Procedure Samenwerkingsafspraken indicatie en plaatsing, tussen

Transcriptie

1 Procedure Samenwerkingsafspraken indicatie en plaatsing, tussen - Penitentiair Psychiatrisch Centrum - (Forensische) GGz voorzieningen - Politie - Openbaar Ministerie - Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) in Amsterdam Datum: 1 juli 2015 Evaluatie: voor 1 juli 2016 Inleiding Dit protocol beschrijft afspraken tussen bovengenoemde partijen voor de indicatiestelling en plaatsing van: A) psychiatrisch patiënten die binnen een psychiatrische setting tot gewelddadig gedrag komen en die binnen het gevangeniswezen in een beveiligde klinische setting verpleegd en behandeld moeten worden. Het kan gaan om vrijwillig opgenomen patiënten en patiënten die met een BOPZ maatregel zijn opgenomen. B) Personen die op verdenking van het plegen van een strafbaar feit aangehouden zijn en in een politiecel verblijven. Het gaat om personen die binnen de inverzekeringstellingperiode ernstige gedragsproblemen vertonen en die daarom beveiligde zorg behoeven na indicatie door de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam (SPA). Gewelddadig gedrag vraagt om snelle overplaatsing en heldere communicatie Er zijn goede afspraken nodig over personen met psychiatrische stoornissen en gewelddadig gedrag. In een procedure kunnen taken en rollen van de betrokken ketenpartners zoals (forensische)ggz instellingen, politie, OM, NIFP en PPC Amsterdam worden beschreven. De afspraken richten zich op situaties waarbij het gaat om gedrag dat niet binnen de betreffende klinische setting gehanteerd kan worden (in casu strafrechtelijk verwijtbaar gedrag) en die zorg van een dusdanig niveau vraagt dat niet kan worden volstaan met een plaatsing binnen een regulier Huis van Bewaring. Het zal vaak gaan om gewelddadig (fysiek, ernstig verbaal, seksueel) gedrag naar personeel of naar medepatiënten, ernstige vernieling of brandstichting. De afspraken richten zich tevens op een snel te realiseren overplaatsing om de desbetreffende kliniek te ontlasten. Het uitgangspunt is dat de overplaatsing van de patiënt direct vanuit de GGz instelling naar het PPC plaatsheeft; bij uitzondering zal gekozen worden om de patiënt op het politiebureau te laten wachten op de PPC plaatsing, bijvoorbeeld als er niet dezelfde dag plaats is op het PPC, of als er geen direct indicatie is voor een klinische beveiligde zorgvoorziening. Er zijn ook afspraken nodig over de verantwoordelijkheden van de verschillende ketenpartners. Afgesproken wordt dat elke ketenpartner adequate informatie (justitiële voorgeschiedenis, psychiatrische toestandsbeeld en voorgeschiedenis) beschikbaar stelt ten behoeve van een goede Versie 4 november /4

