totaal Gemeente of intergemeentelijk samenwerkingsverband (1 VTE voor 9 maanden Raming kostprijs operationeel aanspreekpunt wonen, water en energie op jaarbasis in euro Na 18 maanden ondersteuning vanuit Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie wordt de werking van het aanspreekpunt volledig gefinancierd door de gemeente of het (inter)gemeentelijk samenwerkingsverband. Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie biedt nog gedurende 12 maanden nazorg. De jaarlijkse kostprijs bedraagt: Loonkosten Werkingsmiddelen Infrastructuur: inrichting ruimte, huur eventueel en verwarmingskosten Gemeente of intergemeentelijk samenwerkingsverband Totaal Voor een gemeente van inwoners bedraagt de kostprijs voor een aanspreekpunt Wonen, Water en Energie 3,04 euro per inwoner. Proefproject (Inter)gemeentelijk aanspreekpunt Wonen, Water en Energie op maat van kwetsbare groepen én op maat van de gemeente. 4 5

35 CONCLUSIE: Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie kan het project opstarten indien euro externe middelen gevonden worden, hetzij bij de Provincie Antwerpen, hetzij bij een andere externe subsidiebron. Hiermee zet Samenlevingsopbouw een halftijdse opbouwwerker in bij een gemeente voor een periode van 18 maanden voor het opstarten van een aanspreekpunt wonen, water en energie. Eveneens wordt in deze periode een 2 de lijnondersteuning à rato van 20% voorzien (loonkost euro). Voor de nazorg van 12 maanden voorzien we euro (0,2 VTE opbouwwerker). Enkel indien Samenlevingsopbouw externe middelen vindt, kan het project van start gaan. De gemeente of het intergemeentelijk samenwerkingsverband voorziet de eerste 18 maanden euro, waarvan het grootste deel loonkosten. Eens het aanspreekpunt operationeel is, schatten we de jaarlijkse kostprijs voor de gemeente op euro. De middelen worden in de begroting ingeschreven. Proefproject (Inter)gemeentelijk aanspreekpunt Wonen, Water en Energie op maat van kwetsbare groepen én op maat van de gemeente. 5 5

36

37 Bijlage 2 CIJFERS M.B.T. ENERGIEARMOEDE IN VLAANDEREN EN PROVINCIE ANTWERPEN

38

39 Cijfers m.b.t. energiearmoede in Vlaanderen en provincie Antwerpen De VREG publiceert jaarlijks haar rapport met sociale statistieken m.b.t. huishoudelijke afnemers in het kader van de sociale openbaredienstverplichtingen. Deze gegevens geven een indicatie van energiearmoede. In het laatste jaarrapport 2013 beweert de VREG dat de energiearmoede in 2012 niet is toegenomen. Toch willen we vanuit de projecten Energie en Armoede en Energie en Woonkwaliteit van Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie hierbij enkele kanttekeningen maken. Immers, de energiearmoede wordt in dit rapport danig onderschat. De VREG- statistieken houden geen rekening met de manieren waarop mensen in armoede moeten overleven (bv. slechts 1 kamer verwarmen), zeggen niets over mensen met een budgetmeter zonder geld om die op te laden en geven geen beeld van de realiteit waarin gezinnen met een stroombegrenzer 1 zitten. Dit maakt dat voor het meten van energiearmoede deze cijfers onderschat zijn! 1. GEGEVENS UIT HET JAARRAPPORT 2013 VAN DE VREG M.B.T. ELEKTRICITEIT 1.1. OPZEGGINGEN CONTRACTEN In 2012 werden contracten van huishoudelijke afnemers door hun leverancier opgezegd. Dit is 2,93% van het totaal aantal huishoudelijke afnemers. In 2011 waren er (2,8%). Met andere woorden is dit voor 2012 een stijging van 4,97% t.o.v In 2010 werden er huishoudelijke afnemers opgezegd, wat overeenkwam met 2,47% van het aantal huishoudelijke afnemers. Dit zijn de zogenaamde dropaanzeggingen. Hiervan werd een groot deel nadien opnieuw geannuleerd omdat ze dan toch hun factuur (gedeeltelijk) betaalden. Toch kunnen we bij benadering stellen dat van gezinnen in 2012 het contract definitief werd opgezegd. Slechts een minderheid van hen (5 198 of 12%) vond voor het einde van de opzegtermijn van 60 dagen een nieuwe leverancier en werd dus geen klant bij de netbeheerder. In 2011 lag dit aantal met of 8% nog een stuk lager. Een momentopname op 31/12/2012 leert ons dat huishoudens effectief door de commerciële leverancier opgezegd werden op het totaal van aangesloten gezinnen elektriciteit. Deze cijfers komen van de distributienetbeheerders. 1 Stroombegrenzers worden geplaatst wanneer het technisch onmogelijk is om een budgetmeter te plaatsen. Ze beperken het beschikbare vermogen tot 10 ampère! Cijfers m.b.t. energiearmoede in Vlaanderen en provincie Antwerpen 1 10

40 Tabel 1 geeft de evolutie van deze cijfers in vergelijking met Tabel 1: Evolutie opzegging contracten Elektriciteit Bron: VREG jaarrapport Aantal dropberichten Aantal annuleringen Effectieve drops De cijfers van de leveranciers verschillen: (2,55%) huishoudelijke afnemers kregen in 2012 een brief dat hun leveringscontract elektriciteit werd opgezegd. In 99,97% van de gevallen was dit als gevolg van wanbetaling. Ook hier werden een groot deel opzeggingen terug geannuleerd. Uiteindelijk werd het contract van gezinnen ( of 1,66% van alle gezinnen) die klant waren bij een commerciële leverancier definitief opgezegd. Zij moesten op zoek naar een andere leverancier of kwamen bij de netbeheerder terecht. Met andere woorden liggen de cijfers van de netbeheerders met betrekking tot het aantal opzeggingen en annuleringen hoger dan deze gerapporteerd door de leveranciers AFBETALINGSPLANNEN In 2012 gingen gezinnen (2,89%) een afbetalingsplan aan met hun energieleverancier van elektriciteit waarvan de eerste aflossing in 2012 plaats had. Als we echter het totale aantal lopende afbetalingsplannen van 2012 bekijken, ongeacht wanneer ze werden toegestaan, hadden gezinnen (4,08%) een afbetalingsplan lopen. Gemiddeld betaalt een gezin dat in 2012 een afbetalingsplan voor elektriciteit aanging maandelijks 143 euro. Dit komt dus bovenop het maandelijks te betalen voorschotbedrag voor elektriciteit. De gemiddelde uitstaande schuld op het moment dat het afbetalingsplan werd afgesloten voor de in 2012 opgestarte betalingsplannen bedraagt 877 euro wat vrij hoog is. Om een gemiddelde schuld van 877 euro af te lossen à rato van 143 euro/maand zijn ongeveer zes aflossingen nodig. Voor vele gezinnen is dit niet haalbaar: gezinnen (36%) betaalden minstens één keer niet, te laat of te weinig. In 2012 werden er gemiddeld 7% meer betalingsplannen opgestart (75 255) dan in 2011 (70 500). Globaal had 4,08 % een betaalplan lopen waarvoor in dat jaar minstens één aflossing moest gebeuren, wat min of meer een status quo is ten opzichte van 2011 (4,05%) Ook bij de afnemers van elektriciteit bij de distributienetbeheerder op 31/12/2013 (2,99% van alle huishoudelijke afnemers) kregen afnemers ten minste één ingebrekestelling van de netbeheerder in de bus. Nadat zij eerder al schulden opbouwden bij hun leverancier, hebben ze ook bij de netbeheerder problemen om hun energiefactuur te betalen. In 2012 werden bij de netbeheerder afbetalingsplannen opgestart. Gemiddeld hadden de gezinnen 688 euro schuld op het moment dat dit betaalplan in 2012 werd afgesloten. Het gemiddeld betalingsbedrag per maand van deze afbetalingsplannen is 56,51 euro. Cijfers m.b.t. energiearmoede in Vlaanderen en provincie Antwerpen 2 10

41 1.3. VERGELIJKENDE GEGEVENS VLAANDEREN EN PROVINCIE ANTWERPEN: AANTAL ACTIEVE BUDGETMETERS EN GEGEVENS OVER DE LAC De VREG noteert pas vanaf 2010 op provinciaal niveau. Cijfers op provinciaal niveau van vόόr 2010 zijn dan ook niet beschikbaar. Tabel 2: Evolutie van gegevens m.b.t. energiearmoede elektriciteit in Vlaanderen en provincie Antwerpen Bron: jaarrapporten 2011, 2012 en 2013 met sociale statistieken m.b.t. huishoudelijke afnemers in het kader van de sociale openbaredienstverplichtingen Provincie Antwerpen Vlaanderen Provincie Antwerpen Vlaanderen Provincie Antwerpen Vlaanderen Totaal aantal elektriciteitsafnemers aangesloten op het distributienet op 31/12/ Totaal aantal geplaatste ingeschakelde (actieve) budgetmeters op 1/1 (momentopname) (1,52%) (1,41%) (1,6%) (1,53%) (1,7%) (1,63%) Totaal aantal behandelde dossiers bij de LAC n.v.t n.v.t (1,04%) (0,97%) (1,08%) (1,00%) Totaal aantal zittingen van de LAC n.v.t. 531 (0,07%) Aantal huishoudelijke afnemers dat in de loop van het jaar werd afgesloten(exclusief afsluitingen ingevolge verhuis) na advies van LAC 384 (0,05%) (0,07%) 241 (0,03%) (0,04) 294 (0,04%) 981 (0,04%) Aantal huishoudelijke afnemers dat in de loop van het jaar werd afgesloten(exclusief afsluitingen ingevolge verhuis zonder advies van LAC (onveiligheid, leegstand, fraude, geen wanbetalers) 852 (0,11%) (0,13%) (0,17%) (0,22%) (0,30%) (0,26%) Aantal afgesloten huishoudelijke afnemers op 1/1 780 (0,10%) (0,20%) 948 (0,13%) (0,26%) (0,57%) (0,63%) Aantal afgesloten huishoudelijke afnemers op 31/ (0,19%) (0,25%) (0,19%) (0,37%) (0,66%) (0,72%) Cijfers m.b.t. energiearmoede in Vlaanderen en provincie Antwerpen 3 10

