CBO-richtlijn Antiretrovirale behandeling in Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CBO-richtlijn Antiretrovirale behandeling in Nederland"

Transcriptie

1 8 Bergström S, Bugalho A. Perinatal audit of one hundred consecutive vacuum extractions in Maputo. Gynecol Obstet Invest 1992;34: Govaert P, Calliauw L, Vanhaesebrouck P, Martens F, Barrilari A. On the management of neonatal tentorial damage. Eight case reports and a review of the literature. Acta Neurochir (Wien) 1990; 106: Govaert P, Velde E van de, Vanhaesebrouck P, De Praeter C, Leroy J. CT diagnosis of neonatal subarachnoid hemorrhage. Pediatr Radiol 1990;20: Govaert P, Vanhaesebrouck P, De Praeter C, Moens K, Leroy J. Vacuum extraction, bone injury and neonatal subgaleal bleeding. Eur J Pediatr 1992;151: Cunningham FG, MacDonald PC, Gant NF, Leveno KJ, Gilstrap LC, Hankins GDV, et al. Williams Obstetrics. 20th ed. Stamford: Appleton & Lange; p Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Schouderdystocie. Richtlijn 15. Utrecht: NVOG; Sack RA. The large infant. A study of maternal, obstetric, fetal, and newborn characteristics; including a long-term pediatric follow-up. Am J Obstet Gynecol 1969;104: Benedetti TJ, Gabbe SG. Shoulder dystocia. A complication of fetal macrosomia and prolonged second stage of labor with midpelvic delivery. Obstet Gynecol 1978;52: McFarland LV, Raskin M, Daling JR, Benedetti TJ. Erb/Duchenne s palsy: a consequence of fetal macrosomia and method of delivery. Obstet Gynecol 1986;68: Treffers PE, Muizelaar JP, Fleury P. Obstetrische plexus brachialislaesies. Een onderzoek naar perinatale morbiditeit. Ned Tijdschr Geneeskd 1976;120: Aanvaard op 5 maart 2001 Voor de praktijk CBO-richtlijn Antiretrovirale behandeling in Nederland j.c.c.borleffs, s.a.danner, j.m.a.lange en j.j.e.van everdingen* De inzichten over de beste diagnostiek en therapie bij een infectie met het humane immuundeficiëntievirus (HIV) veranderen snel. Ten eerste komt dat doordat er in een hoog tempo nieuwe middelen beschikbaar komen waardoor het arsenaal van therapeutische opties toeneemt. Ten tweede neemt de ervaring met HIV en aids en de wijze waarop de behandeling moet plaatsvinden, snel toe. In Nederland hebben de specialisten die zich met de zorg voor HIV/aids bezighouden, zich verzameld in de Nederlandse Vereniging van Aids Behandelaren (NVAB). Sinds haar oprichting in 1997 heeft de NVAB het als één van haar belangrijkste taken gezien om een optimaal antiretroviraal beleid voor de Nederlandse situatie te formuleren en de kwaliteit daarvan te bewaken. In het rapport uit 1998 van de Gezondheidsraad Resistentievorming bij gebruik van HIV-remmende geneesmiddelen zijn de eerste richtlijnen van de NVAB opgenomen ( Richtlijnen HIV-remmende behandeling ). 1 Sindsdien zijn er zoveel nieuwe ontwikkelingen geweest dat een uitgebreide revisie nodig was. Deze gereviseerde versie *Mede namens de Commissie Richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Aids Behandelaren, waarvan de leden aan het eind van dit artikel worden genoemd. Universitair Medisch Centrum, afd. Interne Geneeskunde, onderafd. Infectieziekten en Aids, Postbus , 3508 GA Utrecht. Dr.J.C.C.Borleffs, internist. Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, afd. Interne Geneeskunde, Amsterdam. Prof.dr.S.A.Danner, internist. Academisch Medisch Centrum, afd. Interne Geneeskunde, Amsterdam. Prof.dr.J.M.A.Lange, internist. Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, Utrecht. Dr.J.J.E.van Everdingen, programmaleider richtlijnprogramma. Correspondentieadres: dr.j.c.c.borleffs (j.c.c.borleffs@azu.nl). Zie ook het artikel op bl samenvatting Op grond van nieuwe inzichten in de diagnostiek bij en behandeling van patiënten met een HIV-infectie is in samenwerking met het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO een nieuwe richtlijn ontwikkeld. De belangrijkste aanbevelingen zijn: Behandeling van volwassenen dient plaats te vinden bij een circulerende HIV-hoeveelheid > kopieën/ml of < /l CD4 + -cellen. Behandeling van kinderen dient plaats te vinden bij een virushoeveelheid > 5000 kopieën/ml ook al is het aantal CD4 + - cellen > /l. Optimale antiretrovirale therapie bestaat uit een combinatie van 2 nucleoside-reverse-transcriptaseremmers (NRTI s) plus 1 proteaseremmer of een combinatie van 2 NRTI s plus 1 nonnucleoside-reverse-transcriptaseremmer. Patiënten die met antiretrovirale middelen worden behandeld, moeten gemiddeld 1 keer per 3 maanden gecontroleerd worden. Wat betreft de laboratoriumdiagnostiek moet bij een eersteen een tweedelijnsbehandeling een ondetecteerbare HIV-hoeveelheid het doel zijn. Zwangere vrouwen met een detecteerbare HIV-hoeveelheid na het eerste trimester van de zwangerschap moeten behandeld worden met antiretrovirale middelen ter voorkoming van HIVoverdracht van moeder naar kind. Profylaxe van opportunistische infecties kan gestaakt worden bij een aantal CD4 + -cellen > /l. Indien er bij een risico-inschatting na een prikaccident of onveilig seksueel contact een reële kans is op een besmetting met HIV, moet de betrokkene op de mogelijkheid van postexpositieprofylaxe worden gewezen. Vaccinatie tegen pneumokokkeninfecties, influenza, hepatitis A en hepatitis B moet bij voorkeur plaatsvinden als het aantal CD4 + -cellen > /l is. Ned Tijdschr Geneeskd augustus;145(33) 1585

