Vragenlijst voor ouders/verzorgers

Transcriptie

1 Vragenlijst voor ouders/verzorgers

2 Instructie Algemeen Het is belangrijk dat de vragenlijst ingevuld wordt over het kind dat op de voorkant in de brief vermeld staat. Als we het in de vragenlijst hebben over uw kind, dan bedoelen we het kind dat in de brief is genoemd. Ook in het geval dat u meerdere kinderen hebt, is het de bedoeling dat u alle vragen invult over dit kind. Het is belangrijk dat u bij alle vragen een antwoord aankruist, ook al vindt u dat soms misschien moeilijk. Zo is het mogelijk dat een aantal vragen niet of minder op uw kind van toepassing is. Kruist u in dit geval het antwoord aan dat het meest op uw kind of de ouders/verzorgers van toepassing is. Er zijn geen goede of foute antwoorden, het gaat om uw ervaringen. Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer een half uur. Invullen via internet? Ga naar Voer uw inlogcode in (zie voorkant vragenlijst) Schriftelijk invullen? Leest u alle vragen en antwoorden rustig door. Meestal mag u maar één vakje aankruisen, bijvoorbeeld: Is uw kind een jongen of een meisje? jongen meisje Als u meer dan één vakje aan mag kruisen, dan staat dat altijd bij de vraag vermeld! LET OP: Heeft u zich vergist bij het invullen, maak het foute hokje zwart en zet een kruisje in het goede hokje. In welke provincie woont u? Noord-Brabant Limburg Zeeland Noord-Brabant wordt in dit geval als uw antwoord gezien. Scheur de brief langs de perforatierand van de vragenlijst af Stuur de vragenlijst in bijgevoegde antwoordenvelop naar ons terug (geen postzegel nodig) Vanwege de postverwerking is het adres op de antwoordenvelop een postbus in Delft en niet het adres van de GGD.

3 A Algemeen Let u erop dat u de vragenlijst invult voor het kind dat in de brief genoemd wordt A1 Is uw kind een jongen of een meisje? Jongen Meisje A2 Hoe oud is uw kind? jaar en maanden A3 Hoe lang is uw kind? (zonder schoenen) centimeter A4 Hoeveel weegt uw kind? (zonder kleren, afronden op hele kilo s) kilogram A5 Wat zijn de vier cijfers van de postcode van het woonadres van uw kind? A6 Bij wie woont uw kind de meeste dagen van de week? Mijn kind woont: Er is één antwoord mogelijk. Bij de vader en moeder (samen) Ongeveer de helft van de tijd bij de moeder en de helft van de tijd bij de vader (co-ouders) Bij de moeder en haar vriend(in) Bij de vader en zijn vriend(in) Alleen bij de moeder Alleen bij de vader Bij anderen (bijvoorbeeld pleegouders, andere familie, internaat) A7 In welk land is uw kind geboren? In welk land is de moeder van het kind geboren? In welk land is de vader van het kind geboren? Nederland Nederland Nederland Suriname Suriname Suriname Nederlandse Antillen Nederlandse Antillen Nederlandse Antillen Aruba Aruba Aruba Turkije Turkije Turkije Marokko Marokko Marokko Polen Polen Polen Roemenië Roemenië Roemenië Bulgarije Bulgarije Bulgarije Ander land, namelijk: Ander land, namelijk: Ander land, namelijk: 1 GGD West-Brabant

4 A8 Wat is de hoogst voltooide opleiding van u en uw partner? (Een opleiding afgerond met diploma of voldoende getuigschrift) In te vullen door de ouder(s)/verzorger(s) die in het huis wonen waar uw kind de meeste dagen van de week woont. Geef in elke kolom één antwoord. moeder / verzorgster vader / verzorger Niet van toepassing, er is geen moeder / verzorgster c.q. vader / verzorger in het huis waar het kind de meeste dagen van de week woont Geen opleiding (lagere school niet afgemaakt) Basisonderwijs (lagere school, speciaal basisonderwijs) Lager of voorbereidend beroepsonderwijs (zoals LTS, LEAO, LHNO, VMBO) Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (zoals MAVO, (M)ULO, MBO-kort, VMBO theoretische leerweg) Middelbaar beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs (zoals MBO-lang, MTS, MEAO, BOL, BBL, INAS) Hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (zoals HAVO, VWO, atheneum, gymnasium, HBS, MMS) Hoger beroepsonderwijs (zoals HTS, HEAO, HBO-V, kandidaats wetenschappelijk onderwijs) Wetenschappelijk onderwijs (universiteit) Anders moeder / verzorgster, namelijk: Anders vader / verzorger, namelijk: A9 Welke situatie is het meest van toepassing op u en uw partner? In te vullen door de ouder(s)/verzorger(s) die in het huis wonen waar uw kind de meeste dagen van de week woont. Geef in elke kolom één antwoord. moeder / verzorgster vader / verzorger Heeft betaald werk, werkt fulltime (36 uur of meer) Heeft betaald werk, werkt parttime (minder dan 36 uur) Is (vervroegd) met pensioen (AOW, VUT, FPU) Is werkloos / werkzoekend Is arbeidsongeschikt (WAO, AAW, WAZ, WAJONG) Heeft een bijstandsuitkering Is huisman / huisvrouw Volgt onderwijs / studeert Er is geen vader / verzorger of moeder / verzorgster in huis A10 Wat is het netto maandinkomen van uw huishouden? Netto is het bedrag dat u en uw eventuele partner maandelijks op jullie bank- of girorekening(en) krijgen. Dit zijn inkomsten uit arbeid, pensioen, uitkeringen of alimentatie. Eventuele kinderbijslag of vakantie-uitkering moeten niet worden mee gerekend ,-- of minder 1.001,-- tot en met 1.350, ,-- tot en met 1.800, ,-- tot en met 3.150, ,-- of meer Wil ik niet zeggen Jeugdenquête

