Tweede Kamer der Staten-Generaal
|
|
- Cornelis Cools
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Invoeringswet Boeken 3-6 nieuw Burgerlijk Wetboek (derde gedeelte) Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-gravenhage, 23 maart 1989 Hierbij bied ik u een nota over het bovengenoemde wetsvoorstel aan. De Minister van Justitie, F. Korthals Altes F ISSN T..,.,._ SDU uitgeverij' S Gravenhage 1989 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5
2 1. Inleiding Het ontwerp van het derde gedeelte van de Invoeringswet Boeken 3-6 nieuw Burgerlijk Wetboek strekt tot wijziging van Boek 4 dat de nieuwe regeling van het erfrecht bevat. Het is ingediend bij Koninklijke boodschap van 17 oktober 1981, maar is parlementair niet verder behandeld, daar in 1983 is besloten aan de invoering van de Boeken 3, 5 en 6 voorrang te verlenen en die van Boek 4 daarvan te ontkoppelen. Nu de behandeling van de eerstgenoemde boeken in de Tweede Kamer bijna is voltooid, kan de invoering van Boek 4 ter hand worden genomen. Het onderwerp dat in het wetsvoorstel de meeste aandacht trok, betreft de regeling van de versterking der erfrechtelijke positie van de langstlevende echtgenoot, in het bijzonder in diens verhouding tot die van de kinderen van de erflater. In het ontwerp wordt deze echtgenoot een wettelijk vruchtgebruik op de nalatenschap - voor zover hij die niet erft - toegekend. Deze regeling is een uitwerking van het overleg dat mijn ambtsvoorganger met de vaste Commissie voor Justitie der Tweede Kamer in 1978 heeft gevoerd, waartoe ik moge verwijzen naar de witte stukken bij wetsontwerp , nrs In notariële kringen is tegen de voorgestelde regeling ernstig verzet gerezen - zie het verslag van de algemene vergadering der Koninklijke Notariële Broederschap van 1982 in WPNR Onlangs is onder het notariaat een enquête gehouden waaruit bij degenen die daaraan meededen, een relatieve voorkeur voor de zogenoemde ouderlijke boedelverdeling als wettelijk systeem bleek; dit stelsel behaalde 40% der uitgebrachte stemmen, tegenover elk der drie andere in de enquête betrokken stelsels met tussen 10% en 20% van de stemmen. Dit gegeven leidt tot de vraag, of niet aan gerechtvaardigde wensen van het notariaat zou kunnen worden tegemoet gekomen, voordat het ontwerp zijn parle mentaire weg vervolgt. Ofschoon ook in notariële kringen een zeer grote verscheidenheid van opvattingen heerst, ligt het toch het meest voor de hand het bij het ontwerp voorgestelde systeem te vergelijken met het stelsel dat door het notariaat het meest wordt aanbevolen, namelijk dat van de ouderlijke boedelverdeling. 2. Het stelsel van de ouderlijke boedelverdeling tegenover dat van het wetsontwerp Vooropgesteld moge worden dat beide stelsels belangrijke trekken gemeen hebben. Beide versterken de positie van de langstlevende echtgenoot aanzienlijk, doordat ze hem tijdens zijn leven de vrije beschikking over de nalatenschapsgoederen toekennen en de kinderen van de erflater pas na het overlijden van de langstlevende hun rechten kunnen uitoefenen. Bij geen van beide is bepalend, of en in hoeverre de langstlevende de nalatenschapsgoederen behoeft voor een voldoende verzorging. Hoewel ook dit als criterium voor een wettelijke regeling wordt verdedigd, in navolging van HR 30 november 1945, NJ 1946, 62 (Harms-De Visser), is dat toch voor een wettelijke regeling van het erfrecht weinig gelukkig, reeds omdat het onmogelijk is te voorspellen hoe die behoefte zich in een individueel geval zal ontwikkelen en hoelang de langstlevende in leven zal blijven. Anderzijds kan de vergelijking zich tot enige hoofdpunten beperken: vele problemen die zich onder het bestaande recht voordoen of wellicht voor het toekomstige worden gevreesd, ook eventueel die van fiscale aard, kunnen immers door de wetgever worden opgelost. Het principiële verschil tussen beide stelsels is gelegen in de erfrechtelijke positie van de kinderen van de erflater. De ouderlijke boedelverdeling, zoals die nu in de praktijk voorkomt, berust op de artikelen 1167 e.v. BW: de erflater zelf verdeelt zijn Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 2
3 nalatenschap tussen zijn echtgenoot en zijn kinderen, en wel aldus dat de eerste alle goederen der nalatenschap krijgt toebedeeld, onder gehoudenheid van betaling der schulden, terwijl de kinderen wegens deze overbedeling een geldvordering op die echtgenoot krijgen; gewoonlijk bepaalt de erflater dat deze vordering slechts opeisbaar wordt bij overlijden van zijn echtgenoot en wanneer zich een of meer gebeurtenissen voordoen, zoals diens faillissement. Verheffing hiervan tot wettelijk stelsel zou betekenen dat de wetgever zelf de goederen der nalatenschap aan de langstlevende toekent - en die aan de kinderen onthoudt - of althans de kinderen verplicht tot het afstaan van hun aandeel in de goederen aan de langstlevende. (Van een «ouderlijke boedelverdeling» kan men dan ook niet meer spreken; er is eerder sprake van een wettelijke toedeling van de boedel aan de langstlevende.) Essentieel in dit verband is dat de kinderen van de erflater wel een geldvordering op de langstlevende (of diens nalatenschap) verkrijgen, doch geen enkel recht op de goederen van hun overleden ouder. Anders is dit in de constructie van het wetsontwerp. Aan het wettelijk vruchtgebruik verbindt dit een, slechts in enkele opzichten beperkte, bevoegdheid van de langstlevende tot beschikking over de nalatenschapsgoederen. Aldus vertoont dit vruchtgebruik meer de trekken van een «tijdelijke eigendom» der nalatenschap dan van het klassieke vruchtgebruik. 