2 is onlangs als CBO-richtlijn Antiretrovirale behandeling in Nederland door de NVAB opgesteld en wordt uitgegeven in samenwerking met het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. 2 De richtlijn is opgesteld door een commissie van de NVAB, waarin alle voor deze aanbevelingen belangrijke beroepsgroepen vertegenwoordigd waren (internisten, kinderartsen, gynaecologen, virologen en farmacologen). De wetenschappelijke verenigingen waartoe de commissieleden behoren, ondersteunden de richtlijnontwikkeling en de samenstelling van de commissie. Op basis van wetenschappelijke literatuur en ervaringen van de commissie van deskundigen zijn aanbevelingen geformuleerd. De nieuwe richtlijn is mede gebaseerd op recente richtlijnen van de International Aids Society. 3 Op een aantal punten, zoals de criteria om met therapie te starten, heeft de commissie op grond van literatuurgegevens een advies gegeven dat afwijkt van de Amerikaanse richtlijn. Bij een in februari 2001 gepubliceerde herziening van de Amerikaanse richtlijn blijkt echter dat het voortschrijdend inzicht op dit gebied ook in de Verenigde Staten tot een bijstelling van de criteria heeft geleid. 4 Bij alle adviezen in de richtlijn wordt een uitgebreide toelichting gegeven met verwijzing naar wetenschappelijke literatuur. Om het gebruik van de richtlijn te vergroten is naast de integrale tekst een zakboekje uitgegeven met daarin opgenomen het praktische gedeelte van de richtlijn (schema s, tabellen en beslisbomen voor de behandeling van HIV-infectie). In dit artikel bespreken wij de nieuwe richtlijn. tabel 1. Laboratoriumcriteria voor het beginnen met krachtige antiretrovirale combinatietherapie bij HIV-geïnfecteerde patiënten aantal CD4 + -cellen/mm 3 aantal HIV-RNA- behandeling kopieën/ml beginnen? < 350 elke uitslag ja < overwegen ja > ja > 500 < nee overwegen > ja criteria om met antiretrovirale therapie te beginnen Als een patiënt aan de criteria voor de diagnose aids voldoet, 5 is er in het algemeen geen twijfel over de indicatie voor krachtige antiretrovirale combinatietherapie ( highly active antiretroviral therapy ; HAART). Het optreden van een opportunistische infectie of andere complicatie van de HIV-infectie is immers een duidelijk signaal van een ernstig gestoord afweersysteem ten gevolge van de HIV-infectie. De indicatiestelling op grond van laboratoriumcriteria is vaak ingewikkelder. Enerzijds ligt een zo snel mogelijke aanvang van de behandeling voor de hand omdat op dat moment de ernst van de HIV-infectie en de beschadiging van het immuunsysteem immers nog beperkt zijn. Anderzijds is de kennis over de effectiviteit en de bijwerkingen van HAART op lange termijn nog onvoldoende om een patiënt in een vroeg stadium van de infectie een levenslange behandeling met kracht te adviseren. Een complicerende factor daarbij is dat therapietrouw de hoeksteen van het succes van behandeling is. Patiënten moeten dus werkelijk gemotiveerd zijn om eraan te beginnen. De keuze van het tijdstip om met HAART te beginnen is dus een compromis tussen de verschillende afwegingen. In tabel 1 staan de criteria voor start van de behandeling bij volwassenen. In het algemeen geldt een hoge circulerende hoeveelheid HIV-virus (> RNA-kopieën per ml) of een CD4 + -celaantal < /l als criterium om met HAART te beginnen. Voor de indicatiestelling van behandeling bij kinderen speelt het aantal CD4 + -cellen geen rol en is uitsluitend de hoeveelheid circulerend HIV van belang. Bij een virushoeveelheid > 5000 RNAkopieën/ml is er een duidelijke behandelindicatie ook al is het aantal CD4 + -cellen > /l. Alleen bij een hoeveelheid < 5000 kopieën/ml is er reden om af te zien van antiretrovirale behandeling. optimale antiretrovirale therapie Al snel nadat de eerste antiretrovirale middelen, de zogenoemde nucluoside-reverse-transcriptaseremmers (NRTI s), eind jaren tachtig van de vorige eeuw beschikbaar kwamen, werd het concept van combinatiebehandeling toegepast. De introductie van middelen met een ander werkingsmechanisme zoals proteaseremmers en non-nucleoside-reverse-transcriptaseremmers (NNRTI s) in de tweede helft van de jaren negentig heeft dat concept echter pas werkelijk inhoud gegeven. Het begrip HAART dateert dan ook van die tijd en bestaat uit combinatie van 2 NRTI s en 1 proteaseremmer of een combinatie van 2 NRTI s en 1 NNRTI. In de richtlijn worden deze combinaties als gelijkwaardig aanbevolen als eerste therapie. De ervaring met de combinatie van 3 NRTI s als initiële therapie is nog betrekkelijk gering. Ofschoon een groot voordeel van een dergelijke combinatie is dat de andere klassen anti-hiv-middelen achter de hand kunnen blijven en dus bij een virologisch falen kunnen worden voorgeschreven, is het beleid dat een combinatie van 3 NRTI s vooralsnog voorbehouden is aan patiënten met een relatief lage virushoeveelheid (< kopieën/ml). Bij de behandeling van kinderen is nog onvoldoende ervaring met combinaties van 3 NRTI s. In tabel 2 worden de verschillende aanbevolen combinaties van HAART geïnventariseerd. In deze tabel worden alleen combinaties van 3 middelen gepresenteerd. Combinaties van 4 middelen kunnen worden voorgeschreven aan patiënten met een grote virushoeveelheid (> RNA-kopieën/ml), ofschoon in klinische onderzoeken de grotere effectiviteit ten opzichte van combinaties van 3 middelen niet is vastgesteld. De keuze welke NRTI s, NNRTI s of proteaseremmers worden voorgeschreven, hangt af van verschillende factoren, zoals het toedieningsgemak, de toxiciteit en eventuele interacties met andere geneesmiddelen die de pa Ned Tijdschr Geneeskd augustus;145(33)

3 tiënt gebruikt (bijvoorbeeld rifampicine) en eventuele zwangerschap. Het is te verwachten dat in de toekomst met het toenemen van de overdracht van therapieresistente HIV-stammen, het resistentiepatroon vóór aanvang van de therapie een belangrijke rol gaat spelen bij de keuze van antiretrovirale middelen. Ofschoon de angst bestond dat net als in veel grote Amerikaanse steden de overdracht van zidovudineresistente HIV-stammen steeds meer zou optreden, is deze tot op heden in Nederland nog slechts in beperkte mate waargenomen. 6 follow-up van een patiënt die behandeld wordt met haart Tabel 3 geeft een overzicht van de verschillende variabelen van het laboratoriumonderzoek dat volgens de nieuwe richtlijn verricht moet worden bij patiënten die met HAART worden behandeld. Bepaling van de circulerende virushoeveelheid en telling van het aantal CD4 + -cellen zijn de standaardbepalingen daarbij. In het algemeen worden deze tests elke 3 maanden verricht. Het streven is dat 6 maanden na het starten van de behandeling de virushoeveelheid ondetecteerbaar is (ondetecteerbaar is in dit verband een relatief begrip omdat de uitslag afhangt van de gevoeligheid van de test. De op dit moment gebruikte test heeft een detectiegrens van 50 HIV-RNA-kopieën/ml. Een ondetecteerbare virushoeveelheid wil dus zeggen dat het aantal kopieën < 50/ml is. Het is te verwachten dat met de verdere verbetering tabel 2. Mogelijkheden van combinatiebehandeling met 3 antiretrovirale middelen bij met HIV geïnfecteerde patiënten 2 NRTI s plus 1 proteaseremmer NRTI s zidovudine plus lamivudine zidovudine plus didanosine stavudine plus lamivudine stavudine plus didanosine 2 NRTI s plus 1 NNRTI NRTI s zidovudine plus lamivudine zidovudine plus didanosine stavudine plus lamivudine stavudine plus didanosine 3 NRTI s zidovudine plus lamivudine plus abacavir stavudine plus jamivudine plus didanosine proteaseremmers ritonavir nelfinavir saquinavir/ritonavir* indinavir/ritonavir* NNRTI s efavirenz nevirapine NRTI = nucleoside-reverse-transcriptaseremmer; NNRTI = non-nucleoside-reverse-transcriptaseremmer. *Toevoeging van een lage dosis ritonavir aan een proteaseremmer leidt tot een toename van de biologische beschikbaarheid van de betreffende proteaseremmer; combinaties van indinavir of saquinavir met een lage dosis ritonavir worden in dit verband als één proteaseremmer beschouwd. tabel 3. Laboratoriumonderzoek bij follow-up van HIVgeïnfecteerde patiënten die met krachtige antiretrovirale combinatietherapie worden behandeld variabele kliniek CD4 + -celaantal aantal circulerende HIV-1-RNA-kopieën plasmaspiegel van de geneesmiddelen HIV-resistentie frequentie van testen continu 4 /jaar 2 /jaar indien HIV-RNA < 50 kopieën/ml en CD4 + -cellen > /l voor aanvang van de therapie* en 1, 3 en 6 maanden na de start ervan, vervolgens 4 /jaar 1, 3 en 6 maanden na start therapie, vervolgens op indicatie bij falen van de initiële en de vervolgtherapie en indien er een goede plasmaspiegel is van de toegepaste geneesmiddelen bij falen van derde en volgende therapie op indicatie vóór therapie bij patiënten met een recente infectie (< 6 maanden) *Materiaal bewaren om in geval van later resistentieonderzoek een uitgangsmonster (tijdstip 0) te hebben. Genotypische-resistentiebepaling; fenotypische bepaling na consultatie van de Consultatiegroep voor Advies Antiretrovirale Middelen van de Nederlandse Vereniging van Aids Behandelaren. van de bepaling van de circulerende hoeveelheid virus de gevoeligheid van de test zal toenemen). Omdat de stijging van het aantal CD4 + -cellen als teken van het herstel van het afweersysteem, meestal trager verloopt dan de daling van de virushoeveelheid, is in de eerste fase van de behandeling het aantal CD4 + -cellen niet de bepalende factor bij de beoordeling van de effectiviteit daarvan. De bepaling van plasmaspiegels van de gebruikte antiretrovirale middelen wordt steeds meer beschouwd als onderdeel van de follow-up van patiënten. In de nieuwe richtlijn wordt geadviseerd in de eerste 6 maanden van de therapie altijd een plasmaspiegel te bepalen (of materiaal in te vriezen om later alsnog een spiegel te kunnen bepalen) op het moment dat er ook een bepaling van de virushoeveelheid wordt ingezet. In het geval de virushoeveelheid onvoldoende gedaald of weer gestegen is, kan op deze manier worden vastgesteld of een te lage plasmaspiegel wellicht een rol speelt bij de onvoldoende virologische respons op de therapie. In de nieuwe richtlijn heeft de resistentiebepaling een duidelijke plaats gekregen bij de follow-up van patiënten die behandeld worden met HAART. Het gaat hierbij in eerste instantie om een bepaling van de genotypische resistentie. Hierbij wordt op grond van gevonden mutaties gepostuleerd (de verschillende antiretrovirale middelen hebben hun eigen karakteristieke mutatiepatronen) voor welke middelen het virus niet meer gevoelig is. Een bepaling van de fenotypische resistentie Ned Tijdschr Geneeskd augustus;145(33) 1587