5 A11 A12 B B1 Heeft u in het afgelopen jaar moeite gehad om van het inkomen van uw huishouden rond te komen? De onderstaande stellingen gaan over de gevolgen van geldgebrek voor uw kind. Door geldgebrek Waar Beetje waar Niet waar a....is mijn kind geen lid van een (sport)club of vereniging b....kan mijn kind niet deelnemen aan activiteiten zoals vakantie, dagje uit, verjaardagsfeestje of uitstapje van school c....krijgt mijn kind niet dagelijks melk, groente of fruit d....kan ik voor mijn kind onvoldoende kleding kopen e....zijn er spanningen in het gezin waar mijn kind last van heeft f....kan mijn kind niet op zwemles g....kan mijn kind weleens niet naar een hulpverlener (bijvoorbeeld dokter, tandarts, fysiotherapeut, logopedist) als dit nodig is h....krijgt mijn kind niet de medicijnen of hulpmiddelen (bijvoorbeeld bril, beugel, steunzolen) die het nodig heeft i....is er geen opvang van mijn kind na schooltijd Zwangerschap en ontwikkeling Heeft de moeder tijdens de zwangerschap alcohol gedronken? Nee, geen enkele moeite Nee, geen moeite, maar ik moet wel opletten op mijn uitgaven Ja, enige moeite Ja, grote moeite Nee Ja, zij dronk af en toe, maar niet iedere week Ja, zij dronk af en toe, maar niet iedere dag Ja, zij dronk iedere dag Weet ik niet (meer) B2 C Heeft de moeder van het kind tijdens de zwangerschap gerookt? Gezondheid en welzijn Nee Ja, maar zij is tijdens de zwangerschap gestopt Ja, zij rookte af en toe, maar niet iedere dag Ja, zij rookte iedere dag Weet ik niet (meer) C1 Wat vindt u, over het algemeen genomen, van de gezondheid van uw kind? Heel goed Goed Gaat wel Niet zo best Slecht C2 Wat vindt u van het gewicht van uw kind? Mijn kind is veel te licht Mijn kind is iets te licht Het gewicht van mijn kind is goed Mijn kind is iets te zwaar Mijn kind is veel te zwaar 3 GGD West-Brabant

6 C3 Hieronder zijn zeven gezichtjes afgebeeld die gevoelens weergeven. Welk gezichtje geeft het beste aan hoe uw kind zich in de afgelopen drie maanden voelde? Kruis onder dat gezichtje het vakje aan. C4 Wilt u bij de volgende ziekten en aandoeningen aankruisen of uw kind die heeft of in de afgelopen 12 maanden heeft gehad? Geef voor elke ziekte of aandoening aan of uw kind deze wel of niet heeft (gehad) en zo ja, of deze niet of wel door een (huis)arts is vastgesteld. Ja, niet door arts Nee vastgesteld a. Astma of bronchitis b. Eczeem c. Allergie d. Diabetes Mellitus (suikerziekte) e. Kanker f. Een aandoening van het zenuwstelsel, zoals waterhoofd, open rug, spasticiteit g. Verstandelijke handicap h. Motorische handicap i. Chromosoomafwijking of aangeboren afwijking in de genen (bijvoorbeeld Cystic Fibrosis, syndroom van Down) j. Buikklachten langer dan 3 maanden k. Migraine of regelmatige ernstige hoofdpijn l. ADHD m. Autisme n. Anders, namelijk: Ja, wel door arts vastgesteld C5 C6 Heeft uw kind op dit moment één van de volgende problemen? U mag hier meer antwoorden aankruisen. Slaapproblemen Zindelijkheidsproblemen Eetproblemen Problemen met motoriek Taal- of spraakproblemen Leerproblemen Geen van bovengenoemde problemen Is uw kind in de afgelopen 12 maanden. Ja Nee a.... opgenomen geweest in een ziekenhuis? (niet voor de geboorte van het kind) b....onder behandeling geweest van een specialist? (hiermee bedoelen we niet de huisarts, maar bijvoorbeeld een kinderarts, internist of chirurg) c....onder behandeling geweest van een fysiotherapeut, Mensendieck- of Caesartherapeut? d....onder behandeling geweest van een diëtist? e....onder behandeling geweest van een alternatieve genezer? (bijvoorbeeld homeopaat, acupuncturist, magnetiseur) f....onder behandeling geweest van een logopedist? Jeugdenquête

