Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Transcriptie

1 Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

2 Copyright 2008 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Windows is een in de Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor producten en diensten van HP staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie. Tweede editie, mei 2008 Eerste editie, januari 2008 Artikelnummer:

3 Kennisgeving over het product In deze handleiding worden de voorzieningen beschreven die op de meeste modellen beschikbaar zijn. Mogelijk zijn niet alle voorzieningen op uw computer beschikbaar. iii

4 iv Kennisgeving over het product

5 Inhoudsopgave 1 Touchpad gebruiken Voorkeuren voor het touchpad instellen... 2 Externe muis aansluiten Digitizer en aanraakscherm gebruiken Pen kalibreren... 3 Aanraakscherm kalibreren... 4 Pen gebruiken... 4 Onderdelen van de pen herkennen... 4 Pen vasthouden... 4 Pen opbergen... 4 Acties uitvoeren op het aanraakscherm... 5 Klikken met de pen... 5 Schuiven met de pen... 5 Instellingen voor klikken met de pen wijzigen of testen... 6 Toewijzingen voor schuiven met de pen maken of wijzigen... 6 Voorkeuren voor het aanraakscherm instellen Toetsenbord gebruiken Hotkeys gebruiken... 7 Systeeminformatie weergeven (fn+esc)... 8 Help en ondersteuning openen (fn+f1)... 8 Venster met afdrukopties openen (fn+f2)... 9 Webbrowser openen (fn+f3)... 9 Schakelen tussen beeldschermen (fn+f4)... 9 Hibernationstand activeren (fn+f5) QuickLock activeren (fn+f6) Helderheid van het scherm verlagen (fn+f7) Helderheid van het scherm verhogen (fn+f8) Audio-cd of dvd afspelen of het afspelen onderbreken of hervatten (fn+f9) Afspelen van een audio-cd of dvd stoppen (fn+f10) Vorige muziekstuk of hoofdstuk van een audio-cd of dvd afspelen (fn+f11) Volgende muziekstuk of hoofdstuk van een audio-cd of dvd afspelen (fn+f12) v

6 4 Toetsenblokken gebruiken Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken Geïntegreerd numeriek toetsenblok in- en uitschakelen Schakelen tussen functies van toetsen op het geïntegreerde toetsenblok Optioneel extern numeriek toetsenblok gebruiken Touchpad en toetsenbord reinigen Index vi

7 1 Touchpad gebruiken De volgende afbeelding en tabel geven informatie over het touchpad van de computer. Onderdeel Beschrijving (1) Aan/uit-knop van het touchpad Hiermee schakelt u het touchpad in/uit. (2) Touchpad* Hiermee kunt u de aanwijzer (ook wel "cursor" genoemd) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. (3) Linkerknop van het touchpad* Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis. (4) Touchpadlampje Blauw: het touchpad is ingeschakeld. Oranje: het touchpad is uitgeschakeld. (5) Verticale schuifzone van het touchpad Hiermee schuift u de weergave in het actieve venster op het beeldscherm omhoog of omlaag. (6) Rechterknop van het touchpad* Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis. *In deze tabel worden de fabrieksinstellingen beschreven. Als u voorkeuren voor het touchpad wilt weergeven en wijzigen, selecteert u Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Muis. Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, schuift u uw vinger over het oppervlak van het touchpad in de richting waarin u de aanwijzer wilt bewegen. Gebruik de linker- en rechterknop van het touchpad zoals u de 1

8 betreffende knoppen op een externe muis zou gebruiken. Als u omhoog en omlaag wilt schuiven met de verticale schuifzone van het touchpad, schuift u met uw vinger omhoog of omlaag over de verticale lijnen. OPMERKING: Als u het touchpad gebruikt om de aanwijzer te verplaatsen, haalt u eerst uw vinger van het touchpad voordat u uw vinger op de schuifzone plaatst. Als u uw vinger doorschuift van het touchpad naar de schuifzone, wordt de schuiffunctie niet geactiveerd. Voorkeuren voor het touchpad instellen Via de eigenschappen voor de muis in Windows kunt u de instellingen voor cursorbesturingsapparaten aanpassen aan uw wensen. U kunt bijvoorbeeld de knopconfiguratie, kliksnelheid en opties voor de aanwijzer instellen. Selecteer Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Muis om Eigenschappen voor Muis te openen. Externe muis aansluiten U kunt een externe USB-muis aansluiten op de computer via een van de USB-poorten op de computer. of via een van de poorten op een optioneel dockingapparaat. 2 Hoofdstuk 1 Touchpad gebruiken

