De impact van de Europese Dienstenrichtlijn op de Vlaamse regelgeving met betrekking tot woonzorg 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De impact van de Europese Dienstenrichtlijn op de Vlaamse regelgeving met betrekking tot woonzorg 1"

Transcriptie

1 Katholieke Universiteit Leuven Faculteit Rechtsgeleerdheid Instituut voor Sociaal Recht De impact van de Europese Dienstenrichtlijn op de Vlaamse regelgeving met betrekking tot woonzorg 1 Onderzoeker: Maarten Janssens Promotor: Prof. Dr. Johan Put Eindrapport van een onderzoek in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Leuven, april Addendum bij het onderzoek Impact van de Dienstenrichtlijn op de regelgeving van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van september 2008.

2 1. INLEIDING TOEPASSINGSGEBIED VAN DE DIENSTENRICHTLIJN Diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg A. Economische diensten ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit in de zin van de Dienstenrichtlijn? a) Erkenning en subsidiëring door de overheid b) Niet tot doel een economische activiteit te verrichten c) Sociale taak d) Conclusie ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit waarvoor in een uitzondering is voorzien? a) Gezondheidsdiensten b) Sociale diensten B. Eisen betreffende de uitoefening van of de toegang tot de dienstenactiviteit ) Bevat de voorgelegde regelgeving eisen m.b.t. de toegang tot of de uitoefening van de dienstenactiviteit? C. Conclusie Diensten voor logistieke hulp A. Economische diensten ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit in de zin van de Dienstenrichtlijn? a) Erkenning en subsidiëring door de overheid b) Niet tot doel een economische activiteit te verrichten c) Sociale taak d) Conclusie ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit waarvoor in een uitzondering is voorzien? a) Gezondheidsdiensten b) Sociale diensten B. Eisen betreffende de uitoefening van of de toegang tot de dienstenactiviteit ) Bevat de voorgelegde regelgeving eisen m.b.t. de toegang tot of de uitoefening van de dienstenactiviteit? C. Conclusie Diensten voor oppashulp A. Economische diensten ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit in de zin van de Dienstenrichtlijn? a) Erkenning en subsidiëring door de overheid b) Niet tot doel een economische activiteit te verrichten

3 c) Sociale taak d) Conclusie ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit waarvoor in een uitzondering is voorzien? a) Gezondheidsdiensten b) Sociale diensten B. Eisen betreffende de uitoefening van of de toegang tot de dienstenactiviteit ) Bevat de voorgelegde regelgeving eisen m.b.t. de toegang tot of de uitoefening van de dienstenactiviteit? C. Conclusie Diensten voor thuisverpleging A. Economische diensten ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit in de zin van de Dienstenrichtlijn? a) Verpleegkundigen als zelfstandige b) Verpleegkundigen als werknemer c) Conclusie ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit waarvoor in een uitzondering is voorzien? a) Gezondheidsdiensten b) Sociale diensten B. Eisen betreffende de uitoefening van of de toegang tot de dienstenactiviteit ) Bevat de voorgelegde regelgeving eisen m.b.t. de toegang tot of de uitoefening van de dienstenactiviteit? C. Conclusie Diensten maatschappelijk werk van het ziekenfonds A. Economische diensten ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit in de zin van de Dienstenrichtlijn? a) Erkenning en subsidiëring door de overheid b) Niet tot doel een economische activiteit te verrichten c) Sociale taak d) Conclusie ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit waarvoor in een uitzondering is voorzien? a) Gezondheidsdiensten b) Sociale diensten B. Eisen betreffende de uitoefening van of de toegang tot de dienstenactiviteit ) Bevat de voorgelegde regelgeving eisen m.b.t. de toegang tot of de uitoefening van de dienstenactiviteit? C. Conclusie Lokaal en regionaal dienstencentrum

4 A. Economische diensten ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit in de zin van de Dienstenrichtlijn? a) Erkenning en subsidiëring door de overheid b) Niet tot doel een economische activiteit te verrichten c) Sociale taak d) Conclusie ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit waarvoor in een uitzondering is voorzien? a) Gezondheidsdiensten b) Sociale diensten B. Eisen betreffende de uitoefening van of de toegang tot de dienstenactiviteit ) Bevat de voorgelegde regelgeving eisen m.b.t. de toegang tot of de uitoefening van de dienstenactiviteit? C. Conclusie Diensten voor gastopvang A. Economische diensten ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit in de zin van de Dienstenrichtlijn? a) Erkenning en subsidiëring door de overheid b) Niet tot doel een economische activiteit te verrichten c) Sociale taak d) Conclusie ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit waarvoor in een uitzondering is voorzien? a) Gezondheidsdiensten b) Sociale diensten B. Eisen betreffende de uitoefening van of de toegang tot de dienstenactiviteit ) Bevat de voorgelegde regelgeving eisen m.b.t. de toegang tot of de uitoefening van de dienstenactiviteit? C. Conclusie Dagverzorgingscentra A. Economische diensten ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit in de zin van de Dienstenrichtlijn? a) Erkenning en subsidiëring door de overheid b) Niet tot doel een economische activiteit te verrichten c) Sociale taak d) Conclusie ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit waarvoor in een uitzondering is voorzien? a) Gezondheidsdiensten

5 b) Sociale diensten B. Eisen betreffende de uitoefening van of de toegang tot de dienstenactiviteit ) Bevat de voorgelegde regelgeving eisen m.b.t. de toegang tot of de uitoefening van de dienstenactiviteit? C. Conclusie Centra voor herstelverblijf A. Economische diensten ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit in de zin van de Dienstenrichtlijn? a) Erkenning en subsidiëring door de overheid b) Niet tot doel een economische activiteit te verrichten c) Sociale taak d) Conclusie ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit waarvoor in een uitzondering is voorzien? a) Gezondheidsdiensten b) Sociale diensten B. Eisen betreffende de uitoefening van of de toegang tot de dienstenactiviteit ) Bevat de voorgelegde regelgeving eisen m.b.t. de toegang tot of de uitoefening van de dienstenactiviteit? C. Conclusie Centra voor kortverblijf A. Economische diensten ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit in de zin van de Dienstenrichtlijn? a) Erkenning en subsidiëring door de overheid b) Niet tot doel een economische activiteit te verrichten c) Sociale taak d) Conclusie ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit waarvoor in een uitzondering is voorzien? a) Gezondheidsdiensten b) Sociale diensten B. Eisen betreffende de uitoefening van of de toegang tot de dienstenactiviteit ) Bevat de voorgelegde regelgeving eisen m.b.t. de toegang tot of de uitoefening van de dienstenactiviteit? C. Conclusie Groepen van assistentiewoningen A. Economische diensten ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit in de zin van de Dienstenrichtlijn? a) Erkenning en subsidiëring door de overheid

6 b) Niet tot doel een economische activiteit te verrichten c) Sociale taak d) Conclusie ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit waarvoor in een uitzondering is voorzien? a) Gezondheidsdiensten b) Sociale diensten B. Eisen betreffende de uitoefening van of de toegang tot de dienstenactiviteit ) Bevat de voorgelegde regelgeving eisen m.b.t. de toegang tot of de uitoefening van de dienstenactiviteit? C. Conclusie Woonzorgcentrum A. Economische diensten ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit in de zin van de Dienstenrichtlijn? a) Erkenning en subsidiëring door de overheid b) Niet tot doel een economische activiteit te verrichten c) Sociale taak d) Conclusie ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit waarvoor in een uitzondering is voorzien? a) Gezondheidsdiensten b) Sociale diensten B. Eisen betreffende de uitoefening van of de toegang tot de dienstenactiviteit ) Bevat de voorgelegde regelgeving eisen m.b.t. de toegang tot of de uitoefening van de dienstenactiviteit? C. Conclusie Woonzorgnetwerken A. Economische diensten ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit in de zin van de Dienstenrichtlijn? a) Erkenning en subsidiëring door de overheid b) Niet tot doel een economische activiteit te verrichten c) Sociale taak d) Conclusie ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit waarvoor in een uitzondering is voorzien? a) Gezondheidsdiensten b) Sociale diensten B. Eisen betreffende de uitoefening van of de toegang tot de dienstenactiviteit ) Bevat de voorgelegde regelgeving eisen m.b.t. de toegang tot of de uitoefening van de dienstenactiviteit?