4 waarbij de werkelijke in-vitrogevoeligheid van het virus voor verschillende anti-hiv-middelen wordt bepaald, vindt op dit moment nog slechts in onderzoeksverband plaats. Resultaten van recente onderzoeken wijzen erop dat het aanpassen van de antiretrovirale therapie op basis van de uitslag van genotypische-resistentiebepaling in belangrijke mate bijdraagt aan het succes van de behandeling. 7 wijziging van de therapie De antiretrovirale therapie wordt aangepast bij onvoldoende effectiviteit of bij toxiciteit van de gebruikte middelen. Vanwege de nog relatief korte ervaring met HAART zijn er geen harde literatuurgegevens over de effectiviteit van HAART op langere termijn. De aanbevelingen voor het beleid bij onvoldoende effectiviteit zijn derhalve gebaseerd op de gegevens van onderzoeken met een relatief korte follow-up (maximaal 3-4 jaar). Behandeldoel. In de nieuwe richtlijn zijn de criteria voor een effectieve behandeling aangescherpt. Niet alleen dient de virushoeveelheid 6 maanden na het starten van HAART ondetecteerbaar te zijn (< 50 kopieën per ml), maar ook moet al een maand na aanvang duidelijk zijn dat de behandeling aanslaat door een reductie van de virushoeveelheid met een factor 20. Drie maanden na de start moet de virushoeveelheid < 400 RNA-kopieën per ml zijn. Deze aangescherpte criteria zijn van toepassing bij een eerste- en een tweedelijnstherapie. Het uitgangspunt daarbij is dat antiretrovirale therapie optimaal dient te zijn en moet worden bijgesteld bij virologisch falen. Bij derde en volgende therapieën is een dergelijk streefniveau niet realistisch. In die omstandigheden is het handhaven van een acceptabel aantal CD4 + - cellen ongeacht de virushoeveelheid de belangrijkste doelstelling van de therapie. Toxiciteit. Een tweede reden om de therapie te wijzigen is de toxiciteit van HAART. Ofschoon de kortetermijntoxiciteit van veel middelen altijd redelijk hanteerbaar is geweest omdat die vaak (ten dele) voorbijgaand is, vormen met name de langetermijnbijwerkingen van de antiretrovirale middelen een toenemend probleem. Voorbeelden daarvan zijn het lipodystrofiesyndroom (met name door proteaseremmers veroorzaakt), hematotoxiciteit (veroorzaakt door zidovudine), neuropathie (veroorzaakt door didanosine, zalcitabine en stavudine) of andere door NRTI s veroorzaakte mitochondriale disfunctie. Het bedreigendste klinische beeld van laatstgenoemde is de lactaatacidose. Tenslotte zijn interacties met andere geneesmiddelen waardoor toxiciteit van HAART optreedt, een veelvoorkomende reden om de keuze van de HAART-componenten aan te passen. Met de huidige kennis van zaken lijkt vervangen van één van de HAART-componenten bij patiënten met een adequate virale remming te kunnen plaatsvinden zonder gevaar van resistentie. Indien individuele middelen vervangen worden bij onvoldoende virussuppressie is de kans echter groot dat resistentie ontstaat. In zo n geval is het beter het beleid te wijzigen aan de hand van gegevens van resistentieonderzoek. behandeling tijdens de zwangerschap Een van de belangrijke onderwerpen van discussie is het beleid bij zwangerschap die ontstaan is tijdens gebruik van antiretrovirale middelen. Bij een goede virale suppressie (HIV-RNA < 50 kopieën/ml) lijkt tijdelijk onderbreken van de behandeling ten tijde van de organogenese (dat wil zeggen gedurende de eerste 4 weken na de conceptie of de eerste 6 weken van de zwangerschap) geen schadelijke effecten voor de patiënte te hebben, hoewel de virushoeveelheid weer toeneemt (zogenaamde viral rebound ). Bij hervatting van de behandeling na enige tijd blijkt de effectiviteit ervan nog steeds goed te zijn. 8 Aan de andere kant is niet duidelijk wat het effect van de viral rebound is op het kind. De pragmatische benadering is derhalve dat de therapie ook in de eerste fase van de zwangerschap kan worden voortgezet, tenzij misselijkheidsklachten in die eerste periode tot onvoldoende therapietrouw leiden, met daardoor een vergrote kans op resistentieontwikkeling. Na het eerste trimester is er een indicatie voor HIV-behandeling ter voorkoming van overdracht van HIV van moeder naar kind, ook al zijn de laboratoriumuitslagen bij de zwangere relatief gunstig en voldoen deze nog niet aan de criteria voor behandeling. De pasgeborene wordt direct na de partus gedurende 4 weken behandeld, waarbij de keuze van antiretrovirale middelen plaatsvindt op geleide van de medicijnen die de moeder in de zwangerschap heeft gebruikt. profylaxe van opportunistische infecties Men is het erover eens dat zowel primaire als secundaire profylaxe van opportunistische infecties kan worden gestaakt bij voldoende herstel van het afweersysteem. Ofschoon voor sommige micro-organismen het staken van profylaxe waarschijnlijk bij een geringere mate van herstel reeds kan plaatsvinden, is er in de richtlijn gekozen voor een uniform advies voor alle opportunistische micro-organismen. Dat betekent dat profylaxe gestopt kan worden bij herstel van het aantal CD4 + -cellen tot > /l. Het herstel moet minstens 3-6 maanden aanwezig zijn en het aantal CD4 + -cellen moet regelmatig gecontroleerd worden. postexpositieprofylaxe De kans op HIV-transmissie na een blootstelling aan HIV bij een percutaan prikaccident is gelukkig klein (ongeveer 0,3%). Toch is het gezien de ernstige gevolgen van de besmetting algemeen geaccepteerd beleid geworden om postexpositieprofylaxe (PEP) voor te schrijven na een accident met een reële kans op een besmetting. De bewijsvoering dat dat zinvol is, bestaat echter uit louter retrospectief onderzoek. 9 Bij toediening van PEP gaat de voorkeur uit naar een combinatie van 2 NRTI s plus 1 proteaseremmer. Het valt te overwegen om ook zo spoedig mogelijk een eenmalige gift van nevirapine 200 mg te nemen, omdat hiervan een gunstig effect is beschreven ter voorkoming van HIV-overdracht van moeder naar kind tijdens de bevalling. 10 PEP dient zo spoedig mogelijk na het accident te worden gestart, maar in elk geval < 72 h na het accident Ned Tijdschr Geneeskd augustus;145(33)

