TREASURYSTATUUT Oktober 2010

Transcriptie

1 TREASURYSTATUUT 2010 Oktober 2010

2 Inhoudsopgave bladzijde 1 Inleiding... 3 Algemeen 2 Uitgangspunten en doelstellingen... 4 Uitgangspunten Doelstellingen 3 Richtlijnen en limieten... 5 Risicominimalisatie Beschikbaarheid Rentemaximalisatie en kostenminimalisatie Overige richtlijnen en limieten Uitzonderingsbepaling 4 Organisatie van de treasuryfunctie... 8 Inhoud van de treasuryfunctie en functiescheiding Overleg over treasury in portefeuillehoudersoverleg Financiën Taken Bevoegdheden 5 Administratieve organisatie Informatievoorziening Registratie Bijlagen: Bijlage 1 Instrumenten Bijlage 2 Begrippenlijst Bijlage 3 Toepassing kasgeldlimiet en renterisiconorm

3 1 Inleiding en voorwoord Algemeen Het vigerende Treasurystatuut van 2006 is aan actualisatie toe op grond van enkele aanpassingen in de Wet Financiering Decentrale Overheden (Fido) en de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (Ruddo). Deze aanpassingen vinden grondslag in de onrust op de financiële markten als gevolg van de financiële crisis die in de tweede helft van 2008 is ontstaan. De wijzigingen in de Wet Fido en in Ruddo zijn door middel van een publicatie in de Staatscourant van 9 april 2009 per die datum van kracht geworden. Doel van het treasurystatuut is en blijft om de raad met behulp van deze geactualiseerde versie en de treasuryparagrafen in de Planning en Controldocumenten en de periodieke Informatienotities de mogelijkheid te bieden invulling te geven aan haar verordenende en controlerende bevoegdheid. Daarnaast blijft duidelijk naar voren komen wat de uitvoerende taken van het college van burgemeester en wethouders zijn en de daarbij passende verantwoording. Het resultaat is een duidelijke bestuurlijke verantwoordingsstructuur en een grote transparantie bij de uitvoering van de treasuryfunctie. Het nieuwe Treasurystatuut geeft een uiteenzetting van het treasurybeleid van de gemeente Culemborg. Het doel van het statuut is om sturing te geven aan het beleid en om risico s te beheersen en te beperken. Het treasurystatuut vloeit ook voort uit artikel 9 lid 3 van de Financiële verordening van de gemeente Culemborg. 3

4 2 Uitgangspunten, doelstellingen en beleidskaders Uitgangspunten 2.1 Het treasurybeleid is onderdeel van het algemene financiële beleid van de gemeente Culemborg. 2.2 Het treasurybeleid vindt plaats binnen de kaders van de hogere regelgeving. 2.3 Bij het opstellen van dit treasurystatuut is rekening gehouden met de volgende wet en regelgeving: Gemeentewet; Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV); Wet Financiering decentrale overheden (Fido); Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden; Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo); Besluit Leningvoorwaarden decentrale overheden; Financiële verordening gemeente Culemborg. Doelstellingen Het treasury statuut geeft invulling aan de treasury functie, zoals die in de financiële verordening wordt omschreven: Het college zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie voor: het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren; het beheersen van de risico s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico s, koersrisico s en kredietrisico s; het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen; het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities. Het college neemt bij het uitvoeren van de financieringsfunctie de volgende richtlijnen in acht: het uitzetten van overtollige geldmiddelen gebeurt uitsluitend bij financiële instellingen met minimaal een AA rating afgegeven door tenminste één gezaghebbende rating agency, of bij instellingen voor wiens waardepapieren een solvabiliteitseis geldt van 0%; overtollige geldmiddelen worden uitsluitend uitgezet tegen vastrentende waarden, dan wel in producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het eind van de looptijd in tact is; voor het aantrekken van financieringen met een looptijd langer dan jaar worden tenminste 3 prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gevraagd; overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties luiden in euro. Het college stelt nadere regels ter uitvoering van de financieringsfunctie in het treasury statuut. De raad neemt kennis van het treasury statuut. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofd van de publieke taak bedingt het college, indien mogelijk, zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties. 4