7 C. Conclusie Verenigingen van gebruikers en mantelzorgers A. Economische diensten ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit in de zin van de Dienstenrichtlijn? a) Erkenning en subsidiëring door de overheid b) Niet tot doel een economische activiteit te verrichten c) Sociale taak d) Conclusie ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit waarvoor in een uitzondering is voorzien? a) Gezondheidsdiensten b) Sociale diensten B. Eisen betreffende de uitoefening van of de toegang tot de dienstenactiviteit ) Bevat de voorgelegde regelgeving eisen m.b.t. de toegang tot of de uitoefening van de dienstenactiviteit? C. Conclusie Partnerorganisaties A. Economische diensten ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit in de zin van de Dienstenrichtlijn? a) Erkenning en subsidiëring door de overheid b) Niet tot doel een economische activiteit te verrichten c) Sociale taak d) Conclusie ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit waarvoor in een uitzondering is voorzien? a) Gezondheidsdiensten b) Sociale diensten B. Eisen betreffende de uitoefening van of de toegang tot de dienstenactiviteit ) Bevat de voorgelegde regelgeving eisen m.b.t. de toegang tot of de uitoefening van de dienstenactiviteit? C. Conclusie Projecten A. Economische diensten ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit in de zin van de Dienstenrichtlijn? a) Erkenning en subsidiëring door de overheid b) Niet tot doel een economische activiteit te verrichten c) Sociale taak d) Conclusie

8 2) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit waarvoor in een uitzondering is voorzien? a) Gezondheidsdiensten b) Sociale diensten B. Eisen betreffende de uitoefening van of de toegang tot de dienstenactiviteit ) Bevat de voorgelegde regelgeving eisen m.b.t. de toegang tot of de uitoefening van de dienstenactiviteit? C. Conclusie SCREENING Diensten onderworpen aan de aanmeldingsplicht A. Toetsing aan de bepalingen van de DR betreffende de vrijheid van vestiging ) Wordt de toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit op het grondgebied afhankelijk gesteld van een vergunningstelsel in de zin van artikel 9 DR? B. Toetsing aan de bepalingen van de DR betreffende het vrij verkeer van diensten ) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op dienstenactiviteiten of voorschriften die vermeld worden in de uitzonderingenlijst van artikel 17 DR? ) Krijgen dienstverleners die tijdelijk dienstenactiviteiten uitoefenen op het grondgebied nationale eisen opgelegd? ) Worden aan de afnemer van de diensten discriminerende eisen opgelegd? (art. 20 DR) C. Toetsing aan de bepalingen van de DR betreffende de kwaliteit van de diensten ) Worden er eisen gesteld die de dienstverleners ertoe verplichten uitsluitend een bepaalde activiteit uit te oefenen of die het gezamenlijk of in partnerschap uitoefenen van verschillende activiteiten beperken? ) Rust er op de dienstverrichter minstens een informatieverplichting zoals beschreven in art. 22 en 27 DR? D. Conclusie Wat moet er gebeuren? Dagverzorgingscentra A. Toetsing aan de bepalingen van de DR betreffende de vrijheid van vestiging ) Wordt de toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit op het grondgebied afhankelijk gesteld van een vergunningstelsel in de zin van artikel 9 DR? a) Voorafgaande vergunning b) Erkenning ) Wordt de toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit op het grondgebied afhankelijk gesteld van één van de verboden eisen uit artikel 14 DR? ) Wordt de toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit op het grondgebied afhankelijk gesteld van één van de verdachte eisen uit artikel 15DR? B. Toetsing aan de bepalingen van de DR betreffende het vrij verkeer van diensten C. Toetsing aan de bepalingen van de DR betreffende de kwaliteit van de diensten ) Worden er eisen gesteld die de dienstverleners ertoe verplichten uitsluitend een bepaalde activiteit uit te oefenen of die het gezamenlijk of in partnerschap uitoefenen van verschillende activiteiten beperken?

9 2) Rust er op de dienstverrichter minstens een informatieverplichting zoals beschreven in art. 22 en 27 DR? D. Conclusie Wat moet er gebeuren? ALGEMENE CONCLUSIE

10 1. Inleiding Dit onderzoek vond plaats in opdracht van de Vlaamse Overheid en werd uitgevoerd aan het Instituut voor Sociaal Recht (K.U.Leuven). Het is een uitbreiding van het eerder onderzoek dat in 2008 werd gedaan naar de impact van de Dienstenrichtlijn op de regelgeving van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. 2 De doelstelling van dit rapport is de impact na te gaan van de Dienstenrichtlijn (Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt afgekort DR) op de regelgeving uit het Woonzorgdecreet en de uitvoeringsbesluiten bij dit decreet. Er wordt een antwoord gegeven op de vraag enerzijds welke regelgeving in haar huidige vorm kan blijven bestaan en anderzijds welke regelgeving een verdere argumentatie behoeft of aangepast of afgeschaft dient te worden voor 28 december Hierbij wordt het voorzichtigheidsbeginsel gehanteerd, hetgeen impliceert dat bij onzekerheid telkens wordt gekozen voor de interpretatie die het meest nadelig is voor de bestaande regelgeving. Voor zover als mogelijk worden ook de rapportagefiches ingevuld, die de Vlaamse Overheid aan de Commissie moet overmaken. Beleidsbeslissingen worden daarbij echter overgelaten aan de politieke overheden. Het onderzoek bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt bepaald op welke diensten uit het Woonzorgdecreet de Dienstenrichtlijn van toepassing is. In het tweede deel wordt de reglementering met betrekking tot deze diensten inhoudelijk gescreend op conformiteit met de Dienstenrichtlijn. Om de lezer toe te laten het rapport op een efficiënte wijze te consulteren, wordt de toetsing van elke cluster van diensten opgevat als een op zichzelf staande tekst. Er 2 M. JANSSENS, S. VANHOUCKE, J. PUT en J. STUYCK, Impact van de Europese Dienstenrichtlijn op de regelgeving van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Eindrapport van een onderzoek in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Leuven, Faculteit Rechtsgeleerdheid, 2008, 320 p. (vooralsnog niet gepubliceerd). 3 Art. 39 en 44 DR. 10

11 is dan ook voor geopteerd argumentaties eerder te herhalen, dan ernaar te verwijzen. Een uitgebreidere (eerder theoretische) motivering van de gehanteerde argumentaties, kan worden gevonden in de handleiding die bij het voorgaande onderzoek werd opgesteld. 4 De onderzoekers houden eraan de administratie en de ad hoc geconsulteerde experten te danken voor hun bereidwillige medewerking. Hierbij gaat een bijzondere aandacht uit naar Jeroen Dekeyser, Lore Marcelis, Miek Peeters, Jules Stuyck, Roger Van Brusselen, Christel Van Langenhove, Kathleen Verreth en Machteld Wauters. 4 M. JANSSENS, S. VANHOUCKE, J. PUT en J. STUYCK, Impact van de Europese Dienstenrichtlijn op de regelgeving van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,

12 2. Toepassingsgebied van de Dienstenrichtlijn 2.1 Diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg Gescreende regelgeving: Ontwerp van Woonzorgdecreet zoals aangenomen door de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement op 4 maart 2009 (hierna: Woonzorgdecreet). Ontwerp van Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers zoals doorgestuurd op 9 maart A. Economische diensten 1) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit in de zin van de Dienstenrichtlijn? Of deze diensten diensten in de zin van de richtlijn zijn, hangt af van de vraag of zij een economisch karakter hebben. Dit impliceert dat er gewoonlijk een vergoeding betaald wordt die de economische tegenprestatie voor de betrokken dienst vormt. 5 Deze tegenprestatie moet reëel en effectief zijn. 6 Aangezien diensten in een Europese context echter vrij snel als economisch aangemerkt worden, is het soms interessanter na te gaan onder welke voorwaarden een dienst als niet economisch kan aangemerkt worden. In enkele belangwekkende arresten heeft het Hof van Justitie uiteengezet onder welke voorwaarden hij dit doet, omdat de betrokken dienst kadert in de sociale en opvoedkundige taak van de overheid. 7 Hieruit komt een drietal voorwaarden naar voren. Vooreerst moet de overheid het stelsel waarbinnen deze diensten aangeboden worden organiseren en Art. 50 E.G.-verdrag. H.v.J. nr. C-263/86, Humbel, r.o. 17; H.v.J. nr. C-109/92, Wirth, 15. H.v.J. nr. C-263/86, Humbel; H.v.J. nr. C-109/92, Wirth. 12

13 deze diensten subsidiëren. Vervolgens moet zij hierbij niet het doel hebben een economische activiteit te verrichten. Tot slot moet dit stelsel kaderen in de sociale, culturele of opvoedkundige taak van de overheid ten aanzien van haar bevolking. Als aan deze voorwaarden voldaan is, kan men de betrokken dienst dus als nieteconomisch aanmerken. Het feit dat dienstontvangers soms een vergoeding dienen te betalen ten einde tot op zekere hoogte de werkingskosten van het stelsel te helpen dragen, doet hieraan geen afbreuk. 8 De universele toepasbaarheid van deze argumentatie, met betrekking tot de internemarktregels uit het EG-verdrag, moet echter meteen genuanceerd worden, aangezien ze door het Hof enkel bevestigd werd voor wat betreft onderwijsdiensten. In het kader van de nauwverwante mededingingsbepalingen uit het EG-verdrag bestaan er evenzeer arresten die een andere richting uitgaan. 9 Het EFTA-Hof gaat dan weer verder en baseert zich op deze argumentatie om, eveneens in het kader van die mededingingsbepalingen, te stellen dat door de overheid gesubsidieerde kindertuinen geen economische diensten zijn. Gelet op de onzekerheid die bestaat over de precieze draagwijdte van argumentatie die in de arresten Humbel en Wirth wordt uiteengezet, zullen we er in onze conclusie slechts aanvullend gebruik van maken. a) Erkenning en subsidiëring door de overheid De overheid geeft vorm aan een stelsel van diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg door middel van de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden die zij hanteert. 10 De overheid subsidieert dit stelsel ook 11, doch erkende voorzieningen worden niet automatisch gesubsidieerd H.v.J. nr. C-263/86, Humbel, r.o. 19; H.v.J. nr. C-109/92, Wirth, H.v.J. nr. C-41/90, Hoefner en Elser, r.o ; Conclusie Advocaat-Generaal Jacobs bij H.v.J. C- 67/96, Albany, randnrs Deze voorwaarden liggen vervat in het Woonzorgdecreet, het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers en in Bijlage I bij dit besluit. 11 Art van het Woonzorgdecreet, art van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers en art van Bijlage I bij dit besluit. 13