1 Evenzeer doet het denken aan het fideicommis de residuo, maar met dit verschil dat de langstlevende aan de kinderen een vergoeding schuldig wordt voor de door hem vervreemde nalatenschapsgoederen. Daar deze vergoeding in de regel pas bij het overlijden van de langstlevende opeisbaar wordt, nadert het systeem voor de, door de langstlevende tijdens het vruchtgebruik vervreemde, nalatenschapsgoederen het resultaat van de ouderlijke boedelverdeling. Per slot van rekening is in beginsel het verschil tussen beide stelsels derhalve dit, dat de kinderen van de erflater bij ouderlijke boedelverdeling geen van zijn goederen erven, en bij het vruchtgebruik met beschikkingsbevoegdheid wel, zij het dat zij pas bij het overlijden van de langstlevende in het volle recht treden en voor de inmiddels vervreemde goederen een geldelijke vergoeding ontvangen. Het stelsel van de ouderlijke boedelverdeling heeft al eerder geïnspireerd tot een wetsontwerp, namelijk de zogenaamde erfrechtelijke voortrein (wetsontwerp ), bedoeld om de tijd tot de invoering van Boek 4 te overbruggen en bovendien daarvoor tot model dienen. De langstlevende echtgenoot zou enig erfgenaam worden en de kinderen van de erflater zouden jegens de langstlevende een uitkeringsrecht ter grootte van de waarde van hun fictieve erfdeel verkrijgen. In het voorlopig verslag is het ontwerp ernstig gekritiseerd, principieel het meest omdat de wetgever hierin de kinderen «onterft». Juist wegens deze kritiek is gezocht naar een systeem waarin de kinderen in beginsel ook reëel erfgenaam kunnen blijven; dat systeem is gevonden in het vruchtgebruik met beschikkingsbevoegdheid dat aan wetsontwerp ten grondslag ligt. Het is op dit punt dat de wetgever een ondubbelzinnige keuze moet doen. In de volgende paragraaf wordt ter verduidelijking van de probleemstelling nader ingegaan op de vraag tot welke praktische verschillen de keuze van het uitgangspunt leidt. 1 In het systeem van het nieuwe BW wordt een tijdelijk recht omgezet in een vruchtgebruik: zie artikel a. Van beschikking over een tijdelijk recht verschilt de beschikking door de langstlevende-vrucht gebruiker in zoverre dat het vervreemde goed niet na voltooiing van tijdsduur, i.c. bij het overlijden van de langstlevende, in de boedel terugvalt. 3. Stiefouders en voorkinderen In het voorgaande is al tot uitdrukking gebracht dat een keuze tussen de ouderlijke boedelverdeling en het wettelijk vruchtgebruik weinig gevolgen heeft, zolang de langstlevende echtgenoot nog in leven is: hij heeft de nagelaten goederen van de erflater onder zich en kan daarover beschikken. In zoverre kan men zeggen dat in beide stelsels de langstlevende vóór de kinderen gaat; een andere vraag is echter, of ten aanzien Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 3
4 van de nagelaten goederen de kinderen bij eventuele derden voorgaan. Is de langstlevende tevens de eigen ouder van de kinderen van de erflater, dan zal het praktisch verschil tussen beide stelsels bij het overlijden van die langstlevende eveneens gering zijn. Van de overbedelingsvordering, ontstaan door de ouderlijke boedelverdeling, zijn de kinderen bij het overlijden van de langstlevende zowel schuldeiser als schuldenaar, zodat in de regel de vordering door vermenging teniet gaat (artikel b), terwijl de kinderen als erfgenamen van de langstlevende deze in diens goederen opvolgen. Anderzijds vervalt door het overlijden van de langstlevende het vruchtgebruik en verkrijgen de kinderen het volle recht over de overgebleven, nagelaten, goederen (artikelen en 22), terwijl de vergoedingsvordering ten laste van de vruchtgebruiker eveneens door vermenging tenietgaat. In beide gevallen worden de door de eerststervende nagelaten goederen, voor zover nog aanwezig bij het overlijden van de langstlevende, aan de kinderen «doorgegeven». Alleen bestaat bij de ouderlijke boedelverdeling de mogelijkheid dat de langstlevende de, immers hem toebehorende, goederen uit de nalatenschap van de eerststervende bij uiterste wil vermaakt; de langstlevende die «slechts» vruchtgebruiker is, kan dat niet. Geheel anders is echter erfrechtelijk de situatie als de langstlevende niet de eigen ouder van de kinderen van de erflater is, maar de stiefouder. In dat geval zullen de kinderen gewoonlijk voorkinderen uit een, door de dood of echtscheiding ontbonden, eerder huwelijk van de erflater zijn. Blijkens de statistieken komt hertrouwen na de dood van de eerste echtgenoot niet erg dikwijls voor, doch hertrouwen na echtscheiding des te meer; de erfrechtelijke gevolgen zullen zich in de toekomst in toenemende mate voordoen. (Op de 85 a huwelijken die in de recente periode jaarlijks worden gesloten, zijn 26 tot der huwenden reeds eerder getrouwd geweest; van rond 90% van hen is het eerdere huwelijk door echtscheiding ontbonden.) Een tot wettelijk verheven stelsel van «ouderlijke boedelverdeling» brengt dan mee dat er in dit geval wel een «overbedelings»-vordering van de voorkinderen op de stiefouder bestaat, maar