VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSSIGNALERING

Transcriptie

1 HSE guidelines S april 2017 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSSIGNALERING

2 Werk veilig of werk niet Bij werkzaamheden aan installaties en systemen zijn strikte procedures van kracht. Er bestaat immers een risico dat gevaarlijke stoffen vrijkomen. Lees daarom de werkvergunning nauwkeurig en controleer of de beheersmaatregelen zoals omschreven, daadwerkelijk aanwezig zijn. Tref dan de voorzorgsmaatregelen die horen bij het werk dat jij gaat uitvoeren. Blijf steeds alert op het voorkomen van verhoogde concentraties gevaarlijke stoffen. Bij twijfel: altijd vragen of leg de werkzaamheden stil! Eenzelfde heldere taal spreken op gebied van Veiligheid, Gezondheid en Milieu en harmoniseren van regelgeving door primair te focussen op overeenkomsten tussen Maatschappijen en Contractors. Dat is het doel dat de bij HSElife NL aangesloten partijen nastreven. Naast de reeds geharmoniseerde informatie blijft er Locatie- of Maatschappij specifieke informatie van kracht. Vraag ernaar!

3 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSSIGNALERING Middels duidelijke Veiligheids- en Gezondheidssignalering wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de veiligheid tijdens het werken en de gezondheid van medewerkers. Daarom moet iedereen op locatie ( medewerker, contractor en bezoeker) de V&G-signalering kennen en zich eraan houden.

4 UITGANGSPUNTEN V&G-SIGNALERINGSSYSTEEM Arbeidsomstandighedenregeling Hoofdstuk 8 RI&E, specifieke locatie gebonden gevaren, verboden, geboden en instructies Ontruimingsplan (voor vluchtwegen) Veiligheidsinformatiebladen (voor gevaarlijke stoffen)

5 SOORTEN V&G SIGNALERINGEN Waarschuwingen Verboden Geboden Vluchtwegen en veilige situaties Brandbestrijdings- en reddingmiddelensignalering GHS Gevarenpictogrammen Aanvullende tekstkaders

6 WAARSCHUWINGSTEKENS Driehoekige vorm Gele kleur Zwarte symboolkleur Zwarte contrastrand Gevaar voor ontvlambare stoffen Explosiegevaarlijke atmosfeer

7 VERBODSTEKENS Ronde vorm Witte kleur Zwarte symboolkleur Rode Contrast rand met schuine rode streep Vuur, open vlam en roken verboden Verboden toegang voor onbevoegden

8 GEBODSTEKENS Ronde vorm Blauwe kleur Witte symboolkleur Veiligheidshelm verplicht Veiligheidsbril verplicht

9 BRANDBESTRIJDINGSMIDDELEN TEKENS Vierkante vorm Rode kleur Witte symboolkleur Witte contrastrand

10 ONTRUIMINGSTEKENS (VLUCHTWEGEN EN VEILIGE SITUATIES) Rechthoekige vorm Groene kleur Witte symboolkleur Witte contrastrand

11 REDDINGSMIDDELENTEKENS Vierkante vorm Groene kleur Witte symboolkleur Witte contrastrand

12 GHS (GLOBALY HARMONIZED SYSTEM) / CLP PICTOGRAMMEN Ruit vorm Witte kleur Zwarte symboolkleur Rode contrastrand Explosie gevaar Brand gevaarlijk Brand bevorderend

13 AANVULLENDE TEKSTKADERS Primair worden symbolen gebruikt om een boodschap over te brengen. Aanvullend kan een tekstkader toegepast worden. Rechthoekige vorm Onder of naast symbool Zelfde kleurgebruik als symbool Area for supplementary text Area for supplementary text

14 V&G-SIGNALERING IN DE PRAKTIJK Op locatie worden verschillende tekens dikwijls naast of bij elkaar gebruikt. Locatiebord (onshore) Algemene informatie over de locatie. De V&G signalering die hier geldt kan ook op andere specifieke plaatsen op de locatie worden herhaald.

15 Verlaadplaatsbord (onshore) Algemene informatie over de voorschriften die op de tankauto verlaadplaats gelden. Specifieke gevaren zijn herkenbaar op de leidingen en bij de vulpunten die voor de verlading worden gebruikt.

16 Opslagvaten en opslagtanks Opslagtanks >1m 3 (voor onshore toepassing) worden geïdentificeerd naar: Equipment identificatienummer en volume Stofnaam GHS gevarenpictogrammen NFPA-codering (zgn. gevaren diamant) Gevaars Identificatie (GEVI) nummer Stofidentificatie (UN) nummer Overige gevaren (bijv. aardgasdeken) Voorbeeld: tankcodering Aardgascondensaat

17 Leidingen Alle leidingen op de locatie worden geïdentificeerd naar: Stofnaam Mediumkleur GHS Gevaren pictogram Stromingsrichting Overige gevaren (bijv. H2S, Heet, etc.)

18 Samengestelde borden Samengestelde borden worden gebruikt bij toegangen tot ruimtes, opslagen van gevaarlijke stoffen of gasflessen, besloten ruimtes, etc.

19 Vluchtwegmarkeringen Aanduidingen van de vluchtroutes die - vanaf elke positie op de locatie naar een veilige of verzamelplaats leiden.

20 Vluchtroute geleidingssysteem Op offshore locaties en op specifieke ruimte op onshore locaties kan een vluchtroute geleidingssysteem aanwezig zijn welke laag bij de grond is aangebracht. Bij plotseling lichtuitval zal dit systeem oplichten.