14 Aan deze voorwaarde is voldaan voor de gesubsidieerde diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg. b) Niet tot doel een economische activiteit te verrichten Uit het arrest Wirth blijkt dat aan deze voorwaarde voldaan is, wanneer de dienst voornamelijk met overheidsmiddelen wordt gefinancierd. 13 Uit het vorig onderzoek bleek reeds dat deze diensten in hoofdzaak worden gefinancierd door de overheid. Uit contacten met de administratie blijkt dat de nieuwe regelgeving hierin geen verandering zou brengen. c) Sociale taak We gaan er van uit dat een dienst kadert in de sociale taak van de overheid als het een sociale dienst betreft. Hierbij hanteren we voorzichtigheidshalve de strenge definitie die voor het begrip sociale dienst gebruikt wordt in het kader van de DR. 14 De diensten van deze thuiszorgvoorzieningen kaderen in de sociale taak van de overheid. Thuiszorg wordt in het Woonzorgdecreet immers gedefinieerd als de zorg aan huis of de zorg die er specifiek op gericht is de gebruiker te handhaven in of te laten terugkeren naar zijn natuurlijk thuismilieu. Hierbij is het van belang te weten dat de gebruiker iedere natuurlijke persoon is die vanuit een verminderd zelfzorgvermogen een beroep doet op woonzorg en dat thuiszorg deel uitmaakt van woonzorg. 15 Bovendien stelt artikel 3 van het decreet dat het decreet tot doel heeft de levenskwaliteit van de gebruiker te waarborgen door: 12 Art. 10 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers. 13 H.v.J. nr. C-109/92, Wirth, r.o Diensten die verleend worden met het doel ondersteuning te geven aan personen met permanente of tijdelijke bijzondere behoeften wegens hun ontoereikende gezinsinkomen of met een volledig of gedeeltelijk gebrek aan onafhankelijkheid en die gevaar lopen te worden gemarginaliseerd. 15 Art. 1 Woonzorgdecreet. 14

15 1 het ondersteunen van de zelfzorg en/of de mantelzorg; 2 het verlenen van gedifferentieerde en gespecialiseerde vormen van woonzorg; 3 het bevorderen van de samenwerking en de afstemming tussen de verschillende actoren binnen de woonzorg. Aan deze voorwaarde is dan ook voldaan. d) Conclusie De gesubsidieerde voorzieningen in dit stelsel van diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg voldoen aan de voorwaarden die in de arresten Humbel en Wirth worden uiteengezet. Zij zijn volgens deze interpretatie dan ook nieteconomisch van aard. 2) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit waarvoor in een uitzondering is voorzien? a) Gezondheidsdiensten Gezondheidsdiensten zijn medische en farmaceutische diensten die mensen werkzaam in de gezondheidszorg aan patiënten verlenen om hun gezondheid te beoordelen, te bewaren of te verbeteren. Deze uitzondering heeft alleen betrekking op activiteiten die zijn voorbehouden aan beoefenaren van gereglementeerde beroepen in de gezondheidszorg. 16 De onderhavige diensten voldoen aan geen van beide voorwaarden. Zij vallen dan ook niet onder deze uitzondering. b) Sociale diensten 16 Handboek voor de implementatie van de Dienstenrichtlijn, p

16 Art. 2, 2, j) van de DR stelt drie voorwaarden voorop om van deze uitzondering gebruik te kunnen maken: het moet om een sociale dienst gaan, die onder één van de opgesomde categorieën kan gebracht worden en die door de overheid of onder mandaat van de overheid verricht wordt. i. Sociale dienst Volgens de strenge definitie die we hier voorzichtigheidshalve hanteren, zijn sociale diensten diensten die aangeboden worden met het doel ondersteuning te geven aan personen met permanente of tijdelijke bijzondere behoeften wegens hun ontoereikende gezinsinkomen of met een volledig of gedeeltelijk gebrek aan onafhankelijkheid en die gevaar lopen te worden gemarginaliseerd. Zoals hoger reeds gesteld, is onzes inziens aan deze voorwaarde voldaan. ii. Opgesomde categorieën Art. 2, 2, j) DR stelt dat enkel sociale diensten betreffende sociale huisvesting, kinderzorg en ondersteuning van gezinnen of personen in permanente of tijdelijke nood van deze uitzondering kunnen genieten. De betreffende diensten kunnen worden gekwalificeerd als diensten betreffende de ondersteuning van gezinnen of personen in permanente of tijdelijke nood. iii. Mandaat vanwege de overheid Voorts is een mandaat vanwege de overheid vereist. In de interpretatie van de Commissie gaat het over de situatie waarin de overheid een specifieke missie toevertrouwt aan de dienstverrichter, die hierdoor de verplichting krijgt om een dienst voor rekening van de overheid te verrichten. Een dergelijk mandaat bestaat voor de onderhavige diensten indien zij erkend zijn. Hun wordt immers de verplichting opgelegd de persoonlijke bijdrage van de 16

17 gebruikers afhankelijk te maken van de financiële draagkracht van die gebruikers. Dit is een openbaredienstverplichting die als mandaat kan worden gekwalificeerd. 17 iv. Conclusie De erkende diensten voor gezinszorg en aanvullende thuishulp voldoen aan de voorwaarden die art. 2, 2, j) DR vooropstelt. Zij vallen dan ook onder het toepassingsgebied van deze uitzondering. B. Eisen betreffende de uitoefening van of de toegang tot de dienstenactiviteit 1) Bevat de voorgelegde regelgeving eisen m.b.t. de toegang tot of de uitoefening van de dienstenactiviteit? De inhoudelijke bepalingen van de Dienstenrichtlijn zijn uitsluitend van toepassing op eisen met betrekking tot de toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit. Een eis wordt in art. 4, 7 DR omschreven als elke verplichting, verbodsbepaling, voorwaarde of beperking uit hoofde van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten of voortvloeiend uit de rechtspraak, de administratieve praktijk, de regels van beroepsorden of de collectieve regels van beroepsverenigingen of andere beroepsorganisaties, die deze in het kader van de hun toegekende juridische bevoegdheden hebben vastgesteld. In overweging 10 DR wordt echter aangestipt dat het niet gaat om eisen die de toegang van bepaalde dienstverrichters tot publieke middelen regelen. Subsidievoorwaarden zijn dus geen eisen in de zin van de DR. Vooreerst kan men hieruit concluderen dat erkennings- en subsidievoorwaarden geen eisen in de zin van de richtlijn zijn. Zij regelen immers enkel de toegang tot publieke middelen, niet de uitoefening van de dienstactiviteit. 17 Art. 70 Woonzorgdecreet. 17

18 De aanmeldingsplicht die geldt in de woonzorg, is echter wel te kwalificeren als een eis in de zin van de richtlijn. 18 Zij wordt immers opgelegd aan iedereen die diensten van diensten inzake gezinszorg en aanvullende thuiszorg wil aanbieden. C. Conclusie Er worden eisen in de zin van de DR gesteld aan de exploitatie van diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg. Voor zover deze voorzieningen echter erkend zijn, vallen zij onder de uitzondering voor sociale diensten uit art. 2, 2, j) DR. De DR is er dan ook niet op van toepassing. Voor de niet-erkende diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg moet worden onderzocht of deze eisen conform de DR zijn. Voor de gesubsidieerde voorzieningen kan men eventueel argumenteren dat het niet-economische diensten betreft. 18 Art. 65 Woonzorgdecreet. 18