5 3 Richtlijnen en limieten Om de doelstellingen te realiseren zijn er richtlijnen en limieten van kracht. Deze staan hieronder per doel uiteengezet. Risicominimalisatie 3.1 Het treasurybeleid is gericht op het uitsluiten dan wel minimaliseren van de volgende risico s: het renterisico, het debiteurenrisico, het koersrisico en het interne liquiditeitsrisico. 3.2 Het renterisico is het risico verbonden aan de veranderingen in de rentestructuur voor de resultaten van de gemeente. Enerzijds bestaat dit uit het risico dat bij teveel uitgezette of opgenomen kortlopende leningen nadeel wordt ondervonden van een rentedaling of rentestijging. Anderzijds bestaat dit uit het risico dat bij teveel langlopend uitgezette of opgenomen leningen niet kan worden geprofiteerd van een rentestijging of rentedaling. Richtlijnen en limieten: Het renterisico wordt afgedekt door het opbouwen van een evenwichtige portefeuille (U/G en O/G) in relatie tot de geldende rentestructuur en verwachtingen ten aanzien van de renteontwikkeling. Onder renterisico wordt verstaan de spreiding in aflossing en volumes. In principe vindt geen overschrijding plaats van de kasgeldlimiet, conform de wet Fido en de bijbehorende uitvoeringsregeling; Indien een overschrijding van de kasgeldlimiet voor het derde achtereenvolgende kwartaal plaatsvindt, wordt de toezichthouder hiervan op de hoogte gesteld voorzien van een plan ter voldoening aan de kasgeldlimiet De renterisiconorm wordt niet overschreden, conform de wet Fido en de bijbehorende uitvoeringsregeling. In de bijlage zijn de kasgeldlimiet en de renterisiconorm berekend voor de gemeente Culemborg. 3.3 Het debiteurenrisico is de kans dat belegde middelen niet worden terugontvangen van debiteuren. Richtlijnen en limieten: Uitzetting van middelen vind uitsluitend plaats conform de vigerende wet en regelgeving; Het totaal bedrag van uitgezette gelden (U/G) per partij mag een bedrag van 10 miljoen niet te boven gaan. 3.4 Het koersrisico is het risico dat de financiële activa van de gemeente in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. Richtlijnen en limieten: Geldleningen kunnen alleen worden aangegaan of verstrekt en de nakoming van uit geldleningen voortvloeiende verplichtingen ten aanzien van de betaling van rente en aflossing kunnen alleen worden gegarandeerd, indien de wederzijdse betalingsverplichtingen zijn uitgedrukt in euro s. Het gebruik van beleggings en financieringsinstrumenten is beperkt tot de instrumenten die staan vermeld in bijlage 1. Bij al deze instrumenten is de hoofdsom gegarandeerd, conform de vigerende wet en regelgeving. Van andere dan in bijlage 1 genoemde beleggings en financieringsinstrumenten mag alleen gebruik worden gemaakt na goedkeuring van het college gehoord hebbende de concerncontroller. 5

6 3.5 Het interne liquiditeitsrisico is de kans dat opbrengsten worden gemist dan wel kosten worden gemaakt door wijzigingen in de liquiditeitsprognoses en meerjaren investeringsprogrammaʹs. Dit risico is sterk afhankelijk van planning van projecten in de investeringssfeer alsmede de interne informatieverstrekking. Richtlijnen en limieten: Het college draagt zorg voor een liquiditeitenprognose die een (voortschrijdend) inzicht geeft over een periode van minimaal een jaar; Het college zorgt ervoor dat de raad minimaal twee keer per jaar op de hoogte wordt gebracht van de liquiditeitspositie van de gemeente. De minimumvariant bestaat uit de paragraaf Treasury en Financiering bij de begroting en jaarrekening. Beschikbaarheid 3.6 Geldleningen (U/G en O/G) kunnen slechts worden aangegaan voor een periode van maximaal 20 jaar. 3.7 Budgethouders dragen zorg voor een tijdige aanlevering van informatie en stukken over de betaling en ontvangst van bedragen van materieel belang.(> ) Richtlijnen en limieten: Incidentele ontvangsten of betalingen van boven de 1 miljoen moeten één week van tevoren gemeld worden of zoveel eerder als mogelijk; Rentekosten alsmede rentedervingskosten ( rekeningcourant tarief) van te late meldingen kunnen ten laste worden gebracht van het budget van de betreffende budgethouder. Rentemaximalisatie en kostenminimalisatie 3.8 Voor elke kasgeldtransactie moeten minimaal offertes (tarieven) bij tenminste twee partijen worden aangevraagd. Bij langgeldtransacties moeten bij tenminste drie partijen offertes worden aangevraagd. 3.9 Provisie van intermediairs mag niet hoger zijn dan 1/8% van de hoofdsom van de transactie op jaarbasis inclusief BTW. Provisie kasgeldleningen naar rato en lang geld eenmalig Een lening o/g met een looptijd langer dan tien jaar mag niet zonder vervroegde aflossingsclausule, en /of rente aanpassingsclausule worden afgesloten, indien het rentetarief van de lening hoger is dan de gemiddelde kapitaalmarktrente (10 jaars) over de afgelopen 20 jaar Een debetsaldo op de rekeningen courant bij de banken dient zoveel mogelijk te worden vermeden Het totale negatieve saldo in rekening courant op alle betaalrekeningen mag op één dag niet meer zijn dan Indien het negatieve saldo dit bedrag te boven gaat, zijn daggeldcondities vereist. Positieve saldi boven de moeten minimaal tegen daggeldcondities worden uitgezet. Overige richtlijnen en limieten 3.13 De financiering van de gemeentelijke investeringen vindt zoveel mogelijk plaats met eigen middelen, waarbij vanuit kostenoverwegingen tot andere afwegingen kan worden gekomen. Er is sprake van integrale financiering in plaats van projectfinanciering. Bij een beslissing tot (vaste) financiering dient altijd te worden gekeken naar de financieringspositie van het hele concern. Als dit 6

