Het schepje PHILINE QUADRIPARTITA Ascanius, 1772 in de Oosterschelde - Floris Bennema & Godfried van Moorsel
|
|
- Linda van der Velde
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 259 Het schepje PHILINE QUADRIPARTITA Ascanius, 1772 in de Oosterschelde - Floris Bennema & Godfried van Moorsel Schepjes Philine quadripartita zijn witte slakjes die hun Nederlandse naam danken aan de vorm van hun inwendige schelp, maar al kruipend door de bovenste laag van het slib, doen de dieren zelf eerder denken aan een ploegje. Op 22 april 2016 vonden we op de slibhelling bij de duiklocatie Zoetersbout in het Zijpe bij Bruinisse tientallen schepjes en hun eipakketten. Deze slakjes waren nog niet eerder door duikers uit Nederland gemeld. Vervolgens vernamen we dat duikers in dezelfde tak van de Oosterschelde de eieren al in 2015 hadden gezien en de slakjes zelf eerder in 2016, enkele weken voordat wij ze aantroffen. Determinatie De schepjes waren ongeveer 4 cm lang. Het lichaam van deze soort is afgerond rechthoekig en aan de rugzijde zijn vier verschillende partjes zichtbaar: een kopschild aan de voorkant, een lob van de voet aan weerszijde en, achteraan, de mantel (fig. 1). Deze vierdeling verklaart ook de wetenschappelijke naam. De kleur is hoofdzakelijk wit, maar langs de rand van het kopschild kan een gelige band zichtbaar zijn. In detail zijn minuscule witte spikkeltjes te onderscheiden: klieren die zwavelzuur kunnen afscheiden (Thompson, 1960). De mantel heeft aan de achterkant een insnijding. De dunne schelp zit onder de mantel verborgen. Schepjes zijn dan ook geen echte naaktslakken, maar de familie van de Philinidae maakt, net als de Nudibranchia, wel deel uit van de infraklasse Opisthobranchia. Aan de hand van een verzameld exemplaar toonde Brendan Oonk ons foto s in een boek over Mediterrane naaktslakken (Trainito & Doneddu, 2014) en rees al snel het vermoeden om welke soort het ging. Anatomische foto s door Anne Lamers van de drie tandjes in de spiermaag (de gizzard ) met elk twee gaatjes en de structuur van de schelp bevestigden de determinatie. Daarbij werd gebruik gemaakt van Price et al. (2011) en Ohnheiser & Malaquias (2013). Het laatste artikel geeft een mooi overzicht van de Philinidae in de Noordoost-Atlantische Oceaan en laat zien dat in ons faunagebied meerdere Philinidae voorkomen, waarvan het schepje de grootste soort is.
2 260 Figuur 1. Het schepje op het slib bij de Zoetersbout. De kop bevindt zich links, de ongeveer 4 cm lange slak begint zich net in te graven (onderwaterfoto Godfried van Moorsel). Een exemplaar van de Zoetersbout was 39 mm lang en had een schelphoogte van 14 mm (fig. 2). De slakken kunnen nog een stuk groter worden. Bij de Provence werden slakken van 7 cm aangetroffen (Tchang Si, 1931 in Thompson, 1976) en in Bretagne en Schotland zelfs nog grotere exemplaren (Guiart, 1901; Brown, 1934). De schelphoogte kan volgens Thompson (1976) 28 mm worden, maar hij verwijst hierbij naar Bergh (1907) die materiaal van Philine aperta uit Zuid-Afrika behandelt. Niettemin lijkt zo n schelphoogte bij een meer dan 7 cm lange Philine quadripartita toch wel haalbaar. Omdat het oor van de schelp uitsteekt boven de topwinding kan een misverstand ontstaan hoe de schelphoogte te meten. Vrijwel altijd wordt de schelp afgebeeld met de grootste diameter van de schelpopening verticaal. Gezien de relatief grote getallen die worden opgegeven, zal die diameter meestal als schelphoogte worden gemeten. Ook onze 14 mm is gebaseerd op deze diameter. Een ander geconserveerd exemplaar van Bruinisse werd gedeponeerd bij Naturalis (RMNH ), een eikapsel onder RMNH
3 261 Figuur 2. De inwendige schelp van het schepje (foto: Floris Bennema). Geografische verspreiding Het schepje komt voor vanaf Kaapverdië tot in Noorwegen en in de Middellandse en Zwarte Zee (Ohnheiser & Malaquias, 2013). De Bruyne et al. (2013) noemen ook nog zuidelijker locaties, zelfs tot aan Mozambique, maar dat berust op de verspreiding van de soort Philine aperta, een naam die tot recent vaak als synoniem van P. quadripartita in gebruik was. Het is bij de Britse Eilanden een algemene soort, Erwin & Picton (1987) spreken zelfs van Extremely common and widespread in level fine sand and mud. Een verspreidingskaart van de Global Biodiversity Information Facility ( toont echter dat er in het Schotse en Engelse deel van de Noordzee slechts enkele vondsten zijn. In de Waddenzee wordt de soort alleen gemeld voor Duitsland (Dankers et al., 1981). Voorkomen in Nederland Het schepje is al lang uit Nederland bekend; een tekening van zowel het dier als het schelpje is onder de naam schepjesslak al te vinden in Heinsius & Jaspers (1913). Aangespoelde schelpen van het schepje zijn gemeld sinds halverwege de 19e eeuw (Van Benthem Jutting & Engel, 1936; De Bruyne et al., 2013). Op alle Waddeneilanden spoelen de schelpjes aan, maar vondsten zijn daar erg zeldzaam (De Bruyne & De Boer, 2008). Kaas & Ten Broek (1942) noemen de soort ook zeer zeldzaam langs onze kust, maar melden wel dat de soort naar het zuiden, vooral langs de Belgische kust, steeds algemener wordt. In de collectie van Naturalis bevinden zich 70 monsters van schepjes. Verse schelpjes zijn afkomstig van een 20-tal locaties langs de gehele kust van Ameland tot Zeeuws Vlaanderen. De meeste vondsten
4 262 dateren van vóór 1960, uit de periode zijn er nog 8 monsters (informatie Jeroen Goud, Naturalis). Levend gevangen dieren zijn maar zelden bewaard en de weinige vondsten bevatten een onnauwkeurige plaatsaanduiding (De Bruyne et al., 2013), zoals 60 km ten westen van Texel (Visser et al., 1967). Bij één vondst aan de kust (9 oktober 1958, Hoek van Holland door F.H.D. van Batenburg) uit de Naturaliscollectie is vermeld dat het om een levend exemplaar ging en het monster bevat inderdaad nog vleesresten. Dit exemplaar staat ook op het kaartje in de atlas van De Bruyne et al. (2013), overigens tezamen met een andere vondst van vóór 1985 in de Westerschelde. Vondsten van levende Philine s in rapporten zonder nadere soortaanduiding kunnen ook betrekking hebben op verwante soorten. Al met al vermoedde men dus al dat het schepje langs onze kust voorkwam, maar vondsten uit de Oosterschelde waren nog niet bekend. Nu nemen we ze dus voor het eerst levend waar in Nederland en zijn de geografische locaties nu wel bekend. Nadat we de vondst op Nature Today bekend maakten (Bennema & Van Moorsel, 2016), ontvingen we van Bas van der Sanden een foto van een van de twee eipakketten die hij een jaar eerder (6 juni 2015) bij Zoetersbout zag. Van Bastiaan van der Ploeg vernamen we dat hij al ongeveer sinds begin maart 2016 deze slakken tegenkwam, ook bij Zoetersbout, aan de overkant bij Anna Jacoba Polder en eveneens in de noordelijke tak van de Oosterschelde bij Stavenisse. Bij Zoetersbout en de nabijgelegen locaties Goudwaardweg en De Broezel volgden van 28 april tot 31 oktober diverse andere waarnemingen. Op 1 mei werd het voorkomen bij Stavenisse bevestigd met een waarneming van 3 exemplaren en op 21 mei en 22 juni gebeurde dit nogmaals met een exemplaar op respectievelijk 15 en 41 m diepte. Op 14 mei waren er meldingen van de Quaak, vanaf 10 m diepte meerdere slakjes en tientallen eipakketten. Ook ten noorden van de Zoetersbout, in het Krammer, bleken schepjes voor te komen. Niet ver van de hangcultures bij de Krammersluizen werden er op een diepte van 7 m opvallend veel aangetroffen: tientallen schepjes per m². Slechts twee waarnemingen kwamen van locaties buiten de noordelijke tak van de Oosterschelde: op 15 mei werden op enige afstand van de kust bij de Kulkenol in een slibkom op 7 m diepte enkele slakjes en eikapsels gevonden. Op 1 oktober werden hier niet ver vandaan, bij Halverwege, ook slakjes en kapsels gevonden. Voor een overzicht van de locaties zie fig. 3.