19 2.2 Diensten voor logistieke hulp Gescreende regelgeving: Ontwerp van Woonzorgdecreet zoals aangenomen door de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement op 4 maart Ontwerp van Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers zoals doorgestuurd op 9 maart A. Economische diensten 1) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit in de zin van de Dienstenrichtlijn? Of deze diensten diensten in de zin van de richtlijn zijn, hangt af van de vraag of zij een economisch karakter hebben. Dit impliceert dat er gewoonlijk een vergoeding betaald wordt die de economische tegenprestatie voor de betrokken dienst vormt. 19 Deze tegenprestatie moet reëel en effectief zijn. 20 Aangezien diensten in een Europese context echter vrij snel als economisch aangemerkt worden, is het soms interessanter na te gaan onder welke voorwaarden een dienst als niet economisch kan aangemerkt worden. In enkele belangwekkende arresten heeft het Hof van Justitie uiteengezet onder welke voorwaarden hij dit doet, omdat de betrokken dienst kadert in de sociale en opvoedkundige taak van de overheid. 21 Hieruit komt een drietal voorwaarden naar voren. Vooreerst moet de overheid het stelsel waarbinnen deze diensten aangeboden worden organiseren en deze diensten subsidiëren. Vervolgens moet zij hierbij niet het doel hebben een economische activiteit te verrichten. Tot slot moet dit stelsel kaderen in de sociale, culturele of opvoedkundige taak van de overheid ten aanzien van haar bevolking Art. 50 E.G.-verdrag. H.v.J. nr. C-263/86, Humbel, r.o. 17; H.v.J. nr. C-109/92, Wirth, 15. H.v.J. nr. C-263/86, Humbel; H.v.J. nr. C-109/92, Wirth. 19

20 Als aan deze voorwaarden voldaan is, kan men de betrokken dienst dus als nieteconomisch aanmerken. Het feit dat dienstontvangers soms een vergoeding dienen te betalen ten einde tot op zekere hoogte de werkingskosten van het stelsel te helpen dragen, doet hieraan geen afbreuk. 22 De universele toepasbaarheid van deze argumentatie, met betrekking tot de internemarktregels uit het EG-verdrag, moet echter meteen genuanceerd worden, aangezien ze door het Hof enkel bevestigd werd voor wat betreft onderwijsdiensten. In het kader van de nauwverwante mededingingsbepalingen uit het EG-verdrag bestaan er evenzeer arresten die een andere richting uitgaan. 23 Het EFTA-Hof gaat dan weer verder en baseert zich op deze argumentatie om, eveneens in het kader van die mededingingsbepalingen, te stellen dat door de overheid gesubsidieerde kindertuinen geen economische diensten zijn. Gelet op de onzekerheid die bestaat over de precieze draagwijdte van argumentatie die in de arresten Humbel en Wirth wordt uiteengezet, zullen we er in onze conclusie slechts aanvullend gebruik van maken. a) Erkenning en subsidiëring door de overheid De overheid geeft vorm aan een stelsel van diensten voor logistieke hulp door middel van de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden die zij hanteert. 24 De overheid subsidieert dit stelsel ook 25, doch erkende voorzieningen worden niet automatisch gesubsidieerd 26. b) Niet tot doel een economische activiteit te verrichten 22 H.v.J. nr. C-263/86, Humbel, r.o. 19; H.v.J. nr. C-109/92, Wirth, H.v.J. nr. C-41/90, Hoefner en Elser, r.o ; Conclusie Advocaat-Generaal Jacobs bij H.v.J. C- 67/96, Albany, randnrs Deze voorwaarden liggen vervat in het Woonzorgdecreet, het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers en in Bijlage II bij dit besluit. 25 Art van het Woonzorgdecreet, art van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers en art van Bijlage II bij dit besluit. 26 Art. 10 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers. 20

21 Uit het arrest Wirth blijkt dat aan deze voorwaarde voldaan is, wanneer de dienst voornamelijk met overheidsmiddelen wordt gefinancierd. 27 Uit het vorig onderzoek bleek reeds dat deze diensten in hoofdzaak worden gefinancierd door de overheid. Uit contacten met de administratie blijkt dat de nieuwe regelgeving hierin geen verandering zou brengen. c) Sociale taak We gaan er van uit dat een dienst kadert in de sociale taak van de overheid als het een sociale dienst betreft. Hierbij hanteren we voorzichtigheidshalve de strenge definitie die voor het begrip sociale dienst gebruikt wordt in het kader van de DR. 28 De diensten van deze thuiszorgvoorzieningen kaderen in de sociale taak van de overheid. Thuiszorg wordt in het Woonzorgdecreet immers gedefinieerd als de zorg aan huis of de zorg die er specifiek op gericht is de gebruiker te handhaven in of te laten terugkeren naar zijn natuurlijk thuismilieu. Hierbij is het van belang te weten dat de gebruiker iedere natuurlijke persoon is die vanuit een verminderd zelfzorgvermogen een beroep doet op woonzorg en dat thuiszorg deel uitmaakt van woonzorg. 29 Bovendien stelt artikel 3 van het decreet dat het decreet tot doel heeft de levenskwaliteit van de gebruiker te waarborgen door: 1 het ondersteunen van de zelfzorg en/of de mantelzorg; 2 het verlenen van gedifferentieerde en gespecialiseerde vormen van woonzorg; 3 het bevorderen van de samenwerking en de afstemming tussen de verschillende actoren binnen de woonzorg. Aan deze voorwaarde is dan ook voldaan. d) Conclusie 27 H.v.J. nr. C-109/92, Wirth, r.o Diensten die verleend worden met het doel ondersteuning te geven aan personen met permanente of tijdelijke bijzondere behoeften wegens hun ontoereikende gezinsinkomen of met een volledig of gedeeltelijk gebrek aan onafhankelijkheid en die gevaar lopen te worden gemarginaliseerd. 29 Art. 1 Woonzorgdecreet. 21

22 De gesubsidieerde voorzieningen in dit stelsel van logistieke hulp voldoen aan de voorwaarden die in de arresten Humbel en Wirth worden uiteengezet. Zij zijn volgens deze interpretatie dan ook niet-economisch van aard. 2) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit waarvoor in een uitzondering is voorzien? a) Gezondheidsdiensten Gezondheidsdiensten zijn medische en farmaceutische diensten die mensen werkzaam in de gezondheidszorg aan patiënten verlenen om hun gezondheid te beoordelen, te bewaren of te verbeteren. Deze uitzondering heeft alleen betrekking op activiteiten die zijn voorbehouden aan beoefenaren van gereglementeerde beroepen in de gezondheidszorg. 30 De onderhavige diensten voldoen aan geen van beide voorwaarden. Zij vallen dan ook niet onder deze uitzondering. b) Sociale diensten Art. 2, 2, j) van de DR stelt drie voorwaarden voorop om van deze uitzondering gebruik te kunnen maken: het moet om een sociale dienst gaan, die onder één van de opgesomde categorieën kan gebracht worden en die door de overheid of onder mandaat van de overheid verricht wordt. i. Sociale dienst Volgens de strenge definitie die we hier voorzichtigheidshalve hanteren, zijn sociale diensten diensten die aangeboden worden met het doel ondersteuning te geven aan 30 Handboek voor de implementatie van de Dienstenrichtlijn, p

23 personen met permanente of tijdelijke bijzondere behoeften wegens hun ontoereikende gezinsinkomen of met een volledig of gedeeltelijk gebrek aan onafhankelijkheid en die gevaar lopen te worden gemarginaliseerd. Zoals hoger reeds gesteld, is onzes inziens aan deze voorwaarde voldaan. ii. Opgesomde categorieën Art. 2, 2, j) DR stelt dat enkel sociale diensten betreffende sociale huisvesting, kinderzorg en ondersteuning van gezinnen of personen in permanente of tijdelijke nood van deze uitzondering kunnen genieten. De betreffende diensten kunnen worden gekwalificeerd als diensten betreffende de ondersteuning van gezinnen of personen in permanente of tijdelijke nood. iii. Mandaat vanwege de overheid Voorts is een mandaat vanwege de overheid vereist. In de interpretatie van de Commissie gaat het over de situatie waarin de overheid een specifieke missie toevertrouwt aan de dienstverrichter, die hierdoor de verplichting krijgt om een dienst voor rekening van de overheid te verrichten. Een dergelijk mandaat bestaat voor de onderhavige diensten indien zij erkend zijn. Hun wordt immers de verplichting opgelegd de persoonlijke bijdrage van de gebruikers afhankelijk te maken van de financiële draagkracht van die gebruikers. Dit is een openbaredienstverplichting die als mandaat kan worden gekwalificeerd. 31 iv. Conclusie De erkende diensten voor logistieke hulp voldoen aan de voorwaarden die art. 2, 2, j) DR vooropstelt. Zij vallen dan ook onder het toepassingsgebied van deze uitzondering. 31 Art. 70 Woonzorgdecreet. 23

