o o Regio Kennemerland b o o Regio Kennemerland District Haarlemmermeer District Haarlemmermeer Jaarplan 2011 Versie : 0.1

Transcriptie

1 b Regio Kennemerland District Haarlemmermeer Jaarplan 2011 o o b o o Regio Kennemerland District Haarlemmermeer District Haarlemmermeer Jaarplan status : Definitief Versie : 0.1 Status : concept blad 1 van 50

2 Status : definitief blad 2 van 50

3 Informatie document versie d.d. status naam aanpassing Concept1 M. Huben, stafmedewerker Concept2 M. Huben, stafmedewerker Input district en gemeente Haarlemmermeer Definitief M. Huben, stafmedewerker Input driehoeksoverleg en ambtelijk veiligheidsoverleg Inhoudsopgave 1 Inleiding Algemeen Beschrijving proces totstandkoming jaarplan Beschrijving werkgebied Algemeen Beschrijvings verzorgingsgebieden Beschrijving organisatie Ontwikkelingen Ontwikkeling formatie en bezetting Integrale veiligheid Proces Opsporing Algemeen Geweld Jeugd(criminaliteit) Onderzoek Middencriminaliteit Veelplegers Lokale prioriteit 1 : Diefstal uit / inbraak in woning Lokale prioriteit 2 : Zakkenrollerij Lokale prioriteit 3 : Diefstal af / uit auto Lokale prioriteit 4 : Diefstal uit / inbraak in bedrijven Lokale prioriteit 5 : Drugscriminaliteit Proces Handhaving Gebiedsgebonden politiezorg Lokale prioriteit 1 : Beveiliging nieuwbouw justitieel complex Lokale prioriteit 2 : Evenementen Lokale prioriteit 3 : Verkeer Proces Intake Algemeen Openstelling bureaus Proces Noodhulp Algemeen Proces Ondersteuning en Advisering Bureau Buitenbewaking Schiphol Bureau Bestuurlijke Ondersteuning Bureau Capaciteitsmanagement Status : definitief blad 3 van 50

4 9.4 Bureau Conflict- en Crisisbeheersing Bureau Regionale Hondengeleiding Bureau Managementondersteuning Proces Zorg Algemeen Financiën Capaciteit Bijlagen Wensen gemeenten t.a.v. prioriteiten op gebied van veiligheid en leefbaarheid Regionale doelstellingen Formatie- en bezettingsoverzicht per Overzicht jeugdgroepen district Haarlemmermeer Overzicht taken afdeling districtsrecherche Afkortingenlijst Status : definitief blad 4 van 50

5 1 Inleiding 1.1 Algemeen Voor U ligt het districtsplan 2011 van het district Haarlemmermeer. Bij het samenstellen van dit plan is gebruik gemaakt van de kaderbrief 2011 d.d. 22 april 2010, het meerjarenbeleidsplan van de regiopolitie Kennemerland, vastgesteld door het Regionaal College op 23 maart 2009, de input van de twee basisteams, het team ondersteuning, de afdeling districtsrecherche en onze externe partners, in het bijzonder de gemeente Haarlemmermeer vanuit haar regierol op het gebied van integrale veiligheid in deze gemeente. Bij de opzet van het plan is aansluiting gezocht bij de procesgerichte structuur van de kerntaken. Dat wil zeggen dat de processen, zoals opsporing, handhaving, intake en noodhulp de basis vormen voor de hoofdstukken. Binnen deze structuur is aandacht voor de verschillende beleidsthema's. Daarbij zullen eerst de regionale prioriteiten behandeld worden en daarna de lokale prioriteiten. De opbouw van het plan is als volgt : In het vervolg van dit hoofdstuk zal ingegaan worden op het proces dat geleid heeft tot dit jaarplan. In hoofdstuk 2 is een beschrijving van het werkgebied opgenomen, waarna in hoofdstuk 3 de organisatie, de sterkte en ontwikkelingen in het korps Kennemerland in het algemeen en het district in het bijzonder aan de orde komen. Hoofdstuk 4 gaat in op het onderwerp integrale veiligheid. De hoofdstukken 5 t/m 10 behandelen de verschillende processen en de daaronder geplaatste beleidsthema's. Hoofdstuk 11 behandelt en geeft inzicht in de begroting van het district, waarna in hoofdstuk 12 de capaciteitsplanning is opgenomen. In de hoofdstukken 5 t/m 10 wordt bij elk beleidsthema zoveel mogelijk dezelfde indeling gehanteerd. De onderwerpen die hierbij ter sprake komen luiden : probleembeschrijving, probleemaanpak en meetwijze (meetindicatoren). In de hoofdstukken over opsporing en handhaving wordt door middel van figuren informatie gegeven over de ontwikkeling van het aantal incidenten of aangiften in een werkgebied. Hoewel de gemeente Haarlemmerliede c.a. pas sinds 2009 deel uitmaakt van het district Haarlemmermeer, is de gemeente - ten behoeve van de vergelijkbaarheid van de aantallen - in alle jaren meegenomen. Hierdoor kunnen de aantallen in dit jaarplan afwijken van aantallen in het jaarplan van vorig jaar. Daarnaast kunnen aantallen veranderen door gegevensbeheer (uitvoeren correcties, verwijderen dubbele incidenten / aangiften). 1.2 Beschrijving proces totstandkoming jaarplan De totstandkoming van het districtsplan 2011 is verlopen via de volgende stappen : Kaderbrief Eind april 2010 is de kaderbrief door de Dienst Informatie, Beleid en Beheer (DIBB) uitgerold. In deze brief staan de regionale prioriteiten en doelstellingen. Voor 2011 zijn dit Geweld, Jeugdcriminaliteit en de versterkte aanpak van criminele samenwerkingsverbanden. Inventarisatie wensen burgemeester, gemeenteraad en Openbaar Ministerie In 2008 zijn afspraken gemaakt over de wijze waarop binnen de regio Kennemerland invulling zal worden gegeven aan de in de Politiewet opgenomen haalplicht. Hierbij is onder mee afgesproken dat deze inventarisatie van de wensen voor de beleidsprioriteiten van de regio synchroon zal gaan lopen aan de bestuursperiode van de gemeenteraad. De nieuwe bestuursperiode is medio 2010 gestart. Dat betekent dat in januari 2011 weer gesproken wordt met de gemeenteraden en het meerjarenbeleidsplan geactualiseerd zal worden. Dit zal vervolgens na aanvang van iedere nieuwe bestuursperiode worden herhaald. De wensen voor de meerjaren beleidsprioriteiten op het gebied van veiligheid en leefbaarheid voor de periode zijn begin 2009 bij de gemeenten binnen de regio geïnventariseerd. Deze wensen zijn opgenomen in het meerjarenbeleidsplan van de regio Kennemerland. In bijlage 13.1 staan de opgaven die gedaan zijn door de gemeenten van het district Haarlemmermeer. Status : definitief blad 5 van 50

