De twee ambtstermijnen van voormalig minister van Justitie Stefaan De Clerck (gefocust op het opsporings- en vervolgingsbeleid)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De twee ambtstermijnen van voormalig minister van Justitie Stefaan De Clerck (gefocust op het opsporings- en vervolgingsbeleid)"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar De twee ambtstermijnen van voormalig minister van Justitie Stefaan De Clerck (gefocust op het opsporings- en vervolgingsbeleid) Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Deneve Jessie (studentennr ) (major: Burgerlijk Recht en Strafrecht) Promotor: Prof. Dr. Brice De Ruyver Commissaris: Prof. Dr. Tom Vander Beken 1

2 Voorwoord Deze masterproef is de kers op de taart in het kader van de masteropleiding Rechtsgeleerdheid. Deze opleiding heeft bijgedragen tot mijn intellectuele ontwikkeling en ik wens in het bijzonder mijn promotor professor Brice De Ruyver te bedanken voor de kans om deze masterproef tot een goed einde te brengen. Daarnaast wil ik ook de Dienst Strafrechtelijk Beleid (DSB) danken voor het materiaal dat men ter beschikking heeft gesteld. Tot slot wil ik mijn ouders bedanken voor de morele steun alsook mijn vrienden. In het bijzonder Hanne Van Opdenbosch voor het nalezen van mijn werkstuk alsook Lien Timmermans voor de vele aanmoedigingen tijdens moeilijke perioden. 2

3 Inhoudsopgave VOORWOORD 1 INHOUDSTAFEL.3 INLEIDING.7 DEEL 1: DE EERSTE AMBTSTERMIJN VAN MINISTER VAN JUSTITIE DE CLERCK HET OPSPORINGSBELEID HOOFDSTUK 1: DE ORGANISATIE VAN DE POLITIE VOOR DE ZAAK DUTROUX... 8 AFDELING 1: INLEIDING AFDELING 2: DE DRIELEDIGE POLITIESTRUCTUUR AFDELING 3: BESLUIT HOOFDSTUK 2: DE PARLEMENTAIRE ONDERZOEKSCOMMISSIES 11 AFDELING 1: DE BENDECOMMISSIE I EN DE PINKSTERPLANNEN I EN II AFDELING 2: HET BELEID VAN DE REGERING DEHAENE II MET MINISTER VAN JUSTITIE DE CLERCK AFDELING 3: DE DUTROUXCOMMISSIE 3.1 DE DUTROUXCOMMISSIE OP POLITIONEEL VLAK 3.2 HET BELEID VAN MINISTER DE CLERCK HOOFDSTUK 3: HET OCTOPUSAKKOORD OMTRENT DE INTEGRATIE VAN DE POLITIE 18 HET VOORONDERZOEK IN STRAFZAKEN HOOFDSTUK 1: DE VOORLOPIGE HECHTENIS EN DE VRIJHEID OF DE INVRIJHEIDSTELLING ONDER VOORWAARDEN..22 HET VERVOLGINGSBELEID HOOFDSTUK 1: DE ORGANISATIE VAN HET OPENBAAR MINISTERIE VOOR DE ZAAK DUTROUX 26 HOOFDSTUK 2: DE PARLEMENTAIRE ONDERZOEKSCOMMISSIES.27 AFDELING 1: DE BENDECOMMISSIE I, PINKSTERPLAN EN COMMISSIE VOOR MENSENHANDEL 3

4 AFDELING 2: HET BELEID VAN DE REGERING DEHAENE II MET MINISTER VAN JUSTITIE DE CLERCK AFDELING 3: DE DUTROUXCOMMISSIE OP JUSTITIEEL VLAK HOOFDSTUK 3: HET OCTOPUSAKKOORD OMTRENT DE HERVORMING VAN HET OM.30 AFDELING 1:OPRICHTING VAN EEN FEDERAAL PARKET 1.1 BESLUIT: GOEDE HERVORMING? AFDELING 2: DE UITBOUW VAN HET COLLEGE VAN PROCUREURS GENERAAL AFDELING 3: DE HERDEFINIERING VAN DE ROL VAN DE PARKETTEN-GENERAAL 3.1 BESLUIT: GOEDE HERVORMING? AFDELING 4: VERSTERKING VAN DE PARKETTEN VAN EERSTE AANLEG AFDELING 5: DE EENHEIDSRECHTBANK AFDELING 6: DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE AFDELING 7: HET MANDATENSYSTEEM DEEL 2: DE TWEEDE AMBTSTERMIJN VAN MINISTER VAN JUSTITIE DE CLERCK HET OPSPORINGSBELEID HOOFDSTUK 1: EVALUATIE VAN DE POLITIEHERVORMING.45 AFDELING 1: EVALUATIE FEDERALE POLITIERAAD TIEN JAAR POLITIEHERVORMING 1.1 INLEIDING 1.2 PIJNPUNTEN 1.3 BESLUIT AFDELING 2: HUIDIGE EVALUATIE VAN DE POLITIEHERVORMING 1.1 INLEIDING 1.2 CAPACITEIT 1.3 OPLEIDING 1.4 SCHAALVERGROTING 1.5 INFORMATISERING EN CAPACITEITSMETING 1.6 AANDACHTSPUNTEN 1.7 BESLUIT HOOFDSTUK 2: BIJSTAND VAN EEN RAADSMAN BIJ HET POLITIEVERHOOR 52 AFDELING 1:HET SALDUZ-ARREST AFDELING 2: INVLOED OP RECHTSPRAKTIJK IN BELGIE 4

5 AFDELING 3: ACTIES VAN DE WETGEVENDE EN RAADGEVENDE INSTANTIES AFDELING 4: DE SALDUZ-WET IS EINDELIJK EEN FEIT AFDELING 5: DE HOUDING VAN DE REGERING EN MINISTER DE CLERCK AFDELING 6: HUIDIGE STAND VAN ZAKEN AFDELING 7: BESLUIT HET VOORONDERZOEK IN STRAFZAKEN HOOFDSTUK 1: UITWERKING PROJECT TOEPASSING ELEKTRONISCH TOEZICHT TIJDENS VOORLOPIGE HECHTENIS.64 HET VERVOLGINGSBELEID HOOFDSTUK 1: EVALUATIE VAN DE JUSTITIEHERVORMING NA HET OCTOPUSAKKOORD.68 AFDELING 1: DE WEG NAAR DE NOTA HET GERECHTELIJK LANDSCHAP AFDELING 2: DE EENHEIDSRECHTBANK HOEFT GEEN EENHEIDSWORST TE ZIJN 2.1 DE EENHEIDSRECHTBANK IN DE NOTA 2.2 DE VOORDELEN VAN EEN SCHAALVERGROTING 2.3 HET ATOMIUMOVERLEG 2.4 HET POLITIEK AKKOORD 2.5 DE HUIDIGE REGERING EN DE HERVORMING AFDELING 3: DE HERVORMINGEN INZAKE HET TUCHTSYSTEEM AFDELING 4: DE ANDERE VOORSTELLEN IN DE NOTA HERVORMING GERECHTELIJK LANDSCHAP HOOFDSTUK 2: AFHANDELING VAN MISDRIJVEN DOOR HET OPENBAAR MINISTERIE 81 AFDELING 1: MINNELIJKE SCHIKKING.IS ER SPRAKE VAN KLASSEJUSTITIE? 1.1 DE MINNELIJKE SCHIKKING 1.2 DE VERRUIMDE MINNELIJKE SCHIKKING 1.3 BESLUIT AFDELING 2: BEMIDDELING IN STRAFZAKEN 2.1 DE BEMIDDELING IN STRAFZAKEN EERSTE AMBTSTERMIJN 5

6 2.2 DE BEMIDDELING IN STRAFZAKEN TWEEDE AMBTSTERMIJN DEEL 3: BESLUIT HOOFDSTUK 1: BESLUIT OMTRENT DE EERSTE AMBTSTERMIJN 90 HOOFDSTUK 2: BESLUIT OMTRENT DE TWEEDE AMBTSTERMIJN.91 DEEL 4: BIBLIOGRAFIE 6

7 Inleiding In het kader van deze masterproef zullen we de ambtstermijnen van voormalig minister Stefaan De Clerck onder de loep nemen, in het bijzonder het opsporings- en vervolgingsbeleid. In deel 1 zullen we de stand van zaken bespreken op politioneel en justitieel vlak zowel in de periode voor de zaak Dutroux als in de periode na de zaak Dutroux, met de speciale focus op de handelingen die door voormalig minister Stefaan De Clerck gesteld zijn. In deel 2 zullen we bespreken hoe deze hervormingen evalueren en of de doelstellingen, vooropgesteld in de eerste ambtstermijn, zijn gerealiseerd. Alsook zullen de nieuwe initiatieven door Stefaan De Clerck in het kader van het opsporings- en vervolgingsbeleid worden besproken, net zoals de belangrijke actuele thema s. In het besluit zal er een standpunt ingenomen worden omtrent het beleid van voormalig minister De Clerck. Was deze een goede minister van Justitie? Heeft hij zijn beleid tot uitvoering kunnen brengen? Waren er verschillen of gelijkenissen tussen beide ambtstermijnen? Deel 1: De eerste ambtstermijn van minister van Justitie De Clerck 7

8 Het opsporingsbeleid Hoofdstuk 1: De organisatie van de politie voor de zaak Dutroux Afdeling 1: Inleiding Velen maken de veronderstelling dat het justitiebeleid er altijd al veel erger aan toe is geweest dan het politiebeleid. Hier zit een zekere waarheid in, omdat het justitiebeleid veel trager op gang is gekomen en dus steeds meer achterstand had goed te maken. Toch mag men hier niet uit concluderen dat er altijd al een politiebeleid is geweest. Begin jaren 80 was er hiervan geen sprake. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat bevoegdheden van de verschillende politiediensten overlapten, omdat men niet goed wist wat hun takenpakket nu precies inhield. Het lijkt in onze geschiedenis bijna legio te zijn: elke crisis biedt grote opportuniteiten! Dit was eind jaren 80 ook het geval, toen we in België te maken kregen met een plaag van georganiseerde criminaliteit. Men moet maar denken aan de bende van Nijvel, het Heizeldrama 1, De politie bleek niet opgewassen tegen dit enorme geweld en dit was vooral te wijten aan een slechte structuur. Het lijkt mij dan ook belangrijk om kort te schetsen hoe de structuur van de politie er toen precies uitzag. Afdeling 2: De drieledige structuur De gemeentelijke politie was, zoals het woord zelf zegt, bevoegd per gemeente en hun taak bestond uit het handhaven van de openbare orde, alsook taken van algemene preventie en bewaking. Het politiebeleid werd bepaald volgens de richtlijnen van de burgemeester. De gemeentepolitie vond zijn basis in de gemeentewet, waarbij de korpschef aan het hoofd 1 C. FIJNAUT en T. PETERS, Het drama op de Heizel. Een nabeschouwing over het parlementair onderzoek., Panopticon 1986,