5 263 Figuur 3. Philine quadripartita: kaartje met vindplaatsen in de Oosterschelde. Ecologie De dieren leven op bovengenoemde plaatsen op een diepte (bij laag water) tussen 7 en minstens 40 m. Bij de Zoetersbout vonden we de grootste dichtheid, zo n 10 exemplaren per m² op een diepte van 16 m, maar in het Krammer was de dichtheid op 7 m diep nog veel hoger. In het begin werd al vermeld dat de schepjes rondkropen door het oppervlak van een slibrijke ondergrond. Omdat ze daarbij veel slijm produceren, laten ze vaak een mooi spoor na. In rust kruipen ze onder het slib en verraadt alleen een heuveltje waar ze zitten. Vooral s nachts zouden ze actief zijn (Guiart, 1901). Schepjes zijn carnivoren en hebben een breed voedselspectrum: foraminiferen, wormen zoals goudkammetjes Pectinaria, juveniele tweekleppigen, huisjesslakjes en kleine stekelhuidigen, zoals het zeeboontje Echinocyamus pusillus (Thompson, 1976; De Bruyne et al., 2013). Op de slibhelling bij Bruinisse zagen we veel juveniele fuikhoorntjes Nassarius sp. en een enkele kleine vlokslak Aeolidiella glauca. Daarnaast veel slangsterren Ophiura ophiura, maar die leken vanwege hun grootte een minder geschikte prooi. Mogelijk leefden er in het slib nog andere prooisoorten. Omdat het schepje bivalven eet, kan de soort ook van economisch belang zijn.
6 264 Figuur 4. Een eipakket van het schepje op het slib bij de Zoetersbout, lengte ongeveer 3 cm (onderwaterfoto Godfried van Moorsel). Figuur 5. De eieren van het schepje in detail (microscoopfoto Floris Bennema).
7 265 Levensloop Schepjes kunnen enkele jaren oud worden. Jonge dieren leven vaak in baaien met zeegras (Guiart, 1901; Brown, 1934) waarbij ze over de planten kruipen. De schepjes die Brown in Schotland bestudeerde, trokken pas vanaf hun derde levensjaar naar slibbodems waar ze zich voortplantten. De schepjes plantten zich bij Bruinisse ook voort, want in de buurt van de dieren vonden we vaak de karakteristieke eipakketten (fig. 4). Het zijn tot 4 cm lange, knotsvormige tot ovale, gelei-achtige blaasjes die met een steeltje uit de bodem komen. De blaasjes bevatten snoeren (fig. 5) met tot wel eieren (Thorson, 1946). De periode waarin tot nu toe eipakketten werden waargenomen (eind april tot begin oktober), komt overeen met het voortplantingsseizoen dat gemeld wordt voor andere locaties, zoals de Britse Eilanden (april tot juli; Thompson, 1976), Wales (eiafzetting in juli-augustus; Lancaster, 1983) en Denemarken (vooral juli tot september; Thorson, 1946). Discussie Op 29 april 2016 plaatsten we via Stichting Anemoon een Natuurbericht op Nature Today. Zo probeerden we een zo groot mogelijk aantal waarnemers in te schakelen om het wel en wee van de schepjes bij Zoetersbout te volgen en ook om andere locaties te achterhalen waar de soort zich gevestigd zou kunnen hebben. Gezien de mogelijke aanwezigheid in kustzone van de Noordzee, valt niet uit te sluiten dat de soort de Oosterschelde op natuurlijke wijze heeft bereikt. Omdat er al in 2015 eipakketten van het schepje werden gevonden, was de soort hier toen zeker aanwezig. Maar als we aannemen dat het minstens twee jaar duurt voordat de slakken zich voortplanten, dan moet, gezien het massale voorkomen in 2016, een natuurlijke uitbreiding tot in de Oosterschelde zeker al in 2014 hebben plaatsgehad. Toch zijn we nog niet zeker van een natuurlijke introductie. Kleine exemplaren werden namelijk nooit waargenomen. Deze juvenielen leven vermoedelijk op groot zeegras Zostera marina (Brown, 1934), waarschijnlijk omdat deze soort sublitoraal groeit. Pas na het opsturen van dit artikel hoorden we dat deze zeegrassoort momenteel in de Oosterschelde voorkomt bij de Grevelingendam, dus ook in de noordelijke tak. De soort komt hier sublitoraal in een eenjarige variant voor. Het was te laat om hier naar juvenielen te zoeken. Wel bekeken we eerder klein zeegras Zostera noltei (augustus 2016, zowel
8 266 bij de Slikken van Viane als in de Krabbekreek bij St. Philipsland), maar dit groeide uitsluitend litoraal en de bladen waren zó smal (1-1,5 mm) dat deze ongeschikt leken voor jonge schepjes. Die werden daar dan ook niet aangetroffen. Introducties van Philine-soorten via ballastwater van schepen zijn bekend (Price et al., 2011), maar in dit geval ligt introductie van volwassen exemplaren via maricultuur meer voor de hand. Het schepje komt namelijk voor in het Limfjord in Denemarken en bij Belfast in Ierland, gebieden van waaruit import van mossels naar Nederland plaatsvindt (Ysebaert et al., 2009; Arjan Gittenberger, pers.comm.). Ook worden er oesters uit Frankrijk geïmporteerd. Een deel van deze schelpdieren wordt verwaterd in de Oosterschelde. We achten het dan ook mogelijk dat de soort via de import van schelpdieren bij ons terecht is gekomen. Ook het storten van tarra, resten van geoogste schelpdieren, zou kunnen leiden tot een geconcentreerde introductie in de Oosterschelde. Alhoewel schepjes in steekproeven van tarra tot nu toe altijd dood waren (Gittenberger, pers.comm.), valt een introductie via tarrastort niet uit te sluiten. Achterin de Oosterschelde bezinkt veel slib, dus het is niet vreemd het schepje daar te vinden, maar er zijn meer van dergelijke plaatsen in de Oosterschelde. Veel duikers zijn minder geneigd om slibrijke bodems te bezoeken. Toch wordt gevraagd juist daar naar het schepje uit te kijken. Er zijn nog zoveel vragen over de Nederlandse schepjes dat