24 B. Eisen betreffende de uitoefening van of de toegang tot de dienstenactiviteit 1) Bevat de voorgelegde regelgeving eisen m.b.t. de toegang tot of de uitoefening van de dienstenactiviteit? De inhoudelijke bepalingen van de Dienstenrichtlijn zijn uitsluitend van toepassing op eisen met betrekking tot de toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit. Een eis wordt in art. 4, 7 DR omschreven als elke verplichting, verbodsbepaling, voorwaarde of beperking uit hoofde van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten of voortvloeiend uit de rechtspraak, de administratieve praktijk, de regels van beroepsorden of de collectieve regels van beroepsverenigingen of andere beroepsorganisaties, die deze in het kader van de hun toegekende juridische bevoegdheden hebben vastgesteld. In overweging 10 DR wordt echter aangestipt dat het niet gaat om eisen die de toegang van bepaalde dienstverrichters tot publieke middelen regelen. Subsidievoorwaarden zijn dus geen eisen in de zin van de DR. Vooreerst kan men hieruit concluderen dat erkennings- en subsidievoorwaarden geen eisen in de zin van de richtlijn zijn. Zij regelen immers enkel de toegang tot publieke middelen, niet de uitoefening van de dienstactiviteit. De aanmeldingsplicht die geldt in de woonzorg, is echter wel te kwalificeren als een eis in de zin van de richtlijn. 32 Zij wordt immers opgelegd aan iedereen die diensten van diensten inzake logistieke hulp wil aanbieden. 32 Art. 65 Woonzorgdecreet. 24

25 C. Conclusie Er worden eisen in de zin van de DR gesteld aan de exploitatie van diensten voor logistieke hulp. Voor zover deze voorzieningen erkend zijn, vallen zij onder de uitzondering voor sociale diensten uit art. 2, 2, j) DR. Voor de niet-erkende diensten voor logistieke hulp moet worden onderzocht of deze eisen conform de DR zijn. Voor de gesubsidieerde voorzieningen kan men eventueel argumenteren dat het niet-economische diensten betreft. 25

26 2.3 Diensten voor oppashulp Gescreende regelgeving: Ontwerp van Woonzorgdecreet zoals aangenomen door de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement op 4 maart Ontwerp van Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers zoals doorgestuurd op 9 maart A. Economische diensten 1) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit in de zin van de Dienstenrichtlijn? Of deze diensten diensten in de zin van de richtlijn zijn, hangt af van de vraag of zij een economisch karakter hebben. Dit impliceert dat er gewoonlijk een vergoeding betaald wordt die de economische tegenprestatie voor de betrokken dienst vormt. 33 Deze tegenprestatie moet reëel en effectief zijn. 34 Aangezien diensten in een Europese context echter vrij snel als economisch aangemerkt worden, is het soms interessanter na te gaan onder welke voorwaarden een dienst als niet economisch kan aangemerkt worden. In enkele belangwekkende arresten heeft het Hof van Justitie uiteengezet onder welke voorwaarden hij dit doet, omdat de betrokken dienst kadert in de sociale en opvoedkundige taak van de overheid. 35 Hieruit komt een drietal voorwaarden naar voren. Vooreerst moet de overheid het stelsel waarbinnen deze diensten aangeboden worden organiseren en deze diensten subsidiëren. Vervolgens moet zij hierbij niet het doel hebben een economische activiteit te verrichten. Tot slot moet dit stelsel kaderen in de sociale, culturele of opvoedkundige taak van de overheid ten aanzien van haar bevolking Art. 50 E.G.-verdrag. H.v.J. nr. C-263/86, Humbel, r.o. 17; H.v.J. nr. C-109/92, Wirth, 15. H.v.J. nr. C-263/86, Humbel; H.v.J. nr. C-109/92, Wirth. 26

27 Als aan deze voorwaarden voldaan is, kan men de betrokken dienst dus als nieteconomisch aanmerken. Het feit dat dienstontvangers soms een vergoeding dienen te betalen ten einde tot op zekere hoogte de werkingskosten van het stelsel te helpen dragen, doet hieraan geen afbreuk. 36 De universele toepasbaarheid van deze argumentatie, met betrekking tot de internemarktregels uit het EG-verdrag, moet echter meteen genuanceerd worden, aangezien ze door het Hof enkel bevestigd werd voor wat betreft onderwijsdiensten. In het kader van de nauwverwante mededingingsbepalingen uit het EG-verdrag bestaan er evenzeer arresten die een andere richting uitgaan. 37 Het EFTA-Hof gaat dan weer verder en baseert zich op deze argumentatie om, eveneens in het kader van die mededingingsbepalingen, te stellen dat door de overheid gesubsidieerde kindertuinen geen economische diensten zijn. Gelet op de onzekerheid die bestaat over de precieze draagwijdte van argumentatie die in de arresten Humbel en Wirth wordt uiteengezet, zullen we er in onze conclusie slechts aanvullend gebruik van maken. a) Erkenning en subsidiëring door de overheid De overheid geeft vorm aan een stelsel van diensten voor oppashulp door middel van de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden die zij hanteert. 38 De overheid subsidieert dit stelsel ook 39, doch erkende voorzieningen worden niet automatisch gesubsidieerd H.v.J. nr. C-263/86, Humbel, r.o. 19; H.v.J. nr. C-109/92, Wirth, H.v.J. nr. C-41/90, Hoefner en Elser, r.o ; Conclusie Advocaat-Generaal Jacobs bij H.v.J. C- 67/96, Albany, randnrs Deze voorwaarden liggen vervat in het Woonzorgdecreet, het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers en in Bijlage III bij dit besluit. 39 Art van het Woonzorgdecreet, art van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers en art van Bijlage III bij dit besluit. 40 Art. 10 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers. 27

28 b) Niet tot doel een economische activiteit te verrichten Uit het arrest Wirth blijkt dat aan deze voorwaarde voldaan is, wanneer de dienst voornamelijk met overheidsmiddelen wordt gefinancierd. 41 Uit het vorig onderzoek bleek reeds dat deze diensten in hoofdzaak worden gefinancierd door de overheid. Uit contacten met de administratie blijkt dat de nieuwe regelgeving hierin geen verandering zou brengen. c) Sociale taak We gaan er van uit dat een dienst kadert in de sociale taak van de overheid als het een sociale dienst betreft. Hierbij hanteren we voorzichtigheidshalve de strenge definitie die voor het begrip sociale dienst gebruikt wordt in het kader van de DR. 42 De diensten van deze thuiszorgvoorzieningen kaderen in de sociale taak van de overheid. Thuiszorg wordt in het Woonzorgdecreet immers gedefinieerd als de zorg aan huis of de zorg die er specifiek op gericht is de gebruiker te handhaven in of te laten terugkeren naar zijn natuurlijk thuismilieu. Hierbij is het van belang te weten dat de gebruiker iedere natuurlijke persoon is die vanuit een verminderd zelfzorgvermogen een beroep doet op woonzorg en dat thuiszorg deel uitmaakt van woonzorg. 43 Bovendien stelt artikel 3 van het decreet dat het decreet tot doel heeft de levenskwaliteit van de gebruiker te waarborgen door: 1 het ondersteunen van de zelfzorg en/of de mantelzorg; 2 het verlenen van gedifferentieerde en gespecialiseerde vormen van woonzorg; 3 het bevorderen van de samenwerking en de afstemming tussen de verschillende actoren binnen de woonzorg. De diensten voor oppashulp verlenen weliswaar zelf geen oppashulp. Doordat zij echter de vraag en het aanbod inzake oppashulp met elkaar confronteren, spelen zij 41 H.v.J. nr. C-109/92, Wirth, r.o Diensten die verleend worden met het doel ondersteuning te geven aan personen met permanente of tijdelijke bijzondere behoeften wegens hun ontoereikende gezinsinkomen of met een volledig of gedeeltelijk gebrek aan onafhankelijkheid en die gevaar lopen te worden gemarginaliseerd. 43 Art. 1 Woonzorgdecreet. 28

29 een rechtstreekse rol in de ondersteuning van personen met permanente of tijdelijke bijzondere behoeften worden geholpen. Aan deze voorwaarde is dan ook voldaan. d) Conclusie De gesubsidieerde voorzieningen in dit stelsel van diensten voor oppashulp voldoen aan de voorwaarden die in de arresten Humbel en Wirth uiteengezet worden. Zij zijn volgens deze interpretatie dan ook niet-economisch van aard. 2) Heeft de voorgelegde regelgeving betrekking op een dienstenactiviteit waarvoor in een uitzondering is voorzien? a) Gezondheidsdiensten Gezondheidsdiensten zijn medische en farmaceutische diensten die mensen werkzaam in de gezondheidszorg aan patiënten verlenen om hun gezondheid te beoordelen, te bewaren of te verbeteren. Deze uitzondering heeft alleen betrekking op activiteiten die zijn voorbehouden aan beoefenaren van gereglementeerde beroepen in de gezondheidszorg. 44 De onderhavige diensten voldoen aan geen van beide voorwaarden. Zij vallen dan ook niet onder deze uitzondering. b) Sociale diensten Art. 2, 2, j) van de DR stelt drie voorwaarden voorop om van deze uitzondering gebruik te kunnen maken: het moet om een sociale dienst gaan, die onder één van de opgesomde categorieën kan gebracht worden en die door de overheid of onder mandaat van de overheid verricht wordt. 44 Handboek voor de implementatie van de Dienstenrichtlijn, p