6 Lokale prioriteiten Begin september 2010 zijn de team-, afdeling- en bureauchefs gevraagd aan te geven welke lokale veiligheidsproblemen zij in 2011 met hun team, afdeling of bureau gaan aanpakken en te beschrijven welke activiteiten zij hiervoor gaan ontplooien en hoeveel van hun beschikbare capaciteit hiermee gemoeid zal zijn. Deze informatie is gebruikt als input voor het districtelijke jaarplan. Samenwerking met gemeente Haarlemmermeer Om meer integraliteit te bewerkstelligen is door de gemeente Haarlemmermeer het voorstel gedaan om ook input te leveren voor het jaarplan Voor een deel is deze terug te vinden in hoofdstuk 4 en voor een deel bij de behandeling van de onderwerpen in de hoofdstukken 5 t/m 10. Bepalen bijdrage aan regionale doelstellingen In de kaderbrief 2011 staan op bladzijde 2 de regionale doelstellingen. Deze zijn voor een belangrijk deel gelijk aan de doelstellingen voor Inmiddels heeft de korpsleiding gesprekken gevoerd met het O.M. over een aantal doelstellingen. Een aantal doelstellingen voor 2011 is bijgesteld. In het overleg van de plaatsvervangend districtschefs is op basis van een voorstel van de dienst IBB vastgesteld welke bijdrage elk district / divisie levert aan de regionale doelstellingen. De bijdrage die het district Haarlemmermeer levert is vervolgens op voorstel van de stafmedewerker verdeeld over de verschillende onderdelen. De bijdrage en de verdeling zijn terug te vinden bij de bespreking van de onderwerpen in het vervolg van dit jaarplan en zijn samengevat in bijlage Bespreking jaarplan in districtelijk driehoeksoverleg / Vaststelling jaarplan Het districtsplan is op 10 november 2010 besproken in het districtelijke driehoeksoverleg. Tijdens dit overleg is onder andere bekeken of de prioriteiten zoals die door de lokale besturen en het openbaar ministerie zijn aangedragen een plek gekregen hebben in het plan. Het jaarplan is daarna vastgesteld door de korpsleiding. Status : definitief blad 6 van 50

7 2 Beschrijving werkgebied 2.1 Algemeen Het district Haarlemmermeer bestaat in zijn huidige vorm sinds Toen zijn de districten in de regio Kennemerland qua verzorgingsgebied aangepast aan de districten binnen de veiligheidsregio Kennemerland. Het nieuwe district bestaat uit de gemeenten Haarlemmermeer en Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De gemeente Haarlemmermeer beslaat zo n hectare en telde op 1 januari inwoners. De gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude is ongeveer hectare groot en had op genoemde datum bijna inwoners. De gemeente Haarlemmermeer is een van de snelst groeiende gemeenten van Nederland. Figuur 1 : Inwoneraantallen gemeenten district Haarlemmermeer, periode 2006 t/m 2010 (peildatum 1 januari) Inwoners per 1 januari Gem. Haarlemmermeer Gem. Haarlemmerliede c.a District Haarlemmermeer Het district is verdeeld in twee verzorgingsgebieden met één basisteam per verzorgingsgebied. 2.2 Beschrijvings verzorgingsgebieden Basisteam Haarlemmermeer-Noord Dit team heeft de politiezorg in een dynamisch gebied waar de verstedelijking toeneemt. Het verzorgingsgebied bestaat uit de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude en het gedeelte van de gemeente Haarlemmermeer dat zich ten noorden van de Bennebroekerweg uitstrekt (met uitzondering van het luchthaventerrein). Door de uitgestrektheid van het gebied is het nodig om twee noodhulpvoertuigen in te zetten in het gebied. Binnen het verzorgingsgebied bevinden zich diverse waterwegen en een omvangrijk recreatiegebied. Er worden veel evenementen gehouden. In het gebied is een grote diversiteit aan woonwijken. Er zijn nieuwbouwplannen die voor een verdere vergroting van het aantal inwoners zullen zorgen. Er zijn veel jongeren. De problematiek rondom jeugd staat al jaren centraal in het team. De ontwikkeling van nieuwe winkelcentra in de gemeenten Haarlemmermeer en Haarlemmerliede c.a. brengt een toename van criminaliteit, zoals winkeldiefstal en zakkenrollerij, met zich mee. Basisteam Haarlemmermeer-Zuid Het verzorgingsgebied van het team bevindt zich ten zuiden van de Bennebroekerweg, inclusief het terrein van de luchthaven Schiphol. Het gebied omvat 11 woonkernen, waarvan Nieuw Vennep het centrum is. Het bedrijventerrein Schiphol-Rijk herbergt vele internationale bedrijven. Dit is van economisch belang voor de gemeente Haarlemmermeer en het zorgt voor werkgelegenheid. Daarnaast vindt er veel akkerbouw en kasteelt plaats. Er lopen een aantal belangrijke verkeersaders door het gebied. Deze vragen om inspanningen op het gebied van verkeershandhaving. Het gebied biedt ruime gelegenheid voor inwoners om te recreëren. Dit zorgt wel voor verkeersproblematiek rondom de recreatielocaties en trekt bepaalde vormen van criminaliteit, zoals diefstal uit auto en dergelijke, aan. Door de nieuwbouwplannen voor de Westflank Haarlemmermeer zal het aantal woningen en inwoners in dit werkgebied in de toekomst fors toenemen. Status : definitief blad 7 van 50

8 3 Beschrijving organisatie 3.1 Ontwikkelingen Horizon In de periode is uitvoering gegeven aan de uitgangspunten zoals die verwoord waren in het document 'Horizon 2009' en de nota 'de maatschappelijke functie van de politie Kennemerland'. Hierin zijn de visie en ambitie van het korps Kennemerland voor de periode beschreven en het kader waarbinnen deze vormgegeven moet worden. Na de tussentijdse evaluatie Horizon, is besloten dat de visie bestendig en uitdagend genoeg is om deze ook in de jaren te continueren. De focus zal de komende jaren gericht zijn op het op peil houden van de noodzakelijke verbeterdynamiek en op de doorontwikkeling van het korps. Deze doorontwikkeling dient bij te dragen aan een efficiënt en effectief korps, dat aansluit bij de ontwikkelingen in de Veiligheidsregio Kennemerland. Basisteam Horizon Om maximaal invulling te kunnen geven aan de visie van Horizon is in 2010 overgegaan tot invoering van Basisteam Horizon. Basisteam Horizon biedt de teamchef een kader voor de organisatorische inrichting van de basispolitiezorg. Hiermee heeft de teamchef mogelijkheden om naar eigen inzicht invulling te geven aan Horizon en de doorstroommogelijkheden binnen het eigen team te verbeteren. De teamchef en plaatsvervangend teamchef vormen de teamleiding op tactisch niveau. De sturing op het operationele niveau is concreter gepositioneerd bij de operationele chefs. Het ontwikkelen en flexibiliseren van vakmanschap heeft een meer bepalende plaats gekregen door het creeëren van de algemene functie senior basispolitiezorg en het toevoegen van de functie operationeel expert basispolitiezorg. Dit leidt tot verrijking van het vak (breed inzetbaar) en biedt de medewerkers in het team een ruimer loopbaanperspectief. Met basisteam Horizon wordt invulling gegeven aan de wens om het gebiedsgebonden werken te versterken. Niet alleen is het aantal gebiedsagenten uitgebreid binnen de regio, zij krijgen ook een meer coördinerende rol ten aanzien van de activiteiten die op hun advies en in samenspraak met het gebiedsmanagement worden uitgevoerd in hun wijken. Proeftuin contextgestuurd politiewerk De basisteams Haarlem Noord en Haarlemmermeer Zuid gaan mogelijk deelnemen in de proeftuin contextgestuurd politiewerk. In deze proeftuin gaan de teams die deelnemen breken met de traditionele aanpak van veiligheidsproblemen in hun verzorgingsgebied. Binnen de traditionele aanpak is de ruimte die de teamleiding ervaart vaak beperkt door de zuigkracht van procedures, systemen en regels. In de proeftuin wordt de teams de kans geboden om te werken op een manier die past bij het team, de medewerkers en de leidinggevenden. De lokale veiligheidsproblemen bepalen hun agenda en bij de aanpak wordt gestreefd naar de duurzame oplossingen. De teams mogen kiezen voor de aanpak die hen hierbij optimaal ondersteund. De bestaande regels, organisatiestructuur en werkwijze worden daarbij kritisch onder de loep genomen. Contextgestuurd Politiewerk lijkt op Horizon. Ook hier staan burgers, partners en gebied centraal. De teamleiding van het basisteam Haarlemmermeer Zuid laat de wijze waarop invulling gegeven gaat worden aan de proeftuin voor een deel afhankelijk zijn van de mate waarin de districtelijke samenwerking met het basisteam Haarlemmermeer Noord in stand gehouden wordt. De teamleiding zou graag in het kader van de proeftuin onder meer willen kijken naar de mogelijkheden voor : Het anders inrichten van de backoffice, inclusief de Coördinatie van Operationele Werkstromen (COW) en BOSZ (Betere Opsporing door Sturing op Zaken). Het houden van (zes-wekelijkse) thema-avonden, waarop samen met partners (waaronder de gemeente) gesproken wordt over veiligheidsproblemen in de wijk en de aanpak hiervan. Het gebruik van sociale media (zoals twitter, burgernet en dergelijke). Status : definitief blad 8 van 50