5 Bij de discussie over PEP na blootstelling aan HIV via seksueel verkeer is de wetenschappelijke basis voor de aanbeveling nog magerder dan bij PEP na een parenteraal accident. Harde literatuurgegevens ontbreken op dit punt volledig. Toch leert de praktijk dat er ook incidenteel om PEP wordt gevraagd na mogelijke blootstelling aan HIV via seksueel verkeer. Daar het tenslotte gaat om een potentieel dodelijke ziekte, is het advies in de richtlijn om in omstandigheden waarbij een risico op besmetting reëel is, toch PEP voor te schrijven volgens hetzelfde schema als bij PEP na een prikaccident. vaccinaties Het verdient aanbeveling om alle HIV-seropositieve personen te vaccineren tegen pneumokokkeninfecties en influenza. Vaccinatie tegen hepatitis A en B is voorbehouden aan risicogroepen (personen met frequent wisselende seksuele contacten, personen werkzaam in de gezondheidszorg en patiënten die ook geïnfecteerd zijn met hepatitis C). De mate waarmee een vaccin antistoffen kan induceren, is echter afhankelijk van de ernst van immuniteitstoornis (dat wil zeggen van de reductie van het aantal CD4 + -cellen) en de kenmerken van het antigeen in het vaccin. De algemene stelregel is dan ook dat vaccinatie bij voorkeur moet plaatsvinden als het aantal CD4 + -cellen > /l is. Indien het niet de verwachting is dat die streefwaarde bereikt wordt, is de aanbeveling toch te vaccineren (voor pneumokokken, hepatitis A en hepatitis B) hoewel de antistofvorming niet optimaal zal zijn. Influenzavaccinatie bij < CD4 + -cellen per l is niet zinvol. conclusie De laatste jaren zijn de mogelijkheden van anti-hivbehandeling enorm toegenomen. Maar de behandeling is er tegelijkertijd ook ingewikkelder door geworden. Interacties met andere geneesmiddelen, langetermijntoxiciteit en de noodzaak tot voortdurende monitoring van het effect van de behandeling om tijdig te kunnen ingrijpen bij onvoldoende virusremming, maken dat het voorschrijven van HAART gecompliceerd is. De samenstelling van de Commissie Richtlijnen van de NVAB was als volgt: dr.j.c.c.borleffs, voorzitter (UMC Utrecht), dr.k.boer (AMC, Amsterdam), dr.c.a.b.boucher (UMC Utrecht), dr.k.brinkman (Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam), dr.d.burger (UMC St Radboud, Nijmegen), prof.dr. S.A.Danner (Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, Amsterdam), mw.dr.m.e.van der Ende (AZ Rotterdam), prof.dr. R.de Groot (AZ Rotterdam), dr.r.h.kauffmann (Leyenburg Ziekenhuis, Den Haag), dr.p.koopmans (UMC St Radboud, Nijmegen), dr.f.kroon (LUMC, Leiden), prof.dr.j.m.a.lange (AMC Amsterdam), dr.p.reiss (AMC, Amsterdam), mw.dr. M.M.E.Schneider (UMC Utrecht), dr.g.schrey (AZ Maastricht), dr.f.de Wolf (AMC, Amsterdam). De volledige tekst van de CBO-richtlijn is verkrijgbaar bij Van Zuiden Communications, Postbus 2122, 2400 CC Alphen aan den Rijn. De Nederlandse Vereniging van Aids Behandelaren is te bereiken via abstract CBO guidelines: Antiretroviral treatment in the Netherlands. In collaboration with the Dutch Institute for Health Care Improvement (CBO) and on the basis of recent developments, new guidelines have been developed for the diagnosis and treatment of HIV-infected patients. The most important recommendations are: Treatment of adult patients is indicated if HIV load > 30,000 RNA copies/ml, or when CD4 + cell count is < cells/l. Treatment of children is indicated if HIV load > 5,000 copies/ml, even when CD4 + cell count is > cells/l. Optimal antiretroviral treatment consists of a combination of two nucleoside reverse transcriptase inhibitors (NRTIs) and one protease inhibitor, or a combination of two NRTIs and one non-nucleoside reverse transcriptase inhibitor. Patients on antiretroviral treatment should be monitored every 3 months. Undetectable HIV load should be the target of first- or second-line antiretroviral treatment. In order to prevent HIV transmission from mother to child, prescription of antiretroviral drugs after the first three months of pregnancy is indicated in pregnant women with a detectable HIV load. Prophylaxis of opportunistic infections can be discontinued if CD4 + cell count recovers above /l. In case of exposure to HIV due to a needle or other occupational accident or unsafe sexual contact, post-exposure prophylaxis should be offered after careful risk evaluation. Preferably, vaccination to prevent pneumococci infections, influenza, hepatitis A or hepatitis B should be given when CD4 + cell count is > /l. literatuur 1 Gezondheidsraad. Commissie Kanalisering van aidsbehandeling. Resistentievorming bij het gebruik van HIV-remmende geneesmiddelen [publicatienr 1998/07]. Den Haag: Gezondheidsraad; Nederlandse Vereniging van Aids Behandelaren en het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg. Consensus antiretrovirale behandeling in Nederland. Alphen aan den Rijn: Van Zuiden Communications; Carpenter CCJ, Cooper DA, Fischl MA, et al. Antiretroviral therapy in adults: updated recommendations of the International AIDS Society-USA Panel. JAMA 2000;283: McCarthy M. New USHIV treatment guidelines urge a more conservative approach. Lancet 2001;357: revised classification system for HIV infection and expanded surveillance case definition for AIDS among adolescents and adults. MMWR Morb Mortal Wkly Rep 1992;41(RR-17): Jong JJ de, Jurriaans S, Coutinho RA, Wolf F de, Goudsmit J. Zidovudine-resistente HIV-stammen bij onbehandelde intraveneuze-drugsgebruikers en homoseksuele mannen in Amsterdam, geïnfecteerd in Ned Tijdschr Geneeskd 1997;141: Durant J, Clevenbergh P, Halfon P, Delgiudice P, Porsin P, Simonet P, et al. Drug-resistance genotyping in HIV-1 therapy: the VIRADAPT randomised controlled trial. Lancet 1999;353: Neumann AU, Tubiana R, Calvez V, et al. HIV-1 rebound during interruption of highly active antiretroviral therapy has no deleterious effect on reinitiated treatment. AIDS 1999;13: Case-control study of HIV seroconversion in health-care workers after percutaneous exposure to HIV-infected blood France, United Kingdom, and United States, January 1988-August MMWR Morb Mortal Wkly Rep 1995;44: Guay LA, Musoke P, Flemming T, et al. Intrapartum and neonatal single-dose nevirapine compared with zidovudine for prevention of mother-to-child transmission of HIV-1 in Kampala, Uganda: HIV- NET 012 randomised trial. Lancet 1999;354: Aanvaard op 28 mei 2001 Ned Tijdschr Geneeskd augustus;145(33) 1589

Uw brief van Uw kenmerk Datum 5 december 2005 Farmatec/P februari 2006

Uw brief van Uw kenmerk Datum 5 december 2005 Farmatec/P februari 2006 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE Uw brief van Uw kenmerk Datum 5 december 2005 Farmatec/P 2642282 6 februari 2006 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer

Nadere informatie

Monitoringrapport 2012

Monitoringrapport 2012 Monitoringrapport 2012 Humaan 12 immuundeficiëntievirus 217 (HIV) infectie in 6Nederland Nederlandse samenvatting Monitoring van HIV in Nederland Elk jaar rond 1 december, Wereld AIDS dag, publiceert de

Nadere informatie

hoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 203 Samenvatting in het Nederlands

hoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 203 Samenvatting in het Nederlands hoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 203 Samenvatting in het Nederlands hoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 204 204 SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS Inleiding Het humaan immuundeficiëntie virus (HIV) is de

Nadere informatie

Monitoringrapport 2011

Monitoringrapport 2011 4021 Monitoringrapport 2011 Human Immunodeficiency Virus (HIV) Infectie in Nederland Nederlandse samenvatting Monitoring van HIV in Nederland Elk jaar rondom 1 december, Wereld AIDS dag, publiceert de

Nadere informatie

HIV een kleine update. Marjolijn Pronk 16 januari 2018

HIV een kleine update. Marjolijn Pronk 16 januari 2018 HIV een kleine update Marjolijn Pronk 16 januari 2018 Hiv een kleine update HIV in Nederland Testen in de huisarts praktijk HIV en cart (combination antiretroviral therapy) De (nieuwe) HIV patient, wat

Nadere informatie

Wij adviseren u dan ook om de indicatie HIV-1 patiënten die niet eerder behandeld zijn aan de vergoedingsstatus van darunavir toe te voegen.

Wij adviseren u dan ook om de indicatie HIV-1 patiënten die niet eerder behandeld zijn aan de vergoedingsstatus van darunavir toe te voegen. Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Postbus 20350 2500 EJ s-gravenhage Uw brief van Uw kenmerk Datum 12 maart 2009 Farmatec/FZ-2919252 12 mei 2009 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer

Nadere informatie

Chemoprofylaxe voor HIV. Charles Boucher

Chemoprofylaxe voor HIV. Charles Boucher Chemoprofylaxe voor HIV Charles Boucher Elk jaar 2.5 millioen nieuwe infecties De epidemie is niet onder controle!!! Voor elke twee patienten die met therapie starten raken vijf nieuwe patienten besmet

Nadere informatie

Behandeling. bij HIV-infectie. Wat staat u te wachten? Welke medicijnen krijgt u? Hoe houdt u zo lang mogelijk een goede conditie?

Behandeling. bij HIV-infectie. Wat staat u te wachten? Welke medicijnen krijgt u? Hoe houdt u zo lang mogelijk een goede conditie? Behandeling bij HIV-infectie Wat staat u te wachten? Welke medicijnen krijgt u? Hoe houdt u zo lang mogelijk een goede conditie? Colofon De inhoud van deze brochure is met de grootst mogelijke zorg samengesteld.