42 Begin 2012 waren er budgetmeters actief wat impliceert dat 1,63% van alle gezinnen in Vlaanderen stroom verbruikte via een budgetmeter. In 2011 en 2010 waren dit respectievelijk (1,53%) gezinnen en (1,41%) gezinnen. De gegevens leren ons dat in de provincie Antwerpen de laatste 3 jaar het aantal geplaatste actieve budgetmeters voor elektriciteit nog steeds toenemen. Als we kijken naar het aandeel ervan ten opzichte van het totaal aantal aangesloten huishoudelijke afnemers op het elektriciteitsnet zien we dat de provincie Antwerpen boven het Vlaamse gemiddelde scoort. In 2012 kregen 1,63% van alle huishoudens hun stroom via een budgetmeter geleverd. In de provincie Antwerpen alleen ging het over 1,7%. Eenzelfde tendens zien we voor het aantal behandelde dossiers bij de Lokale Adviescommissie. In 2012 werden in de provincie Antwerpen dossiers besproken op de LAC. Dit is 1,08% op het aantal aangesloten huishoudelijke afnemers op het elektriciteitsnet. Voor Vlaanderen zijn de cijfers respectievelijk dossiers wat overeenkomt met 1,00%. De cijfers leren ons ook dat ondanks het groeiend aantal dossiers op de LAC s in de provincie Antwerpen het aantal huishoudelijke afnemers dat in de loop van de laatste 3 jaar werd afgesloten (exclusief afsluitingen ingevolge verhuis) na advies van de LAC daalt. Dit in tegenstelling tot het groeiend aantal afsluitingen zonder advies van de LAC. Bij deze laatste groep gaat het over situaties van onveiligheid, leegstand, fraude en geen wanbetalers. Ook op Vlaams niveau tekent dezelfde tendens zich af. Toch scoort de provincie Antwerpen beter dan Vlaanderen. In 2012 werden dossiers in Vlaanderen naar de LAC doorgestuurd en behandeld. Heel wat dossiers worden immers opgelost nog voor de datum van de LAC-zitting en moeste dus niet meer besproken worden. Met betrekking tot de vraag tot afsluiting beslist de LAC in 40% negatief advies tot afsluiting, 57 % voorwaardelijk advies wat gewoonlijk een beslissing tot afsluiting betekent maar met voorwaarden zodat de klant zich nog kan regulariseren en zo een afsluiting kan vermijden. In 3% van de gevallen besliste de LAC in het nadeel van de klant en mocht de netbeheer dus afsluiten. Concreet gaat het over 981 afsluitingen van op dat moment nog bewoonde toegangspunten!!! Dit cijfer beschouwen we als de belangrijkste op te volgen indicator van energiearmoede. In 2011 werden in Vlaanderen 1169 gezinnen afgesloten, in 2010 ging het over 1857 gezinnen en in 2009 over 923 gezinnen. Toch is het te voorbarig om hieruit te besluiten dat er een trendbreuk zou zijn in de gegevens van energiearmoede. Immers gezinnen met een naakte budgetmeter die geen geld hebben om hun kaart op te laden en dus geen elektriciteit kunnen verbruiken, zitten niet in deze cijfers. Zij zijn niet fysisch afgesloten van het net maar hebben bijvoorbeeld geen warm water. Zij moeten het stellen met 10 ampère. Op 10 ampère kan je een boiler op elektriciteit niet laten werken. Ook de elektrische verwarming werkt niet op 10 ampère. In de provincie Antwerpen werden in 2012 door het LAC dossier behandeld. In 2011, 2010 waren dit respectievelijk en dossiers. 294 gezinnen werden in 2012 effectief afgesloten. In 2011 en 2010 waren dit respectievelijk 241 en 384 gezinnen. Als we het relatief aantal afsluitingen na LAC-advies per provincie bekijken, ligt Oost Vlaanderen het hoogst. Antwerpen volgt met 0,04% wat overeenkomt met het globaal gemiddelde voor Vlaanderen. Voor het relatief aantal afsluitingen zonder advies van de LAC bedraagt het globaal gemiddelde 0,26%. Vooral de provincie Limburg scoort hier zeer slecht (0,53%). In 2012 organiseerden de LAC s in Vlaanderen 1774 zittingen en behandelden ze of gemiddeld 15 dossiers per zitting (14 in 2011, 13 in 2010). Het aantal zittingen en behandelde dossiers hangt sterk af van de gemeente en de grootte van de gemeente. Als we de vergelijking maken tussen een grote stad, een kleine stad en een plattelandsgemeente geeft dit volgend beeld: Antwerpen: dossiers behandeld in 93 vergaderingen (dus ongeveer 2 per week of gemiddeld 42 dossiers per zitting Lier: 149 dossiers behandeld in 10 vergaderingen (dus ongeveer 1 zitting per maand) of gemiddeld 15 dossiers per zitting Cijfers m.b.t. energiearmoede in Vlaanderen en provincie Antwerpen 4 10

43 Herenthout: 26 dossiers behandeld in 5 vergaderingen (dus ongeveer 1 zitting om de 2 maanden) of gemiddeld 5 dossiers per zitting Tabel 3: Aantal LAC s en aantal dossiers per provincie voor elektriciteitsdossiers Bron: VREG jaarrapport 2013 Totaal A pen Limburg O-Vl W-VL VL-BR Aantal LAC s Aantal LAC-dossiers Gemiddeld aantal behandelde dossiers/zitting 15,19 15,87 14,62 16,58 14,46 13,25 Tenslotte nog wat toelichting bij het aantal afgesloten huishoudelijke afnemers op 1 december van de laatste 3 jaar. De grote stijging in 2012 is te verklaren door een verschil in rapportering: tot voor 2012 werden de afsluitingen omwille van leegstand niet mee genomen in de rapportering. Sinds het energiebesluit van 2012 is deze rapportage wel voorzien. 2. GEGEVENS UIT HET JAARRAPPORT 2013 VAN DE VREG M.B.T. AARDGAS 2.1. OPZEGGINGEN CONTRACTEN Volgens de leveranciers kregen in 2012 kregen maar liefst gezinnen een brief dat hun leveringscontract aardgas werd opgezegd. Ook hier ging het voornamelijk over situaties ten gevolge van wanbetalingen. Maar ook hier werden een groot aantal opzeggingen terug geannuleerd. Uiteindelijk werden er gezinnen effectief gedropt! Tabel 4: Evolutie opzegging contracten aardgas Bron: VREG jaarrapport Aantal dropberichten Aantal annuleringen Effectieve drops De cijfers die door de netbeheerders ter beschikking gesteld werden, liggen hoger. In 2012 werden contracten van huishoudelijke afnemers door hun leverancier opgezegd. De leverancier stuurde met andere woorden een dropbericht voor deze gezinnen naar de netbeheerder. Dit is 3,41% van het totaal aantal huishoudelijke afnemers. In 2011 werden er huishoudelijke afnemers opgezegd door hun leverancier wat overeenkwam met 3,3% van het totaal aantal huishoudelijke afnemers in Dit is ten opzichte van 2011 een stijging van maar liefst 5,6%. In 2010 bedroeg dit cijfer of 2,9% van het totaal aantal huishoudelijke afnemers. Dit zijn de Cijfers m.b.t. energiearmoede in Vlaanderen en provincie Antwerpen 5 10

44 zogenaamde dropaanzeggingen. Hiervan werd een groot deel nadien opnieuw geannuleerd omdat ze dan toch hun factuur (gedeeltelijk) betaalden. Toch werden er gezinnen effectief gedropt. Slechts een kleine minderheid van (12% van de definitief gedropte klanten) sloot nog voor het einde van de opzegtermijn een nieuw leveringscontract af en kwam dus niet terecht bij de netbeheerder. De overige gezinnen werden automatisch klant bij de netbeheerder AFBETALINGSPLANNEN afnemers (3,45%) werden op 31/12/2013 door de netbeheerder beleverd nadat hun contract werd omgezegd om reden van wanbetaling: 47% (27 232) via een budgetmeter, de rest via een gewone aardgasmeter wat betekent dat ze nog geen schulden bij de netbeheerder hadden opgebouwd of dat de plaatsing van de aardgasbudgetmeter nog niet gebeurd was afnemers maakten ook bij de netbeheerder schulden of kwamen hun afbetalingsplan niet na en kregen in 2012 minstens één ingebrekestelling in de bus. Er werden afbetalingsplannen opgestart met een gemiddeld betalingsbedrag van 56,21 euro per maand. De gemiddelde uitstaande schuld op het moment dat het afbetalingsplan werd afgesloten, bedroeg 910 euro en ligt daarmee 223 euro hoger dan voor elektriciteit. Aan een aflossingsritme van 56,1 euro per maand komt dit eer op ongeveer 16 maanden of één jaar en vier maanden!!! Met andere woorden een gezin dat voor zowel elektriciteit als voor aardgas een betaalplan heeft lopen bij de netbeheerder, heeft dus gemiddeld ongeveer 1600 euro schuld en moet 112,72 euro aflossen wat neerkomt op 14 maanden. Dit is voor vele gezinnen niet haalbaar. Globaal hadden gezinnen (1,66%) in 2012 een betalingsplan lopen waarvoor in hetzelfde jaar minstens één afbetaling moest gebeuren ongeacht wanneer ze werden opgestart. Minstens van de klassieke afbetalingsplannen werden niet correct nageleefd. Het cijfer heeft enkel betrekking op de klassieke afbetalingsplannen en niet op de schuldafbouw in de budgetmeter. De netbeheerder kan niet controleren of het afbetalingsplan in de budgetmeter correct wordt nageleefd MINIMUMLEVERING AARDGAS IN DE WINTER DOOR OCMW S Voor de winter rapporteerden de netbeheerders gezinnen waarvoor het OCMW een aanvraag tot recuperatie in het kader van de minimumlevering aardgas heeft ingediend. Als we dit cijfer relateren tot het aantal actieve budgetmeters op 1/1/2012 (24 220), dan heeft slechts 11% van de gezinnen met een aardgasbudgetmeter een aanvraag ingediend! In slechts 189 gemeenten van de 308 Vlaamse gemeenten werden effectief tussenkomsten toegekend. Gemiddeld kregen deze gezinnen 199,71 euro. Dit is goed voor amper 13% van de jaarfactuur. Voor de winter waren dit gezinnen op een totaal van of 7,6%. In de winter was de maatregel zeker beter bekend en werd er door verschillende OCMW s proactiever rond gewerkt VERGELIJKENDE GEGEVENS VLAANDEREN EN PROVINCIE ANTWERPEN: AANTAL ACTIEVE BUDGETMETERS EN GEGEVENS OVER DE LAC De VREG noteert pas vanaf 2010 op provinciaal niveau. Cijfers op provinciaal niveau van vóór 2010 zijn dan ook niet beschikbaar. Cijfers m.b.t. energiearmoede in Vlaanderen en provincie Antwerpen 6 10

