ING EUROPE FUND. Halfjaarbericht 2013 INVESTMENT MANAGEMENT

Transcriptie

1 ING EUROPE FUND Halfjaarbericht 2013 INVESTMENT MANAGEMENT

2 ING Europe Fund Inhoudsopgave Halfjaarbericht ING Europe Fund Algemene informatie... 5 Kerncijfers Aandelenklasse P... 9 Kerncijfers Aandelenklasse N Directieverslag Halfjaarcijfers Balans Winst-en-verliesrekening Kasstroomoverzicht Toelichting Toelichting op de balans Toelichting op de winst-en-verliesrekening Overige gegevens Verklarende woordenlijst Halfjaarbericht ING Beleggingsfondsen Paraplu N.V. Algemene informatie Directieverslag Halfjaarcijfers Balans Winst-en-verliesrekening Kasstroomoverzicht Toelichting Toelichting op de balans Toelichting op de winst-en-verliesrekening Overige gegevens ING Europe Fund 2 Halfjaarbericht 2013

3 ING Europe Fund Halfjaarbericht ING Europa Basis Fonds Algemene informatie Verslag van de beheerder Halfjaarcijfers Balans Winst-en-verliesrekening Kasstroomoverzicht Toelichting Toelichting op de balans Toelichting op de winst-en-verliesrekening Samenstelling van de beleggingen ING Europe Fund 3 Halfjaarbericht 2013

4 ING Europe Fund ING Europe Fund (Subfonds van ING Beleggingsfondsen Paraplu N.V.) Directie en Beheerder ING Fund Management B.V. Schenkkade AS Den Haag Internet: Directieleden ING Fund Management B.V. D.A. Buggenhout A.A.M. van den Heuvel M.C.W. den Hollander J.W.F. Stoter Bankier/ Fund Agent ING Bank N.V. Bijlmerplein MG Amsterdam Transfer Agent The Bank of New York Mellon NV/SA Strawinskylaan XX Amsterdam ING Europe Fund 4 Halfjaarbericht 2013

5 ING Europe Fund Algemene informatie Algemeen ING Europe Fund is een Subfonds dat deel uitmaakt van ING Beleggingsfondsen Paraplu N.V. Het halfjaarbericht van ING Europe Fund bevat naast het verslag van het Subfonds zelf ook als bijlage het halfjaarbericht van ING Beleggingsfondsen Paraplu N.V., alsmede als bijlage het halfjaarbericht van het ING Basis Fonds waarin het Subfonds participeert. Op deze wijze is het mogelijk inzicht te verkrijgen in de feitelijke beleggingen waarin wordt geparticipeerd en de daarmede samenhangende risico s. Het Subfonds heeft geen medewerkers in dienst. De directie wordt gevoerd door ING Fund Management B.V. Alle aandelen in ING Fund Management B.V. worden gehouden door ING Investment Management (Europe) B.V. ING Fund Management B.V. en ING Investment Management (Europe) B.V. maken deel uit van ING Groep N.V. ING Fund Management B.V., gevestigd te Den Haag, is tevens de beheerder van het Subfonds en beschikt in die hoedanigheid over een vergunning van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) uit hoofde van de Wet op het financieel toezicht (Wft). De AFM is belast met het gedragstoezicht op grond van de Wft. Het prudentieel toezicht wordt uitgeoefend door de Nederlandsche Bank N.V. (DNB). Voor de beheeractiviteiten wordt een managementvergoeding in rekening gebracht. Doelstelling ING Europe Fund stelt zich ten doel om door middel van actief beheer, via het ING Europa Basis Fonds, te komen tot een beter totaal rendement op lange termijn dan de benchmark. Beleggingsbeleid ING Europe Fund belegt zijn vermogen door hoofdzakelijk te participeren in het ING Europa Basis Fonds. ING Europa Basis Fonds belegt zijn vermogen in hoofdzaak in aandelen in rechtspersonen die hun zetel hebben in landen die deel uitmaken van geografisch Europa, inclusief Oost-Europa, Rusland en Turkije, dan wel waarvan de daarbij betrokken ondernemingen die in die landen hun hoofdactiviteit(-en) hebben. Het fonds heeft de mogelijkheid om de beleggingen zowel direct als indirect bijvoorbeeld door het aangaan van exposure op de betreffende financiële instrumenten via derivaten of beleggingen in andere beleggingsfondsen aan te houden. ING Europa Basis Fonds kan gebruik maken van derivaten zoals opties, futures, warrants, swaps en valutatermijntransacties. Deze kunnen worden toegepast voor het afdekken van risico s, efficiënt portefeuillebeheer en verhoging van het rendement. Daarbij kan sprake zijn van hefboomwerking waardoor de gevoeligheid van het fonds voor marktbewegingen wordt vergroot. Bij het gebruik van derivaten wordt ervoor zorg gedragen dat de portefeuille als geheel binnen de beleggingsrestricties blijft. Benchmark MSCI Europe TR ING Europe Fund 5 Halfjaarbericht 2013