9 2 Digitizer en aanraakscherm gebruiken De digitizer stelt u in staat selecties te maken of items op het beeldscherm te activeren met de digitizerpen die bij de computer is geleverd. Het aanraakscherm stelt u in staat selecties te maken of items op het beeldscherm te activeren met uw vinger. De digitizer en het aanraakscherm kunnen werken met de standaardkalibratie of met een kalibratie die is ingesteld door een andere gebruiker. U wordt echter dringend geadviseerd de digitizer en het aanraakscherm te kalibreren. Kalibratie zorgt ervoor dat de digitizer optimaal werkt. Dit geldt voor alle gebruikers, maar in het bijzonder voor linkshandige gebruikers. Pen kalibreren U kalibreert de pen als volgt: 1. Dubbelklik op het kalibratiepictogram op het bureaublad. - of - Selecteer Start > Configuratiescherm > Tablet Properties (Eigenschappen voor tablet) en klik op de tab Calibrate Pen (Pen kalibreren). 2. Volg de instructies op het scherm. Tik met een digitizerpen precies in het midden van elke kalibratiemarkering. De kalibratiemarkeringen worden als plustekens (+) op het scherm weergegeven. Hierdoor wordt de digitizerpen gekalibreerd. Kalibreer de pen voor gebruik in alle vier de beeldstanden. Gebruik de schermrotatieknop op het beeldscherm om het beeld naar een andere stand te draaien. Wijzig de beeldstand pas nadat de kalibratie is voltooid. Pen kalibreren 3

10 Aanraakscherm kalibreren U kalibreert het aanraakscherm als volgt: 1. Dubbelklik op het kalibratiepictogram op het bureaublad. - of - Selecteer Start > Configuratiescherm > Tablet Properties (Eigenschappen voor tablet) en klik op de tab Calibrate Touch (Aanraakscherm kalibreren). 2. Volg de instructies op het scherm. Pen gebruiken Tik met uw vinger precies in het midden van elke kalibratiemarkering. De kalibratiemarkeringen worden als plustekens (+) op het scherm weergegeven. Hierdoor wordt het aanraakscherm gekalibreerd. Kalibreer het aanraakscherm voor gebruik in alle vier de beeldstanden. Gebruik de schermrotatieknop op het beeldscherm om het beeld naar een andere stand te draaien. Wijzig de beeldstand pas nadat de kalibratie is voltooid. U kunt met de pen schrijven in specifiek voor het gebruik van de pen geschikte programma's zoals Tablet PC Input Panel (alleen bepaalde modellen), in alle Microsoft Office-applicaties en in de meeste andere Windows-programma's en -hulpprogramma's. De gegevens die u met de pen op het scherm schrijft, kunnen worden opgeslagen, doorzocht en gedeeld met de meeste Windows-programma's. Onderdelen van de pen herkennen De pen communiceert met de computer als de penpunt (1) tegen het scherm wordt gedrukt. Dankzij de bevestigingsoogjes op de pen (2) en op de computer kunt de pen met een koordje aan de computer bevestigen. Pen vasthouden Houd de pen vast zoals u een gewone pen of een potlood vasthoudt tijdens het schrijven. Pen opbergen Als u de pen niet gebruikt, kunt u deze opbergen in de penhouder van de computer. Steek de pen met de punt naar voren in de penhouder. 4 Hoofdstuk 2 Digitizer en aanraakscherm gebruiken

11 Acties uitvoeren op het aanraakscherm Door met een kunststof computerpen (of uw vingernagel) te tikken en snelle veegbewegingen te maken op het aanraakscherm, kunt u acties uitvoeren die vergelijkbaar zijn met bepaalde muisacties, met name klikken en schuiven. De instructies in dit gedeelte zijn gebaseerd op de voorkeuren die in de fabriek zijn ingesteld. Om instellingen voor herkende penacties (tikken en snelle veegbewegingen) te wijzigen, selecteert u Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Pen en invoerapparaten. Klikken met de pen U kunt een onderdeel op het scherm selecteren op dezelfde wijze als met de linkerknop van een externe muis door op het onderdeel te tikken met de punt van de pen. U kunt een onderdeel selecteren op dezelfde wijze als met de rechterknop van een externe muis door met de pen op het onderdeel te tikken en de pen daar vast te houden. U kunt op een onderdeel op het scherm dubbelklikken op dezelfde wijze als met de linkerknop van een externe muis door met de pen twee keer op het onderdeel te tikken. Schuiven met de pen OPMERKING: Snelle veegbewegingen worden niet door alle programma's herkend. U schuift als volgt omhoog: Beweeg de pen snel omhoog tegen het aanraakscherm. U schuift als volgt omlaag: Beweeg de pen snel omlaag tegen het aanraakscherm. U gaat als volgt een pagina of scherm terug: Beweeg de pen snel naar links tegen het aanraakscherm. U gaat als volgt een pagina of scherm vooruit: Beweeg de pen snel naar rechts tegen het aanraakscherm. Acties uitvoeren op het aanraakscherm 5