9 stond en zorgde voor de leiding en de organisatie. 2 Daarnaast had de gemeentepolitie ook een aantal gerechtelijke opdrachten, zoals het opsporen van daders van misdrijven. Hierbij stond men onder het gezag van het openbaar ministerie. Deze tweedeling, enerzijds het gezag van de burgemeester voor het uitoefenen van de administratieve opdrachten anderzijds het gezag van het openbaar ministerie voor de gerechtelijke opdrachten, moest ervoor zorgen dat het evenwicht behouden werd. Naast de gemeentepolitie had men ook de gerechtelijke politie bij de parketten. Deze werden opgericht in 1919 en het was de bedoeling dat de gerechtelijke politie bij het uitoefenen van zijn takenpakket de grenzen van de gemeenten zou overstijgen. 3 Ze hadden de wettelijke taak om daders van misdrijven op te sporen en dit onder het toezicht van het openbaar ministerie. Hun taak is voornamelijk repressief van aard, hoewel men in de praktijk een verschuiving zag naar meer alledaagse controleopdrachten. Hierdoor werd de capaciteit van de gerechtelijke politie verkeerdelijk aangewend. Naast hun eigen bevoegdheden werd men ook ingezet om bijstand te verlenen aan de gemeentepolitie of Rijkswacht. Deze laatste politiedienst is in tegenstelling tot de gemeentepolitie bevoegd voor het ganse grondgebied van België. 4 De Rijkswacht kreeg een ruime bevoegdheid die kon gaan van verkeersagent tot het vervullen van gerechtelijke taken. 5 Het was een politiedienst die niet dicht bij de bevolking stond en een voorbeeld was van een staatspolitie. 6 De Rijkswacht, onderdeel van het leger, kon optreden op vordering van de minister van Binnenlandse zaken, op vordering van een verantwoordelijke instantie alsook op eigen initiatief. Door het eigen initiatiefrecht en het gebrek aan controle op de Rijkswacht leidde dit tot een enorme 2 C. FIJNAUT, W. BRUGGEMAN, F. DENIS, C. NUYTS en F. REYNIERS, De politiediensten in België. Vier commentaren op het rapport van Team Consult, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1989, Wet 7 april 1919 houdende sommige statutaire bepalingen betreffende de gerechtelijke officieren en agenten, BS 12 april C. FIJNAUT, Een kleine geschiedenis van de huidige organisatie van het Belgisch politiewezen, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1995, Wet 2 december 1957 tot oprichting van de Rijkwacht, BS 12 december P. PONSAERS en S. DE KIMPE, Consensusmania. Over de achtergronden van de politiehervorming, Leuven, Acco, 2001, 25. 9

10 bewegingsvrijheid. De inspecteur-generaal bij de Rijkswacht moest rapporten overmaken aan de ministers, maar in de praktijk gebeurde dit niet. Ook de budgetten en het tuchtsysteem werden intern bepaald. Er werd in de schoot van de Rijkswacht een Centraal Bureau voor Opsporingen opgericht, waaraan informatie inzake gerechtelijke onderzoeken werd overgemaakt en die een ondersteunende en coördinerende rol diende te spelen bij het uitvoeren van de gerechtelijke opdrachten. Afdeling 3: Besluit Hoewel elke politiedienst zijn eigen bevoegdheid had, bleek er in de praktijk een overlapping te zijn van verschillende taken. Dit hoeft niet te verwonderen, aangezien er in het verleden nooit aanpassingen zijn gebeurd met een beleidsplan in het achterhoofd. In de jaren 60, jaren waarin er een sociale onrust heerste in België, kreeg de Rijkswacht een groter bevoegdheid alsook meer financiële middelen toegewezen. 7 Dit zorgde er in de latere jaren voor dat er een gebrek aan coördinatie en samenwerking zou ontstaan tussen de verschillende politiediensten. Een politiedienst die uren wachtte vooral het parket in te lichten uit vrees dat een andere politiedienst met de zaak zou gaan lopen was schering en inslag in die tijd. Het was namelijk de onderzoeksrechter die toen zonder objectieve criteria kon beslissen wie een bepaalde zaak moest onderzoeken. 8 Hoewel de regering het probleem van de concurrerende politiediensten erkende, bleven grote veranderingen uit. Dit bleek ook uit de beleidsnota van Stefaan De Clerck. 9 Er is enige aandacht voor de verbetering van de politiediensten, maar het codewoord in zijn nota is overleg. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat er van grote hervormingen nog geen sprake was. Ook bij het installeren van de commissie Huybrechts is er van het wijzigen van de politiestructuur nog geen sprake. 10 Het is pas met de aanbevelingen van de Bendecommissie, naar aanleiding van de vele drama s zoals het Heizeldrama, dat er een beleidswijzigende aanpak werd gelanceerd. 7 Wet van 8 april 1969 tot wijziging van de wet van 2 december 1957 tot oprichting van de Rijkswacht, BS 23 april H. COVELIERS, Securitas Belgica, De Rijkswacht is overbodig, Hadewijch, 1989, Beleidsnota van het Ministerie van Justitie voor het begrotingsjaar 1996 bij het ontwerp van de algemene uitgavenbegroting, Parl.St. Kamer , nr. 131/4. 10 DE COMMISSIE VOOR EEN EFFICIENTERE POLITIESTRUCTUUR, Eindrapport Eenheid in verscheidenheid, vrijheid in gebondenheid, 20 juni 1997, 2. 10

11 Hoofdstuk 2: De parlementaire onderzoekscommissies Afdeling 1: De Bende-commissie I en Pinksterplannen I en II De hervorming van de politie is niet onmiddellijk gerealiseerd. Om een goed begrip te hebben hoe deze hervorming tot stand is gekomen, is het belangrijk dat we even terugblikken naar de Bendecommissie. Deze onderzoekscommissie ging op 24 mei 1988 van start naar aanleiding van de bende van Nijvel die ongrijpbaar bleek te zijn. Volgens de commissie waren meerdere factoren verantwoordelijk voor dit probleem. Zo bleek er een onvoldoende communicatie en groot wantrouwen binnen de politiediensten. 11 Maar ook tussen onderzoekers en magistraten speelden zich dezelfde problemen af. Daarbovenop werd de opmerking gemaakt dat er een tekort was aan middelen om de politie zijn werk te laten doen. Het gaat hier om een tekort aan efficiënte opleiding en communicatiemiddelen, maar ook aan materiele zaken zoals voertuigen bleek een gebrek. Ook was er het probleem dat de politie enkel reactief optrad. De politie trad vaak enkel op wanneer bepaalde feiten zich al hadden voorgedaan en dit met maatregelen die een tijdelijk effect resulteerden. 12 Van een geïntegreerd beleid was er geen sprake. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de onderzoekscommissie tot het besluit kwam dat een herstructurering van de politiediensten zich opdrong. 13 De drieledige structuur werkte niet, omdat deze diensten qua opleiding, statuut en werkterrein te sterk uit elkaar liepen. Door een herstructurering moest er ook een einde worden gemaakt aan de onderlinge concurrentie. Ook een demilitarisering van de Rijkswacht, een extern controleorgaan alsook een hervorming van de opleiding werden voorgesteld. Daarnaast vond men dat er nood was aan de oprichting van een wetenschappelijke dienst (NICC) die er zou voor zorgen dat de minister van Justitie wordt bijgestaan in zijn beleid. 11 Verslag namens de onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme wordt georganiseerd, Parl.St. Kamer 1988, 59/ L.ARNOU, Strafrechtspleging voor de 21ste eeuw. Beknopt overzicht van de inhoud en de beleidsvoorstellen van de bendecommissie, RW , Verslag namens de onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme worden georganiseerd, Parl.St. Kamer 1988, 59/8-59/10. 11

12 De regering Martens voelde dat er iets moest gebeuren met de aanbevelingen die door de Bendecommissie werden geuit. Daarom publiceerde men op 5 juni 1990 een regeringsverklaring, het Pinksterplan genoemd, waarin werd uitgedrukt wat er allemaal gerealiseerd diende te worden. 14 Veel van deze zaken werden ook effectief verwezenlijkt waaronder een demilitarisering van de Rijkswacht, een controle door het parlement op de politiediensten alsook een vernieuwing van de gemeentepolitie. 15 De regering Dehaene I gaf een verder vervolg aan het Pinksterplan met zijn eigen beleidsplan in juni 1992, het Pinksterplan II. Naast de uitvoering van het eerste plan bevatte dit ook nieuwe elementen zoals een uitbouw van slachtofferhulp op het niveau van politie en parket, alsook modernisering van de infrastructuur en een modernisering van de administratie wat een beperking met zich mee moest brengen van de administratieve werklast. Daarnaast was er de wet op het politieambt van 5 augustus 1992, eveneens onderdeel van het Pinksterplan, dat op 1 januari 1993 van kracht werd. Deze wet had als doel het wettelijk kader waarbinnen de politiediensten optraden duidelijk te formuleren om op die manier de coördinatie van de politiediensten op centraal en lokaal vlak te verbeteren. Afdeling 2: Het beleid van de regering Dehaene II met minister van Justitie De Clerck Het werd als snel duidelijk dat de minister van Binnenlandse Zaken zowel de Rijkswacht als de gemeentepolitie wou belasten met dezelfde politietaken. De interpolitiezones die in december 1995 werden opgericht hadden de taak de samenwerking tussen de lokale diensten te verbeteren. 16 Dit moest als resultaat hebben het efficiënter inzetten van de beschikbare middelen, alsook het streven naar een permanente basiszorg. Er gingen rond deze periode steeds meer stemmen op om een complete reorganisatie van het politiewezen te realiseren. Daarmee werd niet enkel de verhouding tussen de gerechtelijke politie en de Rijkswacht bedoeld, maar ook de verhouding tussen de Rijkswacht en gemeentepolitie. Deze 14 C. FIJNAUT en K. LAUWAERT., Het Belgische politiewezen; wetgeving, beleid, literatuur, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1995, C. FIJNAUT, De Dutroux-crisis in België, in C. FIJNAUT EN D. VAN DAELE, De hervorming van het openbaar ministerie, Leuven, Universitaire pers, 1999, C. FIJNAUT, Tien jaar reorganisatie van het politiewezen, in C. FIJNAUT, B. DE RUYVER EN F. GOOSSENS, De reorganisatie van het politiewezen, Leuven, Universitaire Pers, 1999,