30 i. Sociale dienst Volgens de strenge definitie die we hier voorzichtigheidshalve hanteren, zijn sociale diensten diensten die aangeboden worden met het doel ondersteuning te geven aan personen met permanente of tijdelijke bijzondere behoeften wegens hun ontoereikende gezinsinkomen of met een volledig of gedeeltelijk gebrek aan onafhankelijkheid en die gevaar lopen te worden gemarginaliseerd. Zoals hoger reeds gesteld, is onzes inziens aan deze voorwaarde voldaan. ii. Opgesomde categorieën Art. 2, 2, j) DR stelt dat enkel sociale diensten betreffende sociale huisvesting, kinderzorg en ondersteuning van gezinnen of personen in permanente of tijdelijke nood van deze uitzondering kunnen genieten. De betreffende diensten kunnen worden gekwalificeerd als diensten betreffende de ondersteuning van gezinnen of personen in permanente of tijdelijke nood. iii. Mandaat vanwege de overheid Voorts is een mandaat vanwege de overheid vereist. In de interpretatie van de Commissie gaat het over de situatie waarin de overheid een specifieke missie toevertrouwt aan de dienstverrichter, die hierdoor de verplichting krijgt om een dienst voor rekening van de overheid te verrichten. Een dergelijk mandaat bestaat voor de onderhavige diensten indien zij erkend zijn. Hun wordt immers de verplichting opgelegd de persoonlijke bijdrage van de gebruikers afhankelijk te maken van de financiële draagkracht van die gebruikers. Dit is een openbaredienstverplichting die als mandaat kan worden gekwalificeerd Art. 70 Woonzorgdecreet. 30

31 iv. Conclusie De erkende diensten voor oppashulp voldoen aan de voorwaarden die art. 2, 2, j) DR vooropstelt. Zij vallen dan ook onder het toepassingsgebied van deze uitzondering. B. Eisen betreffende de uitoefening van of de toegang tot de dienstenactiviteit 1) Bevat de voorgelegde regelgeving eisen m.b.t. de toegang tot of de uitoefening van de dienstenactiviteit? De inhoudelijke bepalingen van de Dienstenrichtlijn zijn uitsluitend van toepassing op eisen met betrekking tot de toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit. Een eis wordt in art. 4, 7 DR omschreven als elke verplichting, verbodsbepaling, voorwaarde of beperking uit hoofde van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten of voortvloeiend uit de rechtspraak, de administratieve praktijk, de regels van beroepsorden of de collectieve regels van beroepsverenigingen of andere beroepsorganisaties, die deze in het kader van de hun toegekende juridische bevoegdheden hebben vastgesteld. In overweging 10 DR wordt echter aangestipt dat het niet gaat om eisen die de toegang van bepaalde dienstverrichters tot publieke middelen regelen. Subsidievoorwaarden zijn dus geen eisen in de zin van de DR. Vooreerst kan men hieruit concluderen dat erkennings- en subsidievoorwaarden geen eisen in de zin van de richtlijn zijn. Zij regelen immers enkel de toegang tot publieke middelen, niet de uitoefening van de dienstactiviteit. De aanmeldingsplicht die geldt in de woonzorg, is echter wel te kwalificeren als een eis in de zin van de richtlijn. 46 Zij wordt immers opgelegd aan iedereen die diensten van diensten inzake oppashulp wil aanbieden. 46 Art. 65 Woonzorgdecreet. 31

Impact van de Europese Dienstenrichtlijn op de regelgeving van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

Impact van de Europese Dienstenrichtlijn op de regelgeving van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Katholieke Universiteit Leuven Faculteit Rechtsgeleerdheid Instituut voor Sociaal Recht Centrum voor Europees Economisch Recht Impact van de Europese Dienstenrichtlijn op de regelgeving van het beleidsdomein

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.878/1/V van 21 augustus 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24

Nadere informatie

BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING VR 2016 1612 DOC.1387/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse

Nadere informatie

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN 79284 MONITEUR BELGE 17.12.2009 BELGISCH STAATSBLAD LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.901/3 van 16 mei 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende bepaling van de wijze van aanstelling en vergoeding van de dierenartsen die

Nadere informatie

Bijlage III. Diensten voor oppashulp. Hoofdstuk I. Definities

Bijlage III. Diensten voor oppashulp. Hoofdstuk I. Definities Bijlage III. Diensten voor oppashulp Hoofdstuk I. Definities Artikel 1. In deze bijlage wordt verstaan onder: 1 oppashulp: de hulp en bijstand, tijdens de dag of tijdens de nacht, die erin bestaat de gebruiker

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.936/1/V van 21 augustus 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen uit de regelgeving betreffende de woonzorgvoorzieningen

Nadere informatie

VR DOC.0134/1BIS

VR DOC.0134/1BIS VR 2019 0802 DOC.0134/1BIS VR 2019 0802 DOC.0134/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Het voorontwerpbesluit van de Vlaamse

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van bijlage I bij het besluit van de

Nadere informatie

VR DOC.0786/2BIS

VR DOC.0786/2BIS VR 2018 1307 DOC.0786/2BIS Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen uit de regelgeving betreffende de woonzorgvoorzieningen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Woonzorgdecreet

Nadere informatie

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 2 3 BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 2 3 BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 2 3 BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 1 FORMULIER B FORMULIER VOOR DE KENNISGEVING VAN NIEUWE EISEN DIE ONDER ARTIKEL 16 VAN DE DIENSTENRICHTLIJN

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 juli 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 juli 2016; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van bijlage XIV bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.013/3 van 21 maart 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving betreffende de specifieke brandveiligheidsnormen

Nadere informatie

VR DOC.0786/1BIS

VR DOC.0786/1BIS VR 2018 1307 DOC.0786/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse

Nadere informatie

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 5:15 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (VENTEN) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 5:15 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (VENTEN) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 5:15 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (VENTEN) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 1 FORMULIER B FORMULIER VOOR DE KENNISGEVING VAN NIEUWE EISEN DIE ONDER ARTIKEL 16 VAN

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, 1;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, 1; Besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 betreffende de boekhouding en het financieel verslag voor de voorzieningen in bepaalde sectoren van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het ministerieel besluit van 26 juli 2001 tot vaststelling van het bijdragesysteem voor de gebruiker van gezinszorg;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het ministerieel besluit van 26 juli 2001 tot vaststelling van het bijdragesysteem voor de gebruiker van gezinszorg; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.871/3 van 29 september 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de bepaling van de normen en de aanmeldingsprocedure voor woongelegenheden

Nadere informatie

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 7.3.2 BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN 1 FORMULIER B FORMULIER VOOR DE KENNISGEVING VAN NIEUWE EISEN DIE ONDER ARTIKEL 16 VAN

Nadere informatie

13 MAART Woonzorgdecreet (*)

13 MAART Woonzorgdecreet (*) VLAAMSE OVERHEID 13 MAART 2009. Woonzorgdecreet (*) Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : woonzorgdecreet HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen Artikel 1. Dit

Nadere informatie

ONTWERP VAN WOONZORGDECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

ONTWERP VAN WOONZORGDECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zitting 2008-2009 4 maart 2009 ONTWERP VAN WOONZORGDECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zie: 1975 (2008-2009) Nr. 1: Ontwerp van decreet Nr. 2: Amendementen Nr. 3: Verslag over hoorzitting

Nadere informatie

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 2 LID 2 EN ARTIKEL 6 AFVALSOFFENVERORDENING (AANWIJZING INZAMELAAR) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 2 LID 2 EN ARTIKEL 6 AFVALSOFFENVERORDENING (AANWIJZING INZAMELAAR) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 2 LID 2 EN ARTIKEL 6 AFVALSOFFENVERORDENING (AANWIJZING INZAMELAAR) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 1 FORMULIER B FORMULIER VOOR DE KENNISGEVING VAN NIEUWE EISEN DIE ONDER

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 18 juli 2008 betreffende de zorg- en bijstandsverlening, artikel 5, eerste en tweede lid;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 18 juli 2008 betreffende de zorg- en bijstandsverlening, artikel 5, eerste en tweede lid; Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers DE VLAAMSE

Nadere informatie

OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN OUDENBURG PROCES-VERBAAL VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN OUDENBURG PROCES-VERBAAL VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN OUDENBURG PROCES-VERBAAL VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN Zitting van dinsdag 12 april 2016 Tegenwoordig: mevr. Rita Meyns - voorzitter,

Nadere informatie

betreffende een betere ondersteuning van de mantelzorg in het Vlaamse beleid

betreffende een betere ondersteuning van de mantelzorg in het Vlaamse beleid stuk ingediend op 1228 (2010-2011) Nr. 1 7 juli 2011 (2010-2011) Voorstel van resolutie van mevrouw Marijke Dillen, de heren Filip Dewinter, Jan Penris en Wim Wienen en mevrouw Gerda Van Steenberge betreffende

Nadere informatie

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 5:25 LID 1 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (VERGUNNING VOOR GROTE EVENEMENTEN) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 5:25 LID 1 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (VERGUNNING VOOR GROTE EVENEMENTEN) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 5:25 LID 1 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (VERGUNNING VOOR GROTE EVENEMENTEN) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 1 FORMULIER B FORMULIER VOOR DE KENNISGEVING VAN NIEUWE