12 Instellingen voor klikken met de pen wijzigen of testen U wijzigt of test als volgt de instellingen voor het klikken met de pen: 1. Selecteer Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Pen en invoerapparaten > tabblad Penopties. 2. Selecteer de actie onder Penacties en klik op Instellingen. 3. Nadat u de instellingen heeft gewijzigd of getest, klikt u op OK. OPMERKING: Opties voor de penknop worden niet ondersteund. Toewijzingen voor schuiven met de pen maken of wijzigen U maakt of wijzigt als volgt toewijzingen voor snelle veegbewegingen met de pen: 1. Selecteer Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Pen en invoerapparaten > tabblad Snelle penbewegingen. 2. Klik op Snelle penbewegingen voor navigeren en bewerken en klik daarna op Aanpassen. 3. Volg de instructies op het scherm om een toewijzing voor een snelle veegbeweging met de pen te maken of te wijzigen. 4. Klik op OK. Voorkeuren voor het aanraakscherm instellen Om voorkeuren in te stellen voor penacties (tikken en snelle veegbewegingen) en visuele feedback, selecteert u Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Pen en invoerapparaten. Deze voorkeuren zijn specifiek voor het aanraakscherm en de computer. Om voorkeuren in te stellen voor linkshandige of rechtshandige gebruikers, selecteert u Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Tablet PC-instellingen > tabblad Algemeen. Deze voorkeuren zijn specifiek voor het aanraakscherm en de computer. Om voorkeuren in te stellen voor cursorbesturing, zoals de snelheid van de aanwijzer, de kliksnelheid en muissporen, selecteert u Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Muis. Deze voorkeuren gelden voor elk aanwijsapparaat in het systeem. 6 Hoofdstuk 2 Digitizer en aanraakscherm gebruiken

13 3 Toetsenbord gebruiken Hotkeys gebruiken Hotkeys zijn combinaties van de fn-toets (1) met de esc-toets (2) of met een van de functietoetsen (3). De pictogrammen op de toetsen f1 tot en met f12 vertegenwoordigen de hotkeyfuncties. Hotkeyfuncties en procedures voor hotkeys worden beschreven in de volgende gedeelten. Functie Systeeminformatie weergeven Help en ondersteuning openen. Venster met afdrukopties openen. Een webbrowser openen. Schakelen tussen diverse beeldschermen en andere weergaveapparaten. Hibernationstand activeren. QuickLock activeren. Helderheid van het beeldscherm verlagen Helderheid van het beeldscherm verhogen Audio-cd of dvd afspelen of het afspelen onderbreken of hervatten Hotkey fn+esc fn+f1 fn+f2 fn+f3 fn+f4 fn+f5 fn+f6 fn+f7 fn+f8 fn+f9 Hotkeys gebruiken 7