7 noodzakelijk of rendabel wordt geacht, kan voor het realiseren van grote projecten van dit uitgangspunt worden afgeweken De financiering van verbindingen waarin de gemeente met een zwaarwegend belang participeert wordt per geval bekeken. Het doorlenen van leningen vindt plaats met opslag, dat wordt vastgelegd in het bijbehorende contract. Het college wordt geïnformeerd over aangetrokken en doorgeleende financiering aan verbindingen van de gemeente. Uitzonderingsbepaling 3.15 Het college van burgemeester en wethouders kan op grond van spoedeisend belang of andere zwaarwegende redenen afwijken van de bepalingen van het statuut. De concerncontroller wordt hierover geïnformeerd. Van besluiten tot afwijking stelt het college de raad twee keer per jaar in kennis, tegelijk met informatieverstrekking over de liquiditeitspositie. 7

8 4 Organisatie van de treasuryfunctie Inhoud van de treasuryfunctie en functiescheiding 4.1 Tot de treasuryfunctie worden de volgende taakvelden gerekend: Financiering, deelnemingen en financieel relatiebeheer; Kasmanagement (saldobeheer, betalingsverkeer en liquiditeitenbeheer); Renterisicomanagement. Garantieverstrekkingen aan instellingen en verenigingen met een publieke taak. 4.2 Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten onderdeel betalingsverkeer is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden: Iedere transactie wordt door minimaal 2 functionarissen geautoriseerd.(betalingsfiatteur en de procuratiehouder) De uitvoering, registratie en controle van transacties geschieden door afzonderlijke functionarissen.(team Advies en Administratie cluster administratie ). Overleg over treasury in portefeuillehoudersoverleg Financiën 4.3 In het portefeuillehoudersoverleg wordt minimaal twee keer per jaar, of zoveel vaker als de marktsituatie daartoe aanleiding geeft, overleg gepleegd over het te voeren en het gevoerde treasurybeleid. Een voorstel voor het te voeren beleid wordt voorbereid door de treasurer in de vorm van een notitie, met daarin in ieder geval opgenomen: a. Totaalbedrag portefeuille uitgezet geld, totaalbedrag uitgezette gelden langer dan een jaar, totaalbedrag uitgezette gelden korter dan een jaar uitgesplitst naar: deposito s en rekeningcourant; b. Verhouding middelen korter dan een jaar/middelen langer dan een jaar; c. Overzicht uitgezette dan wel aangetrokken gelden korter dan een jaar, met vermelding modaliteiten per onderdeel; d. Overzicht uitgezette dan wel aangetrokken gelden langer dan een jaar, met vermelding modaliteiten per onderdeel; e. Overzicht met totale uitgezette dan wel aangetrokken gelden, met vermelding modaliteiten per onderdeel; f. Vervalkalender uitgezette dan wel aangetrokken gelden. 4.4 Aan het portefeuillehoudersoverleg als bedoel in het vorige artikel nemen in ieder geval deel: de portefeuillehouder Financiën; de afdelingsmanager Bedrijfsvoering; de treasurer. Taken De treasuryfunctie is een centrale financiële functie. In het kader van de treasuryfunctie zijn alle bestuursorganen en meerdere ambtelijke functionarissen actief. Per orgaan en per functie zijn de verantwoordelijkheden omschreven. Waar hij is geschreven, wordt hij/zij bedoeld. 4.5 De uitvoering van het treasurybeleid en de naleving van het treasurystatuut zijn door het college van burgemeester en wethouders gemandateerd aan de afdelingsmanager Bedrijfsvoering. Deze laatste wijst een treasurer aan voor de dagelijkse uitvoering van het treasurybeleid en draagt er voor zorg dat het bestuur, het ambtelijke management en alle bancaire partijen er van op de hoogte zijn wie in de organisatie van de gemeente Culemborg met de uitvoering van het treasurybeleid zijn belast. Hij overlegt één keer per kwartaal met de treasurer over de naleving van het treasurystatuut en over de realisatie van de doelstellingen. 8