13 stemmen gingen op omdat hoewel de werking tussen gemeentepolitie en Rijkswacht beter liep, de communicatie tussen de Rijkswacht en gerechtelijke politie ondermaats bleef. Ook de bevoegdheden tussen beiden bleken te overlappen. Het werd tijd om de indeling in drie zelfstandige diensten van het politiewezen los te laten. Toch bleek de regering Dehaene II geen voorstander van een grote omwenteling bij de politiediensten. 17 In juli 1996 sloot de minister van Justitie een akkoord omtrent de taakverdeling tussen de politiediensten met het College van de procureurs- generaal en met de politiechefs. Er werd gezegd in de nota dat iedere politiedienst zijn eigen kenmerken heeft, waardoor het de bedoeling was om die specialisaties af te bakenen zodat het politiekorps daarin maximaal kan investeren en de onderlinge concurrentie kon vermeden worden. 18 Het was niet de bedoeling dat de specialisaties een exclusiviteit met zich meebrengen. Dit betekende dat de politiedienst wel mocht werken omtrent een bepaald domein dat niet tot haar specialisatie behoorde, maar enkel in overleg met de andere diensten en onder toezicht van de magistraten. Een lijst van specialisaties werd opgemaakt. Het was duidelijk dat Stefaan De Clerck hier koos voor het behoud van de drie politiediensten met algemene bevoegdheid. 19 De kaart die werd getrokken om het optreden van de politiediensten doeltreffender te maken was specialisatie, geen reorganisatie. De tegenkanting die door de gerechtelijke politie op deze consensusnota werd geuit was enorm. Ze waren van oordeel dat de Rijkswacht bevoordeeld werd met diverse bevoegdheden, daar waar dit bij de gerechtelijke politie veel minder het geval was. In augustus 1996 kwam de Dutrouxzaak naar de oppervlakte. Hoewel het beleid van de regering onder druk kwam te staan, zag Stefaan De Clerck geen onmiddellijk nut in het installeren van een commissie om tot op de bodem uit te spitten wat er verkeerd liep. Eerst richtte hij een verzoek naar de politiecommandant van de Rijkswacht, naar de procureur- generaal van de Hoven van 17 Regeringsverklaring uitgesproken voor het Parlement op 28 juni 1995 door de Eerste Minister, de heer Jean- Luc Dehaene, en de krachtlijnen voor het federaal regeringsprogramma, Brussel, BS De nota is getiteld: Verdergaande specialisering, betere taakverdeling en samenwerking tussen politiediensten, 3 juli Hand. Senaat, 18 juli 1996, nr.1-59, &POS=1&LANG=nl 13

14 Beroep te Gent en te Luik, alsook naar de procureur-generaal van het Hof van Cassatie. Het was de bedoeling dat deze onafhankelijk van elkaar een onderzoek naar de toedracht van het strafrechtelijk onderzoek verrichtten. Hij richtte daarnaast ook een verzoek aan het vast comité van toezicht op de politiediensten met de vraag om de kwaliteit van de onderzoeken in een rapport samen te vatten sedert het uitbreken van de zaak Dutroux. De rapporten bleken geen duidelijk antwoord te bieden. 20 Politie en magistratuur kwamen lijnrecht tegenover elkaar te staan en gaven elkaar de schuld waardoor het installeren van een parlementaire onderzoekscommissie niet kon uitblijven. 21 Afdeling 3: De Dutrouxcommissie De roep naar een parlementaire onderzoekscommissie was luider dan ooit. Ook de samenleving werd door de zaak Dutroux aangetast. Het hoogtepunt kwam er met de Witte Mars op 20 oktober De regering kon niet doof blijven voor de roep van het volk naar een degelijk onderzoek. 22 Op 6 december 1996, met het Sinterklaasconclaaf, kwam er dan de ommezwaai. Naast de justitiële en strafvorderlijke veranderingen, kwam er ook op politievlak beweging. Maar zoals al eerder werd benadrukt, was de regering Dehaene II geen voorstander van een onmiddellijke hervorming op politioneel vlak. Ook de minister van Justitie bewierookte in zijn nota het politionele en justitiële beleid en de vele zaken die al gerealiseerd waren, hoewel deze geen aandacht meer zou krijgen. 23 Het eerste rapport van de commissie Dutroux stelde namelijk onmiddellijke structurele hervormingen voor in het politiewezen, gesteund op het plan De Ruyver COMMISSIE, Project voor een efficiëntere politiestructuur- Eindrapport, 1 juni C. FIJNAUT, Tien jaar (discussie over de ) reorganisatie van het politiewezen, in C. FIJNAUT, B. DE RUYVER EN F.GOOSSENS, De reorganisatie van het politiewezen, Leuven, Universitaire pers Leuven, 1999, De parlementaire onderzoekscommissie Dutroux-Nihoul en consoorten, Parl.St. Kamer , nr. 713/6. 23 Stefaan De Clerck, Dutroux en consoorten: acties van de regering, Brussel, B. DE RUYVER, De reorganisatie van de reguliere politiediensten in het licht van de parlementaire onderzoekscommissies Dutroux en de Bende van Nijvel in C. FIJNAUT, B. DE RUYVER en F. GOOSSENS (eds.), De reorganisatie van het politiewezen, Universitaire Pers, Leuven, 1999, (43)

15 3.1 De Dutrouxcommissie op politioneel vlak De commissie Verwilghen publiceerde zijn rapport op 14 april Een tweede verslag volgde in februari Deze kunnen concreet samengevat worden in twee delen. Enerzijds moest er een totale reorganisatie van het politiewezen komen, gebaseerd op één structuur georganiseerd op het lokale en federale niveau. Anderzijds hadden de aanbevelingen betrekking op de organisatie en werking van het openbaar ministerie. De werking van de parketten, de introductie van de managementtechnieken alsook de informatisering en samenwerking tussen de rechtsgebieden kwam aan bod. 25 Hoewel de commissie met een grote eensgezindheid vaststelde dat een reorganisatie van het politiewezen noodzakelijk was, werd de manier waarop dit moest gerealiseerd worden niet zo snel gevonden. 26 De taak van de commissie bleef beperkt tot het geven van aanbevelingen. De commissie opteerde voor een geïntegreerde politie, gestructureerd op (boven)lokaal en federaal niveau. Wat het bovenlokaal niveau en de gerechtelijke politie betreffen, zou het opsporings- en vervolgingsbeleid bepaald worden door het Openbaar Ministerie. 27 Deze dient wel rekening te houden met het strafrechtelijk beleid dat wordt uitgetekend door de procureurs-generaal onder leiding van de minister van Justitie. De bestuurlijke politie zal zich moeten houden aan een beleid dat door de gemeenteraad zal worden bepaald na overleg met de burgemeester. Wat betreft het federale niveau zal de bestuurlijke politie onder het gezag van de minister van Binnenlandse Zaken staan en de gerechtelijke politie onder dat van de minister van Justitie Zakboekje Politiezones 2008, Mechelen, Kluwer, 2007, D.J. EPPINK, Commissie-Dutroux lost op in grote mea culpa, De Standaard, 20 februari 1998; W. BRUGGEMAN, De politiehervorming: een (de) grote (grootste) uitdaging in de Belgische politiegeschiedenis, Panopticon 2001, afl. 3, Parlementair onderzoek naar de wijze waarop het onderzoek door de politie en het gerecht werd gevoerd in de zaak Dutroux- Nihoul en consorten, Parl.St. Kamer , nr. 713/6, 164 ev. ; W. WINCKELMANS, Het rapport de commissie Dutroux ( met commentaar), Leuven, Van Halewyck, 1997,

16 Belangrijk om te begrijpen is dat de politiehervorming alleen maar een hoge efficiëntiegraad kan bereiken indien het beleid van de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken op elkaar worden afgestemd, alsook het beleid op (boven)lokaal niveau van de gerechtelijke en bestuurlijke politie. 29 Ook het (boven)lokaal en federaal niveau moet een beleids- en operationele overeenstemming bereiken, vooral gerealiseerd door een goede informatiewisseling. 30 Tot slot gaf de commissie ook nog mee dat aangezien de politie een gezagsafhankelijke instantie was, de justitiële reorganisatie een noodzakelijke voorwaarde was om tot een goede politiehervorming te komen. 31 De commissie had haar werk gedaan: ze gaf de grote lijnen mee, de invulling diende te gebeuren door de regering. En daar wou het niet echt vlotten. Tussen 1996 en 1998 werden meerdere parlementaire debatten gevoerd omtrent de politiehervorming. 32 Deze vertoonde meerdere moeilijkheden waar de burgemeesters die tevens ook parlementair waren een grote rol in speelden. 33 Deze hadden de vrees dat ze het gezag over 'hun' politieagenten zouden verliezen door de integratie van de rijkwacht en gemeentepolitie in een zonale politie. 34 Ook een geïntegreerde politie op 2 verschillende niveaus zou hun macht doen afnemen ten opzichte van de lokale politie. Daarnaast vertoonde het debat ook een communautair tintje. De verschillen tussen Noord en Zuid lagen aan de basis hiervan. Een eerste verschilpunt was dat in Wallonië de burgemeester zichzelf ziet als de chef van de politie. De korpschef moet dan enkel zijn bevelen uitvoeren, terwijl dit in Vlaanderen veel minder het geval was aangezien de burgemeester in Vlaanderen meer beschouwd werd als een soort beheerder. Ook budgettair heerste er een verschil tussen Noord en Zuid. Het verschil is te herleiden tot het feit dat Wallonië jarenlang niet geïnvesteerd heeft in de gemeentepolitie. Doordat men in Wallonië in die tijd vooral een overwicht had van de 29 W. WINCKELMANS, Het rapport de commissie Dutroux ( met commentaar), Leuven, Van Halewyck, 1997, Ibid., B. DE RUYVER, Het voorstel van de parlementaire onderzoekscommissie Dutroux : genese en krachtlijnen, Panopticon 1998, afl. 3, Parlementair onderzoek naar de wijze waarop het onderzoek door de politie en het gerecht werd gevoerd in de zaak Dutroux- Nihoul en consorten, Parl.St. Kamer , nr. 713/6, 33 S. DE KIMPE, Zonder cyclus loopt het vierkant in Handboek politiediensten, nr. 57, maart 2001, Art. 90 Gemeentewet van 30 maart 1836, BS 1 april

17 Rijkswacht, gefinancierd door de federale regering, betekent dit dat bij de samensmelting tot de lokale politie er vooral door de Waalse gemeentes een budgettaire inspanning moest gebeuren. De invulling door de regering ontbrak bij gebrek aan eensgezindheid waardoor men de taak doorgaf aan de commissie Huybrechts, die al bestond sinds het Sinterklaasconclaaf. Hoewel de Bendecommissie II opnieuw dezelfde aanbevelingen uitte als de Dutrouxcommissie 35 en er in juli 1997 een rapport werd uitgebracht 36, bleek de regering niet geneigd om hier snel gepast op te reageren. Pas een klein half jaar later realiseerde de regering een plan dat vooral gekenmerkt werd door compromis. Het zal dan ook niet verwonderen dat van een volledige integratie van de politie geen sprake is. De regering zag een fusie van de gerechtelijke politie en Rijkswacht nog zitten, maar het samenvoegen van de Rijkswacht en de gemeentepolitie was een brug te ver. 37 Toch moet het gezegd zijn dat het plan wel maatregelen voorzag om in de toekomst te komen tot een echte reorganisatie. 3.2 Het beleid van minister De Clerck Hoewel met Stefaan De Clerck de minister van Justitie een sterkere invulling kreeg dan in het verleden en hij effectief een beleid wou realiseren op een stapsgewijze manier, werd hij hier ingehaald door de jarenlange verwaarlozing van politie en gerecht. De tijd om als voorzichtig jurist een beleid uit te stippelen was voorbij. 38 Toch moet het gezegd zijn dat het beleid dat hij voor ogen had niet zoveel afweek met de aanbevelingen die de Commissie Dutroux zou maken. Zo had hij al oog voor de slachtofferpositie alsook de modernisering van het openbaar ministerie stond op de agenda. Het meest fundamentele verschil is dat er in zijn 35 Verslag namens de commissie belast met het parlementair onderzoek naar de noodzakelijke aanpassingen van de organisatie en de werking van het politie-en justitiewezen op basis van de moeilijkheden die gerezen zijn bij het onderzoek naar de bende van Nijvel, Parl.St. kamer , nr. 573/7. 36 Verslag namens de commissie voor de binnenlandse en administratieve aangelegenheden, Parl.St. Senaat, , nr /1. 37 C. FIJNAUT, Tien jaar (discussie over de) reorganisatie van het politiewezen in C. FIJNAUT, B. DERUYVER en F. GOOSSENS (eds.), De reorganisatie van het politiewezen, Leuven, Universitaire Pers, 1999, (15) D. HEIRBAUT, Hadden/hebben de Belgische ministers van Justitie een civielrechtelijk beleid?, Mechelen, Kluwer, 2005,