9 Regionale Informatieorganisatie (RIO) In 2009 heeft de korpsleiding de opdracht gegeven te onderzoeken op welke wijze de informatieorganisatie binnen de regio Kennemerland inhoudelijk verbeterd kan worden met als doelstellingen : De totstandkoming van eenduidige producten en diensten én uniformering en standaardisatie van werkwijzen en processen ; Het verder uitbouwen van de aansluiting op de landelijke ontwikkelingen ; Het toewerken naar implementatie van het Nationaal Intelligence Model (NIM), uiterlijk in 2012 ; Het wegnemen van de versnippering ; Het onderzoeken en doen van voorstellen gericht op het mogelijk onderbrengen van informatieafdelingen onder een centrale (procesmatige / hiërarchische) aansturing. Deze opdracht heeft geresulteerd in een Inrichtingsvoorstel Informatieorganisatie. Op basis van dit voorstel is de korpsleiding, op advies van de stuurgroep en het Regionaal Management Team, akkoord gegaan met het inrichten van een regionale afdeling RIO en districtelijke informatieafdelingen die onder de hiërachische aansturing van de districts- en divisiechefs blijven. Naar aanleiding hiervan is aan de proceseigenaar Informatie de opdracht gegeven om te komen tot een Inrichtingsen Formatieplan. Eind juni 2010 is de korpsleiding akkoord gegaan met het opgestelde Inrichtingsen Formatieplan. Bovenstaande gaat vooral gevolgen hebben voor de groep Districtsinformatieknooppunt (DIK), die deel uitmaakt van de districtsrecherche. Zoals het er nu uit ziet zullen de ontwikkelingen met betrekking tot de regionale informatie en intelligence voorziening er naar verwachting medio 2011 toe leiden dat het DIK in haar huidige vorm ophoudt te bestaan en wordt ondergebracht in de RIO. De aansturing van de werkzaamheden met betrekking tot de informatie en intelligence gaat centraal geschieden. Een deel van de werkzaamheden die nu decentraal plaatsvindt zal centraal worden uitgevoerd. Andere werkzaamheden, zoals gegevensbeheer en bedrijfsvoering, zullen niet langer deel uitmaken van de RIO, maar op andere plekken in de organisatie worden onderbracht. In het district Haarlemmermeer worden twee informatiecoördinatoren, een analist en een operationeel expert informatie (informatiemakelaar) geplaatst (decentrale plaatsing). De medewerkers van het district Haarlemmermeer zijn tevreden over de wijze waarop het DIK nu functioneert, hetgeen door een onlangs regionaal onder klanten van het RIK (Regionaal Informatie Knooppunt) en de DIK s gehouden tevredenheidsonderzoek werd bevestigd. Het DIK Haarlemmermeer scoorde het hoogste gemiddelde waarderingscijfer (8,2). Bezuinigingen Het korps moet de komende jaren flink bezuinigen. Bovenop het bestaande meerjarige begrotingstekort dreigen er nog budgetverlagingen vanuit de herijking van het budgetverdeelsysteem, de afroming van het eigen vermogen en mogelijk aanvullende bezuinigingen. Daarom is het traject Een betaalbare toekomst gestart. Door het Regionaal Managementteam (RMT) is een werkgroep Personeel en een werkgroep Materieel ingesteld, die de opdracht hebben bezuinigingsvoorstellen te doen en te adviseren aan de korpsleiding. Enkele maatregelen zijn al getroffen. Zo is het huidige beleid rond werving en selectie tijdelijk aangepast. Vóór het openstellen van een vacature zullen eerst de stappen uit het matchingsprotocol worden doorlopen. Doel hiervan is vacatures en boventallige medewerkers aan elkaar te koppelen waardoor de formatie en bezetting meer op één lijn worden gebracht. Ook moet de formatie met 3% worden terugggebracht. Uitgangspunt hierbij is dat functies met een publieke taak zoveel mogelijk worden ontzien. Toekomst Politie Nederland Het nieuwe kabinet heeft plannen voor de invoering van nationale politie. De aansturing van de politie zal centraal plaatsvinden. Een aantal ondersteunende taken zullen gecentraliseerd worden. Het huidige aantal van 26 politieregio s zal teruggebracht worden. Het is nog onduidelijk hoe de grenzen van de nieuwe politieregio s precies gaan lopen, echter het voornemen lijkt die gelijk te laten lopen aan de arrondissementsgrenzen. Status : definitief blad 9 van 50

10 3.2 Ontwikkeling formatie en bezetting Formatie De laatste vastgestelde versie van het regionale formatieoverzicht is versie Daarin is de formatie van het district Haarlemmermeer per bepaald op 237,51 FTE 1. In het regionale formatieoverzicht zijn de aanpassingen in het kader van basisteam Horizon doorgevoerd. Inmiddels hebben er alweer enkele aanpassingen op de formatie van het district plaatsgevonden, waaronder de samenvoeging van Lokale Recherche Groepen (LRG) van de basisteams Haarlemmermeer-Noord en Haarlemmermeer-Zuid tot één recherchegroep. Figuur 2 : Formatie en Bezetting district Haarlemmermeer per Organiek Feitelijk* Verschil Districtsleiding 2,00 4,27 2,27 Bureau Managementondersteuning 8,20 8,89 0,69 Basisteam Haarlemmermeer-Noord 106,17 92,70-13,47 Basisteam Haarlemmermeer-Zuid 53,64 49,77-3,87 Districtsrecherche Haarlemmermeer 25,10 25,60 0,50 Team Ondersteuning 42,20 43,22 0,82 Totaal district Haarlemmermeer 237,51 224,45-13,06 * exclusief aspiranten en medewerkers die gebruik maken van TOR / NAR Bezetting Op de peildatum bedroeg de feitelijke sterkte van het district 224,45 FTE (exclusief aspiranten en medewerkers die gebruik maken van TOR of NAR). In bijlage 13.3 is een uitgebreid formatie en bezettingsoverzicht per opgenomen. Bij de districtsleiding lijkt een forse bovenformativiteit te bestaan. Dit komt omdat in het huidige regionale formatieoverzicht ( ) geen formatieruimte is opgenomen voor de stafmedewerker van het district. Deze formatieruimte is in het volgende regionale formatieoverzicht (januari 2011) wel opgenomen. Bovendien zijn momenteel tijdelijk twee stafmedewerkers werkzaam in het district. Een van hen zal per 1 juli 2011 met functioneel leeftijdsontslag gaan. Het personeelstekort is in vergelijking met voorgaande jaren teruggelopen. In 2011 zullen opnieuw aspiranten hun opleiding afronden en instromen bij de verschillende basisteams. Hierdoor zal het aantal vacatures, dat zich vooral binnen de basispolitiezorg bevindt, afnemen. Toch zullen er mede door uitstroom - ook in 2011 vacatures zijn die onvervuld blijven. Dit heeft gevolgen voor de roosterdruk en de werkdruk van de medewerkers. Door een betere planning en voortdurende aandacht voor de medewerkers zal geprobeerd worden te voorkomen dat dit leidt tot uitval. Aspiranten Op de peildatum volgden 44 studenten niveau 3, 4 en 5 hun praktijkstages in het district Haarlemmermeer. Zij worden op een goede wijze gecoacht en begeleid, hetgeen de nodige inspanning en capaciteit vergt. 1 FTE = Full Time Equivalent ofwel volledige formatieplaats (36 uur/ per week) Status : definitief blad 10 van 50