dat de goederen uit de nalatenschap van de eigen ouder der voorkinderen alle vererven naar hun stiefouder; uitzicht op die goederen bij diens overlijden hebben zij dan ook niet meer, want de kring van diens erfgenamen bij versterf wordt gevormd door de stieffamilie van de voorkinderen. Het is wel waar dat, als de stiefouder eerder dan de eigen ouder overlijdt, deze laatste, omgekeerd, de goederen van de stiefouder zal erven, en deze bij zijn overlijden aan de voorkinderen, immers zijn eigen kinderen, zal doorgeven, maar dit toont alleen aan dat aanvaarding van de ouderlijke boedelverdeling als wettelijk stelsel tevens betekent aanvaarding van een element van erfrechtelijke willekeur voor de kinderen. Het stelsel van het wettelijk vruchtgebruik brengt dit erfrechtelijk gevolg ten opzichte van voorkinderen niet mee. Wel moeten hun rechten op de nagelaten goederen wijken voor de beschikkingsbevoegdheid van de door hun overleden ouder achtergelaten echtgenoot - hun eigen andere ouder of een stiefouder -, maar bij diens overlijden volgen zij op in het volle recht op de resterende vruchtgebruiksgoederen, waarop hun stieffamilie geen erfrechtelijke aanspraak kan maken. 4. Uitwerking Op welke motieven de (relatieve) voorkeur van het notariaat voor de ouderlijke boedelverdeling als wettelijk systeem berust, is niet geheel na te gaan. Ten dele is waarschijnlijk de oorzaak dat velen dit systeem uit de praktijk kennen en als eenvoudig en duidelijk hebben leren waarderen - Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 4
5 afgezien van de problematiek, in het bijzonder ten aanzien van de legitimarissen en van de bijstand, die tot procedures aanleiding hebben gegeven. Met een boedelbeschrijving, inclusief waardering der goederen van de nalatenschap, zijn de erfgenamen, en is eventueel de notaris, gereed. Aan verdeling der goederen noch administratie tijdens het leven van de langstlevende komt men toe. Het stelsel is uitstekend voor de langstlevende, en de vraag of ook de kinderen zich rechtvaardig behandeld voelen, blijft op de achtergrond. Daarentegen kan een vruchtgebruik allerlei complicaties meebrengen die ook hier werden gevreesd: zaaksvervanging, administratie en verantwoording en, in het geval van het wetsontwerp, de berekening van de vergoedingsvordering. Mede daardoor was een veelgehoorde concrete klacht dat het wetsontwerp moeilijk leesbaar is. De aandacht verdient allereerst dat in het ontwerp reeds voor het wettelijk vruchtgebruik de zaaksvervanging en daarmee ook haar problemen zijn afgesneden. De zaaksvervanging kan hier immers worden gemist: voor behoud van de vermogenswaarde van de nalatenschap voor de kinderen kan de vergoedingsvordering redelijk in de plaats treden, hun gaat het in het bijzonder om de affectiewaarde die bepaalde van die goederen voor hen betekenen. Als deze eenmaal, in het bijzonder doordat de langstlevende zijn beschikkingsbevoegdheid heeft uitgeoefend, uit de nalatenschapsgoederen zijn verdwenen, compenseert zaaksvervanging dit verlies voor de kinderen niet. Voor de praktijk zou het wettelijk vruchtgebruik de ouderlijke boedelverdeling in eenvoud sterk kunnen benaderen, indien bij de berekening van de vergoedingsvordering aan het einde van het vruchtgebruik zou worden uitgegaan van de (geïndexeerde) waarde der goederen ter gelegenheid van de boedelbeschrijving. Evenmin als bij de ouderlijke boedelverdeling is het dan nodig de lotgevallen der vruchtgebruiksgoederen naspeurbaar te houden en hun waarde bij vervreemding vast te stellen. Omdat dan ook de langstlevende echtgenoot kan worden ontheven van een verplichting tot periodieke verantwoording en aan gedetailleerde voorschriften omtrent de verschillende soorten vermogensbestanddelen geen behoefte meer zal bestaan, is aldus tevens een vrij sterke vereenvoudiging van het wetsontwerp mogelijk, die de leesbaarheid bevordert. Vergelijkt men alsdan beide stelsels, dan komt men tot het volgende resultaat. a. Begin. In beide stelsels moet een boedelbeschrijving worden opgemaakt, bij de ouderlijke boedelverdeling als grondslag voor de vaststelling van de omvang der overbedelingsschuld, in het vruchtgebruikstelsel ter identificatie van de vruchtgebruiksgoederen en ter vastlegging van hun waarde als grondslag voor de eventuele vergoedingsvordering. In het vruchtgebruikstelsel zullen de kinderen wellicht iets meer behoefte hebben aan een nauwkeurige identificatie van de goederen die hun ter harte gaan - na de dood van de langstlevendevruchtgebruiker krijgen zij immers daarop hun volledige recht. b. Duur. Tijdens het leven van de langstlevende bestaat er nauwelijks verschil: in beide stelsels heeft deze, behoudens faillissement, het bestuur en de vrije beschikking over de goederen; enige verantwoording is hij niet schuldig. c. Einde. In de meerderheid der gevallen zijn de kinderen, tevens erfgenamen, van de langstlevende ook de kinderen van de eerststervende. Een praktisch verschil tussen beide stelsels bestaat dan meestal niet: de kinderen verkrijgen de goederen en in hun persoon verenigt zich de hoedanigheid van schuldeiser en schuldenaar van zowel de overbedelingsschuld als de vergoedingsschuld. Is de waarde van de nalatenschap van de langstlevende negatief, dan zijn de kinderen in het vruchtgebruikstelsel in beginsel beter af: zij hebben een zakelijk recht op de goederen die nog uit de nalatenschap van de eerststervende stammen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 5