Nadere informatie

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis)

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) mr. J.C. (Kees) van de Water, KW Legal, juli 2008 Aan de orde in onderhavige zaak is (mede)

Nadere informatie

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 8.3.5 BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 8.3.5 BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 8.3.5 BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN 1 FORMULIER B FORMULIER VOOR DE KENNISGEVING VAN NIEUWE EISEN DIE ONDER ARTIKEL 16 VAN

Nadere informatie

PAS OP BIJ HET TOEPASSEN VAN ALGEMENE VOORWAARDEN

PAS OP BIJ HET TOEPASSEN VAN ALGEMENE VOORWAARDEN PAS OP BIJ HET TOEPASSEN VAN ALGEMENE VOORWAARDEN Als u als ondernemer mooie geactualiseerde algemene voorwaarden heeft en u deze op uw website heeft geplaatst, bent u er nog niet. Er moet ook voor worden

Nadere informatie

Ontwerp van decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin DE VLAAMSE REGERING,

Ontwerp van decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin DE VLAAMSE REGERING, Ontwerp van decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid

Nadere informatie

VR DOC.1441/2BIS

VR DOC.1441/2BIS VR 2018 0712 DOC.1441/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de inlichtingen van het verslag, het opleggen van concrete beschermende maatregelen, het delen van gegevens, documenten en informatiedragers

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.106/3 van 3 april 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van een Vlaamse organisatie ter ondersteuning

Nadere informatie

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 8.3.4 BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN 1 FORMULIER B FORMULIER VOOR DE KENNISGEVING VAN NIEUWE EISEN DIE ONDER ARTIKEL 16 VAN

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, BESLUIT: De Vlaamse minister

Nadere informatie

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 4.11 BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 4.11 BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 4.11 BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN 1 FORMULIER B FORMULIER VOOR DE KENNISGEVING VAN NIEUWE EISEN DIE ONDER ARTIKEL 16 VAN DE

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 januari 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 januari 2018; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving betreffende de specifieke brandveiligheidsnormen voor ouderenvoorzieningen en centra voor herstelverblijf en betreffende de technische commissie

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.937/3 van 10 oktober 2018 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap (en het Vlaamse Gewest) betreffende de woonzorg 2/30 advies Raad van State

Nadere informatie

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 5:23 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (SNUFFELMARKT) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 5:23 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (SNUFFELMARKT) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 5:23 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (SNUFFELMARKT) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 1 FORMULIER B FORMULIER VOOR DE KENNISGEVING VAN NIEUWE EISEN DIE ONDER ARTIKEL 16

Nadere informatie

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 5:25 LID 2-3 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (MELDING VOOR KLEINE EVENEMENTEN) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 5:25 LID 2-3 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (MELDING VOOR KLEINE EVENEMENTEN) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 5:25 LID 2-3 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (MELDING VOOR KLEINE EVENEMENTEN) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 1 FORMULIER B FORMULIER VOOR DE KENNISGEVING VAN NIEUWE

Nadere informatie

Impact dienstenrichtlijn op het leefmilieu met bijzondere aandacht voor de drinkwatersector

Impact dienstenrichtlijn op het leefmilieu met bijzondere aandacht voor de drinkwatersector Impact dienstenrichtlijn op het leefmilieu met bijzondere aandacht voor de drinkwatersector Studiedag ACV-openbare diensten Leuven, 8 juni 2006 Dries Van Eeckhoutte AMINAL- Afdeling Europa & Milieu dries.vaneeckhoutte@lin.vlaanderen.be

Nadere informatie

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 8.4.1 BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN 1 FORMULIER B FORMULIER VOOR DE KENNISGEVING VAN NIEUWE EISEN DIE ONDER ARTIKEL 16 VAN

Nadere informatie

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 4.8 BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 4.8 BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 4.8 BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN 1 FORMULIER B FORMULIER VOOR DE KENNISGEVING VAN NIEUWE EISEN DIE ONDER ARTIKEL 16 VAN DE

Nadere informatie

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN MONITEUR BELGE 14.05.2009 BELGISCH STAATSBLAD 36983 GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE

Nadere informatie

Betreft: aanvraag van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid tot uitbreiding van beraadslagingen nrs. 36/2008 en 01/2009 (RN/MA/2011/303)

Betreft: aanvraag van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid tot uitbreiding van beraadslagingen nrs. 36/2008 en 01/2009 (RN/MA/2011/303) 1/6 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 01/2012 van 11 januari 2012 Betreft: aanvraag van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid tot uitbreiding van beraadslagingen nrs. 36/2008

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 28

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 28 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, artikel 48, 86, eerste lid, 1, en 87;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, artikel 48, 86, eerste lid, 1, en 87; Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan ouderenvoorzieningen en centra voor herstelverblijf moeten voldoen en tot bepaling van de procedure voor

Nadere informatie

o o o o o o Geraadpleegd op website van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid op Vlaamse Regering (2009). Besluit betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling van

Nadere informatie

Wijzigingen regelgeving 2014

Wijzigingen regelgeving 2014 Wijzigingen regelgeving 2014 Stand van zaken tot 14 november 2014 NIEUWE REGELGEVING Vanaf wanneer? Gevolgen voor de dienst/implementatie Wijzigingen woonzorgdecreet en -besluiten Aanpassing bijlage I

Nadere informatie

EDRL- proof argumenteren. Advies Stibbe 05/03/2018

EDRL- proof argumenteren. Advies Stibbe 05/03/2018 EDRL- proof argumenteren Advies Stibbe 05/03/2018 Advies Stibbe: argumentatie EDRL 1. Wettelijk kader: Europese Dienstenrichtlijn (EDRL) en decreet Integraal handelsvestigingsbeleid (IHB) 2. Verhouding

Nadere informatie

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 2.1.5 BOUWVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 13 E SERIE NA WIJZIGINGEN 1 FORMULIER B FORMULIER VOOR DE KENNISGEVING VAN NIEUWE EISEN DIE ONDER ARTIKEL 16 VAN

Nadere informatie

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 3:4 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (VERGUNNING SEKSBEDRIJF) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 3:4 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (VERGUNNING SEKSBEDRIJF) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 3:4 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (VERGUNNING SEKSBEDRIJF) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 1 FORMULIER B FORMULIER VOOR DE KENNISGEVING VAN NIEUWE EISEN DIE ONDER

Nadere informatie

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 5:18 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (STANDPLAATS) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 5:18 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (STANDPLAATS) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 5:18 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (STANDPLAATS) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 1 FORMULIER B FORMULIER VOOR DE KENNISGEVING VAN NIEUWE EISEN DIE ONDER ARTIKEL 16

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving VR 2016 1612 DOC.1426/3 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.621/3 van 20 juli 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de erkenningsvoorwaarden voor organisatoren van

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van bijlage I bij het besluit van de

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2016

Nadere informatie

VR DOC.0237/8

VR DOC.0237/8 VR 2019 2202 DOC.0237/8 Bijlage 6. Diensten voor gastopvang Hoofdstuk 1. Definities Artikel 1. In deze bijlage wordt verstaan onder: 1 dienst: een dienst voor gastopvang; 2 gezin: een natuurlijke persoon

Nadere informatie

Bijlage XVII. Subsidiëring van de infrastructuur in woonzorgcentra en centra voor kortverblijf

Bijlage XVII. Subsidiëring van de infrastructuur in woonzorgcentra en centra voor kortverblijf Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van... tot wijziging van verschillende besluiten, wat betreft de invoering van infrastructuursubsidies voor woonzorgcentra en centra voor kortverblijf Bijlage

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2201 247 19 19december 2008 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 4 december 2008,

Nadere informatie

In de communicatie naar onze inwoners wordt er steeds gesproken over een woonzorgcampus.

In de communicatie naar onze inwoners wordt er steeds gesproken over een woonzorgcampus. Inhoud Situering... 2 Wat is een woonzorgcampus?... 2 Woonzorg of toch assistentiewoningen?... 2 Kernvraag indien woonzorgcampus... 4 Voorgeschiedenis... 4 Huidige Stand van zaken... 4 Toekomst... 4 Kernvraag

Nadere informatie

de positie van de verzekerde/patiënt in Nederland en daarbuiten in het licht van de voorgenomen wijziging van art 13 Zvw (EU-aspecten)

de positie van de verzekerde/patiënt in Nederland en daarbuiten in het licht van de voorgenomen wijziging van art 13 Zvw (EU-aspecten) de positie van de verzekerde/patiënt in Nederland en daarbuiten in het licht van de voorgenomen wijziging van art 13 Zvw (EU-aspecten) Jac Rinkes Workshop SKGZ 3-10-13 Zorgverzekeringswet Artikel 13 1.