45 Tabel 5: Evolutie van gegevens m.b.t. energiearmoede aardgas in Vlaanderen en provincie Antwerpen Provincie Antwerpen Vlaanderen Provincie Antwerpen Vlaanderen Provincie Antwerpen Vlaanderen Totaal aantal gasafnemers aangesloten op het distributienet op 31/12/ Totaal aantal geplaatste ingeschakelde (actieve) budgetmeters op 1/ (0,32%) (1,03%) (1,12%) (1,11%) (1,48%) (1,44%) (momentopname) Totaal aantal behandelde dossier bij de LAC (n.v.t.) (n.v.t.) (1,31%) (1,23%) (1,21%) (1,15%) Totaal aantal zittingen van de LAC Aantal huishoudelijke afnemers dat in de loop van het jaar werd afgesloten(exclusief afsluitingen ingevolge verhuis na advies van LAC 935 (0,21%) (0,18%) 724 (0,13%) (0,11%) 795 (0,14%) (0,11%) Aantal huishoudelijke afnemers dat in de loop van het jaar werd afgesloten(exclusief afsluitingen ingevolge verhuis zonder advies van LAC (0,25%) (0,17%) (0,3%) (0,27%) (0,52%) (0,45%) Aantal afgesloten huishoudelijke afnemers op 1/ (0,4%) (0,37%) (0,3%) (0,33%) (1,06%) (0,93%) Aantal afgesloten huishoudelijke afnemers op 31/ (0,4%) (0,35%) (0,41%) (0,42%) (1,88%) (1,05%) Op 1/1/2012 waren er geplaatste (actieve) aardgasbudgetmeters in Vlaanderen. Dat is 1,44% van het totaal aantal huishoudelijke gasafnemers op 31/12/ In 2011 en 2010 was dit respectievelijk (1,11%) en (1,03%). M.a.w. de groep gezinnen die een actieve aardgasbudgetmeter heeft, groeit nog steeds aan. In de provincie Antwerpen waren er op 1/1/ aardgasbudgetmeters actief. Dit is 1,48% van het totaal aantal huishoudelijke gasafnemers op 31/12/12. Provincie Antwerpen zit hiermee ongeveer op het Vlaamse gemiddelde (1,44%). In 2011 en 2010 waren er respectievelijk (1,03) Cijfers m.b.t. energiearmoede in Vlaanderen en provincie Antwerpen 7 10

46 en (0,32%) aardgasbudgetmeters actief. Ook hier zien we nog steeds een toename van het aantal actieve aardgasbudgetmeters. In 2012 werden er dossiers naar de LAC gestuurde en behandeld. De voornaamste reden voor de agendering van deze dossiers was de weigering van toegang om de budgetmeter te plaatsen. In 2012 organiseerden de LAC s zittingen wat betekent dat gemiddeld 11 dossiers per zitting in grote steden worden behandel. Het aantal behandelde dossiers op de LAC daalde in vergelijking met 2011 (20 302) en 2010 (24 917). Ook in de provincie Antwerpen zien we een gelijkaardige tendens met behandelde dossiers op de LAC (1,21%) in In 2011 en 2010 was dit respectievelijk dossiers (1,31%) en 8508 dossiers. Als we inzoomen op het aantal afsluitingen na advies van de LAC, zien we dat er in de loop van 2012 nog steeds gezinnen afgesloten van aardgas. Dit zijn de afsluitingen die gerelateerd zijn aan energiearmoede. Daarnaast waren er afsluitingen zonder advies LAC omwille van onveiligheid, fraude, leegstand en en-of-contract. Het aantal afgesloten toegangspunten na advies van de LAC voor aardgas ligt veel hoger dan voor elektriciteit (981). De schulden bij aardgasafnemers lopen vaak sneller op omdat het aandeel van de aardgaskost in het gezinsbudget meestal hoger is dan de elektriciteitskost. De netbeheerders hebben de indruk dat afnemers ook eerder hun elektriciteitsrekening betalen omdat voor verwarming op aardgas alternatieven mogelijk zijn, wat voor elektriciteit niet het geval is. Ook het project Energie en Armoede beaamt dit: Steeds meer gezinnen zoeken hun toevlucht in andere verwarmingsbronnen, zoals butaan, kolen en hout aldus Mieke Clymans. Laten we even het aantal afsluitingen van aardgas na advies van de LAC bekijken sinds 2009: Tabel 6: aantal afsluitingen van aardgas na advies van de LAC Bron: VREG jaarrapport Aantal afsluitingen na LAC Gelijkaardige gegevens voor de provincie Antwerpen leren ons dat in 2012 maar liefst 795 huishoudens (0,14%) afgesloten waren van aardgas. In 2011 en 2010 waren dit respectievelijk 724 (0,13%) en 935 (0,21%). Provincie Antwerpen kende in 2012 opnieuw zowel het hoogst aantal zittingen van de LAC (513), als het hoogste aantal behandelde dossiers ( 6 671). Gemiddeld werden in 2012 per LAC-zitting 11 dossiers aardgas behandeld. In de provincie Antwerpen zijn dat 13 dossiers Tabel 7: aantal LAC s en aantal dossiers per provincie voor aardgas Bron: VREG jaarrapport 2013 Totaal A pen Limburg O-Vl W-VL VL-BR Aantal LAC s Aantal LAC-dossiers Gemiddeld aantal behandelde dossiers/zitting Cijfers m.b.t. energiearmoede in Vlaanderen en provincie Antwerpen 8 10

47 Ook wat het relatief aantal afsluitingen per provincie betreft scoort de provincie Antwerpen hoger dan het Vlaamse gemiddelde; En dit zowel voor het aantal afsluitingen na het advies van de LAC als het aantal afsluitingen zonder advies van de LAC. Tabel 8: Aardgas: Relatief aantal afsluitingen per provincie Bron: VREG jaarrapport 2013 Totaal A pen Limburg O-Vl W-VL VL-BR Aantal afsluitingen na LAC 0,11% 0,14% 0,05% 0,12% 0,08% 0,08% Aantal afsluitingen zonder LAC 0,45% 0,52% 0,53% 0,37% 0,43% 0,43% Tabel 5 geeft eveneens een momentopname van het aantal afgesloten huishoudens bij het begin en op het einde van het jaar. Als we even deze cijfers vergelijken dan bemerken we dat globaal gezien het aantal afgesloten huishoudens tussen 1/1 en 31/12 stijgt. In 2010 is dit zowel op het niveau van Vlaanderen (5 848 huishoudelijke afnemers op 1/1 vs huishoudelijke afnemers op 31/12) als op het niveau van de provincie Antwerpen (1 774 huishoudelijke afnmers op 1/1 vs op 31/12) niet het geval. Dit is toe te schrijven aan de grote uitrol van aardgasbudgetmeters in Bemerk dat eind 2012 in Vlaanderen huishoudelijke afnemers afgesloten waren. In de provincie Antwerpen waren er dat eind Het betrof respectievelijk 1,05% en 1,88% van het aantal huishoudelijke afnemers. De provincie Antwerpen scoort r m.a.w. veel hoger dan het Vlaamse gemiddelde. Tenslotte is tabel 9 interessant. Deze tabel geeft de evolutie van het aantal afsluitingen na LACadvies sinds 2006 voor zowel elektriciteit als gas. Dit cijfer beschouwen we als de belangrijkste op te volgen indicator van energiearmoede. In 2011 werden in Vlaanderen 1169 gezinnen afgesloten, in en in Toch is het te voorbarig om hieruit te besluiten dat het beter gaat met de energiearmoede in Vlaanderen 2. Immers gezinnen met een naakte budgetmeter die geen geld hebben om hun kaart op te laden en dus geen elektriciteit kunnen verbruiken, zitten niet in deze cijfers. Zij zijn niet fysisch afgesloten van het net maar zitten letterlijk in de koude!!! 2 Nieuwsflash Energie en Armoede en Energie en Woonkwaliteit Sociale statistieken 2013 onderschatte de energiearmoede, Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie, 18/06/2013 Cijfers m.b.t. energiearmoede in Vlaanderen en provincie Antwerpen 9 10

48 Tabel 9: Evolutie aantal afsluitingen na LAC-advies Bron: VREG jaarrapport 2013 Cijfers m.b.t. energiearmoede in Vlaanderen en provincie Antwerpen 10 10

49 Bijlage 3 GEGEVENS DRINKWATER IN VLAANDEREN

50

51 Gegevens drinkwater in Vlaanderen In Vlaanderen waren er op 31 december 2012 in totaal huishoudelijke klanten verdeeld over 11 exploitanten of leveranciers keer werd in 2012 een uitstel van betaling aangevraagd. Het overgrote deel 98% van de aanvragen tot uitstel van betaling werd toegestaan door de exploitant huishoudelijke klanten (8% van het totaal aantal huishoudelijke klanten) in Vlaanderen ontving minstens één ingebrekestelling afbetalingsplannen werden aangevraagd. Hiervan werden er toegestaan. Dit is 98,2%. 41% van de afbetalingsplannen wordt niet nageleefd. Gemiddeld bedraagt de uitstaande schuld bij de exploitant 570 euro. Tussen de exploitanten is er een groot onderscheid. De gemiddelde uitstaande schuld varieert tussen 355 euro en 925 euro. Het gemiddeld afbetalingsbedrag in Vlaanderen bedraagt 119 euro en de gemiddelde afbetaaltermijn 7 maanden. Ook hier is er een groot onderscheid tussen de verschillende exploitanten. Het kleinste gemiddelde afbetalingsbedrag bij exploitant X bedraagt 61 euro verspreid over 14,7 maanden, het grootste afbetalingsbedrag bij exploitant Y bedraagt 287 euro verspreid over 2,4 maanden. Het aantal dossiers die op vraag van de kant werden doorgestuurd naar en erkend instelling voor schuldbemiddeling (CAW of OCMW) is zeer laag: 28 dossiers bij CAW en 142 dossiers bij OCMW huishoudelijke klanten werden doorgestuurd naar en gedagvaard door de rechtbank om de uitstaande schuld te innen. Dit is 4,8% van de ingebrekestellingen. In totaal werden dossiers naar de gemeentelijke Lokale AdviesCommisie (LAC) doorgestuurd. Gerelateerd aan het huishoudelijke klanten komt dit voor Vlaanderen neer op ongeveer 1%. In een aanzienlijk deel van de gemeenten ( &) is er geen LAC-water actief. Er zijn wel ingebrekestellingen. Het is onduidelijk waarom de LAC-water niet wordt geactiveerd: exploitant stuurt niets door of gemeente wil geen afsluitingen. Er zijn grote verschillen in de LAC-werking zowel op valk van aantal vergaderingen, aantal dossiers per vergadering e het soort beslissingen (positief-voorwaardelijk-negatief). De LAC geeft in 70% van de dossiers een voorwaardelijk advies, in 6% van de dossiers geeft de LAC een advies tot afsluiting. Concreet werden huishoudelijke klanten werden afgesloten van het openbaar waterdistributienetwerk huishoudelijke klanten werden niet heraangesloten op hetzelfde adres. Het gerapporteerde aantal van aangevraagde minnelijke schikkingen bedraag In totaal werden 882 aangevraagde minnelijke schikkingen voor abnormaal hoog verbruik toegestaan. Bron: Vlaamse milieumaatschappij Sociale statistiek drinkwater: de eerste cijfers, Vael Barbara, november 2013 Gegevens drinkwater in Vlaanderen 1 1