6 ING Europe Fund Structuur ING Beleggingsfondsen Paraplu N.V. ("het Fonds") is een beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal zoals omschreven in artikel 76a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek met een open end structuur. Het Fonds zal, bijzondere omstandigheden uitgezonderd, in beginsel elke beursdag aandelen kunnen uitgeven of inkopen. Het Fonds heeft een zogenaamde paraplustructuur, hetgeen betekent dat de gewone aandelen zijn onderverdeeld in verschillende series aandelen, waarbij elke serie aandelen correspondeert met een afzonderlijk Subfonds. Een Subfonds is een administratief afgescheiden gedeelte van het vermogen van het Fonds, waarvoor een separaat beleggingsbeleid (met een eigen risicoprofiel) wordt gevoerd. Het aan elk Subfonds toe te rekenen gedeelte van het vermogen van het Fonds wordt afzonderlijk en hoofdzakelijk belegd in één of meerdere ING Basis Fondsen. ING Basis Fondsen zijn aan de beheerder en ING Beleggingsfondsen gelieerde partijen. Een Subfonds is onderverdeeld in één of meerdere aandelenklassen. ING Europe Fund is met ingang van 28 maart 2013 onderverdeeld in twee aandelenklassen. Deze aandelenklassen verschillen op het vlak van de kosten- en vergoedingenstructuur. De huidige aandelenklassen van het ING Europe Fund zijn: Aandelenklasse P: aandelenklasse met een kosten- en vergoedingenstructuur, waarin een distributievergoeding is verdisconteerd ten behoeve van distributeurs (banken of andere financiële ondernemingen) voor het verlenen van beleggingsdiensten aan beleggers. Het verschil met Aandelenklasse N, zoals hierna vermeld, betreft de kosten- en vergoedingenstructuur waaronder een hogere managementvergoeding. De naam van aandelen van Aandelenklasse P is gelijk aan de naam van het Subfonds, te weten: ING Europe Fund. Aandelenklasse N: aandelenklasse met een kosten- en vergoedingenstructuur, waarin geen distributievergoeding is verdisconteerd ten behoeve van distributeurs (banken of andere financiële ondernemingen) voor het verlenen van beleggingsdiensten aan beleggers. Het verschil met Aandelenklasse P betreft de kosten- en vergoedingenstructuur waaronder een lagere managementvergoeding. De naam van aandelen van Aandelenklasse N is gelijk aan de naam van het Subfonds met de toevoeging - N, te weten: ING Europe Fund - N. Kostenstructuur Aandelenklasse P De totale kosten die worden gemaakt bestaan uit de managementvergoeding, de overige directe kosten en de toegerekende kosten van de ING Basis Fondsen. Managementvergoeding De Beheerder brengt aan Aandelenklasse P van het Subfonds een managementvergoeding in rekening van maximaal 1,20% per jaar, te herleiden naar een percentage op dagbasis dat wordt berekend over het totale vermogen van Aandelenklasse P van het Subfonds aan het einde van iedere dag. Een deel van deze managementvergoeding wordt doorgegeven aan derden voor door hen verrichte en nog te verrichten distributie-inspanningen. Overige directe kosten Direct aan Aandelenklasse P van het Subfonds in rekening gebrachte kosten, waaronder accountantskosten, toezichtkosten en overige bedrijfskosten. Voor zover zij direct toerekenbaar zijn, worden deze kosten rechtstreeks ten laste van Aandelenklasse P van het Subfonds gebracht. Voor zover zij niet direct toerekenbaar zijn, worden deze kosten via een verdeelsleutel ten laste van Aandelenklasse P van de Subfondsen gebracht. Toegerekende kosten van de ING Basis Fondsen Betreft de aan de Aandelenklasse P van het Subfonds toerekenbare directe kosten van de ING Basis Fondsen waarin wordt geparticipeerd. De ING Basis Fondsen kennen bepaalde directe eigen kosten, zoals bewaarloon, accountantskosten, verslaggevingkosten en bankkosten. ING Europe Fund 6 Halfjaarbericht 2013

7 ING Europe Fund Kostenstructuur Aandelenklasse N De totale kosten die worden gemaakt bestaan uit de managementvergoeding en de overige kosten van de aandelenklasse van het Subfonds. Managementvergoeding De Beheerder brengt aan Aandelenklasse N van het Subfonds een managementvergoeding in rekening van maximaal 0,60% per jaar, te herleiden naar een percentage op dagbasis dat wordt berekend over het totale vermogen van Aandelenklasse N van het Subfonds aan het einde van iedere dag. Overige kosten Aandelenklasse N van het Subfonds Naast genoemde managementvergoeding brengt de Beheerder een vaste vergoeding, de Vaste Overige Kostenvergoeding (VOK), in rekening aan Aandelenklasse N van het Subfonds van 0,10% per jaar, te herleiden naar een percentage op dagbasis dat wordt berekend over het totale vermogen van Aandelenklasse N van het Subfonds aan het einde van iedere dag. De VOK omvat de toegerekende directe kosten van de ING Basis Fondsen zoals hierna omschreven. Toegerekende kosten van de ING Basis Fondsen De aan de Aandelenklasse N van het Subfonds toerekenbare directe kosten van de ING Basis Fondsen waarin wordt geparticipeerd zijn begrepen in de VOK. KOPEN EN VERKOPEN VAN AANDELEN IN HET SUBFONDS Aandelenklasse P en beursnotering Euronext Amsterdam by NYSE Euronext Aandelen van Aandelenklasse P kunnen worden gekocht en verkocht op Euronext Amsterdam by NYSE Euronext door tussenkomst van een bank of andere financiële onderneming. Uitgifte en inkoop van aandelen is op iedere dag waarop de effectenbeurs van Euronext Amsterdam by NYSE Euronext is geopend hierna te noemen: beursdag mogelijk. Het handelssymbool van de notering is EFING. De ISIN-code van de aandelen is NL Aandelenklasse N en de Transfer Agent Aandelen van Aandelenklasse N kunnen worden gekocht en verkocht door tussenkomst van een bank of andere financiële onderneming, die intermediair is in de zin van de Wet giraal effectenverkeer. De ISIN-code van de aandelen is NL UITGIFTE EN INKOOP VAN AANDELEN ING Beleggingsfondsen Paraplu N.V. is een open end beleggingsmaatschappij, hetgeen betekent dat de directie van het Fonds, behoudens uitzonderlijke situaties, op verzoek (ingekochte) aandelen zal uitgeven (Uitgifte) of verkrijgen (Inkoop) tegen de transactieprijs van een aandeel zoals die voor een betreffende beursdag is vastgesteld. Uitgifte en inkoop zijn op iedere beursdag mogelijk. Het Fonds zal op verzoek aandelen uitgeven dan wel inkopen. De directie van het Fonds kan de uitgifte of inkoop van aandelen weigeren indien door uitgifte van aandelen het Fonds niet langer zou voldoen aan een of meer van de vereisten om te worden aangemerkt als fiscale beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (de "FBI-criteria"). Uitgifte dan wel inkoop van aandelen van een bepaalde (sub)serie door de directie van het Fonds vindt niet plaats gedurende de periode dat op grond van het bepaalde in het prospectus de intrinsieke waarde van de aandelenklasse(n) van het desbetreffende Subfonds niet wordt vastgesteld of redelijkerwijs verwacht kan worden dat uitgifte of inkoop van aandelen tot gevolg kan hebben dat het belang van de meerderheid van de bestaande aandeelhouders aanzienlijk wordt geschaad. BELEGGING IN ING BASIS FONDSEN Het Subfonds belegt haar vermogen door hoofdzakelijk te participeren in één of meerdere ING Basis Fondsen. De ING Basis Fondsen zijn fondsen voor gemene rekening en hebben derhalve geen rechtspersoonlijkheid. In de ING Basis Fondsen vinden de feitelijke beleggingen, in de zin van aan- en verkopen van financiële instrumenten, plaats. De ING Basis Fondsen vallen niet onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten of De Nederlandsche Bank N.V. uit hoofde van de Wet op het financieel toezicht. ING Europe Fund 7 Halfjaarbericht 2013