Nadere informatie

Herziene richtlijn Antiretrovirale behandeling

Herziene richtlijn Antiretrovirale behandeling voor de praktijk Herziene richtlijn Antiretrovirale behandeling Werkgroep antiretrovirale behandeling van de Nederlandse Vereniging van Aids Behandelaren* In de herziene richtlijn Antiretrovirale behandeling

Nadere informatie

Resistentie tegen medicijnen. bij HIV-therapie

Resistentie tegen medicijnen. bij HIV-therapie Resistentie tegen medicijnen bij HIV-therapie Colofon De inhoud van deze brochure is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Aan eventuele fouten kunnen geen rechten worden ontleend. Bij gebruik van

Nadere informatie

Dataverzameling en datakwaliteit. Karakteristieken van de geregistreerde populatie

Dataverzameling en datakwaliteit. Karakteristieken van de geregistreerde populatie Dataverzameling en datakwaliteit De controle op de verzameling en de kwaliteit van de gegevens is cruciaal voor de waarde van observationele gegevens die door de Stichting HIV Monitoring (SHM) verzameld

Nadere informatie

Fictieve casus. Risico inschatting SOA en welke therapie is aangewezen. Risico op een SOA afhankelijk van. Welke SOA/infecties

Fictieve casus. Risico inschatting SOA en welke therapie is aangewezen. Risico op een SOA afhankelijk van. Welke SOA/infecties Risico inschatting SOA en welke therapie is aangewezen Quirijn de Mast Internist infectioloog Fictieve casus Vrouw 26 jaar Na het uitgaan verkracht (vaginaal) door onbekende Nederlandse man Geen condoom

Nadere informatie

PEP en PrEP. Heidi Ammerlaan, internist-infectioloog

PEP en PrEP. Heidi Ammerlaan, internist-infectioloog PEP en PrEP Heidi Ammerlaan, internist-infectioloog HIV Undetectable consensus Statement U = U People living with HIV on ART with an undetectable viral load in their blood have a negligible risk of sexual

Nadere informatie

Testen op HIV, ja of nee? Informatie voor zwangere vrouwen

Testen op HIV, ja of nee? Informatie voor zwangere vrouwen Testen op HIV, ja of nee? Informatie voor zwangere vrouwen Wat is HIV, wat is aids en wat zijn de gevolgen tijdens de zwangerschap HIV is het virus dat de ziekte aids veroorzaakt. HIV kan op meerdere manieren

Nadere informatie

Neonatale uitkomsten van preventie van verticale hiv-besmetting

Neonatale uitkomsten van preventie van verticale hiv-besmetting Neonatale uitkomsten van preventie van verticale hiv-besmetting 15 jaar ervaring in een niet-universitair hiv-centrum Christa A. Veen, Marjo E.E. van Kasteren, Cora A. Fiedeldeij, Marien H.J. Kuipers,

Nadere informatie

Informatieblad TDM-protocol nucleoside reverse transcriptase inhibitoren (NRTIs)

Informatieblad TDM-protocol nucleoside reverse transcriptase inhibitoren (NRTIs) 1. Beschreven relaties tussen spiegel en antiviraal effect Alle nucleoside reverse zijn prodrugs. Deze middelen dienen intracellulair te worden gefosforyleerd tot achtereenvolgens een mono-, di- en trifosfaat.

Nadere informatie

Dr. Steven Callens Dienst Algemeen Inwendige Geneeskunde, Infectieziekten en Psychosomatiek Universitair Ziekenhuis Gent

Dr. Steven Callens Dienst Algemeen Inwendige Geneeskunde, Infectieziekten en Psychosomatiek Universitair Ziekenhuis Gent HIV Dr. Steven Callens Dienst Algemeen Inwendige Geneeskunde, Infectieziekten en Psychosomatiek Universitair Ziekenhuis Gent 1 HIV Hepatitis C (&B) - TB HIV TB HCV HBV 2 HIV 3 4 5 Evolutie van HIV epidemie

Nadere informatie

De overdracht kan ook plaats vinden via sexueel contact (puberteit/sexueel misbruik) of via besmette naalden en spuiten bij druggebruik.

De overdracht kan ook plaats vinden via sexueel contact (puberteit/sexueel misbruik) of via besmette naalden en spuiten bij druggebruik. Medische aspecten bij Kinderaids 1. Inleiding : Bij kinderen gebeurt de overdracht van het virus (hiv) hoofdzakelijk via de moeder tijdens de zwangerschap, tijdens de bevalling of daarna door borstvoeding.

Nadere informatie

COMBINATIETHERAPIE TEGEN HIV

COMBINATIETHERAPIE TEGEN HIV COMBINATIETHERAPIE TEGEN HIV Patiënteninformatie Debbie van der Meijden Iman Padmos Tweede druk November 2007 Colofon Verantwoording Deze brochure is samengesteld door Debbie van der Meijden en Iman Padmos,

Nadere informatie

Zwangerschap en HBV. Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht

Zwangerschap en HBV. Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht Zwangerschap en HBV Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht 1 Virale aandoeningen die verticaal overdraagbaar zijn HIV Hepatitis B

Nadere informatie

HEPATITIS B. J.W. den Ouden-Muller internist Rotterdam

HEPATITIS B. J.W. den Ouden-Muller internist Rotterdam HEPATITIS B J.W. den Ouden-Muller internist Rotterdam Wat is Hepatitis B? Hepatitis B is een ontsteking van de lever veroorzaakt door het hepatitis B virus (HBV) en is een van de meest voorkomende infectieziekten

Nadere informatie

Postexpositieprofylaxe na blootstelling aan HIV: aanpassing aan de situatie kan geïndiceerd zijn

Postexpositieprofylaxe na blootstelling aan HIV: aanpassing aan de situatie kan geïndiceerd zijn klinische lessen Postexpositieprofylaxe na blootstelling aan HIV: aanpassing aan de situatie kan geïndiceerd zijn.m.j.wensing, M.M.E.Schneider,..M.Schurink, S.E.Geerlings en..b.boucher ames en Heren, Indien

Nadere informatie

Testen op HIV, ja of nee?

Testen op HIV, ja of nee? Afdeling Verloskunde, locatie AZU Testen op HIV, ja of nee? Informatie voor zwangere vrouwen Wat is HIV, wat is aids en wat zijn de gevolgen tijdens de zwangerschap. HIV is het virus dat de ziekte aids

Nadere informatie

en leeftijdsgerelateerde en andere niet HIV-gerelateerde ziekten zullen de behandeling van HIV compliceren. Bovendien kunnen

en leeftijdsgerelateerde en andere niet HIV-gerelateerde ziekten zullen de behandeling van HIV compliceren. Bovendien kunnen 6 Inleiding De HIV epidemie onder met name homoseksuele mannen is niet onder controle (Bezemer 2007, ingediend voor publicatie). Weliswaar heeft de in 1996 geïntroduceerde, grootschalige antiretrovirale

Nadere informatie

Uw brief van Uw kenmerk Datum 7 maart 2007 Farmatec/P april 2007

Uw brief van Uw kenmerk Datum 7 maart 2007 Farmatec/P april 2007 Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE Uw brief van Uw kenmerk Datum 7 maart 2007 Farmatec/P 2755046 10 april 2007 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer

Nadere informatie

HIV Drug Resistance among Adults and Children

HIV Drug Resistance among Adults and Children HIV Drug Resistance among Adults and Children in sub-saharan Africa One of the biggest medical accomplishments of the beginning of this century has been the expanded access to life-saving antiretroviral

Nadere informatie

Begeleiding van HIV-patiënten

Begeleiding van HIV-patiënten Symposium Up-to-Date in Infectieziekten Zaterdag 11 februari 2012 Begeleiding van HIV-patiënten Anneleen Lijnen Nurse physician assistant Dienst Infectieziekten 1) Voorstelling Verpleegkundige Ondersteuning

Nadere informatie

Séverine Caluwaerts, ITG 31 mei 2016

Séverine Caluwaerts, ITG 31 mei 2016 Séverine Caluwaerts, ITG 31 mei 2016 1 2 A. 10 0% 0% 0% 0% 10 3 A. Ja, altijd B. ja, als ze ondetecteerbaar is C. neen 0% 0% 0% Ja, altijd ja, als ze ondetecteerbaar

Nadere informatie

Protocol Obesitas. 1.0 Definitie obesitas

Protocol Obesitas. 1.0 Definitie obesitas Protocol Obesitas 1.0 Definitie obesitas Obesitas is een abnormale gezondheidstoestand waarbij er een overschot aan vetweefsel is. De meest gebruikte definitie is gebaseerd op de Quetelet-index of Body

Nadere informatie

HUIDIGE BEHANDELING VAN CHRONISCHE HEPATITIS-B-VIRUSINFECTIE VOLGENS DE RICHTLIJNEN

HUIDIGE BEHANDELING VAN CHRONISCHE HEPATITIS-B-VIRUSINFECTIE VOLGENS DE RICHTLIJNEN HUIDIGE BEHANDELING VAN CHRONISCHE HEPATITIS-B-VIRUSINFECTIE VOLGENS DE RICHTLIJNEN Nederlandse richtlijn? (2008 en 2012) AASLD richtlijn? (2009) EASL richtlijn? (2012) Met dank aan Erik Buster en de overige

Nadere informatie

Testen op hiv tijdens de zwangerschap

Testen op hiv tijdens de zwangerschap Testen op hiv tijdens de zwangerschap Ziekenhuis Gelderse Vallei In deze brochure wordt informatie gegeven over HIV, de ziekte AIDS en mogelijke behandelingen. Er wordt besproken wat een HIV-test is en

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/49830

Nadere informatie

Prikaccidenten: epidemiologie, opvang en mogelijkheden voor reductie

Prikaccidenten: epidemiologie, opvang en mogelijkheden voor reductie Prikaccidenten: epidemiologie, opvang en mogelijkheden voor reductie Paul van Wijk, september 2014 VU medisch centrum, Amsterdam Jeroen Bosch Ziekenhuis, s-hertogenbosch Inhoud Prikaccidenten risico s