52

53 SAMENVATTING

54

55 Naar een (inter)gemeentelijk aanspreekpunt wonen, water en energie op maat van kwetsbare groepen én op maat van uw gemeente Samenvatting 1. DOELSTELLING In één gemeente van de provincie Antwerpen werkt Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie samen met één gemeentebestuur of samenwerkingsverband van gemeentes om één laagdrempelig aanspreekpunt wonen, water en energie te realiseren waar alle burgers een antwoord op maat krijgen op hun vragen rond deze thema s. Specifieke aandacht wordt besteed aan het bereiken van kansengroepen. De opzet start vanuit de bestaande dienstverlening met de bedoeling enerzijds de efficiëntie van de dienstverlening te verhogen, anderzijds op een proactieve manier de burgers tegemoet te komen. Dit hoeft voor de gemeente niet altijd een meerkost met zich mee te brengen. 2. PROBLEEM De burger weet niet waar hij terecht kan met vragen over wonen, water en energie De burger maakt geen onderscheid in thema s Dienstverlening zit vaak versnipperd over verschillende diensten: verwarrend voor de burger Er zitten leemtes in de bestaande dienstverlening en/of sommige diensten zijn met hetzelfde bezig Voor kansengroepen is het probleem nog groter: omwille van informatieve, administratieve, financiële, technische, praktische en sociale drempels krijgen kansarme groepen in de samenleving geen toegang krijgen tot goedbedoelde reglementeringen en voordelen (matteüseffect ) 3. OPLOSSING Eén aanspeekpunt voor vragen rond wonen, water, energie voor alle burgers Uitbouw op maat van de gemeente: start vanuit de bestaande toestand en dienstverlening Gemeente of (inter)gemeentelijk samenwerkingsverband neemt regierol op zich Taakuitklaring van bestaande dienst- en hulpverlening komt efficiëntie van dienstverlening ten goede Organisatiemodel: frontoffice a met basisdienstverlening b naar burger en samenwerking met relevante diensten (backoffice c ) Verregaande en complementaire samenwerking van diensten is cruciaal Naar een (inter)gemeentelijk aanspreekpunt wonen, water en energie op maat van kwetsbare groepen én op maat van uw gemeente 1 4

56 Een digitaal dossier waarin de diensten kunnen noteren welke oplossende stappen zij ondernomen hebben werkt tijdbesparend Laagdrempeligheid Een dienstverlening op maat van maatschappelijk kwetsbare groepen is ook toegankelijk voor kansrijkere groepen in de samenleving Specifieke aandacht voor kansengroepen zit in organisatie en manier van werken Basisdienstverlening speelt kort op de bal en vermijdt dat vragen complexe dossiers worden; hierdoor komt op termijn bij andere diensten ruimte vrij Medewerker van aanspreekpunt werkt proactief d en heeft oog voor de totale situatie van zijn cliënten; werkt ook preventief Medewerker van aanspreekpunt is dossieropvolger: hij behartigt en bewaakt de opvolging van het dossier; dossiers die hij niet zelf kan oplossen worden in samenspraak met de backoffice diensten opgelost Medewerker van aanspreekpunt is gedurende het ganse dienstverleningstraject het aanspreekpunt voor de burger. A tot z trajectbegeleiding e voor kansarme groepen: de cliënt wordt ondersteund in iedere fase vanaf de probleemformulering tot en met de oplossing Medewerker van aanspreekpunt zet de hulpvrager aan tot het nemen van eigen verantwoordelijkheden Medewerker van aanspreekpunt heeft kennis en voeling met de leefwereld van maatschappelijk kwetsbare groepen bij opstart betrekt men verenigingen die werken met maatschappelijke groepen en/of ervaringsdeskundigen 4. MEERWAARDE VOOR DE BURGER Burger weet waar hij terecht kan met vragen rond wonen, energie en water en krijgt een antwoord op zijn concrete vraag Medewerker van het aanspreekpunt blijft gedurende het hele oplossingstraject aanspreekpunt Medewerker van het aanspreekpunt handelt vanuit de totale situatie van de cliënt waardoor ook preventief kan worden gewerkt Er wordt laagdrempelig gewerkt De burger krijgt een antwoord op maat 5. MEERWAARDE VOOR DE GEMEENTE Stroomlijning van de bestaande dienstverlening rond water, wonen en energie Opvulling van leemtes in de hulpverlening Uitklaring en complementariteit van takenpakketten komt efficiëntie ten goede Kostenbesparend : vragen worden opgelost vooraleer ze uitgroeien tot complexe dossiers Efficiënte, transparante en kwalitatieve dienstverlening naar de burger Naar een (inter)gemeentelijk aanspreekpunt wonen, water en energie op maat van kwetsbare groepen én op maat van uw gemeente 2 4

57 6. BEMERKINGEN Nota is inspiratiebundel Opzet start vanuit de bestaande dienstverlening en houdt groeimodel in Minimale samenwerking tussen OCMW en huisvestings-, milieu- of duurzaamheidsambtenaar van de gemeente In gemeenten/steden waar een woonwinkel bestaat: inbedding organisatiemodel in bestaande woonwinkel en uitbreiding naar thema s energie en water In gemeenten waar geen woonwinkel bestaat of waar de schaal te klein is om deze dienst uit te bouwen: intergemeentelijk samenwerkingsverband waarvan de leden ook samen de middelen bijeenbrengen (klaverbladfinanciering) en waar het aanspreekpunt in de verschillende gemeentes antennepunten met permanenties hebben Model moet zowel op het terrein als op bestuurlijk niveau gedragen zijn Laagdrempelige dienstverlening vraagt in vele gevallen een cultuurwijziging van het personeel Model vraagt inzet van middelen en personeel: hetzij door heroriëntering van middelen en personeel en idealiter door aanwerving van nieuwe medewerker 7. INZET VAN SAMENLEVINGSOPBOUW ANTWERPEN PROVINCIE Expertise: kennis van doelgroep en kennis van thema energie Hangt af of we extra middelen vinden op proefproject op te zetten Situatie 1: Samenlevingsopbouw heeft extra middelen: inzet gedurende 18 maanden van halftijdse medewerker om gemeente te ondersteunen bij 1. Voorbereidingsfase f van 9 tot 12 maanden Gemeente/intercommunale of intergemeentelijk samenwerkingsverband neemt de regierol op Traject mee ondersteunen om gedragenheid bij relevante partners te creëren: netwerk van partners Uitklaring werking frontoffice/backoffice: basisdienstverlening en inhoudelijk takenpakket tussen partners Laagdrempeligheid en a tot z traject bij doelgroep bewaken 2. Implementatiefase van 6 tot maximaal 9 maanden Samenwerking met medewerker aanspreekpunt en knowhow overdragen in dagdagelijkse praktijk Situatie 2: Samenlevingsopbouw heeft geen extra middelen gevonden Knowhow inbrengen door deelname aan stuurgroep van het project Naar een (inter)gemeentelijk aanspreekpunt wonen, water en energie op maat van kwetsbare groepen én op maat van uw gemeente 3 4

58 a De frontoffice is de medewerker van het aanspreekpunt: hij is het eerste contact met de burger b Een lijst van taken die tot deze basisdienstverlening kunnen behoren is bij wijze van voorbeeld opgenomen in de nota Naar een (inter)gemeentelijk aanspreekpunt wonen, water en energie op maat van kwetsbare groepen én op maat van uw gemeente c Backoffice is de verzamelnaam van alle relevante diensten waarop de medewerker van het steunpunt een beroep kan doen om voor de desbetreffende vraag een oplossing te zoeken. d Proactief handelen is één van de mogelijke manieren waarop aan dienstverlening kan worden gedaan. Het is de dienstverlener die stappen zet om ervoor te zorgen dat de cliënt zijn rechten optimaal kan realiseren. Naast de specifieke vraag waarmee de burger naar het aanspreekpunt is gekomen, bekijkt de dienstverlener welke rechten rond energie, wonen en water eveneens kunnen gerealiseerd worden. Bv. Voor iemand die met een hoge energiefactuur komt, wordt een energiescan aangevraagd, wordt de V-test gedaan en worden tips voor energiebesparing overlopen. Er kan in geval van schulden een afbetalingsplan opgesteld worden en budgetbegeleiding opgestart worden om bijkomende schulden en eventuele afsluitingen of uithuizingen te voorkomen. e A tot z-begeleiding: de cliënt wordt ondersteund in iedere fase vanaf de probleemformulering tot en met de oplossing Bv. cliënt is afgesloten van gas omwille van schulden. De medewerker van het aanspreekpunt neemt contact op met het OCMW. De OCMW-medewerker bekijkt met cliënt welke stappen er ondernomen (kunnen) worden en koppelt terug aan de medewerker van aanspreekpunt. Ideaal zou zijn dat er op dat moment een digitaal dossier is waar de verschillende backoffice diensten hun stappen kunnen vermelden. De medewerker van het aanspreekpunt is op ieder moment op de hoogte van de laatste stand van zaken en kan dit terugkoppelen naar de cliënt f Binnen deze opstarttermijn moeten volgende zaken uitgeklaard worden: 1. Hoe is de bestaande situatie? Welk aanbod bestaat er? Waar kan de burger terecht met woon-, water- en energievragen? Welke vragen komen bij wie terecht? Hebben welbepaalde doelgroepen specifieke vragen? Welke? Over welke vragen is er onduidelijkheid over wie deze opneemt? Zijn er hiaten in de dienstverlening? Zijn er bovenlokale dienstverleners betrokken partij? Hoe verloopt de huidige samenwerking? Is hierover duidelijkheid? Bereiken de bestaande dienst- en hulpverlening ook kansengroepen? Succesfactoren? Welke extra inspanningen worden geleverd om kansengroepen (mensen in armoede, senioren, anderstaligen ) te bereiken? 2. Wat wil men? Het is belangrijk dat relevante actoren mee betrokken worden in dit proces. Opstarten van overleg tussen relevante actoren Welke vragen neemt het aanspreekpunt, de frontoffice op? Welke basisdienstverlening wil men aanbieden? Welke vragen worden door de backoffice behandeld? Dekt het aanbod de noden? Welke nieuwe vragen worden aan wie toegewezen? Hoe verhoudt de basisdienstverlening zich tot het aanbod van de andere diensten? Worden er doelgroepen niet bereikt? Hoe kunnen we die doelgroepen bereiken? Specifieke acties? Het is belangrijk dat de verschillende actoren de gemaakte afspraken onderschrijven en dat de samenwerking op regelmatige tijdstippen geëvalueerd en bijgestuurd wordt. 3. Hoe gaat men het aanspreekpunt organiseren? Waar kan het aanspreekpunt best ondergebracht worden? Is de plaats naast gemakkelijk fysiek bereikbaar ook toegankelijk voor maatschappelijke groepen? Op welke manier garandeert de organisatie een brede toegankelijkheid voor kansengroepen? Betreft het een lokale werking dan wel een regionale werking met antennepunten in de verschillende gemeenten? Hoe gaat men dit organiseren? Door wie worden de kosten gedragen? Aanwerving van de medewerker? Bekendmakingscampagne naar de burgers met specifieke aandacht voor de verschillende doelgroepen via de kanalen eigen aan de doelgroepen en op plaatsen waar deze mensen komen. Naar een (inter)gemeentelijk aanspreekpunt wonen, water en energie op maat van kwetsbare groepen én op maat van uw gemeente 4 4