11 4 Integrale veiligheid De politie Kennemerland is verantwoordelijk voor handhaving van de rechtsorde en openbare orde in de regio. Het eerste gebeurt onder het gezag van het Openbaar Ministerie (O.M.), het tweede onder verantwoordelijkheid van de burgemeester. Onze opsporingstaak vindt plaats onder regie en aansturing van het O.M. De regie voor de totale integrale veiligheid in de regio ligt bij de gemeenten. Binnen het integrale veiligheidsbeleid staan burger, partner en gebied centraal. Het beleid beoogt door een brede en samenhangende aanpak factoren die inbreuk maken op de orde en rust - als gevolg van gedrag van mensen - in het publieke domein te beïnvloeden. Het beleid richt zich zowel op feitelijke aantastingen als op onveiligheidsgevoelens. Integraal veiligheidsbeleid wordt ontwikkeld en uitgevoerd samen met diverse strafrechtelijke en civiele (keten)partners. De gemeente Haarlemmermeer heeft in haar programmabegroting 2011 de volgende speerpunten op het gebied van integrale veiligheid benoemd : inbraakpreventie, huiselijk geweld, toezicht op straat, aanpak overlast en verloedering, veilig ondernemen, aanpak jeugdoverlast, brandveiligheid en crisisbeheersing. De speerpunten (met uitzondering van brandveiligheid en crisisbeheersing) zijn ook benoemd als regionale- of districtsprioriteiten door de politie. Gezamenlijk wordt gewerkt aan afname van het aantal inbraken, huiselijk geweld, overvallen en meldingen van jeugdoverlast. In de regiegroep jeugd zijn positieve ervaringen opgedaan op het gebied van handhaving en toezicht om overlastgevende jeugdgroepen aan te pakken. De politie en gemeente werken nu aan verdere verbetering van toezicht op straat, zowel vanuit de eigen organisatie als gezamenlijk in aanvulling op elkaars rol en taken. Er wordt gekeken naar de mogelijkheden om in 2011 een Regiegroep Samenwerken Openbare Ruimte op te richten. Doel van de regiegroep is om toezicht en handhaving in de openbare ruimte verder te verbeteren. Dit is een gezamenlijk platform van de gemeente (gebiedsmanagement, handhaving en toezicht, beheer en onderhoud) en de politie. De gebiedsgebonden werkers van de politie hebben regelmatig overleg met de gebiedsmanagers van de gemeente om lokale problemen in de wijken en kernen aan te pakken. Ook werken zij samen om bewoners voor te lichten over preventieve acties op het gebied van bijvoorbeeld inbraken, verkeersoverlast of veilig ondernemen. In 2011 zullen de politie en gemeente op alle vlakken de samenwerking voortzetten en waar nodig verder verbeteren om zo het integraal veiligheidsbeleid stevig neer te zetten. Status : definitief blad 11 van 50

12 5 Proces Opsporing 5.1 Algemeen Een van de primaire taken van de politie is 'opsporen'. Om deze taak goed te kunnen doen is samenwerking met zowel interne als externe partners van groot belang. Politiewerk is in belangrijke mate kennis gestuurd. Kennis van personen, situaties, normen en processen bepaalt wat er gebeurt. De politie streeft ernaar informatie en kennis een grotere rol te laten spelen. Waarneming en het verzamelen van informatie vormen niet alleen de grondslag voor het dagelijkse opereren van de politie op lokaal niveau, maar ook voor analyse en veredeling van informatie voor andere veiligheidsdoelen. Capaciteit Om goede keuzes te kunnen maken ten aanzien van de wijze waarop de beschikbare capaciteit voor opsporing wordt ingezet en welke onderzoeken hierbij prioriteit krijgen, worden in het district op districtelijk en lokaal niveau kortdurende overleggen gevoerd, te weten het Districtelijk Veiligheidsoverleg (DVO) en het Team Veiligheidsoverleg (TVO). In het DVO, dat elke twee weken gehouden wordt, wordt bepaald op welke wijze en voor welke zaken de beschikbare opsporingscapaciteit wordt ingezet. Aan het DVO nemen de districtschef, de plaatsvervangend districtschef, de teamchefs, de chef districtsrecherche en de chef Lokale Recherche Groep (LRG) deel namens de politie. Het O.M. wordt vertegenwoordigd door een officier van Justitie (de verwervingsoffcier). De chef districtsinformatievoorziening fungeert als secretaris. Het aanbod van zaken versus de beschikbare opsporingscapaciteit wordt als knellend ervaren. De invoering van het DVO heeft er toe geleid dat er een betere prioritering van zaken plaatsvindt. De opsporing binnen het district wordt uitgevoerd door de afdeling districtsrecherche, de LRG en medewerkers uit de basisteams. Deze afdeling districtsrecherche is formatief verdeeld in twee groepen. De groep tactische districtsrecherche, die een zelfstandige taak heeft en ondersteuning verleend aan de basisteams, bestaat uit twee groepen. Één groep houdt zich bezig met ad hoc zaken en projectmatige onderzoeken (zie bijlage 13.5 voor een overzicht). Minimaal één van deze projectmatige onderzoeken richt zich op de middencriminaliteit. De keuze voor dit specifieke onderzoek vindt plaats in het Regionale Veiligheids Overleg (RVO). Naast onderzoeken middencriminaliteit kunnen ook haalzaken die door een basisteam in het DVO zijn ingebracht opgepakt worden. Ook de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE) levert regelmatig informatie aan, op basis waarvan een onderzoek wordt gestart. Door het grote aanbod van zaken is er nauwelijks ruimte om pro-actieve onderzoeken te starten. Wel wil de afdeling proberen om, als hier aanleiding toe is (zoals in 2010), in samenwerking met de Vreemdelingenpolitie een onderzoek naar mensenhandel uit te voeren. De andere groep van de tactische districtsrecherche houdt zich bezig met jeugd- en zedenzaken (zie ook hoofdstuk 5.2). De afdeling biedt ruimte aan medewerkers van de basisteams om stage te lopen bij de afdeling. De groep Districtsinformatieknooppunt (DIK) houdt zich vooral bezig met informatieveredeling en het (proactief) leveren van (analyse)producten. De groep ondersteunt bij onderzoeken. Essentieel voor de kwaliteit van de producten is de kwaliteit van de ingevoerde gegevens. Gegevensbeheer heeft een signalerende en coördinerende rol, waarbij gebruik wordt gemaakt van een instrument als True Blue. De informatiecoördinatoren van het DIK nemen deel aan het Team Veiligheidsoverleggen (TVO) in het district en verzorgen een deel van de voorbereiding. In het TVO worden, op basis van input van informatie van het DIK, gebiedsagenten, dagcoördinatoren en anderen, door de teamleiding beslissingen genomen over het zo efficiënt en effectief mogelijk inzetten van de beschikbare capaciteit voor opsporing en handhaving. Daarnaast vindt opsporing plaats door de Lokale Recherche Groep (LRG). Deze groep, werkzaam vanuit het districtsbureau, wordt aangestuurd door een operationeel chef. Medio 2010 is besloten de operationeel chef van de lokale recherchegroep formatief onder de afdelingschef van de districtsrecherche te laten vallen. Status : definitief blad 12 van 50