8 ING Europe Fund VENNOOTSCHAPSBELASTING & DIVIDENDBELASTING Het Subfonds maakt onderdeel uit van ING Beleggingsfondsen Paraplu N.V. dat de status heeft van fiscale beleggingsinstelling zoals bedoeld in artikel 28 Wet op de vennootschapsbelasting Op grond van de status van fiscale beleggingsinstelling in de zin van artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 zal het bijzondere tarief van 0% van de vennootschapsbelasting van toepassing zijn, indien ING Beleggingsfondsen Paraplu N.V. onder meer voldoet aan de jaarlijkse uitdelingsverplichting. De uitdelingsverplichting houdt in dat de, per Subfonds bepaalde, voor uitdeling beschikbare winst binnen acht maanden na het einde van het boekjaar aan de aandeelhouders wordt uitgekeerd in de vorm van dividend. Het Subfonds is in beginsel verplicht 15% dividendbelasting in te houden over de uit te keren dividenden, en af te dragen aan de Belastingdienst. Dividenden die ten laste van de algemene reserve worden uitgekeerd, zijn voor het bedrag van de nominale waarde onderworpen aan inhouding van dividendbelasting. Dividenden die uitgekeerd worden ten laste van het fiscaal erkend gestort kapitaal, zijn daarentegen vrijgesteld van dividendbelasting. Het Subfonds kan op de door haar af te dragen dividendbelasting een vermindering toepassen ter grootte van de ten laste van het Subfonds ingehouden Nederlandse dividendbelasting en buitenlandse bronheffing. De vermindering ten aanzien van buitenlandse bronbelasting is beperkt voor zover er Nederlandse rechtspersonen die vrijgesteld zijn van vennootschapsbelasting danwel buitenlandse lichamen in het Subfonds participeren die op grond van de Nederlandse wet danwel een regeling- of verdrag ter voorkoming van dubbele belasting recht hebben op teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting. ING Europe Fund 8 Halfjaarbericht 2013

9 ING Europe Fund Kerncijfers Aandelenklasse P Algemeen Eigen vermogen Aantal geplaatste aandelen Intrinsieke waarde per aandeel 21,62 21,67 19,30 21,88 20,51 Transactieprijs 21,65 21,71 19,33 21,85 20,48 Uitgekeerd dividend per aandeel 0,64 0,66 0,56 0,47 0,80 In % Netto rendement van het fonds 2,61 16,21-9,47 9,19 39,84 Rendement van de benchmark 4,16 18,09-7,51 11,75 32,55 Relatief rendement -1,55-1,88-1,96-2,56 7,29 Meerjarenoverzicht in totalen Bedragen in Inkomsten Bedrijfslasten Waardeveranderingen Totaal beleggingsresultaat Meerjarenoverzicht per aandeel Bedragen in Inkomsten 0,55 0,82 0,87 0,76 0,66 Bedrijfslasten 0,14 0,26 0,26 0,25 0,21 Waardeveranderingen 0,22 2,53-2,60 1,29 5,43 Totaal beleggingsresultaat 0,63 3,09-1,99 1,80 5,88 De onder 2013 vermelde cijfers hebben betrekking op 30 juni respectievelijk op de periode 1 januari tot en met 30 juni. De onder overige jaren vermelde cijfers hebben betrekking op 31 december respectievelijk de periode 1 januari tot en met 31 december van het betreffende jaar. ING Europe Fund 9 Halfjaarbericht 2013

10 ING Europe Fund Kerncijfers Aandelenklasse N Algemeen 2013 Eigen vermogen Aantal geplaatste aandelen Intrinsieke waarde per aandeel 21,65 Transactieprijs 21,68 Uitgekeerd dividend per aandeel 0,64 In % Netto rendement van het fonds -2,51 Rendement van de benchmark -2,60 Relatief rendement 0,09 Meerjarenoverzicht in totalen Bedragen in 2013 Inkomsten 745 Bedrijfslasten 67 Waardeveranderingen Totaal beleggingsresultaat Meerjarenoverzicht per aandeel Bedragen in 2013 Inkomsten 0,46 Bedrijfslasten 0,04 Waardeveranderingen -1,05 Totaal beleggingsresultaat -0,63 De kerncijfers van Aandelenklasse N hebben betrekking op 30 juni 2013 respectievelijk de periode 28 maart 2013 tot en met 30 juni Gezien de introductiedatum zijn geen vergelijkende cijfers opgenomen. Eventuele verschillen tussen de kerncijfers per aandeel van aandelenklasse P en N kunnen ontstaan door verschil in moment en aantal van toe- en uittredingen in de aandelenklassen in combinatie met volatiliteit in de resultaatsontwikkeling gedurende de verslaggevingsperiode. ING Europe Fund 10 Halfjaarbericht 2013

11 ING Europe Fund Algemeen De transactieprijs betreft de transactiekoers waartegen op de eerste beursdag van de volgende verslagperiode aan- en verkopen in aandelen van het Subfonds zijn afgewikkeld. Het netto rendement van het Subfonds is gebaseerd op de intrinsieke waarde per aandeel rekening houdend met (eventuele) dividenduitkeringen. Het relatief rendement betreft het verschil tussen het netto rendement van het Subfonds en het rendement van de benchmark. Het gemiddeld aantal aandelen, zoals dat wordt gebruikt in de berekening van het meerjarenoverzicht per aandeel, wordt bepaald als het gewogen gemiddelde van de uitstaande aandelen op dagbasis, gebaseerd op het aantal dagen dat de intrinsieke waardebepaling plaatsvindt gedurende de rapportageperiode. Voor de kerncijfers over 2011 en eerder is het gemiddeld aantal aandelen gehanteerd, berekend als het gewogen gemiddelde van de uitstaande aandelen op kwartaalbasis. Aandelenklassen Met ingang van 28 maart 2013 is het Subfonds onderverdeeld in twee aandelenklassen, te weten: Aandelenklasse P en Aandelenklasse N. Aandelenklasse P is een andere benaming voor het (oorspronkelijke) Subfonds zonder aandelenklassen waarvan de kostenen vergoedingenstructuur niet is gewijzigd. De opgenomen cijfers 2013 met betrekking tot Aandelenklasse P hebben betrekking op 30 juni respectievelijk op de periode 1 januari tot en met 30 juni De onder overige jaren vermelde cijfers hebben betrekking op 31 december respectievelijk de periode 1 januari tot en met 31 december van het betreffende jaar. Aandelenklasse N is per 28 maart 2013 geïntroduceerd. De opgenomen cijfers 2013 met betrekking tot Aandelenklasse N hebben betrekking op 30 juni respectievelijk op de periode 28 maart tot en met 30 juni Gezien de introductiedatum zijn geen vergelijkende cijfers opgenomen. ING Europe Fund 11 Halfjaarbericht 2013