59

60

Naar een (inter)gemeentelijk Woon-, Water- en Energieloket op maat van kwetsbare groepen én op maat van uw gemeente.

Naar een (inter)gemeentelijk Woon-, Water- en Energieloket op maat van kwetsbare groepen én op maat van uw gemeente. Naar een (inter)gemeentelijk Woon-, Water- en Energieloket op maat van kwetsbare groepen én op maat van uw gemeente. Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie vzw Steunpunt Turnhout Otterstraat 116, 2300

Nadere informatie

Naar een (inter)gemeentelijk aanspreekpunt wonen, water en energie op maat van kwetsbare groepen én op maat van uw gemeente.

Naar een (inter)gemeentelijk aanspreekpunt wonen, water en energie op maat van kwetsbare groepen én op maat van uw gemeente. Naar een (inter)gemeentelijk aanspreekpunt wonen, water en energie op maat van kwetsbare groepen én op maat van uw gemeente. 1. Inleiding Het denken over lokale aanspreekpunten wonen, water en energie

Nadere informatie

Met volle teugen de Westhoek in: De winst van goed wonen. Sessie 6: Samenwerken tegen energiearmoede

Met volle teugen de Westhoek in: De winst van goed wonen. Sessie 6: Samenwerken tegen energiearmoede Met volle teugen de Westhoek in: De winst van goed wonen Sessie 6: Samenwerken tegen energiearmoede 1. Wie zijn we? Sofie Hiele Maatschappelijk werker op de Sociale Dienst OCMW Poperinge Onder andere ook

Nadere informatie

LOKALE WOON-, WATER- EN ENERGIEWINKELS 1 OP

LOKALE WOON-, WATER- EN ENERGIEWINKELS 1 OP Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie LOKALE WOON-, WATER- EN ENERGIEWINKELS 1 OP MAAT VAN MAATSCHAPPELIJK KWETSBARE GROEPEN 1 Een inhoudelijk beargumenteerde werkbenaming waarvoor een meer sprekende

Nadere informatie

Een lagere energiefactuur? Wij helpen u!

Een lagere energiefactuur? Wij helpen u! Een lagere energiefactuur? Wij helpen u! Stap 1 : Vraag snel een gratis energiescan aan. Stap 2 : Isoleer het dak van een private huurwoning en geniet van een extra hoge premie van 23 euro per m 2. Bekijk

Nadere informatie

Bijlage 1: Lokale Woon-, Water- en Energiewinkels 1 op maat van maatschappelijk kwetsbare groepen

Bijlage 1: Lokale Woon-, Water- en Energiewinkels 1 op maat van maatschappelijk kwetsbare groepen Bijlage 1: Lokale Woon-, Water- en Energiewinkels 1 op maat van maatschappelijk kwetsbare groepen APRIL 2011 1 Inleiding Het denken over lokale energiewinkels in de ministeriële beleidsbrieven lokale energieloketten

Nadere informatie

Naar meer dakisolatie voor sociale huurwoningen

Naar meer dakisolatie voor sociale huurwoningen Naar meer dakisolatie voor sociale huurwoningen Energie voor iedereen! met steun van de Koning Boudewijnstichting Inhoud Samenwerkingsverband Dakisolatie waarom? Probleemstelling Project Troeven, uitdagingen

Nadere informatie

Werken aan woonkwaliteit vanuit energieperspectief Studiedag Boeverbos Beter wonen voor iedereen Inge Vervaecke, Stafmedewerker Welzijnsconsortium vzw Zuid-West-Vlaanderen Valerie Vanhoutte, Energiesnoeiers

Nadere informatie

7. PREVENTIE VAN UITHUISZETTING

7. PREVENTIE VAN UITHUISZETTING 7. PREVENTIE VAN UITHUISZETTING 7.1 BEGELEIDING DOOR SOCIALE DIENST OCMW Afbakening van de doelgroep Huurders die uit huis dreigen gezet te worden Omschrijving van het aanbod Het OCMW wordt preventief

Nadere informatie

Projectvoorstel lokale aanpak energiearmoede i.k.v. opstart FRGE in de Westhoek

Projectvoorstel lokale aanpak energiearmoede i.k.v. opstart FRGE in de Westhoek Projectvoorstel lokale aanpak energiearmoede i.k.v. opstart FRGE in de Westhoek De Vlaamse regering wil meewerken aan de vermindering van de CO2 uitstoot door in te zetten op groene energie, door energie-investeringen

Nadere informatie

Studiedag energie. Energielening en sociale isolatie huurwoningen. 18 september 2017

Studiedag energie. Energielening en sociale isolatie huurwoningen. 18 september 2017 Studiedag energie Energielening en sociale isolatie huurwoningen 18 september 2017 REG-maatregelen: historiek Energierenovatieprogramma 2020: geen energieverslindende woningen in Vlaanderen in 2020 (dakisolatie,

Nadere informatie

LAC. Inspiratie LAC water. Voorkom waterarmoede. Maak afspraken met de watermaatschappijen. Organiseer je LAC-zitting

LAC. Inspiratie LAC water. Voorkom waterarmoede. Maak afspraken met de watermaatschappijen. Organiseer je LAC-zitting Maak afspraken met de watermaatschappijen Organiseer je LAC-zitting Ken de WATER-rechten en plichten van je klant Vermijd afsluitingen Maak een draaiboek voor je interne werking LAC Bied nazorg Betrek

Nadere informatie

Het sociaal energiebeleid in Vlaanderen doorgelicht. Loont de aanpak van de strijd tegen energiearmoede? Voorstelling aanpak evaluatie

Het sociaal energiebeleid in Vlaanderen doorgelicht. Loont de aanpak van de strijd tegen energiearmoede? Voorstelling aanpak evaluatie Het sociaal energiebeleid in Vlaanderen doorgelicht Loont de aanpak van de strijd tegen energiearmoede? Voorstelling aanpak evaluatie 26 november 2010 Vlaams Regeerakkoord 2009-2014 Voor een vernieuwende,

Nadere informatie

ZORGELOOS VERHUREN. Premies en steunmaatregelen voor verhuurders. Katja Calsyn projectcoördinator Beter Wonen aan de Gete

ZORGELOOS VERHUREN. Premies en steunmaatregelen voor verhuurders. Katja Calsyn projectcoördinator Beter Wonen aan de Gete ZORGELOOS VERHUREN Premies en steunmaatregelen voor verhuurders Katja Calsyn projectcoördinator 9 oktober 2014 CC De Kruisboog Sint-Jorisplein20, 3300 Tienen Premies en Steunmaatregelen Particulier verhuurder

Nadere informatie

Bij akkoord De consument in de vrijgemaakte elektriciteits- en gasmarkt.

Bij akkoord De consument in de vrijgemaakte elektriciteits- en gasmarkt. Bij akkoord De consument in de vrijgemaakte elektriciteits- en gasmarkt. Opmerkingen en voorstellen 22 november 2016 VOORAF 1. Energiearmoede Wij lezen het akkoord vanuit de realiteit van energiearmoede.

Nadere informatie

OCMW s en armoedebestrijding

OCMW s en armoedebestrijding OCMW s en armoedebestrijding Hoorzitting Commissie Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid, Vlaams Parlement, 1.2.2011 Piet Van Schuylenbergh, directeur OCMW s VVSG Nathalie Debast, stafmedewerker

Nadere informatie

Warmer wonen. Werkgroep premies. 20 juni 2013

Warmer wonen. Werkgroep premies. 20 juni 2013 Warmer wonen Werkgroep premies 20 juni 2013 Uitgenodigd Isabel Tremerie ; Ciska Vereecke; david debosschere; Daevy Debeuf ; Catherine.Christiaens; christof libbrecht; pieter Decruynaere; Fien Vandeghinste;

Nadere informatie

Welkom. Woon sociaal, bouw wijs! Isoleren loont! 9 september 2014 PATRICK STEURBAUT

Welkom. Woon sociaal, bouw wijs! Isoleren loont! 9 september 2014 PATRICK STEURBAUT Welkom Woon sociaal, bouw wijs! Isoleren loont! 9 september 2014 PATRICK STEURBAUT Agenda REG-premies focus op beschermde afnemers Huishoudelijke energiescans Nieuwe doelgroep Nieuwe inhoud Sociaal dakisolatieproject

Nadere informatie

WOON en ENERGIEWINKEL Stad Aalst dienst Woonbeleid

WOON en ENERGIEWINKEL Stad Aalst dienst Woonbeleid voorstelling WOON en ENERGIEWINKEL Stad Aalst dienst Woonbeleid Molenstraat 30 Wie zijn wij : Woonwinkel trefpunt Sociaal Verhuurkantoor Woningkwaliteit Inventarisatiecel vzw BEA (Beheer Energie Aalst)

Nadere informatie

de woonkantoren van de stad Antwerpen

de woonkantoren van de stad Antwerpen de woonkantoren van de stad Antwerpen Woonkantoor stad Antwerpen A. Wie zijn wij? B. Wie is onze klant? C. Wat doen wij? D. de Groene Lening E. verbouwingspremies voor eigenaar-bewoner F. verbouwingspremies