21 Veiligheidsmarkeringen/linten Aanduiding of afbakening van bepaalde onderdelen van de installatie, obstakels of zones. Waarschuwing Verbod Veilige situatie nalichtende toepassing nalichtende toepassing nalichtende toepassing

22 VRAGEN? MEER INFORMATIE? Je kunt altijd terecht bij de locatie beheerder/supervisor.

23 5 OM TE ONTHOUDEN Weet wat de signalering betekent (lees het boekje nog eens na) Stel je op de hoogte van locatie specifieke signaleringen Bespreek de gevaren van een bepaald product Respecteer de afzettingen Meld beschadigde of ontbrekende signalering LET OP! Signaleringen Offshore kunnen afwijken van die van Onshore.

24 VRAAG 1. Waarom zijn veiligheids- en gezondheidssignaleringen belangrijk? A) Ze zijn belangrijk omdat iedereen op de locatie de veiligheidsen gezondheidssignaleringen moet kennen en zich eraan moet houden, dus de medewerker, contractor en bezoeker. B) Ze leveren een belangrijke bijdrage aan de veiligheid tijdens het werken en de gezondheid van de medewerkers. C) Ze zijn belangrijk omdat ze het uitgangspunt zijn van een veiligheids- en gezondheidssignaleringssysteem.

25 ANTWOORD 1. Waarom zijn veiligheids- en gezondheidssignaleringen belangrijk? A) Ze zijn belangrijk omdat iedereen op de locatie de veiligheidsen gezondheidssignaleringen moet kennen en zich eraan moet houden, dus de medewerker, contractor en bezoeker. B) Ze leveren een belangrijke bijdrage aan de veiligheid tijdens het werken en de gezondheid van de medewerkers. C) Ze zijn belangrijk omdat ze het uitgangspunt zijn van een veiligheids- en gezondheidssignaleringssysteem.

26 VRAAG 2. Welke soorten aanduidingen zijn er voor veiligheid en gezondheid? A) Geboden, waarschuwingen, verboden, gevaren, reddingsmiddelen. B) Geboden, waarschuwingen, verboden, gevaren, brandbestrijdingsmiddelen. C) Geboden, waarschuwingen, verboden, reddingsmiddelen, brandbestrijdingsmiddelen, veilige situaties, aanvullende informatie.

27 ANTWOORD 2. Welke soorten aanduidingen zijn er voor veiligheid en gezondheid? A) Geboden, waarschuwingen, verboden, gevaren, reddingsmiddelen. B) Geboden, waarschuwingen, verboden, gevaren, brandbestrijdingsmiddelen. C) Geboden, waarschuwingen, verboden, reddingsmiddelen, brandbestrijdingsmiddelen, veilige situaties, aanvullende informatie.

28 VRAAG 3. Alle leidingen op de locatie worden geïdentificeerd naar: A) Stofnaam, mediumkleur, GHS gevaren pictogram, stromingsrichting en overige gevaren B) Groepskleur, gevaarsaanduiding, naam en stromingsrichting C) Gevaarsaanduiding, groepsnummer, stofnaam en stromingsrichting

29 ANTWOORD 3. Alle leidingen op de locatie worden geïdentificeerd naar: A) Stofnaam, mediumkleur, GHS gevaren pictogram, stromingsrichting en overige gevaren B) Groepskleur, gevaarsaanduiding, naam en stromingsrichting C) Gevaarsaanduiding, groepsnummer, stofnaam en stromingsrichting

30 VRAAG 4. Wat zijn de kenmerken van waarschuwingen? A) Driehoekig bord, geel vlak, zwarte rand, pictogrammen in zwart. B) Rond bord, wit vlak, rode rand met schuine rode streep, pictogrammen in zwart. C) Vierkant bord, rood vlak, pictogrammen in wit.

31 ANTWOORD 4. Wat zijn de kenmerken van waarschuwingen? A) Driehoekig bord, geel vlak, zwarte rand, pictogrammen in zwart. B) Rond bord, wit vlak, rode rand met schuine rode streep, pictogrammen in zwart. C) Vierkant bord, rood vlak, pictogrammen in wit.

32 VRAAG 5. Welke coderingen vind je op opslagtanks (> 1 m³ voor onshore toepassing)? A) Gevaarsidentificatienummer, equipment identificatienummer en volume, Veiligheid Informatie Blad, stofnaam, gevaarsymbolen, NFPA-codering ( gevaren-diamant ), stofidentificatienummer (UN-nummer). B) Gevaarsidentificatienummer, equipment identificatienummer en volume, stofnaam, gevaarsymbolen, NFPA-codering ( gevarendiamant ), stofidentificatienummer (UN-nummer). C) Gevaarsidentificatienummer, equipment identificatienummer en volume, de stromingsrichting, stofnaam, gevaarsymbolen, NFPA-codering ( gevaren-diamant ), stofidentificatienummer (UNnummer).

33 ANTWOORD 5. Welke coderingen vind je op opslagtanks (> 1 m³ voor onshore toepassing)? A) Gevaarsidentificatienummer, equipment identificatienummer en volume, Veiligheid Informatie Blad, stofnaam, gevaarsymbolen, NFPA-codering ( gevaren-diamant ), stofidentificatienummer (UN-nummer). B) Gevaarsidentificatienummer, equipment identificatienummer en volume, stofnaam, gevaarsymbolen, NFPA-codering ( gevarendiamant ), stofidentificatienummer (UN-nummer). C) Gevaarsidentificatienummer, equipment identificatienummer en volume, de stromingsrichting, stofnaam, gevaarsymbolen, NFPA-codering ( gevaren-diamant ), stofidentificatienummer (UNnummer).