12 ING Europe Fund Directieverslag ALGEMENE FINANCIEEL ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN IN 2013 De eerste helft van het jaar 2013 kende twee gezichten. De rally die in de tweede helft van 2012 in vrijwel alle beleggingscategorieën startte, duurde tot halverwege mei Daarna nam de risicobereidheid bij beleggers af en trad er een correctie op. Over de eerste jaarhelft bleven wereldwijde aandelen ruim in de plus (+10%), terwijl de Duitse en vooral de Amerikaanse 10-jaarsrentes behoorlijk opliepen. De rally werd gedreven door de grote hoeveelheid liquiditeiten die door de centrale banken in het financiële systeem werden gepompt en door de aantrekkende wereldeconomie. Een en ander droeg er in belangrijke mate aan bij dat beleggers meer risico namen. Zo ruilden zij kasmiddelen voor beleggingen die naar verwachting een hoger rendement bieden. Ook in deze verslagperiode speelden beleidsmakers een cruciale rol. Begin april kondigde de centrale bank van Japan een enorm monetair stimuleringspakket aan. Hierdoor zal de balans van deze centrale bank eind 2014 bijna verdubbeld zijn. Het nieuwe beleid zou - in combinatie met expansief fiscaal beleid en hervormingen - een einde moeten maken aan de stagnatie van de economische groei en aan de deflatie. Structurele prijsdalingen houden de Japanse economie al zo n 15 jaar in hun greep. De ECB verlaagde begin mei de rente naar 0,5%. In Italië kwam een einde aan de impasse over de vorming van een nieuwe regering. Cyprus kreeg een Europees steunpakket. Daarnaast gaf de Europese Commissie de eurolanden meer tijd om hun tekorten te reduceren. De piek in de bezuinigingen is in Europa achter de rug. Economische cijfers verbeterden zeer geleidelijk, waarbij enkele perifere landen zoals Spanje in positieve zin opvielen. Beleggers waren vanaf omstreeks medio mei gefocust op de Federal Reserve (Fed). Dat gebeurde nadat de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank, Ben Bernanke, had aangegeven in de tweede helft van dit jaar te willen starten met het geleidelijk afbouwen van het aankoopprogramma van obligaties ( QE3 ). Voorwaarde is dat het herstel van de economie van de VS doorzet. Hierop namen beleggers massaal winst en herpositioneerden zij hun portefeuilles. Vooral in juni zorgde de herbeoordeling door de markten van het beleid van de Fed voor grote nervositeit en dus ook voor volatiliteit. Het grootste slachtoffer hiervan waren de opkomende markten. Zij hadden in de voorgaande jaren fors geprofiteerd van de enorme toevloed van liquiditeit als gevolg van het beleid van o.a. de Fed. Beleggers speelden bijvoorbeeld in op het grote renteverschil tussen de VS en opkomende markten. Sinds eind mei wikkelden beleggers deze zogeheten carry trade posities massaal af. Dit leidde tot sterke uitstroom van kapitaal en forse dalingen van de valuta s (alsmede obligaties en aandelen) van veel opkomende markten. Daarnaast had de opkomende regio te lijden onder een teleurstellende economische groei in China. De Chinese autoriteiten richtten zich kennelijk niet meer op groeimaximalisatie maar op het aanpakken van de zwaktes in het financiële systeem. Verwarring over de verwachtingen van de Japanse centrale bank ten aanzien van de gevolgen van haar beleid voor de Japanse rente droeg eind mei bij aan een scherpe correctie op de Japanse aandelen- en obligatiemarkt en aan een stijging van de yen. Niettemin was Japan de sterkste aandelenmarkt in het eerste halfjaar; in yen gemeten stegen Japanse aandelen met meer dan 30%. Door de sterke daling van de Japanse munt bedroeg de winst in euro s circa 18%. Met een verlies van ruim 8% presteerden opkomende markten het slechtst. Aandelen met obligatiekarakteristieken een behoorlijk, stabiel dividend en het vooruitzicht op toekomstige dividendgroei waren het populairst. Dit verklaart de stijgingen van de sectoren gezondheidszorg (met circa 19%) en dagelijkse consumentengoederen met circa 12%. De zwakte op de grondstoffenmarkt had zijn weerslag op de sector basismaterialen. Met een verlies van ruim 10% was het veruit de slechtst presterende sector. ING Europe Fund 12 Halfjaarbericht 2013