18 beleid geen sprake was van een doorgedreven politiehervorming waarbij de driedelige politiestructuur zou worden opgeheven. 39 Het is frappant te zien dat het uitbreken van de zaak Dutroux voor de regering geen voldoende reden was om een verregaande hervorming op korte termijn door te voeren. In die zin is het dan ook een zege dat er een tweede crisis- de ontsnapping van Dutroux uit de armen van de Rijkswacht- uitbrak. Deze zal ervoor zorgen dat de regering eindelijk deed wat ze moest doen, hoewel er hiervoor wel koppen moesten rollen. In april 1998 werden zowel de minister van Binnenlandse zaken als de minister van Justitie Stefaan De Clerck verplicht ontslag te nemen naar aanleiding van de ontsnapping. 40 Hoofdstuk 3: Het Octopusakkoord omtrent de integratie van de politie Het Octopusakkoord werd concreet gemaakt door de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus 41. De niveaus hangen van verschillende overheden af: de federale politie staat op federaal niveau en de politiezone op lokaal niveau. De niveaus zijn autonoom en tussen beide is er een functionele band gecreëerd die steunt op mechanismen en structuren. De federale politie De federale politie verzorgt over het ganse grondgebied de supra-lokale en gespecialiseerde opdrachten van de bestuurlijke en gerechtelijke politie. Daarnaast staan ze ook in voor de operationele en niet- operationele ondersteuning van de lokale politie. Deze taken vervult men met inachtneming van de principes van specialiteit en subsidiariteit. Eigenlijk komt het erop neer dat de federale politie zich bezighoudt met het opsporen van de zwaardere criminaliteit en met de bovenlokale problemen die zich in de sfeer van de openbare orde voordoen. 39 P. PONSAERS en S. DE KIMPE, Consensusmania. Over de achtergronden van de politiehervorming, Leuven, Acco, 2001, L. HUYSE en A. VERDOODT, Dertig jaar justitiebeleid. Kroniek van een aangekondigde crisis, Panopticon 1999, afl. 1, Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus, BS 5 januari

19 De federale politie bestaat uit een commissariaat-generaal en drie algemene directies, namelijk de bestuurlijke politie, de Federale Gerechtelijke Politie en de directie ondersteuning en beheer. De bestuurlijke politie zal de lokale en bovenlokale fenomenen aanpakken, waar de federaal Gerechtelijke Politie eerder zich eerder zal toeleggen op gespecialiseerd onderzoek. 42 De federale politie zal een deel van het werk op het gedeconcentreerd niveau van de gerechtelijke arrondissementen uitvoeren. Zo zullen de coördinatie- en steundirecties de taken van de lokale politie in verband met de openbare orde ondersteunen en ze staan hiervoor onder leiding van de bestuurlijke directeurcoördinator. Daarnaast is de federale politie ook nog gedeconcentreerd aanwezig in de gerechtelijke arrondissementen met de Federale Gerechtelijke Politie, die onder leiding komt te staan van een gerechtelijk directeur. Deze twee actoren zijn belangrijk binnen de federale politie, omdat ze de spilfiguur vormen om een geslaagde geïntegreerde politiewerking te creëren. 43 De federale politie, die onder de bevoegdheid valt van de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie, werkt op basis van vierjaarlijkse nationale veiligheidsplannen. De lokale politie De lokale politie verzekert op het lokale niveau de basispolitiezorg, dit zijn alle opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie die noodzakelijk zijn om de lokale fenomenen op het grondgebied van een welbepaalde zone de baas te kunnen, evenals sommige politieopdrachten van federale aard. 44 Daarnaast waarborgt de geïntegreerde politiedienst een community policing voor de burger en overheden. 45 Dit is een minimale dienstverlening 42 Voorstel van resolutie betreffende de hervorming van de politiediensten en de gerechtelijke organisatie, Parl.St. Kamer , nr. 1568/2, E. DEVROE, S. DE KEULENAER EN S. THOMAES, De procureurs des Konings aan het woord- Evaluatieonderzoek zonale veiligheidsplannen, Antwerpen, Maklu, 2006, Art WGP; Voorstel van resolutie betreffende de hervorming van de politiediensten en de gerechtelijke organisatie, Parl.St. Kamer , nr. 1568/2, KB van 16 oktober 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 september 2001 tot vaststelling van de organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie teneinde een gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking te verzekeren, BS 29 oktober

20 over het hele grondgebied van het Rijk die het gebrek aan legitimiteit van de politie moest oplossen. 46 De interpolitiezones werden omgevormd tot 196 politiezones. 47 Nu zijn het er 195 geworden, omdat Lanaken en Maasmechelen onlangs zijn gefusioneerd. Naargelang het grondgebied dat ze innemen worden ze ééngemeentezones en meergemeentezones genoemd. 48 De burgemeester werkt de richtlijnen voor de politiezone uit en het is de opdracht van de korpschef om het lokaal politiebeleid, meer bepaald het zonaal veiligheidsplan, correct uit te voeren. 49 De korpschef staat, onder het gezag van de burgemeester, ook in voor de organisatie en het beheer van het korps. Het belangrijkste verschil tussen de zones is dat de korpschef bij de ééngemeentezones verantwoording moet afleggen aan de burgemeester van de gemeente en bij de meergemeentezones aan het politiecollege, samengesteld uit de burgemeesters van de politiezone. Lokaal valt de politie onder de burgemeesters en de procureur die de zonale veiligheidsplannen goedkeuren. Samenwerkingsverbanden De niveaus die werden gecreëerd mogen geen isolatie met zich meebrengen. Als men een geïntegreerde politiezorg wenst te bereiken, dient er voorzien te worden in samenwerkingsverbanden. 50 Zo zal het zonaal veiligheidsplan moeten worden opgesteld met het nationaal veiligheidsplan in het achterhoofd. 51 Door het feit dat de zonale veiligheidsplannen ook door de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie moeten 46 COL van 27 mei 2003 betreffende Community Policing, definitie van de Belgische interpretatie van toepassing op de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, BS 9 juli JEAN-CHARLES VERWAEST, De Justitiegids: wegwijs in het labyrint van het Belgisch gerecht, Globe, 1998, Art. 9 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus, BS 5 januari W. BRUGGEMAN, De politiehervorming: een (de) grote (grootste) uitdaging in de Belgische politiegeschiedenis, Panopticon 2001, Voorstel van resolutie betreffende de hervorming van de politiediensten en de gerechtelijke organisatie, Parl.St. Kamer , nr. 1568/2, Art. 37 van de wet van 7 december 1998, BS 5 januari

21 worden goedgekeurd, zal een integraal en geïntegreerd beleid ontstaan waardoor een coherente en performante politiestructuur mogelijk is. 52 Nog een feit dat daartoe bijdraagt, is de mogelijkheid die de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie hebben om op basis van het nationaal veiligheidsplan en binnen hun bevoegdheid federale politiezaken toe te wijzen aan de lokale korpsen. Het Octopusakkoord heeft daarnaast geopteerd voor één administratief en geldelijk statuut voor alle politieambtenaren. 53 Dit moest alsook bijdragen tot een goede werking van de nieuwe politiestructuren en ervoor zorgen dat er een grote mobiliteit was tussen lokale politiediensten onderling alsook tussen de lokale politiediensten en de federale politie. Op 1 januari 2001 werd de federale politie operationeel, een jaar later de lokale korpsen. Met deze wet werd eindelijk de stap gezet naar een geïntegreerde politiezorg. 52 Voorstel van resolutie betreffende de hervorming van de politiediensten en de gerechtelijke organisatie, Parl.St. Kamer , nr. 1568/2, Regeringsnota betreffende het Octopusakkoord in verband met de hervorming van de politie, Kabinet van de Eerste Minister, 24 mei 1998,

22 Het vooronderzoek in strafzaken Hoofdstuk 1: De voorlopige hechtenis en de vrijheid of de invrijheidstelling onder voorwaarden De wetgever heeft de vrijheidsberoving tijdens het strafonderzoek tot een minimum willen beperken. De wet op de voorlopige hechtenis, waarin voorzien wordt in de vrijheid of de invrijheidstelling onder voorwaarden, kon dus niet uitblijven. 54 Hoewel dit een belangrijke innovatie was, duurde het een ganse tijd vooraleer men dit invoerde. Bij vrijheid of invrijheidsstelling onder voorwaarden 55 zal de verdachte in afwachting van zijn proces door de onderzoeksrechter, het onderzoeksgerecht of het vonnisgerecht in vrijheid worden gesteld, mits het naleven van bepaalde voorwaarden. Enkel wanneer de voorlopige hechtenis kan worden bevolen is, er de mogelijkheid om een vrijheid of een invrijheidsstelling onder voorwaarden op te leggen. 56 Deze voorwaarde werd ingebouwd, omdat men het netwidening-effect wil vermijden. Het is namelijk niet de bedoeling dat men de invrijheidsstelling onder voorwaarden gaat opleggen wanneer men twijfelt over het uitschrijven van een aanhoudingsbevel. Andere materiele voorwaarden zijn dat er feiten moeten bestaan waar de wet een hoofdgevangenisstraf van één of meer jaar op stelt, de voorlopige hechtenis moet volstrekt noodzakelijk zijn voor de openbare veiligheid en er moeten ernstige aanwijzingen zijn van schuld. Daarbij komt dat indien de wettelijke straf de vijftien jaar opsluiting niet overschrijdt, er de kans op recidive, vlucht, collusie of 54 Wet van 7 mei Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Strafwetboek, van het Wetboek van Strafvordering, van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering, van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, van de wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling en tot wijziging van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964 BS, 29 juni Artikelen van de Wet 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, BS 14 augustus Art VHW. 22