7 C7 Is uw kind in de afgelopen 3 maanden bij de huisarts geweest? Ja Nee C8 Hoe vaak gaat uw kind voor controle naar de tandarts of mondhygiënist? (niet orthodontist of beugeltandarts) (Nog) niet Wel eens Eén per jaar Twee per jaar (dat is één per half jaar) of vaker C9 Heeft uw gezin de volgende ingrijpende gebeurtenissen ooit meegemaakt of maakt het nu mee? Let op: wanneer het gaat over ouders worden ook pleeg- of stiefouders bedoeld. Als u in kolom A ja heeft ingevuld, vul dan ook kolom B in. A. Heeft uw gezin dit ooit meegemaakt of maakt het nu mee? B. Heeft uw gezin hier nu (nog) problemen mee? Nee Ja > Ja Nee a. Overlijden van familielid of geliefd persoon > b. Langdurige ziekte of ziekenhuisopname van het kind zelf > c. Langdurige ziekte of ziekenhuisopname van een gezinslid > d. Psychische problemen van u of uw partner > e. Ongeval(len) > f. Slachtoffer van geweld of criminaliteit > g. Conflicten of ruzies buiten het gezin > h. Conflicten of ruzies binnen het gezin > i. Echtscheiding of voor langere tijd weggaan van gezinslid > j. Uitbreiding gezin door geboorte of adoptie van broertje(s) > of zusje(s) k. Uitbreiding gezin: stiefvader/-moeder en/of stiefkind erbij > l. Problemen met ander kind in gezin > m. Problemen in verband met werk of werkloosheid van (één > van) de ouder(s) n. Problemen in verband met geld/inkomen > o. Problemen met drank of verslaving > p. Verhuizing of migratie > q. Woonproblemen, problemen met huisvesting of verblijf in Nederland r. Vlucht (vanwege bijvoorbeeld oorlog of politieke situatie) vanuit een ander land naar Nederland > > s. Andere ingrijpende gebeurtenissen, namelijk: > C10 Rookt de ouder(s)/verzorger(s) van het kind? Moeder / verzorgster Vader / verzorger Ja Ja Nee Nee 5 GGD West-Brabant

8 C11 Hoe vaak heeft de moeder/verzorgster en de vader/verzorger de afgelopen zes maanden 4 of meer glazen alcoholhoudende drank op één dag gedronken en hoe vaak dronk u in dezelfde periode 6 of meer glazen op één dag? Moeder / verzorgster Elke dag 5-6 per week 3-4 per week 1-2 per week 1-3 per maand 3-5 per half jaar 1-2 per half jaar Nooit a. 4 of meer glazen b. 6 of meer glazen Vader / verzorger Elke dag 5-6 per week 3-4 per week 1-2 per week 1-3 per maand 3-5 per half jaar 1-2 per half jaar Nooit a. 4 of meer glazen b. 6 of meer glazen D Woonomgeving en voorzieningen D1 Is er gerookt in huis in de afgelopen 7 dagen toen uw kind erbij was? Nee, er wordt nooit in huis gerookt Nee, er wordt in huis nooit gerookt als mijn kind er bij is Nee, in de afgelopen 7 dagen werd in huis niet gerookt met mijn kind er bij Ja, in de afgelopen 7 dagen werd in huis gerookt met mijn kind er bij Is uw kind jonger dan 4 jaar, ga dan naar vraag D3. D2 Deze vraag gaat over mogelijke barrières voor uw kind om buiten te spelen. Kunt u van de volgende stellingen aangeven in hoeverre u het ermee eens/oneens bent? Niet mee eens, niet mee oneens Een beetje mee oneens Helemaal mee oneens Helemaal Een beetje Als mijn kind niet buiten speelt, komt dat omdat mee eens mee eens a. er druk of hard rijdend ver in de buurt is b. er problemen met het onderhoud zijn, zoals gaten en kuilen in het speelveld, of de aanwezigheid van een sloot die niet afgeschermd is c. er hondenpoep is d. er geen vriendjes of vriendinnetjes buiten zijn e. er hangjongeren of vreemde mannen/vrouwen in de buurt zijn f. er geen speelvoorzieningen in de buurt zijn g. mijn kind liever binnen speelt h. het slecht weer is i. er geen toezicht is bij een speelplek Jeugdenquête