13 De LRG houdt zich vooral bezig met veel voorkomende criminaliteit en de meer complexe zaken die spelen binnen de verzorgingsgebieden van de basisteams, maar die niet behoren tot de taak van de districtsrecherche. De LRG draait zaken van verdachten die inverzekering zijn gesteld of waarvan verwacht wordt, door de aard van het misdrijf of de antecedenten van de verdachte, dat de verdachte inverzekering zal worden gesteld dan wel zal worden geleid voor de rechter-commissaris. Hierbij moet worden gedacht aan zaken, zoals woning- en bedrijfsinbraken, openlijk geweld, zware mishandeling, straatroof, complexe diefstallen, heling, fraude en (internet)oplichting. Daarnaast houdt de LRG zich bezig met de voorbereiding van henneprooidagen, het rooien en het draaien van onderzoeken naar hennepkwekerijen (zie ook hoofdstuk 5.10). Tot slot draait de LRG in samenwerking met het wijkteam en de wijkagenten kortstondige onderzoeken met een looptijd van maximaal 1 maand. De minder complexe zaken, zoals bijvoorbeeld 6-uurs zaken 2, worden door de medewerkers van de basisteams zelf afgehandeld. Interne partners De samenwerking in het district binnen het proces opsporing is geïntensiveerd. De leiding van lokale recherchegroep en de districtsrecherche hebben regelmatig overleg. De medewerkers van het DIK ondersteunen bij onderzoeken. Ter ondersteuning aan de uitvoering van de werkzaamheden is het model Coördinatie Operationele Werkprocessen (COW) geïmplementeerd. Hierdoor is er beter zicht op de in behandeling zijnde zaken. De (aan)sturing van medewerkers is verbeterd met als resultaat een kwaliteitsverbetering van medewerkers en de door hen aangeleverde producten. Begin 2011 wordt het programma BOSZ (Betere Opsporing door Sturing op Zaken) geïmplementeerd. Deze opvolger van het coördinatiesysteem ZOZ (Zicht Op Zaken) moet de teams helpen bij de sturing op in behandeling zijnde zaken en de kwaliteit hiervan. Gelijktijdig met de implementatie zijn een aantal aanpassingen in het model COW doorgevoerd. Externe partners Samenwerking met andere opsporingsinstanties (FIOD, Koninlijke Marechaussee, Belastingsdienst, Sociale Recherche) vindt regelmatig plaats. Ook worden partners betrokken bij alternatieve aanpak van criminelen. Daarbij kan gedacht worden aan tegenhouden (bijvoorbeeld via de patseraanpak ), bestuursrechtelijke maatregelen en dergelijke. Ook wordt de burger steeds vaker betrokken bij de opsporing van misdrijven. Tot nu toe gebeurde dit vooral via de krant (getuigenoproep) en via de televisie (opsporingsberichten en bijdragen aan landelijke en lokale programma's zoals 'Opsporing Verzocht' en 'Ter plaatse'). Daarnaast wordt steeds meer gebruik gemaakt van SMS berichten en Twitter, waarbij burgers via een bericht op hun mobiele telefoon gevraagd wordt om hulp bij opsporing van verdachten. Het hulpmiddel Burgernet zal waarschijnlijk in het 1 e kwartaal van 2011 worden ingevoerd. Ook zullen in het kader van opsporing nieuwe innovatieve hulpmiddelen worden ingezet. Meetwijze (meetindicatoren) Kwantiteit : Aantal O.M. verdachten Als indicatie voor de effectiviteit van de opsporing heeft de regio de indicator O.M. verdachten benoemd, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen verdachten die via BVH dossiers aan het O.M. worden overgedragen en verdachten die via het CJIB / TRIAS 3 (Transactie Module zaken) aan het O.M. worden overgedragen. Deze laatste groep bestaat vooral uit verdachten van strafbare feiten, zoals het rijden onder invloed, winkeldiefstal of belediging, waarvoor een mini proces-verbaal is opgemaakt. Snelheid : Doorlooptijd Het is van belang dat de verdachte zo snel mogelijk na het plegen van een delict ter verantwoording wordt geroepen door het Openbaar Ministerie. Daarom is het zaak de tijd die ligt tussen het plegen van het delict en de inzending van het proces-verbaal zou kort mogelijk te houden uurs zaak : Dit is een zaak die binnen 6 uur afgehandeld wordt, omdat de verdachte niet in verzekering gesteld wordt. CIIB / TRIAS : Centraal Justitieel Incasso Bureau / Transactie Informatie- en Afhandelingssysteem Status : definitief blad 13 van 50

14 Daarom is afgesproken dat de doorlooptijd van minimaal 80% van de aan het O.M. aangeleverde zaken korter is dan 30 dagen. Kwaliteit : Percentage technisch sepot Naast het verkorten van de doorlooptijd is ook de kwaliteit van de aangeleverde zaken belangrijk. Hoe hoger de kwaliteit, hoe minder kans bestaat dat een zaak op technische gronden wordt geseponeerd door het Openbaar Ministerie. Daarom is voor 2011 vastgesteld dat maximaal 7% van de aangeleverde zaken bij de behandeling op technische gronden mag worden geseponeerd. Toch zijn er ontwikkelingen die invloed (gaan) hebben op het percentage technisch sepot. De richtlijnen van het Openbaar Ministerie ten aanzien van zedendelicten zorgen ervoor dat regelmatig zaken ingezonden dienen te worden waarover twijfels zijn over de bewijsbaarheid. De nieuwe aanwijzing legt zelfs de verplichting op om bij een bekende verdachte in zedenzaken het dossier altijd in te sturen. Dit kan nadelige gevolgen hebben voor het percentage technisch sepot. Regionale doelindicatoren 1. Aantal O.M. verdachten totaal (bron : COGNOS) District HM * 2011 Resultaat / Prognose Doelstelling Percentage zaken met doorlooptijd < 30 dagen (bron : O.M.) 4 District HM * 2011 Resultaat / Prognose 65% 61% - Doelstelling 65% 70% 80% 3. Percentage zaken technisch sepot (bron : O.M.) District HM * 2011 Resultaat / Prognose 6,6% 9,1% 7,5% 9,1% - Doelstelling 7,0% 7,0% 6,0% 5,0% 7,0% * = Eindwaarde 2010 gebaseerd op resultaten periode januari t/m september Geweld Probleembeschrijving Geweld blijft een regionale prioriteit. Geweld is een zware vorm van criminaliteit en heeft enorme gevolgen voor slachtoffers en hun omgeving. De maatschappelijke onrust en afschuw over allerlei vormen van geweld is dan ook groot. Het politiekorps Kennemerland wil zowel de opsporing van geweldplegers als de preventie van geweldsmisdrijven versterken. Binnen het district Haarlemmermeer wordt hieraan ook prioriteit gegeven, ondanks dat het aantal geweldsincidenten in het werkgebied in 2010 fors is gedaald ten opzichte van voorgaande jaren. Binnen het onderwerp geweld zijn verschillende vormen te onderscheiden : Zedendelicten, moord / doodslag, openlijk geweld tegen personen, bedreiging, mishandeling, straatroof / beroving en overvallen. Huiselijk geweld 5 is een bijzondere vorm, omdat deze vorm van geweld niet altijd fysiek van aard hoeft te zijn. Figuur 3 : Aangiften gewelddelicten in district Haarlemmermeer, periode 2006 t/m * Aangiften gewelddelicten * = Eindwaarde 2010 gebaseerd op resultaten periode januari t/m september In de jaren 2007 en 2008 was deze doelstelling nog niet van kracht. Toen moest 80% van de zaken binnen 60 dagen aangeleverd worden. De resultaten van deze jaren zijn niet vergelijkbaar met de gegevens van 2009 en 2010 en daarom weggelaten. Huiselijk geweld : de geestelijke en / of lichamelijke aantasting van iemands persoonlijke integriteit door iemand uit de huiselijke kring. De huiselijke kring bestaat uit (ex-)partners, gezinsleden, familieleden en huisvrienden. Onder huisvrienden worden personen verstaan die een vriendschappelijke band onderhouden met het slachtoffer of met iemand uit de onmiddellijke omgeving van het slachtoffer en die het slachtoffer in huiselijke sfeer ontmoeten. Status : definitief blad 14 van 50