23 verduistering moet worden aangetoond. 57 Deze voorwaarden dienen niet cumulatief vervuld te zijn. 58 De voorwaarden, met uitzondering van de borgsom, worden opgelegd voor een termijn van drie maanden en kunnen tijdens het onderzoek eventueel worden opgeheven, gewijzigd of verlengd. 59 De maatregel mag niet gebruikt worden als onmiddellijke bestraffing noch als dwangmiddel. De rechter kan de voorwaarden trouwens zelf invullen. Een sociale, psychologische begeleiding, maar ook een verbodsvoorwaarde of een borgsom behoort tot de mogelijkheden. De voorwaarden dienen betrekking te hebben op het gevaar voor recidive, vlucht, verduistering of collusie en er moet rekening gehouden worden met de omstandigheden van de zaak. Dit wordt de bijzondere motiveringsverplichting genoemd die bestaat naast de gewone motiveringsplicht die ook geldt bij een bevel tot aanhouding of bij een handhaving van de voorlopige hechtenis. 60 Een ander beperking die aan de voorwaarden werden gesteld is dat deze in indirect verband moeten staan met het misdrijf en ook geen vrijheidsbenemend karakter mogen hebben. 61 Dit lijkt mij logisch aangezien de term alternatief wel degelijk iets anders moet inhouden dan de vrijheidsberoving, zoals dit bij de voorlopige hechtenis het geval is. Om nog even door te gaan op de voorwaarden die kunnen worden opgelegd wens ik even een opmerking te formuleren. Het is namelijk zo dat toenmalig minister Stefaan De Clerck in zijn boek pleitte voor een streven naar dienstverlening en vooral het streven naar het herstel van de schade. Maar in hoeverre is dit verenigbaar met het vermoeden van onschuld, wat de verdachte op dat ogenblik toch nog steeds is? Het lijkt mij daarom meer aangewezen om controlemaatregelen op te leggen, aangezien dit zal trachten te voorkomen dat de verdachte recidive-, vlucht- of collusiegedrag gaat vertonen. Ook hulpverlening kan helpen in de hoop dat de verdachte niet recidiveert. Hoewel de wet voorzag in de oprichting van de sociale diensten bij de rechtbanken is het niet zo ver gekomen. 62 Stefaan De Clerck heeft wel 57 PHILIP DAENINCK, Vrijheid onder voorwaarden en invrijheidstelling onder voorwaarden als alternatieve maatregelen in een vernieuwd straflandschap, jura falconis, jg 6, , nr. 3, Cass. 15 maart 1995, Pas. 1995, Art. 36 VHW 60 Art en 35 3 VHW. 61 Parl.St. Senaat, , nr. 658/2, Art VHW. 23

24 gezorgd voor de oprichting van de Dienst Justitiehuizen die de taak hieromtrent voor hun rekening neemt. Indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan, bestaat de mogelijkheid voor de onderzoeksrechter, de rechtbank of het hof van beroep om alsnog een bevel tot aanhouding uit te vaardigen. 63 Let wel, deze kan enkel worden uitgevaardigd indien is voldaan aan de voorwaarden in art. 28 VHW. Naar mijn mening zal het overtreden van de voorwaarden wel degelijk ook als een nieuwe en ernstige omstandigheid kunnen worden beschouwd. De borgsom is een tweede alternatief voor de voorlopige hechtenis, maar hieromtrent geldt een bijzonderheid. 64 Het is de rechter die het bedrag van de borgsom bepaalt en die een voorafgaande en volledige betaling van een borgsom kan vorderen. De verdachte wordt pas in vrijheid gesteld wanneer het volledige bedrag is gestort in de Deposito- en Consignatiekas. Het openbaar ministerie zal dan het arrest of de beschikking van invrijheidsstelling ten uitvoer leggen. De borgsom gaat naar de staat wanneer blijkt dat de verdachte zonder verschoningsgrond niet is verschenen bij de proceshandelingen en bij de tenuitvoerlegging van het vonnis. Nochtans heeft het Hof van Cassatie bepaald dat een debat zijn contradictoir karakter niet verliest door afwezigheid van de verdachte op het moment van de uitspraak. Zodoende kan dit niet leiden tot verliezen van de borgsom. 65 Nog één opmerking met betrekking tot de borgsom. Hoewel in de wet 66 staat ingeschreven dat de borgsom maar kan teruggegeven worden wanneer men is verschenen bij de proceshandelingen en ter tenuitvoerlegging van het vonnis, blijkt het in de praktijk anders te zijn. Aangezien de borgsom in ons rechtssysteem als een alternatieve maatregel wordt bedoeld, heeft men terecht besloten dat men deze opgelegde voorwaarde ook kan intrekken overeenkomstig art. 36 VHW. 67 Stefaan De Clerck had in zijn oriëntatienota strafbeleid en gevangenisbeleid kritische bedenkingen omtrent het huidige sanctiearsenaal. De vrijheidsberovende sanctie, al dan niet in het kader van het vooronderzoek, diende een ultimum remedium- oplossing te worden. 63 Art VHW. 64 Art VH. 65 Cass. 11 juni 1996, JT 1997, Art lid 4 VHW. 67 Brussel (K.I.) 9 september 1997, Rev. dr. pén. 1998,

25 De vraag die men zich kan stellen is of deze alternatieve maatregel de gewenste doelstelling heeft bereikt twintig jaar later? We gaan er in de tweede ambtstermijn dieper op in. 25

26 Het vervolgingsbeleid Hoofdstuk 1: De organisatie van het openbaar ministerie voor de zaak Dutroux De zaak Dutroux gaf niet alleen de aanleiding tot de hervorming op politievlak, ook de justitiehervorming werd danig aangepakt. Toch is het niet zo dat deze problemen door de zaak Dutroux plotseling werden ontdekt en de oplossingen zomaar werden gevonden. Een lange weg werd afgelegd vooraleer het zover was. Mede doordat de politieke klasse steeds twijfelde om hun verklaringen in daden om te zetten. Op het justitievlak bleek de verwaarlozing totaal doordat de toenmalige minister van Justitie Wathelet niet enkel minister van Justitie was, maar ook vicepremier met meerdere portefeuilles op zak. Ook de geesten van de magistratuur waren nog niet rijp voor een ingrijpende verandering. Traagheid en gebrek aan tempo waren de kernwoorden die de regering toen kenmerkten. De organisatie van het openbaar ministerie, 27 gerechtelijke arrondissementen met elk een parket met aan het hoofd een procureur des Konings, was opgericht om een uniform strafbeleid te kunnen voeren. Toch bleken de verschillen in de praktijk tussen de arrondissementen onderling met betrekking tot het uitoefenen van de strafvordering en het toepassen van de strafwet zeer groot. Ook bleek de mobiliteit en de schaal van de misdrijven, zoals georganiseerde criminaliteit en fraude, zich uit te breiden. Dit zorgde ervoor dat de beperkingen van de organisatie van het openbaar ministerie naar boven kwamen en men zich begon af te vragen of het arrondissement wel de juiste schaal was om bepaalde vormen criminaliteit te bestrijden. De gerechtelijke achterstand was toen ook al een groot probleem. Elke actor in de strafrechtsketen mag nog zo goed georganiseerd zijn, als er geen beleidskeuzes gemaakt worden en men zijn prioriteiten niet op orde heeft, kan de gerechtelijke achterstand niet weggewerkt worden. 68 Dit komt eigenlijk neer op de essentie van strafrechtelijk beleid. Men moet durven de strafrechtelijke normen aanpassen om op die manier de druk van de ingang van de trechter te nemen. 68 S. DE CLERCK, Het bos en de bomen: Justitie hervormen, Lannoo, 1997,

27 Tot slot bleek ook de informatisering en specialisering van het parket een groot probleem. Door de structuur van het parket blijft de informatie binnenshuis. Dit zorgt ervoor dat fouten in bepaalde zaken worden gemaakt, maar ook dat de kennis en specialisering hierdoor wordt belemmerd. Hoofdstuk 2: De parlementaire onderzoekscommissies Afdeling 1: De Bendecommissie I, de Pinksterplannen en de commissie van mensenhandel Net zoals bij de politiehervorming, bleek de Bendecommissie I een belangrijk beginpunt. 69 Toch kwam de hervorming van het Openbaar Ministerie maar terloops ter spraak, het moet dan ook niet verwonderen dat in het Pinksterplan daaropvolgend weinig melding werd gemaakt van een echte hervorming. Meer nog, in het Pinksterplan werd een loskoppeling vooropgesteld tussen het strafrechtelijk vooronderzoek en de organisatie van het politiewezen. Dit gaat volledig in tegen de bevindingen die de Bendecommissie deed. Ook vele zaken bleven onvermeld in het Pinksterplan. Een aantal zaken werden vooropgesteld zoals het voorzien in het ambt van nationaal magistraat 70, het oprichten van een dienst die de minister van Justitie moest bijstaan bij het strafrechtelijk beleid alsook met betrekking tot de mobiliteit van de magistratuur werd er voorgesteld een termijnbeperking van de procureurs-generaal tot tien jaar door te voeren. 71 De toenmalige minister van Justitie Wathelet bleek zijn verantwoordelijk niet ernstig te nemen en voerde de meeste maatregelen van het Pinksterplan niet uit. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat er veel zaken bleven foutlopen. Zo was er een echte discrepantie aanwezig tussen het aantal middelen en personeel ten opzichte van de te verrichten werklast. Het tekort aan middelen en personeel werd daarbij nog versterkt doordat er een 69 Parlementair onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme georganiseerd wordt. Verslag namens de onderzoekscommissie uitgebracht door de heren Van Parys en Laurent, Parl.St. Kamer 1988, nr. 59/8 70 R. VERSTRAETEN, D. VAN DAELE en D. DEWANDELEER, Het federaal parket, Panopticon 1999, (56) Regeringsmededeling, Brussel, 5 juni

28 totale afwezigheid was van een opsporings- en vervolgingsbeleid. Ook de vijandigheid tussen de parketten van eerste aanleg en de parketten-generaal zorgde ervoor dat er een tekort aan communicatie ontstond. Een meerjarenplan voor justitie in juni 1993 werd uitgewerkt om een oplossing te bieden voor deze verschillende problemen 72. In 1994 werd de commissie ingesteld met het oog op uitroeiing van de mensenhandel 73 en ook hier bleek het organisatorische probleem waar het openbaar ministerie mee te maken had naar de oppervlakte te komen. 74 Opnieuw werd de conclusie geformuleerd dat het openbaar ministerie zowel qua personeel, infrastructuur als organisatie niet in staat is om grote problemen het hoofd te bieden. Afdeling 2: Het beleid van de regering Dehaene II met minister van Justitie De Clerck Tijdens de commissie Dutroux zat de regering niet stil. Minister De Clerck bleek namelijk oog te hebben voor een verdere objectiveringsmaatstaf van de benoeming van magistraten. Ook bij de bevoegdheden van de Hoge Raad voor de Justitie werd er uitvoerig stilgestaan, alsook werd er blijvend geïnvesteerd in de huisvesting en informatisering van Justitie. 75 Toch stelde de regering vast dat een investering maar nut zou hebben wanneer deze gepaard ging met een betere werking van de parketten en rechtbanken. Een doorlichting van de parketten-generaal was nodig, alsook het verder ondersteunen van de integrale kwaliteitszorg. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat minister De Clerck zijn beleid grotendeels strookte met de aanbevelingen van de commissie Dutroux, maar toch had hij geen echte hervorming van het openbaar ministerie als doel. 76 In zijn beleid ontbrak ook de herdefiniëring van de rol van de parketten-generaal. Toch keurde de ministerraad die op 7 oktober 1997 vergaderde het tweede meerjarenplan Justitie en veiligheid goed. Dit plan was 72 B. DE RUYVER, Strafrechtelijk beleid, C. DE STOOP, Ze zijn zo lief, meneer. Over vrouwenhandelaars, meisjesballetten en de Bende van de miljardair, Leuven, Kritak, 1992, p Commissie betreffende een structureel beleid met het oog op de bestraffing en de uitroeiing van de mensenhandel, Parl.St. Kamer , nr. 673/7, Beleidsnota van het Ministerie van Justitie voor het begrotingsjaar 1997, Parl.St. Kamer , nr. 727/ Algemene beleidsverklaring bij de opening van het parlementaire zittijd , Brussel, oktober

HANDBOEK POLITIEORGANISATIE INHOUD. Inleiding 7

HANDBOEK POLITIEORGANISATIE INHOUD. Inleiding 7 INHOUD Inleiding 7 Hoofdstuk 1 Historisch-politiek perspectief 9 Evolutie van het Belgisch politiebestel sinds 1830: invloed van het Franse model en eerste belangrijke ontwikkelingen van de gendarmerie

Nadere informatie

DE REORGANIS ATIE VAN HET POLITIEWEZEN. Cyrille Fijnaut, Brice De Ruyver en Franky Goossens (red.)