14 Functie Afspelen van een audio-cd of dvd stoppen Vorige muziekstuk of hoofdstuk op een audio-cd of dvd afspelen Volgende muziekstuk of hoofdstuk op een audio-cd of dvd afspelen Hotkey fn+f10 fn+f11 fn+f12 Als u een hotkeyopdracht wilt gebruiken op het toetsenbord van de computer, volgt u een van de volgende methoden: Druk kort op de fn-toets en druk vervolgens kort op de tweede toets van de hotkeyopdracht. of Houd de fn-toets ingedrukt, druk kort op de tweede toets van de hotkeyopdracht en laat vervolgens beide toetsen tegelijk los. Systeeminformatie weergeven (fn+esc) Druk op fn+esc om informatie weer te geven over de hardwareonderdelen en het versienummer van het BIOS van het systeem. In de Windows-weergave van fn+esc wordt de versie van het BIOS (Basic Input-Output System) van het systeem weergegeven als de BIOS-datum. Bij sommige computermodellen wordt de BIOS-datum weergegeven in decimale notatie. De BIOS-datum wordt ook wel het versienummer van het systeem- ROM genoemd. Help en ondersteuning openen (fn+f1) Druk op fn+f1 om Help en ondersteuning te openen. Help en ondersteuning geeft informatie over het besturingssysteem Windows. Daarnaast biedt het de volgende informatie en hulpmiddelen: informatie over de computer, zoals het model en het serienummer, geïnstalleerde software, hardwareonderdelen en specificaties antwoorden op vragen over het gebruik van de computer zelfstudieprogramma's, aan de hand waarvan u leert onderdelen en functies van de computer en Windows te gebruiken updates voor het besturingssysteem Windows, stuurprogramma's en de software die bij de computer is geleverd controles van de functionaliteit van de computer geautomatiseerde en interactieve probleemoplossing, oplossingen voor herstel en procedures voor systeemherstel koppelingen naar ondersteuningsspecialisten 8 Hoofdstuk 3 Toetsenbord gebruiken

15 Venster met afdrukopties openen (fn+f2) Met de hotkey fn+f2 opent u het venster met afdrukopties van de actieve toepassing in Windows. Webbrowser openen (fn+f3) Druk op fn+f3 om de webbrowser te openen. Als u nog geen internet- of netwerkdiensten heeft geïnstalleerd, wordt met de hotkey fn+f3 de wizard Internetverbinding van Windows geopend. Nadat u de internet- of netwerkdiensten en de homepage voor een webbrowser heeft ingesteld, kunt u met de hotkey fn+f3 snel toegang krijgen tot deze homepage en internet. Schakelen tussen beeldschermen (fn+f4) Druk op fn+f4 om te schakelen tussen de beeldschermen waarover het systeem beschikt. Als bijvoorbeeld een monitor op de computer is aangesloten,wordt de weergave iedere keer dat u op fn +f4 drukt, overgeschakeld tussen het scherm van de computer, de monitor, en zowel het computerscherm als de monitor tegelijk. De meeste externe monitoren maken gebruik van de externe-vga-videostandaard om videogegevens van de computer te ontvangen. De hotkey fn+f4 kan ook de weergave overschakelen tussen andere apparaten die van de computer videogegevens ontvangen. De volgende video-overdrachtstypen (inclusief voorbeelden van de apparaten die deze gebruiken) worden ondersteund door de hotkey fn+f4: LCD (beeldscherm van de computer) externe VGA (de meeste externe monitoren) S-video (televisies, camcorders, dvd-spelers, videorecorders en video-opnamekaarten met een S- video-ingang) HDMI (televisies, camcorders, dvd-spelers, videorecorders en video-opnamekaarten met een HDMI-poort) Samengestelde video (televisies, camcorders, dvd-spelers, videorecorders en videoopnamekaarten met een samengestelde-video-ingang) OPMERKING: Samengestelde-videoapparaten kunnen alleen op het systeem worden aangesloten via een optioneel dockingapparaat. Hotkeys gebruiken 9