9 D3 Zijn er voorzieningen of contacten die u mist in uw buurt? Ja Nee a. Kinderdagverblijf / crèche b. Peuterspeelzaal c. Basisschool d. Buitenschoolse opvang e. Activiteiten voor kinderen f. Sportvoorzieningen voor kinderen g. Speeltuintje h. Veilige speelplek i. Grasveld j. Gebruikersgroen (parken, bos en natuurgebied) k. Buurthuis / buurtwerk l. Bibliotheek m. Contact met andere ouders n. Contact van mijn kind met andere kinderen o. Ik mis iets anders, namelijk: D4 Wilt u aangeven hoe tevreden u bent over de volgende zaken in uw buurt? Zeer tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden a. Contact met andere ouders b. Contact van mijn kind met andere kinderen c. Mogelijkheden voor mijn kind om alleen buiten te spelen d. Speeltuintje e. Activiteiten voor mijn kind f. Gebruikersgroen (parken, bos en natuurgebied) g. Oversteekplaatsen h. Veiligheid voor fietsers op straat i. Versgedrag van automobilisten (bijvoorbeeld snelheid) j. Hoeveelheid geluidsoverlast en uitstoot van ver 7 GGD West-Brabant

10 E Opvang E1 Maakt u regelmatig, dat wil zeggen minstens 1 per week, overdag gebruik van opvang voor uw kind? Denk hierbij aan het kinderdagverblijf, de peuterspeelzaal, een oppas, overblijven op school etc. Ja Nee > ga naar vraag F1 E2 Hoeveel dagen per week maakt u overdag gebruik van de onderstaande vormen van opvang voor uw kind? 0 dagen 1 dag 2 dagen 3 dagen 4 dagen 5 dagen a. Kinderdagverblijf / crèche b. Speciaal (medisch) kinderdagverblijf c. Peuterspeelzaal d. Gastouderopvang e. Buitenschoolse opvang (BSO / NSO) f. Overblijven op school (tussen de middag / continurooster) g. Betaalde oppas (zelfgezochte oppas, grootouders, familieleden, vrienden, etc.) h. Onbetaalde oppas (zelfgezochte oppas, grootouders, familieleden, vrienden, etc.) i. Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE-voorziening) j. Andere opvang F Opvoeding F1 Hieronder staan vijf stellingen over hoe u zich voelt in het opvoeden van uw kind. Kunt u aangeven in hoeverre u het hiermee eens bent? a. Ik heb vaak het gevoel dat ik de opvoeding van mijn kind goed aan kan b. Ik ben ervan overtuigd dat ik de noodzakelijke vaardigheden bezit om een goede ouder te zijn voor mijn kind c. Als ik opvoedvragen heb, lukt het vrijwel altijd om die op te lossen, zo nodig met ondersteuning van anderen in mijn omgeving d. Ik sta open voor tips of advies over de opvoeding van mijn kind van mensen in mijn omgeving e. Hoe ik mijn kind opvoed, gaat alleen mij (en de eventuele andere ouder) aan Helemaal mee oneens Een beetje mee oneens Een beetje mee eens Helemaal mee eens F2 Heeft u wel eens vragen over het opvoeden van uw kind? (Bijna) nooit Soms Vaak Jeugdenquête

11 F3 Vaak kunnen ouders hun vragen over opvoeding bespreken met mensen in hun omgeving. Kunt u aangeven of u hiervoor terecht kunt bij onderstaande personen? Ja Ja, hoewel ik dit moeilijk vind Ja, maar dat doe ik niet a. Familie b. Vrienden / kennissen c. Buren d. Anders, namelijk: Nee F4 Zou u meer ondersteuning bij de opvoeding willen ontvangen van mensen uit uw omgeving, zoals familie, vrienden of buren? En zo ja, in welke vorm? U mag hier meer antwoorden aankruisen. Ja, ik zou graag meer praktische hulp ontvangen (bijvoorbeeld oppassen, naar school halen / brengen) Ja, ik zou graag meer advies of ervaringen willen uitwisselen Ja, ik zou graag meer steun en begrip willen ontvangen (een luisterend oor) Ja, ik zou graag meer in contact komen met andere ouders / opvoeders (cursus of bijeenkomst, internet) Ja, anders, namelijk: Nee, ik heb hier geen behoefte aan Nee, ik heb voldoende hulp F5 Hieronder staan zeven stellingen over het ondersteunen van andere ouders in de zorg en opvoeding van hun kind(eren). Kunt u aangeven in hoeverre u het hiermee eens bent? Helemaal mee oneens Een beetje mee oneens Een beetje mee eens Helemaal mee eens a. Ik praat regelmatig met andere ouders in mijn omgeving over de opvoeding van hun kind(eren) b. Ik vind het moeilijk om met andere ouders te praten over ongewenst gedrag van hun kind c. Ik geef andere ouders graag een compliment als ik vind dat ze hun kind op een goede manier opvoeden d. Als een andere ouder een vraag of probleem heeft in de opvoeding van zijn/haar kind, dan geef ik graag tips, advies of ondersteuning e. Als een kind van een andere ouder zich (bij mij thuis of op straat) niet goed gedraagt, dan vind ik het normaal om hem/haar daar op aan te spreken f. Ik vind het geen enkel probleem om andere ouders in mijn omgeving praktische hulp te geven (zoals oppassen of kinderen ophalen / brengen) g. Ik geef regelmatig een kind van een andere ouder dat zich bij mij thuis of op straat goed gedraagt, een compliment F6 Ervaart u wel eens problemen bij het opvoeden van uw kind? (Bijna) nooit > ga naar vraag F9 Soms Vaak 9 GGD West-Brabant