DE REORGANIS ATIE VAN HET POLITIEWEZEN. Cyrille Fijnaut, Brice De Ruyver en Franky Goossens (red.) DE REORGANIS ATIE VAN HET POLITIEWEZEN Cyrille Fijnaut, Brice De Ruyver en Franky Goossens (red.) Universitaire Pers Leuven 1999 INHOUDSOPGAVE Woord vooraf 5 Inhoud 7 Cyrille Fijnaut TIEN JAAR (DISCUSSIE

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar De Octopushervorming: 10 jaar later (Luik politie en Luik Gerecht)

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar De Octopushervorming: 10 jaar later (Luik politie en Luik Gerecht) Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2008-09 De Octopushervorming: 10 jaar later (Luik politie en Luik Gerecht) Masterproef van de opleiding master in de rechten Ingediend door Ann

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE INLEIDING De HRJ heeft een drievoudige opdracht die sinds 2 augustus 2000 effectief uitgeoefend wordt: Een bepalende rol spelen in het benoemingsbeleid bij de magistratuur, op

Nadere informatie

SAMENWERKING TUSSEN POLITIE EN PARKET.

SAMENWERKING TUSSEN POLITIE EN PARKET. Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2016-2017 SAMENWERKING TUSSEN POLITIE EN PARKET. Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Shari De Roose 01105413 Promotor:

Nadere informatie

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Jan VAN DROOGBROECK De extern accountant en extern belastingconsulent is overeenkomstig

Nadere informatie

Het historisch dunne vernis van de gemeentelijke autonomie

Het historisch dunne vernis van de gemeentelijke autonomie Het historisch dunne vernis van de gemeentelijke autonomie Prof. dr. Elke Devroe Universiteit Leiden 1 Introductie Actueel: Roep naar grotere zones Historische reminder Belang van de gemeentelijke autonomie

Nadere informatie

Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw

Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw De politiezone Politiereglementen Gemeentelijke administratieve sancties Isabelle Vincke 12-12-2012 Association de la Ville et des Communes de la Région de Bruxelles-Capitale asbl Vereniging van de Stad

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Woord vooraf Inleiding 13

Inhoudsopgave. Woord vooraf Inleiding 13 Woord vooraf 11 1 Inleiding 13 1.1 De schaalgrootte van de lokale politiezones: vraagstuk tijdens de politiehervorming 13 1.2 De schaalgrootte van de lokale politiezones: vraagstuk na de politiehervorming

Nadere informatie

LOKALE POLITIEZONE POLDER OPDRACHTBRIEF

LOKALE POLITIEZONE POLDER OPDRACHTBRIEF OPDRACHTBRIEF 2016-2021 Johan Geeraert Hoofdcommissaris van politie Korpschef 30 november 2016 1 Inhoud De opdrachtbrief... 3 Het ruime referentiekader... 3 Het zonaal veiligheidsplan van PZ Polder...

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2012 P.12.0878.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0878.N M G M, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Leslie Roelants, advocaat bij de balie te Antwerpen. I.

Nadere informatie

POLITIEZONE DEERLIJK HARELBEKE TOELICHTINGSNOTA VOOR DE ZITTING VAN DE POLITIERAAD VAN 14.10.2008

POLITIEZONE DEERLIJK HARELBEKE TOELICHTINGSNOTA VOOR DE ZITTING VAN DE POLITIERAAD VAN 14.10.2008 POLITIEZONE DEERLIJK HARELBEKE TOELICHTINGSNOTA VOOR DE ZITTING VAN DE POLITIERAAD VAN 14.10.2008 Openbare zitting 1. Zonaal veiligheidsplan 2009 2012. Goedkeuring van de delen die behoren tot de bevoegdheid

Nadere informatie

Activiteitenverslag van de federale politieraad : Periode september 2004- juni 2005.

Activiteitenverslag van de federale politieraad : Periode september 2004- juni 2005. Activiteitenverslag van de federale politieraad : Periode september 2004- juni 2005. 1 1. INLEIDING 3 2. BEVOEGDHEDEN 3 3. LEDEN 4 4. VERGADERINGEN 4 5. ACTIVITEITEN 4 6. BESLUIT EN OVERWEGINGEN 5 2 1.

Nadere informatie

Politie en Beleidsevaluatie

Politie en Beleidsevaluatie Politie en Beleidsevaluatie Enkele beschouwingen vanuit de politiepraktijk 9 juni 2006 Federale politie 1 1. Politie 2. Politie en veiligheid 3. Veiligheid en beleid 4. Beleid en evaluatie 9 juni 2006

Nadere informatie

12494/1/07 REV 1 yen/il/lv 1 DG H 2B

12494/1/07 REV 1 yen/il/lv 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, september 2007 (2.09) (OR. en) 2494//07 REV COPEN 23 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36/het COREPER/de Raad nr. vorig doc.: 257/07 COPEN 7 Betreft:

Nadere informatie

WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s.

WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s. WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s.) TOELICHTING De wet van 28 maart 2000 tot invoeging van een procedure

Nadere informatie

Domein 1 : Bestuurlijke politie (In termen van bevoegdheden van agent van bestuurlijke politie in overeenstemming met het art.

Domein 1 : Bestuurlijke politie (In termen van bevoegdheden van agent van bestuurlijke politie in overeenstemming met het art. INTERNE KANDIDATUUR: HOOFDINSPECTEUR VAN POLITIE (MIDDEN) Ten gevolge van de problemen met PolDoc: maak soms gebruik van het nieuwe platform PolDMS (te raadplegen via Portal) Domein 1 : Bestuurlijke politie

Nadere informatie

Bijdrage Paul Ponsaers

Bijdrage Paul Ponsaers Bijdrage Paul Ponsaers 18 mei 2013 1 Bestuurlijke Politie Gerechtelijke Politie FEDERAAL CENTRAAL Commissaris-Generaal A.D. Bestuurlijk A.D. Ondersteuning A.D. Gerechtelijk GEDECONCENTREERD (gerechtelijk

Nadere informatie

Publicatie : Inwerkingtreding :

Publicatie : Inwerkingtreding : 22 APRIL 2003. - Ministerieel besluit tot bepaling van de administratieve behandelingsprocedure van de aangelegenheden bedoeld in de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst,

Nadere informatie

Het doel is dus de financiële middelen rechtstreeks te verdelen naar de niveaus waar de verantwoordelijkheid wordt opgenomen.

Het doel is dus de financiële middelen rechtstreeks te verdelen naar de niveaus waar de verantwoordelijkheid wordt opgenomen. Op donderdag 8 oktober organiseerde het Vlaams Pleitgenootschap een paleisdispuut over de gerechtelijke hervorming. Sprekers waren Minister van Justitie Stefaan De Clerck, de heer Ghislain Londers, Eerste

Nadere informatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie Inhoud Inhoud Ten geleide Avant propos Woord vooraf Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie 1 Intitiele opdracht 1.1 haalbaarheidscriteria 1.2 Definitie van het begrip integrale veiligheidszorg

Nadere informatie

Deel 1 Strategie en beleid. Leiderschap : De weg die we bewandelen

Deel 1 Strategie en beleid. Leiderschap : De weg die we bewandelen Leiderschap : De weg die we bewandelen Missie, visie en waarden De missie, visie en waarden van de lokale politie Lier worden gebundeld in onze slagzin die uitdraagt waar we in deze organisatie voor staan

Nadere informatie

Goede afspraken maken goede vrienden: het beroepsgeheim van de GGZ bij justitie-patiënten

Goede afspraken maken goede vrienden: het beroepsgeheim van de GGZ bij justitie-patiënten Goede afspraken maken goede vrienden: het beroepsgeheim van de GGZ bij justitie-patiënten 6 e Vlaamse GGZ-congres Macht en kracht. Zorgrelaties in verandering 18 en 19 september 2012, Antwerpen Freya Vander

Nadere informatie

Algemene beginselen van handhaving op het Belgisch grondgebied. Openbare orde. Steven Dewulf Universiteit Antwerpen 24/10/2016

Algemene beginselen van handhaving op het Belgisch grondgebied. Openbare orde. Steven Dewulf Universiteit Antwerpen 24/10/2016 Algemene beginselen van handhaving op het Belgisch grondgebied Openbare orde Steven Dewulf Universiteit Antwerpen 24/10/2016 I. Begrip openbare orde Art. 135, 2 Gecoördineerde Nieuwe Gemeentewet 24 juni

Nadere informatie

Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken

Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken Een vervolging en een beteugeling langs één weg? Ragheno Business Park, Motstraat 30, 2800 Mechelen tel. 0800 40 300 fax 0800 17 529 www.kluwer.be info@kluwer.be

Nadere informatie

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken Wet Potpourri II FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing

Nadere informatie

ACTIVITEITENVERSLAG VAN DE FEDERALE POLITIERAAD. SEPTEMBER 2010 AUGUSTUS 2011 Goedgekeurd op 8 november 2011

ACTIVITEITENVERSLAG VAN DE FEDERALE POLITIERAAD. SEPTEMBER 2010 AUGUSTUS 2011 Goedgekeurd op 8 november 2011 ACTIVITEITENVERSLAG VAN DE FEDERALE POLITIERAAD SEPTEMBER 2010 AUGUSTUS 2011 Goedgekeurd op 8 november 2011 1. WETTELIJKE GRONDSLAG 1 De artikelen 6, 7, 107 en 149 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie

Nadere informatie

Publicaties Dirk Van Daele (2004)

Publicaties Dirk Van Daele (2004) 1 Publicaties Dirk Van Daele (2004) I. BOOKS 1. FIJNAUT, C., GOOSSENS, F., HUTSEBAUT, F. en VAN DAELE, D., Het Belgische politiewezen. Wetgeving - Beleid - Literatuur inzake politie, bestuur en justitie,

Nadere informatie

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Bestemd voor: Commissie Algemene Zaken, Intercommunales en Bevolking

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Bestemd voor: Commissie Algemene Zaken, Intercommunales en Bevolking GEMEENTERAAD Ontwerpbesluit OPSCHRIFT Vergadering van 11 april 2017 Besluit nummer: 2017_GR_00330 Onderwerp: Politiezone Gent - Personeelsformatie van de Politiezone Gent - Wijziging.- Nieuw organogram

Nadere informatie

Evaluatie van veiligheidsbeleid en veiligheidsplannen integraal en geïntegreerd? Beschouwingen vanuit het openbaar ministerie (OM)

Evaluatie van veiligheidsbeleid en veiligheidsplannen integraal en geïntegreerd? Beschouwingen vanuit het openbaar ministerie (OM) Evaluatie van veiligheidsbeleid en veiligheidsplannen integraal en geïntegreerd? Beschouwingen vanuit het openbaar ministerie (OM) Ivo Carmen Procureur des Konings te Leuven Antwerpen 22 februari 2011

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.15.0599.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0599.N 1. M M P V D V, beklaagde, 2. D H N H, beklaagde, aangehouden om andere redenen, eisers, beiden met als raadsman mr. Thierry

Nadere informatie

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor?