Nadere informatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie DEEL ARMOEDEBESTRIJDING Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie Actie 1 : Het OCMW zorgt er, zelfstandig of

Nadere informatie

standpunt noodhulp 18 augustus 2009

standpunt noodhulp 18 augustus 2009 Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen vzw Aromagebouw / Vooruitgangstraat 323 bus 6 (3 de verdieping) / 1030 Brussel / tel. 02-204 06 50 / fax : 02-204 06 59 info@vlaams-netwerk-armoede.be

Nadere informatie

Wettelijke basis voor het samenwerkingsverband GBO

Wettelijke basis voor het samenwerkingsverband GBO Wettelijke basis voor het samenwerkingsverband GBO De wettelijke basis voor het samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal wordt gelegd binnen het nieuwe decreet lokaal sociaal beleid. In uitvoering

Nadere informatie

Betaal minder voor uw elektriciteit en aardgas

Betaal minder voor uw elektriciteit en aardgas Betaal minder voor uw elektriciteit en aardgas Vergelijk de leveranciers van elektriciteit en aardgas en vind de beste leverancier. Veranderen van leverancier is gratis en niet moeilijk. 1 Betaal minder

Nadere informatie

Betaal minder voor uw elektriciteit en aardgas

Betaal minder voor uw elektriciteit en aardgas Betaal minder voor uw elektriciteit en aardgas Vergelijk de leveranciers van elektriciteit en aardgas en vind de beste leverancier. Veranderen van leverancier is gratis en niet moeilijk. 1 Betaal minder

Nadere informatie

COLLECTIEF RENOVEREN. K A M P C o n d e r s t e u n t l o k a l e o v e r h e d e n e n b u r g e r s

COLLECTIEF RENOVEREN. K A M P C o n d e r s t e u n t l o k a l e o v e r h e d e n e n b u r g e r s COLLECTIEF RENOVEREN K A M P C o n d e r s t e u n t l o k a l e o v e r h e d e n e n b u r g e r s 1-05/04/2017 COLLECTIEF RENOVEREN WAAROM? Waarom? Collectief renoveren? De rol van Kamp C? Duurzaambouwloket.be

Nadere informatie

PERSBERICHT. Annemie Turtelboom Vlaams Viceminister-president Annemie Turtelboom Vlaams minister van Financiën, Begroting en Energie

PERSBERICHT. Annemie Turtelboom Vlaams Viceminister-president Annemie Turtelboom Vlaams minister van Financiën, Begroting en Energie PERSBERICHT Annemie Turtelboom Vlaams Viceminister-president Annemie Turtelboom Vlaams minister van Financiën, Begroting en Energie Brussel, 11/2/2016 Energiebesparende renovatie in Vlaanderen zet door

Nadere informatie

Mia en Albert besparen dankzij de V-test. Ze hebben nu een lagere energiefactuur.

Mia en Albert besparen dankzij de V-test. Ze hebben nu een lagere energiefactuur. Mia en Albert besparen dankzij de V-test. Ze hebben nu een lagere energiefactuur. Veel mensen betalen nog altijd te veel voor elektriciteit en aardgas. Toch is overstappen naar een voordeliger contract

Nadere informatie

Mia en Albert besparen dankzij de V-test. Ze hebben nu een lagere energiefactuur.

Mia en Albert besparen dankzij de V-test. Ze hebben nu een lagere energiefactuur. Mia en Albert besparen dankzij de V-test. Ze hebben nu een lagere energiefactuur. Veel mensen betalen nog altijd te veel voor elektriciteit en aardgas. Toch is overstappen naar een voordeliger contract

Nadere informatie

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE Bij het openen van het rapport worden de meest recente gegevens uit de databank gehaald. Inleiding In dit document worden de kansarmoede-indicatoren weergegeven

Nadere informatie

Bouwmateriaal voor een ambitieus beleid inzake energie en woonkwaliteit in Vlaanderen

Bouwmateriaal voor een ambitieus beleid inzake energie en woonkwaliteit in Vlaanderen Bijlage Bouwmateriaal voor een ambitieus beleid inzake energie en woonkwaliteit in Vlaanderen De bouwkit die Samenlevingsopbouw, Bond Beter Leefmilieu en Vlaams Overleg Bewonersbelangen overhandigden aan

Nadere informatie

Persmoment 06/12/2017

Persmoment 06/12/2017 Persmoment 06/12/2017 Communicatiecampagne naar kwetsbare gezinnen VREG uw gids op de energiemarkt Agenda Voorstelling communicatiecampagne (VREG) Waarop letten als je wil veranderen van contract of leverancier

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 10 juli 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 10 juli 2018; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het lokaal sociaal beleid, vermeld in artikels 2, 9 tot en met 11, 17, 19 en 26 van het decreet van 9 februari 2018 betreffende het lokaal sociaal beleid DE

Nadere informatie

Besluit van de VR tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de Energiehuizen en de energieleningen. Op 8 juli 2016.

Besluit van de VR tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de Energiehuizen en de energieleningen. Op 8 juli 2016. Besluit van de VR tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de Energiehuizen en de energieleningen. Op 8 juli 2016. Advies Samenlevingsopbouw, Netwerk tegen armoede & Steunpunt

Nadere informatie

Hoorzitting Renovatiepact. Samenlevingsopbouw. Toelichting door Stefan Goemaere en Wannes Starckx

Hoorzitting Renovatiepact. Samenlevingsopbouw. Toelichting door Stefan Goemaere en Wannes Starckx Samenlevingsopbouw Toelichting door Stefan Goemaere en Wannes Starckx Renovatiepact kreeg en krijgt onze volle steun! Enkele cijfers Een stand van zaken Woonkwaliteit 350.000 woningen van structureel slechte

Nadere informatie

Omzendbrief betreffende het preventief sociaal energiebeleid in het kader van het Gas- en Elektriciteitsfonds.

Omzendbrief betreffende het preventief sociaal energiebeleid in het kader van het Gas- en Elektriciteitsfonds. Heeft u vragen? Nood aan bijkomende info? Mail naar onze frontdesk via vraag@mi-is.be Of bel naar 02 508 85 85 Aan de dames en heren Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn Datum:

Nadere informatie

Sociale maatregelen drinkwater 28 maart 2012

Sociale maatregelen drinkwater 28 maart 2012 i. inleiding Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen vzw Aromagebouw / Vooruitgangstraat 323 bus 6 (3 de verdieping) / 1030 Brussel / tel. 02-204 06 50 / fax : 02-204 06 59 info@vlaams-netwerk-armoede.be

Nadere informatie

Toegang tot energie in de huidige markt

Toegang tot energie in de huidige markt Toegang tot energie in de huidige markt Conferentie debat Naar gelijkaardige of naar verschillende markten in de drie Gewesten? 4 juni 2008 Henk Van Hootegem Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid

Nadere informatie

Workshop Sociaal Huis

Workshop Sociaal Huis Workshop Sociaal Huis 15 januari 2009 RWO Arrondissement Oudenaarde vzw Sint-Jozefsplein 2 9700 Oudenaarde www.rwo-oudenaarde.be Agenda 1. Stand van zaken lokale besturen 2. Wettelijk kader 2.1. Beleidsdocumenten

Nadere informatie

Hoe kunnen de Huizen van het Kind en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar versterken?

Hoe kunnen de Huizen van het Kind en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar versterken? Hoe kunnen de Huizen van het Kind en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar versterken? Dirk Van Noten en Inne Devos Departement Welzijn, Volksgezondheid en gezin Afdeling Welzijn en

Nadere informatie

Kwalitatief en duurzaam wonen voor iedereen

Kwalitatief en duurzaam wonen voor iedereen Kwalitatief en duurzaam wonen voor iedereen Inleiding 1/3 van de Oost-Vlaamse woningen voldoet niet aan de normen van de Vlaamse wooncode Het tempo waaraan momenteel in Oost- Vlaanderen gerenoveerd wordt

Nadere informatie

668-2. Brussel, 20 februari 2006. Mijnheer de minister-president,

668-2. Brussel, 20 februari 2006. Mijnheer de minister-president, 668-2 Brussel, 20 februari 2006 Mijnheer de minister-president, Wij hebben de eer U ten behoeve van de Vlaamse Regering ingesloten de motie van aanbeveling op de maatschappelijke beleidsnota Energiearmoede,

Nadere informatie

Zuid-West-Vlaanderen Energieneutraal in 2050. Naar een regionale energiestrategie

Zuid-West-Vlaanderen Energieneutraal in 2050. Naar een regionale energiestrategie Zuid-West-Vlaanderen Energieneutraal in 2050. Naar een regionale energiestrategie Welke vragen liggen aan de basis? Er beweegt nu zeer veel rond energie. Waar staan we nu en hoe gaat het verder evolueren?

Nadere informatie

Meer besparen op je energiefactuur betekent meer geld voor leuke dingen

Meer besparen op je energiefactuur betekent meer geld voor leuke dingen Meer besparen op je energiefactuur betekent meer geld voor leuke dingen Veel mensen betalen nog altijd te veel voor elektriciteit en aardgas. Toch is overstappen naar een voordeliger contract of veranderen

Nadere informatie

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers Van hoeveel mensen is de energie geheel of gedeeltelijk afgesloten? Aangezien de drie gewesten niet dezelfde

Nadere informatie

DIENSTWONEN. Infosessie voor intermediairen

DIENSTWONEN. Infosessie voor intermediairen DIENSTWONEN Infosessie voor intermediairen 1 OVERZICHTVOORSTELLING 1. algemeen organigram missie doelstellingen problematiek kernopdracht 2. werking Team Woonadvies en Team Woonondersteuning methodiek

Nadere informatie

SVK NOORDERKEMPEN VZW

SVK NOORDERKEMPEN VZW SVK NOORDERKEMPEN VZW Sociaal VerhuurKantoor, kortweg SVK, is net als vele andere SVK s in Vlaanderen opgericht vanuit de OCMW s en welzijnsactoren om een antwoord te bieden aan woonbehoeftigen die op

Nadere informatie

LAC. Inspiratie LAC water. Maak afspraken met de watermaatschappijen. Maak afspraken met de watermaatschappijen. Organiseer je LAC-zitting

LAC. Inspiratie LAC water. Maak afspraken met de watermaatschappijen. Maak afspraken met de watermaatschappijen. Organiseer je LAC-zitting Maak afspraken met de watermaatschappijen Organiseer je LAC-zitting Ken de WATER-rechten en plichten van je klant Vermijd afsluitingen Maak een draaiboek voor je interne werking LAC Bied nazorg Betrek

Nadere informatie

Budget 2015 OCMW BEVEREN

Budget 2015 OCMW BEVEREN Budget 2015 OCMW BEVEREN INHOUD BELEIDSNOTA... 4 I. Inleiding... 4 II. Missie, Visie en waarden... 5 1. Missie... 5 2. Visie... 5 3. Waarden... 6 III.Doelstellingennota... 7 IV. doelstellingenbudget (B1)...