12 F7 Kunt u aangeven op welke terreinen deze problemen betrekking hebben? U mag hier meer antwoorden aankruisen. Ontwikkeling en gezondheid (bijvoorbeeld eten, slapen, praten, zindelijkheid) Angst, onzekerheid, faalangst Sociaal contact, spelen Luisteren, gehoorzamen Houden aan of stellen van grenzen / regels / afspraken Verdrietig of somber zijn Druk / agressief zijn Concentratie Pesten / gepest worden Schoolprestaties Anders, namelijk: F8 Heeft u met betrekking tot deze problemen, aan iemand hulp of advies gevraagd? U mag hier meer antwoorden aankruisen. Ja, aan een instantie of professionele hulpverlener Ja, aan familie, vrienden of kennissen Nee F9 Niet alle problemen waar mensen mee zitten, kunnen ze zelf oplossen. Ze vragen hier dan hulp bij. Bij de volgende instanties kunt u hulp voor uw kind krijgen. Wilt u aangeven of u van deze instanties gehoord heeft en of u er hulp voor uw kind bij heeft gezocht? Heb ik wel van gehoord, maar nog nooit hulp bij gezocht Heb ik in de afgelopen 12 maanden hulp bij gezocht Heb ik hulp bij gezocht maar dat is meer dan 12 maanden geleden Heb ik nog nooit van gehoord a. Consultatiebureau (naast de bezoeken waarvoor u een oproep krijgt) b. Schoolarts / jeugdarts / verpleegkundige (GGD) (naast de bezoeken waarvoor u een oproep krijgt) c. Huisarts d. Schoolmaatschappelijk werk e. Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) f. Bureau Jeugdzorg g. Algemeen maatschappelijk werk h. Psycholoog / GGZ / psychiater / orthopedagoog i. MEE (vroeger SPD) j. Anders, namelijk: F10 Heeft u momenteel behoefte aan ondersteuning bij het opvoeden? Ja Nee > ga naar vraag F12 Jeugdenquête

13 F11 Van wie zou u deze ondersteuning willen krijgen? U mag hier meer antwoorden aankruisen. Mijn eigen omgeving: familie, vrienden / kennissen of buren Een ervaren ouder (vrijwilliger) Leerkracht school/leidster kinderopvang / peuterspeelzaal Consultatiebureau Schoolarts / jeugdarts / verpleegkundige (GGD) Huisarts Schoolmaatschappelijk werk Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Bureau Jeugdzorg Algemeen maatschappelijk werk Psycholoog / GGZ / psychiater / orthopedagoog MEE (vroeger SPD) Anders, namelijk: F12 In hoeverre bent u het eens met onderstaande uitspraken? Sterk mee oneens Beetje mee oneens Beetje mee eens Sterk mee eens a. Mijn kind eist vaak meer aandacht van me op dan ik kan geven b. Mijn kind heeft overdag sterk wisselende stemmingen c. Vaak begrijp ik mijn kind niet d. Mijn kind stelt meer eisen aan mij dan de meeste andere kinderen e. Ik doe mijn best mijn kind op te voeden, toch denk ik dat ik dat niet goed kan f. Het is voor mij vrij moeilijk te begrijpen wat mijn kind wil of nodig heeft g. Mijn kind blijkt meer problemen te geven dan ik had verwacht h. Mijn kind is nogal eens lastig, en dan valt het niet altijd mee om zo n kind te hebben Is uw kind jonger dan 1 jaar, dan is dit het einde van de vragenlijst. Hartelijk dank voor het invullen. Eventuele opmerkingen kunt u kwijt op de achterzijde van de vragenlijst. G Voeding (vanaf 1 jaar) G1 Hoeveel dagen per week: (Bijna) nooit 1 dag 2 dagen 3 dagen 4 dagen 5 dagen 6 dagen a. Ontbijt uw kind? b. Gebruikt uw kind een warme maaltijd? c. Eet uw kind groente? d. Eet uw kind fruit? Elke dag 11 GGD West-Brabant