Nadere informatie

VR DOC.0237/2

VR DOC.0237/2 VR 2017 1703 DOC.0237/2 Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van verschillende besluiten, wat betreft de invoering van infrastructuursubsidies voor woonzorgcentra en centra voor kortverblijf DE

Nadere informatie

VR DOC.0682/1BIS

VR DOC.0682/1BIS VR 2017 0707 DOC.0682/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BISNOTA AAN DE LEDEN VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende het flexibele

Nadere informatie

Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98. P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten

Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98. P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98 P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten (verzoek van het Kantongerecht te Nijmegen om een prejudiciële beslissing) Verplichte deelneming in

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.298/3 van 1 maart 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de regels voor het verlenen van een omzettingskalender aan pilootprojecten

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid VR 2017 2402 DOC.0170/2BIS Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

Het Woonzorgdecreet als basis voor een toekomstgericht ouderenbeleid

Het Woonzorgdecreet als basis voor een toekomstgericht ouderenbeleid Het Woonzorgdecreet als basis voor een toekomstgericht ouderenbeleid Karine Moykens Kabinetschef van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Zo lang mogelijk zo zelfstandig mogelijk blijven

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het totale aantal subsidiabele uren

Nadere informatie

De deontologische beperkingen op de reclame gelet op het voorstel voor een richtlijn over de evenredigheidstoets en de rechtspraak van het HvJ-EU

De deontologische beperkingen op de reclame gelet op het voorstel voor een richtlijn over de evenredigheidstoets en de rechtspraak van het HvJ-EU De deontologische beperkingen op de reclame gelet op het voorstel voor een richtlijn over de evenredigheidstoets en de rechtspraak van het HvJ-EU Paris Decembre 8th 2017 1 Voorstel richtlijn evenredigheid

Nadere informatie

Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001

Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001 Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001 Vlaamse Regering Kabinet van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Koolstraat 35, 1000 BRUSSEL Tel. 02-552 64 00 - Fax. 02-552 64 01 E-mail: kabinet.vervotte@vlaanderen.be

Nadere informatie

Bijlage 1 Rapportageformulier screening betreffende diensten FASE 1. Identificatiegegevens

Bijlage 1 Rapportageformulier screening betreffende diensten FASE 1. Identificatiegegevens Bijlage 1 Rapportageformulier screening betreffende diensten Identificatiegegevens Naam instantie Naam algemeen verbindend voorschrift Bepaling / artikel waarin eisen worden gesteld en korte inhoud van

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 5

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 5 Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 betreffende de samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg en tot integratie van de geïntegreerde

Nadere informatie

woonzorgdecreet voorstelling

woonzorgdecreet voorstelling woonzorgdecreet voorstelling Maatschappelijke context als kader aandeel 65-plussers van 18% naar 26% in 2030 dé oudere bestaat niet: 60-er/70-er/80-er babyboomgeneratie: mondiger, verwacht meer (levens)comfort,

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.130/1 van 15 april 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot invoering van de BelRAI screener 2/8 advies Raad van State 59.130/1 Op 16 maart

Nadere informatie

Ouderenzorg. Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

Ouderenzorg. Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Ouderenzorg Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Realisaties Legislatuur 2009-2014 Woonzorgcentra Centra voor kortverblijf Serviceflats/Assistentiewoningen Dagverzorgingscentra

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.454/3 van 6 juni 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 23 december 2016 houdende de invoering van een

Nadere informatie

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV:

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV: Vrij beroep 1/ België Wet van 15 mei 2014 houdende invoeging van Boek XIV "Marktpraktijken en consumentenbescherming betreffende de beoefenaars van een vrij beroep" in het Wetboek van economisch recht

Nadere informatie

HET NIEUWE ONTWERP VAN WOONZORGDECREET

HET NIEUWE ONTWERP VAN WOONZORGDECREET HET NIEUWE ONTWERP VAN WOONZORGDECREET Overzicht van de inhoud van het definitief door de Vlaamse Regering goedgekeurde ontwerp 1. Algemeen Thuiszorg en ouderenzorg worden geïntegreerd in één decreet.

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering over het ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 december 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 december 2018; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vergunningsvoorwaarden en de subsidieregeling van gebruikersverenigingen met informatieloket voor personen met een handicap en van gebruikersverenigingen met

Nadere informatie

Openbaarheid van bestuur en VIP²

Openbaarheid van bestuur en VIP² Datum 21 oktober 2013 Ons kenmerk MP/EDL/855/2013 Nota Openbaarheid van bestuur en VIP² I II III IV Situering VIP² Passieve openbaarheid van bestuur II.1 Bestuursinstanties? II.1.1 Vlaamse overheid II.1.2

Nadere informatie

VR DOC.0237/16

VR DOC.0237/16 VR 2019 2202 DOC.0237/16 Bijlage 14. Subsidiëring van de infrastructuur in woonzorgcentra en centra voor kortverblijf type 1 Hoofdstuk 1. Definities Artikel 1. In deze bijlage wordt verstaan onder: 1 infrastructuursubsidies:

Nadere informatie

Zaak T-155/04. SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-155/04. SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-155/04 SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Mededinging Misbruik van machtspositie Begrip.onderneming' Klacht Afwijzing" Arrest van het Gerecht (Tweede kamer)

Nadere informatie

raamovereenkomsten over de subsidiëring van verenigingen en inrichtingen voor personen met een handicap (CO-A )

raamovereenkomsten over de subsidiëring van verenigingen en inrichtingen voor personen met een handicap (CO-A ) 1/6 Advies nr. 58/2019 van 27 februari 2019 Betreft: voorontwerp van besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot aanpassing van het besluit van de Regering van 20 februari 2014 tot vaststelling

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische

Nadere informatie

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 3:5 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (GEDRAGSEISEN EXPLOITANT SEKSBEDRIJF) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 3:5 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (GEDRAGSEISEN EXPLOITANT SEKSBEDRIJF) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 3:5 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (GEDRAGSEISEN EXPLOITANT SEKSBEDRIJF) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 1 FORMULIER B FORMULIER VOOR DE KENNISGEVING VAN NIEUWE EISEN

Nadere informatie

Centrum voor Kortverblijf

Centrum voor Kortverblijf Koning Albert IIlaan 35, bus 31 1030 Brussel T 02 553 34 34 F 02 533 34 35 contact@zorginspectie.be Naam voorziening: DE DRUIVELAAR Adres: Wingerdstraat 14, 3000 Leuven Tel.: 016/28.47.90 email: rudiger.de.belie@wingerd.info

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 28.11.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0824/2008, ingediend door Kroum Kroumov (Bulgaarse nationaliteit), gesteund door zestien

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 170, 1;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 170, 1; Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de regels voor het verlenen van een erkennings- of omzettingskalender en tot wijziging van de regels voor de voorafgaande vergunning DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

VR DOC.0700/1BIS

VR DOC.0700/1BIS VR 2018 2906 DOC.0700/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van bijlage

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.771/3 van 30 januari 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit van 22 november 2013 en het Subsidiebesluit

Nadere informatie

Inhoud. Besluit van de Vlaamse regering van 4 september 2009 betreffende de programmatie,

Inhoud. Besluit van de Vlaamse regering van 4 september 2009 betreffende de programmatie, Inhoud / 1 Inhoud Basisregelgeving Woonzorgdecreet Inleiding Woonzorgdecreet van 13 maart 2009 Inleiding Woonzorgdecreet 13.03.2009 Besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.507/3 van 21 december 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de invoering van een regelluw kader in functie van de proefprojecten

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/6 Advies nr 48/2014 van 2 juli 2014 Betreft: Advies betreffende het ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 278, vijfde lid, van de programmawet (I) van 24 december 2002 (CO-A-2014-043)

Nadere informatie

Concept Raadsvoorstel

Concept Raadsvoorstel Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Agendapunt: Sliedrecht, 6 oktober 2009 Onderwerp: Lex silencio positivo Voorgesteld besluit: 1) met betrekking tot vergunning- en ontheffingstelsels

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van bijlage X bij het besluit van de Vlaamse

Nadere informatie

EUROPESE CONVENTIE SECRETARIAAT. Brussel, 13 maart 2003 (17.03) (OR. en) CONV 620/03 CONTRIB 277

EUROPESE CONVENTIE SECRETARIAAT. Brussel, 13 maart 2003 (17.03) (OR. en) CONV 620/03 CONTRIB 277 EUROPESE CONVENTIE SECRETARIAAT Brussel, 13 maart 2003 (17.03) (OR. en) CONV 620/03 CONTRIB 277 BEGELEIDENDE NOTA van: het secretariaat aan: de Conventie Betreft: Bijdrage van de heren Alfonso Dastis en

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 juli 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 juli 2017; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de bepaling van voorwaarden voor een bijzondere oproep om voor bepaalde woongelegenheden een erkenningskalender in te dienen en tot wijziging van het besluit van

Nadere informatie

DECREET. inzake sociale werkplaatsen

DECREET. inzake sociale werkplaatsen VLAAMS PARLEMENT DECREET inzake sociale werkplaatsen HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. Artikel 2 Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder

Nadere informatie

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, Besluit:

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, Besluit: 31 JANUARI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 1997 tot uitvoering van het decreet van 24 juli 1996 houdende

Nadere informatie