Nadere informatie

Premies 2011. Vlaams Energieagentschap

Premies 2011. Vlaams Energieagentschap Premies 2011 Vlaams Energieagentschap Fiscale voordelen 2011 Sinds 2010: heel duidelijk onderscheid tussen bestaande woningen (al 5 jaar in gebruik bij de start van de werken) en nieuwbouw. Bij bestaande

Nadere informatie

Wat leren de sociale statistieken ons over energiearmoede?

Wat leren de sociale statistieken ons over energiearmoede? Wat leren de sociale statistieken ons over energiearmoede? 26 november 2010 Katrien Gielis Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Agenda Wettelijke basis voor indiening statistieken

Nadere informatie

Brus sel, 21 april 2008. Mijn heer de mi nis ter-pre si dent,

Brus sel, 21 april 2008. Mijn heer de mi nis ter-pre si dent, 1593 Brus sel, 21 april 2008 Mijn heer de mi nis ter-pre si dent, Wij heb ben de eer U ten be hoeve van de Vlaamse Re ge ring in ge slo ten de resolutie tot besluit van de opvolging van de werkzaamheden

Nadere informatie

WOONCLUB KORTRIJK De woonclub ondersteunt mensen in kansarmoede of in een kwetsbare positie bij het zoeken van een woning op de private en/of sociale huurmarkt De werking Op 9 november 2009 ging de woonclub

Nadere informatie

Dames en heren. Dat lees ik ook in de conclusies van het boek, waarvan ik er enkele graag met u overloop:

Dames en heren. Dat lees ik ook in de conclusies van het boek, waarvan ik er enkele graag met u overloop: Dames en heren Is wonen in Vlaanderen betaalbaar? Wie enkel naar de prijzen van woningen en gronden, zal geneigd zijn om neen te antwoorden. Maar de betaalbaarheid van wonen is niet enkel een kwestie van

Nadere informatie

IEDERS STEM TELT. beleid maken we samen. 2 prioriteiten voor de strijd tegen energiearmoede

IEDERS STEM TELT. beleid maken we samen. 2 prioriteiten voor de strijd tegen energiearmoede IEDERS STEM TELT beleid maken we samen 2 prioriteiten voor de strijd tegen energiearmoede SAMENLEVINGSOPBOUW ANTWERPEN PROVINCIE Steunpunt Turnhout Otterstraat 116, 2300 Turnhout Tel.: 014 44 26 74 Mieke

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT LOKALE ADVIESCOMMISSIE

HUISHOUDELIJK REGLEMENT LOKALE ADVIESCOMMISSIE Provincie Oost-Vlaanderen Arrondissement Gent Gemeente Aalter HUISHOUDELIJK REGLEMENT LOKALE ADVIESCOMMISSIE Goedgekeurd door Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 25 januari 2019 INHOUDSTAFEL DEEL I PARTIJEN

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid VR 2017 2402 DOC.0170/2BIS Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

VOORBEELD DRAAIBOEK INTERNE WERKING

VOORBEELD DRAAIBOEK INTERNE WERKING \\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ VOORBEELD DRAAIBOEK INTERNE WERKING \\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\

Nadere informatie

De Sociale plattegrond

De Sociale plattegrond De Sociale plattegrond Sector: OCMW Spreker: Marianne Van Der Biest (OCMW Herzele) Wat is het OCMW? OCMW = Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. OCMW = publieke instelling Welzijn = meer dan armoedebestrijding

Nadere informatie

Drempels die mensen uit kansengroepen ervaren om na de energiescan over te gaan tot een FRGE lening. Denkforum REGent vzw oktober 2009/februari 2010

Drempels die mensen uit kansengroepen ervaren om na de energiescan over te gaan tot een FRGE lening. Denkforum REGent vzw oktober 2009/februari 2010 Drempels die mensen uit kansengroepen ervaren om na de energiescan over te gaan tot een FRGE lening Denkforum REGent vzw oktober 29/februari 2 Informatieve drempels 2 (5 %) Niet weten waar te beginnen,

Nadere informatie

Wonen & energie. Beleidsinstrumenten op federaal en gewestelijk niveau. Provinciehuis Vlaams-Brabant Bart Martens 26 juni 2006

Wonen & energie. Beleidsinstrumenten op federaal en gewestelijk niveau. Provinciehuis Vlaams-Brabant Bart Martens 26 juni 2006 Beleidsinstrumenten op federaal en gewestelijk niveau Provinciehuis Vlaams-Brabant Bart Martens 26 juni 2006 ANIMO Winteruniversiteit LEEFMILIEU & ENERGIE 18 februari 2006 Energiezuiniger wonen: heel wat

Nadere informatie

2011 03 30 Overzicht VWC en Vlaamse en lokale spelers - Dorien Van Cauwenberge. Het Vlaamse woonbeleid in vogelvlucht

2011 03 30 Overzicht VWC en Vlaamse en lokale spelers - Dorien Van Cauwenberge. Het Vlaamse woonbeleid in vogelvlucht 2011 03 30 Overzicht VWC en Vlaamse en lokale spelers - Dorien Van Cauwenberge Het Vlaamse woonbeleid in vogelvlucht Studiedag Vlaams Welzijnsverbond Wonen in welzijn, welzijn in wonen 30 maart 2011 Wat

Nadere informatie

Over de Zulle. Stem van kansengroepen binnen het woonbeleid van de stad Roeselare

Over de Zulle. Stem van kansengroepen binnen het woonbeleid van de stad Roeselare Over de Zulle Stem van kansengroepen binnen het woonbeleid van de stad Roeselare Situering project Aanleiding Mep 2003-2008 OD: stem in lokaal woonbeleid Opvolging woonwinkel Participatie kansengroepen

Nadere informatie

Lokaal loket kinderopvang. Resultaten enquête 2016

Lokaal loket kinderopvang. Resultaten enquête 2016 Lokaal loket kinderopvang Resultaten enquête 2016 Inleiding Doelstelling: kinderopvang als basisvoorziening Recht van elk kind/ elk gezin op een kwaliteitsvolle dienstverlening Opvang in voldoende mate

Nadere informatie

Voor al jouw vragen rond welzijn, werken en wonen

Voor al jouw vragen rond welzijn, werken en wonen OCMW - Sociale Dienst OCMW- Secretariaat Woon-Zorg Dorpsdienst ZOHRA Lokale Werkwinkel met VDAB en PWA-Dienstenbedrijf Ondersteuningsnetwerk UBUNTU Voor al jouw vragen rond welzijn, werken en wonen Het

Nadere informatie

Advies aan de VREG over het systeem van schuldafbouw in de budgetmeter

Advies aan de VREG over het systeem van schuldafbouw in de budgetmeter Advies aan de VREG over het systeem van schuldafbouw in de budgetmeter 1. Ter inleiding In onze Westerse samenleving is een leven zonder elektriciteit- en gasvoorziening een schending van de menselijke

Nadere informatie

CIJFERBIJLAGE ANALYSE ENERGIESCANS

CIJFERBIJLAGE ANALYSE ENERGIESCANS CIJFERBIJLAGE ANALYSE ENERGIESCANS 2007-2015 Data uit Sumatra, januari 2017 www.energiesparen.be HOOFDSTUK 1. INLEIDING Sinds 2007 worden er in Vlaanderen energiescans uitgevoerd. Op dit ogenblik bestaat

Nadere informatie

betreffende de bestrijding van energiearmoede

betreffende de bestrijding van energiearmoede stuk ingediend op 738 (2010-2011) Nr. 1 25 oktober 2010 (2010-2011) Voorstel van resolutie van de heren Bart Martens en Carl Decaluwe, de dames Liesbeth Homans, Else De Wachter en Cindy Franssen, de heer

Nadere informatie

4. ALGEMENE TOEPASSING 5. GOEDKEURING EN WIJZIGINGEN 6. BEKENDMAKING 7. INWERKINGTREDING

4. ALGEMENE TOEPASSING 5. GOEDKEURING EN WIJZIGINGEN 6. BEKENDMAKING 7. INWERKINGTREDING TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE HUURWONINGEN INTERLOKALE VERENIGING WOONBELEID REGIO NOORD INHOUD: INHOUD: 1. INLEIDING 1.1 Wettelijk kader 1.2 Gemeentelijke maatregel HET LOKAAL TOEWIJZINGSREGLEMENT WERD

Nadere informatie

ZORGNETWERKEN & PROACTIEF HANDELEN

ZORGNETWERKEN & PROACTIEF HANDELEN 1 ZORGNETWERKEN & PROACTIEF HANDELEN PROACTIEF HANDELEN In strikte zin Financiële onderbescherming (4,2%) In ruimere zin Onderbenutting recht op sociale hulpen dienstverlening van het OCMW In maximale

Nadere informatie

Het Sociaal Verhuurkantoor professioneel partner in het Woonbeleid. Presentatie door. Yannick Claes Sociaal Verhuurkantoor Waasland

Het Sociaal Verhuurkantoor professioneel partner in het Woonbeleid. Presentatie door. Yannick Claes Sociaal Verhuurkantoor Waasland Het Sociaal Verhuurkantoor professioneel partner in het Woonbeleid Presentatie door Yannick Claes Sociaal Verhuurkantoor Waasland 2 Promotiecampagne Oost-Vlaanderen Wat is een Sociaal Verhuurkantoor? -

Nadere informatie

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING LOKAAL WOONBELEID CLUSTER IZEGEM (Ingelmunster, Izegem, Ledegem, Oostrozebeke)

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING LOKAAL WOONBELEID CLUSTER IZEGEM (Ingelmunster, Izegem, Ledegem, Oostrozebeke) INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING LOKAAL WOONBELEID CLUSTER IZEGEM (Ingelmunster, Izegem, Ledegem, Oostrozebeke) 1. UITGANGSPUNTEN VAN DE INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING LOKAAL WOONBELEID, CLUSTER Izegem.

Nadere informatie

Beleidsaanbevelingen. Wat leert ons het Grote Woononderzoek?