6 Was de overleden langstlevende echter de stiefouder van de kinderen van de eerststervende, dan is er verschil in de afwikkeling. Op de langstlevende als erfgenaam van de eerststervende zijn volgens de ouderlijke boedelverdeling diens goederen overgegaan, en de kinderen van de eerststervende verkrijgen daarvan niets; wel wordt hun vordering uit overbedeling nu tegenover de erfgenamen van de langstlevende opeisbaar. In het vruchtgebruikstelsel vervalt bij het overlijden van de langstlevende het vruchtgebruik en de kinderen van de eerststervende nemen de door deze nagelaten, in de boedelbeschrijving opgenomen, goederen nu tot zich: veelal zal de langstlevende nog in die goederen medegerechtigd zijn geweest, zodat daarvoor een boedelscheiding zal zijn vereist. Voor zover over de goederen is beschikt, hebben de voorkinderen een vergoedingsvordering jegens de erfgenamen van de langstlevende, die opeisbaar wordt; in dit opzicht bestaat er nauwelijks zakelijk onderscheid met de ouderlijke boedelverdeling. 5. Slot Binnen afzienbare tijd zullen regering en parlement in gemeen overleg tot een definitieve keuze omtrent het erfrecht bij versterf van de langstlevende echtgenoot moeten komen - hoe eerder, hoe beter. Naar het zich laat aanzien, zal dat een keuze zijn tussen een wettelijk vruchtgebruik en een «wettelijke ouderlijke boedelverdeling» (wettelijke toedeling van de boedel aan de langstlevende). In het bovenstaande is eerst geschetst het principiële verschil in consequenties tussen beide stelsels. Ik meen dat de keuze voornamelijk hierdoor behoort te worden bepaald. Daarna zijn de verschillen tussen beide stelsels in hun uitvoering nagegaan. Het stelsel van de ouderlijke boedelverdeling is eenvoudiger, maar, naar het mij voorkomt, leent het vruchtgebruikstelsel zich voor een zodanige vereenvoudiging dat het, behalve juist de beoogde zakelijke werking aan het einde van het vruchtgebruik, in de praktijk in sterke mate met de ouderlijke boedelverdeling zal overeenkomen. Daardoor zou aan wensen van het notariaat tegemoet kunnen worden gekomen. Hiertoe zou wetsontwerp in dit opzicht dienen te worden omgewerkt. Indien de vaste commissie daarmede instemt, kan dit geschieden bij een nota van wijziging, in te dienen vóór de opstelling van het voorlopig verslag, waardoor een discussie over niet wezenlijke verwikkelingen van technische aard overbodig wordt. De Minister van Justitie, F. Korthals Altes Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 6
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 665 De positie van de langstlevende echtgenoot en van de kinderen in een nieuw versterf-erfrecht Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 930 Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 297 26 822 Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte (Overgangsrecht) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 229 Wet van 18 april 2002 tot vaststelling van de Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 17 141 Invoeringswet Boek 4 en Tltel 3 van Boek 7 van het nieuw Burgerlijk Wetboek, eerste gedeelte (wijziging van Boek 4) Nr. 16 BRIEF VAN DE
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 822 Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte (Overgangsrecht) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 428 Beschikking van de Minister van Justitie van 16 augustus 2002, houdende plaatsing in het Staatsblad van de vernummerde tekst van de wet van
Nadere informatieDe positie van stiefkinderen die door de stiefouder in de wettelijke verdeling worden betrokken "Wederkerige uiterste wilsbeschikking Fideicommis
De positie van stiefkinderen die door de stiefouder in de wettelijke verdeling worden betrokken "Wederkerige uiterste wilsbeschikking Fideicommis Werkstuk in het kader van het vak erfrecht I Maart 2008
Nadere informatieDe aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling
De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling 1. Inleiding Wanneer men de problematiek van aansprakelijkheid voor en verhaalbaarheid van schulden van de nalatenschap bij
Nadere informatieWettelijk erfrecht Duitsland
De positie van de langstlevende echtgenoten in het Duitse, Franse, Luxemburgse, Belgische en Nederlandse erfrecht Dr. Rembert Süβ Deutsches Notarinstitut Wettelijk erfrecht Duitsland Beperkte vooruitneming
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 529 Vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek Nr. 7 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET
Nadere informatie2. In onderdeel II wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
31 930 Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur in de Successiewet 1956, alsmede introductie van een
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) Nr. 1 KONINKLIJKE
Nadere informatieLevering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht
Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht In deze bijdrage wordt ingegaan op de problematiek van een levering van juridische eigendom van een woning
Nadere informatieErfrecht. Wat gebeurt er na iemands overlijden met zijn vermogen?