alle waarnemingen waardevol zijn. Hoe ver in de Oosterschelde reikt hun verspreiding, zie je eikapsels, is er een verschil in aantal dat overdag en s nachts te zien is (doordat ze meer of minder diep in slib graven), hoe groot zijn ze, zie je paringsgedrag en, misschien wel het spannendst, vinden we dan toch de jonge slakjes? Er valt nog veel te ontdekken. Waarnemingen kunnen worden doorgegeven als bijschijfsoort op het MOO formulier van Stichting Anemoon of op Telmee.nl. Dat het schepje zich nu zo massaal bij ons laat zien en zich ook voortplant, heeft misschien ook te maken met het relatief warme zeewater het afgelopen jaar. Daardoor is het mogelijk dat we de soort vooralsnog alleen dit jaar in zulke aantallen kunnen zien. Hoe dan ook, we zijn erg benieuwd of het schepje een blijvertje zal blijken te zijn.
9 267 Dankwoord Brendan Oonk en Anne Lamers van de Biologische Werkgroep hielpen bij de determinatie. Rykel de Bruyne bevestigde het vrijwel ontbreken van vondsten van levende schepjes langs onze kust. Jeroen Goud (afd. Mollusca) verschafte veel informatie over de schepjes in de collectie van Naturalis en Bram van der Bijl (afd. Mollusca) nam een exemplaar op in deze collectie. Arjan Gittenberger verstrekte nuttige informatie over mosseltransporten. Mart Karremans en Laura Govers gaven het voorkomen van groot zeegras in de Oosterschelde door. Onderwaterwaarnemingen, deels in de vorm van foto en video, kregen we onder andere via de Facebookpagina van Stichting Anemoon en de website van duikeninbeeld.tv van de volgende personen: Truus Augustinus, Gery Beeckmans, Erik de Boer, Karine de Coster, Hennie Duijst, Gertjan Egtwel, Paul Engels, Marco Faasse, Jacob Leloux, Mariane Ligthart, Olivier Simons, Ron Offermans, Marloes Otten, Mick Otten, Bastiaan van der Ploeg, Sanne Ploegaert, Bas van der Sanden, Lilian Schoonderwoerd, Eddy Suys, Els Verstraete en Wijnand Vlierhuis. Door hun enthousiaste medewerking kregen we een goed beeld van de verspreiding van het schepje in de Oosterschelde. Summary On 22 April 2016, at Bruinisse in the Eastern Scheldt, many specimens and egg capsules of the opisthobranch gastropod Philine quadripartita were found. A public account of the discovery led to additional observations at this and nearby locations. Egg capsules were even reported from These are the first Dutch records of live specimens with an accurate geographical location. Because we only found adult specimens and the juvenile habitat (sublittoral seagrass) seems lacking we doubt whether this is a case of natural expansion of species distribution. Since Philine quadripartita is present in Danish and Irish donor areas of imported mussels, we hypothesize that the recent records from the Eastern Scheldt have a foreign origin. Literatuur Bennema, F. & G. van Moorsel, Ploegende Schepjes voor het eerst in Nederlandse kustwateren. Natuurbericht 29 april Nature Today Benthem Jutting, T. van & H. Engel, Opisthobranchia. Fauna van Nederland Aflevering VIII Mollusca (I) B. Gastropoda, Opisthobranchia; Amphineura et Scaphopoda. Sijthoff, Leiden.
10 268 Bergh, R., The Opisthobranchiata of South Africa. Transactions of the South African Philosophical Society 17: [Reprinted in 1908 in: Marine investigations in South Africa 5: ] Brown, H.H., A study of a tectibranch gasteropod mollusc Philine aperta (L.). Transactions of the Royal Society of Edinburgh 58: Dankers, N., H. Kühl & W.J. Wolff (eds.), Invertebrates of the Wadden Sea: final report of the section Marine Zoology of the Wadden Sea Working Group. Wadden Sea Working Group Report 4: Stichting Veth tot Steun aan Waddenzeeonderzoek/A.A. Balkema: Leiden/Rotterdam. Bruyne, R. de, R. Daan, M. Faasse, W. Kuijpers, S. Wijnhoven, A. Gmelig- Meyling & S. van Leeuwen, Hoofdstuk 8: Huisjesslakken - Gastropoda (pp ). In: R. de Bruyne, S. van Leeuwen, A. Gmelig-Meyling & R. Daan (red.); Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied, Ecologische atlas van de mariene weekdieren (Mollusca). Tirion Natuur/ Stichting Anemoon, Utrecht/Lisse. Bruyne, R.H. de & Th.W. de Boer, Schelpen van de Waddeneilanden, overzicht van de mariene autochtone weekdieren (Mollusca) en aangespoelde schelpen van de Nederlandse Waddeneilanden Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog (plus incidentele vondsten elders uit het Nederlandse waddengebied). Fontaine Uitgevers, s-graveland. Erwin, D. & B. Picton, Guide to the inshore marine life. Immel Publ., London. Guiart, J., Contribution à l étude des Gastéropodes opisthobranches et en particulier des céphalaspides. Mémoires de la Société Zoologique de France 14: 1 219, pls Heinsius, H.W. & J. Jaspers, Het strandboekje 1e deel, 2e stuk. Bibliotheek van de Levende Natuur no. 5. W. Versluys, Amsterdam. Kaas, P. & A.N.Ch. ten Broek, Nederlandse zeemollusken. Wereldbibliotheek Amsterdam. Lancaster, S.M., The biology and reproductive ecology of Philine aperta (Opisthobranchia: Bullomorpha) in Oxwich Bay. Journal of Molluscan Studies Supplement 12 A: Ohnheiser, L.T. & M. Malaquias, Systematic revision of the gastropod family Philinidae (Mollusca: Cephalaspidea) in the north-east Atlantic Ocean with emphasis on the Scandinavian Peninsula. Zoological Journal of the Linnean Society 167:
11 269 Price, R.M., T. Gosliner & A. Valdé s, Systematics and Phylogeny of Philine (Gastropoda: Opisthobranchia), with emphasis on the Philine aperta species complex. The Veliger 51: Tchang Si, Contribution a l etude des mollusques opisthobranchs de la Côte Provençale. Thèses de la Faculté des Sciences de l Universite de Lyon, Trévoux (Rhône). Thompson, T.E., Defensive acid-secretion in marine gastropods. J. Mar. Biol. Ass. UK 39: Thompson, T.E., Biology of opisthobranch molluscs Vol. 1. The Ray Society, London Thorson, G., Reproduction and larval development of Danish marine bottom invertebrates, with special reference to the planktonic larvae in the sound (Øresund). Meddelelser fra kommissionen for Danmarks fiskeri- og havenundersøgelser serie: Plankton 4(1). Trainito, E. & M. Doneddu, Nudibranchi del Mediterraneo. Il Castello, Cornedo. Visser, G.J.M., J.P. Reydon & M.J. van der Wal, Bijdrage tot de kennis van de mariene mollusken van het eiland Texel. Het Zeepaard 27 (4) Ysebaert, T., M. Hart & P.M.J. Herman, Impacts of bottom and suspended cultures of mussels Mytilus spp. on the surrounding sedimentary environment and macrobenthic biodiversity. Helgol. Mar. Res. 63: adressen van de schrijvers: f.p.bennema@xs4all.nl vanmoorsel@ecosub.nl
CONCEPT - Zeepaard 65(2), maart 2005
39 DE NAAKTSLAK FACELINA AURICULATA (O.F. MÜLLER, 1776) OP EUDENDRIUM ARBUSCULA WRIGHT, 1859: NIEUWE NAMEN, OUDE BEKENDEN - GODFRIED VAN MOORSEL EN WIM VERVOORT Op 8 oktober 1998 vonden Hans Waardenburg
Nadere informatieHet mossel mysterie: identiteit, vorm en vestiging
Het mossel mysterie: identiteit, vorm en vestiging Prof. Dr. Edmund Gittenberger & Dr. Arjan Gittenberger GiMaRIS Naturalis Biodiversity Center, Leiden Instituut Biologie, Universiteit Leiden Paard en
Nadere informatieinformatie: schelpen - slakken
informatie: schelpen - slakken Er leven tientallen soorten slakken op het wad en op de bodem van de Noordzee. Hun huisjes vind je vaak als schelpen op het strand. Er zijn slakjes die vooral grazend door
Nadere informatieAmerikaanse oesterboorder Urosalpinx cinerea
Amerikaanse oesterboorder Urosalpinx cinerea Algemene opmerkingen: Noot 1: Naamgeving: Nomenclatuur WoRMS (http://www.marinespecies.org/) overgenomen. Noot 2: Een aantal maal komen exoten gerelateerde
Nadere informatieBijlage VMBO-GL en TL
Bijlage VMBO-GL en TL 2009 tijdvak 1 biologie CSE GL en TL Bijlage met informatie. 913-0191-a-GT-1-b De Waddenzee - Informatie Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 40 tot en met
Nadere informatieLees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 40 tot en met 52. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken.
De Waddenzee Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 40 tot en met 52. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken. 2p 40 In de informatie worden biotische en
Nadere informatieWageningen IMARES Risico inventarisatie schelpdier transporten
Wageningen IMARES Risico inventarisatie schelpdier transporten Edwin Foekema Themadag werkgroep exoten NecoV Wageningen, 13 december 2007 Project-team IMARES Yerseke: Jeroen Wijsman, Aad Smaal TNO-IMARES
Nadere informatieDe gele wratspons CELTODORYX CIOCALYPTOIDES, een spons in twee vormen - Floris Bennema, Godfried van Moorsel & brendan Oonk
154 De gele wratspons CELTODORYX CIOCALYPTOIDES, een spons in twee vormen - Floris Bennema, Godfried van Moorsel & brendan Oonk De gele wratspons Celtodoryx ciocalyptoides (Burton, 1935) is een bleekgele
Nadere informatieDe Waddenzee - Informatie
De Waddenzee - Informatie Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 40 tot en met 52. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken. Informatie 1 De Waddenzee R
Nadere informatieNieuwe waarnemingen van EUTONINA INDICANS (Romanes, 1876) in Nederland - Ron Ates
30 Nieuwe waarnemingen van EUTONINA INDICANS (Romanes, 1876) in Nederland - Ron Ates De aanwezigheid in Nederlandse kustwateren van soms grote aantallen van het poliepkwalletje E. indicans is bekend (Ates,
Nadere informatieDORIDICOLA AGILIS LEYDIG, 1853 (COPEPODA, POECILOSTOMATOIDA, RHYNCHOMOLGIDAE), EEN SYMBIONT VAN NAAKTSLAKKEN GODFRIED VAN MOORSEL
14 DORIDICOLA AGILIS LEYDIG, 1853 (COPEPODA, POECILOSTOMATOIDA, RHYNCHOMOLGIDAE), EEN SYMBIONT VAN NAAKTSLAKKEN GODFRIED VAN MOORSEL INLEIDING Zeenaaktslakken zijn vaak afhankelijk van een specifieke gastheer.
Nadere informatieDE SOORTEN VAN BASTER, SLABBER EN BOMME
DE SOORTEN VAN BASTER, SLABBER EN BOMME FLORIS BENNEMA OVERDRUK UIT HET ZEEPAARD 68(1): 29-32 29 DE SOORTEN VAN BASTER, SLABBER EN BOMME - FLORIS BENNEMA Veel lezers van het Zeepaard hebben waarschijnlijk
Nadere informatieBijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 1. Bijlage met informatie.
Bijlage VMBO-KB 2009 tijdvak 1 biologie CSE KB Bijlage met informatie. 913-0191-a-KB-1-b De Waddenzee - Informatie Lees eerst informatie 1 tot en met 5 en beantwoord dan vraag 37 tot en met 46. Bij het
Nadere informatieWaarneming effect bodemberoering op de Klaverbank
NOTITIE Waarneming effect bodemberoering op de Klaverbank DATUM: 7 juli 2017 AUTEURS: Lengkeek, W., J.W.P Coolen, O.G. Bos, J.H. Bergsma, F. Driessen & M. Spierenburg BEELDMATERIAAL: MOGELIJK GEMAAKT DOOR:
Nadere informatieOerolcollege. Klepperende schelpdieren
Oerolcollege Klepperende schelpdieren Marco Barotti / Transnatural en Prof. dr ir Katja Philippart Aanvang 13:30 FOTO: Ruben Smit Producties / Yoeri van Es FOTO: https://www.marcobarotti.com/clams FOTO:
Nadere informatieKreeftachtigen hebben meestal kleine ogen, waar ze maar weinig mee zien. Ze kunnen wel bijzonder goed ruiken.