14 H Vrijetijdsbesteding (vanaf 1 jaar) H1 Op hoeveel dagen per week doet uw kind de volgende activiteiten of worden deze met uw kind gedaan? Denk hierbij aan de afgelopen week. Nooit 1 dag 2 dagen 3 dagen 4 dagen 5 dagen 6 dagen 7 dagen a. TV/DVD kijken b. Computeren (ook tablet, smartphone of spelcomputer (niet voor school)) c. Buiten spelen H2 Hoe lang per dag doet uw kind de volgende activiteiten? Korter dan Een half een half uur tot 1 tot 2 2 tot 3 Meer dan Nooit uur 1 uur uur uur 3 uur a. TV/DVD kijken b. Computeren (ook tablet, smartphone of spelcomputer (niet voor school)) c. Buiten spelen Is uw kind jonger dan 4 jaar, dan is dit het einde van de vragenlijst. Hartelijk dank voor het invullen. Eventuele opmerkingen kunt u kwijt op de achterzijde van de vragenlijst. H3 H4 H5 Hoeveel per week doet uw kind aan sport bij een vereniging (buiten school)? (zwemmen, voetballen, ballet, paardrijden etc.) Denk hierbij aan de afgelopen week. Hoe lang per sport uw kind dan? Denk hierbij aan de afgelopen week. Heeft uw kind een zwemdiploma? U mag hier meer antwoorden aankruisen. Nooit > ga naar vraag H5 1 per week 2 per week 3 per week 4 per week 5 per week 6 per week 7 per week Korter dan een half uur per Een half uur tot 1 uur per 1 tot 2 uur per 2 tot 3 uur per Meer dan 3 uur per Ja Nee, maar hij/zij zit op zwemles Nee, maar hij/zij heeft schoolzwemmen Nee, en hij/zij zit (nog) niet op zwemles en heeft ook geen schoolzwemmen H6 Op hoeveel dagen per week voert uw kind de volgende activiteiten uit? Denk hierbij aan de afgelopen week. Nooit 1 t/m 2 dagen per week 3 t/m 4 dagen per week 5 t/m 6 dagen per week a. Computerspelletjes spelen (Wii, Playstation, Nintendo, Gameboy, tablet, telefoon, etc.) b. en c. Chatten (WhatsApp, Google Talk, Skype, Facebook-Messenger, etc.) d. (Mobiel-) bellen of sms en e. Social media sites bezoeken (Hyves, Facebook, etc.) f. Informatie zoeken/surfen op internet (Google, YouTube, etc.) Elke dag Jeugdenquête

15 H7 Hoe vaak in het afgelopen jaar heeft uw kind de volgende ervaring gehad OP INTERNET? Nooit Soms Vaak Heel vaak Weet ik niet a. Iemand beledigde uw kind b. Iemand was grof tegen uw kind c. Iemand viel uw kind lastig d. Iemand maakte uw kind belachelijk e. Iemand negeerde uw kind volkomen f. Iemand probeerde uw kind te kwetsen g. Iemand pestte uw kind H8 Heeft u met uw kind regels en afspraken over: Ja, en daar houden we ons ook aan Ja, maar we gaan er soepel mee om Nee, we hebben er geen regels voor (Nog) niet van toepassing a. Het aantal uur per dag dat uw kind TV/DVD mag kijken b. Het aantal uur per dag dat uw kind mag computeren en internetten c. Het soort computerspelletjes dat mag worden gespeeld d. De websites die mogen worden bezocht e. Welke tv-programma s uw kind wel en niet mag kijken I Ja altijd Soms Nee meestal niet (Nog) niet van toepassing f. Ik kijk mee met mijn kind wanneer hij/zij op internet zit g. Ik weet met wie mijn kind chat h. Ik weet welke sites mijn kind bezoekt op internet i. Ik praat met mijn kind over ervaringen die hij/zij meemaakt op internet School (vanaf 4 jaar) I1 Welk soort onderwijs volgt uw kind? Basisonderwijs Speciaal basisonderwijs (voormalig IOBK, LOM en MLK) Regionale Expertise Centra (REC) (voormalig MDK, ZMLK, Mytyl, Tytyl, Pedologisch instituut, Doven,- slechthorendenschool, Blindenschool, etc.) Basisvorming / brugklas Ander soort onderwijs, namelijk: I2 In welke groep van het basisonderwijs zit uw kind? Niet van toepassing I3 Hoeveel dagen per week gaat uw kind lopend of zelf fietsend naar school? Denk hierbij aan de afgelopen week. Nooit 1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week 5 dagen per week 13 GGD West-Brabant