Erfrecht Wat gebeurt er na iemands overlijden met zijn vermogen? Verklaring van erfrecht Dit is een schriftelijke verklaring die u nodig heeft na iemands overlijden. De verklaring wordt opgemaakt door
Nadere informatieMr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal
Erfrecht Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal Erfrecht Algemeen Wettelijke verdeling Legitieme portie Samenwoners 2-Trapsmaking Zuivere aanvaarding, beneficiaire aanvaarding,
Nadere informatieINFOKAART TESTAMENTEN Versie november 2010
INFOKAART TESTAMENTEN Versie november 2010 Informatie over langstlevende testamenten en het " tweetrapstestament " Hieronder heb ik enige voorbeelden en uitwerkingen van diverse testamentvormen weergegeven,
Nadere informatieRadartestament. En andere interessante fiscale en juridische varia
Radartestament En andere interessante fiscale en juridische varia Nut en noodzaak van een testament 70% van de Nederlanders heeft geen testament (Zelfs) bij 60+ rs heeft meer dan 50% geen testament 30%
Nadere informatienegentienhonderd en tachtig, verscheen voor mij,------- na te noemen getuigen:------------------------------------- JACOBA CATHARINA MARIA MEIJER-
1 C7 Heden, elf maart---------------------- - ---------------------- negentienhonderd en tachtig, verscheen voor mij,------- Mr. GERARDUS JOHANNES FRANCISCUS SCHOLTEN, notaris ter----- standplaats 's-gravenhage,
Nadere informatieVERERVING VAN AANDELEN IN EEN B.V. MET BELEGGINGSVERMOGEN
VERERVING VAN AANDELEN IN EEN B.V. MET BELEGGINGSVERMOGEN Vanaf 2010 kan overlijden met vererving van aandelen in een eigen B.V. met beleggingsvermogen (waaronder verhuurd onroerend goed) tot een onverwachte
Nadere informatieVariant 1 t/m 3: Wettelijke verdeling gelijke erfdelen
Geachte heer X, U hebt aangegeven momenteel geen testament te hebben. Het antwoord op de vraag of u wel een testament nodig hebt, is van veel factoren afhankelijk. Een belangrijke factor is de hoogte van
Nadere informatieArtikel 4:194a BW In het concept wetsvoorstel luidde artikel 4:194a BW als volgt:
Van : Adviescommissie Familie- en Jeugdrecht Datum : 31 augustus 2015 Betreft : 34 224 Wijziging van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek om erfgenamen beter te beschermen tegen schulden van de erflater (Wet
Nadere informatieOnder voorwaarden getrouwd of geregistreerd
Onder voorwaarden getrouwd of geregistreerd Van Kaam Notarissen Someren, Witvrouwenbergweg 8a, tel. (0493) 49 43 52 Wat is... Wie gaat trouwen of een geregistreerd partnerschap wil aangaan en de verdeling
Nadere informatieH4 Wettelijk erfrecht
H4 Wettelijk erfrecht Samenvatting Personen- en familierecht Sharon Di Tore 99041355 14-12-16 Wanneer iemand geen testament heeft en overlijdt dan geldt het wettelijk erfrecht. Let op: echtgenote en geregistreerde
Nadere informatieVOORBEELD. Voorbeeld: Als de nalatenschap 100 bedraagt en er naast de langstlevende partner drie kinderen zijn, erft
Geachte heer Test, U hebt aangegeven momenteel geen testament te hebben. Het antwoord op de vraag of u wel een testament nodig hebt, is van veel factoren afhankelijk. Een belangrijke factor is de hoogte
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 554 Wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der
Nadere informatieESTATE PLANNING. I. Schenking
ESTATE PLANNING Estate planning, ofwel nalatenschapsplanning, wordt wel omschreven als een geheel van maatregelen om te bereiken dat het vermogen op zo goed mogelijke wijze overgaat op de erfgenamen. Vaak
Nadere informatieWettelijke verdeling, ouderlijke boedelverdeling en rente(afspraken)
Mr. Caroline J.M. Martens 1 Wettelijke verdeling, ouderlijke boedelverdeling en rente(afspraken) De verkrijging krachtens de renteafspraak is een verkrijging op grond van een fictiebepaling In deze bijdrage
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 17 141 Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, eerste gedeelte (wijziging van Boek 4) D ADVIES RAAD VAN STATE
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 17 141 Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, eerste gedeelte (wijziging van Boek 4) Nr. 21 VIJFDE NOTA
Nadere informatie32401 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2010)
Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Financiën datum 19 november 2010 Betreffende wetsvoorstel: 32401 Wijziging van enkele
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 529 Vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek Nr. 8 TWEEDE NOT VN WIJZIGING Ontvangen
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 477 Besluit van 15 juli 1998, houdende regels ter uitvoering van artikel 320, zesde lid, van de Faillissementswet in verband met de vaststelling
Nadere informatieDe heer P. Groothuizen. Datum: 02 januari 2015 Samengesteld door: Anneke Janssen
De heer P. Groothuizen Datum: 02 januari 2015 Samengesteld door: Anneke Janssen Geachte heer P. Groothuizen, U hebt aangegeven momenteel geen testament te hebben. Het antwoord op de vraag of u wel een
Nadere informatieTestamenten en erfgenamen met een verstandelijke beperking
Testamenten en erfgenamen met een verstandelijke beperking Mr R.J.W.J. Meyer Notaris & Estateplanner te Naarden RijksBredius Notarissen te Naarden en Bussum. Naarden 2013 Vader Johan gehuwd in de wettelijke