Kreeftachtigen Er zijn veel verschillende soorten kreeftachtigen. Van ieder soort leven er vaak zeer grote aantallen in zee. Kreeftachtigen zijn bijvoorbeeld de roeipootkreeftjes, de zeepissebedden en
Nadere informatieDe haven van Harlingen Floris Bennema
33 De haven van Harlingen Floris Bennema Vanaf maart 2010 bezocht ik, in het kader van het SETL project van de Stichting Anemoon, vier keer per jaar de Wilhelminahaven in Harlingen. De SETL plaatjes bleken
Nadere informatieExoten in het soortenregister. Berry van der Hoorn Vincent Kalkman
Exoten in het soortenregister Berry van der Hoorn Vincent Kalkman Taxonomie Kenmerken Beschrijvingen Verspreiding Ecologie Beleid & wetgeving Literatuur Sleutels 1. Eerste versie thema exoten (2009)
Nadere informatiePurperslak en wulk en aangroeiwerende verven,
Indicator 9 maart 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Door vermindering van tributyltin,
Nadere informatieInleiding. Thuidium tamariscinum in Friesland. meldingen van Thuidium tamariscinum. Van. meldingen. Buxbaumiella 33 (
Buxbaumiella 33 (19941 61 Thuidium tamariscinum in Friesland Jacob Koopman & Karst Meijer A preliminary distribution map of Thuidiumtamariscinum in Friesland is presented. This map has been based 2 on
Nadere informatienieuwe mariene soorten in Nederland - 2007
nieuwe mariene soorten in Nederland - 2007 door: Godfried van Moorsel, ecosub met bijdragen van: Marco Faasse & Marianne Ligthart Herre Stegenga: wieren Peter van Bragt notulen Marien Biodiversiteitoverleg
Nadere informatieMonitoren van klein zeegras, Oosterschelde, april 2013
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 15-19 april 2013 - Wim Giesen 1 & Kris Giesen 2, 30 april 2013 Halverwege april 2013 zijn korte monitoringsbezoeken geweest naar alle 10 mitigatielocaties Viane
Nadere informatieDE ZEENAAKTSLAKKEN VAN LEENDERT BOMME - FLORIS BENNEMA
41 DE ZEENAAKTSLAKKEN VAN LEENDERT BOMME - FLORIS BENNEMA Leendert Bomme, koopman uit Middelburg, was een van de achttiendeeeuwse amateuronderzoekers met belangstelling voor mariene organismen. In zijn
Nadere informatieDE KLEINE KOORNAARVIS, ATHERINA MOCHON VALENCIENNES, 1835, IN NEDERLAND (PISCES, ATHERINIDAE)
DE KLEINE KOORNAARVIS, ATHERINA MOCHON VALENCIENNES, 1835, IN NEDERLAND (PISCES, ATHERINIDAE) door G. VAN DER VELDE EN P. J. G. POLDERMAN Reeds enkele auteurs (Schrieken & Swennen, 1969; Vaas, 1970) hebben
Nadere informatieDe meldingen van flinke sijzenvangsten op Ringersnet was een aanleiding om
Op het Vinkentouw Nr.127 september 2013 Vangsten en terugmeldingen van sijzen Gijs van Tol De meldingen van flinke sijzenvangsten op Ringersnet was een aanleiding om eens nader te kijken naar de variatie
Nadere informatieDe otterschelp Lutraria in de Nederlandse wateren J.A. Craeymeersch & J. Perdon
De otterschelp Lutraria in de Nederlandse wateren J.A. Craeymeersch & J. Perdon Inleiding Het afgelopen jaar waren in het Zeepaard twee artikelen gewijd aan waarnemingen van de otterschelp Lutraria lutraria
Nadere informatieEen wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.
Meander Samenvatting groep 5 Thema 3 Waterland Samenvatting Langs de kust Nederland ligt voor de helft onder de zeespiegel. Heel vroeger woonden mensen dicht bij zee op terpen. Langs de kust beschermen
Nadere informatieAnalyseverslag T0 analyse Ameland & Schiermonnikoog
Analyseverslag T0 analyse Ameland & Schiermonnikoog 2014-8 T0, t.b.v. KPP B&O Kust Ecologie Deltares Grontmij Nederland B.V. Amsterdam, 25 september 2014 Verantwoording Titel : Analyseverslag T0 analyse
Nadere informatieDENDERMONDE. Nr 52 VAN EEN INVENTARISATIE VAN DE LAND- EN ZOETWATERMOLLUSKEN STUDIEDOCUMENTEN KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT DOCUMENTS DE TRAVAIL
KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN INSTITUT ROYAL DES SCIENCES NATURELLES DE BELGIQUE STUDIEDOCUMENTEN DOCUMENTS DE TRAVAIL Nr 52 EEN INVENTARISATIE VAN DE LAND- EN ZOETWATERMOLLUSKEN
Nadere informatiehoofdjes, dat langer is dan deze (Rijksherbarium, Leiden) Bij het gereedmaken van het verspreidingskaartje van Filago pyramidata L.
De Filago vulgaris-groep in Nederland door F. Adema (Rijksherbarium, Leiden) Bij het gereedmaken van het verspreidingskaartje van Filago pyramidata L. voor de Atlas van de Nederlandse Flora (MENNEMA, 1976)
Nadere informatieMonitoren van klein zeegras, Oosterschelde, april 2009
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 27-30 april 2009 - Wim Giesen, Paul Giesen & Kris Giesen, 4 mei 2009 27-30 april 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord
Nadere informatieDe Noordzee HET ONTSTAAN
De Noordzee De Noordzee is de zee tussen Noorwegen, Groot-Brittannië, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en Denemarken. De Noordzee is een ondiepe (30-200 m) randzee van de Atlantische oceaan met
Nadere informatieDe homografische functie en het gedrag van vogels
De homografische functie en het gedrag van vogels Renée Gossez, Athénée Royal d'uccle I en Université Libre de Bruxelles, Brussel Inleiding Langs de Atlantische kust van Noord-Amerika vindt men een kraai
Nadere informatieOndiepe Kust, Schiermonnikoog, Egmond, Macrobenthos, Medusa, 2005
Laan van Westenenk 501 Postbus 342 7300 AH Apeldoorn The Netherlands TNO- B&O-DH Zandige kust www.tno.nl T +31 55 549 34 93 F +31 55 549 39 01 info@mep.tno.nl Date 18 th Oktober 2005 Author J.A. van Dalfsen
Nadere informatieExoten in de Nederlandse kustwateren
Arjan Gittenberger & Marjolein Rensing Exoten in de Nederlandse kustwateren Exoten zijn tegenwoordig niet meer weg te denken uit de Nederlandse natuur. Dit is ook het geval in onze mariene wateren waarbij
Nadere informatieOPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen
OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen De halsbandparkiet (Psittacula krameri) komt van oorsprong voor in Afrika, in een gordel ten zuiden van de Sahara en op het Indisch
Nadere informatieRoggen en omvang vissersvloot,
Indicator 17 december 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste roggen van het Nederlands
Nadere informatieMilieu-effectenbeoordeling van het project ingediend door de AG Haven Oostende.
KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE AFDELING BEHEER VAN HET MARIENE ECOSYSTEEM Milieu-effectenbeoordeling van het project ingediend
Nadere informatieProductboekje. Oesters, fruits de mer, mosselen, lamsoor en zeekraal
Productboekje Oesters, fruits de mer, mosselen, lamsoor en zeekraal esters Fine de Bretagne Bretagne, Frankrijk Deze dichte oester heeft een mooie, witte schelp. De Fine de Bretagne smaakt licht ziltig.
Nadere informatieafrikaanse boorvliegen geïmporteerd in nederland (diptera: tephritidae)
afrikaanse boorvliegen geïmporteerd in nederland (diptera: tephritidae) John T. Smit, Robert Heemskerk & Wieteke de Kogel In Nederland komen steeds meer exotische insecten voor. Vooral soorten die als
Nadere informatieMonitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 7-14 juni 2013
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 7-14 juni 2013 - Wim Giesen 1 & Paul Giesen 2, 18 juni 2013 In de tweede week van juni 2013 zijn korte monitoringsbezoeken uitgevoerd naar alle 10 mitigatielocaties
Nadere informatieVissoorten Aal Herkenning: Verspreiding: Voedsel: Lengte afgebeelde vis: Lengte tot circa: Snoek Herkenning: Verspreiding: Voedsel:
Vissoorten Aal Herkenning: Het lichaam is slangachtig van vorm. De borstvinnen bevinden zich direct achter de kop. Op het achterste deel van het lichaam is, zowel onder als boven, een vinzoom aanwezig
Nadere informatieBijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling
Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling........................................................................................ H. Mulder, RIKZ, juni
Nadere informatie[datum woensdag 15 april, auteur Guido Keijl, gepubliceerd op www.walvisstrandingen.nl]
Jaaroverzicht walvisstrandingen 2014 [datum woensdag 15 april, auteur Guido Keijl, gepubliceerd op www.walvisstrandingen.nl] Het totale aantal aangespoelde walvissen in 2014 is wat lager uitgekomen dan
Nadere informatieBeschrijving schaal van Oegstgeest. Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen.
Beschrijving schaal van Oegstgeest Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. Figure 2: Onderaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. De schaal heeft een diameter van 21 centimeter
Nadere informatieDe fossiele schelpen van de Nederlandse kust II. Determinatiesleutel voor Patellogastropoda en Vetigastropoda-I (april 2011).
De fossiele schelpen van de Nederlandse kust II. Determinatiesleutel voor Patellogastropoda en Vetigastropoda-I (april 2011). Frank P. Wesselingh & Ronald Pouwer NCB Naturalis, Postbus 9517, 2300 RA Leiden,
Nadere informatieNatuurlijke Klein zeegraspopulaties in de Oosterschelde in 2014
Natuurlijke Klein zeegraspopulaties in de Oosterschelde in 2014 Marieke van Katwijk, Ecoscience Nijmegen Brigitta van Tussenbroek 29 augustus 1 september 2014 Tussen 29 augustus en 1 september 2014 is
Nadere informatieSedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord
Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied
Nadere informatieVeldverslag zeegrasmitigatielocaties: begin augustus 2009. Wouter Suykerbuyk en Laura Govers
Veldverslag zeegrasmitigatielocaties: begin augustus 2009 Wouter Suykerbuyk en Laura Govers Op 3 t/m 6 augustus 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatie- en een aantal natuurlijke zeegraslocaties.
Nadere informatieMUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN. Guido Lek & Harold Steendam november 2009
MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN 2009 Guido Lek & Harold Steendam november 2009 Inleiding In het kader van de nieuwe zoogdierenatlas van Nederland zijn diverse onderzoeken opgestart om zoogdieren in
Nadere informatiePurperslak en wulk en aangroeiwerende verven,
Indicator 16 mei 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Door vermindering van het gebruik
Nadere informatieMonitoren van klein zeegras, Oosterschelde, oktober 2010
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 10-14 oktober 2010 - Wim Giesen, Kris Giesen & Wouter Suykerbuyk, 24 oktober 2010 Van 10-14 oktober 2010 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen
Nadere informatieVeldverslag zeegrasmitigatielocaties mei 2009: Veldbezoek ivm monitoring. Wouter Suykerbuyk, Laura Govers, Laura Glasbergen, 10 juni 2009
Veldverslag zeegrasmitigatielocaties mei 2009: Veldbezoek ivm monitoring Wouter Suykerbuyk, Laura Govers, Laura Glasbergen, 10 juni 2009 Op 25, 27 t/m 29 mei 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatie-
Nadere informatieZeeduivel, Vis van het jaar 2018
Zeeduivel, Vis van het jaar 2018 Zeeduivel wordt door VLAM uitgeroepen tot vis van het jaar 2018. Maar wat zijn de biologische kenmerken van deze soort? Wat is de herkomst van onze Belgische zeeduivel?