15 Figuur 4 : Incidenten en aangiften huiselijk geweld in district Haarlemmermeer, periode 2006 t/m * Incidenten huiselijk geweld Aangiften huiselijk geweld Figuur 5 : Aangiften overvallen / berovingen in district Haarlemmermeer, periode 2006 t/m * Aangiften overval / beroving * = Eindwaarde 2010 gebaseerd op resultaten periode januari t/m september 2010 Wijze van aanpak Algemeen Gewelddelicten hebben gezien de enorme impact op slachtoffers en hun woonomgeving een hoge prioriteit. Huiselijk geweld Het aantal incidenten van huiselijk geweld is de laatste jaren fors toegenomen. Het aantal aangiften neemt af. Voor een deel heeft dit te maken met de wijze van registreren van huiselijk geweld (door middel van projectcodes in BVH), voor een deel ook met een toename van de aandacht voor dit probleem en de betere afstemming en samenwerking met partners. Toch is verbetering mogelijk. Nieuwe en zittende medewerkers van basisteams dienen voortdurend geïnformeerd te worden over de procedures rondom huiselijk geweld. Zo kan de burgemeester, na onderzoek door en op verzoek van de Hulpofficier van Justitie, een tijdelijk huisverbod (10 dagen afkoelingsperiode) opleggen aan een verdachte van huiselijk geweld. Dit kan na een huiselijk geweld incident, maar ook preventief om escalatie te voorkomen. Door een duidelijke uitleg over (toepasbaarheid van) het huisverbod en het inschakelen van een piketofficier moet de kennis op niveau gehouden worden. De leiding van het basisteam Haarlemmermeer Noord zal dan ook in 2011 een presentatie voor alle teamleden laten verzorgen door de taakaccenthouder huiselijk geweld in samenwerking met de districtelijke portefeuillehouder. Zedendelicten Voor rechercheurs Jeugd- en Zeden van de districtsrecherche ligt de prioriteit bij de zwaardere zedenzaken. Hierbij valt te denken aan incest of verkrachtingen (met geweld) of zwaar lichamelijk letsel. Ook zaken waarbij minderjarigen betrokken zijn, krijgen prioriteit. De afdeling streeft er naar alle zaken op te pakken en geen plankzaken te hebben. Bijzondere aandacht heeft zij voor de maatregelen die volgens protocol genomen dienen te worden bij maatschappelijke onrust in zedenzaken. Bij zedendelicten is het verplicht om eerst een intakegesprek te houden. Na dit gesprek krijgt het slachtoffer tijd om te bedenken of er wel of geen aangifte zal worden gedaan. Een belangrijk deel van de intakegesprekken (ongeveer 60%) leidt niet tot een aangifte, maar kost wel capaciteit. Daarnaast besteedt de afdeling veel tijd aan sociale interventie. Gelet op de eigenlijke taakstelling en in verband met de beperkte capaciteit zal de sociale interventie in de toekomst meer overgelaten worden aan hulpverleningsinstanties. Doordat de landelijke criteria voor de behandeling van zedenzaken steeds verder worden aangescherpt, wordt het voor niet gespecialiseerde rechercheurs steeds lastiger om te ondersteunen bij deze complexe zaken. Het jaar 2011 zal zich kenmerken door verplichte (langdurige) nascholingstrajecten voor zittende zedenrechercheurs. De districtsrecherche is verplicht ondersteuning te verlenen aan het Bovenregionale Recherche Team (BRT) bij het draaien van onderzoeken naar kinderporno. De afdeling reserveert hiervoor in 2011 capaciteit. Naast de ondersteuning aan het BRT besteedt de afdeling zelf ook capaciteit aan kinderporno zaken. De benodigde opleidingen zijn daartoe gevolgd. Status : definitief blad 15 van 50

16 Donkere dagen offensief Ook in 2011 zal aan het begin en het eind van het jaar het zogenaamde donkere dagen offensief worden uitgevoerd. Dit offensief is gericht op het voorkomen van berovingen en overvallen op momenten dat bewoners en winkeliers het meest kwetsbaar zijn, namelijk in de ochtend en het begin van de avond als het nog donker of schemerig is. Dit blijkt uit een uitgevoerde analyse. Ook hier is gekozen voor een ketengerichte aanpak. De gemeente zorgt, in samenwerking met de politie, via het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) en het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing (RPC) voor preventie en adviezen. In november 2010 is een pilot Zorgplan overvallen gestart. Deze pilot, onder regie van de gemeente Haarlemmermeer, heeft als doel ondernemers te adviseren hoe zij een overval het beste kunnen voorkomen. Dit gebeurt preventief (voorlichting, informatiepakket, overvaltraining), maar ook nadat een ondernemer slachtoffer is geworden van een overval. Dan wordt nazorg verleend, maar ook worden de betreffende ondernemer en de ondernemers in het omliggende gebied actief benaderd om maatregelen te treffen zodat de kans op herhaling wordt verkleind. De politie zorgt voor toezicht en repressie. De politie maakt bij het toezicht en het signaleren van ongewone zaken gebruik van interne en externe partners, zoals het bureau Buitenbewaking Schiphol, het Verkeers Handhavingsteam, het Korps Landelijke Politie Diensten (helikopters), de Koninklijke Marechaussee en brugwachters. Capaciteit wordt zoveel mogelijk ingezet op basis van informatie vanuit de lijn DIK RIK NIK 6. Het district Haarlemmermeer is voor het offensief verdeeld in 3 gebieden : Noord, Midden en Zuid. In elk gebied is van maandag t/m zaterdag in de ochtenddienst en de avonddienst een gebiedsagent aanwezig. Deze is zichtbaar aanwezig tijdens de opening en sluiting van winkels. De gebiedsagenten hebben contact met gebiedsagenten van omliggende regio s Hollands Midden en Amsterdam-Amstelland. Op informatie- en tactisch gebied wordt eveneens met deze regio s samengewerkt. Deze werkwijze heeft voorheen al geleid tot de aanhouding van diverse verdachten. Geweld tegen collega s en andere dienstverleners Bij de uitvoering van hun werkzaamheden komt het regelmatig voor dat er geweld tegen collega s wordt gebruikt. Ook andere dienstverleners, zoals brandweerlieden en ambulancepersoneel, worden steeds vaker slachtoffer van geweld bij het uitoefenen van hun werkzaamheden. De behandeling van deze gewelddelicten wordt uitgevoerd door de districtsrecherche conform de regionale richtlijnen. De zaken worden zo veel mogelijk binnen de gestelde termijn aangeleverd bij het Openbaar Ministerie. Er wordt extra aandacht besteed aan de terugkoppeling richting de betrokken collega's. Geconstateerd is (ook landelijk) dat de follow-up (krachtige rechterlijke vonnissen) nog niet altijd optimaal is. Meetwijze (indicatoren) Regionale doelindicatoren 1. Aantal O.M. verdachten geweld (bron : COGNOS) District HM * 2011 Resultaat / Prognose Doelstelling Verdachtenratio Bedreiging / Mishandeling (aantal O.M. verdachten per 100 aangiften) (bron : COGNOS) 7 District HM * 2011 Resultaat / Prognose 43,7 37,5 32,7 45,7 - Doelstelling ,0 60,0 * = Eindwaarde 2010 gebaseerd op resultaten periode januari t/m september DIK RIK NIK : Informatie Knooppunten op respectievelijk districtelijk, regionaal en nationaal niveau. De verdachtenratio bedreiging / mishandeling wordt gebruikt om de effectiviteit van de opsporing van deze delicten zichtbaar te maken. Optimaal is deze indicator zeker niet, omdat het voorkomt dat één verdachte verantwoordelijk is voor meerdere delicten, maar ook dat meerdere verdachten één delict hebben gepleegd. De mogelijkheden om de effectiviteit van de opsporing zichtbaar te maken zijn echter beperkt of slecht meetbaar. Daarom is regionaal, in overleg met het Openbaar Ministerie, gekozen voor deze indicator. Status : definitief blad 16 van 50