9 4.6 De treasurer draagt zorg voor de tijdige beschikbaarheid van liquide middelen en de handhaving van de goede naam van de gemeente Culemborg naar financiers, beleggers, crediteuren en overige tegenpartijen. Hij wordt hierbij zonodig geïnformeerd door medewerkers van het team advies & administratie van de afdeling Bedrijfsvoering. 4.7 De werkzaamheden van de treasurer bestaan uit: kennisnemen van de ontwikkelingen op de financiële markten; deelneming aan het portefeuillehoudersoverleg als bedoeld in art. 4.4; het adviseren van het bestuur en het management over het te voeren treasurybeleid; opstellen en actualiseren van de liquiditeitsprognose; het opstellen van standaard rapportages; het beheer van de saldi van de bankrekeningen; het uitzetten van en aantrekken kort geld; adviseren over het uitzetten van en aantrekken van lang geld; het vastleggen van de transacties inclusief financiële consequenties op standaard formulieren ten behoeve van financiële administratie en de afdelingsmanager Bedrijfsvoering; het opstellen van de financieringsparagraaf bij de begroting en jaarrekening; het opstellen van collegevoorstellen voor het aantrekken van langlopende leningen; het opstellen van informatienotities ten behoeve van de raad als bedoeld in art. 3.5; het aanleveren van aanvullende gegevens aan de toezichthouder met betrekking tot financiering conform vigerende wet en regelgeving. 4.8 De financieel adviseur van het team Advies & Administratie controleert namens de manager Bedrijfsvoering: de door de treasurer voorgestelde geldleningen U/G en O/G met een looptijd van langer dan een jaar aan de voorwaarden genoemd in het treasurystatuut; twee keer per jaar steekproefsgewijs de aangegane geldleningen U/G en O/G korter dan een jaar aan de voorwaarden genoemd in het treasurystatuut; 4.9 De betalingsfiatteur en de procuratiehouder zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het organisatiebrede electronisch betalingsverkeer. In het kader van de treasuryfunctie vinden deze plaats op schriftelijk verzoek middels een volledig ingevuld transactieformulier ingevuld door de treasurer De medewerkers van de financiële administratie zijn verantwoordelijk voor de vastlegging van de geldleningmutaties en de renteopbrengsten in de financiële administratie op basis van de standaardformulieren ingevuld door de treasurer. Bevoegdheden 4.11 De treasurer is het eerste aanspreekpunt voor de marktpartijen Slechts de volgende personen hebben de bevoegdheid overeenkomsten aan te gaan namens de gemeente in het kader van de treasuryfunctie en het aantrekken van korte termijnfinanciering: De afdelingsmanager Bedrijfsvoering en het teamhoofd advies & administratie; De treasurer. Zij zijn hiertoe gemachtigd door het college Het college besluit tot het aantrekken van langlopende financiering, op basis van een voorstel van de treasurer. 9

10 4.14 De vervangingsregeling van tekenbevoegden en overige treasuryfunctionarissen wordt opgesteld door de afdelingsmanager Bedrijfsvoering en ter kennisneming aan het college gebracht De positiebepaling, het afwegen van alternatieven en het aangaan van transacties staan onder de verantwoordelijkheid van de afdelingsmanager Bedrijfsvoering en wordt door de treasurer uitgevoerd. Bij het nemen van beslissingen wordt rekening gehouden met het beleid, zoals is vastgelegd in de financieringsparagraaf van de begroting en jaarrekening. 10