Nadere informatie32 AFZETTINGEN WTKG 36 (2), 2015
32 AFZETTINGEN WTKG 36 (2), 2015 Vondstmelding van de witte wenteltrap Epitonium clathratulum clathratulum (Kanmacher, 1798) van Maasvlakte-2 alsmede een overzicht van verder (fossiel) voorkomen in territoriaal
Nadere informatieKLEVERIGE POELSLAK MYXAS GLUTINOSA DRAPARNAUD, Tekst R.H. de Bruyne, A.W. Gmelig Meyling & A. Boesveld (Stichting ANEMOON)
116 KLEVERIGE POELSLAK MYXAS GLUTINOSA DRAPARNAUD, 1805 Tekst R.H. de Bruyne, A.W. Gmelig Meyling & A. Boesveld (Stichting ANEMOON) Synoniemen: Amphipeplea glutinosa (Draparnaud, 1805) Herkenning De kleverige
Nadere informatieTeloceras Blagdeni (Sowerby) in het Pleistocene Maasgrind van Zuid Limburg (II)
Teloceras Blagdeni (Sowerby) in het Pleistocene Maasgrind van Zuid Limburg (II) J. H. Willems SUMMARY Teloceras blagdeni (SOWERBY) in the Pleistocene gravel of the river Maas in the South of the Dutch
Nadere informatieGrowing world shellfish consumption IMPORT: PLAAG OF ZEGEN? European shellfish production
Growing world shellfish consumption 4. World per capita consumption, source: FAO IMPORT: PLAAG OF ZEGEN? Jaap Holstein Holstein Consultancy kg/capita 3.5 3. 2.5 2. 1.5 1..5. 1961-197 1971-198 1981-199
Nadere informatieENIGE FAUNISTISCHE EN NOMENCLATORISCHE NOTITIES BETREFFENDE VISSEN UIT NEDERLAND EN DE NABIJE NOORDZEE
ENIGE FAUNISTISCHE EN NOMENCLATORISCHE NOTITIES BETREFFENDE VISSEN UIT NEDERLAND EN DE NABIJE NOORDZEE door M. B O E S E M A N Rijksmuseum van Natuurlijke Historie, Leiden Met 2 platen In de loop van de
Nadere informatieMonitoren van klein zeegras, Oosterschelde, augustus 2008
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 26-28 augustus 2008 - Wim Giesen, 30 augustus 2008 25-28 augustus 2008 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord en Krabbenkreek
Nadere informatieSanitair Schelpdier Onderzoek 2015
Sanitair Schelpdier Onderzoek 2015 Resultaten De Nederlandse productiegebieden voor levende tweekleppige weekdieren worden onderzocht op de aanwezigheid van E.coli (microbiologie), potentieel toxineproducerende
Nadere informatieMonitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 25-26 september 2008 - Wim Giesen, 2 oktober 2008 25-26 september is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord en Krabbenkreek Zuid),
Nadere informatieFossielen uit Cadzand
Fossielen uit Cadzand In juli / augustus 2009 is op het strand van Cadzand (tussen het Zwin en Cadzand bad) actief naar fossielen gezocht. Figuur 3: Het visueel afzoeken van de kustlijn Figuur 1: De ligging
Nadere informatieDuurzaam werken op zee EINDOPDRACHT CURSUS. Versie: 14 september 2013 Geert Froma Pagina 1 van 6
EINDOPDRACHT CURSUS Versie: 4 september 203 Geert Froma Pagina van 6 Eindopdracht. Beschrijving opdracht 2. Procedure/tijdschema/beoordeling 3. Kies een marien gebied (inclusief vragen) 4. Kies een dier-
Nadere informatieWat en waar zijn de wadden? Les met werkblad - topografie
Les met werkblad - topografie Doel: De leerlingen kennen na afloop de namen van de waddeneilanden en de volgorde waarin ze liggen. Ze kunnen enkele belangrijke plaatsen rond het waddengebied aanwijzen
Nadere informatieSTAMBOEK GEOCHELONE DENTICULATA (woudschildpad) Rapport European Studbook Foundation (E.S.F.) R. Govers, stamboek houder
STAMBOEK GEOCHELONE DENTICULATA (woudschildpad) Rapport 2003 European Studbook Foundation (E.S.F.) R. Govers, stamboek houder Inhoud: 1. Inleiding 2. Het doel en het waarom van het G. denticulata stamboek
Nadere informatieMOO-locaties. Noordzee Noordzee Noordzee. Waddenzee Texel 't Horntje 206 207. Rijnmond Oostvoornse meer Westvoorne 302 303. Lok-nr Lokatie X Y
MOO-locaties Lok-nr Lokatie X Y 203 204 Wrak 'Gulf op Panama' 100.73 551.73 Wrak 'Sylvia' 109.45 574.44 Noord-Holland Huisduinen 205 233 West-kapelle West-Kapelle 272 Vluchthaven 307 Kaaphoofd 110.80 553.00
Nadere informatieLes met werkblad - biologie
Les met werkblad - biologie Doel: Leerlingen hebben na de deze les een idee hoe het is om te wadlopen. Ze weten wat ze onderweg tegen kunnen komen. Materialen: - Werkblad 5: Wadlopen - Platte bak (minimaal
Nadere informatieWIE EET WAT OP HET WAD
Waddenzee De prachtige kleuren, de zilte geuren en de geluiden van de vele vogels, maken de Waddenzee voor veel mensen tot een geliefd gebied. Maar niet alleen mensen vinden het fijn om daar te zijn, voor
Nadere informatieKIMO Nederland en België
Bert Veerman Secretaris 21 april 2011 KIMO: Kommunenes Internasjonale Miljøorganisasjon Internationale milieu- en veiligheidsorganisatie voor lokale overheden HISTORIE Oprichting KIMO - Esbjerg 1990 4
Nadere informatie3 Voedselweb van het wad
Spel Doel: De leerlingen leren dat verschillende waddieren en planten van elkaar afhankelijk zijn, doordat ze elkaar eten. Alle dieren en planten zijn met elkaar verbonden, in een voedselweb. Materialen:
Nadere informatieMonitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 31 augustus - 2 september 2009
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 31 augustus - 2 september 2009 - Wim Giesen, Kris Giesen, Wouter Suykerbuyk, 19 september 2009 31 augustus 2 september 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties
Nadere informatie... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit?
... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit? Samen voor een gezonde zee!... Stichting De Noordzee is de onafhankelijke natuur- en milieuorganisatie die zich inzet voor een duurzaam gebruik van de Noordzee en
Nadere informatieovervliegende vogels gezien, wat wijst op aankomst van vogels van elders. Het hoogste aantal bedroeg 5 ex >zw op 30 oktober.
overvliegende vogels gezien, wat wijst op aankomst van vogels van elders. Het hoogste aantal bedroeg 5 ex >zw op 30 oktober. Kleine Bonte Specht Dendrocopos minor Van 12 maart t/rn 7 april verbleef l'i'
Nadere informatieDe evolutionaire geschiedenis van parasitaire slakken en hun gastheer koralen in de Indo-Pacific. Nederlandse inleiding en samenvatting
De evolutionaire geschiedenis van parasitaire slakken en hun gastheer koralen in de Indo-Pacific Nederlandse inleiding en samenvatting 13 Nederlandse inleiding en samenvatting In en om Indonesië, waar
Nadere informatieVoedselweb van strand en zee
Spel Doel: Materialen: Groepsgrootte: Duur: De leerlingen leren dat verschillende zeedieren en planten van elkaar afhankelijk zijn, doordat ze elkaar eten. Alle dieren en planten zijn met elkaar verbonden,
Nadere informatieIs de draagkracht van de Oosterschelde voor schelpdieren bereikt?