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 614 Wijziging van titel 5.9 (Appartementsrechten) van het Burgerlijk Wetboek Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieDE REDACTIE PRIVAAT DE POSITIE VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT IN HET NIEUWE NEDERLANDSE ERFRECHT
DE REDACTIE PRIVAAT DE POSITIE VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT IN HET NIEUWE NEDERLANDSE ERFRECHT De odyssee is bijna ten einde, de haven is in zicht. N a ongeveer een halve eeuw van discussies en wetgevende
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) Nr. 12 DERDE NOTA
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-601 (J.S.W. Holtrop, voorzitter, W.H.G.A. Filott mpf. en mr. J.W.M. Lenting, leden en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieTweetraps- en levenstestament
Tweetraps- en levenstestament fiscaal, juridisch en praktisch S.J.C. (Bas) Schipper notaris en estate-planner J.M.M. (Anja) Putman kandidaat-notaris en estate-planner SBOG, 26 april 2012 1 Wat gaan we
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:229
ECLI:NL:RBROT:2016:229 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 06-01-2016 Datum publicatie 07-01-2016 Zaaknummer C/10/475943 / HA ZA 15-510 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieRouwenhorst & Rouwenhorst Notarissen te Delden
Rouwenhorst & Rouwenhorst Notarissen te Delden Mr G.F. Rouwenhorst & Mr G.W Rouwenhorst Erfrecht & Schenk en Erfbelasting Wlz, Wmo, AWBZ (WLZ) & Levenstestament Rouwenhorst & Rouwenhorst Netwerk Notarissen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 17141 Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, eerste gedeelte (Wijziging van Boek 4) Nr. 12 MEMORIE VAN ANTWOORD
Nadere informatieHoofdstuk 1 - Het huwelijksvermogensrecht
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - Het huwelijksvermogensrecht Wat is het belang van het huwelijksvermogensrecht?... 5 Gemeenschap van goederen... 5 Verdeling... 5 Wat behoort tot het gemeen schappelijk vermogen?...
Nadere informatieERFRECHT EN SCHENKING
MR. C. ASSER'S HANDLEIDING TOT DE BEOEFENING VAN HET NEDERLANDS BURGERLIJK RECHT ERFRECHT EN SCHENKING BEWERKT DOOR MR. S. PERRICK ADVOCAAT EN NOTARIS TE AMSTERDAM DERTIENDE DRUK KLUWER - DEVENTER - 2002
Nadere informatieVoor het leven geregeld: het erfrecht vanaf 1 januari 2003
Voor het leven geregeld: het erfrecht vanaf 1 januari 2003 In dit informatieblad vindt u informatie over de belangrijkste wijzigingen in het erfrecht per 1 januari 2003. Achterin staan adressen vermeld
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-600 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, W.H.G.A. Filott mpf. en mr. J.W.M. Lenting, leden en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris ) Klacht
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994±1995 24 212 Vaststelling en invoering van afdeling 7.1.12 (huurkoop onroerende zaken) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP
Nadere informatieErfrecht. Feiten over uw positie in erfrecht. Deze brochure is een uitgave van de advocaten Toon Kool en Maddie Wisman
Erfrecht Feiten over uw positie in erfrecht Deze brochure is een uitgave van de advocaten Toon Kool en Maddie Wisman 1087 CE AMSTERDAM T 020 398 01 50 E ERFRECHT@KBGADVOCATEN.NL WWW. ADVOCATENKAN Inhoud
Nadere informatieIndien iemand overlijdt heeft een erfgenaam met betrekking tot de erfenis drie mogelijkheden:
ERFENIS ACCEPTEREN OF NIET? Beneficiaire aanvaarding en wettelijke vereffening Indien iemand overlijdt heeft een erfgenaam met betrekking tot de erfenis drie mogelijkheden: * De erfenis zuiver aanvaarden.
Nadere informatieGOEDE REDENEN OM EEN TESTAMENT TE MAKEN
GOEDE REDENEN OM EEN TESTAMENT TE MAKEN Tekst Dorine van Kesteren Wie erft er van u? Wat gebeurt er met uw spullen of huisdieren? Wie zorgt er voor de kinderen als u er niet meer bent? De wet regelt veel
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository)
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Reactie op "Wettelijke verdeling en fideï-commis; een (on)mogelijke combinatie?" van mr. G.G.B. Boelens en mr. P.C. van Es in WPNR (2014) 7016 Perrick, S. Published
Nadere informatieOUDERS EN KINDEREN: HET ERFRECHT
OUDERS EN KINDEREN: HET ERFRECHT Sinds 1 januari 2003 is de wetgeving met betrekking tot het erfrecht gewijzigd. Het grootste deel van de wijzigingen in het erfrecht heeft betrekking op gehuwden (of geregistreerde
Nadere informatie1. De wetgever heeft reeds in uw plaats gedacht
1. De wetgever heeft reeds in uw plaats gedacht 1.1. U HEEFT VOORAF NIETS GEREGELD Voor zover u geen testament opgemaakt heeft, heeft de wetgever de erfgenamen ingedeeld in vier categorieën, waarvan hij
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 152 Wet van 14 maart 2002 tot wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Wij Beatrix, bij de gratie
Nadere informatie15 jaar erfrecht bezien vanuit notariaat, advocatuur en rechterlijke macht. EPN VEAN Congres 20 september 2018 Prof.mr.dr.
15 jaar erfrecht bezien vanuit notariaat, advocatuur en rechterlijke macht EPN VEAN Congres 20 september 2018 Prof.mr.dr. Fons Stollenwerck Rechterlijke macht Civiele rechter Kantonrechter/Rechtbank/Hof/Hoge
Nadere informatieVERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN
VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMENWONEN = verbintenis tussen 2 ongehuwde personen van verschillend of hetzelfde geslacht die een
Nadere informatieHuwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien?
Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien? 18 november 2014 Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze "gescheiden" zien? 1 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 111a 27 021 Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, tweede gedeelte (nadere wijziging van Boek 4) MEMORIE
Nadere informatieHandreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding
Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding Op 1 april 2017 zijn de maatregelen van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen in werking
Nadere informatieErfrechtjournaal. November 2015
Erfrechtjournaal November 2015 Items Erfdeel bij versterf of legitieme? Verbeurd? Erfrecht en sociale zekerheid Vereffeningsproblematiek op een A4 (Kolkman) Verrefeningskosten: advieskosten? Stiefkinderen
Nadere informatieHandreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017)
Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017) Inleiding Op 1 april 2017 zijn de maatregelen van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen in
Nadere informatieErfrecht van de langstlevende echtgenoot
Monografieen BW B19 Erfrecht van de langstlevende echtgenoot Mr. P.C. van Es Universitair hoofddocent notarieel recht, Universiteit Leiden Kluwer - Deventer - 2009 Inhoud VOORWOORD V LUST VAN AFKORTINGEN
Nadere informaties t u d i e p o c k e t -s* p r i v aatrech t s 37 Erfrecht zesde druk Prof. mr. M.JA, van Mourik 1997 W.E.J. Tjeenk Willink Deventer
s t u d i e p o c k e t -s* p r i v aatrech t s 37 Erfrecht zesde druk Prof. mr. M.JA, van Mourik 1997 W.E.J. Tjeenk Willink Deventer Inhoud Lijst van afkortingen/verklaring van Symbolen Enig verkort aangehaalde
Nadere informatieTestamenten lezen. Inleiding en onderwerpen. Tot stand komen van een testament 03-09-15. en andere notariële zaken
Testamenten lezen en andere notariële zaken Janien Zomer Carina Hudepohl Inleiding en onderwerpen Het opmaken van een testament Wettelijk erfrecht Verschillende soorten testamenten De executeur Erven De
Nadere informatieWezep / Oldebroek Erfrecht, eigen baas met testament
Wezep / Oldebroek Erfrecht, eigen baas met testament Notariaat Kremer Wezep, Stationsweg 87a, tel (038) 376 00 80 Oldebroek, Beeklaan 10, (0525) 63 13 35 Wet of testament De meeste zekerheid over verdeling
Nadere informatieMr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal
Het Erfrecht Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal Algemeen Zuivere aanvaarding, beneficiaire aanvaarding, verwerping Wettelijke verdeling Legitieme portie Samenwoners 2-Trapsmaking
Nadere informatieIn- of uitsluiten: that s the question
In- of uitsluiten: that s the question MR. P.J.T. (ELLE) VAN GOMPEL 1 Op 1 januari 2018 treedt het wetsvoorstel 33 987 tot beperking van de wettelijke gemeenschap van goederen in werking. 2 Eén van de
Nadere informatieProcederen ten behoeve van de gemeenschap van nalatenschap
Procederen ten behoeve van de gemeenschap van nalatenschap Prof. dr. S. Perrick* 1 Inleiding In de praktijk komt het regelmatig voor dat een erfgenaam procedeert ten behoeve van de gemeenschap van een
Nadere informatieHoe kunt u voordelig vermogen overdragen aan uw kinderen? Schenken en Erven.
Hoe kunt u voordelig vermogen overdragen aan uw kinderen? Schenken en Erven. Wet Schenk- en erfbelasting 3 juni 2010 Wijziging Successiewet 1 januari 2010 - Erfbelasting schenkbelasting - Tariefverlaging/vereenvoudiging
Nadere informatie2014 -- Successiewet -- Deel 1
Successiewet les 1 programma Eén wet, twee belastingen Woonplaats Successierecht Wettelijk erfrecht en wettelijke verdeling Testamenten Wetsficties 1 Eén wet, twee belastingen De Successiewet bestaat uit:
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Juridischee Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 277 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de herziening van het preventief toezicht bij oprichting en wijzigingen van
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 987 Voorstel van wet van de leden Berndsen-Jansen, Recourt en Van Oosten tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet
Nadere informatieWaarom een testament?
notaris Oude Delft 62 2611 CD Delft Postbus 2882 2601 CW Delft tel. 015-213 70 50 fax 015-213 70 55 notaris@boelens.net Waarom een testament? REDENEN VOOR HET OPSTELLEN VAN EEN (NIEUW) TESTAMENT - Benoemen
Nadere informatieErfrecht voor leken. Korte uitleg van het erfrecht in begrijpelijke taal
Erfrecht voor leken Korte uitleg van het erfrecht in begrijpelijke taal Wat is erfrecht? We zullen beginnen met een uitleg van de drie belangrijkste termen die in het erfrecht worden gebruikt: De erflater
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37880
Nadere informatieDoorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per
Doorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per 1-1-2018 Artikel 1:93 BW Bij huwelijkse voorwaarden kan uitdrukkelijk of door de aard der bedingen worden afgeweken van bepalingen van deze titel, behalve voor
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 245 Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, vierde gedeelte (aanpassing van de wetgeving aan het nieuwe
Nadere informatieErfrechtjournaal. 16 januari 2015
Erfrechtjournaal 16 januari 2015 Items Gewijzigde familieverhoudingen Defiscalisatie in het erfrecht Machtiging kantonrechter voor het doen van schenking? Gewijzigde familieverhoudingen Eindejaarspeiling
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de zevende druk / V. Voorwoord bij de zesde druk / VI. Enige afkortingen en symbolen / XV
INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de zevende druk / V Voorwoord bij de zesde druk / VI Enige afkortingen en symbolen / XV Enige verkort aangehaalde werken / XVII HOOFDSTUK I Inleiding / 1 1 Erfrecht / 1 2 De
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 23 714 Wijziging van, onder meer, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met invoering van medevoogdij en gezamenlijke voogdij Nr. 7 NOTA
Nadere informatie7. Hoe vermijdt u dat uw vermogen bij uw schoonfamilie terechtkomt?