11 5 Administratieve organisatie Informatievoorziening 5.1 In de begroting wordt jaarlijks een financieringsparagraaf opgenomen met de taken, doelen, beleidsplannen en activiteiten betreffende de treasuryfunctie. 5.2 In het jaarverslag wordt jaarlijks een financieringsparagraaf opgenomen met de resultaten van het gevoerde beleid. In deze financieringsparagraaf wordt tevens verslag gedaan of het gevoerde beleid conform het treasurystatuut is geschied. 5.3 Als de werkelijkheid sterk afwijkt van de onder 5.1 en 5.2 genoemde beleid, dan dienen het college, de raad, afdelingsmanager Bedrijfsvoering en de concerncontroller zo spoedig mogelijk te worden geïnformeerd. 5.4 De informatienotitie van art. 3.5 wordt besproken in het portefeuillehouderoverleg Financiën en wordt vervolgens uitgebracht aan het college. Na vaststelling door het college wordt deze notitie ter kennisgeving gestuurd aan de gemeenteraad. Registratie 5.5 Elke transactie die wordt aangegaan door de treasurer wordt vastgelegd op een transactieformulier. De opgevraagde tarieven en de overwegingen die hebben geleid tot de keuze staan hierop vermeld. Het transactieformulier wordt voor accoord ondertekend door de portefeuillehouder Financiën, de afdelingsmanager Bedrijfsvoering of teamhoofd A&A en de treasurer; Het transactieformulier wordt door de financieel adviseur gebruikt voor de interne controle (art.4.8.); Het ondertekende transactieformulier doet dienst als betaalopdracht ten behoeve van de betalingsfiatteur en procuratiehouder. 5.6 Alle betalingsverkeertransacties worden binnen één week na de feitelijke uitvoering van de transactie vastgelegd in de financiële administratie. 5.7 Iedere transactie behoeft een opdrachtbevestiging van de financiële instelling. De treasurer biedt de ontvangstbevestigingen ter archivering aan. 11

12 Bijlage 1. Instrumenten Onderstaand overzicht geeft aan welke instrumenten zijn toegestaan bij de uitvoering van de treasuryfunctie en onder welke overige, naast de in dit treasurystatuut genoemde, voorwaarden. Voor andere instrumenten, is vooraf toestemming van het college van burgemeester en wethouders nodig. Instrument Definitie Nadere voorwaarden Rekening courant (L en B) Call of daggeld leningen (L en B) Kasgeldleningen (L) (aantrekkingen in de geldmarkt) Depositoʹs (B) (uitzettingen in de geldmarkt) Onderhandse leningen (L en B) Leasen (L) Lopende rekening; kredietverhouding met een bank waarbij over het positieve saldo een relatief lage rente wordt vergoed en over het negatieve saldo een relatief hoge rente in rekening wordt gebracht. Leningen tussen twee partijen tegen een vast percentage voor de looptijd van één dag. Leningen met een looptijd van enkele dagen tot maximaal twee jaar zonder tussentijdse aflossingen met een overeengekomen rentepercentage en looptijd. Kortlopende beleggingen zonder tussentijdse aflossingen tegen veelal specifieke voor waarden en met een looptijd korter dan twee jaar. Leningen die direct bij marktpartijen worden uitgezet al dan niet via een tussenpersoon met een looptijd vanaf twee jaar met een grote verscheidenheid aan looptijden en aflossingsschema s (schuldpapier op naam). Overeenkomst waarbij de gemeente een object gebruikt dat juridisch eigendom is van een andere partij tegen betaling van een bepaalde vergoeding. Staatsobligaties (B) Verhandelbare deelnemingen in staatsleningen van de Staat der Nederlanden (schuldpapier aan toonder). Obligatie (B) Schuldtitel aan toonder van een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam. (L= lenen, B = beleggen) Krediet vanwege kosten zo beperkt mogelijk gebruiken. Bij B is een AA rating vereist. Bij B is een AA rating vereist. Bij B is een AA rating vereist. Zoveel mogelijk worden gemeden. Geen Alleen wanneer een hoger rendement te realiseren is dan bij onderhandse leningen. 12