Nadere informatie

Veelgestelde vragen Hiv behandelcentrum

Veelgestelde vragen Hiv behandelcentrum - Waar kan ik me laten testen op een seksueel overdraagbare aandoening (soa)? U kunt zich via uw eigen huisarts laten onderzoeken op soa. Ook kunt u contact opnemen met de soapoli van de GGD. http://www.ggdbzo.nl/informatie/seksualiteit/paginas/soa

Nadere informatie

Ziekenhuizen. Cytomegalovirusinfecties bij zwangeren

Ziekenhuizen. Cytomegalovirusinfecties bij zwangeren Ziekenhuizen Cytomegalovirusinfecties bij zwangeren Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: februari 2007 Revisie: februari 2012 Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits de

Nadere informatie

De sterke werkzaamheid van een combinatie van

De sterke werkzaamheid van een combinatie van FARMACO- HIV bij kinderen De eerste klap is een daalder waard De meeste HIV-infecties bij kinderen worden veroorzaakt door perinatale transmissie van moeder naar kind. De combinatietherapie heeft ook de

Nadere informatie

Casus 1 Een 33-jarige man, homosexueel, bezoekt u omdat hij een HIVantistoffen test wenst. Zes jaar geleden (1999) heeft hij frequente sexuele

Casus 1 Een 33-jarige man, homosexueel, bezoekt u omdat hij een HIVantistoffen test wenst. Zes jaar geleden (1999) heeft hij frequente sexuele Een 33-jarige man, homosexueel, bezoekt u omdat hij een HIVantistoffen test wenst. Zes jaar geleden (1999) heeft hij frequente sexuele contacten in San Francisco, US, gehad. De test blijkt positief. Hij

Nadere informatie

wat kunnen we leren van andere specialismen?? Kees Brinkman Amsterdam

wat kunnen we leren van andere specialismen?? Kees Brinkman Amsterdam nationale hepatitisdag 16 September 2014 behandeling en monitoring wat kunnen we leren van andere specialismen?? Kees Brinkman Amsterdam monitoring in Nederland waarom??? maatschappelijke relevantie: prevalentie

Nadere informatie

Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers

Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers Achtergrond Het RIVM en Vernet Verzuimnetwerk B.V. hebben een onderzoek uitgevoerd onder ziekenhuismedewerkers naar de relatie tussen de influenza vaccinatiegraad

Nadere informatie

Monitoringrapport. Humaan immuundeficiëntievirus (HIV) infectie in Nederland. Nederlandse samenvatting

Monitoringrapport. Humaan immuundeficiëntievirus (HIV) infectie in Nederland. Nederlandse samenvatting 2 1 Monitoringrapport 4 02014 Humaan immuundeficiëntievirus (HIV) infectie in Nederland Nederlandse samenvatting HIV in Nederland: een overzicht In Nederland geregistreerde HIV-patiënten per medio 2014:

Nadere informatie

Hepatitis A. Transmissiedag Infectieziekten 14 september 2010

Hepatitis A. Transmissiedag Infectieziekten 14 september 2010 Hepatitis A Transmissiedag Infectieziekten 14 september 2010 Pierre Van Damme, MD, PhD Centrum voor de Evaluatie van Vaccinaties Vaccin & Infectieziekten Instituut Referentiecentrum WGO, Universiteit Antwerpen

Nadere informatie

Belangrijke veiligheidsinformatie voor voorschrijvers. over Emtricitabine/Tenofovirdisoproxil Krka voor een

Belangrijke veiligheidsinformatie voor voorschrijvers. over Emtricitabine/Tenofovirdisoproxil Krka voor een De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel Emtricitabine/Tenofovirdisoproxil Krka 200 mg/245 mg filmomhulde tabletten. Het

Nadere informatie

Oseltamivir. Herjan Bavelaar AIOS MMB

Oseltamivir. Herjan Bavelaar AIOS MMB Oseltamivir Herjan Bavelaar AIOS MMB Inhoudsopgave à Introduc5e à Globaal overzicht evidence algemene popula5e à IC- specifieke literatuur à Conclusie/ discussie Introduc5e Influenza Familie: Orthomyxoviridae

Nadere informatie

Wat te doen na een Prik of Snij-ongeval

Wat te doen na een Prik of Snij-ongeval Wat te doen na een Prik of Snij-ongeval Wat te doen na een Prik of Snij-ongeval in de St. Anna Zorggroep Voorlichtingsbrochure betreffende bloedoverdraagbare aandoeningen op en door het werk. Algemeen

Nadere informatie

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Belangrijke veiligheidsinformatie voor voorschrijvers voor emtricitabine/tenofovirdisoproxil 200 mg/245 mg filmomhulde tabletten als profylaxe vóór blootstelling (PrEP)

Nadere informatie

HIV infectie anno 2004: epidemiologie en behandeling. Prof. Dr. E. Van Wijngaerden Infectieziekten -Aidsreferentiecentrum UZ-KULeuven

HIV infectie anno 2004: epidemiologie en behandeling. Prof. Dr. E. Van Wijngaerden Infectieziekten -Aidsreferentiecentrum UZ-KULeuven HIV infectie anno 2004: epidemiologie en behandeling Prof. Dr. E. Van Wijngaerden Infectieziekten -Aidsreferentiecentrum UZ-KULeuven 1 december 2004 Adults and children estimated to be living with HIV

Nadere informatie

Informatieblad TDM protocol saquinavir

Informatieblad TDM protocol saquinavir 1. Beschreven relaties tussen spiegel en antiviraal effect Unboosted saquinavir (dwz: zonder ritonavir): er zijn een aantal onderzoeken beschreven die een positieve relatie hebben gevonden tussen de saquinavir

Nadere informatie

Is hepatitis C eliminatie in Nederland wel mogelijk? Andy IM Hoepelman Hoogleraar Interne Geneeskunde & Infectieziekten UMC Utrecht

Is hepatitis C eliminatie in Nederland wel mogelijk? Andy IM Hoepelman Hoogleraar Interne Geneeskunde & Infectieziekten UMC Utrecht Is hepatitis C eliminatie in Nederland wel mogelijk? Andy IM Hoepelman Hoogleraar Interne Geneeskunde & Infectieziekten UMC Utrecht Disclosures Gilead, Pfizer, ViiV Eliminatie van infectie: Incidentie

Nadere informatie

COMBINATIETHERAPIE TEGEN HIV

COMBINATIETHERAPIE TEGEN HIV COMBINATIETHERAPIE TEGEN HIV PATIËNTENINFORMATIE Starten met hiv-remmers Iman Padmos & Laura van Zonneveld Tweede geheel herziene uitgave Juli 2011 1 illustratie Sanne Thunnissen 17995 BI Combitherapie

Nadere informatie

Samenvatting richtlijn medicamenteuze behandeling van tuberculose NVALT

Samenvatting richtlijn medicamenteuze behandeling van tuberculose NVALT Samenvatting richtlijn medicamenteuze behandeling van tuberculose NVALT 2005 AANBEVELINGEN: Niveau 2 Het routinematig voorschrijven van pyridoxine bij isoniazide toediening is niet nodig. Pyridoxine suppletie

Nadere informatie

Sectie Infectieziekten

Sectie Infectieziekten Sectie Infectieziekten 1 December 2015 U kunt helpen de HIV / AIDS epidemie te beëindigen You can help to end the HIV / AIDS epidemic Sectie Infectieziekten Weet uw HIV status Know your HIV status by 2020

Nadere informatie

10. Children: Immune response of HIV-1-infected children to cart. 1. Inleiding, Samenvatting & Aanbevelingen Frank de Wolf

10. Children: Immune response of HIV-1-infected children to cart. 1. Inleiding, Samenvatting & Aanbevelingen Frank de Wolf 1. Inleiding, Samenvatting & Aanbevelingen Frank de Wolf 4 10. Children: Immune response of HIV-1-infected children to cart Colette Smit 136 2. Introduction, Summary & Recommendations Frank de Wolf Chapters

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting 1. Chapter Nederlandse samenvatting. Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 1. Chapter Nederlandse samenvatting. Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 1 http://hdl.handle.net/1765/112830 Chapter 10 Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 2 Erasmus Medical Center Rotterdam Nederlandse samenvatting 3 Nederlandse samenvatting

Nadere informatie

Interpretatie van laboratoriumtesten: microbiologie

Interpretatie van laboratoriumtesten: microbiologie Interpretatie van laboratoriumtesten: microbiologie Jens Van Praet Dienst Nierziekten, Infectieziekten en Algemeen inwendige ziekten HIV referentiecentrum Travel clinic Casus 1: Kris Labo-diagnostiek:

Nadere informatie

Informatieblad TDM protocol darunavir

Informatieblad TDM protocol darunavir 1. Beschreven relaties tussen spiegel en antiviraal effect De EC 50 waarde voor in vitro activiteit van darunavir varieert van 1,2 tot 8,5 nm wat overeenkomt met 0,7 tot 5,0 ng/ml. In de aanwezigheid van

Nadere informatie

1 december 2004. HIV infectie anno 2004: epidemiologie en behandeling. Total: 39.4 (35.9 44.3) million

1 december 2004. HIV infectie anno 2004: epidemiologie en behandeling. Total: 39.4 (35.9 44.3) million HIV infectie anno 2004: epidemiologie en behandeling Prof. Dr. E. Van Wijngaerden Infectieziekten -Aidsreferentiecentrum UZ-KULeuven 1 december 2004 Adults and children estimated to be living with HIV

Nadere informatie

Beleid bij de geboorte van een baby van een HIV-positieve moeder Prof. dr. Koenraad Smets Update januari 2017

Beleid bij de geboorte van een baby van een HIV-positieve moeder Prof. dr. Koenraad Smets Update januari 2017 Beleid bij de geboorte van een baby van een HIV-positieve moeder Prof. dr. Koenraad Smets Update januari 2017 1. Post exposure prophylaxis Start therapie zo snel mogelijk na de geboorte, zeker binnen de

Nadere informatie

Accidenteel bloedcontact

Accidenteel bloedcontact Verpleeghuis- woon- en thuiszorg Accidenteel bloedcontact Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits steeds de Werkgroep Infectiepreventie als auteur wordt vermeld. Vergewis u

Nadere informatie

Stop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap.

Stop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap. Stop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap. Promovendi: Drs. Nina Molenaar, arts, Erasmus MC Marlies Brouwer, MSc, psycholoog, UU Projectleaders:

Nadere informatie

K-immunisatie en zwangerschap

K-immunisatie en zwangerschap K-immunisatie en zwangerschap 1. immunisatie voorkomen door K-gematchte transfusie 2. nieuws over laboratoriummonitoring bij anti-k Jessie Luken, Sanquin Diagnostiek Yolentha Slootweg, Sanquin en LUMC

Nadere informatie

Nonrespons en ernstige klachten bij OCD: richtlijnen herzien? Else de Haan PhD Lidewij Wolters PhD Amsterdam, the Netherlands

Nonrespons en ernstige klachten bij OCD: richtlijnen herzien? Else de Haan PhD Lidewij Wolters PhD Amsterdam, the Netherlands Nonrespons en ernstige klachten bij OCD: richtlijnen herzien? Else de Haan PhD Lidewij Wolters PhD Amsterdam, the Netherlands Behandeling OCS bij kinderen Cognitieve gedragstherapie (CGT) Combinatie CGT

Nadere informatie

Aan de minister voor Medische Zorg en Sport Postbus EJ 'S-GRAVENHAGE. Datum 28 augustus 2018 Betreft GVS-beoordeling Biktarvy

Aan de minister voor Medische Zorg en Sport Postbus EJ 'S-GRAVENHAGE. Datum 28 augustus 2018 Betreft GVS-beoordeling Biktarvy > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Aan de minister voor Medische Zorg en Sport Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE Betreft GVS-beoordeling Biktarvy Geachte heer Bruins, In uw brief van 9 juli jl.

Nadere informatie

EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING

EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING TOESTAND OP 31 DECEMBER 2016 EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV- INFECTIE IN BELGIË

Nadere informatie

Chapter Protocollen voor de behandeling van supraventriculaire tachycardieën bij de foetus

Chapter Protocollen voor de behandeling van supraventriculaire tachycardieën bij de foetus Chapter 8 Protocollen voor de behandeling van supraventriculaire tachycardieën bij de foetus Martijn A. Oudijk Barbara Ambachtsheer Philip Stoutenbeek Erik J. Meijboom 140 141 Chapter 8 Abstract Protocols

Nadere informatie

Testen op HIV in de zwangerschap. Obstetrie

Testen op HIV in de zwangerschap. Obstetrie Testen op HIV in de zwangerschap Obstetrie Inhoudsopgave Inleiding 5 Wat is HIV, wat is AIDS? 5 Is een HIV-infectie te behandelen? 6 De HIV-test 6 Een HIV-test tijdens de zwangerschap 7 Een HIV-test ook

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Neurological manifestations of HIV-1 infection Enting, R.H. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Neurological manifestations of HIV-1 infection Enting, R.H. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Neurological manifestations of HIV-1 infection Enting, R.H. Link to publication Citation for published version (APA): Enting, R. H. (2000). Neurological manifestations

Nadere informatie

IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK

IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK 29 januari + 30 januari 2015 KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK DISCLOSURE BELANGEN SPREKERS: GEEN BELANGENVERSTRENGELING KADERHUISARTS

Nadere informatie

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE. Datum 26 juni 2017 Betreft Herbeoordeling dolutegravir (Tivicay )

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE. Datum 26 juni 2017 Betreft Herbeoordeling dolutegravir (Tivicay ) > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE instituut Nederland Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl

Nadere informatie

De toekomst van HIV-behandeling: Van langwerkende medicatie tot genezing? ERIC FLORENCE ITG

De toekomst van HIV-behandeling: Van langwerkende medicatie tot genezing? ERIC FLORENCE ITG De toekomst van HIV-behandeling: Van langwerkende medicatie tot genezing? ERIC FLORENCE ITG Overzicht Uitgebreide introductie Korte overzicht van: Klinisch verloop van HIV infectie Epidemiologie van hiv

Nadere informatie

Towards virological monitoring of HIV-1 drug resistance in resource-limited settings Aitken, S.C.

Towards virological monitoring of HIV-1 drug resistance in resource-limited settings Aitken, S.C. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Towards virological monitoring of HIV-1 drug resistance in resource-limited settings Aitken, S.C. Link to publication Citation for published version (APA): Aitken,

Nadere informatie

Antibiotic Stewardship op een afdeling Intensieve Zorg Pediatrie

Antibiotic Stewardship op een afdeling Intensieve Zorg Pediatrie Antibiotic Stewardship op een afdeling Intensieve Zorg Pediatrie 10de PICU Thanksgiving symposium 26 November 2015 Dr. Jef Willems Intensieve Zorgen Pediatrie Kinderziekenhuis Prinses Elisabeth Antibiotic

Nadere informatie

De hoge vacuümextractie: terecht obsoleet gezien de risico s voor het kind

De hoge vacuümextractie: terecht obsoleet gezien de risico s voor het kind Genetica van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam, in samenwerking met de afdeling Medische Psychologie, de verschillende oorzaken van het tijdstip van komst naar het klinisch-genetisch centrum

Nadere informatie

Richtlijn Antiretrovirale behandeling

Richtlijn Antiretrovirale behandeling Richtlijn Antiretrovirale behandeling Herziene versie november 2006 Herziene versie december 2007 Organisatie: Nederlandse Vereniging van AIDS Behandelaren (NVAB) Nederlandsche Internisten Vereeniging

Nadere informatie

Informatieblad TDM protocol etravirine

Informatieblad TDM protocol etravirine 1. Beschreven relaties tussen spiegel en antiviraal effect Etravirine (TMC125) is een non-nucleoside RT remmer die nog werkzaam kan zijn als er door gebruik van nevirapine en/of efavirenz al enige mate

Nadere informatie

Zwanger en hiv-positief

Zwanger en hiv-positief Zwanger en hiv-positief Pregnant and HIV-positive Auteurs Trefwoorden Key words M.E. van der Ende en M.H. Godfried antiretrovirale therapie, bijwerkingen, hiv, preventie, verticale transmissie, zwangerschap

Nadere informatie

behandeling van hiv-geïnfecteerde zwangeren preventie van virustransmissie en bijwerkingen bij moeder en kind

behandeling van hiv-geïnfecteerde zwangeren preventie van virustransmissie en bijwerkingen bij moeder en kind Stand van zaken Behandeling van hiv-geïnfecteerde zwangeren: preventie van virustransmissie en bijwerkingen bij moeder en kind Kees Boer, Jeanine F. Nellen, Marion E. Kreyenbroek en Mieke H. Godfried Zonder

Nadere informatie

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties Doel Het doel van dit protocol is preventie, herkenning, optimalisering van diagnostiek en behandeling van early-onset

Nadere informatie

Beleidsvisie HIV-behandelcentra

Beleidsvisie HIV-behandelcentra VWS Beleidsvisie HIV-behandelcentra Beleidsvisie op grond van artikel 8 Wet bijzondere medische verrichtingen ten behoeve van het aanwijzen van instellingen die zich in het bijzonder richten op de behandeling

Nadere informatie

6,5. Werkstuk door een scholier 1758 woorden 1 november keer beoordeeld. Verzorging. Inhoud:

6,5. Werkstuk door een scholier 1758 woorden 1 november keer beoordeeld. Verzorging. Inhoud: Werkstuk door een scholier 1758 woorden 1 november 2003 6,5 46 keer beoordeeld Vak Verzorging Inhoud: -Inleiding; -Oorzaak van een HIV-infectie; -Vermenigvuldiging van dit virus; -Diagnose van een HIV-infectie;

Nadere informatie

STANDPUNTEN ANAKINRA (VOORLOPIGE BEHANDELRICHTLIJN) Oktober 2002

STANDPUNTEN ANAKINRA (VOORLOPIGE BEHANDELRICHTLIJN) Oktober 2002 NVR map Anakinra 12-03-2003 09:36 Pagina 1 STANDPUNTEN ANAKINRA (VOORLOPIGE BEHANDELRICHTLIJN) Oktober 2002 NVR map Anakinra 12-03-2003 09:36 Pagina 2 De door de gepubliceerde richtlijnen en standpunten

Nadere informatie

PICO-30 Is het veilig om HIV-1 discordante paren te behandelen met sperm washing i.c.m. ICSI?