Beleidsaanbevelingen. Wat leert ons het Grote Woononderzoek? Beleidsaanbevelingen. Wat leert ons het Grote Woononderzoek? Sien Winters KU Leuven - HIVA Studiedag Wonen in Vlaanderen anno 2013. Wat leert ons het Grote Woononderzoek 2013 Brussel, Vlaams Parlement,

Nadere informatie

VLAAMSE ENERGIELENING

VLAAMSE ENERGIELENING VLAAMSE ENERGIELENING Jeroen Verbeke Energiedeskundige 04/12/2015 WVI www.wvi.be BARON RUZETTELAAN 35 8310 BRUGGE T +32 50 36 71 71 E wvi@wvi.be voormalig federaal Fonds FRGE(Fonds ter Reductie van de

Nadere informatie

SAM TREFDAG UITHUISZETTING. Workshop - Meldpunt voorkomen uithuiszetting

SAM TREFDAG UITHUISZETTING. Workshop - Meldpunt voorkomen uithuiszetting SAM TREFDAG UITHUISZETTING Workshop - Meldpunt voorkomen uithuiszetting Chantal Cailloux 1 juni 2018 Verloop: 1. Ontstaan meldpunt 2. Het aanbod 3. Focus 4. Cijfers / private huur sociale huur 5. Evaluatie

Nadere informatie

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012 Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012 Federaal Plan Armoedebestrijding Reactie van BAPN vzw BAPN vzw Belgisch Netwerk Armoedebestrijding Vooruitgangstraat 333/6 1030

Nadere informatie

Decreet opvoedingsondersteuning in relatie tot de IJH. Benedikte Van den Bruel Veerle Roels

Decreet opvoedingsondersteuning in relatie tot de IJH. Benedikte Van den Bruel Veerle Roels Decreet opvoedingsondersteuning in relatie tot de IJH Benedikte Van den Bruel Veerle Roels Kind en Gezin èn Agentschap Jongerenwelzijn? Kind en Gezin en Agenschap Jongerenwelzijn verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Energiezuinige huishoudtoestellen, een haalbare kaart voor mensen in armoede

Energiezuinige huishoudtoestellen, een haalbare kaart voor mensen in armoede Mei 2015 Energiezuinige huishoudtoestellen, een haalbare kaart voor mensen in armoede Een project van Samenlevingsopbouw en partners Wie zijn we? Samenlevingsopbouw Visie Kansen creëren, grondrechten garanderen

Nadere informatie

De rechtenverkenner: een hefboom voor het lokaal sociaal beleid in Vlaanderen

De rechtenverkenner: een hefboom voor het lokaal sociaal beleid in Vlaanderen De rechtenverkenner: een hefboom voor het lokaal sociaal beleid in Vlaanderen Steven Vanackere Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) 1 Lokaal sociaal beleid: een sterk verhaal Decreet

Nadere informatie

Naar een sterker lokaal sociaal beleid Organisatie van het sociaal beleid na integratie gemeente-ocmw

Naar een sterker lokaal sociaal beleid Organisatie van het sociaal beleid na integratie gemeente-ocmw Naar een sterker lokaal sociaal beleid Organisatie van het sociaal beleid na Hoorzitting Vlaams parlement 12 mei 2015 Mark Suykens, Piet Van Schuylenbergh Inhoud 1. VVSG neemt akte van Vlaamse keuzes 2.

Nadere informatie

Voorstelling Inspiratienota LAC

Voorstelling Inspiratienota LAC 4 december 2017 Wat als water en energie onbetaalbaar zijn? Voorstelling Inspiratienota LAC Ellen Dries en Liesbeth Verbruggen Inleiding Project Water en Armoede Project ontstaan in de schoot van energieprojecten

Nadere informatie

Contactgegevens: Wendy Valijs, of

Contactgegevens: Wendy Valijs, of Algemeen Gemeente: Maasmechelen Provincie: Limburg Naam van het lokaal loket: Lokaal Loket Kinderopvang Maasmechelen Contactgegevens: Wendy Valijs, wendy.valijs@maasmechelen.be of loketkinderopvang@maasmechelen.be,

Nadere informatie

De Vlaamse regering heeft op 25 juni 2010 een besluit goedgekeurd betreffende de beleids- en beheerscyclus (BBC)van de provincies, de gemeenten en de

De Vlaamse regering heeft op 25 juni 2010 een besluit goedgekeurd betreffende de beleids- en beheerscyclus (BBC)van de provincies, de gemeenten en de De Vlaamse regering heeft op 25 juni 2010 een besluit goedgekeurd betreffende de beleids- en beheerscyclus (BBC)van de provincies, de gemeenten en de OCMW s met regels voor de financiële aspecten van de

Nadere informatie

Vlaamse Regering rssjj^f ^^

Vlaamse Regering rssjj^f ^^ Vlaamse Regering rssjj^f ^^ Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van ISjuli 2007 houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de decreten

Nadere informatie

Oproep en aanvraagformulier tot erkenning en subsidiëring als mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode

Oproep en aanvraagformulier tot erkenning en subsidiëring als mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode 6 februari 2018 Oproep en aanvraagformulier tot erkenning en subsidiëring als mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode In het kader van de continuering van

Nadere informatie

REG-premies van de Vlaamse overheid

REG-premies van de Vlaamse overheid REG-premies van de Vlaamse overheid Hoorzitting Commissie Wonen Vlaams Parlement 18 januari 2018 Energiepremies Hoofddoel: energie besparen in alle gebouwen, onafhankelijk van inkomen, eigendomsstructuur.

Nadere informatie

Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 7 oktober 2003

Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 7 oktober 2003 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II-laan 7 B-1210 Brussel Tel. +32 2 553 13 53 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web: www.vreg.be Advies

Nadere informatie

Vormingspakket Energie. De Lokale Adviescommissie en afsluiten van energie

Vormingspakket Energie. De Lokale Adviescommissie en afsluiten van energie De Lokale Adviescommissie en afsluiten van energie Normaal gezien sluit de netbeheerder de elektriciteit nooit af. Er zijn echter 3 uitzonderingen. De eerste uitzondering is als er gevaar is door technische

Nadere informatie

Doorheen de bomen het bos nog zien: over woonloketten en energiehuizen

Doorheen de bomen het bos nog zien: over woonloketten en energiehuizen VVSG Woondag Doorheen de bomen het bos nog zien: over woonloketten en energiehuizen Erwin De bruyn Stebo-Duwolim 6 december 2018 1 Inleiding 2 Vlaamse beleidsinitiatieven BVR Lokaal Woonbeleid BVR Energiehuizen

Nadere informatie

Schimmel en vochtproblemen bij kwetsbare groepen. Voorbeelden over hoe je bewoners kan ondersteunen en motiveren.

Schimmel en vochtproblemen bij kwetsbare groepen. Voorbeelden over hoe je bewoners kan ondersteunen en motiveren. Schimmel en vochtproblemen bij kwetsbare groepen. Voorbeelden over hoe je bewoners kan ondersteunen en motiveren. Op de private huurmarkt Opbouwwerk = outreachend werken dmv huisbezoeken en contacten met

Nadere informatie

zittingsjaar 2012-2013 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie

zittingsjaar 2012-2013 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie vergadering C22 WON3 zittingsjaar 2012-2013 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie van 18 oktober 2012 2 Commissievergadering nr. C22 WON3 (2012-2013) 18

Nadere informatie

brugfiguren 5 praktische aanbevelingen voor organisaties die een beroep doen op

brugfiguren 5 praktische aanbevelingen voor organisaties die een beroep doen op 5 praktische aanbevelingen voor organisaties die een beroep doen op brugfiguren Jouw organisatie wil een brugfiguur inzetten. Met welke factoren moet je rekening houden? Hier vind je vijf essentiële voorwaarden

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Overheden

Hoofdstuk 1. Overheden INTERNE ANALYSE 7 Hoofdstuk 1. Overheden 1. Vlaamse overheid Het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed is één van de 13 beleidsdomeinen van de Vlaamse overheid. Het bestaat

Nadere informatie

Partners. Waar bent u naar op zoek? Home > Organisatie > Partners

Partners. Waar bent u naar op zoek? Home > Organisatie > Partners AA Waar bent u naar op zoek? ZOEKEN Home > Organisatie > Partners Partners OCMW's in de regio Plaatselijk werkgelegenheidsagentschap Boom POD Maatschappelije Integratie bouwt betaalbare en kwaliteitsvolle

Nadere informatie

FICHE 9: ENERGIE EN KLIMAAT

FICHE 9: ENERGIE EN KLIMAAT FICHE 9: ENERGIE EN KLIMAAT BB/03/DA/022.0/16052011/SC/BC 1 FACTS AND FIGURES De energieprijzen zijn de voorbije jaren, na een lichte daling in de eerste helft van 2009, opnieuw gestegen. Dat is niet het

Nadere informatie

betreffende de garantie dat drinkwater een basisrecht is voor elke Vlaming

betreffende de garantie dat drinkwater een basisrecht is voor elke Vlaming ingediend op 1388 (2017-2018) Nr. 1 27 november 2017 (2017-2018) Voorstel van resolutie van Rob Beenders, Tine Soens, Bart Van Malderen en Joris Vandenbroucke betreffende de garantie dat drinkwater een

Nadere informatie

VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID

VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID Advies 2016-17 / 29.09.2016 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1 algemeen 3 3.2 geringe traditie 4 3.3 aanvullende werking

Nadere informatie

VEEL GESTELDE VRAGEN MBT OPROEP KOALA

VEEL GESTELDE VRAGEN MBT OPROEP KOALA VEEL GESTELDE VRAGEN MBT OPROEP KOALA 1. Advies lokaal bestuur? Is het binnen de oproep vereist dat er voor de kinderopvangplaatsen een advies is van de adviesraad? Dat is regelgevend ingeschreven binnen

Nadere informatie

Energiepremies en energieleningen. Seminarie CIB - Ecohuis 26 april 2013

Energiepremies en energieleningen. Seminarie CIB - Ecohuis 26 april 2013 Energiepremies en energieleningen Seminarie CIB - Ecohuis 26 april 2013 Overzicht - Doelstelling - Knelpunten - Ondersteuning door de stad Antwerpen - Premies - Leningen - Voorbeelden 2 Doelstelling -

Nadere informatie

Beschermde klanten. Handleiding ten behoeve van de sociale spelers

Beschermde klanten. Handleiding ten behoeve van de sociale spelers Beschermde klanten Handleiding ten behoeve van de sociale spelers Inhoudstafel Het statuut beschermde klant... p. 4 Wie kan als beschermde klant erkend worden?... p. 4 Hoe wordt iemand beschermde klant?...

Nadere informatie