13 ING Europe Fund De rentes op 10-jaars staatsleningen van Duitsland en de VS stegen per saldo waarbij de sterkste stijgingen in mei en juni plaatsvonden. Het vooruitzicht op een reductie van de onorthodoxe maatregelen door de Fed en een verbetering van economische cijfers waren de belangrijkste oorzaken. Na een substantiële daling vanaf de tweede helft van 2012 liepen de 10-jaarsrentes van perifere landen als Italië en Spanje vanaf mei weer enigszins op. Risicovollere obligaties, zoals investment grade en high yield bedrijfsleningen en obligaties van opkomende markten, deden het tot mei goed maar ontkwamen daarna niet aan een forse correctie. ALGEMENE VOORUITZICHTEN Economie Voor het tweede halfjaar verwachten wij een gematigd aantrekkende groei van de wereldeconomie. De verhoging van het groeitempo zal naar verwachting vooral worden gesteund door aantrekkende consumentenbestedingen in landen als de VS, Duitsland en Japan. Tevens verwachten wij een toenemende bereidheid van het bedrijfsleven om meer te investeren. Obligatiemarkten De Duitse 10-jaars rente kan de komende maanden nog iets stijgen. Een substantiële stijging van de rente verwachten wij, gezien de aanhoudend grote overcapaciteit in de economie, niet. Uitgaande van lage inflatieverwachtingen en een beperkt economische herstel zal de ECB voorlopig een soepel monetair beleid blijven voeren. Een en ander is een steun voor relatief lage lange rentes. In de VS kan de 10-jaars rente de komende maanden nog iets stijgen. Ook in de VS hoeft volgens ons niet gevreesd te worden voor een sterke stijging van de lange rente. Daarbij wijzen wij op de lage inflatieverwachtingen, de nog steeds grote overcapaciteit in de economie en het naar verwachting redelijke (maar niet uitbundige) groeitempo van de economie. De Federal Reserve lijkt tijdens het tweede halfjaar zeer geleidelijk haar aankopen van obligaties te zullen reduceren. Het vooruitzicht op afbouw van de steunaankopen deed markten in mei en juni schrikken. Onzekerheid over het monetaire beleid van de Federal Reserve en / of van onduidelijke communicatie hierover kan van tijd tot tijd wegen op de obligatiemarkten en voor volatiliteit zorgen. Neerwaartse rentedruk kan uitgaan van weer aanwakkerende onzekerheid over de duurzaamheid van het economische herstel. Ook politieke onzekerheden, bijvoorbeeld rondom de besluitvorming in de eurozone, kunnen in landen als Duitsland en de VS voor een neerwaartse druk op de rentes zorgen. Aandelenmarkten Wij beschouwen aandelen als de meest kansrijke beleggingscategorie. Het monetaire beleid van de centrale banken blijft voorlopig ruim. Aan een geleidelijke afbouw van het aankoopprogramma heeft de Federal Reserve voorwaarden verbonden, waarvan de belangrijkste zijn dat de werkloosheid blijft dalen en er geen gevaar is voor een vertraging van de economische groei. Daarmee bevinden wij ons in een omgeving waarin aandelen relatief gunstig kunnen blijven presteren. Japan is momenteel onze favoriete aandelenmarkt. Het economische momentum en het winstmomentum ontwikkelen zich in Japan beter dan in de andere regio s. Dat kan een impuls zijn voor buitenlandse beleggers om Japanse aandelen te kopen. Uitgaande van een aanhoudende verbetering van de wereldwijde economische groei, is onze verwachting dat cyclische aandelensectoren wereldwijd beter kunnen presteren dan defensieve aandelensectoren. Ook zijn wij positief voor de financiële sector. Vastgoedaandelen Wereldwijde vastgoedaandelen kunnen blijven profiteren van hun aantrekkelijke dividendrendement ten opzichte van wereldwijde aandelen en veel investment grade bedrijfsleningen. Wel zorgt de stijging van de lange rente ervoor dat beleggers binnen vastgoedaandelen eerder op zoek gaan naar regio s met lagere waarderingen, zoals de eurozone. De verbeterende fundamentele omgeving biedt eveneens steun aan de categorie. Daarbij denken wij onder meer aan de aantrekkende Amerikaanse en Britse huizenmarkten en aan de verbetering die de Japanse kantorenmarkt laat zien. Ten slotte blijft het monetaire beleid in de volwassen economieën een steun. ING Europe Fund 13 Halfjaarbericht 2013

14 ING Europe Fund FONDSSPECIFIEKE ONTWIKKELINGEN IN 2013 Marktontwikkelingen De Europese aandelenmarkten kenden een goed eerste halfjaar. De aantrekkende economie in de Verenigde Staten, een oplossing voor de Cypriotische bankencrisis en stimuleringsprogramma s in Japan zorgden tot halverwege mei voor fors opgaande markten. Beleggers reageerden echter sterk op de aankondiging van Fed-voorzitter Ben Bernanke dat de Fed haar derde ronde van kwantitatieve versoepeling kan gaan afbouwen als de Amerikaanse economie verder herstelt. Dit resulteerde in stijgende rentes en winstnemingen op de aandelenmarkten. De farmaciesector (+15,1%) presteerde in het eerste halfjaar het best, terwijl Energie (-3,2%) en Basismaterialen (-12,7%) een negatief rendement behaalden. Over de hele verslagperiode gemeten steeg de MSCI Europe (Net)-index met 3,6%. Gevoerd beleggingsbeleid Met ingang van 28 maart 2013 kent het Subfonds twee Aandelenklassen, te weten Aandelenklasse P en Aandelenklasse N. Aandelenklasse P heeft betrekking op de periode 1 januari 2013 tot en met 30 juni De bruto performance van Aandelenklasse P bedroeg over deze periode 3,26%, versus een performance van 4,16% voor de benchmark. Aandelenklasse N heeft betrekking op de periode 28 maart 2013 tot en met 30 juni De bruto performance van Aandelenklasse N bedroeg over deze periode 2,34%, versus een performance van -2,60% voor de benchmark. De bruto performance betreft de performance van de aandelenklasse van het Subfonds exclusief de kosten welke gemaakt worden voor het beheer van het Subfonds. De hieronder opgenomen tekst heeft betrekking op het gevoerde beleggingsbeleid over de periode 1 januari 2013 tot en met 30 juni De underperformance werd veroorzaakt door onze sectorpositionering en de aandelenselectie in een aantal sectoren. Onze onderweging in Dagelijkse Consumentengoederen was nadelig, omdat beleggers vooral in het eerste kwartaal een voorkeur hielden voor deze defensieve groeiaandelen, ondanks de hoge waardering. Het grootste negatieve rendementseffect kwam op naam van de sector Basismaterialen (-1,0%). De afnemende groei in China heeft een drukkend effect op de prijzen van grondstoffen en edelmetalen. Dit had een negatieve uitwerking op onze mijnbouwbeleggingen, zoals Rio Tinto (-26%). In de energiesector deed Saipem, een Italiaans constructiebedrijf voor de oliesector, het slecht door twee winstwaarschuwingen. De aandelenselectie was positief in onder meer de industriële sector en de IT-sector, waar onze beleggingen in vliegmaatschappij Ryanair (+50%) en het Zweedse communicatietechnologiebedrijf Ericsson (+19%) goed presteerden. We introduceerden enkele nieuwe namen in de portefeuille, zoals de Noorse bank DNB en het Britse advertentie- en marketingconcern WPP. Daarnaast verhoogden we de posities in Airbus-producent EADS en kabelbedrijf Ziggo. Om de aankopen te financieren, verkochten we delen van onze posities in supermarktketen Tesco en mijnbouwer Xstrata. Het Russische Gazprom werd geheel verkocht. Gebruik derivaten in de verslagperiode In de portefeuille van de ING Basis Fondsen, waarin door het Subfonds wordt belegd, is geen gebruik gemaakt van derivaten Vooruitzichten We zijn positief over de vooruitzichten voor aandelen. De waarderingen van aandelen blijven steun bieden. Hoewel de absolute waarderingen dicht bij een normaal niveau liggen, zijn ze aantrekkelijk in vergelijking met andere beleggingscategorieën. Drie factoren schragen onze visie. Op de eerste plaats zal het monetaire beleid, ondanks alle berichten over afbouwen, zeer soepel blijven. Beleggers worden gedwongen meer risico te nemen om een behoorlijk rendement te behalen. Ten tweede hebben de winsten de bodem bereikt. Op de derde plaats kan de risicobereidheid aantrekken zodra beleggers zich realiseren dat de economische en systeemrisico s zijn afgenomen en zij bereid zijn de lagere risico s in te prijzen. ING Europe Fund 14 Halfjaarbericht 2013