PICO-30 Is het veilig om HIV-1 discordante paren te behandelen met sperm washing i.c.m. ICSI? PICO-30 Is het veilig om HIV-1 discordante paren te behandelen met sperm washing i.c.m. ICSI? Tjerk Lagrand Willem van der Veer 14 oktober 2009 Brenda Hermsen Dr. V. Mijatovic Inhoud Casus Background Vraagstelling/PICO

Nadere informatie

Informatie voor aanstaande moeders. door Laura van Zonneveld

Informatie voor aanstaande moeders. door Laura van Zonneveld Informatie voor aanstaande moeders door Laura van Zonneveld Colofon Informatie voor aanstaande moeders met hiv Verantwoording Deze brochure is samengesteld door Laura van Zonneveld, verpleegkundig AIDS

Nadere informatie

Breda, 25 juni 2018 Ref.: PHNL/HIV/0618/0006

Breda, 25 juni 2018 Ref.: PHNL/HIV/0618/0006 Breda, 25 juni 2018 Ref.: PHNL/HIV/0618/0006 Belangrijke risico-informatie: Verhoogd risico op falen van de behandeling en verhoogd risico op transmissie van de hiv-infectie van moeder op kind door lage

Nadere informatie

AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS I. ACHTERGROND

AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS I. ACHTERGROND AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS Onderstaande ketenafspraken zijn tot stand gekomen in samenwerking met COA, GC A, GGD GHOR Nederland, KNOV, NVOG en LCI, en zijn bedoeld

Nadere informatie

Bijlage I Hivinfectie en aids bij kinderen

Bijlage I Hivinfectie en aids bij kinderen Bijlage I Hivinfectie en aids bij kinderen 1. Algemeen In deze richtlijn zijn alleen specifieke items opgenomen. Voor uitgebreide informatie over hiv/aids bij kinderen wordt verwezen naar de DHHS-, CDC-

Nadere informatie

Vaccinatie tegen baarmoederhalskanker, een belangrijke stap voorwaarts en toch veel verzet. Jaarcongres MPA Alumni, 15 april 2011, Den Haag

Vaccinatie tegen baarmoederhalskanker, een belangrijke stap voorwaarts en toch veel verzet. Jaarcongres MPA Alumni, 15 april 2011, Den Haag Vaccinatie tegen baarmoederhalskanker, een belangrijke stap voorwaarts en toch veel verzet Jaarcongres MPA Alumni,, Den Haag Roel A. Coutinho 1 Center for Infectious Disease Control National Institute

Nadere informatie

Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten. Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep Influenza A(H1N1)

Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten. Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep Influenza A(H1N1) Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep ofwel Nieuwe ofwel Pandemische Influenza A(H1N1) griep (H1N1) 2009 Influenza Mexicaanse griep Wat is

Nadere informatie

Oorspronkelijke stukken. f.de wolf, j.j.de jong, k.hertogs*, s.a.danner, j.m.a.lange en j.goudsmit

Oorspronkelijke stukken. f.de wolf, j.j.de jong, k.hertogs*, s.a.danner, j.m.a.lange en j.goudsmit Oorspronkelijke stukken Virologische evaluatie van behandeling van HIV-geïnfecteerden met (combinaties van) antiretrovirale middelen in het Academisch Medisch Centrum Amsterdam, 996/ 97 f.de wolf, j.j.de

Nadere informatie

Keuzehulp Bevallen na een eerdere keizersnede: vaginale bevalling of een geplande keizersnede? Poli Gynaecologie

Keuzehulp Bevallen na een eerdere keizersnede: vaginale bevalling of een geplande keizersnede? Poli Gynaecologie 00 Keuzehulp Bevallen na een eerdere keizersnede: vaginale bevalling of een geplande keizersnede? Poli Gynaecologie 1 Inleiding Deze keuzehulp is bedoeld voor vrouwen die zwanger zijn en in een eerdere

Nadere informatie

Hepatitis B vaccinatie

Hepatitis B vaccinatie Hepatitis B vaccinatie De lever speelt een centrale rol bij de stofwisseling van eiwitten, vetten en suikers en de zuivering van het bloed. Soms raakt de lever ontstoken. In zo n geval is er sprake van

Nadere informatie

Post Expositie Profylaxe (PEP)

Post Expositie Profylaxe (PEP) U bent doorverwezen naar de afdeling Spoed Eisende Hulp en/of de polikliniek Inwendige Geneeskunde/Infectieziekten. De medische zorg voor infectieziekten wordt verzorgd door een team van gespecialiseerde

Nadere informatie

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden verbonden aan de vergunning voor het in de handel brengen

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden verbonden aan de vergunning voor het in de handel brengen Bijlage II Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden verbonden aan de vergunning voor het in de handel brengen 7 Wetenschappelijke conclusies Algehele samenvatting van

Nadere informatie

Wat doet hiv in het lichaam en wat doet de behandeling?

Wat doet hiv in het lichaam en wat doet de behandeling? Wat doet hiv in het lichaam en wat doet de behandeling? Patrick Lacor Aidsreferentiecentrum UZ Brussel Cursus hiv en aids, de multi-disciplinaire aanpak www.itg.be rubriek Les 3 4 maart 20 rubriek Onderwijs

Nadere informatie

Drug-resistant HIV-1 in sub-saharan Africa

Drug-resistant HIV-1 in sub-saharan Africa The past decade has witnessed an unparalleled expansion of access to antiretroviral treatment for people living with HIV/ AIDS in sub-saharan Africa. This historic public health achievement has saved the

Nadere informatie

University of Groningen. HIV infection and treatment: beyond viral control Sprenger, Herman

University of Groningen. HIV infection and treatment: beyond viral control Sprenger, Herman University of Groningen HIV infection and treatment: beyond viral control Sprenger, Herman IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from

Nadere informatie

KINDERFORMULARIUM. Tjitske van der Zanden Coordinator Kinderformularium Disclosure belangen spreker:

KINDERFORMULARIUM. Tjitske van der Zanden Coordinator Kinderformularium Disclosure belangen spreker: RIVM Off-label 07 maart 2017 1 KINDERFORMULARIUM Tjitske van der Zanden Coordinator Kinderformularium vanderzanden@nkfk.nl Disclosure belangen spreker: Potentiële belangverstrengeling: geen RIVM Off-label

Nadere informatie

Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden. Teske Schoffelen, arts-assistent IC

Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden. Teske Schoffelen, arts-assistent IC Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden Teske Schoffelen, arts-assistent IC 28-02-2019 Casus Vrouw, 67 jaar Presentatie Koorts, niet-productieve hoest, dyspnoe Acuut hypoxisch

Nadere informatie

Verbetering van therapietrouw. Peter W de Leeuw Afd. Interne Geneeskunde Academisch Ziekenhuis Maastricht

Verbetering van therapietrouw. Peter W de Leeuw Afd. Interne Geneeskunde Academisch Ziekenhuis Maastricht Verbetering van therapietrouw Peter W de Leeuw Afd. Interne Geneeskunde Academisch Ziekenhuis Maastricht Therapietrouw bij hypertensie Vrouw, 47 jaar, bloeddruk 184/102 mm Hg Diagnose: Essentiële hypertensie

Nadere informatie

Leven met kanker Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling bij longkanker. Judith Herder 2017

Leven met kanker Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling bij longkanker. Judith Herder 2017 Leven met kanker Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling bij longkanker Judith Herder 2017 Deze presentatie Enkele feiten over kanker Wat is longkanker nou eigenlijk? Behandeling bij uitgezaaid longkanker

Nadere informatie

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln B06 Bijlage I Rubella en zwangerschap, richtlijnen voor de praktijk Beleid naar aanleiding van een (mogelijk) contact (zie toelichting 1) Inventariseer

Nadere informatie