Is de draagkracht van de Oosterschelde voor schelpdieren bereikt? Pauline Kamermans, Wouter van Broekhoven, Luca van Duren, Sven Ihnken, Henrice Jansen, Jacco Kromkamp, Sairah Malkin, Tim Schellekens,
Nadere informatieDe Europese mesheften en zwaarscheden
De Europese mesheften en zwaarscheden (Solenidae, Pharidae (Cultellidae)) Nathal Severijns Kon.B.V.C. maandvergadering 09 april 2017 Taxonomie - 1 Pre-1990 : SOLENOIDEA en TELLINOIDEA Solenidae Tellinidae
Nadere informatieProducentenorganisatie Kokkelvisserij p/a Ir. J. D. Holstein Coxstraat DC Kapelle. Project nummer:
Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 672300 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl
Nadere informatieLOKALE ECOLOGISCHE KENNIS VAN DE VISSERIJ: PLADIJS IN EEN RUIMER PLAATJE
Bron: VLIZ Fotogalerij - Collectie Daniel Moeyaert, 2008 LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS VAN DE VISSERIJ: PLADIJS IN EEN RUIMER PLAATJE An Vanhulle An Vanhulle Universiteit Gent Vakgroep Internationaal Publiekrecht,
Nadere informatieMonitoren van klein zeegras, Oosterschelde, maart 2010
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 23-25 maart 2010 - Wim Giesen, Kris Giesen, Paul Giesen & Wouter Suykerbuyk, 29 maart 2010 23-25 maart 2010 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op
Nadere informatieAmerikaanse zwaardschede, e n s is d i r e c t u s (c o n r a d, 1843) een nieuwe soort voor de Noordzee
Amerikaanse zwaardschede, e n s is d i r e c t u s (c o n r a d, 1843) een nieuwe soort voor de Noordzee j. Goud Afb. 1 Ensis directus (Conrad, 1843), de Amerikaanse zwaardschede. Twee exemplaren van Am
Nadere informatieWageningen IMARES Harder en zeebaars
Harder en zeebaars Biologie en visserij in Nederland en Europa Tammo Bult, Floor Quirijns, Harriët van Overzee, Stijn Bierman is een samenwerkingsverband tussen Wageningen UR en TNO Harder en Zeebaars
Nadere informatieEffecten van toenemende warmte en CO 2 op het leven in zee
Effecten van toenemende warmte en CO 2 op het leven in zee Jack Middelburg Universiteit Utrecht Darwin Centrum voor Biogeologie Netherlands Earth System Science Centre 21 Oktober 2014 KNAW Oceaan in hoge
Nadere informatieKort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen
Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen 2011-2015 Frank Majoor & Berend Voslamber Sinds 2011 worden op verschillende plekken in Nederland in opdracht van het Faunafonds Nijlganzen
Nadere informatieKlimaatsverandering en de mariene omgeving, ver van ons bed?
Klimaatsverandering en de mariene omgeving, ver van ons bed? JOHAN ROBBENS Studiedag Landbouw en Klimaat 17 april 2018, Melle Impact van klimaatsverandering op de zee Verzuring van oceanen Verhoging Temperatuur
Nadere informatieHaag - Rohrbeck. Luister naar de zee!
Belangrijke informatie Dit product gebruikt drie batterijen van 1,5V (knoopcel batterijen van het type AG10/LR1130). Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. Plaats de nieuwe batterijen met
Nadere informatieRasbeschrijving Variety Description
Rasbeschrijving Variety Description 1. Verwijsnummer rapporterende autoriteit TLP2342 Reference number reporting authority 2. Verwijsnummer opdrachtgevende autoriteit Reference number requesting authority
Nadere informatieVisstandopname in duikpak. Wouter Lengkeek Bureau Waardenburg
Visstandopname in duikpak Wouter Lengkeek Bureau Waardenburg Duikend / snorkelend vissen inventariseren Algemeen geaccepteerde methode (internationale wetenschap): Monitoring rifvissen Ook in niet tropische
Nadere informatieBewoners van de Noordzee
Bewoners van de Noordzee Doel Materialen Vak Niveau Duur Werkwijze De leerlingen kunnen: verschillende groepen dieren noemen die in de Noordzee leven (vissen, anemonen, kwallen,kreeftachtigen); uitleggen
Nadere informatieEen koekoekslipvis LABRUS MIXTUS, Linnaeus, 1758 op de Klaverbank Floris Bennema, Cecilie Petersen, Hanna Paulomäki, Frank de Graaf & Niels Schrieken
131 Een koekoekslipvis LABRUS MIXTUS, Linnaeus, 1758 op de Klaverbank Floris Bennema, Cecilie Petersen, Hanna Paulomäki, Frank de Graaf & Niels Schrieken Op 27 augustus 2016 werd bij de Klaverbank een
Nadere informatieUitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011
Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011 Inger Wilms, Pvis. Dit artikel beschrijft de uitkomsten van de Noordzee enquête die afgelopen zomer gehouden is onder Noordzee vissers uit België,
Nadere informatieVoorschriften en beperkingen
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Vereniging van Importeurs van Schelpdieren Directoraat-generaal Agro en Directie en Biodiversiteit Datum Betreft Wnb; vergunning; verwateren importmosselen
Nadere informatieDe breedpootkrab, Portumnus latipes (Pennant, 1777), omgekeerd eirond, licht roodbruin (bij levende ex.)
-41- Hoe groot wordt de breedpootkrab? - G. Rappe. Inleiding De breedpootkrab, Portumnus latipes (Pennant, 1777), t IS een kleine sïort, behorende tot de familie van de zwemkrabben, Portunidae. Het rugschild
Nadere informatie2. We nu nog levende katachtige is volgens deze stamboom het meest verwant aan de Poema? A de Cheeta B de Europese lynx C de Huiskat D de Jaguar
14 C datering De techniek van werken met het verval van 14 C is afkomstig uit onderzoek naar de ouderdom van bepaalde fossielen. De halfwaardetijd van 14 C is 5730 jaar. Over dit onderzoek worden twee
Nadere informatieDE OVERLEVING VAN VISDIEFJES STERNA HIRUNDO: TUSSENTIJDSE RESULTATEN VAN EEN GRONINGS KLEURRINGPROGRAMMA
66 JAARLIJKSE OVERLEVING VAN VISDIEFJES Sula 21(2) DE OVERLEVING VAN VISDIEFJES STERNA HIRUNDO: TUSSENTIJDSE RESULTATEN VAN EEN GRONINGS KLEURRINGPROGRAMMA ANNUAL SURVIVAL OF COMMON TERNS: PRELIMINARY
Nadere informatieNATUUR IN DE IJSSELDELTA
NATUUR IN DE IJSSELDELTA De Zwartkopmeeuw als nieuwe broedvogel door Henk Dorgelo Inleiding Sinds een paar jaar komt de zwartkopmeeuw niet alleen in het Zeeuwse Deltagebied als broedvogel voor, maar ook
Nadere informatieBewoners. Noordzee. Introductie. Als de Noordzee een paspoort zou hebben dan zou het er zo uitzien:
Gemiddelde: diepte 94 meter Oppervlak: 572.000 km2 Bodem: hoofdzakelijk zand Bewoners van de Noordzee Introductie Als de Noordzee een paspoort zou hebben dan zou het er zo uitzien: De Noordzee is natuurlijk
Nadere informatieGrijze zeehond (Halichoerus grypus) H1364. 1. Status. 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994).
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Grijze zeehond (Halichoerus
Nadere informatie