17 5.3 Jeugd(criminaliteit) Probleembeschrijving Hoewel de overlast van / door jeugd de afgelopen jaren een stuk minder is geworden, blijft het een prioriteit voor het district. Wel zou de aanpak moeten veranderen van een incidentgerichte aanpak (reageren op incidenten) naar een ketengerichte aanpak. Jeugd in de wijk Floriande (werkgebied Haarlemmermeer Noord) veroorzaakt de laatste tijd veel problemen, vooral rond het winkelcentrum. De verwachting is, gezien de leeftijdsopbouw van de jeugd in deze wijk, dat deze overlast de komende jaren zal toenemen. In de wijk zijn voorzieningen voor jeugd tot 12 jaar. Voor jongeren boven deze leeftijd zijn er niet of nauwelijks voorzieningen. Er zijn echter meer hotspots. Overlast (geluid, vuilnis, drank- en drugsgebruik) komt op deze plekken veel voor. Verder worden in het werkgebied regelmatig vernielingen gepleegd. Deze vinden vooral plaats op de routes van en naar de uitgaangsgelegenheden The Challenge en Claus Party House en langs de Zuidtangent. Hiervoor worden regelmatig jeugdige verdachten aangehouden. Figuur 6 : Incidenten overlast jeugd in district Haarlemmermeer, periode 2006 t/m * Incidenten overlast jeugd * = Eindwaarde 2010 gebaseerd op resultaten periode januari t/m september 2010 Wijze van aanpak De integrale aanpak die enige jaren geleden is ingevoerd, blijft gehandhaafd. De gemeente Haarlemmermeer voert de regie. De chef van het basisteam Haarlemmermeer Noord neemt deel in de regiegroep jeugd en overlast. De gebiedsagenten hebben regelmatig besprekingen met het gebiedsmanagement, waarin onder andere de Stichting Meerwaarde en vertegenwoordigers van de gemeente participeren. Het gebiedsmanagement zorgt voor vertaling van het beleid in concrete activiteiten. Maandelijks levert het team informatie aan de gemeente over de hotspots van overlast, het aantal incidenten en andere bijzonderheden. In oktober 2010 zijn de hotspots voor de periode oktober 2010 april 2011 vastgesteld. Deze hotspots zijn vastgesteld op basis van informatie van de politie, Meerwaarde, de straatcoaches en het gebiedsmanagement. De hotspots zijn Badhoevedorp (Lorenztplein), Toolenburg (Winkelcentrum), Bornholm (Scholeneiland), Overbos (Winkelcentrum, Almkerkplein / Sjoukje Dijkstralaan) en Lisserbroek. Op deze hotspots zal extra toezicht worden gehouden. Er zullen middelen uit het actieprogramma overlast en verloedering ingezet worden. Om het gebruik van alcohol tegen te gaan wordt het gebied rondom de hotspots door de gemeente benoemd als aangewezen gebied in de zin van artikel 2:48 lid 1 APV (verboden drankgebruik). Nadat de overlast is afgenomen en de locatie niet meer geprioriteerd wordt, wordt bepaald of deze bepaling als aangewezen gebied ook wordt opgeheven. Met de communicatiecampagne Wij maken het verschil geeft de gemeente samen met politie en Meerwaarde in 2010 en 2011 extra aandacht aan jongeren en jongerencultuur om zo het beeld over jongeren op straat te nuanceren. Grenzen opzoeken hoort bij opgroeien. Inzet van de campagne is het maken van goede afspraken tussen jongeren, andere bewoners en de gemeente over het gebruik van de openbare buitenruimte. Jaarlijks wordt door het bureau Regionale Coördinatie Jeugdzaken (RCJ) onder verantwoordelijkheid van de themadeskundige jeugd een inventarisatie jeugdgroepen uitgevoerd. In de laatste inventarisatie wordt aangegeven dat in het werkgebied van het team Haarlemmermeer Zuid geen jeugdgroepen aanwezig zijn die voldoen aan de voor de inventarisatie geldende definitie van een jeugdgroep. Er zijn echter in het werkgebied van team Zuid wel degelijk jeugdgroepen, zoals de groep in Lisserbroek, maar deze zijn van wisselende samenstelling en zorgen slechts in beperkte mate voor overlast. Status : definitief blad 17 van 50

18 In het werkgebied van het team Haarlemmermeer Noord zijn twaalf hinderlijke, twee overlastgevende en geen criminele jeugdgroepen 8 aanwezig. Een overzicht van de jeugdgroepen is te vinden in bijlage De leiding van beide basisteams constateert dat de uitkomsten van het onderzoek niet altijd aansluiten bij de beleving van het team en duiding van hotspots van de gemeente (bijvoorbeeld Lisserbroek). Daarnaast sluiten de resultaten van deze inventarisatie soms niet aan bij de bevindingen die uit door de gemeente en andere partners verrichte onderzoeken naar voren komen. De teamleidingen zouden dan ook graag zien dat er een integrale rapportage over jeugdgroepen wordt opgesteld, waarbij politie, gemeente en andere partners input leveren. De leiding van basisteam Noord zal hiervoor het initiatief nemen en de verschillende partijen benaderen. Dit zou in 2011 moeten resulteren in een integrale rapportage over jeugdgroepen in de gemeente Haarlemmermeer. De gebiedsagenten doen, op basis van informatie over jeugdgroepen en hangplekken, verzoeken aan het Team Veiligheids Overleg (TVO) om capaciteit. In het TVO wordt beslist welke verzoeken gehonoreerd worden. Problemen van grotere omvang worden ingebracht in het DVO, DCMO (Districtelijk CapaciteitsManagement Overleg) en de regiegroep. Projecten worden in samenwerking met de gemeente en andere ketenpartners uitgevoerd. Voorbeelden hiervan zijn onder meer het gele kaarten project en het project nuchter op straat (NOS). Ook inzet tijdens luilak en oud en nieuw vindt plaats in samenwerking met de gemeente. Zij zetten bijvoorbeeld gemeentelijke handhavers in. Daarnaast wordt samengewerkt met leerplichtambtenaren en straatcoaches, die contact hebben met de jeugd (op basis van informatie uit de regiegroep). Binnen het basisteam Haarlemmermeer Noord is een jeugdbureau ingericht. Dit bureau zorgt voor de aansturing van de activiteiten rond jeugdoverlast en criminaliteit en bewaakt de kwaliteit en de doorlooptijden van processen-verbaal en de verwijzingen naar bureau Halt. Omdat jeugd een hoge prioriteit heeft voor het team wordt er voor gezorgd dat het bureau altijd volledig bezet (= geen vacatures) is. De senior medewerkers basispolitiezorg jeugd maken vast deel uit van het bureau. Daarnaast wordt gewerkt met stageplaatsen. In de gemeente Haarlemmerliede c.a. is de overlast van / door jeugd beperkt. De teamleiding zou desondanks graag zien dat de problematiek net als in Haarlemmermeer integraal wordt aangepakt, waarbij de gemeente Haarlemmerliede c.a. de regierol neemt. De leiding van het basisteam Haarlemmermeer Noord zal hierover in contact treden met de gemeente. Meetwijze (meetindicatoren) Regionale doelindicatoren 1. Aantal verwijzingen naar bureau Halt (Bureau Halt) District HM * 2011 Resultaat / Prognose Doelstelling Percentage verwijzingen naar bureau Halt binnen 7 dagen (Bureau Halt) District HM * 2011 Resultaat / Prognose 94% onbekend 95% 88% - Doelstelling 80% 80% 80% 80% 80% 8 Hinderlijke jeugdgroep : Groep die bestaat uit jongeren die wat in de buurt rondhangen, af en toe luidruchtig aanwezig zijn en zich niet zoveel aantrekken van de omgeving. Soms loopt het uit de hand en zijn er kleine schermutselingen. Incidenteel maken zij zich schuldig aan kleine vernielingen. Dit soort groepen is over het algemeen nog voldoende autoriteitsgevoelig en kan nog aangesproken worden op het gedrag. Overlastgevende jeugdgroep : Groep die nadrukkelijk aanwezig is dan hinderlijk jeugdgroepen. Ze kunnen af en toe provocerend optreden, vallen omstanders lastig (uitschelden / intimideren), vernielen regelmatig allerlei zaken en houden geen rekening met andere mensen. De lichtere vormen van criminaliteit waaraan zij zich schuldig maken, worden doelbewuster gepleegd. De groep is er meer mee bezig niet gepakt te worden. Criminele jeugdgroep : Groep die bestaat uit jongeren die behoorlijk op het criminele pad zijn terechtgekomen. Zij zijn al vaker met de politie in aanraking gekomen. Kenmerkend voor deze groepen is dat ze meer en meer criminaliteit plegen voor financieel gewin, de feiten zijn ernstiger en ze schrikken minder snel terug voor het gebruik van geweld. Status : definitief blad 18 van 50

