Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994± Wijziging van hoofdstuk IXA (Nationale Schuld) van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten voor het jaar 1994 (slotwet/rekening) Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING Inhoudsopgave blz. Algemeen deel 2 Artikelsgewijze toelichting 19 Bijlage 1: lijst van gebruikte termen en hun betekenis 28 Bijlage 2: saldibalans per van het Ministerie van FinancieÈ n (hoofdstuk IXA) en de bij die saldibalans behorende toelichting 31 51U4725 ISSN Sdu Uitgeverij Plantijnstraat 's-gravenhage 1995 Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 1

2 ALGEMEEN DEEL 1. Inleiding Door middel van dit wetsvoorstel wordt voorgesteld de begroting van de uitgaven en ontvangsten van hoofdstuk IXA (Nationale Schuld) voor het jaar 1994 te wijzigen. De memorie van toelichting bestaat uit een algemeen deel, waarin met name de beleidsmatige aspecten met betrekking tot de financiering van de staatsschuld in 1994 worden belicht, en de artikelsgewijze toelichting. In het algemeen deel wordt achtereenvolgens ingegaan op de wijzigingsvoorstellen ten opzichte van de tweede suppletore begroting 1994 (paragraaf 2) en op de financiering en het financieringsbeleid in 1994 (paragraaf 3). Om recht te doen aan het verantwoordingskarakter van deze geõèntegreerde slotwet/rekening wordt in paragraaf 3 ingegaan op de bijdrage van financieringsactiviteiten in 1994 aan een consistent financieringsbeleid, gericht op dekking van de financieringsbehoefte en rekening houdend met economische en budgettaire randvoorwaarden. Dit is overeenkomstig de wens van de Staten-Generaal. Zoals in de ontwerpbegroting 1995 reeds is aangekondigd, vormt een dergelijke evaluatie voortaan een onderdeel van de toelichting op de slotwet/rekening. In de artikelsgewijze toelichting is steeds een vergelijking gemaakt tussen de raming bij de ontwerp-begroting 1994 (de wet van 27 december 1993, Stb. 45) en de uiteindelijke realisatie. Van de afwijkingen ten opzichte van de ontwerp-begroting is het merendeel reeds toegelicht bij de eerste en tweede suppletore begroting (Kamerstukken II, 1994/95, IXA, nrs. 1±3 resp. 1994/95, IXA, nrs. 1±3). De artikelsgewijze toelichting heeft een samenvattend karakter: de mutaties van de eerdere suppletore begrotingen worden beknopt weergegeven. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de betreffende suppletore begroting. Uit het oogpunt van leesbaarheid is als bijlage 1 een lijst van gebruikte termen en hun betekenis opgenomen. In bijlage 2 zijn de saldibalans per van het ministerie van FinancieÈ n (hoofdstuk IXA) en de daarbij behorende toelichting opgenomen. Als bijlage 3 is het rapport van onderzoek naar de rekening 1994 van de Algemene Rekenkamer opgenomen. 2. Wijzigingsvoorstellen ten opzichte van de tweede suppletore begroting Door middel van dit wetsvoorstel worden de laatste begrotingswijzigingen van 1994 verwerkt. Per begrotingsartikel wordt een eventueel positief c.q. negatief verschil tussen het beschikbare begrotingsbedrag (na tweede suppletore begroting) en de realisatie opgeheven. Dit leidt voor het totale hoofdstuk tot de volgende mutaties ten opzichte van de tweede suppletore begroting (x f 1 mln.): ± uitgaven ,0 ± ontvangsten ,0 Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 2

3 De mutaties ten opzichte van het tweede wijzigingsvoorstel (de suppletore begroting samenhangende met de Najaarsnota; Kamerstukken II, 1994/95, IXA, nrs. 1±3) zijn, voorzover deze relevant zijn voor het financieringstekort, opgenomen in de Voorlopige Rekening 1994 (Kamerstukken II, 1994/95, , nr. 1). Zoals gebruikelijk zijn de niet-relevante mutaties niet in de Voorlopige Rekening verwerkt. In onderstaand overzicht zijn deze opgenomen onder de regel «Nadere wijzigingen ten opzichte van de Voorlopige Rekening». Onderstaand overzicht geeft een nadere specificatie van de reeds in de Voorlopige Rekening gemelde mutaties en de nadere wijzigingen ten opzichte van de Voorlopige Rekening (x f 1 mln.): Uitgaven Gemeld in de Voorlopige Rekening: relevante uitgaven + 787,3 Nadere wijzigingen t.o.v. de Voorlopige Rekening: ± niet-relevante uitg ,7 ± relevante uitg. 0, ,7 Totale slotwetmutatie ,0 Ontvangsten Gemeld in de Voorlopige Rekening: relevante ontvangsten + 435,1 Nadere wijzigingen t.o.v. de Voorlopige Rekening: ± niet-relevante ontv ,9 ± relevante ontv. 0, ,9 Totale slotwetmutatie ,0 De specificatie van de niet-relevante mutaties is als volgt (x f 1 mln.): Uitgaven ± aflossing vaste schuld ± 232,4 ± inkoop van vaste schuld (conversie-operatie) ,3 ± vervroegde aflossing van vaste schuld + 0,1 ± verwerving van staatsschuld ± 1 664, ,7 Ontvangsten ± uitgifte vaste schuld (lagere financieringsbehoefte) ± 1 796,6 ± uitgifte vaste schuld (conversieoperatie) ,7 ± verkoop van staatsschuld ± 1 703, ,9 Het disagio en de ontvangsten bij storting op staatsleningen hebben betrekking op de vervolguitgifte van de 7,5% lening 1993 per Deze bedragen zijn in 1994 niet-relevant voor het genormeerde financieringstekort (doch relevant voor het feitelijk financieringstekort). Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 3

4 Een belangrijk deel van de slotwetmutaties hangt samen met de in de maanden oktober en november gehouden conversie-operatie. Hierbij werden beleggers in de gelegenheid gesteld openbare staatsleningen met gefaseerde aflossing (te converteren leningen) om te wisselen in bestaande staatsleningen met aflossing ineens (conversieleningen). De conversie is als volgt in de begroting verantwoord: Uitgaven: art ± agio en lopende rente op te converteren leningen; disagio op conversieleningen; art ± nominaal bedrag van ter conversie aangeboden leningen. Ontvangsten: art ± agio en lopende rente op conversieleningen; art ± nominaal bedrag van de uitgegeven conversieleningen; art ± disagio op te converteren leningen. In de artikelsgewijze toelichting zijn de bedragen die betrekking hebben op de conversie afzonderlijk gespecificeerd. Agio en disagio van de conversie-operatie zijn relevant voor het genormeerde tekort. Op de budgettaire effecten van de conversie-operatie is nader ingegaan in de hierna volgende paragraaf 3. Daarnaast is de Kamer ook reeds via een brief hierover geõènformeerd (Kamerstukken II, pm nr. wordt t.z.t. toegevoegd). 3. Financiering en financieringsbeleid in Inleiding In deze paragraaf wordt verslag gedaan van de financieringsactiviteiten die in 1994 hebben plaatsgevonden. Gelet op het verantwoordingskarakter van de geõèntegreerde slotwet/rekening is de beschrijving van activiteiten aangevuld met analyses, toelichtingen e.d. die een evaluatie van het gevoerde beleid mogelijk maken. Aan dergelijke evaluatieve aspecten werd, wat hoofdstuk Nationale Schuld betreft, voorheen aandacht besteed in de ontwerp-begroting. Conform de wens van de Tweede Kamer zal een en ander voortaan in de slotwet/rekening aan de orde komen. Overigens is reeds in de slotwet/rekening 1993 een eerste aanzet hiertoe gedaan. Toetsing van het gevoerde beleid vereist in de eerste plaats helderheid over de uitgangspunten en randvoorwaarden van het financieringsbeleid. De primaire opdracht voor het financieringsbeleid is het dekken van de jaarlijkse financieringsbehoefte tegen ± ook op langere termijn bezien ± zo laag mogelijke kosten. Daarbij dienen randvoorwaarden van macroeconomische en budgettaire aard in acht te worden genomen. Tevens dient de Staat, als grootste geldnemer op de kapitaalmarkt, door haar gedrag een goede marktwerking niet te verstoren, respectievelijk deze zoveel mogelijk te bevorderen (zie voor een meer uitgebreide uiteenzetting de nota «Financieringsbeleid in de jaren '90», TK 1990/91, , nr. 3). Uitgangspunten en randvoorwaarden zullen in de navolgende paragrafen aan de orde komen. Op deze plaats wordt volstaan met erop te wijzen dat in het financieringsbeleid van de Staat een voortdurende afweging gevraagd wordt tussen kosten en risico's: enerzijds de kosten van de inzet van financieringsinstrumenten, die op korte termijn het meest in het oog lopen en anderzijds de soms moeilijk te kwantificeren risico's die zich veelal pas op langere termijn in aanzienlijke kosten kunnen vertalen. Het resulterende, als behoedzaam te kenschetsen beleid laat zich bij gevolg dan ook niet primair evalueren in termen van kostenminimalisatie voor de korte termijn, zoals ook in de hiernavolgende paragrafen zal blijken. Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 4