15 ING Europe Fund OVERIGE ASPECTEN Introductie aandelenklassen Met ingang van 28 maart 2013 is voor ING Europe Fund een zogenaamde zero rebate aandelenklasse geïntroduceerd waarin geen distributievergoeding in de managementvergoeding (meer) is verdisconteerd ten behoeve van distributeurs (banken of andere financiële ondernemingen) voor het verlenen van beleggingsdiensten aan beleggers. Het Subfonds is hiermee vanaf deze datum verdeeld in twee aandelenklassen, te weten Aandelenklasse P met een hogere managementvergoeding en Aandelenklasse N met een lagere managementvergoeding. OVERIGE ASPECTEN Wijziging samenstelling directie ING Fund Management B.V. In 2013 is de samenstelling van de directie van ING Fund Management B.V. ("de directie") gewijzigd. Per 22 juli 2013 is de heer J.W.F. Stoter toegetreden tot de directie. Per 6 augustus 2013 is de heer J.L. van der Giessen teruggetreden uit de directie. Den Haag, 23 augustus 2013 ING Fund Management B.V. ING Europe Fund 15 Halfjaarbericht 2013

16 ING Europe Fund Halfjaarcijfers 2013 (Over de periode 1 januari 2013 tot en met 30 juni 2013) ING Europe Fund 16 Halfjaarbericht 2013

17 ING Europe Fund Balans Vóór resultaatbestemming Bedragen in Referentie Beleggingen Participaties in ING Basis Fondsen Vorderingen 2 Uit hoofde van beleggingstransacties Vorderingen op aandeelhouders Overige vorderingen Overige activa 3 Liquide middelen Kortlopende schulden 4 Uit hoofde van beleggingstransacties Schulden aan aandeelhouders Overige schulden Uitkomst van vorderingen en overige activa minus kortlopende schulden Uitkomst van activa minus passiva Eigen vermogen 5 Geplaatst kapitaal Agioreserve Overige reserves Onverdeeld resultaat ING Europe Fund 17 Halfjaarbericht 2013

18 ING Europe Fund Winst-en-verliesrekening Over de periode 1 januari tot en met 30 juni Bedragen in Referentie BEDRIJFSOPBRENGSTEN Opbrengsten uit beleggingen Toegerekend direct beleggingsresultaat van ING Basis Fondsen Waardeveranderingen beleggingen Toegerekend indirect beleggingsresultaat van ING Basis Fondsen Overige resultaten 6 Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten BEDRIJFSLASTEN 7 Kosten Som der bedrijfslasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening ING Europe Fund 18 Halfjaarbericht 2013

19 ING Europe Fund Kasstroomoverzicht Over de periode 1 januari tot en met 30 juni Bedragen in KASSTROOM UIT BELEGGINGSACTIVITEITEN Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Af: Toegerekende directe resultaten ING Basis Fondsen Af: Waardeverandering beleggingen Bij: Toegerekende kosten ING Basis Fondsen Aankoop van beleggingen Verkoop van beleggingen Mutatie vorderingen Mutatie kortlopende schulden Totale kasstroom uit beleggingsactiviteiten KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN Plaatsing van aandelen Inkoop van aandelen Uitgekeerd dividend Mutatie vorderingen Mutatie kortlopende schulden Totale kasstroom uit financieringsactiviteiten NETTO KASSTROOM Stand liquide middelen begin verslagperiode Stand liquide middelen ultimo verslagperiode ING Europe Fund 19 Halfjaarbericht 2013

20 ING Europe Fund Toelichting ALGEMEEN De halfjaarcijfers zijn opgesteld overeenkomstig de door de wetgever opgestelde modellen ten behoeve van de jaarrekening voor beleggingsinstellingen en is in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en de Wet op het financieel toezicht. Op onderdelen zijn in het halfjaarbericht bewoordingen gehanteerd die afwijken van die modellen, omdat deze beter de inhoud van de post weergeven. Voor het halfjaarbericht zijn dezelfde grondslagen voor de waardering van activa en passiva gehanteerd als in de jaarrekening. De halfjaarcijfers zijn niet door een onafhankelijke accountant gecontroleerd. AANDELENKLASSEN Het Subfonds is met ingang van 28 maart 2013 onderverdeeld in twee aandelenklassen, te weten Aandelenklasse P en Aandelenklasse N. De balans, winst-en-verliesrekening en kasstroomoverzicht geven de totalen van beide aandelenklassen weer. In de toelichting op de balans en de toelichting op de winst-en-verliesrekening wordt specifieke informatie per aandelenklasse opgenomen ten behoeve van het inzicht in het verschil tussen beide aandelenklassen. De beleggingen worden toegerekend aan het betreffende Subfonds als geheel, waarbij per aandelenklasse verschillende kosten in rekening worden gebracht leidend tot verschillende intrinsieke waarden per aandelenklasse. Gezien de introductiedatum van Aandelenklasse N per 28 maart 2013 zijn geen vergelijkende cijfers opgenomen over VENNOOTSCHAPSBELASTING & DIVIDENDBELASTING Het Subfonds maakt onderdeel uit van ING Beleggingsfondsen Paraplu N.V. dat de status heeft van fiscale beleggingsinstelling zoals bedoeld in artikel 28 Wet op de vennootschapsbelasting Op grond van de status van fiscale beleggingsinstelling in de zin van artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 zal het bijzondere tarief van 0% van de vennootschapsbelasting van toepassing zijn, indien ING Beleggingsfondsen Paraplu N.V. onder meer voldoet aan de jaarlijkse uitdelingsverplichting. De uitdelingsverplichting houdt in dat de, per Subfonds bepaalde, voor uitdeling beschikbare winst binnen acht maanden na het einde van het boekjaar aan de aandeelhouders wordt uitgekeerd in de vorm van dividend. Een positief saldo van koersresultaten op effecten en een positief saldo terzake van vervreemding van overige beleggingen (zowel gerealiseerd als ongerealiseerd), na aftrek van een evenredig aandeel in de kosten die met het beheer van de beleggingen verband houden, wordt toegevoegd aan de zogeheten herbeleggingsreserve en valt niet onder de uitdelingsverplichting. Tevens mag het Subfonds winst toevoegen aan de zogeheten afrondingsreserve, die maximaal 1% van het gestorte kapitaal van de per het einde van het boekjaar in omloop zijnde aandelen kan bedragen. De aldus in enig jaar aan de afrondingsreserve toegevoegde winst valt eveneens niet onder de uitdelingsverplichting. Het vermogen van het Subfonds is belegd in de fiscaal transparante ING Basis Fondsen. Als gevolg van deze transparantie kunnen deze fondsen geen dividend uitkeren. Dit leidt ertoe dat het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening van de ING Basis Fondsen is begrepen in de waardeveranderingen van de participaties in deze fondsen. Bij de bepaling van de voor uitdeling beschikbare winst wordt uitgegaan van het aan het Subfonds toe te rekenen gedeelte van het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening van de ING Basis Fondsen. Het Subfonds is in beginsel verplicht 15% dividendbelasting in te houden over de uit te keren dividenden, en af te dragen aan de Belastingdienst. Dividenden die ten laste van de algemene reserve worden uitgekeerd, zijn voor het bedrag van de nominale waarde onderworpen aan inhouding van dividendbelasting. Dividenden die uitgekeerd worden ten laste van het fiscaal erkend gestort kapitaal, zijn daarentegen vrijgesteld van dividendbelasting. Het Subfonds kan op de door haar af te dragen dividendbelasting een vermindering toepassen ter grootte van de ten laste van het Subfonds ingehouden Nederlandse dividendbelasting en buitenlandse bronheffing. De vermindering ten aanzien van buitenlandse bronbelasting is beperkt voor zover er Nederlandse rechtspersonen die vrijgesteld zijn van vennootschapsbelasting danwel buitenlandse lichamen in het Subfonds participeren die op grond van de Nederlandse wet danwel een regeling- of verdrag ter voorkoming van dubbele belasting recht hebben op teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting. ING Europe Fund 20 Halfjaarbericht 2013