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor? De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor? Is er in uw bedrijf al eens een ernstig arbeidsongeval gebeurd? Dan bent u als werkgever, als lid van de hiërarchische lijn, als preventieadviseur, als

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsregels

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsregels Samenvatting Maatschappijleer Rechtsregels Samenvatting door J. 867 woorden 25 mei 2013 6,8 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer dit is een gedragsregel die nageleefd moet worden, deze is afdwingbaar

Nadere informatie

De wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis: begrip, evolutie en toepassingsgebied (D. De Wolf)... 19

De wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis: begrip, evolutie en toepassingsgebied (D. De Wolf)... 19 INHOUD INLEIDING... 19 De wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis: begrip, evolutie en toepassingsgebied (D. De Wolf)... 19 Inhoud... 19 Kernbibliografie... 19 Over wetten vóór 1990... 20 Over

Nadere informatie

Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten

Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten ref.: PEN-168/2017 Doelgroep Alle nieuwe parketjuristen (verplicht) Geïnteresseerde parketjuristen

Nadere informatie

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Gelet op artikel 128, 1, van de Grondwet; Gelet op de bijzondere

Nadere informatie

Zonaal Veiligheidsplan

Zonaal Veiligheidsplan Lokale Politie Mechelen Fr. De Merodestraat 88 B-2800 Mechelen Zonaal Veiligheidsplan PZ 5358 2009-2012 PZ Mechelen (5358) 1 Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012 Colofon Lokale Politie Mechelen Fr. De Merodestraat

Nadere informatie

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling)

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) DIENST Gent - Oudenaarde EEDVERBONDKAAI 285 9000 GENT DIENST Dendermonde OLV KERKPLEIN 30 9200 Dendermonde OOST-VLAANDEREN Voor wie? Slachtoffer/ daders

Nadere informatie

Politie en parlementaire controle in België en Nederland De stille kracht van de parlementaire democratie

Politie en parlementaire controle in België en Nederland De stille kracht van de parlementaire democratie C a h i e r s P o l i t i e s t u d i e s J a a r g a n Politie en parlementaire controle in België en Nederland De stille kracht van de parlementaire democratie Paul Ponsaers & Elke Devroe 1. De parlementaire

Nadere informatie

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,. Artikel PM1 A.4 Bijlage 4 De Wet veiligheidsregio s wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel door een puntkomma, toegevoegd korpschef:

Nadere informatie

DailyDoc - Intradoc - Helpdesk CDC

DailyDoc - Intradoc - Helpdesk CDC FEDERALE POLITIE Algemene Directie Personeel Directie van de juridische dienst Uitgiftenummer DGP/DPS-2007/4091/AJO het contentieux en de statuten Uitgiftedatum 25 JAN. 2007 Fritz Toussaintstraat 47 Classificatie

Nadere informatie

Inhoudstafel. Inhoudstafel 3

Inhoudstafel. Inhoudstafel 3 Inhoudstafel Inleiding 9 Deel I Wetgeving 11 1. Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 12 Titel I. Rechten en vrijheden. 12 2. De gecoördineerde Grondwet

Nadere informatie

P O L I T I E Z O N E

P O L I T I E Z O N E P O L I T I E Z O N E Z O T T E G E M / H E R Z E L E / S I N T - L I E V E N S - H O U T E M ( P Z 5 4 2 9 ) Zonaal Veiligheidsplan 2014-2017 INHOUD INLEIDING... 2 MISSIE - VISIE - WAARDEN... 3 Missie

Nadere informatie

Parket procureur des Konings Mechelen - Turnhout

Parket procureur des Konings Mechelen - Turnhout Parket procureur des Konings Mechelen - Turnhout Keizerstraat 20 Kasteelplein 1 2800 Mechelen 2300 Turnhout Samenwerkingsprotocol tussen parket Turnhout en Mechelen inzake milieu. I. PREAMBULE 1. Het thema

Nadere informatie

Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep

Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep College van Procureurs-generaal Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep Toegestuurd aan de dames en heren Toegestuurd aan de dames en heren Eerste Substituten,

Nadere informatie

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie 1 Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering De Wet van 30 juni 1971betreffende de administratieve geldboeten,

Nadere informatie

Deel 1 Strategie en beleid. Leiderschap : De weg die we bewandelen

Deel 1 Strategie en beleid. Leiderschap : De weg die we bewandelen Leiderschap : De weg die we bewandelen Missie, visie en waarden De missie, visie en waarden van de lokale politie Lier worden gebundeld in onze slagzin die uitdraagt waar we in deze organisatie voor staan

Nadere informatie

Tot waar bepaalt de bestuurlijke overheid de werkwijze van politie. Korte inhoud

Tot waar bepaalt de bestuurlijke overheid de werkwijze van politie. Korte inhoud Tot waar bepaalt de bestuurlijke overheid de werkwijze van politie Bart Somers Burgemeester Mechelen Korte inhoud Juridisch kader Bestuurlijke & Gerechtelijke overheid Bestuurlijke overheid en politiebeleid

Nadere informatie

Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 I. DRUGWET: 24 FEBRUARI II. DRUGS IN HET VERKEER 86. C. Verzwarende omstandigheden 43

Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 I. DRUGWET: 24 FEBRUARI II. DRUGS IN HET VERKEER 86. C. Verzwarende omstandigheden 43 Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 A. Drugs: vriend of vijand van alle tijden? 1 1. Inleiding 1 2. De psychoactieve stoffen van alle tijden: de klassieke drugs 4 3. De nieuwe psychoactieve

Nadere informatie

Toename van administratieve afhandeling

Toename van administratieve afhandeling Toename van administratieve afhandeling Studiedag Centrum voor Politiestudies 16/02/2017 Tom De Schepper en Melissa Rasschaert VVSG Inhoud 1. Administratieve afhandeling 2. Fenomenen en categorisering

Nadere informatie

Internationale samenwerking in strafzaken (basisopleiding)

Internationale samenwerking in strafzaken (basisopleiding) Internationale samenwerking in strafzaken (basisopleiding) ref.: INT-044 Doelgroep Tweedejaars gerechtelijke stagiairs (voor wie deze opleiding verplicht is) Magistraten van de parketten van eerste aanleg

Nadere informatie

Een oplossing voor de Splitsing van het Gerechtelijk Arrondissement Brussel 4 oktober 2011

Een oplossing voor de Splitsing van het Gerechtelijk Arrondissement Brussel 4 oktober 2011 Een oplossing voor de Splitsing van het Gerechtelijk Arrondissement Brussel 4 oktober 2011 1. Hebben de Franstaligen uit Halle-Vilvoorde het automatisch recht op een Franstalige rechter? Uitgangspunt De

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent HET FEDERAAL PARKET EN DE LOKALE PARKETTEN : COMPLEMENTAIR OF CONCURRENTEN?

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent HET FEDERAAL PARKET EN DE LOKALE PARKETTEN : COMPLEMENTAIR OF CONCURRENTEN? Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2013-14 HET FEDERAAL PARKET EN DE LOKALE PARKETTEN : COMPLEMENTAIR OF CONCURRENTEN? Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend

Nadere informatie

ACTIVITEITENVERSLAG VAN DE FEDERALE POLITIERAAD. SEPTEMBER 2008 AUGUSTUS 2009 Goedgekeurd op 28 mei 2009

ACTIVITEITENVERSLAG VAN DE FEDERALE POLITIERAAD. SEPTEMBER 2008 AUGUSTUS 2009 Goedgekeurd op 28 mei 2009 ACTIVITEITENVERSLAG VAN DE FEDERALE POLITIERAAD SEPTEMBER 2008 AUGUSTUS 2009 Goedgekeurd op 28 mei 2009 1. WETTELIJKE GRONDSLAG 1 De artikelen 6, 7, 107 en 149 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie

Nadere informatie

Deel 1 Strategie en beleid. Leiderschap : De weg die we bewandelen

Deel 1 Strategie en beleid. Leiderschap : De weg die we bewandelen Leiderschap : De weg die we bewandelen Missie, visie en waarden De missie, visie en waarden van de lokale politie Lier worden gebundeld in onze slagzin die uitdraagt waar we in deze organisatie voor staan

Nadere informatie

RECHT vaardig? Voorbereiding of naverwerking Opdracht 4

RECHT vaardig? Voorbereiding of naverwerking Opdracht 4 a) Wie zit waar Lees aandachtig onderstaande tekst. Duid nadien op de foto de plaats aan van de verschillende actoren (rood en onderlijnd in tekst) in een rechtbank. Bij een burgerlijke of een strafrechtelijk

Nadere informatie

Inleiding. Inleiding 3

Inleiding. Inleiding 3 Inleiding U wordt geraadpleegd door een vader wiens kind werd betrapt op het verhandelen van drugs en werd voorgeleid voor de procureur. De vader kreeg de boodschap dat het parket de aanhouding van zijn

Nadere informatie

Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN

Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN Frank Hutsebaut Leuvens Instituut voor Criminologie (LINC) KULeuven 1. Ter inleiding: enkele algemene noties 2. De bevoegdheid

Nadere informatie

De zonale veiligheidsraad moet minimaal tweemaal per jaar samenkomen om het beleid te bepalen, te evalueren en bij te sturen waar nodig.

De zonale veiligheidsraad moet minimaal tweemaal per jaar samenkomen om het beleid te bepalen, te evalueren en bij te sturen waar nodig. Beleid en strategie: Zonale veiligheidsraad: De zonale veiligheidsraad (afgekort ZVR) is een wettelijk orgaan dat instaat voor het veiligheidsbeleid van de Politiezone hetgeen wordt vertaald in het opstellen

Nadere informatie

Omzendbrief nr. COL 3/2001 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep

Omzendbrief nr. COL 3/2001 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL Brussel, 6 maart 2001. Omzendbrief nr. COL 3/2001 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep Mijnheer/Mevrouw de Procureur-generaal, Mijnheer/Mevrouw

Nadere informatie

Verhouding politie- en IV-plannen

Verhouding politie- en IV-plannen Evaluatie van veiligheidsplannen Vanuit een sociaal-wetenschappelijk perspectief Prof. dr. Paul Ponsaers Universiteit Gent Vakgroep Strafrecht & Criminologie 1 Verhouding politie- en IV-plannen Integrale

Nadere informatie

1.2. De naleving en de uitvoering van de akkoorden uit het verleden. Belangrijke akkoorden uit het verleden werden nog niet uitgevoerd.

1.2. De naleving en de uitvoering van de akkoorden uit het verleden. Belangrijke akkoorden uit het verleden werden nog niet uitgevoerd. Eisenbundel 2015-2016 Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1. Onderhandelingskader... 3 1.2. De naleving en de uitvoering van de akkoorden uit het verleden... 3 2. De herziening van de baremische schalen.... 3 2.1.