5 In paragraaf 3.2 wordt weergegeven hoe de financieringsbehoefte binnen het boven geschetste afwegingskader in 1994 is gedekt. Naast de dekking van de jaarlijkse financieringsbehoefte dienen tijdelijke kastekorten gedurende het jaar te worden opgevangen met behulp van het geldmarktinstrumentarium. Hieraan is in paragraaf 3.3 aandacht besteed. In paragraaf 3.4 is aan de orde op welke wijze de verhandelbaarheid van de staatsleningen in 1994 is bevorderd. Hoewel dit niet op korte termijn tot kostenvoordelen leidt, is verbetering van liquiditeit op de markt in staatsobligaties van groot belang om staatsschuld voor beleggers aantrekkelijk te houden. Ten slotte worden de financieringsactiviteiten van 1994 in paragraaf 3.5 in een breder perspectief geplaatst Dekking van de financieringsbehoefte in 1994 In tabel 1 is een aansluiting gegeven tussen het genormeerde financieringstekort, zoals gehanteerd in het regeerakkoord, en het feitelijke financieringssaldo. Tabel 1. Financieringsbehoefte van het Rijk (in mld) Genormeerd financieringstekort ± Debudgetteringen ± 1.0 ± 0.9 ±VAW 3 ± 9.3 ± 13.4 ± Studieleningen ± (Dis)agio ± 0.4 ± FES-saldo ± Correctie VJN 1993 ± 2.2 Feitelijk financieringssaldo 8.3 ± 2.8 Aflossing gevestigde schuld ± w.v. regulier ± w.v. vervroegd Financieringsbehoefte '±' is tekortverbetering; 2 Door afronding kan de som der componenten afwijken van totaal; 3 Vervroegde aflossingen woningwetleningen, incl. de «De Vries-reeks» ad f 0,3 mld. in 1994; 4 Saldo van agio en disagio op 30-jarige staatslening; 5 Fonds Economische Structuurversterking. Mede dankzij omvangrijke, overigens niet structurele, ontvangsten uit vervroegde aflossingen op woningwetleningen werd in 1994 een feitelijk financieringsoverschot gerealiseerd. Doordat de aflossingen van gevestigde staatschuld op een vergelijkbaar niveau als voorgaande jaren bleven, resulteerde toch nog een financieringsbehoefte van het Rijk van ruim f 31 mld. Hieronder is een en ander grafisch weergegeven. Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 5

6 Grafiek 1 De dekking van de financieringsbehoefte vond in 1994 bijna geheel op de kapitaalmarkt plaats (zie tabel 2). Het resulterende liquiditeitstekort moet worden bezien in samenhang met de netto-plaatsing van DTC's (Dutch Treasury Certificates) in het kader van de verdere opbouw van het DTC-programma (zie hierna paragraaf 3.3). Het schatkistsaldo sloot ultimo 1994 f 1,6 mld. hoger dan ultimo Tabel 2. Dekking van de financieringsbehoefte van het Rijk (in mld.) Financieringsbehoefte (zie tabel 1 ) Bruto kapitaalmarktberoep ± 38.8 ± 28.8 w.v. openbaar ± ± 28.8 w.v. onderhands ± Liquiditeitssaldo ± Netto plaatsing DTC's 3 ± 3.0 ± 4.6 Diversen ± Mutatie schatkistsaldo ± 4.9 ± 1.6 Schatkistsaldo (± 8.0) (± 9.6) 1 '±' is tekortverbetering; 2 Incl. f 1,6 mld. leningen via de Voorinschrijfrekening; 3 Dutch Treasury Certificates; zie toelichting in par Via 8 emissies is de financieringsbehoefte voor f 28,8 mld. op de kapitaalmarkt gedekt (zie tabel 3). In 1994 werden drie nieuwe openbare leningen uitgegeven via het toonbanksysteem. Voorts werd via 5 vervolgemissies de omvang van de bestaande 30-jarige lening met ruim f 4 mld. vergroot. Deze 5 heropeningen zijn via het tendersysteem geeè mitteerd. De uitgifte van de 5,75% lening 1994 is via het toonbanksysteem geeè mitteerd. Het grootste leningbedrag, namelijk 11 miljard, werd onder gunstige omstandigheden in december 1993 (storting in januari 1994) gerealiseerd. Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 6

7 Tabel 3. Uitgifte van openbare staatsleningen in 1994 fonds/stortingsdatum looptijd bij emissie bedrag (mld) rendement (totale omvang) % lening % % (16.5) (16.5) 7.5% lening % % % % % (4.5) (15.2) 7.25% lening % (7.5) netto-uitgifte i.v.m. conversie bruto kapitaalmarktberoep Totale bedrag uitstaande lening. 2 Zie par Het kapitaalmarktberoep is volledig tot stand gekomen door de uitgifte van openbare leningen. Het beroep op de onderhandse markt liep in 1994 terug tot nul, nadat het in de afgelopen jaren al fors verminderd was. Omdat de rentes waartegen de Staat kon lenen op de onderhandse markt, boven die van vergelijkbare openbare leningen lagen, was onderhands lenen voor de Staat niet aantrekkelijk. Ook het aandeel van de Voorinschrijfrekening in de totale financiering was in 1994 nihil. In verband met de ingang van de tweede fase van de EMU is de verplichting van het Abp, om de jaarlijkse pensioenpremies via de Voorinschrijfrekening in staatsleningen te beleggen, met ingang van afgeschaft. Het renteklimaat is gaandeweg in 1994 verslechterd, zoals is te zien in onderstaande grafiek. De lange renteontwikkeling, waarvoor meestal het rendement van een 10-jaars staatslening wordt genomen, is daarin weergegeven voor 1993 en Grafiek 2 Opvallend in bovenstaande grafiek is de bijna spiegelbeeldige ontwikkeling van de lange rente in 1993 en 1994, zij het dat de rentebeweging per saldo in 1994 forser was dan in Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 7

8 De gerealiseerde rendementen op de in 1994 uitgegeven staatsleningen zijn in de loop van dat jaar gestegen (zie tabel 3). Voor het geheel van 1994 kon op de kapitaalmarkt echter tegen een relatief gunstig rendement van 6,43% (1993: 6,88%) worden geleend (cijfer 1994 excl. conversieoperatie). Dit was mogelijk doordat reeds in maart 58% van de, uiteindelijk meevallende, financieringsbehoefte op de kapitaalmarkt was gedekt. Dit wordt geõèllustreerd aan de hand van onderstaande grafiek, waarin de dekking van de financieringsbehoefte op de kapitaalmarkt wordt weergegeven. Grafiek 3 Uit bovenstaande grafiek blijkt dat achteraf bezien een sterke mate van «frontloading» is opgetreden. Dit staat los van de (achteraf gerealiseerde) rente-ontwikkeling. De Staat houdt er geen rente-visie op na (zie de al eerder aangehaalde nota «Financieringsbeleid in de jaren '90»). Dekking van de financieringsbehoefte wordt niet versneld bij een «lage» rente of bij de verwachting (in de markt) van een rentestijging. De achteraf gebleken frontloading blijkt daarentegen vooral fors te zijn uitgevallen als gevolg van de meevallende financieringsbehoefte. Sinds de ontwerp-begroting 1994 zijn alle ramingen steeds neerwaarts bijgesteld. Hieronder is grafisch weergegeven hoe de steeds lager geraamde financieringsbehoefte 1994 (zie de linkeras, in mld) leidt tot een steeds grotere front-loading (rechteras, in procenten). Overigens valt de mate van frontloading mee, indien gekeken wordt naar de ontwikkeling in juli in vergelijking tot maart (grafiek 6). Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 8

9 Grafiek 4 Grafiek 5 Grafiek 6 OB = ontwerp-begroting VN = voorjaarsnota VU = vermoedelijke uitkomsten FB = financieringsbehoefte Zeker in geval van een stijgende staatsschuld is het van belang het renterisico bij herfinanciering te beperken. In dat kader streeft de Staat dan ook naar looptijdverlenging, zodat een kleinere jaarlijkse herfinancieringslast resulteert. De rentegevoeligheid van de staatsschuld wordt door looptijdverlenging verkleind, waarvoor echter wel een prijs moet worden betaald. Bij een normale rentestructuur geldt voor langere looptijden een hogere rentevergoeding voor beleggers. In onderstaande grafiek (links) is de gemiddelde looptijd van nieuw uitgegeven leningen weergegeven. In 1994 bedroeg deze 13 jaar (excl. conversie-operatie) (in 1993: 14,5 jaar). Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 9

10 Grafiek 7 Grafiek 8 De gemiddelde resterende looptijd van de totale uitstaande gevestigde schuld bedroeg per eind ,87 jaar (incl. conversie-operatie; in 1993: 6,8 jaar). Zoals uit bovenstaande grafiek (rechts) is te zien, is de verlenging van de gemiddelde looptijd in 1994 kleiner geweest dan in de twee voorafgaande jaren. Dit hangt samen met de betrekkelijk kleine financieringsbehoefte in Daarnaast is de omvang van de (heruitgegeven) 30-jarige staatslening 1993 ± als aandeel in het totale kapitaalmarktberoep ± in het jaar 1994 kleiner dan in Voor 1992 was de uitgifte van een 15-jarige lening bepalend voor de aanzienlijke looptijdverlenging in dat jaar. Naast looptijdverlenging heeft in het financieringsbeleid ook meegewogen het effect op het (meerjarige) aflossingenpatroon. Ter beperking van het herfinancieringsrisico is daarbij gestreefd naar een zekere mate van spreiding van de aflossingen over de jaren. In onderstaande grafiek is weergegeven het effect van de financieringsactiviteiten 1994 op de stand van de aflossingen per 31 december Grafiek 9 Gelet op het geringe feitelijke financieringsoverschot van f 2,8 mld. (zie tabel 1) is de (gevestigde) schuld ultimo 1994 nagenoeg gelijk aan de schuld ultimo Dit betekent dat in het aflossingenpatroon wel wijzigingen tussen verschillende jaren zijn opgetreden, maar dat per saldo de totale aflossingsomvang nauwelijks veranderd is. De conversie-operatie (zie paragraaf 3.4) heeft geleid tot minder aflossingen in de resterende jaren '90; door de nieuw uitgegeven leningen met looptijden tot 1998, 2003 en 2007 nemen echter de aflossingen in die jaren toe. Gewezen wordt ook op het effect van de emissie van een 10-jarige lening in 1994, met aflossingen in 2004 (inmiddels is ook het aflossingsjaar 2005 op dezelfde wijze door een emissie in 1995 ingevuld). Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 10