21 ING Europe Fund WAARDERINGSGRONDSLAGEN Alle bedragen luiden in euro, tenzij anders vermeld. Alle financiële instrumenten, zoals die in dit verslag onder beleggingen dan wel onder kortlopende schulden zijn gerubriceerd, worden opgenomen in de Balans gedurende de periode dat het economisch risico aan het fonds is toe te rekenen en voor zover aan het instrument een reële waarde is toe te kennen. Alle beleggingen zijn aangehouden voor handelsdoeleinden en zijn gewaardeerd tegen reële waarde met wijzigingen in de reële waarde verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Participaties in ING Basis Fondsen worden gewaardeerd op de ultimo verslagperiode berekende intrinsieke waarde. Deze waarde wordt bepaald op basis van de grondslagen zoals vermeld in de halfjaarberichten van de ING Basis Fondsen. De participaties in ING Basis Fondsen zijn niet genoteerd aan enige beurs of andere daarmede vergelijkbare marktplaats en zijn dientengevolge als incourant aan te merken. De vaststelling van de waarde van de participaties vindt plaats door de beheerder en wordt verricht op basis van grondslagen van waardering en resultaatbepaling zoals die in de halfjaarberichten van de ING Basis Fondsen zijn opgenomen. Vorderingen, bestaande uit vorderingen uit hoofde van beleggingstransacties, vorderingen op aandeelhouders en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Liquide middelen opgenomen onder overige activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Kortlopende schulden, bestaande uit schulden uit hoofde van beleggingstransacties, schulden aan kredietinstellingen, schulden aan aandeelhouders en overige schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde. GRONDSLAGEN VAN RESULTAATBEPALING Bedrijfsopbrengsten en bedrijfslasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben. Waardeverandering van participaties in ING Basis Fondsen bestaat uit drie componenten, die separaat worden verantwoord. De waardeverandering uit hoofde van directe beleggingsresultaten, die wordt gevormd door de Som der bedrijfsopbrengsten exclusief Waardeverandering van beleggingen minus de onder Bedrijfslasten opgenomen interestlasten, worden, voor zover niet uitgekeerd, verantwoord in de winst-en-verliesrekening onder Toegerekend direct beleggingsresultaat van ING Basis Fondsen. De waardeverandering uit hoofde van toegerekende kosten voor Aandelenklasse P, die wordt gevormd door de Som der bedrijfslasten minus de interestlasten, wordt verantwoord in de winst-en-verliesrekening onder Kosten en in de toelichting op de winst-en-verliesrekening onder Toegerekende kosten ING Basis Fondsen. Voor Aandelenklasse N maken de toegerekende kosten onderdeel uit van de Vaste Overige Kostenvergoeding en worden deze kosten derhalve niet aanvullend ten laste van het resultaat gebracht. De waardeverandering uit hoofde van toegerekend indirect beleggingsresultaat, die wordt gevormd door zowel de gerealiseerde als de niet-gerealiseerde koers- en valutakoersresultaten op de feitelijke beleggingen, wordt verantwoord in de winst-en-verliesrekening onder Toegerekend indirect beleggingsresultaat van ING Basis Fondsen. De toerekening aan elk van de componenten vindt gedurende de verslagperiode plaats op basis van het dagelijks van toepassing zijnde deelnemingspercentage in de ING Basis Fondsen. Aan- en verkoopkosten van beleggingen worden opgenomen in de kostprijs respectievelijk in mindering gebracht op de verkoopopbrengst van de betreffende beleggingen. KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De liquide middelen in het overzicht bestaan uit direct opeisbare banktegoeden. ING Europe Fund 21 Halfjaarbericht 2013

22 ING Europe Fund Toelichting op de balans De opgenomen verloopoverzichten hebben betrekking op de periode 1 januari tot en met 30 juni BELEGGINGEN Bedragen in Participaties in ING Basis Fondsen Stand begin verslagperiode Aankopen Verkopen Waardeverandering u.h.v. toegerekend direct beleggingsresultaat Waardeverandering u.h.v. toegerekend indirect beleggingsresultaat Waardeverandering u.h.v. toegerekende kosten Stand ultimo verslagperiode Overzicht van de participaties in ING Basis Fondsen Per 30 juni 2013 Aantal Intrinsieke Deelnemings- Waarde Naam fonds participaties waarde in percentage in ING Europa Basis Fonds ,02 33,1% Stand ultimo verslagperiode Per 31 december 2012 Aantal Intrinsieke Deelnemings- Waarde Naam fonds participaties waarde in percentage in ING Europa Basis Fonds ,45 30,3% Stand ultimo verslagperiode ING Europe Fund 22 Halfjaarbericht 2013