Nadere informatie

VOORWOORD 3 INLEIDING 4

VOORWOORD 3 INLEIDING 4 INHOUDSTAFEL VOORWOORD 3 INLEIDING 4 INHOUDSTAFEL 5 TREFWOORDENLIJST 13 KAART HOVEN VAN BEROEP 16 Kaart Hof van Beroep Antwerpen 17 Kaart Hof van Beroep Brussel 18 Kaart Hof van Beroep Gent 19 Kaart Hof

Nadere informatie

Strategische doelstelling

Strategische doelstelling Naar een nieuw Openbaar Ministerie in samenspraak met de politie Strategische doelstelling Een strafrechtelijk optreden moet maatschappelijk relevant zijn D.w.z. : Beteugeling strafbaar feit: I Binnen

Nadere informatie

Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31)

Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31) Persbericht van de Ministerraad Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31) Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, keurde de Ministerraad

Nadere informatie

Vak -> Doelstellingen

Vak -> Doelstellingen Vak -> Doelstellingen Doelstellingen 1 Relatie tot bestuurlijke en gerechtelijke organisatie 1/11 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 Bestuurlijke organisatie 1.2.1 De bevoegdheden van de actoren op de verschillende

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal! het beleid wordt uitgestippeld door een college van procureurs-generaal

samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal! het beleid wordt uitgestippeld door een college van procureurs-generaal Leg uit : het openbaar ministerie ( parket ) = hoeder van de openbare orde! 1) opsporen en onderzoeken 2) vervolgen 3) uitvoering van de straf samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal!

Nadere informatie

Domein 1 : Bestuurlijke politie (In termen van bevoegdheden van agent van bestuurlijke politie in overeenstemming met het art.

Domein 1 : Bestuurlijke politie (In termen van bevoegdheden van agent van bestuurlijke politie in overeenstemming met het art. Het zou nuttig zijn om op de site www.poldoc.be het Infonieuws Nr. 1719 van 19 oktober 2006 met als titel: " PolDoc, de documentaire site van de politie, voor iedereen toegankelijk op internet! te raadplegen.

Nadere informatie

Twee eeuwen. Openbaar Ministerie

Twee eeuwen. Openbaar Ministerie Twee eeuwen Openbaar Ministerie Met dank aan Napoleon Slechts drie jaar heerste Napoleon Bonaparte over Nederland. Toch heeft deze korte periode belangrijke sporen nagelaten in ons dagelijkse leven. Zo

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering betreffende het ontwerp Koninklijk

Nadere informatie

Internationale samenwerking in strafzaken (basisopleiding)

Internationale samenwerking in strafzaken (basisopleiding) Internationale samenwerking in strafzaken (basisopleiding) ref.: INT-044 Doelgroep Tweedejaars gerechtelijke stagiairs (voor wie deze opleiding verplicht is) Magistraten van de parketten van eerste aanleg

Nadere informatie

MECHANISMEN EN ORGANEN VAN INTERNE EN EXTERNE CONTROLE OP DE POLITIE

MECHANISMEN EN ORGANEN VAN INTERNE EN EXTERNE CONTROLE OP DE POLITIE Inzake de toegang tot www.poldoc.be kan worden verwezen naar het Infonieuws Nr. 1719 van 19 oktober 2006 met als titel: " PolDoc, de documentaire site van de politie, voor iedereen toegankelijk op internet!

Nadere informatie

DE PROCEDURE IN TUCHTZAKEN VAN DE ORDE DER GENEESHEREN

DE PROCEDURE IN TUCHTZAKEN VAN DE ORDE DER GENEESHEREN DE PROCEDURE IN TUCHTZAKEN VAN DE ORDE DER GENEESHEREN Inleiding. Nico Biesmans, Magistraat-assessor Provinciale Raad van Antwerpen Bij de oprichting van de Orde der Geneesheren heeft de wetgever het toezicht

Nadere informatie

INTERNE KANDIDATUUR : COMMISSARIS VAN POLITIE (OFFICIERKADER) Sessie TE KENNEN LEERSTOF

INTERNE KANDIDATUUR : COMMISSARIS VAN POLITIE (OFFICIERKADER) Sessie TE KENNEN LEERSTOF Algemene context Het promotie-examen voor bevordering naar het officierskader is een vergelijkend examen waarbij zowel de beroepskennis en beroepservaring, alsook de persoonlijkheid en het groeipotentieel

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 JANUARI 2015 P.14.1956.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1956.N P R, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Gino Houbrechts, advocaat bij de balie te Tongeren. I.

Nadere informatie

Publicatie : Numac :

Publicatie : Numac : pagina 1 van 5 NL einde FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Publicatie : 2017-01-30 Numac : 2017010289 Rechtbank van eerste aanleg Leuven. - Kabinet van de voorzitter Beschikking tot vaststelling van het

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Ontwerp van decreet tot wijziging van de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers en van het Gerechtelijk Wetboek, wat betreft het opleggen van sancties aan

Nadere informatie

ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN. Raoul DECLERCQ

ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN. Raoul DECLERCQ ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN Raoul DECLERCQ Emeritus Advocaat-Generaal in het Hof van Cassatie Emeritus buitengewoon hoogleraar aan de K.U. Leuven 1993 story sdentia E. Story-Scientia

Nadere informatie

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus; GR20120621 punt 1: politiezone Ninove - Openverklaring van een vacante betrekking in het operationeel kader - Hoofdinspecteur van politie - politieassistent DE RAAD, Gelet op de wet van 7 december 1998

Nadere informatie

Inspectiestrategie. en procedure voor de inbeslagname van dieren. Dienst Dierenwelzijn Bertrand LHOEST en Marie-Astrid MASSA

Inspectiestrategie. en procedure voor de inbeslagname van dieren. Dienst Dierenwelzijn Bertrand LHOEST en Marie-Astrid MASSA Inspectiestrategie van LB en procedure voor de inbeslagname van dieren Dienst Dierenwelzijn Bertrand LHOEST en Marie-Astrid MASSA 1. Inspectiestrategie van LB 1.1. Context 1.2. Wettelijke bepalingen 1.3.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 OKTOBER 2012 P.12.0330.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0330.N I A J M G, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Frank Janssen, advocaat bij de balie te Turnhout. II J A L G, beklaagde,

Nadere informatie

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen In de eindtermen (juni 2005) voor de opleiding BOA wordt verwezen naar een aantal artikelen van wetten. Deze wetten zijn: de Algemene wet op het Binnentreden (Awob) Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.1103.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.1103.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN CASSATIE, verzoeker tot vernietiging van een vonnis, eiser, inzake van M V, beklaagde.

Nadere informatie

TER INFORMATIE : Mevrouw, mijnheer de Gouverneur, Dames en heren Burgemeesters,

TER INFORMATIE : Mevrouw, mijnheer de Gouverneur, Dames en heren Burgemeesters, Aan de heren provinciegouverneurs Aan mevrouw de gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad Aan de Commissaris-generaal van de federale politie Aan de Inspecteur-generaal van de

Nadere informatie

Deze artikelen regelen de verplichting tot het verstrekken van informatie en het recht van toegang tot de beroepslokalen. 121

Deze artikelen regelen de verplichting tot het verstrekken van informatie en het recht van toegang tot de beroepslokalen. 121 Hoofdstuk 2 De misdrijven 63 152. In het fiscaal strafonderzoek gelden de gebruikelijke regels van het strafprocesrecht. De fiscus en het strafrechtelijk opsporingsapparaat opereren apart en zoals hierna

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2019 P.18.0422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr P.18.0422.N A M G M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR

Nadere informatie

REKENHOF. Het waarborgen van een minimale dienstverlening inzake basispolitiezorg. Verslag van het Rekenhof aan de Kamer van volksvertegenwoordigers

REKENHOF. Het waarborgen van een minimale dienstverlening inzake basispolitiezorg. Verslag van het Rekenhof aan de Kamer van volksvertegenwoordigers REKENHOF Het waarborgen van een minimale dienstverlening inzake basispolitiezorg Verslag van het Rekenhof aan de Kamer van volksvertegenwoordigers Brussel, juni 2004 REKENHOF Het waarborgen van een minimale

Nadere informatie

Het Justitieplan: de hervorming van justitie door Minister Geens

Het Justitieplan: de hervorming van justitie door Minister Geens Het Justitieplan: de hervorming van justitie door Minister Geens FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1

Nadere informatie

In dit algemeen reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis.

In dit algemeen reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis. Algemeen reglement betreffende het opleggen van een administratieve geldboete bij inbreuken op het stilstaan en parkeren en op de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen

Nadere informatie

Men zou in dit land bijna om een ramp smeken: Justitie- en politiehervorming naar aanleiding van de zaak-dutroux

Men zou in dit land bijna om een ramp smeken: Justitie- en politiehervorming naar aanleiding van de zaak-dutroux Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2008-2009 Men zou in dit land bijna om een ramp smeken: Justitie- en politiehervorming naar aanleiding van de zaak-dutroux Masterproef van de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 JUNI 2015 P.15.0321.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0321.N F. S., beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Michael Boonen, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

DIGITALE VERWERKING VAN VERKEERSBOETES

DIGITALE VERWERKING VAN VERKEERSBOETES DIGITALE VERWERKING VAN VERKEERSBOETES Algemeen Ingevolge Europese regelgeving heeft België ervoor moeten zorgen dat ze een systeem op poten zette teneinde op digitale wijze verkeersboetes te kunnen innen.

Nadere informatie

ZITTING VAN DE POLITIERAAD POLITIEZONE KORTRIJK - KUURNE - LENDELEDE

ZITTING VAN DE POLITIERAAD POLITIEZONE KORTRIJK - KUURNE - LENDELEDE ZITTING VAN DE POLITIERAAD POLITIEZONE KORTRIJK - KUURNE - LENDELEDE maandag 23 februari 2015 van 19u. tot 19.35u. Stadhuis, Grote Markt 54 te 8500 KORTRIJK AGENDA Openbare zitting: Goedkeuring van het

Nadere informatie

N Limosa2018 A2 Brussel, 10 oktober 2018 MH/JC/AS ADVIES. betreffende

N Limosa2018 A2 Brussel, 10 oktober 2018 MH/JC/AS ADVIES. betreffende N Limosa2018 A2 Brussel, 10 oktober 2018 MH/JC/AS 788-2018 ADVIES betreffende DE AFBAKENING VAN DE RISICOSECTOREN VOOR DE VERPLICHTE LIMOSA-AANGIFTE VOOR ZELFSTANDIGEN (goedgekeurd door het bureau op 19

Nadere informatie

Deel 1 De Openbare Orde Wat orde in de wanorde van begrippen

Deel 1 De Openbare Orde Wat orde in de wanorde van begrippen INHOUD Deel 1 De Openbare Orde Wat orde in de wanorde van begrippen HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 1. Inleiding 1 2. De openbare orde 1 3. Openbare overlast en administratieve sancties 5 4. Materiële

Nadere informatie

Omzendbrief nr. COL 3/2004 van het College van Procureursgeneraal bij de Hoven van Beroep

Omzendbrief nr. COL 3/2004 van het College van Procureursgeneraal bij de Hoven van Beroep COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL Brussel, le 27 février 2004. Omzendbrief nr. COL 3/2004 van het College van Procureursgeneraal bij de Hoven van Beroep Mijnheer/Mevrouw de Procureur-generaal, Mijnheer de

Nadere informatie

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Gelet op artikel 55 lid 3 Verordening EU 2016/679 en artikel 45 lid 2 van de Richtlijn EU 2016/680, gehoord

Nadere informatie