11 Grafiek 10 Grafiek 11 In het jaar 1994 zelf zorgden vervroegde aflossingen voor een toename van de aflossingsomvang. Het betrof f 3,9 mld. aan vervroegde aflossingen, die betrekking hadden op onderhandse leningen. De vervroegde aflossingen vonden hoofdzakelijk plaats in de eerste maanden van 1994, toen de rente betrekkelijk laag was. Overigens wordt het potentieel van vervroegd af te lossen leningen de komende jaren steeds kleiner, als gevolg van het afnemende aandeel van onderhandse leningen met een vervroegde aflossingsclausule. Zelfs bij een veronderstelde rente van 6% in de jaren 1995 t/m 1999 bedraagt de omvang van de vervroegde aflossingen maximaal f 5 mld., voor alle jaren tezamen. Ook de (geraamde) rentelasten voor de komende jaren hebben wijzigingen ondergaan. In onderstaande grafiek (10) is de gerealiseerde stand (per 31 december 1994) afgezet tegen de stand ontwerp-begroting In 1994 zijn de rentelasten toegenomen, terwijl in de jaren 1995 t/m 1998 de rentelasten naar verwachting lager zullen uitvallen. In grafiek 11 is in beeld gebracht door welke oorzaken zich mutaties in de rentelasten hebben voorgedaan. De toename in 1994 hangt met name samen met de conversie-operatie (zie paragraaf 3.4); overigens werd de toename uit deze hoofde gedeeltelijk gecompenseerd door extra rente-ontvangsten in 1994 die niet in de grafiek tot uitdrukking komen. Voor de jaren na 1994 wordt de meevaller vooral bepaald door de doorwerking van de gunstige ontwikkeling van het financieringstekort in De uiteindelijke meevaller in de financieringsbehoefte bedroeg bijna f 20 mld., ten opzichte van de stand ontwerpbegroting 1994 ad f 51,1 mld. Voor tegenvallers zorgden de, in de meerjarencijfers gehanteerde, veronderstellingen voor de rentevoet. Deze «rekenrentes» werden per saldo enigszins opwaarts bijgesteld. Zoals hiervoor gebleken is, wordt doorgaans in de rentelastenraming rekening gehouden met herfinanciering van afgeloste leningen tegen de in de voorgaande alinea genoemde rekenrentes. Omdat aan de hoogte van deze rekenrentes een zeker arbitrair karakter kleeft, is in onderstaande grafiek de rente geschoond voor het effect van de veronderstelde rekenrentes. Geen rekening is gehouden met de rentelasten uit hoofde van toekomstige financieringsbehoefte (die in de meerjarencijfers tegen rekenrente zijn opgenomen). Het gaat derhalve om de gemiddelde rentevoet op gevestigde staatschuld, waarvoor reeds verplichtingen zijn aangegaan. Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 11

12 Door de financieringsactiviteiten na de indiening van de ontwerpbegroting 1994 kon de gemiddelde gerealiseerde rentevoet 0,2 aá 0,3%-punt lager uitvallen dan aanvankelijk geraamd, in lijn met de eerder geschetste rente-ontwikkeling (zie grafiek 2). De stand ontwerp-begroting 1994 is namelijk opgemaakt medio Daarna is in de tweede helft van 1993 tegen lagere rentevoeten geleend dan de gemiddelde rentevoet op de stand van de schuld ten tijde van de ontwerp-begroting Het zelfde geldt voor In 1994 is van belang de opgetreden «frontloading», waardoor de rentestijging, die over geheel 1994 heeft plaatsgevonden, een relatief klein gewicht heeft. Grafiek 12 Garantieverlening In verband met de integratie van de voorheen jaarlijkse Leningwet in de IXA-begroting wordt met ingang van deze geõèntegreerde slotwet/rekening ook een overzicht gegeven van de garantieverlening in het afgelopen jaar. Een dergelijk overzicht was voor het lopende en komende jaar opgenomen in de memorie van toelichting bij de Leningwet. Wellicht ten overvloede wordt erop gewezen dat de Leningwet, noch de IXA-begroting, een machtigingskarakter heeft ten aanzien van deze garantieverlening. Machtiging tot garantieverlening vindt plaats door goedkeuring van de afzonderlijke begrotingshoofdstukken. Wel heeft het Ministerie van FinancieÈ n een taak wat betreft het vaststellen van het garantieniveau, d.w.z. het bepalen of de op de lening bedongen rente in overeenstemming is met hetgeen gebruikelijk is in de markt. In 1994 werd, na de genoemde goedkeuring door FinancieÈ n, een bedrag van f 1,9 mld. aan bedoelde garanties verstrekt. Het betrof hier veelal de herfinanciering van hoogrentende leningen die voor vervroegde aflossing in aanmerking kwamen. De spread met openbare staatsleningen, die vroeger ca. 50 basispunten of meer bedroeg, kon worden teruggebracht naar 40 basispunten of minder. Een zekere spread is onvermijdelijk, gelet op het verschil in verhandelbaarheid, ongebruikelijke looptijden etc. van de gegarandeerde leningen. Tabel 4 geeft inzicht in de verdeling over de verschillende begrotingshoofdstukken van de door het Agentschap beoordeelde garanties. Voor een globaal overzicht in de totale garantieverlening van het Rijk, wordt verwezen naar de betreffende bijlage in de Miljoenennota Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 12

13 Tabel 4. Door het Agentschap beoordeelde garantieverlening in 1994 (in mln.) Ministeries Leninggaranties III AZ 0 0 IV Kabna 0 0 V BuZa VII BiZa 0 0 VIII OCW IXB FinancieÈ n 0 0 X Defensie 0 0 XI VROM XII V&W XIII EZ XIV LNV XV SoZaWe 0 0 XVI VWS Totaal Herfinanciering. 2 Het vermelde bedrag betreft het saldo van aflossingen en nieuwe garanties Geldmarktfinanciering Naast de dekking van de jaarlijkse financieringsbehoefte dienen ook tijdelijke tekorten in het schatkistsaldo opgevangen te worden. Het hiertoe ten dienste staande instrumentarium heeft met ingang van 1 januari 1994 ingrijpende wijzigingen ondergaan. Bij het ingaan van de tweede fase van de EMU hebben de lidstaten zich verplicht geen gebruik meer te maken van kredietfaciliteiten van de centrale bank. Voor Nederland had dit per 1 maart 1994 tot gevolg dat het renteloos voorschot (ad f 150 mln.) en het financierings-arrangement (max. f 5,5 mld.) met De Nederlandsche Bank (DNB) kwamen te vervallen. In verband hiermee is reeds in 1993 een nieuw geldmarktinstrument geõèntroduceerd, de zogenoemde Dutch Treasury Certificates (DTC's, ofwel schatkistcertificaten). DTC's worden via de toonbank geplaatst op discontobasis. De door de geldgever te ontvangen rente wordt derhalve bij het aangaan van de lening op de hoofdsom in mindering gebracht. DTC's worden uitgegeven in tranches (ook wel programma's), die eenzelfde afloopdatum hebben. Het programma met afloopdatum 29 september 1995 was overigens per 31 december 1994 niet volledig geplaatst (zie ook voetnoot 2, tabel 5). In verband met de beperkte mogelijkheden om het financieringsbeleid aan het einde van 1994 nog aan te passen aan de meevallende financieringsbehoefte is de voorgenomen plaatsing van f 7 mld. in 1994 beperkt tot f 4,6 mld. Het restant ad f 2,4 mld. is in januari 1995 geplaatst. In tabel 5 is het verloop van uitgifte en aflossingen van DTC's weergegeven, alsmede de bijdrage aan de dekking in 1993 en Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 13