16 Hibernationstand activeren (fn+f5) VOORZICHTIG: Sla uw werk op alvorens de hibernationstand te activeren, om het risico van gegevensverlies te verminderen. Druk op fn+f5 om de hibernationstand te activeren. Wanneer de hibernationstand wordt geactiveerd, worden uw gegevens opgeslagen in een hibernationbestand op de vaste schijf en wordt de computer uitgeschakeld. De computer moet zijn ingeschakeld om de hibernationstand te kunnen activeren. Druk op Schuif de aan/uit-schakelaar kort naar rechts om de hibernationstand te beëindigen. De functie van de hotkey fn+f5 kan worden gewijzigd. U kunt de hotkey fn+f5 bijvoorbeeld zo instellen dat hiermee de slaapstand wordt geactiveerd in plaats van de hibernationstand. QuickLock activeren (fn+f6) Druk op fn+f6 om de QuickLock-beveiligingsfunctie te activeren. QuickLock beveiligt uw gegevens door het aanmeldingsvenster van het besturingssysteem weer te geven. Als het aanmeldingsvenster wordt weergegeven, kan de computer pas worden gebruikt nadat een gebruikerswachtwoord of beheerderswachtwoord voor Windows is ingevoerd. OPMERKING: Voordat u QuickLock kunt gebruiken, stelt u een gebruikerswachtwoord of een beheerderswachtwoord voor Windows in. Raadpleeg Help en ondersteuning voor instructies. Als u QuickLock wilt activeren, drukt u op fn+f6. Het aanmeldingsvenster wordt weergegeven en de computer wordt vergrendeld. Als u daarna weer toegang wilt krijgen tot de computer, volgt u de instructies op het scherm om uw gebruikerswachtwoord of beheerderswachtwoord voor Windows op te geven. Helderheid van het scherm verlagen (fn+f7) Druk op fn+f7 om de helderheid van het scherm te verlagen. Houd beide toetsen ingedrukt om de helderheid steeds verder te verlagen. Helderheid van het scherm verhogen (fn+f8) Druk op fn+f8 om de helderheid van het scherm te verhogen. Houd beide toetsen ingedrukt om de helderheid steeds verder te verhogen. Audio-cd of dvd afspelen of het afspelen onderbreken of hervatten (fn+f9) De hotkey fn+f9 werkt alleen als er een audio-cd of een dvd is geplaatst. Als de audio-cd of dvd niet wordt afgespeeld, drukt u op fn+f9 om het afspelen te starten of te hervatten. Als de audio-cd of dvd wordt afgespeeld, drukt u op fn+f9 om het afspelen te onderbreken. Afspelen van een audio-cd of dvd stoppen (fn+f10) Druk op de hotkey fn+f10 om het afspelen van een audio-cd of dvd te stoppen. 10 Hoofdstuk 3 Toetsenbord gebruiken

17 Vorige muziekstuk of hoofdstuk van een audio-cd of dvd afspelen (fn+f11) Als een audio-cd of dvd wordt afgespeeld, drukt u op fn+f11 om het vorige muziekstuk van de cd of het vorige gedeelte van de dvd af te spelen. Volgende muziekstuk of hoofdstuk van een audio-cd of dvd afspelen (fn +f12) Als een audio-cd of dvd wordt afgespeeld, drukt u op fn+f12 om het volgende muziekstuk van de cd of het volgende gedeelte van de dvd af te spelen. Hotkeys gebruiken 11

18 4 Toetsenblokken gebruiken De computer heeft een geïntegreerd numeriek toetsenblok en ondersteunt tevens een optioneel extern numeriek toetsenblok of een optioneel extern toetsenbord met een numeriek toetsenblok. Onderdeel Beschrijving (1) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets of de esctoets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. (2) Num lock-lampje Aan: num lock is aan. (3) num lk-toets Druk op deze toets drukt in combinatie met de fn-toets om het geïntegreerde numerieke toetsenblok te activeren. (4) Geïntegreerd numeriek toetsenblok Deze toetsen kunt u laten werken als de toetsen op een extern numeriek toetsenblok. 12 Hoofdstuk 4 Toetsenblokken gebruiken

19 Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken U kunt de vijftien toetsen van het geïntegreerde numerieke toetsenblok op dezelfde manier gebruiken als de toetsen van een extern toetsenblok. Wanneer het geïntegreerde numerieke toetsenblok is ingeschakeld, voert u met elke toets van dit toetsenblok de functie uit die wordt aangegeven door het pictogram in de rechterbovenhoek van de toets. Geïntegreerd numeriek toetsenblok in- en uitschakelen Druk op fn+num lk om het geïntegreerde numerieke toetsenblok in te schakelen. Het num lock-lampje gaat aan. Druk nogmaals op fn+num lk om de toetsen weer in hun standaardwerking te gebruiken. OPMERKING: Het geïntegreerde numerieke toetsenblok werkt niet als er een extern toetsenbord of numeriek toetsenblok is aangesloten op de computer of op een optioneel dockingapparaat. Schakelen tussen functies van toetsen op het geïntegreerde toetsenblok U kunt tijdelijk schakelen tussen de standaardwerking van de toetsen van het geïntegreerde numerieke toetsenblok en de numerieke functie. Gebruik hiervoor de toets fn of de toetsencombinatie fn+shift. Als u de toetsenblokfunctie van een toetsenbloktoets wilt activeren wanneer het toetsenblok is uitgeschakeld, houdt u de fn-toets ingedrukt terwijl u op de toetsenbloktoets drukt. Wanneer het toetsenblok is ingeschakeld, gebruikt u de toetsenbloktoetsen als volgt tijdelijk als standaardtoetsen: Houd de fn-toets ingedrukt en druk op de toetsenbloktoets om een kleine letter te typen. Houd de toetsen fn+shift ingedrukt om hoofdletters te typen. Optioneel extern numeriek toetsenblok gebruiken Voor de meeste externe numerieke toetsenblokken geldt dat de werking van de toetsen afhangt van het wel of niet ingeschakeld zijn van num lock (num lock is standaard uitgeschakeld). Bijvoorbeeld: Wanneer num lock is ingeschakeld, kunt u met de meeste toetsenbloktoetsen cijfers typen. Wanneer num lock is uitgeschakeld, werken de meeste toetsenbloktoetsen als pijltoetsen, page up-toets of page down-toets. Wanneer num lock op een extern toetsenblok wordt ingeschakeld, gaat het num lock-lampje op de computer branden. Wanneer num lock op een extern toetsenblok wordt uitgeschakeld, gaat het num lock-lampje op de computer uit. U schakelt als volgt num lock in of uit tijdens het werken op een extern toetsenblok: Druk op de toets num lk op het externe toetsenblok, niet op de computer. Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken 13