16 I4 I5 I6 I7 Hoe lang is uw kind lopend of fietsend per dag onderweg van huis naar school en van school naar huis? Tel de minuten bij elkaar op van één dag (ochtend en middag). Hoeveel per week heeft uw kind sport op school, zoals schoolgym, schoolzwemmen, etc.? Denk hierbij aan de afgelopen week. Is uw kind de afgelopen vier weken dat er school was thuis gebleven omdat hij/zij ziek was? Wat zijn de redenen voor het ziekteverzuim van uw kind? U mag hier meer antwoorden aankruisen. Hij/zij loopt of fietst nooit naar of van school Minder dan 10 minuten per dag 10 tot 20 minuten per dag 20 tot 30 minuten per dag 30 minuten tot een uur per dag Langer dan een uur per dag Nooit 1 per week 2 per week 3 per week 4 per week 5 per week of vaker Ja Nee > ga naar vraag I8 Chronische ziekte of aandoening Lichamelijke klachten Psychische klachten Problemen op school Andere redenen, namelijk: I8 De volgende vragen gaan over hoe het met uw kind op school gaat. Nooit Soms Vaak Heel vaak a. Heeft uw kind het gevoel dat andere kinderen op school hem/haar aardig vinden? b. Vindt uw kind de andere kinderen uit zijn/haar klas aardig? c. Heeft uw kind goede vrienden/vriendinnen op school? d. Helpen uw kind en zijn/haar vrienden elkaar? e. Is uw kind de afgelopen week uitgescholden op school? f. Is het de afgelopen week op school voorgekomen dat uw kind niet met andere kinderen mocht meespelen? g. Is uw kind de afgelopen week op school geduwd, geschopt of geslagen door andere kinderen? h. Werden er de afgelopen week op school dingen van uw kind afgepakt of verstopt? i. Is uw kind de afgelopen week op school uitgelachen? j. Was uw kind de afgelopen week op school snel boos? k. Heeft uw kind de afgelopen week gevochten met andere kinderen op school? l. Heeft uw kind de afgelopen week ruzie gehad met andere kinderen op school? m. Vindt uw kind het moeilijk om stil te zitten? n. Kan uw kind op school goed de aandacht bij het werk houden? o. Is het voor uw kind moeilijk om net zo lang te werken totdat het werk af is? p. Kan uw kind goed opletten als de juf of meester iets vertelt? q. Had uw kind het de afgelopen week naar zijn/haar zin op school? r. Ging uw kind de afgelopen week graag naar school? s. Heeft uw kind zich de afgelopen week op school verveeld? Vervolg op volgende bladzijde Jeugdenquête

17 Vervolg I8 Nooit Soms Vaak Heel vaak t. Vond uw kind de afgelopen week de lessen op school leuk? u. Kan uw kind in het algemeen goed opschieten met de juffen of meesters op school? v. Kan uw kind met een juf of meester op school praten als hij/zij ergens mee zit? w. Heeft u het gevoel dat zijn/haar juf of meester uw kind begrijpt? x. Kan uw kind goed meekomen op school? J1 J Welbevinden (vanaf 4 jaar) Wilt u alstublieft achter iedere vraag een kruisje zetten in het vierkantje onder Niet waar, Een beetje waar of Zeker waar? Het is van belang dat u alle vragen zo goed mogelijk beantwoordt, ook als u niet helemaal zeker bent of als u de vraag raar vindt. Wilt u alstublieft uw antwoorden baseren op het gedrag van het kind in de laatste zes maanden. Mijn kind Niet waar Een beetje waar Zeker waar a....houdt rekening met gevoelens van anderen b....is rusteloos, overactief, kan niet lang stilzitten c....klaagt vaak over hoofdpijn, buikpijn, of misselijkheid d....deelt makkelijk met andere kinderen (bijvoorbeeld speelgoed, snoep, potloden, etc.) e....heeft vaak driftbuien of woede-uitbarstingen f....is nogal op zichzelf, neigt er toe alleen te spelen g....is doorgaans gehoorzaam, doet gewoonlijk wat volwassenen vragen h....heeft veel zorgen, lijkt vaak over dingen in te zitten i....is behulpzaam als iemand zich heeft bezeerd, van streek is of zich ziek voelt j....is constant aan het wiebelen of wriemelen k....heeft minstens één goede vriend of vriendin l....vecht vaak met andere kinderen of pest ze m....is vaak ongelukkig, in de put of in tranen n....wordt over het algemeen aardig gevonden door andere kinderen o....is gemakkelijk afgeleid, heeft moeite om zich te concentreren p....is zenuwachtig of zich vastklampend in nieuwe situaties, verliest makkelijk zelfvertrouwen q....is aardig tegen jongere kinderen r....liegt of bedriegt vaak s....wordt getreiterd of gepest door andere kinderen t....biedt vaak vrijwillig hulp aan anderen (ouders, leerkrachten, andere kinderen) u....denkt na voor iets te doen v....pikt dingen thuis, op school of op andere plaatsen w....kan beter opschieten met volwassenen dan met andere kinderen x....is voor heel veel bang, is snel angstig y....maakt opdrachten af, kan de aandacht goed vasthouden 15 GGD West-Brabant