14 Tabel 5. Uitgifte en aflossingen DTC s (in mld.) Bijdrage dekking DTC's door: 1. Programma ± plaatsing 1994 ± 3.1 ± aflossing Programma ± ± plaatsing 1993 ± 3.0 ± plaatsing 1994 ± 2.0 ± aflossing Programma ± 5.0 ± plaatsing 1994 ± Programma ± plaatsing 1994 ± 2.6 Totale dekking door DTC's 3 ± 3.0 ± 4.6 Omvang uitstaande DTC's per (3 + 4) (± 7.6) 1 «±» is tekortverbetering door plaatsing; 2 Dit programma heeft een maximum omvang van f 5 mld.; 3 Zie ook tabel Liquiditeitsverbetering en conversie-operatie Beleggers hechten steeds meer waarde aan goede verhandelbaarheid van effecten. Mede gelet op de vervlechting van internationale kapitaalmarkten is het beleid ook in 1994 gericht geweest op bevordering van een goede liquiditeit van de markt van staatsleningen. Onder liquiditeit van de markt wordt verstaan de mogelijkheid grote pakketten te verhandelen zonder dat dit een significant effect op de koers heeft. In 1994 werd het beleid voortgezet om leningen met grote omvang op de kapitaalmarkt te plaatsen. Tevens werd door heropening van bestaande leningen de uitstaande leningomvang verder vergroot. Een belangrijke bijdrage tot liquiditeitsverbetering werd geleverd door de zogenoemde conversie-operatie. Budgettaire effecten conversie-operatie In het najaar van 1994 is aan houders van in totaal 19 lotende staatsleningen de mogelijkheid geboden de schuldbewijzen van deze lotende leningen om te ruilen in schuldbewijzen van fixe leningen van recente datum. De totale omvang van de 19 uitstaande leningen bedroeg voor de aanvang van de conversie-operatie f 22,8 mld. Daarvan is f 9,7 mld. geconverteerd in de drie liquide conversieleningen. Deze schuld kan nu beschouwd worden als schuld in de vorm van goed verhandelbare schuldtitels. Een goed verhandelbare staatsschuld verhoogt de interesse voor Nederlands staatspapier, hetgeen tot uitdrukking komt in de prijsvorming. De Staat kan daarvan profiteren bij de plaatsing van staatsleningen. Voorts heeft de conversie geresulteerd in een looptijdverlenging van de betreffende schuld van gemiddeld 2,1 jaar naar 5,9 jaar. Dit is conform het streven om te komen tot looptijdverlenging van de staatsschuld. In onderstaande tabel zijn de budgettaire gevolgen van de conversieoperatie in beeld gebracht. In de presentatie is een onderscheid gemaakt tussen de inkoop van schuld enerzijds en de in ruil daarvoor uitgegeven schuld anderzijds. Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 14

15 Tabel 6: Budgettaire effecten conversie-operatie (tekortverbetering = ; tussen haken: niet-relevant voor FT; in mln) Inkoop van schuld 1. vervallen schuld (9 731) 2. vervallen aflossingen (± 222) (± 3 420) (± 2 209) (± 1 321) (± 1 233) (± 984) 3. vervallen rente (o.g.v. inkoop schuld) ± 85 2 ± 783 ± 501 ± 317 ± 209 ± vervallen rente (o.g.v. herfinanciering) ± 14 ± 245 ± 387 ± 475 ± lopende rente agio disagio ± relevante FT-mutatie ( ) 644 ± 797 ± 746 ± 704 ± 684 ± 672 Uitgifte van schuld 9. aangegane schuld (10 188) 10. «nieuwe» aflossingen (6 741) 11. te betalen rente (o.g.v. uitgifte schuld) te betalen rente (o.g.v. herfinanciering) lopende rente ± agio ± disagio relevante FT-mutatie ( ) ± Saldo van inkoop en uitgifte 17. totale FT- mutatie (8+16) 412 ± 111 ± 60 ± mutatie aflossingen (2+10) (± 222) (± 3 420) (± 2 209) (± 1 321) (5 508) (± 984) 19. mutatie financieringsbehoefte (17+18) 190 ± ± ± ± netto-schulduitgifte (9±1) (457) 1 Berekend met rekenrentes cf. Ontwerp Begroting en MJC 1995: ,5%; ,75%; ,4%; ,7%; ,0%; ,0%; 2 Budgettair voordeel u.h.v. vervallen coupon (ad 85 mln) in 1994 bedraagt na saldering met daarover betaalde lopende rente ad 78 mln uiteindelijk 7 mln; 3 Verantwoord op ontvangstenart , «overige ontvangsten»; 4 Verantwoord op uitgavenart , «rente en kosten», onder «boete»; 5 Verantwoord op ontvangstenart , «ontvangsten bij storting op staatsleningen». Toelichting op de tabel: De effecten van de conversie-operatie lopen door tot het jaar De budgettaire effecten van de conversie-operatie zijn aangegeven t/m regel 2 geeft het aflossingspatroon aan van het totaal van de aangeboden (19) te converteren leningen (idem regel 10, voor de drie fixe leningen); regel 3 bevat de rentelasten op de ingekochte leningen, die komen te vervallen (idem regel 11 voor nieuwe rentelasten); Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 15

16 regel 4 geeft aan de rentelasten op grond van herfinanciering (tegen rekenrente; zie voetnoot 1) als gevolg van aflossingen op oude leningen (idem regel 12 voor nieuwe leningen); regel 5 geeft aan de lopende rente op ingekochte leningen (regel 13 de lopende rente van nieuwe leningen); regels 6 en 7 geven het geboekte agio (boven pari) en disagio (beneden pari) op ingekochte schuld aan (idem regel 14 en 15); regel 8 laat het effect zien van de relevante mutaties voor het financieringstekort (idem regel 16 voor de uitgegeven leningen); regels 17 t/m 19 geven de effecten van de totale conversie-operatie aan op het financieringstekort en financieringsbehoefte. Hierna is aangegeven op welke wijze de bovenstaande tabel aansluit op de cijfers van de Voorlopige Rekening Relevant voor het (genormeerde) financieringstekort zijn naast de rentelasten het geboekte agio en disagio. De onderbouwing van de totale financieringstekort mutatie van per saldo f 412 mln. in is in de Voorlopige Rekening 1994 gepresenteerd in de Verticale Toelichting, bij het hoofdstuk Nationale Schuld. Tegenover het saldo van f 412 mln. staan lagere rentelasten in de toekomst. Deze lagere rentelasten komen niet volledig tot uitdrukking in de begroting. Dit wordt ten eerste veroorzaakt door het feit dat de in de begroting gehanteerde rekenrentes beduidend lager zijn dan de rente waartegen realisatie heeft plaatsgevonden. Een tweede verklaring voor het niet volledig zichtbaar worden van de lagere rentelasten is dat de gerealiseerde rentebesparingen in de begrotingsopstelling niet leiden tot een navenant lagere staatsschuld met daaruit voortvloeiende lagere rentelasten. De overige (niet-relevante) mutaties zijn verwerkt in tabel 1 van bijlage 4 (Voorlopige Rekening) inzake de dekking van de financieringsbehoefte. De vervallen aflossingen (regel 2 bovenstaande tabel) zijn wat betreft 1994 verwerkt in de regel aflossingen van tabel 1 in bijlage 4 van de VR. De schulduitgifte (regel 20, bovenstaande tabel) is verwerkt in de regel bruto kapitaalmarktberoep in breder perspectief De toenemende vervlechting van internationale kapitaalmarkten is ook af te leiden uit het buitenlandse houderschap van staatschuld. Onderstaande grafiek toont op twee manieren dat sprake is van een trendmatige ontwikkeling. 1 In de brief inzake Begrotingsproces en -systematiek d.d. 2 maart jl. wordt het beleidsrelevante FT-beeld gedefinieerd excl. agio en disagio. Zou deze lijn ook ten aanzien van het geboekte (dis)agio bij de conversieoperatie gelden, dan zou het beleidsrelevante FT 35 mln lager uitkomen, i.p.v. f 412 mln hoger, als gevolg van de conversie-operatie. Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 16

17 Grafiek 13 Ten eerste blijkt het aandeel van schuld in buitenlandse handen, thans op een niveau van ruim 25%, reeds een aantal jaren te groeien. Ten tweede is de belangstelling van buitenlandse banken en overige beleggers bij emissies sterk aan het toenemen, tot naar schatting zelfs 60% in Deze grotere interesse hangt ook samen met de mogelijkheid ± sinds het najaar van 1993 ± voor buitenlandse, niet in Amsterdam gevestigde, banken om rechtstreeks te kunnen inschrijven op openbare staatsleningen (zgn. Special Corporate Membership). Uit het verschil tussen beide «trends» is af te leiden, dat posities van buitenlandse beleggers na emissies niet worden aangehouden, maar worden verkocht, waarbij schuld veelal alsnog in Nederlandse handen komt. De sterke buitenlandse belangstelling hangt mede samen met het vertrouwen in het financieel-economische beleid en in de stabiliteit van de Nederlandse gulden en vormt als zodanig geen probleem voor de Nederlandse economie. Wel brengt het beleggingsgedrag van «global players» in het algemeen een grotere bewegelijkheid van kapitaalstromen met zich mee, hetgeen eisen stelt aan het ook in de toekomst te voeren beleid en aan de aantrekkelijkheid van het beleggen in staatsschuld. Mede in dit licht moet ook het beleid, gericht op liquiditeitsverbetering van de markt voor staatsobligaties, worden gezien. De absolute omvang van de gevestigde staatsschuld beliep in 1994 ruim f 360 mld., waardoor ongeveer stabilisatie werd bereikt ten opzichte van het (hoge) niveau van Daarbij moet wel bedacht worden dat door omvangrijke vervroegde aflossingen op woningwetleningen het financieringssaldo, en daarmee het schuld-niveau, in 1994 neerwaarts beõènvloed is. In procenten van het BBP is overigens een daling opgetreden, die echter gelet op eerdergenoemde oorzaak deels een incidenteel karakter heeft. Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 17