13 Bijlage 2. Begrippenlijst Voor definities van de toegestane instrumenten zie bijlage 1. Betalingsverkeer Overboekingen ten laste van een rekening courant van een bank ten gunste van een andere rekeningcourant en/of betaalrekening alsmede stortingen ten gunste en opnames ten laste van een rekeningcourant. Betalingsfiatteur Functionaris die bevoegd is tot het fiatteren van betaalopdrachten. (1 e handtekeningzetter) Daggeld Geldleningen met een looptijd korter dan een maand. Debetsaldo Schuld bij de geldgever. Derivaten Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten zijn zoals leningen of obligaties. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico s te sturen en financieringskosten de minimaliseren. Financiering Het mogelijk maken van het doen van uitgaven met behulp van eigen of vreemde financieringsmiddelen. Integrale financiering In de praktijk betekent dit dat een lening wordt afgesloten als de totale geconsolideerde financiële positie daar aanleiding tot geeft. Intermediair Tussenpersoon, bemiddelaar. Kasgeldlimiet Een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar. Kort geld Geldleningen met een looptijd korter dan één jaar. Lang geld Geldleningen met een looptijd langer dan één jaar. Liquiditeitenbeheer Het financieren van liquiditeitstekorten en het uitzetten van liquiditeitsoverschotten. Liquiditeitsprognose Zo nauwkeurig mogelijke inschatting van de toekomstige prognose liquiditeitspositie van de gemeente voor een bepaalde periode. 13

14 Modaliteiten Kenmerken van de leningen. Deze bepalen de prijs van de lening. Off balance transacties Transacties die niet op de balans zichtbaar zijn (bijvoorbeeld leasen). O/G Opgenomen gelden. Procuratiehouder Functionaris die bevoegd is tot de finale handtekening van betaalopdrachten. (2 e handtekeningzetter) Projectfinanciering of partiële financiering Voor elke kapitaaluitgave/project wordt apart de financiering geregeld. Rating De inschattingskansen op eventuele wanbetalingen en de beoordeling van de kredietwaardigheid door een erkend ratingsburo. Ratings: AAA: extreem kredietwaardig AA: zeer kredietwaardig A: een hoge en adequate kredietwaardigheid Saldobeheer Het beheren van de saldi van bank en girorekeningen. Nodig omdat de uitgaande geldstromen naar crediteuren en inkomende geldstromen van debiteuren zelden gelijk zijn. Solvabiliteitsratio De verhouding tussen eigen vermogen en het balanstotaal. Renterisiconorm Een bedrag ter grootte van een percentage van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar. Rentetypische looptijd De periode gedurende welke de rente op een lening vast ligt. Treasurybeleid Richtlijnen voor de uitvoering van de treasuryfunctie of de financiële functie in overeenstemming met artikel 9 lid 3 van de Financiële verordening Gemeente Culemborg. Treasuryfunctie Functie in organisatorische zin welke zich bezighoudt met het sturen en bewaken van de geldstromen van de organisatie alsmede de daaraan verbonden risico s en met de financiering van gemeentelijke activiteiten. U/G Uitgeleende gelden. 14

15 Bijlage 3. Toepassing kasgeldlimiet en renterisiconorm Kasgeldlimiet In de Wet financiering decentrale overheden in art. 1 sub f opgenomen: kasgeldlimiet: een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van het openbare lichaam bij aanvang van het jaar Het concrete percentage voor gemeenten is verwoord in de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden. In art. 2 lid 1 sub b is het percentage vastgesteld op 8,5%. Op basis van de door de raad vastgestelde programmabegroting 2011 is daarmee de hoogte van de kasgeldlimiet voor de gemeente Culemborg uit te rekenen: kasgeldlimiet: x 8,5% = Renterisiconorm In de Wet financiering decentrale overheden in art. 1 sub h opgenomen: de renterisiconorm: een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van het begrotingstotaal van het openbare lichaam bij aanvang van het jaar Het concrete percentage voor gemeenten is verwoord in de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden. In art. 2 lid 2 sub b is het percentage vastgesteld op 20%. Onder ʺvaste schuldʺ wordt verstaan het saldo van leningen en uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Het effect van eventueel aanwezige derivaten op de rentetypische looptijd dient hierbij te worden meegenomen. Het renterisico op vaste schuld is het gedeelte van de vaste schuld dat in het betreffende jaar een nieuwe rente zal kennen. Het renterisico bestaat derhalve uit twee componenten: de renteherziening en de verplichte aflossingen. Het renterisico mag niet meer dan een bepaald percentage van het begrotingstotaal van het betreffende jaar, de norm zoals vastgelegd in de wet Fido, bedragen. Op basis van de programmabegroting 2011 is daarmee de hoogte van de renterisiconorm voor de gemeente Culemborg uit te rekenen: renterisiconorm: x 20% =