23 ING Europe Fund 2. VORDERINGEN Alle vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar tenzij anders vermeld. Uit hoofde van beleggingstransacties Deze vorderingen ontstaan ten gevolge van het feit dat tussen de verkoopdatum en de datum van ontvangst van de betaling van beleggingstransacties enkele dagen liggen. Vorderingen op aandeelhouders Betreft nog te ontvangen betalingen van aandeelhouders inzake reeds uitgegeven eigen aandelen. Overige vorderingen Onder overige vorderingen kunnen onder meer zijn begrepen vorderingen inzake nog via afdrachtvermindering met de Nederlandse belastingdienst te verrekenen ingehouden bronbelasting, verdiende, nog niet ontvangen interest op liquide middelen en overige transitorische posten, eventueel onder aftrek van een noodzakelijk geachte voorziening voor oninbaarheid. 3. OVERIGE ACTIVA Liquide middelen Betreft direct opeisbare banktegoeden. Op de banktegoeden wordt op basis van het tarief voor de marktrente interest verkregen. 4. KORTLOPENDE SCHULDEN Uit hoofde van beleggingstransacties Deze schulden ontstaan ten gevolge van het feit dat tussen de aankoopdatum en de betaaldatum van beleggingstransacties enkele dagen liggen. Schulden aan aandeelhouders Betreft schulden inzake reeds ingekochte eigen aandelen. Overige schulden Onder overige schulden kunnen onder meer zijn begrepen nog te betalen interest op schulden aan kredietinstellingen, nog te betalen kosten, de waarde van op de eerste beursdag van het volgende boekjaar uit te geven eigen aandelen en overige transitorische posten. ING Europe Fund 23 Halfjaarbericht 2013

24 ING Europe Fund 5. EIGEN VERMOGEN Totaal voor alle aandelenklassen Bedragen in Geplaatst kapitaal Stand begin verslagperiode Plaatsing van aandelen Inkoop van aandelen Stand ultimo verslagperiode Agioreserve Stand begin verslagperiode Plaatsing van aandelen Inkoop van aandelen Stand ultimo verslagperiode Overige reserves Stand begin verslagperiode Uit resultaatverdeling voorgaande verslagperiode Dividend Stand ultimo verslagperiode Onverdeeld resultaat Stand begin verslagperiode Dividend Toevoeging aan / Onttrekking uit Overige reserves Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Stand ultimo verslagperiode Totaal eigen vermogen De nominale waarde per aandeel ultimo verslagperiode bedraagt voor alle aandelenklassen van het Subfonds 0,55. De agioreserve is niet vrij uitkeerbaar aan aandeelhouders voor dat gedeelte van de reserve dat dient te worden beschouwd als wettelijke reserve. Dit gedeelte is gelijk aan de som van de Overige reserves en het Onverdeelde resultaat, mits deze som negatief is. ING Europe Fund 24 Halfjaarbericht 2013

25 ING Europe Fund Aandelenklasse P Bedragen in Geplaatst kapitaal Stand begin verslagperiode Plaatsing van aandelen Inkoop van aandelen Stand ultimo verslagperiode Agioreserve Stand begin verslagperiode Plaatsing van aandelen Inkoop van aandelen Stand ultimo verslagperiode Overige reserves Stand begin verslagperiode Uit resultaatverdeling voorgaande verslagperiode Dividend Stand ultimo verslagperiode Onverdeeld resultaat Stand begin verslagperiode Dividend Toevoeging aan / Onttrekking uit Overige reserves Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Stand ultimo verslagperiode Totaal eigen vermogen Aandelenklasse P ING Europe Fund 25 Halfjaarbericht 2013

26 ING Europe Fund Aandelenklasse N Bedragen in 2013 Geplaatst kapitaal Stand begin verslagperiode - Plaatsing van aandelen Inkoop van aandelen -20 Stand ultimo verslagperiode Agioreserve Stand begin verslagperiode - Plaatsing van aandelen Inkoop van aandelen -833 Stand ultimo verslagperiode Onverdeeld resultaat Stand begin verslagperiode - Dividend Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Stand ultimo verslagperiode Totaal eigen vermogen Aandelenklasse N VERMOGENSGEGEVENS Bedragen in Aandelenklasse P Eigen vermogen Aantal geplaatste aandelen Intrinsieke waarde per aandeel 21,62 21,67 19,30 Bedragen in Aandelenklasse N Eigen vermogen Aantal geplaatste aandelen Intrinsieke waarde per aandeel 21,65 ING Europe Fund 26 Halfjaarbericht 2013

27 ING Europe Fund Toelichting op de winst-en-verliesrekening 6. OVERIGE RESULTATEN Overige bedrijfsopbrengsten Onder overige bedrijfsopbrengsten kunnen onder meer zijn begrepen het positieve saldo van de over de verslagperiode verdiende interest op liquide middelen enerzijds en de verschuldigde interest op schulden aan kredietinstellingen anderzijds, overige niet op beleggingen verdiende interest en ingehouden Nederlandse en buitenlandse bronbelasting voor zover deze via afdrachtvermindering kan worden verrekend. Verrekening via afdrachtvermindering van Nederlandse en buitenlandse bronbelasting, die uit hoofde van de status van fiscale beleggingsinstelling van het Subfonds bij de Nederlandse belastingdienst mogelijk is, heeft betrekking op het aan het Subfonds toe te rekenen gedeelte van de ingehouden bronbelasting op bij ING Basis Fondsen ontvangen dividenden en interest. 7. BEDRIJFSLASTEN Kosten Over de periode 1 januari tot en met 30 juni Bedragen in Aandelenklasse P Managementvergoeding Overige bedrijfskosten Toegerekende kosten ING Basis Fondsen Totale kosten aandelenklasse P Aandelenklasse N Managementvergoeding 57 - Vaste Overige Kostenvergoeding 10 - Totale kosten Aandelenklasse N 67 - Totale kosten Subfonds Betreft in het boekjaar ten laste van het Subfonds gebrachte directe en toegerekende kosten. Deze kosten zijn in de winst-enverliesrekening verwerkt. De grondslag voor de verschuldigde kosten is facturering voor geleverde diensten. Aandelenklasse P: De managementvergoeding voor Aandelenklasse P van het Subfonds bedraagt 1,20% per jaar, te herleiden naar een percentage op dagbasis dat wordt berekend over het totale vermogen van Aandelenklasse P aan het einde van iedere dag. Een deel van deze managementvergoeding kan worden doorgegeven aan derden voor door hen verrichte en nog te verrichten distributie-inspanningen. De overige bedrijfskosten betreffen, voor zover in rekening gebracht, kosten van externe juridische en fiscale adviseurs, kosten van verslaggeving, kosten van advertenties en reclame, de kosten verbonden aan de beursnotering, de kosten van de hoofdbetaalfunctie, de kosten van administratie (hieronder worden verstaan die kosten die gepaard gaan met het vastleggen van de financiële gegevens van het Fonds alsmede het opmaken van de (half)jaarcijfers), kosten van de noodzakelijke publicaties alsmede drukkosten en kosten van het houden van vergaderingen van aandeelhouders. ING Europe Fund 27 Halfjaarbericht 2013