18 Grafiek 14 Grafiek 15 Hoe belangrijk verdergaande verkleining van de staatsschuld en de daarmee samenhangende rentelasten is, blijkt nog eens uit onderstaande grafiek. Sinds 1990 overstijgen de rentelasten het (genormeerde) financieringstekort; elders op de begroting moet een (groeiend) overschot worden gecreeè erd om de rentelasten te kunnen financieren. Grafiek 16 Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 18

19 Hoofdstuk IXA Nationale Schuld ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen) Rente en kosten Realisatie-overzicht (bedragen x f 1 mln) Oorspr. begr. 1e suppl. 2e suppl. Totaal Realisatie Slotwet Rente ,8 ± 133, , , ,8 Provisie en overige kosten op staatsschuld 15,5 ± 10,0 5,5 1,6 ± 3,9 Disagio bij storting op staatsleningen 0,0 + 82, ,4 203,3 471, ,4 Boete bij vervroegde aflossing 0, ,7 + 27,0 210,7 534, ,8 Totaal , , , , , ,1 Mutaties eerste suppletore begroting (x f 1 mln.): ± rente: * lager kapitaalmarktberoep 1993 ± 46,0 * vervallen reguliere betalingen door vervroegde aflossingen ± 87,6 ± 133,6 ± disagio: realisatie tot ,9 ± boete vervroegde aflossing: realisatie tot en raming 1-4/ , ,0 Mutaties tweede suppletore begroting (x 1 mln.): ± provisie: vervallen provisies op onderhandse leningen in verband met volledige financiering op openbare markt ± 10,0 ± disagio: disagio bij uitgifte van openbare leningen van 1-7 tot ,4 ± boete vervroegde aflossing: realisatie 1±7 tot en raming november en december + 27, ,4 Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 19

20 De slotwetmutatie bedraagt + f 914,1 mln. en kan als volgt gespecificeerd worden (x f 1 mln.): ± rente: * betaalde lopende rente bij conversie + 407,9 * vervallen rente door conversie in verband met aankoop voâ oâ r de rentevervaldatum ± 85,0 * betaalde rente in 1994 die in de jaren 1989 t/m 1993 betaalbaar is gesteld + 2,6 * niet betaalde rente in 1994 die in 1994 betaalbaar is gesteld, omdat coupons van K-schuldbewijzen niet ter verzilvering zijn aangeboden. K-schuldbewijzen zijn «klassieke» schuldbewijzen die bestaan uit een mantel en een couponblad. Het couponblad is samengesteld uit afzonderlijk coupons voor elke rentevervaldag. De rente wordt geõèncasseerd door het aanbieden van deze coupons aan De Nederlandsche Bank (DNB) ± 1,6 * meer betaalde rente door inkoop na de rentevervaldatum + 1,3 * correctie als gevolg van afrondingsverschillen + 0, ,8 ± provisie: lagere realisatie kosten bij uitgifte en beheer van openbare leningen ± 3,9 ± disagio: * disagio in verband met conversie + 214,0 * disagio bij uitgifte van leningen vanaf , ,4 ± boete vervroegde aflossing: hieronder is verantwoord het betaalde agio in verband met conversie + 323, ,1 Van het totale disagio ad. f 471,7 mln. heeft f 122,0 mln. betrekking op disagio bij de uitgifte van de 7,5% lening 1993 per Dit bedrag is in 1994 niet relevant voor het genormeerde financieringstekort (zie ook ontvangstenartikel 01.01). Het disagio is ontstaan omdat de koers van een aantal staatsleningen beneden de 100% ligt. De marktrente lag op het moment van de emissie op een hoger niveau dan de couponrente, waardoor de uitgifte lager was dan 100%, en er feitelijk minder in de kas ontvangen werd dan het nominale bedrag van de lening. Dit nominale bedrag wordt als ontvangst geboekt (art uitgifte vaste schuld). Het disagio wordt als correctiepost op uitgavenartikel geboekt Vergoeding van daarvoor in aanmerking komende verjaarde vorderingen Realisatie-overzicht (bedragen x f 1000) Oorspr. begr. Realisatie Slotwet ± 46 In de begroting wordt jaarlijks een stelpost van f opgenomen voor de vergoeding van daarvoor in aanmerking komende verjaarde vorderingen. In 1994 is ca. f uitbetaald, zodat de slotwetmutatie ± f bedraagt. Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 20

21 Het recht tot opvordering van de rente en aflossing verjaart na 5 respectievelijk 10 jaar. Verjaarde vorderingen worden in beginsel niet vergoed. Voor particuliere beleggers wordt een uitzondering gemaakt indien een aannemelijke en aanvaardbare reden voor het te laat innen van hun vordering wordt gegeven Aflossing Realisatie-overzicht (bedragen x f 1 mln) Oorspr. begr. 1e suppl. Totaal Realisatie Slotwet Aflossing door inkoop 50,0 50,0 36,6 ± 13,4 Overige aflossingen ,1 ± 329, , ,2 ± 219,0 Totaal ,1 ± 329, , ,8 ± 232,4 De mutatie bij eerste suppletore begroting betreft vervallen reguliere aflossingen als gevolg van vervroegde aflossing van onderhandse leningen in het laatste kwartaal van De slotwetmutatie bedraagt ± f 232,4 mln. en kan als volgt gespecificeerd worden (x f 1 mln.): ± aflossing door inkoop: door inkoop van staatsschuld is nominaal f 36,6 mln. afgelost, derhalve een mutatie van ± 13,4 Het disagio wordt verantwoord onder ontvangstenart Tot een bedrag van f 50 mln. kan op de beurs staatsschuld worden gekocht tot ten hoogste de parikoers. ± overige aflossingen: * vervallen reguliere aflossingen als gevolg van de conversie ± 222,3 * in 1994 verzilverde schuldbewijzen die voâ oâ r 1994 aflosbaar zijn gesteld + 12,9 * niet verzilverde schuldbewijzen van openbare leningen die in 1994 aflosbaar zijn gesteld ± 6,6 * door een onevenredige verdeling van de schuldbewijzen over de lotingsgroepen is de aflossing van openbare leningen lager dan geraamd. Bij leningen die gefaseerd aflossen zijn de schuldbewijzen voorzien van lotingsgroepen. Alle schuldbewijzen die behoren tot de lotingsgroep waarvan het nummer is getrokken, worden dan aflosbaar gesteld. Door omzetting van schuldbewijzen in schuldregisterinschrijvingen en door coupureruil van schuldbewijzen is het niet altijd mogelijk het uitstaande bedrag per lotingsgroep exact gelijk te houden, zodat het af te lossen bedrag van jaar tot jaar enigszins kan verschillen. ± 3,0 ± 219,0 ± 232,4 Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 21

22 01.04 Vervroegde aflossing Realisatie-overzicht (bedragen x f 1 mln) Oorspr. begr. 1e suppl. 2e suppl. Totaal Realisatie Slotwet 0, , , , , ,3 De mutatie bij eerste en tweede suppletore begroting betreft voor het grootste deel de gerealiseerde en aangezegde vervroegde aflossingen van onderhandse leningen, waarbij het recht tot vervroegde aflossing contractueel is vastgelegd. Van het resterende bedrag heeft f 213 mln. betrekking op inkoop van onderhandse leningen op verzoek van de geldgever en f 0,9 mln. op verzilverde schuldbewijzen van in eerdere jaren vervroegd aflosbaar gestelde openbare leningen. De slotwetmutatie bedraagt + f 9 731,3 mln. en heeft voor f 9 731,2 mln. betrekking op de conversie-operatie. Het nominale bedrag van de ter conversie aangeboden leningen is verantwoord als vervroegde aflossing. Het resterende bedrag van f 0,1 mln. betreft in 1994 verzilverde schuldbewijzen van vervroegde aflossingen in eerdere jaren. Het netto budgettaire voordeel van de vervroegde aflossing, zoals standaard wordt berekend, bedraagt ca. f 165,6 mln. Onder netto budgettair voordeel wordt verstaan het rentevoordeel over de resterende looptijd verminderd met eventueel te betalen boete (aflossingskoers boven pari). Het netto budgettair voordeel wordt berekend op het moment waarop tot vervroegde aflossing wordt besloten. De berekening is gebaseerd op de marktrente voor 10-jaars staatsleningen Rente en kosten van schatkistpapier, kasgeldleningen en van gelden in rekening-courant met s Rijks schatkist Realisatie-overzicht (bedragen x f 1 mln) Oorspr. begr. 1e suppl. 2e suppl. Totaal Realisatie Slotwet Rente en kosten van schatkistpapier en kasgeldleningen 75, ,0 ± 100,0 480,0 436,2 ± 43,8 Rente over het zich in 's Rijks schatkist bevindende tegoed van rijksfondsen 3,0 3,0 0,1 ± 2,9 Rente over in 's Rijks schatkist aanwezige gelden van staatsbedrijven 1,0 0,1 1,1 0,7 ± 0,4 Rente van door derden bij 's Rijks schatkist aangehouden gelden 20,0 ± 5,0 15,0 2,8 ± 12,2 Totaal 99, ,0 ± 104,9 499,1 439,8 ± 59,3 Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 22