2 beoordeling. Verder is het van belang dat tijdig overleg tussen beslissingsbevoegde functionarissen van de verschillende ketenpartners plaats heeft. Basisregels: - het strafrechtelijke traject en het zorgtraject verdienen afzonderlijk aandacht. Plaatsing in een forensisch psychiatrische zorgsetting (PPC of FPA) kan alleen met een strafrechtelijke titel. - De OvJ weegt de verdenking en ernst van de strafbare feiten en bekijkt of preventieve hechtenis (nog) aangewezen is. - Uitspraken over eventuele verminderde toerekeningsvatbaarheid (de persoon van verdachte) worden niet gedaan in de acute situatie. Toerekening is in later stadium aan de strafrechter en geschiedt na advies door een onafhankelijke deskundige. - Psychiatrische zorg buiten detentie wordt gegarandeerd door de GGz/Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam (SPA). - Psychiatrische zorg binnen detentie wordt gegarandeerd door het NIFP. - Indicatiestelling voor plaatsing in het PPC (Penitentiair Psychiatrisch Centrum) is de taak van het NIFP/PPC. - Plaatsing in een PPC kan alleen wanneer er een justitiële titel is afgegeven (minimaal een inverzekeringstelling) en er een forensisch psychiatrische indicatie bestaat voor plaatsing in het PPC. - Zorgoverdracht van zorgverleners buiten en binnen detentie dient in het kader van continuïteit van zorg zo direct mogelijk plaats te vinden met zo min mogelijk vervoersbewegingen. - Informatieoverdracht tussen zorgverleners dient, eventueel ook zonder toestemming van patiënt, plaats te vinden vanuit goed hulpverlenerschap (zie KNMG handreiking gegevens uitwisseling in het kader van bemoeizorg). A. Procedure voor opgenomen patiënten in een GGz instelling: Procedure A geldt als binnen de GGz instelling een ernstig (gewelds)incident in een van de klinische settings plaatsvindt, waarbij de politie om assistentie wordt gevraagd. Hierbij wordt geadviseerd om de politie in te schakelen via 112; bij vragen of gewenste ondersteuning kan de piketdienst politie worden gebeld. De GGz instelling doet aangifte. Bij ernstige geweldsincidenten moet gedacht worden aan: herhaald licht geweld danwel acuut ernstig geweld, ernstige bedreiging met een wapen (bijv. mes, vork, stalen pijp), etc. 1. De (H)OvJ beslist of betrokkene in verzekering wordt gesteld. NB: Als de (H)OvJ niet overgaat tot inverzekeringstelling, dan vervalt de rest van deze procedure; plaatsing in PPC is, immers zonder een justitiële titel niet mogelijk. De HOvJ brengt de OvJ (van dienst) op de hoogte van het bevel tot inverzekeringstelling. De OvJ vraagt, in het kader van noodzakelijk geachte zorg binnen detentie, om een forensischpsychiatrisch plaatsingsadvies aan het NIFP (binnen kantoortijden) en PPC (buiten kantoortijden) 2. De behandelend psychiater van de GGz instelling overlegt met de 1 e geneeskundige/gd. De behandelend psychiater (of 1 e geneeskundige/gd) neemt binnen kantoortijden contact op met het NIFP Amsterdam voor de indicatiestelling voor plaatsing op het PPC (A dam). Buiten kantoortijden kan direct met de voorwacht/achterwacht van het PPC Amsterdam overlegd worden. Versie 4 november /4

3 Plaatsing in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) is geïndiceerd wanneer het gaat om een patiënt met een ernstige psychiatrische stoornis die behandeling behoeft binnen een forensische klinische setting. 3. Het NIFP (of buiten kantoortijden het PPC) brengt de (H)OvJ op de hoogte van het plaatsingsadvies PPC al of niet via een voorgeleidingsconsult en afstemming met de selectiefunctionaris van DJI. De (H)OvJ verstrekt een afschrift van een bevel van inverzekeringstelling en meldt de politie dat verdachte overgeplaatst kan worden naar het PPC. Het NIFP (of PPC) informeert (i.o.m. de selectiefunctionaris van DJI) de GGz instelling over de mogelijkheid van plaatsing. 4. Na de indicatieadvies voor het PPC, neemt het NIFP (binnen kantoortijden) contact op met het PPC om deze te bespreken en (de selectiefunctionaris van DJI overlegt en bekijkt) of er in Amsterdam of elders plaats (evt. op welke termijn) is. Buiten kantoortijden geeft de voorwacht/achterwacht PPC aan of er plek is (of niet). Mocht er niet direct plaats zijn, maar wel binnen afzienbare tijd (enkele dagen), dan kan overwogen worden om verdachte voorlopig nog binnen de desbetreffende GGZ instelling te houden. 5. Binnen kantoortijden stelt het NIFP het PPC op de hoogte dat verdachte (mogelijk via de selectiefunctionaris DJI) naar het PPC zal gaan. Verdachte kan dan vanuit de GGz instelling over naar het PPC (of vanuit het politiebureau). Het vervoer vanuit de GGz instelling (of vanuit het politiebureau) wordt door de politie gedaan. Indien er medische begeleiding nodig is, dan wordt door de politie een ambulance opgeroepen die de cliënt met begeleiding door de politie vervoert. 6. De GGz instelling draagt zorg voor een goede (schriftelijke) overdracht naar het PPC, inclusief de gezondheidsrechtelijke status (BOPZ). 7. Een eventuele BOPZ maatregel wordt niet opgeheven, ook niet na de overplaatsing naar het PPC (mocht bijvoorbeeld uiteindelijk overplaatsing naar een andere setting nog nodig of mogelijk zijn, te denken valt aan een FPA of FPK). 8. Indien de OvJ niet besluit tot voorgeleiding t.b.v. de (strafrechtelijke) inbewaringstelling, maar betrokkene wel al in het PPC is geplaatst, kan betrokkene weer terug naar de GGZ instelling. B. Procedure voor patiënten die op een politiebureau verblijven: Procedure B geldt voor personen die zijn aangehouden en verblijven op een politiebureau, en in verzekering zijn gesteld (zie boven voor het strafrechtelijke traject). Tevens dient sprake te zijn van een vermoeden van ernstige psychiatrische problematiek en noodzakelijke acute psychiatrische zorg, die niet op het politiebureau geboden kan worden. Alleen dan kan gekeken worden of betreffende patiënt naar het PPC overgebracht kan worden. Plaatsing in een PPC is geïndiceerd, wanneer het gaat om een patiënt met ernstige psychiatrische stoornis die behandeling behoeft binnen een forensische klinische setting. 1. Politie overlegt met de GGD arts, afdeling AGZ, bij vermoeden van lichamelijke problematiek (bijvoorbeeld bewustzijnsdaling, ernstige opwinding, benauwdheid of anders). Bij Versie 4 november /4