19 3. Aantal minderjarige O.M. verdachten (O.M.) District HM * 2011 Resultaat / Prognose Doelstelling Percentage zaken met minderjarige verdachte(n) met doorlooptijd < 30 dagen (O.M.) District HM * 2011 Resultaat / Prognose 90% 81% 82% 80% - Doelstelling 80% 80% 80% 80% 80% * = Eindwaarde 2010 gebaseerd op resultaten periode januari t/m september Onderzoek Middencriminaliteit 9 Probleembeschrijving In het district Haarlemmermeer vinden naast veelvoorkomende criminaliteit ook vormen van (ernstige en vaak districtsoverschrijdende) criminaliteit plaats met een stelselmatig en veelal gewelddadig karakter. Bij deze zogenaamde middencriminaliteit zijn vaak criminele samenwerkingsverbanden (CSV) betrokken. Het aanpakken van deze CSV s is complex en tijdrovend. Er is sprake van een crimineel samenwerkingsverband dat in aanmerking komt voor een onderzoek middencriminaliteit 8 als voldaan wordt aan de volgende criteria : Samenwerkingsverband van meer dan 2 personen ; Samenwerkingsverband voor een redelijke termijn ; Verdenking van middelzware strafbare feiten ; Strafmaat: gevangenisstraf minimaal 4 jaar (= middencriminaliteit) ; Samenwerkingsverband is gericht op streven naar winst. Daarnaast moet nog aan minimaal één van de volgende zeven criteria voor middencriminaliteit worden voldaan : Er is sprake van een taakverdeling tussen de leden van het samenwerkingsverband ; Er is sprake van disciplinering ; Er is sprake van regionaal actief zijn ; Er wordt gebruik gemaakt van geweld of andere intimidatiemiddelen ; Er wordt gebruik gemaakt van commerciële en zakelijke activiteiten ; Er is sprake van witwassen van criminele inkomsten ; Er is sprake van invloed op politiek, media, openbaar bestuur, justitie of economie. Wijze van aanpak Zoals reeds in hoofdstuk 5.1 werd aangegeven wordt de keuze voor de onderzoeken midden- en zware criminaliteit bepaald in het Regionaal Veiligheids Overleg (RVO). Onderzoeken naar georganiseerde zware criminaliteit worden vooral op regionaal niveau uitgevoerd door de divisie Regionale Recherche. Op districtelijk niveau vinden onderzoeken naar georganiseerde middencriminaliteit plaats. In 2011 zullen twee onderzoeken plaatsvinden naar criminele samenwerkingsverbanden die zich bezig houden met middencriminaliteit. Deze onderzoeken hebben betrekking op lokaal gebonden, teamoverschrijdende criminaliteit met een lokale impact. Deze onderzoeken zullen worden uitgevoerd in samenwerking met het district IJmond. Elk onderzoek zal ongeveer 6 maanden in beslag nemen. Aan de onderzoeken zullen, naast medewerkers van de afdeling districtsrecherche van de districten Haarlemmermeer en IJmond, ook medewerkers vanuit de basisteams uit deze districten deelnemen. In oktober 2010 is een nieuw onderzoek middencriminaliteit gestart. Dit onderzoek zal doorlopen in Middencriminaliteit : Het gaat hier om vormen van (ernstige) criminaliteit, vaak districtsoverstijgend, met een stelselmatig en veelal gewelddadig karakter waardoor maatschappelijke onrust en/of aanzienlijke schade ontstaat. Aanpak: probleemgericht (lokaal of regionaal), waarbij op basis van analyses projectvoorstellen en projectplannen worden gemaakt (bron : Kennemerlands Strings Model v 2.0, d.d ) Status : definitief blad 19 van 50

20 Meetwijze (meetindicatoren) Regionale doelindicator 1. De districten Haarlemmermeer en IJmond verzenden in 2011 gezamenlijk twee dossiers terzake middencriminaliteit aan het openbaar ministerie. 5.5 Veelplegers Probleembeschrijving Voor veelplegers geldt dat zij verantwoordelijk zijn voor een groot deel van de veel voorkomende criminaliteit en veelvuldig met politie en justitie in aanraking komen. Naast het plegen van strafbare feiten zorgen veelplegers voor veel overlast in de buurt. Dit komt het veiligheidsgevoel van de burgers niet ten goede. Deze doelgroep vraagt derhalve een grote en steeds terugkerende inzet van politie, justitie, reclassering, hulpverlenende instanties en gemeente. Vanuit het district wordt middels een integrale aanpak, de aanpak van veelplegers geïntensiveerd. Wijze van aanpak Binnen het Arrondissement Haarlem is een convenant veelplegers afgesloten door de partners binnen de veiligheidsketen 10. Het doel van deze gezamenlijke aanpak is het aantal politieantecedenten van deze groep en uiteindelijk de veel voorkomende criminaliteit terug te dringen. In een maandelijks casusoverleg veelplegers zoeken de partners uit het convenant de afstemming in specifieke casussen en de samenwerking in het algemeen. Daarnaast is regionaal de aanpak van jeugdige meer- en veelplegers (JMVP) geïmplementeerd. Door een ketengerichte aanpak wordt getracht om deze jongeren weer op het rechte pad te krijgen. Aangehouden JMVP-ers krijgen direct een dagvaarding mee of worden voorgeleid voor de Rechter Commissaris. De Raad voor de Kinderbescherming legt de jongeren Toezicht & Begeleiding op, tenzij zij onder toezicht van de gezinsvoogdij staan of er al een jeugdreclasseringmaatregel is uitgesproken. Door persoonsgerichte aanpak door alle ketenpartners (waarmee wordt geprobeerd recidive door veelplegers te voorkomen), door een effectief hulpverleningstraject, door langdurige opbouw of door een combinatie van deze maatregelen, de ISD maatregel (Inrichting Stelselmatige Dader) wordt geprobeerd de recidive van veelplegers te voorkomen. Meetwijze (meetindicatoren) Regionale doelindicator 1. Percentage zaken contra veelplegers, ingezonden binnen 30 dagen (O.M.) District HM * 2011 Resultaat / Prognose 63% 75% 67% - Doelstelling 80% 80% 80% 80% * = Eindwaarde 2010 gebaseerd op resultaten periode januari t/m september Lokale prioriteit 1 : Diefstal uit / inbraak in woning Probleembeschrijving Beide basisteams benoemen diefstal uit / inbraak in woning als een lokale prioriteit. Een woninginbraak is voor veel slachtoffers een traumatische ervaring, die hen soms lang bezig houdt. Naast het verlies van materiële zaken blijft vaak een gevoel van onveiligheid achter. Dit delict staat in het district qua omvang in de top 5 van meest voorkomende delicten. Steeds vaker worden de diefstallen / inbraken gepleegd door rondreizende criminelen. Hierdoor zijn steeds in verschillende wijken korte piekmomenten te zien. Het is voor de politie lastig om grip te krijgen op het probleem. 10 Openbaar Ministerie, Politie, Reclassering, Verslavingszorg, gemeenten en penentiaire inrichtingen Status : definitief blad 20 van 50