23 Mutaties eerste suppletore begroting (x f 1 mln.): ± rente en kosten schatkistpapier en kasgeldleningen: verhoging stelpost rente in verband met uitgifte van DTC's (Dutch Treasury Certificates) + 505,0 Mutaties tweede suppletore begroting (x f 1 mln.): ± rente en kosten schatkistpapier en kasgeldleningen: verlaging stelpost rente als gevolg van meevallende financieringsbehoefte ± 100,0 ± rente gelden staatsbedrijven en agentschappen: wijziging geraamde rente van agentschappen + 0,1 ± rente tegoeden van rijksfondsen: verlaging rente Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO) en Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (NIO) op basis van rentestand en maximaal toegestane saldi van de rekeningen ± 5,0 ± 104,9 De slotwetmutatie bedraagt ± f 59,3 mln. en kan als volgt gespecificeerd worden (x f 1 mln.): ± rente en kosten schatkistpapier en kasgeldleningen: het disconto op DTC's is lager als gevolg van een kleinere feitelijke financieringsbehoefte dan geraamd ± 43,8 ± rente tegoeden rijksfondsen: de rentebetalingen over het Rijkswegenfonds en het Fonds Luchtverontreiniging waren lager dan voorzien ± 2,9 ± rente gelden staatsbedrijven en agentschappen: over de rekening-courant met agentschappen is minder rente betaald ± 0,4 ± rente gelden derden: de rentebetalingen over de tegoeden van FMO en NIO bedragen f 2,7 mln., derhalve een mutatie van ± 12,2 ± 59, Portefeuille Staatsschuld Realisatie-overzicht (bedragen x f 1 mln) Oorspr. begr. Realisatie Slotwet Verwerving van staatsschuld 2 000,0 335,9 ± 1 664,1 Rente en overige kosten portefeuille staatsschuld 80,0 12,7 ± 67,3 Totaal 2 080,0 348,6 ± 1 731,4 De slotwetmutatie van ± f 1731,4 mln. kan als volgt gespecificeerd worden (x f 1 mln.): Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 23

24 ± verwerving van staatsschuld: in 1994 is f 335,8 mln. besteed in verband met de voor- en nazorg bij emissies van staatsleningen, terwijl in de begroting een bedrag van f mln. was opgenomen. Derhalve resulteert een verlaging met een bedrag van f 1 664,1 mln.; deze wordt veroorzaakt door een geringer gebruik van dit instrument als gevolg van de meevallende financieringsbehoefte, het toepassen van de toonbankuitgifte als emissietechniek en de introductie van de emissieportefeuille, waarin maximaal 10% van een uitgifte kan worden opgenomen. Bij toonbankleningen staat de inschrijving gedurende langere tijd open, waardoor de Staat minder afhankelijk is van de toevallige marktomstandigheden op een bepaalde dag. De noodzaak om ongewenste koersmanipulaties tegen te gaan doet zich hierdoor minder voor. Door de emissieportefeuille kan druk op de obligatiemarkt door de Staat gedurende een toonbankemissie worden verminderd en de uitgifte worden gespreid. Deze transacties komen niet ten laste van het interventiebudget. Het saldo van de uitgaven ad f 335,8 mln. en de ontvangsten ad f 296,8 mln., zie ontvangstenartikel (portefeuille staatsschuld), bedraagt ± f 39,0 mln. Dit saldo is niet relevant voor het financieringstekort. ± 1 664,1 ± rente en overige kosten inzake portefeuille staatsschuld: de rente- en overige kosten in verband met de portefeuille staatsschuld bedragen f 12,7 mln. Uitgaande van de stelpost van f 80,0 mln. resulteert dit in een verlaging van f 67,3 mln. De betaalde rente en kosten van de portefeuille staatsschuld en de ontvangen rente en overige ontvangsten van de portefeuille staatsschuld zijn relevant voor het financieringstekort (zie ontvangstenartikel portefeuille staatsschuld). Het saldo van relevante uitgaven (f 12,7 mln.) en ontvangsten (f 11,0 mln.) bedraagt f 1,7 mln negatief. ± 67,3 ± 1 731,4 Zoals gebruikelijk wordt na afloop van het jaar inzicht gegeven in de portefeuille staatsschuld (aankoop uitgavenart , verkoop ontvangstenartikel 04.01). Omdat het onwenselijk is voorinformatie te geven over het verbruik van de portefeuille worden bij eerste en tweede suppletore begroting geen mutaties gemeld. Deze informatie zou marktpartijen (ongewenst) kunnen beõènvloeden in hun transacties ten aanzien van staatsleningen. Wetsartikel 2 (ontvangsten) Ontvangsten bij storting op staatsleningen Realisatie-overzicht (bedragen x f 1 mln) Oorspr. begr. 1e suppl. 2e suppl. Totaal Realisatie Slotwet Rente 0,0 + 67,2 + 73,8 141,0 563, ,7 Agio 0, ,1 + 3,3 333,4 411,0 + 77,6 Totaal 0, ,3 + 77,1 474,4 974, ,3 Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 24

25 Mutaties eerste suppletore begroting (x f 1 mln.): ± rente: ontvangen rente bij storting op staatsleningen tot ,2 ± agio: gerealiseerd agio bij de vervolguitgiftes van de 7,5% lening 1993 per , ,3 Mutaties tweede suppletore begroting (x f 1 mln.): ± rente: ontvangen rente bij de vervolguitgiftes van de eerdergenoemde 30-jarige lening en de 7,25% lening 1994 per ,8 ± agio: vervolguitgifte 30-jarige lening + 3,3 77,1 De slotwetmutatie van + f 500,3 mln. kan als volgt gespecificeerd worden (x f 1 mln.): ± rente: * bijbetaalde rente conversieleningen + 368,0 * bijbetaalde rente overige uitgiftes van openbare leningen + 54, ,7 ± agio: ontvangen agio op conversieleningen + 77, ,3 Door geldgevers wordt rente bijbetaald omdat de storting op de betreffende lening na de coupondatum plaatsvond. Dit ontvangen bedrag is zodoende een compensatie voor de toekomstige rentebetalingen die op de coupondatum zullen geschieden. Het agio is ontstaan omdat de koers van uitgifte boven de 100% lag (als gevolg van een hogere couponrente dan de marktrente). Van de totale ontvangsten bij storting op staatsleningen ad f 974,7 mln. had f 464,9 mln. betrekking op ontvangen rente en agio bij de vervolguitgiftes van de 7,5% lening 1993 per Dit bedrag is niet-relevant voor het genormeerde financieringstekort (zie ook uitgavenartikel 01.01) Uitgifte van vaste schuld Realisatie-overzicht (bedragen x f 1 mln) Oorspr. begr. 1e suppl. 2e suppl. Totaal Realisatie Slotwet ,8 ± ,4 ± 8 456, , , ,1 Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 25

26 Mutaties eerste suppletore begroting (x f 1 mln.): ± als gevolg van vervroegde aflossingen in 1994 neemt de financieringsbehoefte toe met ,0 ± als gevolg van mutaties van de aflossingen daalt de financieringsbehoefte met ± 379,9 ± als gevolg van het gerealiseerde agio neemt de financieringsbehoefte af met ± 330,1 ± als gevolg van de bijgestelde raming voor het feitelijke financieringstekort daalt de behoefte met ± 8 373,4 ± als gevolg van de voorgenomen financiering door middel van DTC's daalt de uitgifte van vaste schuld met ± 7 000,0 ± ,4 Mutatie tweede suppletore begroting (x f 1 mln.): ± door herfinanciering van vervroegde aflossingen in 1994 neemt de financieringsbehoefte toe + 320,3 ± door bijstelling van de raming van het feitelijke financieringstekort (door hogere vervroegde aflossingen van woningwetleningen) daalt de financieringsbehoefte met ± 8 776,4 ± 8 456,1 De slotwetmutatie bedraagt + f 8 391,1 mln. en kan als volgt gespecificeerd worden (x f 1 mln.): ± uitgifte vaste schuld in verband met de conversie-operatie ,7 ± minder leningemissies in samenhang met een lagere financieringsbehoefte ± 1 796, ,1 Exclusief de uitgifte van schuld in verband met de conversie werd in 1994 voor een bedrag van f ,7 mln. aan openbare leningen en voor een bedrag van f 4 mln. aan onderhandse leningen aangetrokken. Dit laatste bedrag heeft betrekking op een bijzondere onderhandse lening, waarvan de rente wordt bijgeschreven bij de schuld Overige ontvangsten betreffende de Nationale Schuld Realisatie-overzicht (bedragen x f 1 mln) Oorspr. begr. 1e suppl. 2e suppl. Realisatie Slotwet 0,0 + 1,1 + 1,5 6,4 + 3,8 Op dit artikel worden verantwoord: ± disagio bij inkoop van staatsschuld krachtens de wet 9 november 1950, Stb. K494; ± in mindering gebrachte rente op ter verzilvering aangeboden aflosbare schuldbewijzen wegens het ten onrechte ontbreken van nog niet vervallen coupons. ± in 1994 tevens het disagio op de ter conversie aangeboden leningen. De bedragen worden als ontvangst geboekt omdat de verplichtingen van de Nationale Schuld in nominale bedragen luiden. Het nominale (bruto)bedrag van de ingeboekte staatsschuld is verantwoord op Tweede Kamer, vergaderjaar 1994±1995, , nr. 2 26

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 488 Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van de Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 1996 (slotwet) Nr. 2 MEMORIE VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 502 Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van de Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met