7. Hoe vermijdt u dat uw vermogen bij uw schoonfamilie terechtkomt? 7.1. Wat is het? Als u aan vermogens- en successieplanning doet, wilt u ervoor zorgen dat uw vermogen bij uw eigen familie (met name
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 33 987 Voorstel van wet van de leden Swinkels, Recourt en Van Oosten tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet
Nadere informatieArtikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83
Doorlopende tekst van de gewijzigde artikelen van de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW (nieuw), alsmede van artikel V (overgangsbepaling), zoals deze luidt volgens Kamerstukken I 2008/09, 28 867, A (gewijzigd
Nadere informatieTESTAMENT HERROEPING ERFGENAMEN WETTELIJKE VERDELING OPVULLEGAAT
1 TESTAMENT De verschenen persoon verklaart: 1. HERROEPING Ik herroep alle uiterste wilsbeschikkingen vóór heden door mij gemaakt. 2. ERFGENAMEN Ik wijk niet af van de wettelijke erfopvolging of van de
Nadere informatieAanloop tot wetswijziging
De nieuwe Opstalwet FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Wet van 10 januari 1824 over het recht
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 021 Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, tweede gedeelte (nadere wijziging van Boek 4) Nr. 5 NOTA NAAR
Nadere informatieEnkele belangrijke begrippen en afkortingen
35 Enkele belangrijke begrippen en afkortingen De volgende lijst geeft een beknopte omschrijving 3 van enkele juridische termen die in dit boek aan bod komen, en dient enkel om die begrippen beter te kunnen
Nadere informatieMonografieèn Privaatrecht. Nieuw erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. Vierde druk
Monografieèn Privaatrecht Nieuw erfrecht Prof. mr. M.J.A. van Mourik Vierde druk Deventer - 2004 Inhoud Enige afkortingen en symbolen XV Enige verkort aangehaalde werken XVI I. INLEIDING 1 1. Erfrecht
Nadere informatieUitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken
INHOUDSOPGAVE Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken XIX XXVII XXIX Hoofdstuk 1 - Inleiding en algemene bepalingen. Belang onderscheid eenvoudige en bijzondere
Nadere informatieErfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. zevende druk Deventer KLUWER
s t u d i e p oc ke t s privaatrecht Erfrecht zevende druk Prof. mr. M.J.A. van Mourik KLUWER 2002 Deventer Inhoud Lijst van afkortingen/verklaring van Symbolen Enige verkort aangehaalde werken XV XVII
Nadere informatieINHOUDSTAFEL VOORWOORD... DANKWOORD... LIJST VAN DE MEEST GEBRUIKTE AFKORTINGEN... INLEIDING...1 I. VOORSTELLING VAN HET ONDERWERP...3 II. METHODE...
INHOUDSTAFEL VOORWOORD... DANKWOORD... LIJST VAN DE MEEST GEBRUIKTE AFKORTINGEN... ix xi xix INLEIDING...1 I. VOORSTELLING VAN HET ONDERWERP...3 II. METHODE...7 DEEL I. DE ERFOVERGANG VAN AANDELEN AB INTESTATO...9
Nadere informatieVoor het leven geregeld: het erfrecht vanaf 1 januari 2003
Voor het leven geregeld: het erfrecht vanaf 1 januari 2003 In dit informatieblad vindt u informatie over de belangrijkste wijzigingen in het erfrecht per 1 januari 2003. Achterin staan adressen vermeld
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 224 Wijziging van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek om erfgenamen beter te beschermen tegen schulden van de erflater (Wet bescherming erfgenamen
Nadere informatieOndergetekende: 1. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... 2. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... hierna te noemen 'partijen'
Voorbeeld samenlevingscontract met verblijvingsbeding Dit samenlevingscontract is slechts een voorbeeld. U mag de inhoud van de overeenkomst natuurlijk inrichten zoals u wilt. Let op: als er sprake is
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 21 155 Wijziging van de regeling van de overdracht van aandelen op naam in naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 936 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van het recht op bijstand bij verblijf buiten Nederland Nr. 4 ADVIES RAAD
Nadere informatieVoor het leven geregeld: het erfrecht vanaf 1 januari 2003
Voor het leven geregeld: het erfrecht vanaf 1 januari 2003 In dit informatieblad vindt u informatie over de belangrijkste wijzigingen in het erfrecht per 1 januari 2003. Achterin staan adressen vermeld
Nadere informatieOPA/OMA-CLAUSULE BESPARING ERFBELASTING DOOR IK-OPA/OMA. (vanaf 2010) opa/oma-testament
BESPARING ERFBELASTING DOOR IK-OPA/OMA OPA/OMA-CLAUSULE (vanaf 2010) In navolgende is een toelichting van ik-opa/oma-testamenten opgenomen, hetgeen met name relevant is voor mensen met kleinkinderen en
Nadere informatie