4 spoedsituaties dient de Ambulance te worden gebeld. Bij vermoeden van psychiatrie wordt overlegd met de SPA voor psychiatrische beoordeling. 2. De (H)OvJ beslist of betrokkene in verzekering wordt gesteld. NB: Als de (H)OvJ niet over gaat tot inverzekeringstelling, dan vervalt de rest van dit protocol. Plaatsing in PPC is, immers zonder een justitiële titel niet mogelijk. De HOvJ brengt de OvJ (van dienst) op de hoogte van de inverzekeringstelling. De OvJ vraagt, in het kader van noodzakelijk geachte zorg binnen detentie, om een forensisch-psychiatrisch plaatsingsadvies aan het NIFP (binnen kantoortijden) en PPC (buiten kantoortijden) en vraagt de psychiater van dienst (of de voorwacht) van de SPA om zorggegevens uit te wisselen met het NIFP en/of PPC. 3. De psychiater van dienst (of de voorwacht) van de SPA neemt binnen kantoortijden contact op met het NIFP A dam ten behoeve van de indicatiestelling voor plaatsing op het PPC (A dam). Buiten kantoortijden kan met de voorwacht/achterwacht van het PPC Amsterdam overlegd worden. 4. Indien de indicatie voor het PPC is gesteld, neemt het NIFP (binnen kantoortijden) contact op met het PPC om deze te bespreken en de selectiefunctionaris van DJI overlegt en bekijkt of er in Amsterdam of elders plaats is (evt. op welke termijn). Buiten kantoortijden geeft de voorwacht/achterwacht PPC aan of er plaats is (of niet). Mocht er niet direct plaats zijn, maar wel binnen afzienbare tijd (enkele dagen), dient de psychiater van dienst (of de voorwacht) van de SPA de psychiatrische zorg te garanderen op het politiebureau. 5. Binnen kantoortijden stelt het NIFP het PPC op de hoogte (mogelijk via de selectiefunctionaris DJI) dat verdachte naar het PPC zal gaan. Verdachte kan dan vanuit de GGz instelling over naar het PPC (of vanuit het politiebureau). Het vervoer vanuit de GGz instelling (of vanuit het politiebureau) wordt door de politie gedaan. Indien er medische begeleiding nodig is, dan wordt door de politie een ambulance opgeroepen die de cliënt met begeleiding door de politie vervoert. 6. De psychiater van dienst (of de voorwacht) van de SPA draagt zorg voor een goede (schriftelijke) overdracht naar het PPC. 7. Een eventuele BOPZ maatregel wordt niet opgeheven, ook niet na de overplaatsing naar het PPC (mocht bijvoorbeeld uiteindelijk overplaatsing naar een andere setting nog nodig of mogelijk zijn, te denken valt aan een FPA of FPK). 8. Indien de OvJ niet besluit tot voorgeleiding t.b.v. de (strafrechtelijke) inbewaringstelling, maar betrokkene wel al in het PPC is geplaatst, zal de SPA in overleg met het PPC bekijken waar zorg buiten detentie geboden kan worden. Belangrijke telefoonnummers en contactpersonen Instelling Telefoonnummer Contactpersoon PPC Amsterdam Algemeen: Dirk Ploem: Margot van Berkel: GGZ Ingeest Algemeen: Acuut Behandelteam: Versie 4 november /4 Vera Ritzen Heleen Schaffels

5 Arkin Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam SPOR Meldkamer: Acuut Behandelteam: Melina Rakic Erik Beijaert, wnd GD: Jeroen Zoeteman Ed van Leeuwen GGD (Vangnet) Wilco Tuinebreijer Michael Willemsen Politie 112 Afd. problematisch personen (piketdienst) OM Piketofficier Frans van Gelderen: (A dam) Frans Davina Jur Zondervan Pleun Wijffels: Jolien Ang: Lotte de Geus: NIFP Nils Duits GGD (afd AGZ) (?) Joris Stomp Versie 4 november /4