Nadere informatie

5. VERDIEPINGSBIJLAGE. 5.1 Financiering staatsschuld

5. VERDIEPINGSBIJLAGE. 5.1 Financiering staatsschuld 5. VERDIEPINGSBIJLAGE 5.1 Financiering staatsschuld In tabel 1 en 2 worden de opbouw van de uitgaven en ontvangsten en uitgaven sinds ontwerpbegroting 2001 toegelicht. Tabel 1: Opbouw uitgaven (x EUR 1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 22126 Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk IXA (Nationale Schuld) voor het jaar 1991 (wijziging samenhangende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 Rijksbegroting voor het jaar 1988 20200 Vaststelling begroting van uitgaven Hoofdstuk IX A Nationale Schuld Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 090 IXA Wijziging van de sstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2011 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) Nr. 2 MEMORIE VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 200 IXA Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van de Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 1999 Nr. 3 BIJLAGEN Bijlagen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 IXA Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van de Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2000 Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 565 IXA Wijziging van de sstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2010 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) Nr. 2 MEMORIE VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 33 280 IXA Wijziging van de sstaat van de Nationale Schuld (IXA) voor het jaar (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) Nr. 2 HERDRUK 1 MEMORIE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 480 IXA Wijziging van de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) Nr. 3 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 Rijksbegroting voor het jaar 1987 19700 Vaststelling begroting van uitgaven Hoofdstuk IX A Nationale Schuld IMr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 100 IXB Jaarverslag en slotwet ministerie van Financiën 2004 Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 792 IXA Wijziging van de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2008 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) Nr. 2 MEMORIE

Nadere informatie

7. BEGRIPPENLIJST. Basispunt Een honderdste deel van een procent (0,01%).

7. BEGRIPPENLIJST. Basispunt Een honderdste deel van een procent (0,01%). 7. BEGRIPPENLIJST Agio De premie die wordt betaald boven op de nominale waarde van een obligatie. Als de couponrente van een lening hoger is dan de marktrente, heeft de betreffende lening een agio. Amortisatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-22 800 IX A Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk IX A (Nationale Schuld) voor het jaar Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 IXA Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van de Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2000 Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE

Nadere informatie

Antwoorden Kamervragen Tweede Suppletoire begroting Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA) 2016

Antwoorden Kamervragen Tweede Suppletoire begroting Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA) 2016 Antwoorden Kamervragen Tweede Suppletoire begroting Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA) 2016 Vraag 1 Is de mutatie bij de post opbrengst verkoop vermogenstitels 3,2 miljard euro zoals in de budgettaire

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 725 VIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2016 Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 1 25 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 18 25 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 1 25 EE Den Haag www.dsta.nl Uw brief (kenmerk)

Nadere informatie

Zitting 1964-1965-7800

Zitting 1964-1965-7800 Zitting 1964-1965-7800 3 RIJKSBEGROTING VOOR HET DIENSTJAAR 1965 HOOFDSTUK IXA - NATIONALE SCHULD MEMORIE VAN TOELICHTING NR. 2 Algemeen Een vergelijking van de ramingen voor het dienstjaar 1965 met die

Nadere informatie

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012 BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012 Een vooruitblik op de schuld, de schuldenlastbetalingen in 2013-2045

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 950 IX Jaarverslag en slotwet Ministerie van Financiën en Nationale Schuld 2017 Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 605 IXA Jaarverslag en slotwet Nationale Schuld 2012 Nr. 6 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 12 juni 2013 De vaste commissie voor Financiën

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009 9 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin maart 29 Financiering via kapitaalmarkt moeilijker en duurder geworden Nederlandse ingezetenen hadden eind 28 voor het eerst meer dan eur 1. miljard aan schuldpapier

Nadere informatie

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering Kanttekeningen bij de Begroting 2015 Paragraaf 4 Financiering Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Financieringsbehoefte = Schuldgroei... 4 3 Oorzaak van Schuldgroei : Investeringen en Exploitatietekort... 5 4 Hoe

Nadere informatie

Bijlage: Openstaande Kamervragen beleidsdoorlichting Risicomanagement van de staatsschuld en hoofdlijnen van het beleid

Bijlage: Openstaande Kamervragen beleidsdoorlichting Risicomanagement van de staatsschuld en hoofdlijnen van het beleid 1 Bijlage: Openstaande Kamervragen beleidsdoorlichting Risicomanagement van de staatsschuld en hoofdlijnen van het beleid Vraag 9: Hoe wordt in het nieuwe kader omgegaan met de neveneffecten die zich in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 200 VIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2018 Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 200 IXA Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van de Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 1999 Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 475 IX Jaarverslag en slotwet Ministerie van Financiën en Nationale Schuld 2015 Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Nadere informatie

Bijlage - Omvang Bruto EMU-schuldreductie

Bijlage - Omvang Bruto EMU-schuldreductie Bijlage - Omvang Bruto EMU-schuldreductie 1. Inleiding Het brutoschuldbegrip is een internationale standaard. Financiële marktpartijen en kredietbeoordelaars maken internationale vergelijkingen op basis

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23 5O1 Wijziging van hoofdstuk IV (Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken) van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten

Nadere informatie

Lijst van vragen en antwoorden bij Kamerstukken II 2008/09, 31 965 IXA, Nr.

Lijst van vragen en antwoorden bij Kamerstukken II 2008/09, 31 965 IXA, Nr. Lijst van vragen en antwoorden bij Kamerstukken II 2008/09, 31 965 IXA, Nr. Eerst suppletoire begroting Ministerie van Financiën IXA Vraag 1 Hoe hebben de spreads van de G20-landen en EU-lidstaten zich

Nadere informatie

2. BELEIDSAGENDA NATIONALE SCHULD. 2.1 Rentekosten in 2002

2. BELEIDSAGENDA NATIONALE SCHULD. 2.1 Rentekosten in 2002 2. BELEIDSAGENDA NATIONALE SCHULD In deze beleidsagenda wordt allereerst ingegaan op de hoogte van de rentelasten in 2002. Daarbij worden de belangrijkste beleidsmatige mutaties weergegeven. Daarna wordt

Nadere informatie

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014 BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014 Sarajane Marilfa Omouth Paramaribo, juni 2015 1. Inleiding De totale

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 22 066 Financiering van de Nederlandse Staatsschuld Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN, Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 710 IXA Jaarverslag en slotwet van Nationale Schuld 2010 Nr. 2 RAPPORT BIJ HET JAARVERSLAG 2010 VAN NATIONALE SCHULD (IXA) Aan de voorzitter

Nadere informatie

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2012 (Incidentele suppletoire begroting EIB)

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2012 (Incidentele suppletoire begroting EIB) Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2012 (Incidentele suppletoire begroting EIB) VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

BEGRIPPENLIJST. Basispunt Een honderdste deel van een procent (0,01%).

BEGRIPPENLIJST. Basispunt Een honderdste deel van een procent (0,01%). BEGRIPPENLIJST Agio De premie die wordt betaald boven op de nominale waarde van een obligatie. Als de couponrente van een lening hoger is dan de marktrente, heeft de betreffende lening een agio. Amortisatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 380 Financiële verantwoordingen over het jaar 2001 Nr. 18 FINANCIËLE VERANTWOORDING VAN DE NATIONALE SCHULD (IXA) OVER HET JAAR 2001 Deze financiële

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 475 VIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2015 Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 32 565 IV Wijziging van de sstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 520 Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken (IV) voor het

Nadere informatie

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 148 Wijziging van de van de uitgaven en de ontvangsten van het Landbouw-Egalisatiefonds, Afdeling A, voor het jaar 1999 (slotwet) Nr. 2 MEMORIE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 725 VI Jaarverslag en slotwet Ministerie van Veiligheid en Justitie 2016 Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1987-1988 20016 Wijziging van hoofdstuk XIII (Ministerie van Economische Zaken) van de begroting van de uitgaven en van de begroting van de ontvangsten van

Nadere informatie

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

PARAGRAAF 3 FINANCIERING PARAGRAAF 3 FINANCIERING In deze paragraaf beschrijven we de plannen en acties op het gebied van liquiditeitsbeheer, de financiële posities en de hieraan verbonden risico s voor de jaren 2019 tot en met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 444 D Jaarverslag en slotwet Fonds Economische Structuurversterking 2007 Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET

Nadere informatie

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control Grip op Financiën 13 januari 2015 Sector Control Opbouw presentatie Inzicht in ontwikkeling leningenportefeuille en rente Normenkader van de gemeente Eindhoven Beheersmaatregelen Huidige leningenportefeuille

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum. Betreft: Nadere invulling risicokader staatsschuld

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum. Betreft: Nadere invulling risicokader staatsschuld > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.dsta.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 371 Kredietcrisis Nr. 286 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 27 november

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 792 D Wijziging van de begrotingsstaat van het Fonds economische structuurversterking voor het jaar 2008 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 000 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar

Nadere informatie

Schuldpositie gemeente Purmerend. Presentatie commissie AZ 15 mei 2017

Schuldpositie gemeente Purmerend. Presentatie commissie AZ 15 mei 2017 Schuldpositie gemeente Purmerend Presentatie commissie AZ 15 mei 2017 Enkele cijfers Omvang langlopende schuld ultimo 2016: 284 mln Waarvan doorgeleend aan derden 20 mln Betaalde rente in 2016: 7,2 mln

Nadere informatie

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen. 4 Financiering Het doel van deze paragraaf is om de raad beter te informeren omtrent het treasurybeleid en de beheersing van financiële risico s. De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma's

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 31 066 Belastingdienst Nr. 366 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Rabobank (leden)certificaten

Rabobank (leden)certificaten Rabobank (leden)certificaten Investment case Jaap Koelewijn De Rabobank verhoogt haar kapitaalbuffers door voor nominaal 1,5 miljard nieuwe certificaten Rabobank uit te geven. Niet geheel toevallig valt

Nadere informatie

2.4 Paragraaf 4 Financiering en beleggingen

2.4 Paragraaf 4 Financiering en beleggingen 2.4 Paragraaf 4 Financiering en beleggingen Deze paragraaf gaat over het beheer van de financiële middelen (treasury). De kaders voor het op een verantwoorde manier beheren van de financiële middelen worden

Nadere informatie

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2013

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2013 BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2013 Een vooruitblik op de schuld, de schuldenlastbetalingen in 2014-2050

Nadere informatie

Het herziene Rijksgarantiekader zal tevens in het Handboek financiële informatie en administratie Rijksoverheid (Hafir) worden opgenomen.