18 J2 Denkt u over het geheel genomen dat uw kind moeilijkheden heeft op één of meer van de volgende gebieden: emoties, concentratie, gedrag of vermogen om met andere mensen op te schieten? Nee > ga naar vraag K1 Ja, kleine moeilijkheden Ja, duidelijke moeilijkheden Ja, ernstige moeilijkheden J3 Hoe lang bestaan deze moeilijkheden? Korter dan een maand 1-5 maanden 6-12 maanden Meer dan een jaar J4 Maken de moeilijkheden uw kind overstuur of van slag? Helemaal niet Een beetje maar Tamelijk Heel erg J5 Belemmeren de moeilijkheden het dagelijkse leven van uw kind op de volgende gebieden? Helemaal niet Een beetje maar Tamelijk Heel erg a. Thuis b. Vriendschappen c. Leren in de klas d. Activiteiten in de vrije tijd J6 Belasten de moeilijkheden u of het gezin als geheel? Helemaal niet Een beetje maar Tamelijk Heel erg K Gezonde relaties (vanaf 4 jaar) Op jonge leeftijd zijn kinderen al nieuwsgierig naar hun eigen lichaam, de verschillen tussen jongens en meisjes, relaties tussen mensen, seksualiteit en voortplanting. K1 Wilt u aangeven hoe u het vindt om met uw kind te praten over de volgende onderwerpen? Ik praat daar niet over met mijn kind Niet moeilijk Een beetje moeilijk Moeilijk a. Het verschil tussen jongens en meisjes b. Lichamelijke ontwikkeling c. Vriendschappen d. Verliefdheid e. Houden van f. Seks g. Voortplanting/ zwangerschap h. Homoseksualiteit Jeugdenquête

19 K2 Heeft u behoefte aan ondersteuning bij de seksuele en relationele ontwikkeling van uw kind? En zo ja, in welke vorm? U mag hier meer antwoorden aankruisen. Ja, aan informatie over specifieke thema s zoals lichamelijke ontwikkeling, seksualiteit, etc. Ja, aan een training hoe ik het beste met mijn kind kan praten over deze onderwerpen Ja, aan voorlichtingsmateriaal dat ik aan mijn kind kan geven Ja, aan (aanvullende) lessen voor mijn kind op school Ja, aan een persoonlijk gesprek met een deskundige hulpverlener Ja, anders namelijk: Nee, ik heb geen behoefte aan ondersteuning Is uw kind jonger dan 8 jaar, dan is dit het einde van de vragenlijst. Hartelijk dank voor het invullen. Eventuele opmerkingen kunt u kwijt op de achterzijde van de vragenlijst. L Leefstijl (vanaf 8 jaar) L1 Hoeveel heeft uw kind iets met alcohol gedronken? We bedoelen het aantal gelegenheden, zoals een feestje of meer a. In hele leven b. In de laatste 4 weken L2 De volgende drie vragen hebben betrekking op de leeftijd waarop jongeren beginnen met alcohol drinken. Kunt u aangeven wat volgens u een algemeen geschikte startleeftijd is voor de volgende situaties: L3 a. Een verantwoorde leeftijd voor het eerste slokje alcoholische drank vind ik b. Een verantwoorde leeftijd voor het eerste glas alcoholische drank vind ik c. Een verantwoorde leeftijd voor regelmatig, zelfstandig alcoholgebruik vind ik Heeft uw kind wel eens gerookt? (tenminste één sigaret) jaar jaar jaar Ja Nee Weet ik niet L4 Geeft u voor onderstaande situaties aan in welke mate u het acceptabel vindt dat Helemaal niet acceptabel Niet acceptabel Een beetje acceptabel Acceptabel Zeer acceptabel a....een kind jonger dan 16 jaar af en toe roken uitprobeert b....een kind jonger dan 16 jaar dagelijks rookt c....een kind jonger dan 18 jaar af en toe roken uitprobeert d....een kind jonger dan 18 jaar dagelijks rookt 17 GGD West-Brabant

20 M Mantelzorg (vanaf 8 jaar) M1 Soms moeten jonge kinderen thuis meehelpen in de zorg voor een langdurig ziek of gehandicapt gezinslid, zoals een ouder, broer/ zus of ander gezinslid. Deze zorg kan bestaan uit bijvoorbeeld meehelpen in het huishouden, zorgen voor jongere broertjes/ zusjes, helpen met eten geven aan het zieke of gehandicapte gezinslid, etc. We noemen dit mantelzorg. Geeft uw kind momenteel mantelzorg (vanwege een ziek of gehandicapt gezinslid)? U mag hier meer antwoorden aankruisen. Nee Ja, hij/zij helpt mee in de persoonlijke verzorging van het zieke of gehandicapte gezinslid (bijvoorbeeld helpen met eten en drinken, helpen bij het aankleden) Ja, hij/zij zorgt voor andere kinderen in het gezin (bijvoorbeeld aankleden, eten geven, naar school brengen en van school halen) Ja, hij/zij regelt zaken buitenshuis (bijvoorbeeld naar apotheek, geld halen, gaat mee naar arts) Ja, hij/zij geeft emotionele steun (bijvoorbeeld troosten, afleiding geven) Ja, hij/zij verricht huishoudelijke taken (bijvoorbeeld boodschappen doen, schoonmaken, afwassen) Ja, anders namelijk: Tot slot Heeft u nog opmerkingen of aanvullingen op deze vragenlijst of op het onderzoek? Vult u die dan hieronder in. Dit is het einde van de lijst! Als u klaar bent, verstuur dan de vragenlijst in de bijgevoegde antwoordenvelop. Hartelijk bedankt voor uw medewerking! Jeugdenquête