20 5 Touchpad en toetsenbord reinigen Als het touchpad vies of vettig wordt, is het mogelijk dat de aanwijzer onverwachte bewegingen gaat maken. U kunt dit vermijden door het touchpad te reinigen met een vochtige doek en uw handen regelmatig te wassen wanneer u met de computer werkt. WAARSCHUWING! Gebruik geen stofzuigeraccessoires om het toetsenbord te reinigen, om het risico van een elektrische schok of schade aan interne onderdelen te beperken. Een stofzuiger kan stofdeeltjes op het oppervlak van het toetsenbord achterlaten. Reinig het toetsenbord regelmatig om te voorkomen dat toetsen blijven steken en om stof, pluisjes en kruimels te verwijderen die onder de toetsen terechtkomen. U kunt een spuitbus met perslucht en een rietje gebruiken om lucht om en onder de toetsen te blazen en vuil te verwijderen. 14 Hoofdstuk 5 Touchpad en toetsenbord reinigen

21 Index A Aanraakscherm acties op scherm uitvoeren 5 gebruiken 3 kalibreren 4 tikken en vegen 5 voorkeuren 6 Afdrukopties-venster, hotkey 9 B Beeldscherm beeld, schakelen 9 helderheid instellen, hotkeys 10 Beeldscherm, schakelen 9 D Digitizer, gebruiken 3 F fn-toets 7 Functietoetsen 7 H HDMI 9 Helderheid instellen, hotkeys 10 Help en ondersteuning, hotkey 8 Hibernationstand, hotkey 10 Hotkeys bedieningselementen voor audio-cd of dvd 10 beschrijving 7 gebruiken 8 helderheid van beeldscherm verhogen 10 helderheid van beeldscherm verlagen 10 Help en ondersteuning openen 8 hibernationstand activeren 10 QuickLock activeren 10 schakelen tussen beeldschermen 9 Systeeminformatie weergeven 8 venster met afdrukopties openen 9 webbrowser openen 9 Hotkey voor systeeminformatie 8 K Klikken instellingen wijzigen 6 testen 6 Klikken met de pen uitvoeren 5 Knoppen aan/uit-knop van touchpad 1 touchpad 1 L Lampjes num lock 12 touchpad 1 M Mediabedieningselementen, hotkeys 10 Muis, extern aansluiten 2 voorkeuren instellen 2 N Num lock, extern toetsenblok 13 Num lock-lampje, herkennen 12 P Pen gebruiken 4 herkennen 4 kalibreren 3 opbergen 4 Penbevestigingsoogje 4 Penhouder 4 Q QuickLock, hotkey 10 S Samengestelde video 9 Schuifvlakken, van touchpad 1 Schuiven met de pen toewijzingen maken 6 toewijzingen wijzigen 6 uitvoeren 5 S-video 9 T Toetsenblok, extern gebruiken 13 num lock 13 Toetsenblok, geïntegreerd gebruiken 13 herkennen 12 in- en uitschakelen 13 schakelen tussen functies van toetsen 13 Toetsenbord 7 Toetsenbordhotkeys, herkennen 7 Touchpad herkennen 1 schuifzones 1 voorkeuren instellen 2 Touchpadknoppen, herkennen 1 Touchpadlampje, herkennen 1 V Video-overdrachtstypen 9 Index 15

22 W Webbrowser, hotkey 9 16 Index

23