Het herziene Rijksgarantiekader zal tevens in het Handboek financiële informatie en administratie Rijksoverheid (Hafir) worden opgenomen. Aan: de Ministers Van: de Minister van Financiën Kenmerk: BGW98/990-M Datum: 6 augustus 1998 Onderwerp: Aanpassing Rijksgarantiekader Inlichtingen bij: mw. Drs. M. Wolters Per 1 januari 1987 geldt voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 819 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld Nr. 3

Nadere informatie

Investeringskasstroom: Investeringen maatschappelijk nut -25,5 Investeringen economisch nut -83,4 Investeringen grondexploitaties (netto) -0,6

Investeringskasstroom: Investeringen maatschappelijk nut -25,5 Investeringen economisch nut -83,4 Investeringen grondexploitaties (netto) -0,6 2.7 Financiering Algemeen Deze paragraaf informeert de raad over het treasurybeleid en het risicobeheer van de financieringsportefeuille. De kaders hiervoor zijn vastgelegd in de wet Financiering Decentrale

Nadere informatie

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn.

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Samenvatting door een scholier 1771 woorden 20 februari 2008 8 15 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Onderhandse lening ; Een lening op lange termijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22 800 XV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk XV (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) voor

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement

Nadere informatie

Paragraaf 4: Financiering

Paragraaf 4: Financiering Paragraaf 4: Financiering Geldstroombeheer van de gemeente Algemeen De treasuryfunctie omvat de financiering van de beleidsvoornemens en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. Het beleid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 IXA Vaststelling van de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2012 Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING Inhoudsopgave blz. A.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 725 IX Jaarverslag en slotwet Ministerie van Financiën en Nationale Schuld 2016 Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Nadere informatie

Obligaties een financieringsinstrument en een beleggingscategorie

Obligaties een financieringsinstrument en een beleggingscategorie Obligaties een financieringsinstrument en een beleggingscategorie Mr A. van Dijk RBA 1 Inleiding Wat zijn obligaties? Kenmerken Rendement Risico Obligatiesoorten 2 Kenmerken van Obligaties Vordering Vaste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 371 Kredietcrisis Nr. 327 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 19 maart 2010

Nadere informatie

Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld

Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld VOORSTEL VAN WET Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 002 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2015) Nr. 77 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 18 november

Nadere informatie

Bankieren met de menselijke maat. Jaarverslag 2015

Bankieren met de menselijke maat. Jaarverslag 2015 Bankieren met de menselijke maat Jaarverslag 2015 SNS Bank N.V. Jaarverslag 2015 > Jaarrekening 221 1 KAS EN KASEQUIVALENTEN Specificatie kas en kasequivalenten Direct opeisbare tegoeden bij DNB 1.372

Nadere informatie

Collegevoorstel. Collegevoorstel. Advies en Beheer. zaak_zaaknummer. Ja, zonder beperkingen Algemene Middelen. Advies & Beheer

Collegevoorstel. Collegevoorstel. Advies en Beheer. zaak_zaaknummer. Ja, zonder beperkingen Algemene Middelen. Advies & Beheer zaak_id bericht_nummer bericht_id Collegevoorstel zaak_zaaknummer Advies en Beheer Regnr B&W dd 16062015 Openbaar Programma Ja, zonder beperkingen Algemene Middelen DT dd OR dd B&W dd OR dd Raad Raadsdocumenten

Nadere informatie

Deze herziening heeft geleid tot de overschrijding van de binnenlandse schuld-bbp ratio s in het tweede halfjaar van 2010.

Deze herziening heeft geleid tot de overschrijding van de binnenlandse schuld-bbp ratio s in het tweede halfjaar van 2010. Het verslagjaar 2010 In het tweede halfjaar van 2010 was de binnenlandse schuld/bbp ratio continue onder druk. Dit kwam in de eerste plaats door een significante stijging van de binnenlandse schuld wat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 IXA Vaststelling van de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2011 Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING INHOUDSOPGAVE blz. A. ARTIKELSGEWIJZE

Nadere informatie

BEGROTING 2014. Paragraaf Financiering

BEGROTING 2014. Paragraaf Financiering BEGROTING 2014 Paragraaf Financiering Ambtelijke programmamanager Afdelingshoofd Bedrijfsvoering Inleiding In de BBV 2004 (Besluit Beheer en Verantwoording Provincies en gemeenten) is een paragraaf financiering

Nadere informatie

EMPEN C REDIT L INKED N OTE

EMPEN C REDIT L INKED N OTE EMPEN C REDIT L INKED N OTE per juli 2011 Profiteer van een aantrekkelijke rente met een beperkt risico Profiteer van een aantrekkelijke rente met een beperkt risico De Europese rente staat momenteel op

Nadere informatie

Directie Middelen en Control Treasury, Risicomanagement en Deelnemingen

Directie Middelen en Control Treasury, Risicomanagement en Deelnemingen Directie Middelen en Control Treasury, Risicomanagement en Deelnemingen Nota Onderwerp Herziening rentestelsel Datum 4 september 2014 Opsteller E. de Boer 1. Inleiding Zowel in de nota Begrotingsruimte

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 210 C Wijziging van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2015 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) Nr. 2 MEMORIE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 240 IXA Jaarverslag en slotwet van Nationale Schuld 2011 Nr. 2 RAPPORT BIJ HET JAARVERSLAG 2011 VAN NATIONALE SCHULD (IXA) Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7 HOOFDSTUK 7 Opgave 1 a. Waar komen de grootboekrekeningen met betrekking tot privéonttrekkingen en privétoevoegingen voor, op de balans of de resultatenrekening? Privétoevoegingen en privéonttrekkingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Ondernemingen: om hun nieuwe gebouwen te kunnen kopen. Zij geven leningen uit aan aandeelhouders, zodat ze geld ontvangen.

Ondernemingen: om hun nieuwe gebouwen te kunnen kopen. Zij geven leningen uit aan aandeelhouders, zodat ze geld ontvangen. Samenvatting door I. 1003 woorden 21 januari 2013 5,6 5 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans HOOFDSTUK 10 : VERMOGENSMARKT Aan de vragers kant van de vermogensmarkt zijn er 3 vragers: Consumenten:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 444 IXB Jaarverslag en slotwet ministerie van Financiën 2007 Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 27 120 Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nadere informatie

vra2000vws.017 LIJST VAN VRAGEN

vra2000vws.017 LIJST VAN VRAGEN vra000vws.07 Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 000 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) LIJST

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 560 IV Wijziging van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2006 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) Nr. 2

Nadere informatie

Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden)

Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden) (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 035 Wijziging van de Comptabiliteitswet houdende bepalingen inzake het beheer van liquide middelen van rechtspersonen die collectieve middelen

Nadere informatie

Samenvatting M&O H12: Vreemd vermogen op lange termijn

Samenvatting M&O H12: Vreemd vermogen op lange termijn Samenvatting M&O H12: Vreemd vermogen op lange termijn Samenvatting door K. 1547 woorden 29 oktober 2016 1,1 2 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans H12; Vreemd vermogen op lange termijn 12.1 Onderhandse

Nadere informatie

Haarlem, 23 augustus 2011. Onderwerp: Begroting 2012. Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting

Haarlem, 23 augustus 2011. Onderwerp: Begroting 2012. Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting Haarlem, 23 augustus 2011 2011 77 Onderwerp: Begroting 2012 Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting 1 Inleiding De voor u liggende begroting 2012-2015 is de eerste begroting van het nieuwe college na de verkiezingen

Nadere informatie

houdende aanpassing van het bedrag, genoemd in artikel 16 van de Wet op de huurtoeslag, en wijziging van het Besluit op de huurtoeslag

houdende aanpassing van het bedrag, genoemd in artikel 16 van de Wet op de huurtoeslag, en wijziging van het Besluit op de huurtoeslag Besluit van houdende aanpassing van het bedrag, genoemd in artikel 16 van de Wet op de huurtoeslag, en wijziging van het Besluit op de huurtoeslag Op de voordracht van Onze Minister voor Wonen, Wijken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 002 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2015) Nr. 78 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 18 november

Nadere informatie

Leningen en kasstromen

Leningen en kasstromen 2015 Leningen en kasstromen Onderzoek ikv artikel 213a van de gemeentewet Otto Mekel JS Consultancy 9/21/2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 1.1 Aanleiding van het onderzoek... 2 1.2 Onderzoeksvragen...

Nadere informatie

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen:

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen: www.jooplengkeek.nl Vreemd vermogen op lange termijn Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen: 1. Onderhandse lening. 2. Obligatie lening. 3.

Nadere informatie